Historisch Archief 1877-1940
t Y, daer doet ilch hecriijck ope,
Kroon draegt van Europé.
Weekblad voor Handel, Industrie en Kunst,
UITGEVERS s
ELLERMAN, HARMS & C°.
Kantoor» Rokln *.
«9 Oei ober 1999*
Versohijnt lederen Zondagochtend.
AbonnemeiitiprUs per 3/ra. 60 Cts. Afx. Xnnimeru 5 Cti.
Adrertentiea 10 Cent i per regel.
MONOPOLIE OF CONCURRENTIE.
.. Als hèt "regent op een tlag, dat kinderen«-uit rijden
zullen gaan, roepen ze knorrig: Het moest ook eigen
lijk nooi regenen," en menigeen, die de kinderschoenen
al lang heeft uitgetrokken, laat nu en dan als neus en
ooren hem dreigen te bevriezen, als eene uiting zijner
diepste wijsheid hooren: Ik wou, dat het nooit winter
'was; hoe heerlijk: altijd zomer!"
Het onzinnige dier wenschen voelen anderen eerder
dan de sprekers zelf en wanneer deze later tot het
inzicht hunner dwaasheid komen, vinden ze het gemak
kelijk genoeg, te vergeten, dat ze ooit zoo iets gezegd
hebben. Deze gezegden hebben evenwel geen verder
gevolg en% regen en zonneschijn, winter en zomer heb
ben elkaar* in spijt van al die wenschen steeds met onver
stoorde nauwkeurigheid opgevolgd.
Gevaarlijker is het echter, wanneer dergelijke onzin
nige wenschen eene zaak gelden, waarin door de pogin
gen der wenschers wel degelijk veranderingen kunnen
komen. Vnn het oogenblik, dat de gemeentewet en de
kieswet aan een zeer groot aantal personen het recht
gaf mede te praten en te handelen in zake van bestuur \
zijn er vooral in kleine plaatsen tal van
onzinuigheden gedaan, alleen, omdat er zaken werden behandeld,
door personen, die van die zaken niet het minste
ver< stand hadden. Gemeentezaken zijn ook alleen veilig in
handen van hen, die kennis van zaken hebben. Die
kennis van zaken heet: Staathuishoudkunde en Staats
inrichting en .een beetje Statistiek en i och is 't zeker
' maar hoogst zelden een nieuw benoemd
Gemeenteraadslid ingevallen, dat hy nu in de eerste plaats te zórgen
had, voor zijn vak" of ^voor zyn ambt" kennis van
die wetenschappen te krijgen. .
Me dunkt toch" en ik vind nu" en dat is tmmijn
idee" zijn geen bewijsgronden en voor een staathuishoud
kundige is 't inderdaad hoogst vermakelijk te hooren,
welke dolheden als theorieën zyn opgëdischt byv. voor
. een plan tot heffing van Gemeentebelasting.
Datzelfde indeluchtschermen hoort men dagelyka,
over de macht der gemeente. De gemeente mag dit
of dat nicf," ofwel de gemeente moet dit of dat altijd"
zoo men naar de reden vroeg, zou men weinig, kan <
hebben, antwoord te krijgen; de spreker, zou de ge
meente gaarne gebieden of verbieden, alles wat hem
persoonlijk in zijn kraam te pas kwam.
< Mag de gemeente een eigen drukkerij, een eigen
gasfabriek, een eigen omnibusdienst, een eigen
broodbakkerij enz. enz. hebben; moet de gemeente een eigen
sociëteit, een eigen waschinrichting, een eigen
bouwmaatschappy enz. hebben?
Deze vragen zal men gewoonlijk beantwoord krygcn,
al naar 't persoonlyk belang des sprekers medebrengt.
Toch geeft de wetenschap een stellig antwoord op
die vragen.
Het bestuur der gemeente is voor alle dingen
belast met de zorg voor de openbare gezondheid,
de veiligheid en het richtig beheer der
gemeentefinaiitien.
Deze regel, welks juistheid wel door niemand in twijfel
zal worden ? getrokken, geeft tevens, den maatstaf voor
het bepalen van de grens tusschen gemeentelijke concur
rentie en monopolie* ^ _ , . _
Hoe juist men dat 8>ïhs inziet, bewees de man, die
onlangs in 't openbaar zocht te betoogen, dat een lid'
van den raad eigenlijk geen grond in de gemeente mocht
k o open. omdat deze eerder dan anderen kon weten,
welke Jjouwplannen . er bestonden, waarmede hij zijn
voordeel kon doen.
Deze conclusie veronderstelt eene groote mate van
speculatiegeest bij 't raadslid, dat eventueel land zou
moeten koopen. dadelijk na afloop der zitting; maar
zou de voorsteller 't bij zichzelven een misdaad vinden,
als hijzelf land kocht, na dat hij geweten had, in welke
richting de stad zou worden uitgelegd? Of zou het
voor een bouwlusttee zoo onmogelijk zijn, geregeld keu
nis te krijgen van de bouwplannen.
De gemeentewet beveelt aanbestedingen deze hebben
geregeld plaats; maar.... ais de gemeente zeer groote
en telkens wederkeerende leverantiën behoeft, dan is 't
in 't fïnantieel belang der gemeente, dat zij eene zoo
danige zaak in eigen exploitatie neemt als zoodanig
heeft de gemeente haar eigen drukkerij, en zou er
had ze nog meer papier noodig, zelfs een molen op
kunnen gaan nahouden. Ook dan, wanneer er kleine
leverantiën voor particulieren bij waren, zou 't te ver
dedigen zyn, daar ze meteen de uitgaven der gemeente
verminderden.
By de verbazende hoeveelheid gas, die de gemeente
behoeft voor haar openbare gebouwen, voor de straat
verlichting en voor dégodshuizen, zou de vrang over
weging verdienen, of do gemeente een zóó groote klant
is, dat ze .van haar eigen klandizie kan bestaan en er
dus een eigen gasfabriek op kan nahouden. Ze zou
dan tevens. voor particulieren kunnen leveren, maar
als aan zichzelve leverende, zou ze geen, of niet noemens
waardige winst mogen nemen. Zoodoende zyn dége
meen t efinantiën minder bezwaard en de gemeentenaren
zyn ook gebaat behalve de firma die tot dien tijd gas
leverde. Het zal niemand invallen te beweren, dat de
gemeente het brandblusschen, het handhaven der orde
enz. enz. zou moeten aanbesteden: bij zaken van ge
wicht moet 't bestuur steeds overal net oog kunnen
hebben, maar ook gelegenheid hebben om in bijzondere
gevallen, te beschikken over alle middelen, die haar in
veel rijker mate dan aan particulieren ten dienste staan.
D aar o na keuring van levensmiddelen, onderzoek van»
vervalschingen door de gemeente; bad- en zweminrich
tingen van de gemeente. Daarom scholen door de ge
meente. Zoodra er gebreken aan 't licht komen, weet
men, aan wie men het recht heeft zich om verbeterin
gen te wenden en men is meer eeker van steun, dan
als men by particulieren klaagt. . ' .;
Indien de gemeente zoo croot werd, dat middelen van
vervoer in het groot noodjsaKel&k werden, zou 't zelfs
misschien te verdedigen zijn, dat de gemeente deze exploi
teerde; doet ze 't niet, het is omdat aan monopolie
in dezen niet gedacht kan worden,?daar geeii con
current het tegen de gemeente kan uithouden, de ge
meente, die over groote kapitalen beschikt, waarvan zij
geen rente heeft te betalen.
Waar de particuliere ondernemingsgeest zich niet uit,
treedt echter terecht de gemeente handelend op; waar het
eene zaak van groot vertrouwen, van openbare veilig
heid en dergelijke geldt, daar neemt de gemeente de
zaak in handen; waar de gemeente goedkooper en
beter dan bij particulieren kan geholpen worden, daar
bedient de gemeente zichzelve. Maar... waar de ge
meente, door alleen voor haar toegankelijke hulpmid
delen een belangrijk voordeel boven alle anderen kan
genieten, daar zou 't monopolie feitelijk geproclameerd
zyn en dat mag niet daar het de dood zou zijn, voor
elke particuliere onderneming, die men zou willen dooden."
Er moeten in 't belang van den handel aanplakborden
en los- en ladingsteigers zijn en de cemeente laat ze
maken maar.... onthoudt zich, ze zelf te exploiteeren;
zij zorgt, dat in de behoefte voorzien wordt, maar laat
alle concurrentie vrij.
Wilde men wezentlijk der gemeente het recht ontzeg
gen op die wijze een schijn van concurrentie op zich
te laden, dan zou de gemeente ook geen eigendommen
mogen hebben. Elk huis, elk stuk grond, dat de ge
meente verhuurt, beneemt aan n bezitter van huizen
en van grond, de gelegenheid, het zijne te verhuren.
Mag de gemeente daarom geen reutegevende eigendom
men hebben?
Moet de gemeente alle?, wat zij voor al hare armen
behoeft, niet veeleer in 't groot en goedkooper
aankoppen, dan dat ze zulks als particulier, 't zij met of
zonder aanbesteding zou gaan inslaan?
Kortom, terwijl alleen zaken van groot vertrouwen
gelyk de posterijen gemonopoliseerd mogen worden,
is eigen exploitatie der gemeente geoorloofd:
l°;waar 't het .voordeel der gemeentekas, voor haar
eigen behoeften geldt; . <
2°waar zij over middelen beschikt, die.haar in staat
stellen zich beter zelf te bedienen, dan zich te laten
bedienen;
3°waar, bij noodige zaken, particulieren uitblyven.
Ten slotte is rechtstreeksche concurrentie niet geoor
loofd, maar is ze, als noodzakelijk gevolg van eigen
exploitatie, niet te veroprdeelen, althans indien
duidelyk blykt, dat men niet in de eerste plaats het behalen
van:winsten op het oog heeft gehad.
We twijfelen er niet aan of er zullen personen ge
vonden worden, die met grooten schyn van recht theo
rieën voordragen, lijnrecht in stryd met de onze: immers
bff de'wet zyn deze zaken niet geregeld en ze kunnen
nog niet geregeld worden, omdat de statistiek nog
.geen cüfers, de. staathuishoudkunde nog geen feiten
genoeg heeft, om daarop eene vaste theorie te bouwen*
. Zeker is het, dat de grens tusschen gemeentelijke
concurentie en monopolie liggen moet in de richting,
die wy aangaven, al is de juiste plaats nog niet te
bepalen.
4
l
* l
l