De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1877 23 september pagina 3

23 september 1877 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER. Oe Tentoonstelling. Bij het opkomen der galery valt ons oog het eerst op eenige tafeltjes en bladen met een oppervlakte van postzegels. Hoewel deze industrie, die zich in den laatsten tyd bijzonder ontwikkelt, z ch zekere eischen stelt met het oog; óp lijnen, en postzegel ver werkers ook een tamelyk goed denkbeeld schynen te hebben van de samenvoeging van kleuren is hier in den regel het postzegelwerk hoogst eentonig, stijf en plakkerig vooral by hen, die liefst Jiecle postzegels gebruiken. Eene curiositeit bij deze postzegelwerken is een oud mannetje^ die met een stortvloed van woorden en onder zeer bestudeerde, ?bedekkende termen vertelt, dat hij bereid is, voor een fooitje aan een der tentoongestelde voorwerpen iets te wij/en, wnt de maker zelf niet vinden kon. We zullen later in den salon der dameshandwerkeu het eenige postzegelwerk vinden, dat alle recht heeft onder de voortbrengseleji van kunst gerangschikt te worden, n.l. van Mej. Van Ek uit Vianen, die evenals enkele andere van streepjes en strookjes postzegels Chineesch verlakt en Japansch schilderwerk met bedriegelyke nauwkeurigheid nabootst. Verder bevat de galerij ook weer een meer dan overvplledige tentoonstelling van ameublementen als daar z\jn van de mooiste meubelen o.a. van J. //, Haag, de Grccuw en Zonen, Drilling en Groen allen alhier en van Engelen te Kampen. Daartusschen onderscheidt zich inderdaad door nieuwheid op de tentoonstelling, zoowel als door netheid van bewerJung de zaaldecoratie van C. lf. Schneider een decoratief, dat ons aan eene echte kamer uit het laatst der vorige eeuw doet denken. Daarna trekken onze aandacht antieke meubeïan van J. lf. Thiemc, een kostbaar tapijt van de koninklijke fabriek te Deventer en meubelen in den stijl vauLodewijk XV en Lodewijk XVI van Gels. Van Moutum. Er is ^yel geen twijfel aan of we gaan, wat meubelen en versieringen aangaat, met verbazende snelheid terug naar den pruikentijd; hoe grootcr de snelheid wordt, waarmede wij ons in onze handelingen en onze levens beschouwing daarvan verwijderen. Wie er aan twijfelen mocht, vind een nieuw bewijs dai.rvoor in de inzending van Schalker te 's-Gravenhage. Zijn studeerstoel van zwart hout met gouden gravure, met blauw satijnen zitting en een schilderstuk je in den rug zou voor weinig jaren als eene kostbare antiquiteit hebben ge golden, thans zou de stoel aU haute nouveauté" worden aangemerkt. Hoe 't zij zulke zaken mogen, hoe oud, weer nieuw worden even als de damesschrijf tafel, die bij 't stoeltje behoort. ' Het kamersclmt van Snoei; Kiewit is een geduldwerkje ; 't bestaat uit 1714 stukjes (levert djt werk, postzegelwerk en lappendekens waaraan de 'tentoon stelling zoo rijk is, het bewijs, dat de Spreuk der eeuw ti/d is geld overal betracht wordt? lloeveel uuttiger kon de tijd besteed zijn, die aan dézen beuzelarbeid be steed werd.) Eigenaardig is 't, dat dit geheole schut maar 11 K°. weegt en dat het mozaïek, dat er zeer aardig uitziet naar alle zijden %een goed figuur maakt. Recht of verkeerd heeft dit blad niet. HeuMsvcld en Zn. te Delft zonden mooia tapijten tot afwisseling opgehangen bij al de meubelen en stoelen van J. F. van Itheinen alhier, E. W. Frcdriks te Zntphen en J. Eermisse te Baarn. Met bewondering blijven we stilstaan bij twee kamerdecoratien van Gebr. Smit en Eckart to Rotterdam. De tijd is zeker niet verre, dat dit weder in den smaak komt. het beeld houwwerk ah schilderij of als tafelversiering gelijk H. van der Wielen dat inzendt, zal zeker niet zoo heel licht moer in de goede gunst van het publiek komen, niet zoo licht zeker als de smaakvolle versiering van C. II. Eckart te Rotterdam. Wat verder op, om den hoek, verdringt zich het houtbewerkend publiek; bij de eenige inzending van Sluuter en Blok. ' Het zaagwerk met de lintzaag en stoombeweging, waarbij de zaag zelve teekent en waarbij geen nout verloren gaat, waarbij de machine punten laat en bochten vormt, die geen werkman met de hand "kan verwerken, 't moge nu of vroeger on door, voor of van wege de firma bewerkt zijn verdient allen lof. In den aanstaanden nieuwen stijl zijn de smaakvolle rieten meubelen van van Munster te 'sHage, die mij persoonlijk een dienst had bewezen met die afschuwe lijke rieten secrétaire, een stoffelijke paradox, van de tentoonstelling weg te laten. In de bijzaal vinden -we een nieuw bewijs voor de herleving van den ouden smaak nl. muurtegeltjes van Schillemans uit Utrecht en van' Hulst uit Haarlem, beide inderdaad verdienstelijk in hun soort. Stel .n.voor, twintig jaar geleden: muurtegeltjes!! De firma J. J. B. J. Bouvy te Dordt handhaaft haar ouden roem als fabrikanten van gebogen glas in allerlei soort, zoo ergens dan blijkt hier, hoe men behoeften schept en anders dan voorheen voorwerpen maakt, op hoop, dat men zal leeren ze nöodig te hebben. Sint,: de giass hilderkuust grootendeels verloren ging, zijn er allerlei proeven genomen o. a. zeer goed, geslaagde met ge brand glas; hier vinden we glasschilderwerk van jE7. Wessels te Rotterdam, die zien bij zijne schilderingen ?van waterglas bedient en glasphotographiën van Gr. E. Eybrink alhier. met genoegen bekijken we hier nog eens v weer de schoorsteenmantels van Gr. en J. CooL die zich overal door eenvoud en degelijkheid onderscheiden. Onaangenaam stemmen ons echter een paar dingen in deze zaal. De heer J. van Markoeldt van Delft zendt een zeer net grafmonument, maar.... op dat zelfde graf monument laat hij 'plaats open om daar den naam des overledenen intevullen. Onwillekeurig komt men daarbij tot het vermoedeh, dat hij daarbij den toeschouwer op het oog heeft gehad. Geeft A. Muymgaard's miniatuur schoorsteenmantel in zwart en wit marmer ons onze kalmte een weinig terug, we voelen eene grieve tegen K. Hoos alhier, die de tentoonstelling wilde begraven voor ze geopend was; immers, daar zendt hy een graf monument met -het opschrift Exposition Internationale Amsterdam. Onder 92 exposeeren van Rijn en Falise van Wageningen eenige keurige beeldjes in terra cotta, zoo mede enkele producten van andere stoffen. In deze zelfde afdeeliug zien we een paar gedenkteekenen voor Sarphati we betreuren zeer, dat Amsterdam nog niet in het bezit is van een gedenkteeken zoo weinig gedaan heeft voor de nagedachtenis van den man, die den gror.d legde tot ons nieuw Amsterdam. Hij moge zichzelven eene onvergankelijke eerzuil gesticht hebben, het nage slacht moge door andere werken (nieuw en schoon) tot navolging opgewekt worden; het moet wen, dat men groote mannen Jmlde brengt. Nog eeif blik op No. 102, 75 en 6 en daar staan we bij 't,verlaten der bijzaal voor de wapenen, helmen en kurassen van De Jager te Haarlem en daarna voor de schoenen van John Elias. De eerste inzending doet er ons vurig naar wenschen, dat er een tijd zal komen, waarop dergelijke m:\skeradepakken en zooveel meer, verdwijnen. Wat het laatste aangaat, 'het moge eene waarschuwing voor dames zijn tegen de bespotte lijke pakjes, waarin ze tegenwoordig groen loopen." Zeker zijn deze schoenen, zoowel als de wapenen, hoogst elegant bewerkt. Dat/o/w Elias hy met Brussel niet kan concur reren, is geen schande; zelfs. Parijs vermag dit niet; het mag echter een spoorslag voor onze laudgenooten zijn, die sclrtteren door hun afwezigheid. Daar staan hier overigens die modellen Cora Paërl met vergulde en andere met verzilverde knoopjes en andere met geborduurden voet, o, a. een paar met het wapen van Ne derland. Hierbij ontdekken we althans sporen van Isunst, maar wat heet kunstindus.trie bij No. 413, een paar roeiriemen, naar het stelsel van Lyman ingericht, waarmede de rooier zijne boot kan vooruitbrengen in de richting, waarnaar bij het gelaat keert".'..? Wat ook de gestikte deken van Veltman en Co, Amsterdam? 'tEenigste is de sierlijkheid van teekening bij het stikwerk, en het schikken van kleuren, geheel anders dan een misdaad aan kunstindustrie gepleegd door Gebr. Palthe te Almelo. Mocht iemand beseffen, hoe de kunst op de industrie wordt toegepast, bij het wasschen en verven van japon netjes, 't zal ons zeer aangenaam zyn, dienaangaande inlichtingen te ontvangen. Grievender kan men het kunstgevoel niet beleecligen, dan hier geschied is. Stel u voor een vuil, fietsch groene japon, waarop aan een dof lint een ultramarijn kaartje hangt met rood-gouden randjes; denk u op dien japon een dof hard rood dasje. En nog altijd han^t dat ultramarijn kaartje met een groen lintje en rootl gouden letters op zwart, op rose, op donkergroen, op lichtgroen, in allerlei nuances, op blauw en on geelbruin. Do Heer Knottenbelt alhier maakt zich aan dergelijke misslagen niet schuldig en exposeert tevens vijf poppen in 't costuura van den tijd. Gladder en Jansen zonden hier surpriaej en dozen, waarvan men hier honderdmaal meer werk maakt, dan, elders. Eene vraag: Waarom moet hier alles in het Fransen te lezen staan. Is 't omdat de meesten zich dan bovendien nog kun nen ergeren aan het slechte Frarisch. Verder -bekijken we als aardigheid N°. 458 van S. A. W. Lindeman alhier, die eene géheele diamantslijperij zendt, die met machinerie in beweging gebracht moet worden. Nog rust ons oog met genoegen op de uitstalling van A. v. d. Pot Arnhem, die smaakvolle kwasten, koorden en dergelijke zaken op verdienstelijke wijze bijeenbrengt. Een waar geduldwerk geven J. G. Borghardt, te Rotterdam, Mei. D. A. L. Buddingh, te Haarlem, D. C. Ehnle alhier en /. A. Rodbald te Leiden, in hun haarwerk. Het is met dezen arbeid als met postzegelwerk, 't is zeer kunstig is 't alles ook werkelyk kunst? Do gewoonte om een1 vlokje haar in een ring te dra gen, belletjes en broches van haar te laten vervaardigen, grafmonumenten en derg. alles van haar, dat alles heeft oorspronkelijk aan bijgeloof zijn ontstaan te danken. Daarmede kan men breken in een tijd, waarin het geen zeldzaamheid is, dat het hoofd der overledene wordt ge plunderd opdat een der nabliivenden- zich van den buit een chignon late maken, 't Is iets vreeselijks, maar 't komt helaas voor. Is er nu niet evenzeer iets allerakeligst in het denkbeeld, dat het haar van overledenen bewerkt zou worden tot ornamentjes? Is 't niet zoo onaesthetisch aan de grondstof te denken, dat we de kunstige bewerking van 't oorspronkelijke niet kunnen genieten ? . Nog veel mmder kunnen we den arbeid genieten van de leerlingen van Mei, P. Pf/nacker te 's (jravenhage, arbeid, vervaardigd door kinderen van 3 tot 6 jaar op de Fröbel Ontwikkelingsschqol. Kinderen van 3 tot 6 jaar kinderen op een leeftijd, dat ze 't liefst opmer ken, zien, zoeken, vragen, zich bewegen en recht leven dig zijn, die kinderen bezig aan een werkje, dat vol strekt stilzitten, eentonige bezigheid en geduld vordert. Is er iets, dat meer in strijd is met den aard van 't kind van 3 tot 6 jaar. Ja papiervlechten en stokjes en erwtén, en'z. enz., 't ia alles heel mooi voor een oogen blikje en aantebevelen in db beginselen; maar zóó als we 't hier zien, mag het alleen k,men van kinderen, die oud genoeg zyn, om er liefJicbbcrt/en op na te houden. Tot op d,e hoogte, waarop het hier is opgevoerd, is 't pp dien leeftyd zeer zeker nadeelig. Behoort dit alles tot kunst toegepast pp nflvcrJieid? Behoort daartoe ook 433 van /. J3« J) iet r iel t te Hoorn, modellen van tooneelpruiken?" Beter achten we hier op ziin plaats N°. 730 n.l. model len voor 't onderwijs in. teekeu- en wiskunie, zoo ook de voorwerpen van kurk. Verder 395 model van een klipperschip van A. J. Leger, N°. 307 andere scheepsmodellen van ?/. Smit d' Zn. aan de Kinderdijk, N°. 388 een model van een kotter door P. J. Jonker aan de Baarsjes zijn alle opmerkzaamheid waard. Verder op, den hoek om zijn we in eene geheel andere wereld verplaatst. Daar zien we de fijnste timmerman s werken, waarbij de stoom belangrijke diensten heeft bewezen, waarbij de kunstenaar den ambachts man heeft geholpen of waarbij het meer op vinding dan op hard werken aankwam. Dat schaafwerk van F. en P. A. van der Linden te Dordf, die houten ket tingen zoo goed als onbegrijpelijk van constructie van J. J. Swaneveld alhier; die fijne voorwerpen onder N°. 417 van D. van der Ben te Gouda, 't is alles dub bel waard bezichtigd te worden al is het dan ook dat ze verre achterstaan bij N°. 453 een prachtig ivoren schaakspel met sprekende figuren (voorstellingen uit de mythologie) ingezonden door22. Hoogendam te Rotterdam. ".Nog wat hout- en steenwerk, uitmuntende dóór doel matigheid of sierlijkheid en nu staan we eindelijk voor de groote vitrine met kartonwerk natuurlijk van Glad der deze naam toch is in Amsterdam onafscheidelijk aan papier, plakken en kartonnagewerk verbonden. 't Is weer de geest der eeuw, 't penseel en de kleuren van Watteau, die uit 't plakwerk en de prentjes spreekt, duidelijker dan uit eenig voortbrengsel, gelijk 't ook juist in deze artikelen was, dat hij zich weer't eerst open baarde. Wat heeft men weinig van No. 308 gezegd! Tinwcrk van Wed. G. A. lleindcrs en Zoon te Delft. De echt vaderlandsche kunst! Is ze uitgestorven? Of zijn er zooveel politieke nncgieters, dat er geen plaats meer is voor andere ? Welke sierlijke voorwerpen hebben onze voorvaderen gebruikt iu zulk zuiver metaal waarlijk ons bekruipt de lust, ze weder te bezitten en te gebruiken. Heel aardig vlechthout zónd de heer S. van Hdden alhier en keurig zaag- en draaiwerk de Heer B. Schilte van do st o om-draaierij en zagerij te IJsselstein. Het schitterend succes van zijne zaak is het beste bewys voor de soliditeit en de doelmatigheid van zijn werk. En hier scheiden wij, om de volgende week onze wan deling ten einde te brengen en >ij het heengaan nog een mik te werpen op het voorplein als 't dan niet regent. RECHTSZAKEN. Engclselie rechtszaken, Engeland blijft altoos voor het nieuwsgierig publiek een voorraad misdaden van allerlei aai d gereed houden, en deze worden met te meer belangstelling gevolgd, omdat de langzaamheid en vormelijkheid der Engekcne rechtspleging de toeschouwers den tiid geeft zich er weken aan weken voor op te winden, fichborno ia nog niet vergeten, eene talrijke partij onder het publiek houdt den slager nog altoos voor den onderdrukten wettigen erfgenaam. Men is nu sedert eenige weken bezig de zaak der detectives te instrueeren, waaruit blijkt dat deze ambtenaren, die 4000 gulden verdienen met een bijna onbeperkt crediet voor reiskosten en uit gaven van allerlei aard, benevens een aandeel in de belooniugen die op de ontdekking van belangrijke dief stallen uitgeloofd worden, zich nog schandelijk hebben laten omkoopen en medeplichtig waren aan het volvoeren of verhelen van vele groote diefstallen die in de laatste tijden de couranten gevuld hebben. Dinsdag a.s. komt voor de rechtbank het geheim van Penge, eene moordgeschiedenis met afschuwelijke details, welke zaak eenige maanden is uitgesteld. Lene der beschuldigden ia m de gevangenis moeder geworden, en de Engclsche wet staat haar toe het kind eenige weken te voeden alvo rens het haar ontnomen, en de rechtszaak voortgezet wordt. Wij hopen deze twee processen uit den berg der oYertuigingsstukken en getuigenverhooren te resumeeren en te gelegener tijd aan onze lezers meetedeelen. Deze week behandelde de rechtbank te Clerkeuwell eene inbraak bij den heer Braham, aan de City-Road. Zaterdag avond, kwart over elven, had het gezin van dezen heer, een koopman die zijne zaken aan kant heeft gedaan, zich ter rt^te begeven, en naar men meende waren alle deuren on vensters als naar gewoonte be hoorlijk gesloten. Weinige minuten later werd de oudste zoon, Henry, een knap stevig jong ma n van 21 jaar, ge wekt door zyn jongeren broeder Lawrence, die gerucht gehoord had in de woonkamer. Hy schoot eenige klee doren aan en ging, met een bezem gewapend, naar be neden. Onder aan den trap gekomen, werd u ij aange vallen door een man, die zyn licht uitblies en va*n wien

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl