Historisch Archief 1877-1940
v~ti<r- -a*
prrwfi*Ti*r^'-v«v«5ni *????--" .-? trrfrff1
? '?« ' -': v*"^ .*- .'i** '
L ..-L
T
D E AM S 'T E R D A M M'E R.
STADSNIEUWS.
Met genoegen hebben'wij zeker allen uit den mond
van den Wethouder voor de Publieke Werken in de
Raadszitting van jl. Woensdag de verklaring vernomen
dat de veesteiger gemaakt aan de Westerdoksdijk we
gens het belangrijk Aeevervoer nu reeds gebleken is te
klein to zijn en daarom met 40 meter moet worden
vergroot.
Voorzeker een verblijdend teeken, van vernieuwd leven,
mede een gevolg van de opening van het
NoordzeeKanaal. Met grond mag dan ook worden verwacht dat
de uitgaven voor den aanleg dier steigers gemaakt
productief zullen, worden en hoe langs hoe meer het
veevervoer een groote vlucht kernen zal. .
*
i Tot Hoofdcommies van den Burgerleken Stand alhier
, is in plaats van wijlen Mr. C. U. van Valkenburg,
benoemd de heer Mr. W. Eunït zetter des Rijks directe
belastingen aan het vierde kantoor.
Rechtszaken.
Ons Programma" neemt zooveel plaats in, dat het
ons niet wel mogelijk is, de Staalkaart" deze week
volledig te maken. Daarom o. a. ook niet meer dan
eenige weinige regels voor Hese rubriek.
We behoeven, nu allo dagbladen de
getuigenverhooren en de rede van het O. M., van den verdediger
hebben bekend gemaakt, aangaande het proces Brui/n
niet meer te zeggen, dan wat de dagbladen niet
vermelden. De Amsterdammer weet natuurlijk, wat men
in Amsterdam er over praat. De beschuldigde was bij
de rechtszittingen evenmin de verstokte booswicht als
do romantisch verpletterde: hij was eenvoudig, hij was
natuurlijk.
Heeft het eerste bericht verbazing, onbeschriyfelyke
£ verwondering gebaard, do aandoeningen maakten weldra
j'plaats voor innig medelijden en menigeen heeft met
!> flooft's Velzen* den beschuldigde doen uitroepen.
j. Wat ia de mijn een val, hoc ver ben ik versmeten!"
Als er iets was, dat het medelijden kon versterken,
het wn-s de houding van den beschuldigde, die alles
bekende, niets zocht to verbergen zelf de rechters in
lichtingen gaf, die tot volledige ontdekking leidden en
die ten slotte alleen als een gunst verzocht zijn straf in
eenzame opsluiting te mogen ondergaan.
Velen van hen, die juichten bij zijne gevangenneming,
omdat het eens nkt een man uit het volk" gold,
hebben bij verder nadenken het verkeerde van die
vreugde ingezien en hebben nu hun medelijden niet
kunnen bedwingen.
Ontevreden waren velen, niet over de prachtige
pleitrede van Mr. S. Katz, wiens naam als pleiter van
nu aan gevestigd mag heeten; maar wél over de gronden
door hem aangevoerd en die op zyn zachtst genomen
zonderling moeten heeten. Dat waarden van anderen
ten eigenen bate worden aangewend moest veront
schuldigd worden door de bewering, dat de man m
kwestie een beschaafd man was, juist daarom meende
meende men, had men iets beters van hem verwacht.
Dat iemand eene zekere som verduisterde, moest ver
ontschuldigd worden, door het feit, dat grootere sommen
niet verduisterd werden. M«n meende, dat juist- het
groot vertrouwen in besch. gesteld, zijne daad dubbel
, betreurenswaardig maakte. Kortom de gronden waarop
pleiter de verdediging voordroeg, mogen?zoo meent men
vrij algemeen uit een rechtskundig oogpunt hoogst
- geldig, z.ijn, voor een gewoon menschenverstand zijn het
dwaze uitvluchten, riiets meer. - ?
De eenige ware grond van verontschuldiging, die naar
algemeen beweerd wordt hud tunnen vorden aan
gevoerd, i» bij MrvJTafe in de pjsn gebleven, nl. het
overgroot vertrouwen in besch. gesteld. Immers zoo
ergens dan geldt hier het spreekwoord de gelegenheid
maakt den dief." .
We kunnen niet verhelen, hoe geer velen eene uit
drukking in het AHB. beamen, dat de besch. zich
waarschijnlijk gevleid had, dat de directie bjj eventueel*
ontdekking de zaak geauat zou hebben; dit zou zeker
de 'verklaring geven, van zijne kalmte en z^jne gerustheid
gedurende al de jaren van de verduistering van gelden.
Kan iets tot medelyden en deernis stemmen, .het is
de geddchte aan de .hoogst achtenswaardige familie van
den besch. die nnar men algemeen hoort, niets van de
i geheele zaak wist, vó'ér het te Idat was. "
1 4
TO.ONEELNIEUWS,
't Is eigetttljjk te warm, veel te warm, om naar een theater
te gaan en 't hart .trekt in dezen tijd meer.naar een luchtige.
zitplaats in een tuin of aan den- waterkant, dan om in een soort
broeikast, gewoonlijk zoTnertheater gfnanmd, eene voorstelling'Yan
een, vaak uit de meest heterogene , bestanddeelcn bestaand
tooncelgezclschap te gaan bijwonen. De venéhillende.knichten der respectieve
variétés en schouwburgen, vormen gewoonlijk des zomers, hier en
daar verspreid en gecompleteerd, door onbekende kunstenaars en
dito kunstenaressen, zomortheatcrs en theatertjes, die zelfs den meest
toegevcnden toeschouwer, een. al te bescheiden kunstgenot bieden.
Afgezien vaii dot alles besloot ik een tocht naar het zoinerverb.lijf
van du vcreeniging het Tïedorlandsch Tooneel" te wegen, overtuigd
dat in ij duur ten ininsto geen onmogelijk stuk door even onmoge
lijke artistcn zou worden opgedischt, Oiize mannen" stond
op het programma en als iudividu van dat soort nieuwsgierig wat
Julius llosen, (Nikolaus Duflck uit Praag) du grappige Duitochc
blijspeldichter, van Onze mannen" gemaakt had, stapte ik den
tempel der Muzen binnen, .zwevend tuesohen hoop en vreeze" hoe
de atmosfeer er zijn zou. , .
Dank zij de goede zorgen van de vereoniging hot Nederlandsen
Tooneel", is de schouwburgloge van don Heer van Lier, doelmatig
veranderd. Goude tochtdeurcn, doen de kans om bij nagenoeg ge
stoofde ledematen, een stijven nek op te doen, merkbaar verminderen
cu geeft ccne doelmatige ventilatie aan de geurige dampen van Havanu's
en Manilla's gelegenheid, zonder de aanwezige dames inolest" te
doen, ten hemel te stijgen.
Bloemen en heestergewassen vuur tooneel en orkest aangebracht
geven ecu aangenaam rustpunt voor 't oog en deelen door hunnen
geur zikcre frischheid aan 't lokaal mede. De stoelen en banken,
doelmatig nmphiüieaters-gewijzo geplaatst, stellen zelfs deu kleinsten
toeschouwer in staat zonder belangrijke lichuams-uitrckkiug het
tooneel te overzien. Waarlijk men zoude zich daar geheel op zyn
gemak gevo»:leu indien do stoelen niet «zoo heel erg gezellig"
elkanders nabijheid zochten enfin, iets laoet den mcusch, te
wenschen overblijven, al ware het dau ook maar, dat de hcereu
musici na het opgaan dor gordijn, in de pausen» met wat meer
bescheidenheid en zonder geklepper van viool k wt of gcschuiful vun
bottines en laarzen hun plaatsje in het groen verlieten, om straks
weer te keeren en by een nieuwe pauze uls voren te klepperen
en te schuitfelcu. Doch ter zqke. Onze mannen" van Julius
Rosen is een allcrgrappigst blijspel, dat zondir van geest of
veruu ft to tintelen, retht aangename oogenblikkcn schenkt en van
tijd tot tijd een schaterend geluch doet ontstaan. Het eerslo be
drijf is haast to rijk in komische toestonden, zou rijk, dut onwille
keurig bij deu toeschouwer de vraag oprijst, «waar moét dat heen,
als de audere bedrijven naar rato i zijn, maar! " dat zijn ze niet
Julius Rosen heeft blijkbaar hij den overigens uitstekenden opzet
van zijn stuk niet te kwistige hond zijn vis comica geopend,
(zoodat het tweede bedrijf merkbaar zakt en de andere niet vermo
gen de schade weder in te halen. Afgezien echter van deze fout,
blijft «Onze mannen" een alleraardigst -blijspel der moeite dubbel
waardig tu worden, gezien. De vertaling van hut stuk kan als zeer goed
geslaagd beschouwd worden, al is dit don ook hier en daar op enkele
plaatsen wat «cru", toch komt den vertaler een woordvan lof toe.
De inhoud il kortelrjk deze t
Een onder de pentoifcltirannij:zuchtend echtgenoot en rentenier,
Moor l and, heeft twee dochters, Franckca een natuurlijk, naïf, nanw
der kinderschoenen ontwassen meisje, en Carolina, onder en reeds
stilletjes verliefd, overigens een meisje waarvan niet veel te zeggen
valt. Mevrouw Moorland, de pantoffel zwaaiende moeder, heeft
slechts eene gedachte, -haar dochtertjes aan den man te brengen.
In Amsterdam is 't tot dusverre niet gelukt!, daarom heeft de
familie ver van* 't gewoel der «tod, in 't boechrijk filoemendaal,
hare tenten opgeslagen. In hunne nabanrschap woont mevrouw de
weduwe van Beminden, eene kortgebalsde, asthmatieke moeder van
drie hnwbare engeltjes, die als een trouwe klokhen steeds hattr
kiekentjes onder do vleugelen «neemt en 20 voor allo kwaad be
hoed, maar intuaschen heinde en verre haar netten uitwerpt, om
haar vogeltjes" een gaaike te vragen ? dezo figanr, wei wat sterk
gekleurd past echter uitstekend in het kader van het stak, en
geeft voortdurend aanleiding tot vroolijle' tooncelen.
Vader Moerland ontmoet ia Bloemendaal een vriend z\jner jengd,
doctor Jianten, dio ala 9on4e jongeheer" met.z\jn ongelukkigcn
gcpantoffelden vriend medelijden heeft* en met mevrouw Moorland
een hartig woordje spreekt, waartoe n rijue kwaliteit als doctor
n als oude vrijer hem recht geren. Mevrouw Mqorlaiida klacht
over do mannen," dat ze tegenwoordig geen trouw lust hoegenaamd
betoon en, beantwoordt hij op aardige wijae en legt menig woordje
op lijn pos over ile buitensporige toiletten, duro tijden, weinige
huiselijkheid, afschrikkende voorbeelden van pontófTelhelden eni. eni.
kortom' hy zegt mama eens duchtig de waarheid zij op hare
beurt praat tegen, maar voelt ten slotte toch, 'dat se wel een beetje,
haar Xantippe zaliger aardt, en verstandig als zéif, berinit se
opeens, misschien is/t wel wat tg plotseling, eene andere gedragslijn'
to volgen, ze wordt lacht en gedaldijr/teg enover haar goeden suk
kel van een. man, dio, tnssohen twee haakjes, er niats van begrijpt,
en' 'deukt1'dat mama ziek ia haar dochten jt, de dochters
laten-we 3ie niét vergeten. ' '
Carolina is verliefd op van Dam, een griffiertje," blond als
A mor, en met vermogen van "zich zelf iets dat bij blonde
griffiertjes niet altjjd voorkomt. Van Dam rekent voortdurend nit of hij
met salaris plus zijn renten, «ene. hedendaagsche vrouw met haar ap
en dependeutiën kan onderhouden, is telkens pp het punt, zijne liefde
aan Carolina te verklaren en hare hand te vragen maar treedt tel
kens terug,, omdat hij vreest, zich te hebben verrekend en niet te zullen
uitkomen. De figunr van van Dam ia eene der belt geslaagde.
Fraheisca, het naïre, vroolijke kind, wan van etiquette en vor
men, beeft zonder het te weten of te willen, het hart van zekeren
mijnheer Dolman, een vjouwenhatend, menschensehuw,'landgoede
ren bezittend indttidn veroverd. De ijskorst, die cqn hart beklemde
smelt voor het vuur nit -Francisca's oogen en »wo alles Hebt, >kann
er allein nicht bassen" want dank zij de verstandiger taktiek
van mama Moorland, is de deelaratie van van Dam, onder 't bak
ken van biefstuk gelukt.
Mevrouw van Beinmelcn, die overal te onpas komt en zich
overal met haar drie telgjes indringt, blijft ten slotte met haar
krooat zitten en verteert van jaloezie en spijt.
De familie Verstraten, die ook nog in Onze mannen" voor
komt, is er zoowat ingedaan, om eens een heel leelijk sport van
mannen te laten zien, te weten-, die mannen, die bij voorkeur ge
trouwde vrouwen het hof maken en vriendschap en eer met voeten
treden. Bruno van Reenen een vriend van Mr. Verstraten, maakt
diens vrouw Helena tijdens de afwezigheid van haar man het hof
en wil haar tot ontrouw verleiden. Gelukkig is dit soort van man
nen in ons land nog zeldzaam en zoude daarom best .nit het «tak
gemist kunnen worden, hoewel de mislukte schaking van mevrouw
Verstralen en de droevige figuur die Bruno van Reenen maakt, als
hg nolens volens. met de min van de jeugdige telg vun Helena
met znigflesschen, laren en pocderdoozcn, enz. een rijtocrtjédoet,
allervermakelijkst is. De oplossing van het stuk, toont de ztipricheid
van het letterkundig produkt?het geheel is echter zoo jolig en prettig
dat 00uze mannen" voor melancholici een uitstekend remedie is.
De uitvoering Het over 't algemeen weinig te wenschen over, en
gaf het samenspel blijken van een goed begrip van het stuk
door de spelers en van de goede regie.
Als Moorland en mevrouw van Bcmmclcn verdient het echtpaar
Albrcgt allen lof, Albregt waa een pantottelheld; in optima forma,
o. a. was de 'verwondering, dat zijne vrouw hem de zoolang ver*
bannen pijp zelf aanbood, zou natuurlijk, dat n schaterlach door
de zaal klonk, lierhjjaldelyk toonden dan ook de toejuichingen, dat
het publiek zijn spel waardeerde. Evcnzoo mevrouw Albregt als
mevrouw van Beinmelen, de intrigeerende, asthmatieke ondexlame.
Zij droeg niet weinig bij, tot het succes van den avond.
Mevrouw Ch. Stoetz handhaafde cis mevrouw Moorland hare
reputatie als kunstenomse in het comische genre. Zij gaf de vinnige
en later zachtmoediger vrouw met talent en oordeel te zien, z\j
behoort onder de weinigen die hare rollen begrijpen en klem of groot
bcstudtereu en nltyd con-omore spelen ??als Franciska had mejuffrouw
Bertha Vos vrij goede oogenblikkcn, en bespeuren we bij haar vooruit
gang, jammer is 't dat haar spel nog steeds de blijken draagt, dat ze geen
opvatting uit zlchzelve heeft en dat ze copicert wat hatir is voqrgcüaan.
't Is te hopen, dat ze door ernstige studie zal zoeken te verkrijgen,
datgene waarin de natnur bij haar te kort kwam wat meer beval
ligheid in beweging en losser spel zou te wenschen zijn, 't houterige
element zien we helaas jgenoeg. De heer Morin w,as een uitstekende
doktor Knrsten, een redeneercude rol zien we hem steeds gaarne
vervullen, hij is een artist, die den rechten toon wtet te ratten en
veel zeggingskracht heeft. De Griffier van Dam, werd door den
heer Bigot verdienstelijk voorgesteld, hij is een acteur die eeu
goede uitspraak en een aangenaam orgaan heeft, twee gegevens, die
velen hem kunnen beuijden, hij beweegt zich vrij en los en tpcelt,
d. w. 7. hij zegt zijn rol niet op, zoo ala zooveel anderen, wat
meer zorg voor zijn coiffure kan echter geen kwaad, want 'taiet
er gek uit, als nit een blonde pruik, brnine haren kiekeboe spelen
hij houde ons deze opmerking ten goede en doe er zijn voordeel mede.
Bolman, de heer de Jong, voldeed over 't algemeen minder dan
men van hem verwachtte, Ia 't liedenda:<gsche kleed schijnt hij
zich nog niet goed te bewegen. Hem ontbreekt dn t gentlemanlike"
dat men zoo gaarne in een acteur opmerkt. De - Rol van.&Jioaa
is van ondergeschikten aard en hopen we spoedig weder in andere
rollen met den heer de Jong vrede te sluiten, want hoe goed de
wil ook v, ala Bolman kunnen we dit niet.
Als mevrouw Ventraten speelde mejuQr. Verwoert hare rol met
entrain, xe gaf on» de trouwe liefhebbende vrouw op ware, de
guitige grappenuuukster op aardige wijze te zfcn. De heer Spoor
als Mr. Ventraten beviel in deze rol over 't algemeen middelmatig.
't Is zijn rol niet en we zien hem liever als Osip of Ragen hard,
daar was h\j in «njn element
Zijne manier van klceden liet te wenschen over ??of hjj let er
zelf niet op, of zijn klcederaakcr heeft weinig smaak, doen latan
we aan rijn 0«ip denken, dat is beter. Bruno van Reenen, Schoon
hoven «peelde niet onverdienstelijk, maar die rottende oogen, die
stramme hondiug konden wel gematigd worden 't geld hier.
geen «rolo de traitrc^' 't knielen sobgnt hem niet («makkelijk te
vallen, 't had er iets van alsof een paar fcunstbeenen ten knieval
deed, 'tpronveert echter voor Item, dat hij het leelijk* karakter
van* Bruuo van Reenen, niet naar waarheid, voorstelde. De overige
artisten hebben ieder naar* hunne krachten tot het welslagen der
uitvoering bijgedragen, in 't bijzonder noem ik nog den heer Van
Beem, hij was, zoo als ze bniten zeggen, ,'t toertje wel." We
hebben van Beem nog nooit too goed «en spelen. U Was Hein
de tooper, niet meer Van Beem, zoo als vroeger meest het geval
was, Bravo Hein! Da Capo Van Beem!
Ten slotte nog de opmerking, dat 't hino)nrlyk is als in een
schouwburgzaal «Jannen" rondloopen, die krakende laarzen hebben.
' JEQUÜS.