De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1877 7 oktober pagina 3

7 oktober 1877 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Pg s» es fo oqr DE AMSTERDAMMER. De Tentoonstelling. Te midden 'van boekdruk, steendruk, graveerwerk enz. enz., vinden we van den heer Koopmans te Nümegen^ eene zeer fraaie handleiding tot het teekenen en Kleuren van wapens en eeno zoo traaie verzameling heraldieke studiën, ) modellen, beginletters en derg. dat deze alleen een soort tentoonstelling zou kunnen vormen, waarby zoowel studie als teeken werk alle waardeering zou ver-' dienen. Voor téekenwork, verdient ook de heer Garjcanne van Delft onzen dank voor een mooi patroon voor jtapisferie: hot wapen van Würtemberg. I)e heer Hooib'erg te Leiden geeft ons keurige .afgietsels van cameën te zien, kunststukken, die men helaas al te spoedig voorbij loopt, nu ze den oVnvang niet hebben van een Schuttersmaaltijd" of een Groep van Laokoön." Do heeren tch (Jatc en Zoon te Zut-phen feeven een nieuw soort stempels te zien Elastische stempels" die, hoe groot van omvang ook, blykens de tentoongestelde proeven een zeer zuiveren afdruk geven. De heer (r. J. Thieme, te Arnhem, doet den naam van Thieme eer aan, door, even als alles wat Thiemo heet, op het punt van drukken en uitgeven onovertroffen te willen zijn. Hier vinden we eeno uitgebreide verzameling van steen-, druk-, boekdruk- en plaatwerken van allerlei aard. eigen aardig, wat het grootste gedeelte aangaat; omdat het juist geplaatst is naast e ven kost bare inzendingen van de lieereu Emrlk en Bingcr te Haarlem, die ook keurig werk in kleurendruk en eenige photos geven en by Gebr. Renncringcr alhier, van welke laatsten vooral bezienswaardig is, de verzameling orrigineelcn, jphotographische clichés en reproductief, waardoor menigeen net onder scheid leerde zien tusscnen eene oorspronkelijke gravure en een reproductie. Prachtige kaarten van de Topographische Inrichting te 's-Gravenhage en eeno groote verzameling uitgaven van 21. Bogaerts te 's-llertogenbosch eindigen deze tentoonstelling van typographic. Verderop staan we stil bij of loopen langs de ijzeren meubelen en derg. van Santen en Co. de geschilderde meubelen van J. l*. Hohi en Zoon en alweer meubelen en nog eens meubelen van allerlei soort. Weinig trekt bij dit laatste meer onze aandacht, dan een bakje met het opschrift: Luiïcrbakje vervaardigt in vnjje uuren door J. Vastenholt Monnikenstraat No. 17 Amster dam, f 30. Dit bakjo is nllerkeurigst bewerkt, met hout van verschillende kleur ingelegd en in verschillende richting golvend. Do man, die dat bakje maakte ver.staat zijn vak en gebruikt zijn tijd, reden genoeg om hem to steunen en aan te moedigen. Voorbij afferlei mozaïek, ook met paarlemoer vinden we ijzeren haarden en wiegen van Wed. J. F. llunck en Zoon, haardenen brandkasten van E. M. Jaarsma teSneekt'een,grooten, mooien haard van H. Sikken Jr. alhier en eindelijk een brandvrije deur van J. D. Haalmeyer en Zonen. Nog even een kijkje genomen bij den arbeid van den heer Frans Fockc, die hier zijn atelier ah glasgraveur heeft opgeslagen en nogingen schynt te doen, om een bijna vergeten kunst m eero to herstellen en den trap af voorbij hout- en marinerschilderwerk van de heeren A. van der Kruk, Goudappel te Delft en van der Heuvel te Tiel en dan een wandelingetje over het voor plein, waar do fonfein nog altijd zoo gezellig klaterend zijq, water laat neervallen, waar nog alt'ijd do druppels zoo heerlijk in het zonlicht schitteren. Winkels rechts en links The American Bazar, Oestrcichischer Bazar, gelegenheden om te eten en te drin ken aan alle zijden, Amsterdammers en Amsterdamsclie Gidsen en loten en medailles en duizend andere zaken overal aangeboden. We staan hier en daar eens stil bij de tentjes en koepelfrjes, we verwijlen met genoegen bij de tiiin-ornamenten, maar voelen ons vooral tot nadere beschouwing uitge lokt door de sierlijk gegroepeerde inzending artikelen van terru-cotta en door de rijtuigen. >Vo willen niet afdoen aan de waarde van andere inzendingen terra-cotta maar zien met bijzonder genoegen de smaakvolle groepeering van de minst verwante zaken, zoodat het geheel daardoor een zeer aangeuamen in druk maakt. Hier inderdaad heeft do kunst voorgezeten. Van de loods met rijtuigen is alleen to zeggen, dat ze eene bijna ongekende weelde te zien geeft. Eenigo der rijtuigen zijn inderdaad met vorstelijke pracht iningericht en even smaakvol als degelijk van bewerking. "Weelderl:»1 is bijv. do landau-berlino van Vcth uit Arn hem, de couuó-clarence van Juncker alhier, die in be kleeding dubbel goedmaakt, wat hij in andere deelen wellicht to kort komt, en die een dergelijk rijtuig van Laugeman, allerkeurigst van bewerking, vooral ook wat schilderwerk aangaat, naar de kroon steekt en haast dreigt overtroffen te worden door de coupév&n'va Bergh uit 's-Hage, eenvoudig, eu keurig net naar Fransehen stijl bewerkt. Ook do Victoria van den den Boer en Eichhwn' uit Haarlem verdient vermelding, meer om den vorm dan om de bewerking, zoomede de tilbury van van Vulpen uit Oudshoorn, die de mooie narrenslee waardig i?, en het jachtwageutje van Sivater v:e* Utrecht. Inderdaad zooveel zilver, zijde, satijn en fijn lakwerk brengt men aan rijtuigen zelden samen. Niet minder groot is' do weelde in tuigen, waarbij eene eereplaafcs toekomt aan de HH. Vcrweegen en Rok alhier voor een stel galatuigen en een fantasie narrentuig, dat de heer Scnreuder te Maastricht met l) Een schrijffout oorzaak, dot W0 in 't vorig No. d eg heor Vonterman van Oyen van ^latstricht, ulfi conigen inzender ~ lieraldickc studicu vermeldden. allerkeurigst werk yverig poogt in de schaduw te «tellen, .zoomede doceer 1). M. 11. Jimcker en de heer JV. Pahlm met hunne tuigen. Ook de'kinderwagentjes ?verdienen opmerking, ;yooral die van J. Hoogeribosch te Dordt en lionsièvce alhier. En hiermede is ons 'be schouwen ten einde. ^Nog even een kykje in den Bierkelder waar rosige Müdchen füllen gar ftemig uns das G-las. 't Is werkelijk een aardig denkbeeld, in den DuitscK ingericht en kelder, een glas echt Duitsch Pihcner bier uit de hand van echt Dnibeche meisjes te ontvangen. Haar karakteristiek toilet, haar gemilthlich Duitsch staat zoo aardig bij die Franscho coiffure eti die kosmopoli tische emancipatie. En nu nog eens naar het voorplein 't tooneel van zooveel gezellige avonden^ met veel licht, goede muziek, veel menschen en veel lust om te genieten; 't tooneel van heerlijke zonnige morgens met de klet terende fontein met duizendvoudige 'breking der zonne stralen, met -muziek en goede vrienden van heinde en verro saineugestroomd. We gaan heen en slaan nog eens een blik op den hoogen koepel, die zich 't langst aan onzen blik blijft vertoonen. We wandelen in onze verbeelding weer door het helverlichte gebouw verlicht in den stijl waarin het gebouwd werd en met teekening in de lichtlijnen. We genieten nog, waar we in gedachte onder den klank eener liefelijke muziek, voorttreden, terwijl het licht zich spiegelt in al den glans en de kostbaar heden uit allerlei streken bijeengebracht, zachtjes speelt op honderde, op duizende gelukkige menschengeziehten. We willen 't oordeel over de tentoonstelling en alles wat er mee in verband staat, aan anderen overlaten, we brengen alleen hulde aan den geest van gezelligheid, die van de maanden gedurende welke de tentoonstelling geopend wan, een tijd van onafgebroken feesten maakte, van feesten meestal voor een ieder toegankelijk, feesten die volkomen passen bij .het jaargetyde met muziek, licht, gezelligheid en met de tentoonstelling samen een geheel vormende, volkomen