De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1877 21 oktober pagina 1

21 oktober 1877 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Weekblad voor Handel, Industrie en Kunst UITGEVERS: ELLERMAN, HARMS & C°. Kantoor* Rok i o 2. MII. *f Oetober Verschijnt lederen Zondagochtend. Abonnementsprijs per 3/m. 00 Cts. Aft. Nummers 5 Cts. AdTertentiim 10 Cents per regel. ABATTOIRS. Eerlang zal in de gemeenteraad der hoofdstad aan de orde gesteld worden een voorstel om een abattoir of slachthuis opterichten en velen hebben, sedert dit voor stel in de dagbladen vermeld werd, hunne verwondering daarover te kennen gegeven. Ze hebben gemeend, dat het heel goed kon blijven, zoo als het nu is en achten het volstrekt niet noodig, dat alle dieren op dezelfde slaehtplaats gedood, alle vjeesch van eeue zelfde plaats vervoerd werd. In ons artikel over overdekte Markten hebben we reeds met een enkel woord daarover gespro ken en het komt ons voor, dat het publiek pok in deze zaak moet trachten zich eene gegronde opinie te vor men en do zaak dus dient te overdenken en'te bespre ken. Mogen daartoe de onderstaande regelen eene ge paste aanleiding geven. Om te beginnen zij gezegd, dat abattoirs of slacht huizen volstrekt niets nieuws zijn, daar ze reeds door Napoleon I waren ingevoerd wegens de gemakkelijke wyze van belastingheffing. Het is evenwel met geheel andere bedoelingen, dat deskundigen er thans voor ijve ren dergelijke inrichtingen in het leven te roepen. Niet ieder weet, aan hoeveel gevaar hij blootstaat, bij het eten van vleesoh, wist hij dat, hij zou zeker met ons in de abattoirs een krachtig middel zien, om de ge zondheid over het algemeen te bevorderen. Bij 't eten van vleesch ko*nt men in gevaar: ' Ie door het gebruik van vleesch van aieren, gestorven aan inwendige ziekten wat een reeks van ziekten bij den ménsch kan doen ontstaan; . 2e . door gebruik van een aan knobbelziekte lijdend dier, waardoor niet zelden longtering (tuberculose) bij den gebruiker ontstaat; 3e door vleesch voedsel, afkomstig van miltzieke die ren, terwyl '. : 4e ziekten als klauwzeer, waterzucht en veepest by d.»n ménsch, na gebruik van het vleesch van aan der gelijke ziekten lijdend vee, niet zelden typhus veroor zaakten. ' . .. ? ? ? 5e de blaas- en andere wormen zeer gemakkelyk door den mensph worden opgenomen. ' . . In hst algemeen is het gebruik van vleesch van die ren, wier sappen op het oogenblik van slachten aan het gisten waren,. waarschijnlijk nadeelig en zeker on voed zaam. Daarom (is bet zoo hoogst gewenscht voor den mensch, dat het veevervoer doelmatig plaats heeft en de dieren niet gedurende een etmaal ot langer, onder brandende zonnehitte zonder een teug water blijven. Thans is controle bijna onmogelyk en wordt zoo dik wijls, ongestraft, ziek vee even vóór het sterven geslacht, en de koopers, uitgelokt door de zoo lage vleeschpryzen bij enkele slachters, meenen een winst te hebben gedaan, die by slot van rekening maar al te duur te staan komt. l hans wordt uit de vilderyen het vleesch soms verkocht aan slachters, die het mengen met gezond vleesch, of ook komt bedorven paarden- en varkensvleesch als worst in den handel. Wanneer nu overal ^eslRcl^k^^ardBJi^.Jiatuufa lyk toezicht op al deze zakènTzoo niet onmogelijk toch hoogst moeielijk, terwijl by eene gorde ligging en inrich ting van een abattoir het onderzoek der dieren, die ge slacht zullen worden, zoowel als het onderzoek van het geslachte vleesch inderdaad gemakkelijk genoeg is ten uitvoer te brengen. Een abattoir dient te liggen naby den voornaamsten aanvoerweg, byv. haven of station en moet in hoofdzaak bevatten: a. groote wacht- of bergstallen ten behoeve van slachters en veehandelaars; b. een onderzoekstal, waar het vee levend gekeurd wordt door een deskundige, vooral nuttig bij epidemische ziek ten, waarvan de plaats van herkomst der besmetting dan gemakkelijk is aan te wijzen en verdere verspreiding beter kan worden voorkomen; c. een slachtnlaats, waar het vee op de minst pijnlijke, voor de slachters op de minst gevaarlijke wijze wordt afgemaakt; d. een keurplaats voor het geslachte vee, waar het vleesch door een deskundige wordt onderzocht met het. oog op trichinen, blaaswormen en plekken, minder goed op het levend dier waar te nemen; e. overdekte ijzeren kuipen, «waar bloed, urine, afval, thans den bodem der steden zoo zeer bevuilende, wordt verzameld en tot industrieele doeleinden bereid of tot uitstekende vleeschguano