Historisch Archief 1877-1940
ONZE KINDEBEN.
U zal mij toch zeker toestemmen Mevrouw, dat uwe
kinderen de liefste kinderen van de wereld zijn en heel
wat anders dan die kinderen van hiernaast en vooral
dan de bengels van hier óver. Ik weet het, gij zijt niet,
zooals sommige ouders, blind voor de gebreken uwer kin
deren ; gij hebt niet, zooals sommige ouders, alleen
po£ voor hunne goede eigeschappen; maar misschien
juist doordat. gy hunne ondeugden ziet, om ze te ver
beteren en hunne deugden, om er uwe tevredenheid
over te betuigen, zeker is het, dat het veel liever en
aardiger kinderen zyn dan van de meeste menscheu,
die ik ken.
Tt Zijn geen engelen, geen volmaakte kinderen,, ais ik
dat zeir zou ik u vleien; maar 't zyn kinderen zoo na
tuurlijk en zoo goed, als men ze maar kan verlangen.
'k Herinner mij de dagen, die ik bij u doorbracht.
In dien tijd heb ik loeren inzien, hoe veel verdriet
men van kinderen zou hebben als ze ondeugend waren
en hoe zonderling de menschen soms over kinderen
oordeelen.
Nog denk ik aan den eersten morgen,
'k Was een poosje voor het ontbijt met mijn, toilet
gereed en met een morgenjasje aan, meende ik op rayn
pantoffels een beetje in den bioemtuin rond te drentelen,
toen ik naast do verandah de lieve engelen hoorde kraaien
van pleizier. Ik liep er naar toe en zag, hoe het twee
tal met gloeiende wangen en stralende oogèn naar mij
heen keerde, toen ik aankwam.
Daar stonden ze. Van een stoof en een paar dikke
boeken, die in de huiskamer lagen, hadden zij een
drerapeltje gemaakt en daar bovenop stonden ze bij den
regenton en Jan riep Oome Willem^ we varen,?kyk
eens wat een mooi scheepje!"
Oobe Wiwwe, peepiel" gilde Kees. 't Was aar
dig om* te zien. Hoe slim, om daar eerst zóp'n trapje
te maken en dan daar te gaan varen. Wat die scheep
vaart ons toch in 't bloed zit.
Daar dreef in den regenten een van mijn bottines;
tusschen het elastiek en net leer had Jan een tafelmes
gestoken, waarvan de punt naar boven stak en boven
aan de a en mast stak een gedeelte ran het No. van
J)e Amsterdammer, dat de post vijf minuten te voren
gebracht had.
Ik stond versteld over zooveel vindingrijkheid en
voorspelde, dat die jongens het ver zouden brengen in
de wereld.
Toen men ons voor het ontbijt riep, wilde ik het
scheepje" er uit halen, maar daar was geen denken
aan. I)e jongens hadden nog zoo veel te varen, dat ik
er zelf pleizier in had. Mijn laars kwam in den regenton
voor anker, om na het ontbijt de rei» om de Kaap voort
te zetten.
Dat is anders dan die kwade bengels van Gys, die
mij a nieuwe laarzon in het water smeten on gilden als
oi ze vermoord wierden, toen ik ze er weer uit wou
halen. U heeft geen begrip van de onaangename ma
nieren van die kinderen. Ik was pp de blauwe kamer
gelogeerd, n weet wel, boven do tuinkamer en op t
oogenbtik, dat ik voor de tuindeuren op en neer loop,
valt 'er een fiescbje voor mijn voeten, dat bleek mijn
niondspoelins te zijn, die de kwade jongens maar heel
eenvoudig uit het raam gegooid hadden. Gelukkig was
het niet stuk en ik holde dadelijk de trappen op, om te
zien, wat. ze voor kattekwaad deden. Ik rmd het raam
open gelaten en in gedachte het fleschjo op de
vensterbank laten staan en nu waren zy uit het raam
gaan hangen en hadden het fleschje er uit laten vallen.
Terwijl ik het raam dicht doe, hoor ik een slag en
daarop een doodache stilte ik zie om en bemerk hoe
Gerrit, de oudste, met wascbtafel en al omver is gevallen.
Alles was stuk en leeg *t was een gruwelijke boel.
Ik begon met de wadchtofel overeind te zetten en toen
ik daarop Gerrit overeind helpen wou, borst hij loe
m een gebrul, dat mij door alles heenging en zes huizen
ver gehoord kon worden. Ik moest den jongen zoo vol
water en olie en tandpoeder en zeepsop en wie weet
wat meer, op mijn armen nemeu ik. was te vies hem
aan te kijken en suisen en kussen (ba!) en alles
moois en lekkers beloven, wüde ik niet, dat de heele
familie naar boven stormen zou.
Neen, dan heb ik van den zomer bij u gelachen!
Ik sta op het plaatsje een kop thee te drinken, dat
Juf me altijd inschenkt, als ik beneden kom en verbeeld
me, dat ik een druppel op mgn pet hoor vallen. Ik steek
de hand uit, voel niets en eritgeef 't me weer.
Een oogenblik later kijk ik naar horven en voel mi
duidelyk een druppel op mijn neus vallen. Ik veer "t
af, kijk op maar bespeur nog geen regen eindelijk
valt er een druppel in mijn thee en ik zie duideïflk, dat
't vet is het blijft drijven. Eer ik tijd heb, over de
oorzaak van dit verschijnsel na te donken, giert Jan:
Oome Willem, we laten het regenen l"
Nu zie ik duidelijk, dat ze mjjn ileschje haaroiïe ge
nomen hebben en dat druppeltje. voor druppeltje op
mijn jas, op de plaats en in uiijn. thee laten leegloopen.
In doodsangst, dat de lieve kinderen uit het vaam zuilen
vallen, loop ik naar boven, waar ik juist aankom op het
oogenblik, dat Kees, die met mijn scheermes van mijn
groote rotting een klein rottinkje heeft willen maken,
(ze zijn zoo ulini en zoo handig-, ctte lieve jongens) zich
«en kerf in zijn vingertje geeft. Ik nam het Tieva kind
dadelijk op. Hij liet geen kik hooren. Wel begon hij
gegeven had en beloofd had, prentenboekjes te koopen,
was de smart weer. gestild.
Ik moest nu met hem door de kamer dansen en
hy trok me aan myn baard en aan mijn oogharen en
wilde de knoopjes uu mijn overhemd trekken kort
om hy waj allerliefst.
Er zyn van die onverbeterlijke mopperaars die, be
weren, dat onze kinderen niet zoo zoet aün, als wijzelf
zijn. Dat is lest mogelgk. 'k Weet wel, we
waren ondeugende rekels th is; maar we hadden ontzag
voor papa en mama. dat beloof ik je. En onze jongens:
hoor eens, van die doetjes, dat is ook niet veel bijzon
der». De jongens moeten ondeugend z$n, anders zijn
ze niet gezond. Als ze wakker en flink zyn, dan zijn
ze ook ondeugend en als ze niet ondeugend zijn, dan
soezen ze.
En onze kinderen soezen niet, daar kun je op tuin.
Er zijn ook menschen, die in hunne kinderen won
deren zien en die 't er voor houden, dat onze kinderen
veel vlugger en wakkerder zyn, dan wff eclf ooit ge
weest zijn. Dat kan nu'wel waar wezen voor de kin
deren; maar niet voor ons: ik wil zeggen, dat zal wel
waar wezen voor hun kinderen (maar ze zyn er dan
toch heel ondeugend bij, de kindereu namelyk!)
maar voor ome kinderen kan dat niet. Ze zijn heel
vlug: maar vlugger dan wij dat is bepaald
onmogcWk och, ik wil zeggen, dat weet ik nu zoo niet!
Er zijn menschen, die alles bij 't oude willen laten
en daarom altijd praten van: De kinderen moeten ge
hoorzamen en ze moeten willen, wat ik wil!"
En er zijn weer andere menschen, die altijd den mond
vol hebben over «vrije burgers" en die daarom vol
houden, dat men ae kinderen in alle deelen vrij moet
laten.
Voor onze kinderen komt het er minder op aan, die
kinderen zjjn goed ('t kan ook wel niet anders, als men
de ouders maar ziet) hoe die opgevoed worden is bijna
rt zelfde 20 zullen altijd goed zyn.
Maar dunkt u niet, dat het nog al van belang is,
voor die inonschen hier naast en die menschen hjer
over, dat ze goed weten,, waar ze zich by de opvoeding
hunner kinderen aan te houden, hebben?"
We moeten daar later to&h nog eens een woordje
over spreken.
We bevolen hierbij ton sterkste do lezing mm van een werkje
waarvan i» ne week 40000 exemplaren verkocht werden» getiteld:
HBLBJU'S BABIES wit A tome account ofiheir wityt: innocent, crofty,
anyelic, impith, witcAiny *nd repubive: ffy their tateat victim. De
vertaling verscheen bij de Erven F. Bohn te Uaarkin oadev itn
titel: Helen't hlri»tje» inar 't Engelsen door Marie Nste.
later nog wat te huilen, maar toen ik hem wat lekkers l
WIJNVERVALSCfflNG.
We meenen onzen lezers geen ondienst te doen? door
hier te laten volgen, wat ons van zeer bevoegde zj$de,
over de wynvervalsching wordt toegezonden.
In vroeger tijd werd er bij den wyn bijna alleen op
goede kwaliteit gelet, alleen goede (en ook dure) soor
ten werden verkocht, omdat liet alken bij gegoede
familieu was, dat geregeld wijn werd gedronken. Bij
andere was het alleen als artikel van weelde, dat de
wijn nu en dan voorkwam. I>ètijden afjn evenwel ver
anderd ; het gebruiken van wijn. is in byna alle gezinnen
eene gewoonte geworden en daar niet al Ie een voldoenden
prijs kunnen besteden, werd het wenschelyk goedkpopen
wyn in den handel te brengen. De wijnbouwer, ziende,
dat ny meer geld won met grooter hoeveelheid dan
met beter kwaliteit, zocht in de eerste plaats zoo
veel mogelfflc aan de markt te brengen en terwijl de
aanvraag steeds buiten verhouding toenam, bleef de prijs
stijgen, ook toen de kwaliteit reed? minder was ge
worden.
In ons gure klimaat geven we natuurlijk verreweg de
voorkeur aan een krachtigen wijn boven een slappen en
nebben nu te kiezen, tusschen goeden, duren en minder
g-oedkoopen wyn.
Tegen duren wyn protesteert onze beurs, tegen
goedkoopen ons verhemelte en nu klagen we over slechten
wgn, maken ons ontevreden, bevorderen de
wijnversnyding, die we doodeenvoudig wijnvervalsching gelieven te
noemen en eindigen met elke aanbieding van wyn te
verdenken. Beter ware het eene proef te nemen.'Indien
uw w§n van uwen gewonen wijnkoop e r n nret bevalt,
zoo ontbied eene proef van een ander en indien het
druiven-bloed" u bocht" schtfnt, onderwerp het, na
het aan uwen smaak te hebben onderworpen-, aan een
scheikundig onderzoek en maak den uitslag daarvan
in grooter of kleiner kring bekend. Daardoor, beter dan
door wettelijke bepalingen, zal men het/ kwaad tegen
gaan, dat waar het soms fabrikatie van kanstwijn"
aangaat, toch rechtens evenmin verboden mag worden
als de fabrikatie van ruttenkruid. dynamiet, of pruisisch
zuur. Tegen reryalschm£t 't z$ door verkeerde
versnifding, Tt zij door inmenging van vreemie bestanddeelen^
is de staat zoo goed als machteloos. De verbruikers zelf
zijn oorzaak, dat er minder goede soorten in den handel
zijn gebracht: het vermeerderd gebruik heeft den prys
doen stngen, de verwoesting door de wynluis (Phyiloxéra)
aangericht heeft nu en dan den aanroer doen vermin
deren, ongelukkige wtfnjarerr hebben nadeelig op kwa
liteit en kwantiteit gewerkt is het nfet dwaas onder
die omstandigheden voor weinig geld eenen wijn te
verlangen, die alle meest begeerlijke eigenschappen be
zit, als gladheid, volheid, fijne smaak en bonquet? Moge
bet waar znn, dat in Belgiëover het algemeen wjyuaji.
[zegge: tafelwynen) worden verbruikt van beter d. i
phooger" kwaliteit dan hier te lande, niet minder waar
13 het, dat men in Frankrijk en Belgiëvoor goeden wyn
voor particuliere consumptie, meer geld besteedt;
vooral, wanneer men in aanmerking neemt, dat de
accijns aldaar veel lager is dan hier te lande.
Vooral in de Hotels en Cafés vindt men er, in 't alge
meen genomen, betere soorten dan hier, maar ook om
gekeerd is de consumptie in Cafés en Hotels grooter,
zoodot de hötelhouder zich bij 'grooter omzet met klei
ner winst kan tevreden stellen. Daar drinkt men n.l.
veel wijn in Cafés en Hotels, terwyl men hier, met name
in Amsteidam, in de Cafés zoo goed als nooit een flescli
ziet gebruiken.
Omgekeerd, zijn de eigenaars van Hotels en Cafés ten
deele zelf schuld aan dit minder verbruik, * door de
grootere winsten die zig (moeten?) vorderen. Niet
onmog«lyk hebben wij hier minder behoefte aan wijn, dan
de bewoners der zuidelijke landen en daar de behoefte
niet bg allen zoo sterk gevoeld wordt, hechten velen
minder gewieht aan de zorgvuldige keuze van hun wyn.
Het gebruiken rau wijn is inderdaad bij de meesten'
nog altijd weelde, eene weelde evenwel, die een ieder zich
permitteert, die daardoor behoefte wordt, maar voor
welks bevrediging men minder streng kiest, omdat men
zich ongaarne groote uitgaven daarvoor getroost en
inderdaad voor niet al te hoogs eisenen zijn er wijnen
genoeg, goede, degelijke, smaakvolle wijnen.
Medoc alleen b. v. levert gemiddeld van 10 tot 15
duizend okshoofden geclassificeerde, d. i. hooge" mer
ken per jaar; terwyl de geheele opbrengst der Fransehe
wijnen gemiddeld 40 tot 45 millioen héctoliters bedraagt,
zij het al nret geheel voor uitvoer geschikt.
Madeira levert, na ongeveer tien jaren geen, of al
thans zeer weinig wijnen te hebben geproduceerd, thans
reeds zeker zes a acht jaar ongeveer 10 a 12000 pfoen
en de jaariijksche uitvoer van portwijn wordt geinulaekl
op 40 a 60.000 booten geschat.
Indien we ira in aanmerking nemen dat Spanje, ItaKe,
Hongarije etc. ongeveer even groote kwautums goede
roode wijnen voor tafelgebruik opleveren, en, wat be
treft da surrogaten voor Madeira, minstens bet tienvou
dige van hetgeen het eiland zelf produceert, dan bluft
er, ook wanneer we de wyuen van Amerika, Australi
en de zmdikust van Afrika buiten rekening laten, zeer
zeker eene hoeveelheid over, groot genoeg om won"
te verkoopen.
En edner.... wordt er geknoeid!
Hoever zich dat uitstrekt, hoeveel ankers er per jaar
gefabriceerd worden is natuurlijk niet te bepalen.
Genoegzaam ia het bekend dat in 't Zuiden van
Frankrijk, iii Duitschland. Hamburg etc. bepaald
wgnfabr léken? ontdekt aiïn, aat men in
Engelandpruimenwyn fabriceert en dat op verschillende plaatsen in
Europa op meer of minder groote schaal vruchtenwij
nen worden vervaardigd, die ten deefe als druivenwün
in den handel komen. Men maakt echter hiermede door
toevoeging aan dr ui ven wijn een zeer onsmakelijken drank
verre Beneden de aangename eigenschappen van echten"
wijn en meestal reeds daardoor te onderkennen; of wel,
men maakt door toevoeging van essences er een, die'
beter aan den smaak voldoet; de laatste verraadt zich
echter het beste, door de onaangename gevolgen, die
men er ook na matig gebruik van ondervindt.
Ter geruststelling van hen, die aan het bestaan van
echten wijn gaan twijfelen, zij hier nog vermeld, dat
eene firma hier ter stede meer dan 20 goorteu wijn on
derzocht door haar van eoliede huizen betrokken, en
dat niet n enkele soort vervalscht bleek te zin.
Bedoelde firma stelde ons in de gelegenheidTae resul
taten van 14 proefnemingen te beoordeelen- en legt er
zich speciaal op toe, alfe de verschillende door haar in
den bundel gebrachte artikelen aan eeii gelijk onderzoek
te onderwerpen.
Onjuist is zeker de voorstelling, als zonde direct uit
het mnd van productie betrokken wijoen meer waarborg
voor zuiverheid geven.
Indien ergens, dan wordt in het land van produktie
geknoeid; nergens toch kan dat op ruimer schaal plaats
vinden, en loont het dus beter de moeite; nergens ook
i* het moeielyker als consument, den fabrikant in den
vreemde aan te klagen of te vervolgen, terwyl elk
soMed wynkooper ter plaatse zelve of in het eigen land
het door haar geleverde zal terug nemen.
Ook is het een verkeerd inzicht te veronderstellen dat
de groote handelshuizen in Tt buitenland, die hunne*
wijnen bij partijen aan den handel naar hier verzenden,
htm gelreeie crediet zouden wagen aan eene enkele
vervahchte zending, die de deskundige veel spoediger zou,
onderkennen, dan dit aan particulieren uiogelyk is.
Een en ander te zamen vattende, komen wy tot de
slotsom, dat, ofschoon vervalsching van wyn wel degclyk
hier en daar plaats heeft, men die veel meer in het
land van procnzctfe moet zoeken, dat wyu-versnyding
(in vele gevallen voor goeden wijn noodzakelijk) maar
al te vaaK plaats vindt,, tengevolge van de betrekkelijk
loge prijzen, die men voor goeden- wyn wil besteden, en
dat hoezeer ook vee! over wijnvervaLjehing geklaagd
wordt, er wel degelijk, ook tot matigen prys hier te
lande goede en zuivere wijn te koop is, mits men in
zijne keuze een juist gebruik wete te maken van de
aanbiedingen van firma e die wetende, dat wynhandei
eene zaak jan vertrouwen is er zich op toeleggen,
door alle middelen, die onder hun bereik staan, de
vervalschingen tegentegaan.
al'