Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER.
Oe Tentoonstelling.
Bij het opkomen der galery valt ons oog het eerst
op eenige tafeltjes en bladen met een oppervlakte van
postzegels.
Hoewel deze industrie, die zich in den laatsten tyd
bijzonder ontwikkelt, z ch zekere eischen stelt met het
oog; óp lijnen, en postzegel ver werkers ook een tamelyk
goed denkbeeld schynen te hebben van de samenvoeging
van kleuren is hier in den regel het postzegelwerk
hoogst eentonig, stijf en plakkerig vooral by hen,
die liefst Jiecle postzegels gebruiken. Eene curiositeit
bij deze postzegelwerken is een oud mannetje^ die met
een stortvloed van woorden en onder zeer bestudeerde,
?bedekkende termen vertelt, dat hij bereid is, voor een
fooitje aan een der tentoongestelde voorwerpen iets te
wij/en, wnt de maker zelf niet vinden kon. We zullen later
in den salon der dameshandwerkeu het eenige
postzegelwerk vinden, dat alle recht heeft onder de
voortbrengseleji van kunst gerangschikt te worden, n.l. van Mej. Van
Ek uit Vianen, die evenals enkele andere van streepjes en
strookjes postzegels Chineesch verlakt en Japansch
schilderwerk met bedriegelyke nauwkeurigheid nabootst.
Verder bevat de galerij ook weer een meer dan
overvplledige tentoonstelling van ameublementen als daar
z\jn van de mooiste meubelen o.a. van J. //, Haag,
de Grccuw en Zonen, Drilling en Groen allen alhier
en van Engelen te Kampen. Daartusschen onderscheidt
zich inderdaad door nieuwheid op de tentoonstelling,
zoowel als door netheid van bewerJung de zaaldecoratie
van C. lf. Schneider een decoratief, dat ons aan eene
echte kamer uit het laatst der vorige eeuw doet denken.
Daarna trekken onze aandacht antieke meubeïan van
J. lf. Thiemc, een kostbaar tapijt van de koninklijke
fabriek te Deventer en meubelen in den stijl
vauLodewijk XV en Lodewijk XVI van Gels. Van Moutum. Er
is ^yel geen twijfel aan of we gaan, wat meubelen en
versieringen aangaat, met verbazende snelheid terug
naar den pruikentijd; hoe grootcr de snelheid wordt,
waarmede wij ons in onze handelingen en onze levens
beschouwing daarvan verwijderen. Wie er aan twijfelen
mocht, vind een nieuw bewijs dai.rvoor in de inzending
van Schalker te 's-Gravenhage. Zijn studeerstoel van
zwart hout met gouden gravure, met blauw satijnen
zitting en een schilderstuk je in den rug zou voor
weinig jaren als eene kostbare antiquiteit hebben ge
golden, thans zou de stoel aU haute nouveauté"
worden aangemerkt. Hoe 't zij zulke zaken mogen,
hoe oud, weer nieuw worden even als de damesschrijf
tafel, die bij 't stoeltje behoort. '
Het kamersclmt van Snoei; Kiewit is een
geduldwerkje ; 't bestaat uit 1714 stukjes (levert djt werk,
postzegelwerk en lappendekens waaraan de 'tentoon
stelling zoo rijk is, het bewijs, dat de Spreuk der eeuw
ti/d is geld overal betracht wordt? lloeveel uuttiger
kon de tijd besteed zijn, die aan dézen beuzelarbeid be
steed werd.) Eigenaardig is 't, dat dit geheole schut
maar 11 K°. weegt en dat het mozaïek, dat er zeer
aardig uitziet naar alle zijden %een goed figuur maakt.
Recht of verkeerd heeft dit blad niet.
HeuMsvcld en Zn. te Delft zonden mooia tapijten tot
afwisseling opgehangen bij al de meubelen en stoelen
van J. F. van Itheinen alhier, E. W. Frcdriks te
Zntphen en J. Eermisse te Baarn. Met bewondering
blijven we stilstaan bij twee kamerdecoratien van Gebr.
Smit en Eckart to Rotterdam. De tijd is zeker niet
verre, dat dit weder in den smaak komt. het beeld
houwwerk ah schilderij of als tafelversiering gelijk H.
van der Wielen dat inzendt, zal zeker niet zoo heel
licht moer in de goede gunst van het publiek komen,
niet zoo licht zeker als de smaakvolle versiering van
C. II. Eckart te Rotterdam.
Wat verder op, om den hoek, verdringt zich het
houtbewerkend publiek; bij de eenige inzending van
Sluuter en Blok. '
Het zaagwerk met de lintzaag en stoombeweging,
waarbij de zaag zelve teekent en waarbij geen nout
verloren gaat, waarbij de machine punten laat en
bochten vormt, die geen werkman met de hand "kan
verwerken, 't moge nu of vroeger on door, voor of
van wege de firma bewerkt zijn verdient allen lof.
In den aanstaanden nieuwen stijl zijn de smaakvolle
rieten meubelen van van Munster te 'sHage, die mij
persoonlijk een dienst had bewezen met die afschuwe
lijke rieten secrétaire, een stoffelijke paradox, van de
tentoonstelling weg te laten.
In de bijzaal vinden -we een nieuw bewijs voor de
herleving van den ouden smaak nl. muurtegeltjes van
Schillemans uit Utrecht en van' Hulst uit Haarlem,
beide inderdaad verdienstelijk in hun soort. Stel .n.voor,
twintig jaar geleden: muurtegeltjes!! De firma J. J.
B. J. Bouvy te Dordt handhaaft haar ouden roem als
fabrikanten van gebogen glas in allerlei soort, zoo
ergens dan blijkt hier, hoe men behoeften schept en
anders dan voorheen voorwerpen maakt, op hoop, dat
men zal leeren ze nöodig te hebben. Sint,: de giass
hilderkuust grootendeels verloren ging, zijn er allerlei
proeven genomen o. a. zeer goed, geslaagde met ge
brand glas; hier vinden we glasschilderwerk van jE7.
Wessels te Rotterdam, die zien bij zijne schilderingen
?van waterglas bedient en glasphotographiën van Gr. E.
Eybrink alhier.
met genoegen bekijken we hier nog eens v weer de
schoorsteenmantels van Gr. en J. CooL die zich overal door
eenvoud en degelijkheid onderscheiden.
Onaangenaam stemmen ons echter een paar dingen in
deze zaal. De heer J. van Markoeldt van Delft zendt
een zeer net grafmonument, maar.... op dat zelfde graf
monument laat hij 'plaats open om daar den naam des
overledenen intevullen. Onwillekeurig komt men daarbij
tot het vermoedeh, dat hij daarbij den toeschouwer op
het oog heeft gehad. Geeft A. Muymgaard's miniatuur
schoorsteenmantel in zwart en wit marmer ons onze
kalmte een weinig terug, we voelen eene grieve tegen
K. Hoos alhier, die de tentoonstelling wilde begraven
voor ze geopend was; immers, daar zendt hy een graf
monument met -het opschrift Exposition Internationale
Amsterdam.
Onder 92 exposeeren van Rijn en Falise van
Wageningen eenige keurige beeldjes in terra cotta, zoo mede
enkele producten van andere stoffen. In deze zelfde
afdeeliug zien we een paar gedenkteekenen voor Sarphati
we betreuren zeer, dat Amsterdam nog niet in het bezit
is van een gedenkteeken zoo weinig gedaan heeft
voor de nagedachtenis van den man, die den gror.d
legde tot ons nieuw Amsterdam. Hij moge zichzelven
eene onvergankelijke eerzuil gesticht hebben, het nage
slacht moge door andere werken (nieuw en schoon) tot
navolging opgewekt worden; het moet wen, dat men
groote mannen Jmlde brengt.
Nog eeif blik op No. 102, 75 en 6 en daar staan we
bij 't,verlaten der bijzaal voor de wapenen, helmen en
kurassen van De Jager te Haarlem en daarna voor de
schoenen van John Elias. De eerste inzending doet er
ons vurig naar wenschen, dat er een tijd zal komen,
waarop dergelijke m:\skeradepakken en zooveel meer,
verdwijnen. Wat het laatste aangaat, 'het moge
eene waarschuwing voor dames zijn tegen de bespotte
lijke pakjes, waarin ze tegenwoordig groen loopen." Zeker
zijn deze schoenen, zoowel als de wapenen, hoogst elegant
bewerkt. Dat/o/w Elias hy met Brussel niet kan concur
reren, is geen schande; zelfs. Parijs vermag dit niet;
het mag echter een spoorslag voor onze laudgenooten
zijn, die sclrtteren door hun afwezigheid. Daar staan
hier overigens die modellen Cora Paërl met vergulde
en andere met verzilverde knoopjes en andere met
geborduurden voet, o, a. een paar met het wapen van Ne
derland. Hierbij ontdekken we althans sporen van
Isunst, maar wat heet kunstindus.trie bij No. 413, een
paar roeiriemen, naar het stelsel van Lyman ingericht,
waarmede de rooier zijne boot kan vooruitbrengen in
de richting, waarnaar bij het gelaat keert".'..? Wat ook
de gestikte deken van Veltman en Co, Amsterdam?
'tEenigste is de sierlijkheid van teekening bij het
stikwerk, en het schikken van kleuren, geheel anders dan
een misdaad aan kunstindustrie gepleegd door Gebr.
Palthe te Almelo.
Mocht iemand beseffen, hoe de kunst op de industrie
wordt toegepast, bij het wasschen en verven van japon
netjes, 't zal ons zeer aangenaam zyn, dienaangaande
inlichtingen te ontvangen. Grievender kan men het
kunstgevoel niet beleecligen, dan hier geschied is. Stel
u voor een vuil, fietsch groene japon, waarop aan een
dof lint een ultramarijn kaartje hangt met rood-gouden
randjes; denk u op dien japon een dof hard rood dasje.
En nog altijd han^t dat ultramarijn kaartje met een
groen lintje en rootl gouden letters op zwart, op rose,
op donkergroen, op lichtgroen, in allerlei nuances, op
blauw en on geelbruin.
Do Heer Knottenbelt alhier maakt zich aan dergelijke
misslagen niet schuldig en exposeert tevens vijf poppen
in 't costuura van den tijd. Gladder en Jansen zonden
hier surpriaej en dozen, waarvan men hier honderdmaal
meer werk maakt, dan, elders. Eene vraag: Waarom
moet hier alles in het Fransen te lezen staan.
Is 't omdat de meesten zich dan bovendien nog kun
nen ergeren aan het slechte Frarisch.
Verder -bekijken we als aardigheid N°. 458 van S. A.
W. Lindeman alhier, die eene géheele diamantslijperij
zendt, die met machinerie in beweging gebracht moet
worden.
Nog rust ons oog met genoegen op de uitstalling van
A. v. d. Pot Arnhem, die smaakvolle kwasten, koorden
en dergelijke zaken op verdienstelijke wijze bijeenbrengt.
Een waar geduldwerk geven J. G. Borghardt, te
Rotterdam, Mei. D. A. L. Buddingh, te Haarlem,
D. C. Ehnle alhier en /. A. Rodbald te Leiden, in hun
haarwerk. Het is met dezen arbeid als met
postzegelwerk, 't is zeer kunstig is 't alles ook werkelyk
kunst?
Do gewoonte om een1 vlokje haar in een ring te dra
gen, belletjes en broches van haar te laten vervaardigen,
grafmonumenten en derg. alles van haar, dat alles heeft
oorspronkelijk aan bijgeloof zijn ontstaan te danken.
Daarmede kan men breken in een tijd, waarin het geen
zeldzaamheid is, dat het hoofd der overledene wordt ge
plunderd opdat een der nabliivenden- zich van den buit
een chignon late maken, 't Is iets vreeselijks, maar 't
komt helaas voor. Is er nu niet evenzeer iets
allerakeligst in het denkbeeld, dat het haar van overledenen
bewerkt zou worden tot ornamentjes? Is 't niet zoo
onaesthetisch aan de grondstof te denken, dat we de
kunstige bewerking van 't oorspronkelijke niet kunnen
genieten ? .
Nog veel mmder kunnen we den arbeid genieten van
de leerlingen van Mei, P. Pf/nacker te 's (jravenhage,
arbeid, vervaardigd door kinderen van 3 tot 6 jaar op
de Fröbel Ontwikkelingsschqol. Kinderen van 3 tot 6
jaar kinderen op een leeftijd, dat ze 't liefst opmer
ken, zien, zoeken, vragen, zich bewegen en recht leven
dig zijn, die kinderen bezig aan een werkje, dat vol
strekt stilzitten, eentonige bezigheid en geduld vordert.
Is er iets, dat meer in strijd is met den aard van 't
kind van 3 tot 6 jaar. Ja papiervlechten en stokjes en
erwtén, en'z. enz., 't ia alles heel mooi voor een oogen
blikje en aantebevelen in db beginselen; maar zóó
als we 't hier zien, mag het alleen k,men van kinderen,
die oud genoeg zyn, om er liefJicbbcrt/en op na te houden.
Tot op d,e hoogte, waarop het hier is opgevoerd, is 't
pp dien leeftyd zeer zeker nadeelig.
Behoort dit alles tot kunst toegepast pp nflvcrJieid?
Behoort daartoe ook 433 van /. J3« J) iet r iel t te Hoorn,
modellen van tooneelpruiken?"
Beter achten we hier op ziin plaats N°. 730 n.l. model
len voor 't onderwijs in. teekeu- en wiskunie, zoo ook
de voorwerpen van kurk.
Verder 395 model van een klipperschip van A. J. Leger,
N°. 307 andere scheepsmodellen van ?/. Smit d' Zn. aan
de Kinderdijk, N°. 388 een model van een kotter door
P. J. Jonker aan de Baarsjes zijn alle opmerkzaamheid
waard.
Verder op, den hoek om zijn we in eene geheel andere
wereld verplaatst. Daar zien we de fijnste
timmerman s werken, waarbij de stoom belangrijke diensten
heeft bewezen, waarbij de kunstenaar den ambachts
man heeft geholpen of waarbij het meer op vinding
dan op hard werken aankwam. Dat schaafwerk van
F. en P. A. van der Linden te Dordf, die houten ket
tingen zoo goed als onbegrijpelijk van constructie
van J. J. Swaneveld alhier; die fijne voorwerpen onder
N°. 417 van D. van der Ben te Gouda, 't is alles dub
bel waard bezichtigd te worden al is het dan ook dat
ze verre achterstaan bij N°. 453 een prachtig ivoren
schaakspel met sprekende figuren (voorstellingen uit de
mythologie) ingezonden door22. Hoogendam te Rotterdam.
".Nog wat hout- en steenwerk, uitmuntende dóór doel
matigheid of sierlijkheid en nu staan we eindelijk voor de
groote vitrine met kartonwerk natuurlijk van Glad
der deze naam toch is in Amsterdam onafscheidelijk
aan papier, plakken en kartonnagewerk verbonden.
't Is weer de geest der eeuw, 't penseel en de kleuren
van Watteau, die uit 't plakwerk en de prentjes spreekt,
duidelijker dan uit eenig voortbrengsel, gelijk 't ook juist in
deze artikelen was, dat hij zich weer't eerst open baarde.
Wat heeft men weinig van No. 308 gezegd! Tinwcrk
van Wed. G. A. lleindcrs en Zoon te Delft. De echt
vaderlandsche kunst! Is ze uitgestorven? Of zijn er
zooveel politieke nncgieters, dat er geen plaats meer
is voor andere ? Welke sierlijke voorwerpen hebben
onze voorvaderen gebruikt iu zulk zuiver metaal
waarlijk ons bekruipt de lust, ze weder te bezitten en
te gebruiken.
Heel aardig vlechthout zónd de heer S. van Hdden
alhier en keurig zaag- en draaiwerk de Heer B. Schilte
van do st o om-draaierij en zagerij te IJsselstein. Het
schitterend succes van zijne zaak is het beste bewys
voor de soliditeit en de doelmatigheid van zijn werk.
En hier scheiden wij, om de volgende week onze wan
deling ten einde te brengen en >ij het heengaan nog
een mik te werpen op het voorplein als 't dan niet
regent.
RECHTSZAKEN.
Engclselie rechtszaken,
Engeland blijft altoos voor het nieuwsgierig publiek
een voorraad misdaden van allerlei aai d gereed houden,
en deze worden met te meer belangstelling gevolgd,
omdat de langzaamheid en vormelijkheid der Engekcne
rechtspleging de toeschouwers den tiid geeft zich er
weken aan weken voor op te winden, fichborno ia nog
niet vergeten, eene talrijke partij onder het publiek
houdt den slager nog altoos voor den onderdrukten
wettigen erfgenaam. Men is nu sedert eenige weken
bezig de zaak der detectives te instrueeren, waaruit
blijkt dat deze ambtenaren, die 4000 gulden verdienen
met een bijna onbeperkt crediet voor reiskosten en uit
gaven van allerlei aard, benevens een aandeel in de
belooniugen die op de ontdekking van belangrijke dief
stallen uitgeloofd worden, zich nog schandelijk hebben
laten omkoopen en medeplichtig waren aan het volvoeren
of verhelen van vele groote diefstallen die in de laatste
tijden de couranten gevuld hebben. Dinsdag a.s. komt
voor de rechtbank het geheim van Penge, eene
moordgeschiedenis met afschuwelijke details, welke zaak eenige
maanden is uitgesteld. Lene der beschuldigden ia m
de gevangenis moeder geworden, en de Engclsche wet
staat haar toe het kind eenige weken te voeden alvo
rens het haar ontnomen, en de rechtszaak voortgezet
wordt. Wij hopen deze twee processen uit den berg
der oYertuigingsstukken en getuigenverhooren te
resumeeren en te gelegener tijd aan onze lezers meetedeelen.
Deze week behandelde de rechtbank te Clerkeuwell
eene inbraak bij den heer Braham, aan de City-Road.
Zaterdag avond, kwart over elven, had het gezin van
dezen heer, een koopman die zijne zaken aan kant heeft
gedaan, zich ter rt^te begeven, en naar men meende
waren alle deuren on vensters als naar gewoonte be
hoorlijk gesloten. Weinige minuten later werd de oudste
zoon, Henry, een knap stevig jong ma n van 21 jaar, ge
wekt door zyn jongeren broeder Lawrence, die gerucht
gehoord had in de woonkamer. Hy schoot eenige klee
doren aan en ging, met een bezem gewapend, naar be
neden. Onder aan den trap gekomen, werd u ij aange
vallen door een man, die zyn licht uitblies en va*n wien