Historisch Archief 1877-1940
fIn eene Winterstad,
'V
DOOK
OUIDA.
(Vervolg.) ;;i
? ." ' . *
Wat byzonder gelukkig toch dat ge haar
ontmoettet! /,eide Madame Mila, met een ondeugend lachje.
Ze zal nog eens met Said een ongeluk krygen, misschien
zou het helpen als gij het haar eens afriedt. Wat moest
ik u ook weer zeggen? Ja, ik moet een zeer goede loge
hebben voor vastenavond. Zyt ge niet in de directie van
de opera?"
-?Ja."
Dat meende ik. Nu dan ik moet er eene hebben,
groot genoeg onver met gemak eene tafel voor souper
in te zetten; en spreek er eens over met Maurice,' en
dineer morgen by me, wilt ge ? Nina en Olga, en 't ge
wone gezelschap. God, wat steigeren die paarden. Wat
alleraardigst dat gij juist Hilda moest ontmoeten toen
ze verdwaald was! Goeden avond, ge komt zeker straks
bij Roubleskoff. Ik wenschte dat het niet in costuum
was. Ik ben Engeland eu ik heb op een gouden stokje
een Khedive die om en om tuimelt; en ik draag boven
op mijn hoofd een schip in volle zeilen. Ik verzeker u
dat het een zwaar werk is een zeemogendheid te zyn.
Hoe ik ooit met dat schip zal moeien walsen!"
Della Rocca reed weg in de duisternis, en de paradijs
vederen van Madame Mtla begaven zich onder de
gaslampen.
Hij ging naar huis en peinsde. Eene week geleden
had hij Hiida tegenover den heer de Saint Louis grillig,
heerichzuchtig, arrogant, excentriek genoemd. 3S u was
hij hartstochtelijk op haar verliefd, hy wist het, zij wist
het; hij geloofde dat hij haar alleen had te vragen om
haar te veroveren,... en nu was hij onbesloten, hij
weifelde.
Het was voor hem het meest gewenschte huwelyk, in alle
opzichten; hij had haar ten onder gebracht op eene
wyze die niet nalaten kon zijne ijdelheid te streelen,
hoewel hij minder ijdelheid bezat dan de meeste
manm; hij zag niet op tegen haar karakter, want hy ge
loofde aan een onbestemde edelmoedigheid en eene
sluimerende teederheid in haar. Toch twyieJde hy, hij
durfde de heerschappij niet aan te nemen die hy ver
kregen had
Hij zou een huwelyk om fortuin even koel en onver
schillig hebben aangenomen als eenig man die met eene
vrouw die hem onversclüllig is, zijn titel en haar ver
mogen zal deelen. Maar tegenover deze vrouw wier
aanraking alleen hem tot in het hort bewoog, wier ge
biedende- oogen alleen voor hem zacht en nederig waren
geworden .. . nooit had hij zijne armoede zoo pijnlyk
gevoeld als tegenover deze.
De wind was opgestoken en deed de hooge ramen
van zijne kamer rinkelen. Hy stond op.
Ik denk dat als de fortuin ons toelacht, wy altoos
nog ondankbaar twist met haar zoeken," dacht hij, on
geduldig over zijn eigene besluiteloosheid. Hy stond op
en zeide tot zijn ouden kamerdienaar:
Haal mijn wit mousquetaire costuum, ik ga naar
het bal bij de Roubleskoffs."
Al wat er groots was in Floralia was op het bal bij
Roubleskoff, een der laatste feesten van het wijkend car
naval. Over zes dagen kwam de Aschdag, en men zou
zijne zonden gaan boeten en beweenen in droefheid
dat is te zeggen met niets levendigers dan
muziekpartytjes, concerten, en hier en daar een diner.
Hy kwam laat aan de villa, toch vroeg genoeg om
haar te zien binnentreden.
Haar intocht was als die van eene vorstin, aller oogen
werden op haaf gevestigd. In het costuum van Vittoria
Colonna, droeg zy baar purper en goudlaken met
koninklyke waardigheid, hare wang gloeide, haar oog schitterde.
Den gansenen avond waren zy beiden als koortsach
tig gelukkig, zonderling aangedaan, zonder te denken
aan eene toekomst, zonder vooruit te zien.
De wereld om haar vond dat het een groot geluk
was voor den hertog Della Kocca, en was nieuwsgierig
of zy meer in Floralia of meer in Parys zouden wonen.
De hertog de Saint-Louis zette zich met welgevallen
aan do whisttafel, en wenschte zich geluk met clen
goeden uitslag zijner bemoeiingen; hy wist dat zyn
denkbeeld volvoerd was. »
En Madame Mila?
Eindelyk zal ze zich dan compromitteeren, en het
zal me een groote verlichting zijn," dacht het kleine
'dametje, terwyl ze haar fregat met volle zeilen door
de dwarrelende zee van den cottillon stuurde, en haar
keursje zonder mouwen van armen en boezem geen
geheim maakte. Madame Mila wenschte niets verkeerds,
maar waarlyk, als Hilda een minnaar had zooals ieder
een, zou ze heel wat natuurlijker en handelbaarder zyn.
?rr?Maar zézullen trouwen," merkte Maurice op,
iedereen zegt het." . ' *
.Wanneer zegt iedereen ooit de waarheid?'1 zeide
f i ?'?, ' . «rf . t j
Madame Mila met diepe verachting, en schudde haar
kopje zoolang tot Engelands zeemacht in doodsgevaar
was. Zij vond het beleedigend Maurice over huwelyk te
hooren spreken; zyn betrekking tot haar in aanmerking
nemende, was; het voor hem eene ongepaste zaak om
te noemen. Als hy een huwbaar meisje of weduwe,
welke ook naderde, blies Madame Mila als een klein
boos katje; ze was veel lastiger dan de damesRose Th
en Boulotte, want deze kon men ton minste in de wereld
nog ontsnappen, en haai* nergens.
Als er kwestie van. huwelijk had kunnen, zijn, zou
Madame Mila zich met hand en tand er tegen verzet
hebben; zy had een zeer helder bewustzyn dat Della
Rocca niet met haar dweepte en nooit zyne vrouw met
haar intiem zou laten blijven. Maar Madame Mila wist
wat niemand anders wist... dat er van zulk een huwo
lyk voor hare nicht geen kwestie kon ef/n.
Daarom glimlachte zy tegen Della Kocca, en was in
nemend, en verzocht hem te dineeren, want dat kon
haar doel dienon en haar geen kwaad doen.
Het was laat en de zon bescheen de villa toen Lady
Hilda, tegen^hare gewoonte, het bal verliet. Zy was ge
lukkig geweest.
Zy bleef een oogenblik op den drempel staan in het
morgenlicht. Dit kunnen weinig vrouwen zonder er
iletsch uit te zien, maar_haar deed het morgenrood op
hare wangen en lokken en de stralen der zon in hare
juweelen geen kwaad. \
Mag ik vroeg naar uw welstand komen vernemen?"
zeide hy halfluid, toen zy op den stoep bleef staan.
Ja neen. Neen, ik zal vermoeid zijn. Wacht tot
vanavond. Dan J$pmt ge hy jföla." A . ,
De woorden waren eene weigering, maar hare lippen
glimlachten eene toestemming. Hy schikte het bont om
haar goudkleurig kleed, zijn hoofd boog zich neder en
hy kuste hare hand en haren arm.
Ik kom anders nooit zoo laat t'huis," zeide zy,
alsof zij er niets van bemerkte, maar hy zag een don
keren blos hare wangen en hals bedekken, en hare
lip beefde.
Het rytuig vertrok, hy bleef staan.
Is het nog te vroeg om te feliciteeren?1' vroeg de
hertog de Saint-Louis.
Ik begrijp u niet,'' antwoordde hy.'
De vraag deed hem innig verdriet. Hy beminde deze
vrouw met al den hartstocht en de teederheid waarvoor
zrju karakter zoo vatbaar was, en' de wereld zou er
nooit anders aan eene speculatie in zien.
.En zij sliep weinige uren, onrustig, toch glimlachend,
en ontwaakte met een glimlach en dat onbestemde
zoete gevoel van te ontwaken voor een groote vreugde
dat een der kostbaarste giften van het geluk is; een
gevoel waarin herinnering en verwachting droomerig
gemengd z.yn tot een zalig bewustzyn dat het daglicht
schponer doet schenen.
Zij bleef eenigen tyd met half gesloten oogen droomen
en ademde den geur der bloemen van Palestrina, die zy
medegebracht had, in. Daarna schelde zy, beval de kame
nier de blinden te openen, en liet zich een spiegel geven.
Zy glimlachte weder, slurpte, hare chocolade, luisterde
naar de klokken die over bet water klonken, bedwelmde
zich met den'geur der myrten, en het scheenhaar
alsof haar leven, verleden en toekomst, enkel geluk ge
weest was, en wezen zon.
Toen bracht men haar een telegram.
Zy brak het zenuwachtig open, waarom stoorde het
haar droom?
Het bevatte alleen het bericht dat haar broeder te
Parys was en hierheen kwam; hy zou dezen avond aan
komen. Zy liet de papieren vallen, alsof haar een adder
gestoken had.
Het deed haar veer donken aan wat zy vergeten had.
TIENDE HOOFDSTUK.
i
Lord Clairvaux kwam nog juist by tyds voor Madame
Mila's diner. Het was een hartelyk en goedgehumeurd
mensch, hy merkte niet op dat zyne zuster njet eens
zeide dat zy blij was hem te zien.
Della.' Kocca merkte het wel op, hy zag ook dat er
iets over haar gekomen was, eene wolk; zy had veel
van hare trotjsche kalmte verloren, en het was alsof zy
soms met iets als berouw, als gevoel van schuld naar
hém. keek; zy vermeed met hem alleen te zyn; het
speet hém, maar verontrustte hem niet; hy wist wel
dat zij hem beminde. Hy liet haar haar gang gaan.
De Italiaan heeft eindeloozen hartstocht, maar ook
eindeloos geduld in zaken van liefde. Nu hij eenmaal ,
macht over haar gekregen had, was hy het nóg niet
dadölyk mét zich zelven eens of hy die gebruiken zou;
als hy haar trouwde, zou de wereld toch altoos zeggen
dat het om 't geld was. Het was een fijn genot voor
hem haar te hebbeu overwonnen, te weten dat deze
vrouw, zoo onverschillig en boven alles verheven, bloosde
bij zyne aanraking en het hoofd boog voor zyn blik,
maar juist nu het haar gold, eeneen hem het huwelyk
om geld, dat hy altoos als een zoo natuurlyk en wet
tig vooruitzicht beschouwd had, iets geheel anders.
Dit duurde zoo dag aan dag, morgen, middag en
avond. Men Hield Lord Clairvaux eene week n liet
hem ateliers en kerken, en Paletttrina en Deila Kocca's
paarden zien, zouder dat de goede broeder begreep
waarom. Hij liet zich door zyue zuster hier en daar
heen zenden, zonder te vragen. Hij wus een vriendelijk,
eerlijk, eenvoudig edel m in, die Engeland beschouwde
als het heelal, en de redt van de wereld als een toe
vallige omstandigheid, een aanhangsel. Al de eigenschap
pen zijner zuster, hare minachting voor haai* vaderland,
bare kunst, hare philosophie hadden hem altoos vrij
wonderlijk toegeschenen, maar hy was er de man niet
naar om zijn verstand te vermoeien met het onttyfereu
van dat van een ander.
Hilda houdt het er voor dat al die doode oude
kerels goden waren, en zij houdt ons allen voor ezel,"
zeide hij nederig. Ik weet het niet, natuurlijk, maar
zy is vreeseiyk verstandig. Dat ben ik nooit geweest.
't Kan zoo zijn, maar by my wil het er maar niet in
dat Engeland uitgeleefd zou zyn, zooals zy zegt; en
wat) zij kan zien in al die oude heiligen op hun teenen,
gie ze koopt, en die oude potscherven,... ik weet zeker
dat als ze op het land gebleven was, en twee maal
's weeks gejaagd had den neelen winter, dan was ze
zoo niet geworden."
't Zou jammer geweest zyn als Malady iets anders
was geworden dan ze nu is", zeide Della Kocca, in ant
woord op Clairvaux' Anglo-Fransch. Hy verwonderde
en verbaasde zich iedere minuut, terwyl hy hem mee
uit jagen nam in de moerassen, en op een wilde zwyuen
jacht in de naburige provincie, hoe een zoo rond. en
hartelyk man door den goeden God zoo schrikkelijk
onnoozel gelaten was.
Dat vindt ge? Ik niet," antwoordde Lord Clair
vaux, n Hilda is niet myn voorstelling van een gelukkige
vrouw. Waarover denkt zy? hoe zy zich kleeden zal,
en waarop zy zal gelijken, op een graftombe of een
prent uit den tyd van koningin Elisabeth; verder welke
dingen zy koopen zal die ze nooit meer bekykt, en
dingen bestellen die haar niet meer bevallen als ze
klaar zyn, en hoeken lezen die maken dat ze haar eigen
landgenooten voor domooren en barbaren houdt.'*
Della Kocca glimlachte.
Pardon, laat ons de vogels niet verschrikken."
Lord Clairvaux legde zyn geweer aan en vuurde op
een koppel wilde eenden.
Een knap figuur," dacht hy, toen Della Rocca
hem in 't oog viel; maar zonder d* zen eenigzins met
zyne zuster in verband te brengen. Tien jaren lang
had hy zich zoo verwonderd, waarom zy dezen en
genen niet nam, dat hy haar reeds opgegeven had als
boven het huwelyk verheven.
Den vtjfdèn dag echter van zyn verbluf daar, was
op het vastenavondsbal, toen Madame Mila, die ge
maskerd en in 't zwart gedrapeerd, veel had van een
zwart U>rre4je, aan zyn arm hangende, hem alles ver
telde. Het kleine vrouwtje kon niet laten hare vingers
te steken in alle sausjes en alles aan den gang te bren
gen, evenmin als ze t blanketten kon laten n» s» «r
eenmaal mee begonnen was, zy lachte hem uit, plaagde
hem, en verschrikte hem eindelijk met haar verbaal
van de «aak. Wordt vervolgd.
ti
\
t
r ~
\_^=EJ££