in den geest van dengrooten ontwerper van het palcis, eene groote, eene waardige hulde aan den man voor wien we spoedig een gedenkteeken hopen 'te zien verrijaen, voor Dr. Samuel Sarphati. RECHTSZAKEN; DE VJtOUW VAN MN BEL«, Dinsdag 11 September is voor het hof van ossises van heb departement do la Seino de behandeling der zaak Ponsara begonnen, eene geheimzinnige geschiedenis uit do straat Saint Honoré. . Het Nouveau Journal geeft het volgende overzicht van do feiten die Ponsard voor de jury Iwrengen. Op 25 Maart j. 1. trad omstreeks acut utlr 's morgens, eene jonge vrouw den gang binnen van het hotel de l'Ouest, straat fc aint-Honoré146. Zy was eenvoudig ge kleed, klem wit mutsje, bruine rok, wit en grijs gestreept keukenechort. Daar het Palmzondag was, droog zij een takje palm in de hand, waarmede zij verstrooid speelde. Kijk," zeide de werkmeid van het hotel die haar zag voorbij gaan, daar gaat do vrouw van den Belg hem opzoeken." Arme meid!" zeide een der anderen, 't is ook een treurige kennis voor haar, een leeglooper, die op haar kosten leeft." En ze durft hem niet te laten loopen, ze is bang voor hem." Het hotel do 'l'Ouest beslaat al de bovenverdiepingen van het huis, waarvan een kleermaker en eon tabaks handelaar do straatyerdieping bewonen. De eerste ea tweede tage zijn vrij goed ingericht, de derde minder. Bij de vierde wordt de trap steil en men gevoelt be hoefte zich aan de leuning vast te houden. Maar de vrouw van den Belg" vertraagde haar stap niet. Zij kwam op het portaal van tle zesde verdieping. Dat is het einde van het huis. Toch zijn er dan nog? drie treden die uitkomen op een nauw, laag deurtje, nalf in de schaduw .verborgen. Daar heeft een vernuftig architect nog een woning ver scholen, zoo iets als een hondehok, schuins onder het dak, waar men niet rechtop staan Kan, maar toch een bed, een tafeltje en een stoel kan plaatsen. Opditnisje of kastje btaat No. 27, en daar trad de vrouw binnen. Daar woonde de Belg", die Axiolpho Ppneard heette, een man van uegea-en-twintig. jaar, bruin, klein, piet mooi'en niet leelijk. Hij was koJfnebui&kneekt.... buiten betrekking. Veel moeite om er eene te krjjjgen deed hy trouwens niet. Hy leefde liever ten koste mijner minnares. Deze, Eniilie L'ourdJn geheeten. was een kuap, werk zaam meisje, keukenmeid bij aan. beer Blot, straat Jean-Jacques-Rousseau, No. ld. Zy deelde hare verdien ste met fonsard, en Ponsard, daarop rekenende, werkte niet Eenige uren verliepen. Emilie was niet beneden ge komen De werkmeid van hot hotel kwam naar boven om Ponsards .bed op te maken. Zy vond de deur ge sloten. Zoo," dacht ze, d0 vrouw vaa den Belg is nog bij hem, Ik zal ze niet atorea." Zfl ging weer naar beneden. De dag verliep zonder dat zy er aan dacht weer naar boven te gaan. Den volgenden dag, te vyf uur in den namiddag, kwam jufvrouw Joniaux, eigenares van het hotel, naar boven om Ponsard de vervallen kamerhuur van» da laatste maand te vragen. Zy klopte. Geen antwoord. Hy is toch niet beneden gekomen," zeide zy b(j zich zelve. Zij merkte toen op dat het sleutelgat met papier ver stopt was. Zy opende de deur die w.yd opcnviel. Bij het half licht, dat in het hokje viel zag zij eene vrouw,ge heel gekleed voor in het bed liggen. Tusschen haar en den muur lag Ponsard. O!" zeide jufvrouw Joniaux, ge hebt iemand by uV" Kom binnen, kom binnen!" prevelde de Belg met eene dofte en hee&che stem. Wel neen, ik kom wél eens terug." Kom binnen! het is mijne vrouw, Mélic...." . Zij is dood!..." riep de eigenares verschrikt, toen zij groote bloedplassen voor het ned zag. Ja," zeide hij, zy is dood...." x?Hebt gij haar gedood, ongelukkige?" "Neen, kom toch binnen, ik zal 't u vertellen..." De jufvrouw vond het evenwel geraden eerst eenige buren te roepen van de lagere verdiepingen. Toen stond Ponsard on, en stapte over het lijk heen. De kamer was zoo klein, dat de buren voor de deur moesten blijven, terwyl hy er uit stapte. Er zijn gisteren morgen om negen uur," zeide hy, twee mannen hier geweest.... wij /sliepen.... zij heoben haar gedood " Hy zeide het langzaam, met schokken, als kobtie hom ieder woord moeite. En zie eens," vervolgde hij, wat ze mij gedaan hebben." Hij liet hun eene wond aan zijn hals, link?, en eene groote wond aan zijne borst, ook links, zien. Men ging de politie halen, en Ponsard werd met eene huurkoets Kaar het commissariaat by do Halles gebracht. Daar herhaalde hij zijn getuigenis voor deii heer Dodieau, commissaris van politie. AVat heeft het doel der moordenaars kunnen zijn?" vroeg dczo magistraat. ' % Diefstal; zy hebben mij 20 francs ontnomen die Melie mij juist bracht om van te leven, en ook oenig schoon goed dat ze voor me meegebracht had." Hoe is het mogelijk?" x ' Ja, het is donker in ons kamertje, het wordt alleen verlicht door een heel klein glaasje in het dak. Ik heb ze nauwelijks gezien." De handen van het lijk waren op de borst ge kruist, wie heeft dat gedaan?" De moordenaars, toen ze heengingen." En zijt ge twee-en-dertig uren bij dat lijk kun nen blijven, zouder u te b j wegen, zonder te roepen?" Ik kon niet schreeuwen.... Het was of mij de keel werd afgesneden.... Ik was bang dat ik niet de kracht zou hebben op te staan.... Ik wachtte...." Men zond Ponsard naar liet hospitaal, en liet het lijk weghalen. Dit weghalen, dat 'e avonds te negen uur, in tegen woordigheid van den heer Dodieau en den lieer Jacob, chef der veiligheidspolitie, gebeurde, was nog niet zoo femakkelijk. De ruimte van het hokje waste klein, dan at tweo mannen er zich in konden bewegen, Na vele vergeefache pogingen, moest men l»et lijk der arme Emilio op het portaal slepen, en daar namen twee be dienden het op om liet naor de Morgue te brengen. Emilio Bourdin was gewurgd. Maar zij was zoo zeer met het bloed van haar minnaar bedekt, dat verschei dene menechen die het lijk zagen meenden dat men haar met een dolk doodgestoken had. Uit het visum der doctoren bleek dat de dood hoog stens 30 uur geleden kon zijn, hoewel het gebrek aan lucht in het kamertje de 'ontbinding veel verhaast had. Ponsard had dus juist den tijd aangegeven waarop de misdaad gepleegd wa^, maar wie had haar gepleegd? Op nieuw ondervroeg men Pon.card in bot hospitaal in de zaal van Sint-Martha. Hij bleef bij zijn verhaal. Maar dit wordt door de getuigen sterk tegengesproken. Do eigenares van het hotel de l'Ouest, de meiden en knechts getuigen allen dat er niemand boven geweest is, evenmin beneden gekomen. De buren verklaren dat zij niet het minste geraas gehoord hebben, geen voet stappen, geen worsteling op den vloer. Eindelijk zyn er personen «iie het slachtoffer gekend hebben en 'verkla ren dat Ponsard haar zeer dikwijls met den dood ge dreigd heeft. Door mijn hand zal zij si erven," zeide hij dikwijls. De heer bij wien Emilie Bourdra diende, de neer Blot, had haar dikwijls zoeken te overreden hem te laten loopeu. Zii had geantwoord: nik durf niet. Hg zou my doodenU." Toen zij de vorige week vernomen had dat haar broe der, dÜsoldaat was, te Courbevoie in garnizoen zou komen, moet zy gezegd hebben: , Dat doet mij pleizier. Ik kom nu van Adolf af, mijn broeder aal mij beschermen...." liet was zeker bet aankondigen van deze scheiding die er Ponaard toe gebracht had zich op haar te wre ken en daarna te doen alsof hij zelf aangevallen was. Maar waar was het wapen waarmede hij zich gekwetst had? Hy waa niet van do kamer geweest, en de nauw keurigste onderzoekingen hadden dit bewywtuk niet kunnen doen vinden. Eenige dagen verliepen. De getuigenverbopren waren gestaakt. Ponsard, door hevige neusbloedingen ver

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl