De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1877 15 juli pagina 2

15 juli 1877 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER. H O V E L L E. Jii eene Winterstad, DOOS OÜIDA. BAB, Ah! gij zjjt haar wezen bezoeken, juut, zeide de Duc de Saint Louis, hem te gemoet komende terwijl hg in den regen de trappen van het Mtel afstapte, om half vijf. Ik denk er ook heen te gaan zoodra ik Salvareo in de club naar het tooneelnieuws gevraagd heb; dat houdt mij niet langer dan een oogenblik op; stap» in, gaat ge er oojt heen? Hoe vaart Milady? Yondt ge Iiaar allerliefst?"" Zij was in zeer slecht'humeur," antwoordde Della Rocca, het portier achter zich sluitende. Destemeer de moeite waard voor u om haar in goed humeur te brengen." Zou goed of slecht wel tien minuten duren? Gy kent haar, ik niet; maar ik zou het betwijfelen." De Duc schikte den bonten kraag van zijn jas goed. Zij is eene vrouw, en rijk; te rijk, als men dat zeggen ian. Natuurlijk heeft ze haar caprices" Della Rocca haalde de schouders op. Zij is werkelijk schoon. Maar zij interesseert my niet." De Duc glimlachte en zag hem van ter zijde aan.' ;,Dan hebt ge haar waarschijnlijk wel geïnteresseerd. *fc Is veel beter zoo. Mannen die zich voor eene vrouw interesseeren kunnen onhandig zijn." . Zij is ijdel, zij is zelfzuchtig, zij is vol aanma tiging", zeide Della Rocca op vasten toon. Oho! hebt ge dat alles nu reeds uitgevonden? Ge nebt haar niet lang geamuseerd?" ^-V^pte?» une, femme exagérce^en tput" vervolgde Della ^ Bocc&rzonder op deze woordeft te letten.' '*'"*)' ^ * ;' Neen! Overdrijving is burgerlijk, is slechte smaak. i Kaar smaak is uitstekend, zonder eenige uitzondering." JSxagérée en tont! herhaalde Della Rocca, met nadruk. Kleeding, juweelen, gewoonten, humeur, alles. Zij bad driehonderd bloempotten in haar kamer!" Bloempotten, bah! Dat is Engelsen, 't Is wel zon derling," vervolgde de hertog peinzend, maar zij honden werkelijk van den geur van bloemen." Alleen .omdat het in hun nevelland zoo duur is ze te kweeken. Als ze bij hen zoo algemeen waren als bij ons, zouden zij ze ook het raam uitwerpen zooals wij doen." Toch moet ge er haar driehonderd bg zenden. H faut eommencer la cour, won cher" Della Rocca keek naar buiten in den regen. Ik heb geen lust. Ik heb een afkeer van vrouwen Tan de wereld." De Hertog glimlachte. Ah ah! sedert wanneer, caro mio?" j. Ik vind daar geen oprechtheid, geen onschuld, geen eenvoud." Bah!" zeide de Hertog, met veel minachting, ik weet niet waar gij die nieuwe denkbeelden opgedaan Itebt, en eigenlijk geloof ik dat het in 't geheel de uwe niet zijn. Zijt gij verliefd geraakt op eene jeune Miss" met appelroode wangen en snoepgoed in haar zak? Eenvoud, onschuld, oprechtheid! Heel aardig. Onze-oude vriendin uit een mülioen vaudevilles, VIngënue. Ieder kent haar. Wat is ze in de werkelijke waarheid? Een dichtgehouden bundeltje onwetendheid. Snijd het bandje door wip! en de onwetendheid vliegt op de kennis af zooals Eva gedaan heeft; alleen verlangt de onwetendheid niet het goed en kwaad te kennen: liet kwaad alleen is haar voldoende, daar houdt ze zich lij. Ja Ja, Vlngénue zal u trouwen om Zola en Belot te mogen lezen; om La biche aux Bois te mogen gaan zien; om sigaren te mogen rocken met jongelui; om haar toiletten te mogen uitsnijden tot halverwege Laren ruggegraat; om te mogen dwarrelen als een half- dronken zottin in al de cotillons van het jaar! Ter wijl uw vrouw van de wereld, als ge haar goed kiest...." Al deze dingen reeds vroeger gedaan zal hebben op iemands anders kosten, en er genoeg van zal heb ben, of ook niet genoeg f van het uitstallen van den ruggegraat en van den Cotillon zal ze zeker nooit ge noeg hebben tot ze vyffcig is." Dat is niet precies wat ik meen, zeide de Dtf£, zijn kleine witte moustache dtreelende; neen, ik zeide goed gekozen, goed gekozen. Wat het u kan schelen of uw vrouw rookb met jongelui, of slechte romans leest, of rondzwaoit tot het ontbyt, zie ik zelf niet in. Er is eeno natuuriyke voorbestemming voor den getrouwden man. De dwazen maken zich er bezorgd over, de wijzen maken er gebruik van. Maar in aanmerking genomen, dat gij deze dingen niet aardig vindt in uw eigen vrouw, hoezeer gy ze ook geniet en bewondert in do vrouwen van anderen, zou4 ik toch altoos nog zeggen: Vermijd onze vriendin uit het mülioen vaudevilles, lapetitc Miss van 16 jaar. Onwetendheid is geen onschuld, en het is een groote dwaling te ' meenen dat zij die zelfs waar borgt. Uwe miss zou Belot en Zola grijpen a la réveille des noces Mïladty daarginds, bijvoorbeeld, als zjj ze van den boekverkooper ontvangt, werpt ze ter zijde, ongelezen.*1 Er lag van daag een boek van Zola op haar tafel." Ik zou er tienduizend francs onder willen verwedden, dat zij niet verder dan de titelpagina gegaan is," viel de Duc hem levendig in de rede. Smaak cher Della Rocca, is déeenige veilige waarborg in deze zaken. De vrouwen, geloof me, houden er nooit een principe op na. Haar leeraars en onderwijzers en moeders vullen ze op met leerstellingen en conventioneele begrippen, enkel dingen van woorden en wind. Geen vrouw heeft zelfbewuste principes, als zij er eenige onbestemde heeft is dat het hoogste wat zij bereiken kan, en deze kunnen altoos worden omvergeworpen door ieder man die eenigen invloed op haar heeft. Maar smaak is geheel iets anders. Eene vrouw wier smaak uitstekend is, is bewaard voor alle excentriciteiten en de meeste dwaas heden. Gij zult nooit eene vrouw van gezond verstand hare misstappen zien afficheeren of hare liaisons open baar maken zouals vulgaire vrouwen doen. Ja, als haar smaak volmaakt is, al heeft ze dan zelfs zwakheden, betwijfel ik of ze ooit ondeugden zou kunnen hebben. Ondeugd zou op haar den indruk maken van schreeu wende kleur, of ta veel gouden galon, of knoopen zoo groot als thëschoteltjés, "6jF iets anders van watmunflere Vrouwen mooi vinden;'D^ onverschilligheid is in alle ge valle een zeer goed pastiche voor onschuld; zij is altoos gepast, zij kan nooit smakeloos zijn. Goede smaak, hetzij aangeboren of aangewend, natuurlijk of ontwikkeld, kan zich niet verloochenen.' Principes, ottf! zij gaan af en aan als een pantoffel; maar goede smaak is onver gankelijk ; het is een konipas dat nooit miswijst! Als uw vrouw dat bezit nu, het is mogelijk dat ze n toch ontrouw zou worden; zij is menschelijk; zij is vrouwtlijk; maar zij zal u nooit belachelijk maken, zij zal u nooit compromitteeren, zij zal niet ronflzwaaien in een cotillon^ tot de morgenzon toont hóe het blanketsel van haar gelaat weggewasschen is door den regen' van hare zweetdroppels. Deugd is toch per slot van rekening, zoo als Madame de Maintenon zeide, unecJiosc toutpurementgéographique. Zij wisselt met de halfronden evenals de menschelijke huid en het menschelijk haar; wat onder de eene breedte laag en misdadig is, is onschuldig onder de andere. Geen philosophisch mensch kan eenig vertrouwen stellen op iets wat doodeenvoudig van 't klimaat afhangt, maar goede smaak. . . ." Het rijtuigje hield stil voor de club, en de Duc in zyn redeneering. Ga haar uw hof maken," zeide liy op vaderleken toon tot zijn vriend, terwijl zy de deuren van den Cercle doorgingen. Ik kan. u verzekeren, mon cher, dat Miladys smaak uitstekend is." In kleeding, misschien," zeide Della Rocca. In alles. Ga haar uw hof maken l" Paolo, Duia-della Rocca was een zeer sohoon man, van het edelste en meest gedistingueerde type van schoon heid; hij was zeer lang en had eene statige en zeer sierlijke houding; zjn gelaat .was ernstig, peinzend en dichterlijk; in het grootste gezelschap vraagden vreemde lingen altoos: Wie is dat?" ' Hij was het hoofd van eene oude en aanzienlijke maar zeer verarmde familie; in oorlogen en burgeroor log was hun fortuin stuk voor stuk uiteen gevallen en verdwenen; hy was dus een groot edelman met een karig inkomen. Het was hun altoos gezegd, en natuurlyk ook altoos van hem gezegd, dat hij zyne positie zou .verbeteren door een groot fortuin te trouwen, en hy was er toe opgevoed geworden, om aulk eene schik* king te beschouwen als een rampzalig maar onvermijde lijk noodlot. Maar ofschoon hij nu acht- en dertig jaar oud was had h{j nooit, onder de vele jonge dames die hem waren aangewezen als millioenen bezittende, er eene gevonden, aan welke hij er toe