ge maakt; f de hallen of verkoopplaatsen, even als de stal len per vierkanten meter te pachten door de slachters. . Deze inrichting doet reeds duidelijk genoeg zien, van hoeveel belang eene slachtplaats is en welke voordeelen voor de gezondheid daaraan verbonden zijn. Een ding is chter zeker, de inrichting moet in liet1 groot plaats hebben, zoodat inderdaad kosten noch moeite gespaard' .worden" of de zaak.treft geen doel en nu voorzien; we de' vrees van velen, die zich bezorgd maken over de groote kosten. ' Deze mogen zich'gerustgesteld'achten' dóór de mededeëling, dat -er in ?'1842 te'Brussel een abattoir is aangelegd, dat ?432,000 kostte.' Later is deze inrichting, aanmerkelijk .vergroot maar; oplc. de. kosten daarvoor waren finantieel goed besteed, dewijl het geheel jaarlijks ? 86,000 rent* afwerpt'. ".''.." ' .\ " ' ] Anderen hebbén bezwaar tegen de slachtplaatseri/ omdat ze beweren, dat het vleesch aanmerkelijk in prijs zal. stijgen en dat de armere zoo doende nog .minder. dan nu, vleesch zal kunnen eten. Ook dit argument gaat niet .op.. Als het,(vleesch twee cent per kilo in' prijs vermeerdert, "is daarmede' «Mes afbetaald, ook de rente ? van ' 't stichtin^sltanitaal. Dérekeningen van' plaatsen waar dergelijke* inrichtingen bestaan,: hebben dit .duidelyk genoeg bewezen. ,Die twee centen kunnen van geen invloed zijn oj> 't vleesehgebruik, by Hen die| niet dfkwyls en zeker met'in'zér groote hoeveelheden vleesch koopen. Maar we kunhen met meer recht het tegendeel beweren. Immers, veel eer dan nu. zal er tot verschillenden prijs vleesch .van verschillende kwaliteit verkocht worden, het vleesch van n dier is meer waard dan dat van een ander en van hetzelfde dier u n stuk beter dan een ander, zoodat de armere eerder dan nu zijn gading vindt. 'Nu kan hij toch onmogelijk eerst alle slagers afloopen. Maar bovendien, die armere heeft bij het abattoir dit groote voordeel, dat hij zeker weet, voor zijn goede geld ook goed vleeech te krygen, zeker is, dat hem niet lot lagen en voor ieder bereikBii yvernemen van wat niet at iu 't belang der ge zondheid wordt aangeraden en gedaan, zijn sommigen wel geneigd te zeggen, dat het er thans met de raenschheid toch wel geheel anders moet uitzien dan vroeger, toen men zich aan dat alles niet stoorde en toch leefde. En .'t is waar, dat er veel veranderd is en dat wel in twee opzichten. Vooreerst is de levenswijze der menschen veranderd en heeft eeaje misdadige toepassing van de uitkomsten der wetenschap op onze dagelijk&che be hoeften maar al te veel een nadeeligen invloed op onze gezondheid. Ten tweede heeft de beoefening der we tenschap er toe geleid, dat men thans beter dan vroeger oorzaken en gevolgen in rekening brengt, en invloeden naspoort, die vroeger even goed bestonden, maar niet bekend waren. Door het wegnemen of beperken van die invloeden is inderdaad reeds zooveel bewerkt, dat over 't algemeen de sterfte over gelijke tijdvakken thans minder is dan vroeger. Maar nu ook juist komt het meer en meer aan 't licht,' hoeveel er kan gedaan en gelaten worden, om 's menscheu gezondheid beter te verzekeren en voor scha delijke invloeden te behoeden. Wat niet weet, deert niet," moet Uilenspiegel eens gezegd, hebben, en 't zal wel zoo zijn, dat men zich niet bekommert over 't ge bruiken < van bedorven voedsel en het bederven van de iucjit: .door allerlei, rotte wie stoffen, zoo lang men niet; weet, dat daaraaii.de ziekte, de kwijnende, ziekte vaak. van zich'zél ven'of van zijn naakte is toe te schryven. Madr-óf 'we er1 ons niet over'bekommeren, deert het daarom niét? :..?-?;'?? ? i By .de toenemende bevolking en uitbreiding der stad is het inderdaad zeer wenechelijk. dat de slagerijen uit. de dichte rijen onzer straten verdwijnen, die niet kunmn gestaan, .zonder ijo meerdere of mindere mate lucht en' water niet hun vuil :tèbederven. De afval wordt buiten den :bewoonden :kom der gemeente gehouden, het vuilaer. dieren bezoedelt niet meer onze straten en de sla gers, diégezond vleesch leveren, wel verre van nadec-, lige gevolgen van de oprichting der abattoirs te onder vinden, 'kunhen'lo. voor den afval'grobter prijs bedin gen, daar het vervoer gemakkelijker i» en alles te zanien in grooter hoeveelheid te gelyk wordt aangeboden en 2o. veel gemakkelijker groothandel .drijven of in het groot koopen, daar 'de kooplieden niet zullen nalaten hunne aanbiedingen daar ter algemeene kennis te brengen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl