Historisch Archief 1877-1940
DE A M S T. E R D AM MER.
-,-f.
H O V E L L E.
In eene Winterstad,
DOOR
OUIDA.
L
':;,. EEBSTE HOOFDSTUK.
Floralia was eens eene stad van grooten naam. Zij
ligt aan eene rivier, in de historie hekend. Zy is versierd
met al, wat de kunsten kunnen hijeenhrengen aan schoon
heid, bevalligheid en majesteit. Hare geschiedboeken
prijken met heldhaftige daden en onsterfelijke voort
brengselen van het genie. Groote mannen zyn binnen
hare muren opgevoed, mannen zoo groot, dat nooit de
, wereld hun gelijke heeft gezien.
Floralia had eens, wat betreft haar vryheden, haar
burgers, haar dichters, schilders en beeldhouwers, weinig
mededingers^ misschien inderdaad haar gelijken niet op
aarde.
Door welke vreemde ironie van het noodlot, door
welke zonderlinge gril van het toeval, is deze schoonste
der steden, wier eerwaardige torens oprijzen naar haar
schitterenden Hemel, het algemeen hotel geworden, waar
al wat op de wereld rijk, elegant en lui is, en zich ver
veelt, te zamen komt? Droeve wederwaardigheden van
gevallen grootheid! Zulk een verachtelijk lot is het einde
van het edelste, wat de aarde kende!
't Is alsof Belisarius croupier werd aan eene speeltafel;
? ' alsof Caesar sigaren en couranten verkocht, alsof Phidias
\ cost-men teekende voor" een gemaskerd fète de nuit!
. Misschien wandelen nog de machtige geesten van het'
/ Fioralia der middeneeuwen, droevig en beschaamd, te
middernacht onder de schaduw van hnre heerlijke
mar? r - meren steenmassa's. Maar al doen zij het, niemand ziet
hen: de rook der cigaretten is te dik.
^ Wat betreft de nieuwere bestuurders van Floralia, zij
f hebben zich veerkrachtig weten te verheffen tot op de
hoogte van den toestand, en hebben hun best, hun
. uiterste best gedaan om hunne stad zoolang te vernederen
t totdat, zij in overeenstemming kwam met haar tegen
woordige roeping, en hebben zooveel zij durfden vernield
van haar edele schilderachtigheid en haar antieke schoon
heid; tegen haar eerwaardige paleizen n sierlijke torens
hebben zij huizen van pleister aangeplakt en afschuwelijk
rechte straten, en groote muren met advertentiën be
schilderd, en kale boulevards beprikt met boompjes als
van speelgoed, die gesnoeid worden zoodra het schijnt,
alsof ze bladeren zullen krijgen, en hebben alles gedaan
^ om haar geschikt te maken voor haar lot; even als hare
koffiehuishouders, wanneer zij een oud paleis in beslag
nemen*- zich haasten er eene rookzaal in te richten, en
er een paradijs te maken van gaskronen en likeuren,
waarboven zo dan ochrijven: H koffiehuis Amcricano."
Men beschouwt het als zeer verstandig zich te voegen
naar zijn fortuin; en als dat waar is, zyn inderdaad de
bestuurders van Floralio zeer verstandig; maar de straten
van pleister en de afschuwelijke boulevards kosten geld,
en Floralia heeft geen geld en een zeer drukkende en
zeer bezwarende schuld; en of het mi werkelijk de moeite
waard is, eene zeer schoone en artistieke stad te mis
vormen, en edelen en burgerij.te ruineereri, en
handwerkstand en boereu ten onder te brengen, en eene
gansche provincie arm en ontevreden te maken alleen
om eenige vreemdelingen genoegen te geven door het
pleister en de samenraapsels, waaraan ze t'huis gewoon
zijn, dat is misschien nog eene Vraag die voor bespre
king vatbaar is."
Zoover had Lady Hilda Vorarlberg geschreven, toen
zij het moede werd, het liet liggen, en het raam uitkeek
naar de door zoovele dichters bezongen rivier van
Flo' rab'a. Zij had het voornemen een roman te schrijven;
zy was altoos op het punt dingen te doen die zij
niet deedl ,
t Per slot van rekening * waren het ook hare eigene
lideen niet, die zy (Jaar opschreef, maai die van een
Floraliër, den Hertog della Rocca, dien z$ den vorigen avond
ontmoet had. Maar ieders ideën zyn toch vroeger die
van iemand anders geweest, van Plato, van Theophrastus
of van décourant van verleden week, en Lady Hilda,
hoewel ze pas twee dagen in déWinterrftad was geweest
had reeds bij haar eerste ridje gehuiverd op het gezicht
van de cartonnen huizen en gerild voor de boulevards
en de geschoren boompjes. Want zij was eene dame van
zeer ontwikkelden en kieschen smaak, en wist inderdaad
ietu van kunst en dergelijke personen lijden werkelijk,
by wat de bizondere beschouwing van onze gemeente
besturen zeer naief verbeteringen en verfraaiingen"
noemt.
Lady Hilda was den vorigen avond naar eene receptie
geweest, en was gegaan met de reeds vaststaande over
tuiging dat een zekere doorluchtige* Vorstin niet geheel
ongelijk had gehad toen zij Floralia noemde de misda
digerskolonie van de moderne maatschappij"; maar Lady
Hilda had spoedig genoeg van ietsyen niet spoedig ge
noegen in iets, en hield niet van vele zaken, bijna van
geen; zij hield van haar paarden, en van Monsieur
Worth den dameskleêrmaker, en van snuisterijen en
tagèregoed, en van haar broeder, Lord Clairvaux, en
als zij er goed over nadacht,... nu dan was dat toch
ook alles.
Lady Hilda was eene schoone vrouw, en wist het; zij
was gekleed naar de uiterste eischen der mode, dat is
als eene middeneeuwsche heilige van een schilderstuk,
haar fluweelen robe sloot nauw om hare gestalte, en
haar gouden gordel, met zyn kettinkjes en taschje en
haakjes, zou de hand van Cellini geen oneer aangedaan
hebben; haar haar was met de mode wisselend; haar
figuur was onberispelijk; Monsieur Worth, die gewoon
is figuren te leveren, zoowel als kleederen, had grooten
eerbied voor haar; in haar had de natuur, over welke
men zegt, dat hij in 't algemeen vrij min denkt, zijne
hulp niet noodig; hy vond het buitengewoon; maar daar
hij haar in dat opzicht niet kon verbeteren; moest hy
zich tevreden stellen met de vólma'aktheid te omkleeden,
hetgeen hij natuurlijk volmaakt deed.
Haar gezicht werd ook aan de natuur overgelaten en
dat was zeer berispelyk voor een vrouw a la mode.
Haar vriendinnen hielden het er "?^Qr, dat eene vrouw,
hoeblanke tint ze ook hebben inopjhti er uitgewasschen
moest uitzien, zonder een bee^je^ wit en rouge. Maar
Lady Hilda, zich haar eigen fijn:, kleurtje bewust, was
onverbiddelijk op dat punt. 1£
Ik wil er liever uitgewasschep dan . overgebakken
uitzien," zeide zij; het antwoord, was wreed maar afdoend.
Zoo verscheen zij in de wereld zonder schilderwerk, en
maakte, dat allen naast haar, ;uit eene opéra-cotnique
schenen te komen. f /
In alle andere dingen evenwel , was zij even kunst
matig en gekunsteld als paste aan haar geslacht, haar
stand en haar eeuw. . \
Zij was zeer gelukkig .geweest, ten minste de wereld
zeide het. De Clairvaux waren allertreurigst arm, hoe
wel -zij zeer edel en machtig waren. Zy was getrouwd
toen zij zestien jaar was, onmiddellijk nadat zij aan het
hof gepresenteerd was, met een, groot Europeesch kapi
talist van niet goed bekende nationaliteit, die een groot
fortuin had verkregen op de Beurs, door middelen die
men nooit had nagegaan; en deze heer, wiens rijkdom
even solide was, als hij fabelachtig klonk, had den goeden
smaak gehad in de eerste maanden van hun huwelijk
te sterven, haar vijftigduizend p0nd 's jaars nalatende,
en de rest van zijn fortuin aan den keizerlijken prins.
Behalve haar groot inkomen had zy de grootste
juweelen, de fijnste paarden, het fraaiste huis in Londen, het
liefste hotel te Parijs, enz., enz., en zij kon zich best
permitteeren iederen dag een versch toilet van haar
vriend Worth te hebben, als zy dat verkoos. En zeer
dikwyls verkoos zij dab. Welk een gelukkig wezen,"
zeide iedere andere vrouw, en dat was ze ook. Maarzij
zou nog gelukkiger geweest zyn als zij zich niet zoo
spoedig met alles verveeld. had.v>yerveling is het onge
lukkige steentje, dat altoos binnendringt in het vergulde
muiltje van den pelgrim van het genot.
Lady Hilda keek uit het venster en vond, dat het hard
regende. Als het regent onder den hemel van Floralia,
dan is het goed gemeend, en de onaangename taak
wordt met y ver afgegoten; hetgeen vry wat aangenamer
is voor het menschdom dan,,het voortdurend druppelen
en stofregenen van Schotland en Ierland. Het was de
regen, die haar lust had 4oen krijgen, een roman te
sonrjjven t. het verveelde haa.r zoo, er te lezen.
Zy bestelde haar rytjuig af; liet wat hout op hét vuur
werpen; en voelde zich geneigd er spyt van te hebben,
dat zy besloten had, hier te overwinteren. Zy miste.
al haar snuisterijen, en al de wondervolle schaduwen
en schakeeringen van kleur, die haar eigenhuizen even
rijk en toch even gedempt van toon en tint maakten als
het een of ander oud email cloisonné. Hier had zy de
fraaiste kamers in een hotel, dat eens het paleis van
Murat was geweest; en zij had om bloemen gezonden om
er ieder hoekje van te vullen, een bevel, dat Floralia voor
evenveel francs ten uitvoer brengt als eenige andere
stad goudstukken zou vragen.
Maar in de schoonste suite van kamers, in het fraaiste
hotel is er altoos een zekeren naaktheid en kaalheid;
en Lady Hilda, ofschoon zy weinig anders ontwikkeld
had, had haar oogen en haar smaak zoo ontwikkeld dat
een niet passend meubel haar pijn deed even als net kras
sen van een valsche toon den musicus zal pijn doen.
Zij kende de waarde van grijze tinten en roomkleur en
olijfbruin en bleek zeegroen en mat gouden oostersche
kleurenbontheid. Zij moest nu zitten in een fauteuil die
van een schitterend en gloednieuw Magenta brocaat was,
voor welks afschuwelijkheid zij onwillekeurig de oogen
sloot, en zij nam eenige brieven van vriendinnen op en
verwonderde zich waarom ze die schreven, en nam een
roman van Zola op en wierp hem met walging ter zyde,
en begon .weer te denken, dat zij toch maar naar
Algeriëmoest gaan, daar haar doktoren overeengekomen
waren, dat hare longen de koude van Parijs dezen winter
niet zouden uithouden.
Maar in Algeriöwas er geen kunst en die was er in
menigte in Floralia, tegenwoordige en oude, en in zoo
verre als eene vrouw naar de mode zich kan vernederen om
ernstig te denken over iets anders dan kleeding en jaloezie,
had zij eenigermate kunst van allerlei aard bestudeerd,
wel flauwtjes en misschien oppervlakkig maar toch met
eenig waar begrip er van; want hoewel zij haar best gedaan
had, zooals eene vrouw comme il faut paste, om het
verstand dat haar gegeven was, uit te dooven, had zij
toch oog^nblikken, waarin Worth niet Jehovah scheen,
en de groote wereld niet het begin en einddoel van het
menschelijk leven, zooals zij natuurlijk vond, wanneer
zij in normalen toestand was.
Ik zal naar Algeriëof Rome gaan," zeide zij bij zich
zelve; het regende raeedoogenloos, zelfs de bruggen en
de overzijde ,van de rivier waren onzichtbaar; zij had
een verschrikkelijk magentakleurigen stoel, en de ven
stergordijnen waren scharlaken; de brieven waren op
dun vreemd papier en met gekruist schrift beschreven,
het boek was onleesbaar; voor het ontbijt had men haar
soep gegeven en vol-au-vent^ die wat betreft den geur
wel hadden kunnen zamengesteld zijn uit augurkjes,
scheepsbeschuit en chalotten. En daar juist had zij ver
nomen, dat hare nicht, de gravin de Caviare, die zft
nooit had kunnen uitstaan, en die altoos geld van haar
leende, ook op weg was naar het hotel Murat. Het was
dus niet te verwonderen, dat zij bij zich zelven besloot,
Floralia te verlaten zoo spoedig als zij er gekomen.
was.
Het was vier uur.
Zij kwam op de gedachte, eens rond te zenden naar
de kooplieden in antiquiteiten met de boodschap, dat zij
haar moesten brengen, wat zy aan porselein en email
in hun winkels hadden, om *t eens te bezien; daar' er
tegenwoordig weinig, dat de moeite waard is, ter markt
komt, behalve wanneer er eene partikuliere verzameling
publiek verkocht wordt. Zy kende het hotel Drouot te
goed om dat niet te weten, toch was het iets om
tedoen.
Haar hand was aan de schel, toen een der bedienden
binnentrad. Hij had een kaartje op een blad.
Zal Mevrouw ontvangen?" vroeg hy een weinig
gejaagd; want wat haar bedienden ook deden, gewoonlyk ,
deden zij verkeerd; wanneer zy haargehoorzaamden, had
zy bijna altoos haar plan veranderd, voor dat haar bevel
kon worden ten uitvoer gebracht, en wanneer zij haar
niet gehoorzaamden, deed het bloed der Clairvaux dat
met Russisch en Fransch gekruist was, en oorspronke
lijk Normandisch was geweest, zich|. gevoelen in hare
gewoonlijk kalme aderen.
Zij wierp een vlnchtigen blik op het kaartje, het kon
wel van een antiquiteiten koopman zyn.
Er stond op Duca delU Rocca".
Eenige oogenblikken zweeg-cy weifelend.
Het regent zeer hard" dacht zy, en gaf toen een
toestemmend teeken. Ieder verveelde haar na tien mi
nuten, dooh, daar het zoo hard regende.....
; Wordt vervolgd.
(.'., ^
-i l W.
Industrieel, Redael
. Sanitaire inrichtingen voor
L mingttoettellen van Gebouwen
LASVER;
Gevettigd t
i Mr. W.
en H.
EDERKKERIC1
, 0H
lightid, straatrumoer, oproet
ten kantore der Maatschappij
i
LOCOMO
El
MAGAZIJNEN
co:
86, N. Z.
47, SPUK
GRAN
R<
Portemonnau
Reis- en Huist
j. De grootste Ha
M AKME l
n zich: AJfSTIBDAH ]
Al deze Magazynen zyn
, L
BEKROOND:
-i..
FINALE UI'
va Fijne Galanterie
aJiulmen
JHIketen.
. »
.11.