kon besluiten zgn ouden naam en titel te verkoopen. De groote- Republiek Amerika boezemt, zooals genoeg bekend ia, hare ondernemende zonen en dochteren een hartstocht voor maatschappelijke en titulaire onderschei dingen in, welke men kan vergeleken met de titelzucht van het moederland als eene Gloire de D$on met eene hondsroos, of eene Reine Claude met een gemeene blauwe pruim. Ook zijn de liefelijke maagden, die de Atlantische zee ons toevoert volstrekt niet bezocht door te Teel kieschheid of bedeesdheid, als ze ergens middel zien om te krygen wat ze verlangen; en zy sluiten den koop, of hare moeders doen het, met eene cynische openhartigheid die den bestuurder van een Bureau de Mariages by'na tegen de borst zon stuiten. Vele en velerlei waren de met goud overladen jonk vrouwen van het Westen, die hem waren aangeboden of zich zelven aanboden. Maar hy kon er niet toe be sluiten, zijn trots of zijn smaak of zijn erfelijk in stinct was te sterk in hem, om hem zich te laten koppelen aan de lompen- en beenderenkooplieden van New-York, of de Olielords uit Pennsylvaniö, of speculan ten uit Watt street. Zonder twijfel was het zeer zwak van hem; een dozijn mannen van de groote oude familicn uit Europa trouw den zoo ieder jaar, maar Paolo della Rocca beminde en eerde zijn naam als een soldaat zijne vlag en hy kon het denkbeeld niet verdragen misschien op zijne kinderen de trekken eu smetten over te brengen van eene afkomst die geen navraag lijden kon. Voortdurend liet hij zich dus welgevallen het voor werp van gesprek te zijn van de dames wier bizonder genot het is deze zaken iu orde te brengen; maar wan neer het van discussie tot handeling moest overgaan, fluisterde hij altoos tot zijne koppelende vriendin: Nog een weinig uitstel! het volgend jaar." Bah! 't Is maar een .notaris-kwestie," zeide zyne bjzondere beschermster in deze zaken, eene nog bekoor lijke Russische gewezen. Ambassadrice, die altoos in Floralia overwinterde, en die, daar zy hem tot minnaar gehad had toen hy twintig en zij dertig wau, een by'na moederlijke belangstelling koesterde voor zijn huwelijk en zijne vooruitzichten. Della Rocca was te zeer een man van de wereld en van zijn land om niet te weten dat ^ij waarheid sprak, het was alleen eene zaak voor de notarissen, evenals iedere andere handel; toch stelde hij het uit eens moest 'het zeker gebeuren, maar er was geen haast bij; er zou den altoos erfgena u en genoeg zijn die willens en ver langend waren om te worden hertogin della Eocca, prinses van Palmarola, markiezin van Tavignano, en zooals zijn lijst van oude titels verder klonk. En zoo was jaar op jaar verloopen, en hy stelde zich onbepaald voor, dat hij eens zou vinden wat hij noodig had, zouder eenige schaduwzijde, eene illusie die ieder voedt en niemand verwezenlykt Intusschen was het leven dat hij leidde, ofschoon wel wat doelloos, toch niet onaangenaam; als Italiaan kon hy leven als een man van rang en toch eenvoudig, zonder moeite te doen om zijn gemis aan rijkdommen te verbergen; ook hield hy het er niet voor dat zjjno waardigheid gevaar liep omdat hij geen schulden maakte voor uiterlijk vertoon; hy at eenvoudig, speelde niet, en zag er uit als de netste edelman van Europa zonder een onbetaalde kleedermakersrekening te hebben. Hy had, zooals de meeste jongelieden op dien ty'd in den veldtocht van 52 gevochten, maar de uitslag had hem teleurgesteld; en hy was in zy'n hart te eerlyk en te belangeloos om eene plaats te zoeken in dien stryd van list eu omkooping, waaruit het politiek leven van het herboren Italiëtegenwoordig is samengesteld, daaren boven was hy niet werkzaam. Hy ging dus voor zyn amusement in de wereld, en voornamelijk in de wereld der groote dames; wat plichten betreft meende hy ge* noeg te doen met de belangen te behartigen van do verschillende domeinen die hy geërfd had; voor het overige was hy een man van de wereld; dat zyne ma nieren onberispelijk waren, wist ieder in zyn kring; of hy ook karakter had, kon niemand schelen; dat hyeen hart had, wist niemand dan hy zelf, zyne boeren en eenige weinige vrouwen. Wordt vervolgd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl