Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER.
Maar vooral zijn we dankbaar voor den post
waterverver, ching en r;o leering f 500.000, waarvan we, naar
we hopen, weldra iets zullen ontaekken. Moge er wat
meer spoed mee gemaakt worden dan met het afbre
ken van de brug voor de voormalige Leidschepoort en
vooral wat meer dan met de aanleg Tam Staatswege
van den spoorweg door het Y. Men zou deuken een zeer
groot aantal personen aldaar .aan den arbeid te zien 30
slechts hier en daar ontdekt men een man met een
kruiwagen, die zich blgkbaar nu en 4an niet ka* herin
neren, wat hij hier komt uitvoeren, dewjjl het alles zoo
kalm wordt aangelegd.
Aan de begnooting oudeénen ve verder de
imededeeling dat wij binnen kort weder een nieuwe leeraog
kunnen tegemoet uien, dat er f 12.000 is uitgetrokken
voor een nieuwe zwemplaats; dat <Le Bozen^racit en de
N.Z. Voorburgwal vooreerst nog niet gedempt worden,
een soort van geestelijk likeur voor de wereld even als
Jenny Léa een Amerikaansch curacaotje was. De wereld
proefde beiden zonder vooroordeel en vond eigenlijk
't laatste 't meest verkwikkelyke.
Lady Hilda ia kalm* Tvradfetnig «tapte in haar
«abelbont ia haar coupé, joist toen Jenny LéaV rftaif weg
reed. Be rfj bedienden van het. hotel had dus tweemaal
even diep te buigen. JE
-?.Heeft iets u onaangenaam aangedaan, milaJj? Wie
of wat was *fa ongelukkig?" zette Itëla Booca, het
voorplein van het hotel overstappende.
Niets in 't bijzonder, antwoordde, zij koel. Die
baccaratBpelers hebben mij den gansenen nacht wakker
gehouden. lip had gewenscbt dat de politie was
gekoen dat het beiasiingcy£er alw«er verkooad is, waardoor l HMSQ. Wat afochuirelitk weer is het I"
T 1 ? 1 A ? t £VTÖ* f> * A * f _1 L A. 1. l
vele menscheu in het jaar 1878 af niet, af slechts tem l
deele bevrediging vinden. Men bedenke daarbij echter,
dat onze gemeente zich ten opzichte van kaar belas
tingstelsel nog in een fcydrak van overgang bevindt.
Een beetje koud, «aar tocfe beider,9 zeide Defla
i O r £ L L E.
In eem Winterstad,
Maar dat dacht ze in 't geheel niet, terwijl ze daar
heen sleepte in haar sabelbont, terwijl haar fijne wang
als eene zachte roos uit het donkere boot straalde.
De onsterfelijkheid waaraan zij dien morgen getwijfeld
had, gcheen haar nu'zoo ongeremd niet meer. Er was
iets godsdienstigs op deze plaats, iets van dien gods
dienst die zich eerst ten volle openbaart aan de vrouw
die oeuunt»
Zy ontwaakte als uit een dreom toea Olga, die altyd
honderden afspraken had, meende dat het tgd was om
been te gaan. Zjj gingen naar den antiquiteiten-koopman
waarzy weeën moest, toen nog naar een paar anderen,
tot eindelijk de Prktses, aan eene meer schitterende rol
gewend dan die van f&chense troistène, afscheid nam.
Lady Hftda, die als een gezond menseh vaa wandelen
hield, zond haar rijteig weg fa Della Boeca geleidde
Bocca, een weinig verrast, want het was een frisechöJ faaaer langs do kade en de straten, terw^l de
weddingiieerlfke dag. Ik kwam, hopend te* worden toegelaten, l schappen weer begonnen' e» 4e Itatiftaasdfte dames voor
BOOS
OUIDA.
(Vtrvólg.)
Parijs was toch de eenige plaats waar het de moeite
waard was te leven, doctoren waren alarmisten; alleen
wanneer men zeer ziek was, werden ze half-goden om
dat men verzwakt was door morphine en niet wilde
sterven; terwijl toch, als men een goed Christen was,
men om consequent te zijn in de hoop op een beter
leven, moest wenschcn te sterven. .. ?
Lady Hilda zuchtte. Zij was het met zich zelve niet
geheel eens wat zij hoopte of vertrouwde. Zij vond het
een zonderling denkbeeld, zich voor te stellen dat Mila
en Maurice als engelen in eene ideale sfeer zouden
zweren, en even vreemd hen die zoo oppervlakkig waren,
te straffen met dezelfde maat als degenen die meer
hart, meer gedachte, meer vatbaarheid voor heldenmoed
en deugd hadden en dezelfde gingen bedreven. Zy twij
felde ...
Alzoo van bet behangsel van haar salon op de vraag
stukken der eeuwigheid gekomen, was Lady Hilda er
alleen in geslaagd zich nog meer ontstemd en ontevre
den te gevoelen. Zij besloot uit te gaan, liet zich in
gitzwart sabelbont hullen en keek uit het raam.
Daar zag zij eeno dame in sabelbont, er vrij goed
uitziende, die het hotel uitstapte en in een coupéging.
het evenbeeld van den haren.
«Wie is dat?" vroeg zij hare kamenier.
Dat is Mlle Léa, Madame11, zeide deze. Zij is
gisteren avond aangekomen. Zij heeft de suite hier boven.
Hoe durft ge over haar te spreken?" zeide Lady
-Hüda.
Deze kleine omstandigheid vulde de maat van haar
tegenzin. Mlle Léa was een jonge dame die de genegen
heid van een keizer, drie aartshertogen en een ontel
baar aantal van de hoogste mannen uit alle volkeren
had weten te boeien; zij was volkomen onopgevoed,
onbegrijpelijk gemeen en 't eerst gevonden in een kroegje
in de holen van Whitechapel; zij Was op 't oogenblik
de rag e. Zij had een arm schrijverfrje gevonden om
hare levensgeschiedenis te schrijven, die zij nu onder
haar eigen naam als Avontures d'une Anglaise", uitgaf.
Het boek was niet welvoegelijk en niet geestig, maar
het gaf voor, de schandalen te vertellen van een groot
hof, maakte eenige groote mannen belachelyk en erger,
dus waren er in een oogenblik tachtig duizend exem
plaren van verkocht en de groote dames bogen zich
uit haar rijtuigen om Jenny Léa te zien passeeren.
Jenny Léa had hare populariteit de kroon opgezet
door onmetelijke schulden te maken en haar inboedel
te Parys te laten verkoopen. Nu was zij de sensatie van
het oogenblik en deelde alleen de publieke attentie met
Pater Hilarion, «én jong, hartstochtelijk dweepend Do
minicaner, die van -een der grootste kerken van het
vasteland uit, de wereld zocht te bekeeren. Men ging
naar Pater Hilarion, had -er en weende er, keek dan
naar Jenny Léa, koekt haar boek en praatte over
haar. - .
Pater Hflaiion xyn groot hart over de verdorven
heid en hopeloosheid van de wereld en zyne preek was
ofschoon het nog te vroeg ia, en niet de dag waarop
£9 ontvangt. Maar ge hadt het zoo drak met den
praos gisteren «vond."
Zij gEsiI»eMe even, omar deed een stap naar den
cocrpé. ,
r Ik ga weer naar Parys," zeide zy.
Hij werd zeer bleek. ?
Is dat niet zeer plotseling ?" zeide hij; zijne stem
was veranderd.
Toch niet; ik heb daar mijn huis, zooals ge weet,
en Monsieur Odiseot is bezig de balzaal met fresco's te
"beschilderen. Ik heb ook een geheel nieuw idee voor
mijn salons; meubileeren is toch ook een der schoone
kunsten, houdt ge van de manier van Odissot? Hij tee
kent meesterlijk, hij is een leerling van Hippolyte
Flandiïn. Goeden morgen."
Zy was reeds in haar coupéen hij moest het portier
sluiten, maar hij hield er de hand op.
Daar gij ons zoo spoedig en zoo wreed verlaat,
Madame, zoudt ge nog de fresco's van mijn eigen oude
kapel met een bezoek willen vereeren, zooals ge beloofd
hebt? Misschien konden ze u nog eenige idees aan de
hand doen voor uw balzaal,"
Ditmaal glimlachte -Lady Hilda helder en volkomen.
Is dat spotten met mij of met uw kapel, of met
beiden?
Het is jalousie op Camille Odissöt! Ik zal naar Parijs
komen om uw fresco's te schilderen, Madame, als ge
't goed vindt; ik heb in der tyd aan de Academie van
San Luca gestudeerd en kan in fresco en tempera
schilderen."
Zijne woorden waren luchtig, zijne -houding ook,
maar zyne oogen spraken eene taal die Lady Hilda
een weinig deed kleucen en haar het andere portier
van den coupédeed uitkijken.
Ik moet eerst naar Olga," zeide zy, zich weer tot
hem koerende, maar over een uur kom ik
aanuwpaleie, misschien komt ze mee; ik zou zeker niet gaarne
heengaan zonder uwe kapel gezien te hebben. Au revoir."
Als gij heengaat Madame, volg ik u, om uwe bal
zaal te schilderen!"
Hy sloot het portier en stond blootshoofds in den
kouden wind terwijl de ongeduldige paarden trappelden
en wegrenden. Toen het rytuig verdwenen was, zette
hij zijn hoed op, stok een sigaar op en wandelde naar
huis.
Zy zal niet naar Parijs gaan", zeide hij.
Hy kende de vrouwen goed.
Anderhalf uur later, stapte zy met prinses Olga
aan de poort van zijn paleis af.
Zy zag den grootschen ouden tuin, de statige trappen,
de voorpleinen waar eens gewapende lijfwachten ka
npeerden, zyne eigene kamers met de oude tapijtbehang
sels en de stille halfdonkere kapel die tot de merk
waardigheden der stad behoorde. Zy werd aangedaan
en treurig, ook zachter gestemd, het verval van een
groot geslacht treft ieder, des te meer haar, die zoo
arrogant en trotsch op hare geboorte was.
Zij had gehoord hoe by leefde, zonder schulden en toch
met waardigheid, er was iets in dit alles dat haar veel
meer vorstelyk sokeen dan alle voordeden van fortuin
en succes, iets dat de poëtische snaar in hare ziel deed
trillen. Zy droomde, terwijl zij langzaam in de schoone
oude kapel rondwandelde, onder welks mozaïek het
stof van zoovele geslachten rustte.
Hy beschouwde haar en dacht:
Misschien bedenkt zfj, hoe min het is van een man
zoo arm &4s ik, aan een vrouw te denken die zoo ryk
is als .zg."
de vijfduizendste maal weer groote oogen opzetten over
de vrije manieren der^j&ngelscke dames.
Aan het hotel gekomen, nam 29 hem mede mn tbee
te drinken en luisterde Baar saga beoeid gesprek en
Het hem zyne liéfu verklaren ia oog en gebaar en
woord, zonder tot een directe opheldering te komen,
met al den tact dien zij tien jttrea lang in praetgk
gebracht had..
Het was een allerliefst tijdverdrijf, al was het niets
meer. Plotseling kwam Madame Mi la binnen en dat
was jammer. Er was weer wat aan de hand met de
Mwcadins en dan waren er ecu veertig menschen ge
trouwd, geëngageerd, gescheiden, bedrogen, ontmaskerd.
't Is toch gelukkig dat er zooveel slechte menschen ia
de wereld zijn, waarover zouden anders de goeden te
praten hebben? Zij zouden sterven aan verlamming in
de tong.
Gij vertrekt dus nu nog niet naar Parijs?" zeide
hij zacht, opstaande, met een zucht dien zij alleen
hoorde.
Zij glimlachte en zag naar eene theeroos die zij in
de hand had.
Nu nog niet, als het weer hier maar mooier wordt."
Hij nam de theeroos uit hare vingeren, ongezien zelfs
door de vlugge oogjes van Madame Mila, die met
haar thee bezig was. Zij liet hem de roos over.
Ge hadt eens moeten zien hoe alle mannen die af
schuwelijke Léa nakeken," begon Madame Mila, toen
hy vertrokken was. Zij hebben nergens anders meer
oogen voor, en verbeeld u dat ze de suite boven de
mijne heeft. Men zegt dat haar verkooping fabelachtige
prijzen heeft opgebracht. Kleine pommade- en rouge
potjes, vijfhonderd francs het stuk. Ze vertellen dat ze
hier haar oog op den jongen Sant' Andrea geslagen
heeft; ze weet zeker dat hy zoo rijk is. Hebt ge al
gehoord dat Gwendolen Doncaster gekomen is? ze
heeft al haar geld verspeeld te Monte Carlo en heeft
haar haar een aardig strookleurtje geverfd; ze ziet er
vijftien jaar jonger uit, waarlijk. Don jaagt in Dalraatie,
ze spreekt natuurlijk kwaad van hem de goede
oude Don! Ik zou wel hebben willen weten boe w\j
geleefd zouden nebbén als we getrouwd waren, zooals
hy gewild had. Gwen vertelde me dat Lord Derbyshire
op den loop gegaan is met Mevrouw Whcelskaitte,
wat hij aan dat mensch vinden kan? En deze openlyke
schandalen zijn zoo onzinnig waartoe dienen 2e?
Men kan toch wel doen wat men verkiest, zonder de
heele wereld er by te roepen om het te zien. Als eene
vrouw een handelbaar man heeft, behoeft ze zich nooit
te compromitteer en en dat was Wheelskaitte zeker. O, gij
hebt ze nooit willen kennen, omdat het nieuwe
mensohen waren, zy was ondragelyk en vreeselyk leelijk,
maar ze gaven te Londen heel aardige partyen. Ge hebt
den jongen "Wroxeter wel gekecd, zoo'n aardige jon
gen, hy is juist van Eton t' huis gekomen en is na
razend om een meisje uit een Ctfé-Chantant te trouwen,
vertelt Gwen. Die schepsels krygen tegenwoordig alle
goede huwelyken, en deze maand moeten er weer
tweehonderd jonge meisjes aan 't hof worden
vcorgeflteldl"
Wordt vervolgd.
k
V