Historisch Archief 1877-1940
DE^AMSTEEDAMMER.
Hotel ook niet te onaanzienlijk zouden zyn. Waarom
zouden do equipages nfet evengoed den vijver van't Von
delspark omrijden als dien van t Boeeh? W.aarom zou de
Koiiiiiklijko familie en het corps diplomatieke ons niet
«ene opera helpen, oprichten zooals ze die in den'Haag
onderhouden?
Het voorbeeld van Parijs is daar, om te bewyaen hoe
de kleinhandel, al die menigte vakken en bedreven die
.-de. groote en kleine burgerij doen leven, < by dé\weelde
van een hof, profiteeren. i)e yverigste monarehalen
vindt men te .rar^js, .geen stad die te midden van de
uitspattingen der petrolouses, zoozeer den \ral van
het keizerrijk betreurd heeft.' Brood en gratis Teesten»
dat is het wat de lagere klassen verlangen en dat geeft
een hof. Gratis feesten, dat sayn. de regatta's op den
Am Et el, de v uu r werken, concerten op de vyvers van
onze parken door de kapel der koninklijke garde, illu
minatie?, bovenal revues, al het schitterende van eene
residentie; brood, dat is werk en verdiens e voor den
metselaar, timmerman, behanger, decorateur, kapper,
kleedcrmaker, zadelmaker, banketbakker, voor de naai
ster en c! e modiste, voor stalhouders en hótelnöuders.
Maar cene eerste voorwaarde voor dit alles ? zou zyn
dat, den Koning een geschikt paleis aangeboden werd,
en zeer te betreuren voor Amsterdam is het, dat met
;12 Mei 1874 dit plan,geen doorgang gevonden heeft.
Het Paleis óp den Dam toch is... in óén woord...
onmogelyk. lu tie kolommen van ons blad (N°. 9) reeds zijn
de gebreken van dit j.aleis, gelijkvloers en zonder hoofd
ingang, waar ieder détail, iedere versiering zoowel als
het hoi'fddcukheeld, aan de touvereiniteit van het volk
herinnert, besproken. Daarenboven ia het eene onge
zellige woning, niet comfortable nieuwenyetsch, niet eer
waardig koninklijk ouderwetsch. Een nieuw paleis dus,
hetzij in het .midden der btad, aan den Amstel, in de
Plantage, ot' aan een te dempen gracht, hetzij in een
der i icuwe gedeelten omgeven door parken en'nieuwe
straten of ri,en villa's; bij de snelle uitbreiding aan dien
kant zou het dan toch spoedig niet meer buiten liggen.
Besluit o i wo met den wënseli dat op een niet to ver
verwijdeid tijdstip, verrast door een verlangen van den
Vorst, bet bestuur van Amsterdam zich aipehi&t, eene
geschikte plaats te zoeken om den souverein waardtolijk
te ontvangen. Een nieuw paleis, een koning eneenhof,
en Amsterdam zal in n tchit erend middelpunt, de
verspreide krachten van ons land, zijn edele geslachten,
zijn fortuin, zijn kunst vereenigen, en zooals Londen,
"Weenen of Parijs tegelijk waardige hoofdstad en resi
dentie zijn.
In eene Wiuterstad,
DOOR
OUIDA.
(Vervolg.)
Hoe het zij, de Postiches, Joshua en Mevrouw, hadden
nu eenmaal hun hart daarop gezet, en kregen hun zin;
op hun partijen kwamen de zich vervelende menschen
die hen te Parij?, te Weenen en te Londen Jiet het
oilnoozelbte gezicht van de wereld zouden negeeren.
Madame Mila was op het punt zich hierbij te voegen.
Ik moet naar het bal gaan, zeide zij, het zal het
glanspunt van het seizoen wezen; maar ik kan er niet
aan denken met de vrouw kennis te maken."
Kunt ge niet gaan zonder dat?" zeide Lady Hilda.
Het is wel meer gedaan."
Madame Mila gevoelde de satire niet.
j,Ja, te Parijs of in Londen kon dat zijn, maar
niet in eene kleine plaats zooals hier," antwoordde zy
naief. nlk moet haar aan mij laten presenteeren en een
kaartje afgeven. Dat is juist zoo vreeselijk. Die vrouw
is onmogelijk, zij spreekt geen enkele taal goed, en de
man kijkt altoos rond naar iets om in te spuwen, toch
moet ik naar het bal. Daarenboven hebben onze luidjes
Maurice noodig om den cotillon te dirigeeren."
Maar zou hy daarom niet gaan, als gy er niet waart?"
' Hij zou .natuurlijk niet gaan; 't idee l Maar ik
ben ook van plan te gaan ik moet gaan. Ik ben
er alleen over aan 't peinzen hoe ik het kan aanleggen
om later dat mensch niet meer te kennen, 't Is zoo
moeielijk in zoo'n klein plaatsje en ik ben te goedhartig
in die dingen. Ik denk dat het niets zal geven of ik U
vroeg te ;gaan, Hilda? Gy zoudt ze later heerlijk den
rug toekeeren, en ik zou doen zooals gij. Aan mij zelve
overgelaten ben ik te goedhartig."
? . JLk zou ,veel doen om u genoegen te doei}, lieve
Mila, maar ine dunkt dat ik dat toch niet kan doen.
Ge weet dat ik i nooit menschen ga bezoeken die ik niet
terug ontvangen .wü, en ik houd niet van geradbraakte
talen." . .
O, «de .menschen zyn onmogelyk, ziet ge? zooals
ik -u, acide. Ik wil ook niets met.hen te doen hebben,
na ihet bal."' t ,
..?Maar .Mila, 't is toch eigenlijk al'heel min. Ik
weet dat de menschen het doen tegenwoordig) maar
toeh, de gast te zyn van iemand, die ge den volgenden
dag niet meer wilt kennen...."
? Wat doet het er toe? zy wü.gaatne myn naam
op hare lij&t hebben, zy krijgt hem, ik ben niet verplicht
Iiaar .meer 'te geven. Dat is niet oneerlyk. Zy krijgt
wat zy verlangt en meer dan zij kan verwachten. Die
soort van menschen weten heel goed dat wij naar hun
partyen gaan als naar de opera, en met hen niet meer
te maken willen hebben dan met den portier der atalles.
rZy weten heel goed dat wy hen niet bezoeken zooals
we onze eigeue lui doen. Maar ah ploertige menschen.
zooals zy, het aangenaam vinden ons te vragen, hoewel
zy zoo goed weten hoe wij hen achten, en wat we van
hen deuken, en waarom we bij hen komen, nu dan
zie ik niet in dat ze beter verdienen."
Ik ook niet, zeide Lady. Hilda, toch zou ik er niet
heen gaan. En 't «V toch OOK aardig, lieve, dat gij, die
aan alle groote Europeesche hoven geleefd hebt, en in
Londen uwe eigen amoassade hadt, nog iets kunt geven
om een bal bij de Joshua Postiches. Goede hemel! Ge
moet al een zeventigduizend bals bijgewoond hebben1/'
??nlk ben maar zes jaar ouder dan gy, Hilda," zeide
de gravin geraakt. Gy hebt ook zeker Della Bocca
overgehaald om niet te gaan, want iedereen, Olga, Ma
dame Yalkyria, en een menigte anderen hebben alles
gedaan om hem er toe te krijgen, en vergeefs. En als
hij weg blijft zullen er vele andere heeren weg blijven.
Hij zegt: het kunnen de tres Iraves gens zijn, ik ga
er niet heen." Als of dat er iets mee te maken had.
Gisteren zag fk hem een boer op den schouder kloppen,
op de markt."
Zeker een van zyn eigen boeren. Maar ik heb
Della, liocca zelfs niet. den naam der Postiches hooren
noemen en ik heb er zeker niets mee te maken of hij
gaat of niet." '?
't Zou allerliefst van u zijn, als ge hem deedt gaan.
Go begrijpt, we hebben alle kennissen noodig, om de
carrés geheel aan ons te houden, en geen meinjch te
zien van het volk dat de Postiches voor hen zelve ge
vraagd hebben. Doman die het voor hen in orde brengt,
heeft tot de vrouwelijke Postiche gezegd: nlk zal voor
de Engelsche divisie zorgen, als ge genoeg uitgeeft aan
speelgoed voor den' cotillon, maar de Italianen neem ik
niet voor mijne rekening." Als nu Della liocca....",
Zoudt ge geen nieuw kleed noodig hebben, Mila?"
zeide Lady Ililda. Mo dunkt dat is toch wel noodig
als ge naar menschen gaat die ge den volgenden dag
niet weer wilt kennen."
Ik zou het natuurlijk gaarne willen," zeide de
gravin, maar ik heb er dit seizoen al dertig gehad, en
wat ik Worth nog moet betalen! - om niet te spreken
van het Maison Roger."
Laat my er u een geven, "Worth zendt het spoe
dig genoeg voor een van ons, en me dunkt die arme
vrouw Postiche m&f u toch wel in een nieuw costuum
zien, daar ze u nooit weer zien zal l"
Ge zijt een engel, Hilda l" zeide madame Mila,
opstaande om hare nicht te kussen.
Lady Hilda zette zich aan 't schrijven van een tele
gram aan den heer Worth.
Geeft ge er ook om, eene kleur uit te kiezen?"
Och, hij weet alle combinaties die ik gehad heb,
veel beter dan ik; gy ochryft hem, dunkt me, gewoon
lijk veel te veel voor."
Mij dunkt het niet. Hoeveel smaak een kleerma
ker of kleermaakster ook hebben kan en Worth is
een genie hij kent toch mijn karakter niet zoogoed
als ik, en die kleine toetsen alleen kunnen originaliteit
aan mijne kleeding geven. Wie voor zich laat kiezen als
eene pop, kan er niet anders dan als eene pop uitzien.
Maar de vrouwen moesten ook een beetje meer over
kleur en vorm te leeren krijgen, zelfs eene leelijke vrouw
moest het haar plicht rekenen er zoo weinig onaange
naam mogelijk uit te zien. Me dunkt al was ik nog zoo
arm, en ik had zelve myn katoenen japonnetjes te
zoouien, ik zou nog trachten ze niet zoo te maken, dat
hun smakeloosheid een kunstenaar moest doen rillen.
Maar wie tegenwoordig 't niet kan betalen, mag geen
smaak hebben, en die 't kunnen betalen, laten Worth
voor hen denken en gevoelen, dat eigenlijk nog maar
gelukkig is, want dan zien ze er redelijk uit, ondanks
hen zei ven. Zie die boerinnetjes eens hier, haar costuum
is eenvoudig, in overeenstemming met karakter en levens
wijze, en daardoor smaakvol. Hoe vaart de hertog?"
Men had hem niet hooren aandienen, en hy zeide:
Mochten uwe woorden wijd en luid weerklinken!
Ik begin wat Engelsch te verstaan en heb uwe speech
gehoord. Gij hebt gelijk, het is de plicht van iedere
vrouw er zoo aangenaam uit te zien als zij kan; niet
allen kunnen schoon zyn, maar byna niemand behoeft
onbevallig te zyn."
Juist. Men verwijt de vrouwen dat ze te veel om
haar kleeding denken, ze denken er vél te weinig over.
Ze spreken er veel over, en de meesten zullen alles dra
gen, wat maar mode wordt. Ik geloof dat als ik, en
Prinses Metternich en Mevrouw Aguado, en nog een
paar van ons het grasgroene jasje en vest aannamen,
waarmede de dames der Emancipatie in Amerika de
vrouw der toekomst willen opschikken, dat dan de week
daarna de zon tienduizend grasgroene jassen en vesten
in alle straten der wereld zou beschynen."
Geen 'kwaad idee voor het .Katoenbal" zeide
Madame Mila. Ik zal een grasgroenenjasen vest laten
maken, met een hopgen hoed en rylaarzen, en dan noem
ik my de vrouw der toekomst l"
??Om volmaakt 'te zyn, "Mus. <moet ge dan eeii
blauwen bril 'hebben, een hondenfluftje, een kistje met
medicynflescbjes, eene ekster voor uw zinnebeeld en een
katoenen banier, waarop: Emancipatie! Alles is niets"!
Maar waarlyk, 't is een heerlijk idee! teeken het
eens voor me, Della Eocca, dan zend ik bet schetpje
naar Parij?, dan kan alles in n koffer komen, met
ekster en al."
? Hy' nam een vel papier en maakte ecu geestig schetsje
er van.
Ge hebt toch alle talenten, ik dank u zeer!" zeide
Mila, over zijn schouder kijkende.
Della Rocca zuchtte.
-Als ik er gehad heb, heb ik er vele begraven",
zeide hu.
Maar nu geen woord er over, of we krijgen een.
half dozijn Emancipaties. Maar ik moet naar Nina om
te spreken over de Muscadins. We zullen dat stuk
spelen en geen ander. Ik ben in tien minuten terug."
Op de binnenplaats wachtten de coupéen Maurice.
Wat amuseert ze zich altoos," zeide Hilda, byna
jaloersch. Ik wilda dat ik dat ook kon. Maar wat
kan Het er toe doen of men de Muscadins of iets andera
speelt?" .
Plus on est fou, plus on rit," zeide Della Bocca
met zijne pen arabesken schetsende: Maar
datisoLbeleefd van me voor de lieve Madame Mila. 't Is als
meer oude spreekwoorden, meer waar dan elegant."
«Weet ge wat ik wel eens gewaagd heb te deuken,
Madame ?" vervolgde hij: dat ge in spyt van uw glans
en uwe positie en uw geheel benijdenswaardig lot, niet
geheel gelukkig waart. Heb ik gelijk ? of is, wat
ik gezegd heb, te onbescheiden om antwoord te ver
dienen?*
Volstrekt niet," antwoordde Lady Hilda, misschien.
hebt ge gelijk; ik weet het niet; ongelukkig ben ik niet;
ik heb er geen reden toe; toch veel dingen schijnen
mij zoo ongerijmd en dom. Ik beken dat Mija's einde- v
looze vermaken mij onbegrijpelijk zijn. Alles is zoo het
zelfde."
Omdat ge er geen dieper belang bij hebt," ant
woordde hij, met den penuewischer spelende op de
schrijftafel bij het vuur.
Zij antwoordde niet, en hij ging voort.
Me dunkt ge hebt zelve de reden genoemd,
Mevrouw, waarom vele dingen u vervelend * chijnen, gij
hebt niets dat u ongelukkig maken kan, dat h gy
hebt niemand in wien gij belang stelt."
Hij meende te z;en dat haar bleek trotsch gelaateen
weinig kleurde, maar het kon de warmte van het
houtvuur zijn.
Neen, ik stel geen belang in de menschen, zeide
zij koel en onverschillig. Als ik iemand eenige malen
gezien heb, is het mij genoeg. Het is als een boek dat
men gelezen heeft: de spanning is weg, men kent de
oplossing van de kwesties."
Gij spreekt van conversatie, ik sprak van gene
genheid.1'
Lady Hilda glimlach'te.
Ik kan u op dit gebied niet volgen. Ik gevoel
ze niet. Ik houd van Clairvaux, mijn broeder, maar wij
zien elkaar soms jaren lang niet, zonder dat het ons
hindert." v *
Ik sprak van genegenheid, eene andere genegen
heid," zeide Della Rocca, met een weinig ongeduld. Er
is niets anders dat kleur en warmte aan het leven geeft,
zonder deze is er geen gloed in zijn beelden, alles is in
grisaille geschilderd. Vermaak alleen is niet voldoende
voor dengene, wiens karakter eenige kracht, wiens geest
eenige verhevene bevattelijkheid heeft. De conversatie
is, zoo als ge zegt. spoedig doorgelezen en dan is de
belangstelling voorbij. Kunst alleen kan nog slechts
een zeker gedeelte onzer aandoeningen vervullen, en
beschaving, Tioe volmaakt ook, laat ons onvoldaan. Er
is ttlechts n ding dat aan het leven dat licht geven
kan, volgens een,dichter noch te land, noch ter zee te
vinden het heet liefde, menschelijke liefde."
Zijne oogen rustten op haar, en nu, eens in haar leven.
sLeg zij de oogen neer; eene zachte befcchroomdheia
kwam voor een c ogenblik over haar gelaat, al den trots
en koelheid verdrijvende. Een o ogenblik daarna had zij
zich hersteld, en glimlachte even.
Gij wordt hartstochtelijk, zoo als in uw land past."
Della Rocca zag haar aan met iets als teleurstelling
en iets als minachting; hij stond op en ging naar de
piano.
Gij permitteert?" zeide hy, en sloeg eenige
accoprden aan. Hij zong zeer zacht, en als 't ware voor zich
zelf, een lied van het volk:
Si tu mi latei, laaciar non ti voglio
Se m'obbandoni, ti vo «cguitaro,
Se pa&si il mare, il mar passare io voglio
Se giri il mondo, il mondo vo girare, etc. (*)
(*) Zoo gij m'al verlaat, 'k wil van u toch niet scheiden,
W«ar g'immer ook heentrekt, ik volg overal;
Schoon g'ovcr de xeeè'n myn pad wondt geleiden,
Geen reis u xoo ver, dat ik weifelen cal.
Wordt vervolgd.
In liet volgende kwart
Novelle verichQnen
l «al al» Nieuwo
HAKT EJEMER MOEDER,
VA*
GKEOBGE VAUTJJCfU
... JU*