Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER.
H O V E L L E.
Jii eene Winterstad,
DOOS
OÜIDA.
BAB, Ah! gij zjjt haar wezen bezoeken, juut, zeide
de Duc de Saint Louis, hem te gemoet komende terwijl
hg in den regen de trappen van het Mtel afstapte, om
half vijf. Ik denk er ook heen te gaan zoodra ik
Salvareo in de club naar het tooneelnieuws gevraagd heb;
dat houdt mij niet langer dan een oogenblik op; stap»
in, gaat ge er oojt heen? Hoe vaart Milady? Yondt ge
Iiaar allerliefst?""
Zij was in zeer slecht'humeur," antwoordde Della
Rocca, het portier achter zich sluitende.
Destemeer de moeite waard voor u om haar in goed
humeur te brengen."
Zou goed of slecht wel tien minuten duren? Gy
kent haar, ik niet; maar ik zou het betwijfelen."
De Duc schikte den bonten kraag van zijn jas goed.
Zij is eene vrouw, en rijk; te rijk, als men dat zeggen
ian. Natuurlijk heeft ze haar caprices"
Della Rocca haalde de schouders op.
Zij is werkelijk schoon. Maar zij interesseert my niet."
De Duc glimlachte en zag hem van ter zijde aan.'
;,Dan hebt ge haar waarschijnlijk wel geïnteresseerd.
*fc Is veel beter zoo. Mannen die zich voor eene vrouw
interesseeren kunnen onhandig zijn."
. Zij is ijdel, zij is zelfzuchtig, zij is vol aanma
tiging", zeide Della Rocca op vasten toon.
Oho! hebt ge dat alles nu reeds uitgevonden? Ge
nebt haar niet lang geamuseerd?"
^-V^pte?» une, femme exagérce^en tput" vervolgde Della
^ Bocc&rzonder op deze woordeft te letten.' '*'"*)' ^ * ;'
Neen! Overdrijving is burgerlijk, is slechte smaak. i
Kaar smaak is uitstekend, zonder eenige uitzondering."
JSxagérée en tont! herhaalde Della Rocca, met nadruk.
Kleeding, juweelen, gewoonten, humeur,
alles. Zij bad driehonderd bloempotten in haar kamer!"
Bloempotten, bah! Dat is Engelsen, 't Is wel zon
derling," vervolgde de hertog peinzend, maar zij
honden werkelijk van den geur van bloemen."
Alleen .omdat het in hun nevelland zoo duur is ze
te kweeken. Als ze bij hen zoo algemeen waren als bij
ons, zouden zij ze ook het raam uitwerpen zooals wij
doen."
Toch moet ge er haar driehonderd bg zenden. H faut
eommencer la cour, won cher"
Della Rocca keek naar buiten in den regen.
Ik heb geen lust. Ik heb een afkeer van vrouwen
Tan de wereld."
De Hertog glimlachte.
Ah ah! sedert wanneer, caro mio?"
j. Ik vind daar geen oprechtheid, geen onschuld,
geen eenvoud."
Bah!" zeide de Hertog, met veel minachting, ik
weet niet waar gij die nieuwe denkbeelden opgedaan
Itebt, en eigenlijk geloof ik dat het in 't geheel de uwe
niet zijn. Zijt gij verliefd geraakt op eene jeune Miss"
met appelroode wangen en snoepgoed in haar zak?
Eenvoud, onschuld, oprechtheid! Heel aardig.
Onze-oude vriendin uit een mülioen vaudevilles, VIngënue.
Ieder kent haar. Wat is ze in de werkelijke waarheid?
Een dichtgehouden bundeltje onwetendheid. Snijd het
bandje door wip! en de onwetendheid vliegt op
de kennis af zooals Eva gedaan heeft; alleen verlangt
de onwetendheid niet het goed en kwaad te kennen:
liet kwaad alleen is haar voldoende, daar houdt ze zich
lij. Ja Ja, Vlngénue zal u trouwen om Zola en
Belot te mogen lezen; om La biche aux Bois te mogen
gaan zien; om sigaren te mogen rocken met jongelui;
om haar toiletten te mogen uitsnijden tot halverwege
Laren ruggegraat; om te mogen dwarrelen als een
half- dronken zottin in al de cotillons van het jaar! Ter
wijl uw vrouw van de wereld, als ge haar goed kiest...."
Al deze dingen reeds vroeger gedaan zal hebben op
iemands anders kosten, en er genoeg van zal heb
ben, of ook niet genoeg f van het uitstallen van den
ruggegraat en van den Cotillon zal ze zeker nooit ge
noeg hebben tot ze vyffcig is."
Dat is niet precies wat ik meen, zeide de Dtf£, zijn
kleine witte moustache dtreelende; neen, ik zeide goed
gekozen, goed gekozen. Wat het u kan schelen of uw
vrouw rookb met jongelui, of slechte romans leest, of
rondzwaoit tot het ontbyt, zie ik zelf niet in. Er is eeno
natuuriyke voorbestemming voor den getrouwden man.
De dwazen maken zich er bezorgd over, de wijzen
maken er gebruik van. Maar in aanmerking genomen,
dat gij deze dingen niet aardig vindt in uw eigen vrouw,
hoezeer gy ze ook geniet en bewondert in do vrouwen
van anderen, zou4 ik toch altoos nog zeggen: Vermijd
onze vriendin uit het mülioen vaudevilles, lapetitc Miss
van 16 jaar. Onwetendheid is geen onschuld, en het is
een groote dwaling te ' meenen dat zij die zelfs waar
borgt. Uwe miss zou Belot en Zola grijpen a la réveille
des noces Mïladty daarginds, bijvoorbeeld, als zjj ze
van den boekverkooper ontvangt, werpt ze ter zijde,
ongelezen.*1
Er lag van daag een boek van Zola op haar tafel."
Ik zou er tienduizend francs onder willen verwedden,
dat zij niet verder dan de titelpagina gegaan is," viel
de Duc hem levendig in de rede. Smaak cher Della
Rocca, is déeenige veilige waarborg in deze zaken. De
vrouwen, geloof me, houden er nooit een principe op
na. Haar leeraars en onderwijzers en moeders vullen ze
op met leerstellingen en conventioneele begrippen,
enkel dingen van woorden en wind. Geen vrouw heeft
zelfbewuste principes, als zij er eenige onbestemde
heeft is dat het hoogste wat zij bereiken kan, en deze
kunnen altoos worden omvergeworpen door ieder man
die eenigen invloed op haar heeft. Maar smaak is geheel
iets anders. Eene vrouw wier smaak uitstekend is, is
bewaard voor alle excentriciteiten en de meeste dwaas
heden. Gij zult nooit eene vrouw van gezond verstand
hare misstappen zien afficheeren of hare liaisons open
baar maken zouals vulgaire vrouwen doen. Ja, als haar
smaak volmaakt is, al heeft ze dan zelfs zwakheden,
betwijfel ik of ze ooit ondeugden zou kunnen hebben.
Ondeugd zou op haar den indruk maken van schreeu
wende kleur, of ta veel gouden galon, of knoopen zoo
groot als thëschoteltjés, "6jF iets anders van watmunflere
Vrouwen mooi vinden;'D^ onverschilligheid is in alle ge
valle een zeer goed pastiche voor onschuld; zij is altoos
gepast, zij kan nooit smakeloos zijn. Goede smaak, hetzij
aangeboren of aangewend, natuurlijk of ontwikkeld, kan
zich niet verloochenen.' Principes, ottf! zij gaan
af en aan als een pantoffel; maar goede smaak is onver
gankelijk ; het is een konipas dat nooit miswijst! Als
uw vrouw dat bezit nu, het is mogelijk dat ze n toch
ontrouw zou worden; zij is menschelijk; zij is
vrouwtlijk; maar zij zal u nooit belachelijk maken, zij zal u
nooit compromitteeren, zij zal niet ronflzwaaien in een
cotillon^ tot de morgenzon toont hóe het blanketsel van
haar gelaat weggewasschen is door den regen' van hare
zweetdroppels.
Deugd is toch per slot van rekening, zoo als Madame
de Maintenon zeide, unecJiosc toutpurementgéographique.
Zij wisselt met de halfronden evenals de menschelijke
huid en het menschelijk haar; wat onder de eene breedte
laag en misdadig is, is onschuldig onder de andere.
Geen philosophisch mensch kan eenig vertrouwen stellen
op iets wat doodeenvoudig van 't klimaat afhangt,
maar goede smaak. . . ."
Het rijtuigje hield stil voor de club, en de Duc in zyn
redeneering.
Ga haar uw hof maken," zeide liy op vaderleken
toon tot zijn vriend, terwijl zy de deuren van den Cercle
doorgingen. Ik kan. u verzekeren, mon cher, dat
Miladys smaak uitstekend is."
In kleeding, misschien," zeide Della Rocca.
In alles. Ga haar uw hof maken l"
Paolo, Duia-della Rocca was een zeer sohoon man,
van het edelste en meest gedistingueerde type van schoon
heid; hij was zeer lang en had eene statige en zeer
sierlijke houding; zjn gelaat .was ernstig, peinzend en
dichterlijk; in het grootste gezelschap vraagden vreemde
lingen altoos: Wie is dat?" '
Hij was het hoofd van eene oude en aanzienlijke
maar zeer verarmde familie; in oorlogen en burgeroor
log was hun fortuin stuk voor stuk uiteen gevallen
en verdwenen; hy was dus een groot edelman met een
karig inkomen. Het was hun altoos gezegd, en
natuurlyk ook altoos van hem gezegd, dat hij zyne positie
zou .verbeteren door een groot fortuin te trouwen, en
hy was er toe opgevoed geworden, om aulk eene schik*
king te beschouwen als een rampzalig maar onvermijde
lijk noodlot.
Maar ofschoon hij nu acht- en dertig jaar oud was
had h{j nooit, onder de vele jonge dames die hem waren
aangewezen als millioenen bezittende, er eene gevonden,
aan welke hij er toe kon besluiten zgn ouden naam en
titel te verkoopen.
De groote- Republiek Amerika boezemt, zooals genoeg
bekend ia, hare ondernemende zonen en dochteren een
hartstocht voor maatschappelijke en titulaire onderschei
dingen in, welke men kan vergeleken met de titelzucht
van het moederland als eene Gloire de D$on met
eene hondsroos, of eene Reine Claude met een gemeene
blauwe pruim. Ook zijn de liefelijke maagden, die de
Atlantische zee ons toevoert volstrekt niet bezocht
door te Teel kieschheid of bedeesdheid, als ze ergens
middel zien om te krygen wat ze verlangen; en zy sluiten
den koop, of hare moeders doen het, met eene cynische
openhartigheid die den bestuurder van een Bureau de
Mariages by'na tegen de borst zon stuiten.
Vele en velerlei waren de met goud overladen jonk
vrouwen van het Westen, die hem waren aangeboden
of zich zelven aanboden. Maar hy kon er niet toe be
sluiten, zijn trots of zijn smaak of zijn erfelijk in
stinct was te sterk in hem, om hem zich te laten
koppelen aan de lompen- en beenderenkooplieden van
New-York, of de Olielords uit Pennsylvaniö, of speculan
ten uit Watt street.
Zonder twijfel was het zeer zwak van hem; een dozijn
mannen van de groote oude familicn uit Europa trouw
den zoo ieder jaar, maar Paolo della Rocca beminde
en eerde zijn naam als een soldaat zijne vlag en hy
kon het denkbeeld niet verdragen misschien op zijne
kinderen de trekken eu smetten over te brengen van
eene afkomst die geen navraag lijden kon.
Voortdurend liet hij zich dus welgevallen het voor
werp van gesprek te zijn van de dames wier bizonder
genot het is deze zaken iu orde te brengen; maar wan
neer het van discussie tot handeling moest overgaan,
fluisterde hij altoos tot zijne koppelende vriendin:
Nog een weinig uitstel! het volgend jaar."
Bah! 't Is maar een .notaris-kwestie," zeide zyne
bjzondere beschermster in deze zaken, eene nog bekoor
lijke Russische gewezen. Ambassadrice, die altoos in
Floralia overwinterde, en die, daar zy hem tot minnaar
gehad had toen hy twintig en zij dertig wau, een by'na
moederlijke belangstelling koesterde voor zijn huwelijk
en zijne vooruitzichten.
Della Rocca was te zeer een man van de wereld en
van zijn land om niet te weten dat ^ij waarheid sprak,
het was alleen eene zaak voor de notarissen, evenals
iedere andere handel; toch stelde hij het uit eens moest
'het zeker gebeuren, maar er was geen haast bij; er zou
den altoos erfgena u en genoeg zijn die willens en ver
langend waren om te worden hertogin della Eocca,
prinses van Palmarola, markiezin van Tavignano, en
zooals zijn lijst van oude titels verder klonk.
En zoo was jaar op jaar verloopen, en hy stelde
zich onbepaald voor, dat hij eens zou vinden wat hij
noodig had, zouder eenige schaduwzijde, eene illusie die
ieder voedt en niemand verwezenlykt
Intusschen was het leven dat hij leidde, ofschoon wel
wat doelloos, toch niet onaangenaam; als Italiaan kon
hy leven als een man van rang en toch eenvoudig,
zonder moeite te doen om zijn gemis aan rijkdommen
te verbergen; ook hield hy het er niet voor dat zjjno
waardigheid gevaar liep omdat hij geen schulden maakte
voor uiterlijk vertoon; hy at eenvoudig, speelde niet,
en zag er uit als de netste edelman van Europa zonder
een onbetaalde kleedermakersrekening te hebben. Hy
had, zooals de meeste jongelieden op dien ty'd in den
veldtocht van 52 gevochten, maar de uitslag had hem
teleurgesteld; en hy was in zy'n hart te eerlyk en te
belangeloos om eene plaats te zoeken in dien stryd van
list eu omkooping, waaruit het politiek leven van het
herboren Italiëtegenwoordig is samengesteld, daaren
boven was hy niet werkzaam. Hy ging dus voor zyn
amusement in de wereld, en voornamelijk in de wereld
der groote dames; wat plichten betreft meende hy ge*
noeg te doen met de belangen te behartigen van do
verschillende domeinen die hy geërfd had; voor het
overige was hy een man van de wereld; dat zyne ma
nieren onberispelijk waren, wist ieder in zyn kring; of
hy ook karakter had, kon niemand schelen; dat hyeen
hart had, wist niemand dan hy zelf, zyne boeren en
eenige weinige vrouwen.
Wordt vervolgd.