Historisch Archief 1877-1940
fe
DE AMSTERDAMMER.
DE AMSTERDAMSCHE OMNIBUS-MAATSCHAPPIJ.
't Is een merkwaardig verschynsel, dat in ons land
ajles wat nieuw is, met wantrouwen wordt ontvangen,
oh dat zaken, die in andere landen sints tal van jaren
burgerrecht hebben verkregen, ten onzent op
st;elselmatige oppositie stuiten en, zoo ze al niet te groode
f aan, toch jaren lang met moeielijkheden te kampen
ebben.
Die trek, onzer natie eigen, kwam weder schitterend
uit toen de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij werd
opgericht; tal van bezwaren werden geopperd, $al van
exceptiën opg worpen en tot op den huidigen oogenblik
kan die maatschappij nog niet ten volle op de sympathie
en belangstelling van het publiek rekenen.
Als hoofdargument tegen die even noodige als nuttige
instelling wordt aangevoerd, dat er van de zijde van
het dagelijksch bestuur ongeoorloofde begunstiging in
het spel i*, wordt er een brug verlaagd, een bestrating
vernieuwd, hier of daar een leelyke hoek weggenomen,
altyd heet dat ten gerieve van do Omnibus-Maatschappy,
men ging zoo ver te insmueeron, dat de burgemeester
groot aandeelhouder was, en toeu deze in openbare
raadszitting zulks pertinent ontkende, werd er gezegd:
dan is hy zeker obligatie-houder."
Die even belachelyke als infame veronderstelling had,
dunkt ons, de eer van een wederlegging niet verdiend;
het is te erg om zelfs het vermoeden te durven uiten, dat
de burgemeester van een groote stad, bekend ala
respectabel man en tevens groot kapitalist, ter wille van
een betrekkelijk klein personeel belang, het algemeen
belang zoude benadeelen. Wy vinden de zaak te
duidelyk, om er verder over te spreken.
Zonderling is het,dat datzelfde publiek, dat zoo tegen de
maatschappij is, met blykbaar welbehagen gebruik maakt
van al de yoordeelon,die zij iu het leven riep, Klein en groot,
arm en rijk, alles busten tramt" dat het een liefhebberij
is; onze morrende stalhouders zijn gebaat met verbeterde
we^en iu onze stad, ouden van dagen genieten van 't
voordeel, dat zij niet langer berghooge btuggeu behoe
ven te beklauteren, en.... ja,'maar weet u, die Maat
schappij wordt toch begunstigd!"
al was hier kwestie van begunstiging", vragen
wy, wat zoude dat dan nog?" Is een inrichting, die
jaarlijks duizende guldens in de stedelijke kas doet
vloeien, die honderden werk en brood geeft, die zelve
medewerkt tot het tot stand komen van nuttige en
noodige werken, die iedereen in de gelegenheid stelt
voor een bagatel naar elk punt der stad vervoerd te
worden, is zulk eene inrichting niet waard, dat zij'op
billijke en betamelijke wijze wordt voortgeholpen en ter
zyüe gestaan in hare pogingen om door grooter uitbrei
ding het publiek belang nog meer te dienen?
Bleei het echter maar by praten, ook door daden
bewijst het publiek, of liever een gedeelte van het
publiek, dat het het groote nut der Omnibus-Maat
schappy niet begrijpt,althans, niet verkiest medete werken.
Maak eens een rid met den tram mede, en gy zult
u vaak verwonderen over de onbeschoftheid, waarmede
bestuurders van karren of rijtuigen bij 't naderen van
een wagen dwars over de rails ryden of zelfs niet eens
uitwijken, zoodat het nog to verwonderen is dat er niet
veel meer ongelukken gebeuren; let eens op, hoe niet
tegenstaande het verbod om in de wagens te rooken,
dat verbod dagelijks overtreden wordt en zelfs
sommatiën van de conducteurs in den wind worden geslagen.
Het was op den tweeden paaschdag van het vorige
jaar> dat een achttal heeren in de omnibus Dam
Frederiksplein plaats ' namen; drie hunner wierpen bij
het instappen hun brandenden fcigaar weg, vier anderen
dampten rustig door; die vier zagen er min of meer
komisch uit, ze hadden erg glimmende hoeden op, zeer
zwarte en lange snorren, droegen gris-perléhandschoe
nen en waren met badientjes gewapend. Kortom, zy
hadden geheel en al het voorkomen van aangekleede
bedienden uit een Salon de Coiffure".
Eenen der niet-rookers begon de toestand te vervelen
en hij wees de heeren beleefd op het bordje, dat in den
wagen hing en waarop zoo duidelijk te lezen was: het
is verboden hier te rooken". Tot antwoord volgde niet
een excuus, maar een stortvloed van scheldwoorden,
zóó gekozen, dat men onmiddellyk kon nagaan, wat de
persoon was, die ze gebruikte; uitdrukkingen als:
Zoudag-heer", je hebt zeker met roggebrood gedi
neerd", behoorden onder de fatsoenlyke termen.
Het zeer energiek optreden van de overige passagiers
deed den rookers echter bakzeil trekken, hoewel zy tot
op het Frederikapleiu toe, hun woede door allerlei
soorten van gebaren en werken deden blyken. ,
Wanneer bij rookpartijen als de beschrevene de con
ducteur handelend optreedt, en ik heb zulks herhaalde
lijk bygewoond, wordt hu vaak afgesnauwd en door de,
overige reizigers meestal aan zyn lot overgelaten; nu
en dan echter komt er assistentie en dan is het pleit
natuurlyk spoedig beslist Met groote zelfvoldoening
herinner ik my, hoe ik eens een heer, die
niettegeastaan-ie herhaalde aanmaningen bleef do orrooken, mot
behulp van den conducteur tamelijk onzacht uit een
wagen heb geduwd. Ik geef de plechtige Terzekaring
aan ieder beer, die het gemaakte gebod overtreedt,
dat ik zeer gaarne bereid cal worden gevonden, hem
op deaelfde wjjze te trakteeren.
Een ander verbod, dat maar al te vaak overtreden
wordt, is het medebrengen van hinderlijke voorwerpen
of honden in de wagens.'-r Onlangs was ik er getuige
?van, hoe een oude juffrouw zeer geschikt haar hondje
had weten binnen te smokkelen, en dat het dier pas ,
op het eindstation ontdekt werd, omdat hy zekere be- |
hoefte op de bank had verricht. Do woedende conduc
teur (wien de zaak, zooals hy my zeide, boete had kunnen
kosten) dwong de juffrouw om den wagen te reinigen,
't geen misschien wel de beste methode was, om haar
te leeren, eenvolgende maal haar hond je t'huis te late n,
Hoe gering deze misbruiken ook schijnen, zijn
ze van groot gewicht; vele personen on in 't byzonder
Dames, prefereeren te wandelen dan in een rookhol te
zitten en ter wille van enkele personen, zouden dus
niet alleen vetaf hgfc gemak moeten moeten derven om
van het gemakkelijke en' goedkoope vervoermiddel ge
bruik te maken, maar ook de Maa schappij zoude door
de mindere inkomsten een gevoelig verlies lijden.
Niet fcdierp genoeg kan, dunkt mij, den conducteur
op het hart worden gedrukt, de bestaand o bepalin
gen te handhaven, terwyi het. dunkt my, niet kwaad
zoude zyn, wanneer het publiek door een opschrift in
de wagens werd uitgenopdigd, den conducteur be
hulpzaam te willen zyn in de uitoefening van zijn
plicht. Een goed woord vindt een goede plaats en
misschien zoutte een dergelyk appèl menigeen welwillen
der stemmen.
Wanneer een zaak eenmaal den toets der kritiek
heeft doorstaan, wanneer zij maar eerst goed gehekeld
en gekritiseerd is en dan toch goed blijkt te zyn, vindt
ze ook ten onzent wel byval. Wij hopen dat binnen een
niet te lang tijdsverloop ook de Amsterdamsche Omnibus
Maatschappy zich in de volle sympathie van het publiek
zal mogen verheugen.
RECHTSZAKEN.
Be Vlecht fan Frezzoliui.
De zangeres die als Frezzolini eenige jaren lang op
alle toonèelen van Europa schitterde, voert onder den
minder pootischen naam van Madame Vigouroux een
proces met haren kapper.
In de groote opera's waarin men haar bewonderde,
Lucie de Lammermoor, la Somnambule, Ie Trouvère,
komt altoos eene byna gelykvormige scène voor van
wanhoop, razerny of gebed, waarin de actrice met los
hangende haren over net tooneel vliegt. De natuur is
niet altoos voldoende voor deze uitwerking dejr drama
tische toestanden. Frezzolini v had hare Traaie lokken
vermeerderd met eene vlecht die een kunststuk was.
Ligier, een bekwaam hoarkunstenaar, had haar een
prachtwerk van kastanje bruine haren vervaardigd, dat
niet alleen door de kwaliteit van de lokken, maar vooral
door de montuur, buigzaam en stevig, alle diensten
bewees. Die vlecht dus, beurtelings opgestoken of los
hangend, heeft hare rol gespeeld in alle pathetische
tooiieelen van het repertoire en was de getrouwe ge
zellin van al de triomfen der zangeres.
Verleden jaar was Mad. Vigouroux buiten engagement
en wilde hare vlecht in het burgerlijk leven gebruiken.
Daarenboven had het kunststuk op zyn tocht door de
wereld der planken wel wat geleden en had herstel
noodig.
Frezzolini gaf dus hare vlecht in handen van een
kapper, Botteaux, te Parys. Na lang wachten krygt
zy haar thuisbezorgd, maar, o ergernis, de kastanje
bruine lokken waren hier donkerder, daar met zilver
doorsprenkeld, zij herkende hare vlecht, de gezellin
harer schoone dagen, niet en wilde ze dan ook niet
aannemen, evenmin als de rekening van den kapper,
die 199 Francs, 50 Ctms bedroeg.
Botteaux ging naar huis, bracht de vlecht nog eens
zonder succes, en voor een derde maall&ad. Vigouroux
niet t'huis vindende, g*eep hy als een man van 't vak
de gelegenheid bij de haren en Het er de vlecht.
T?oen begon de manoeuvre van den kant der actrice.
Botteaux weigerde de vlecht terug te nemen, en met
meer geluk dan de zangeres. Nu sommeert ny haar om
de 199 fr. 50 ctms te betalen.
Wp.t de zaak der zangerea bedorven heeft is, dat zij
zich by eene eerste sommatie de zaak niet heeft aan
getrokken en toen by veratek veroordeeld is. Nu zij
appeleert, heeft men dit eerste zwijgen tot bewys van
aanneming weten te maken, terwijl net Hof, ofschoon
Mad. Frezzolini beklagende, wier kunstharen de natuur
voornitloopen en haar grijs maken vóór den tyd, ge
meend heeft hier geen bewys te moeten toelaten.
Een dure Grap. *
Den 27»*n Februari stapte de heer Green, koopman
te Brighton, aan eene herberg te Grinsteed af om zich
en zyn paard wat te verfrisachen. HO bestelde een glas
grog en plaatste dit op den schoorsteenmantel in de ge
lagkamer. De een of ander stiet het Mas omver, dat
niet brak, alleen waa het glazen staaQe dat in plaats,
van lepeltie diende om het grogje om te roeren, ge
broken, fie heer Green legde een stuiver óp tafel om
voor het gebroken staafje te betalen, en noodigde den
heer Summervell een- architect, die in de kamer was,
uit, om iets tot de schadevergoeding bfl te dragen.
Mijnheer Sumraervell weigerde, en zeide dat een stuiver
ruim genoeg wa§, en dat hy hem wel een partijtje tegen
dien prijs wilde leveren. MQnheer Green antwoordde:
Jelui bent slimme lui hier in 't land, je moest er me.
liever maar 150 dozyn zenden tegen een stuiver 't stuk."
De heer Green beweert dit als eene aardigheid bedoeld
te hebben, maar de heer S u mm er veil schreef de bestel
ling op en twee geloofwaardige getuigen verklaren dat,
hoewel het een vreemde handel scheen, zij het toch
voor eene zaak te goedertrouw hielden.
Twee maanden later kwamen de staafjes met de nota;
maar Mynheer Green wilde het pak niet openen, en
dreigde den heer Sunimervell aan te spreken voor de
kosten van borgloon en pakhuishuur.
De rechter evenwel, stond den heer Summervell zyne
actie toe, opmerkende dat het klaarblykelyk was dat
de heer Green jiet had bedoeld als eene grap, maar
zich toch verbonden had." Het publiek vond dat do
eigenlijke grappenmaker de heer Summervell was, die
had willen bewijzen dat ze slanmo lui hier in 't land1'
waren.
De LoBdensclie detectives.
Het eigenlijke proces der vier politie-inspecteuren,
Meiklejohn, Druscovich, Palmer en Clarke, en den
advokaat Mr. Froggart, is deze week begonnen.
De beschuldiging omvat slechts een klein gedeelte
van de bedriegeryen waarin zij waarschijnlijk da hand
gehad hebben. Zij worden beschuldigd van 1°kennis
gedragen te hebben van een valschen wissel, voor
10,000 pond, betaalbaar aan Francis of order, <>n ge
fabriceerd en uitgegeven door Harry Benson met eenige
attderen, en dezen Benson en zyno medeplichtigen be
schermd, gesteund en geholpen te hebben: 2°de in
hechtenisneming van HariY Benson en zijne
medeplichigen te hebben vorhindani: 3°een wissel aan de order
van Ch. Jackeon getrokken door Yallpt de Vitrv Ie
Fra (013 te hebben vervaardigd en bedriegelijk te neb
ben in den handel gebracht met het plan tot oplichtery.
In 1873 richtte William Kurr, een man van groote
bekwaamheid en energie, een fonds voor weddenschappen
op, onder de firma Philip Gardner en Co. Het
uchtfiloovig publiek stortte groote sommen in handen van
urr en zijn gezellen, en deze in plaats van er mee te
wedden staken het geld iu hun zak.
Dit kou evenwel op eene plaats niet lang duren, en
daarom werd de zetel der firma van tyd tot tyd ver
plaatst. De inspecteur Meiklejohn bewees hierby vele
diensten, gaf inlichtingen en hield de bevelen tot instruc
tie hunner zaak en tot inhechtenisneming terug. Hy
ontving 100 pond.
Omstreeks dezen tijd geraakte Kurr in kennis met
den heer Benson, iemand van zeer goede familie, beschaafd
en we! opgevoed, met wereldkennis en innemend voor
komen. In 1872 had hy eeue oplichtery gepleegd op
de Lord-Mayor van Londen, was veroordeeld en gevan
gen gezet. In Newgate had bij beproefd zich om 't
leven te brengen door zyn bed in brand te steken.
Hierbij l ekwam hij zoo hevige brandwonden dat hy
maanden lang kreupel en nog lang daarna genoodzaakt
was zich van krukken te bedienen. Kurr had
vertelingen in 't Fransen noodig van zijn prospectussen,
want de zaak zou over gansch Europa uitgebreid wor
den, en Benson wierp zich met hart en ziel in de afzet
terscompagnieschap. Tegen het einde van 1874 werd
in Londen het agentschap Archer en Co. uitgevonden
en had gedurende eenigeu tijd succes, toen waarschuwde
de inspecteur Druscovich en de zaak werd naar
Brighton verlegd, 17 November o n ving Meiklejohn 500 pond,
waarvoor hij een huis kocht.
De firma Archer en Co. ging a<*er goed, Benson ging
te Shanklin op Wight wonen, en leefde er op een luis
terrijken voet, af een dagblad uit en was een der per
sonen van invloed op het eiland.
In 1875 zette hij met Kurr nog iets anders op touw,
eene assurantie tegen verliezen bf/ de wcdrennenf het
kantoor was in Moorgat e street; de politie kwam hier
spoedig tusschenbeide, twee van de ondergeschikte be
driegers, Murray en Walters, kwamen voor de rechtbank
en werden vrijgesproken.
Door middel van den schoonzoon van Bensons
secretares<e, Mevr. Avis wist men zich op kiesche wijze met den
hoofdinspecteur Clarke in verbinding te stellen. Clarke
stem ie toe een bezoek te Wight op Beneons villa af te
leggen en vroeg te dien einde zjjne superieuren verlof,
om informaties naar eenige oplichteryen in te winnen.
Benson slaagde er in met vorstelyke gastvrijheid en
groote beloften den inspecteur half over te "halo*, toch
had Clarke by zyne terugkomst berouw, want fcy rap
porteerde dat men van Beason geen informaties kon
nemen, daar hy een bedrieger en oplichter was. Hy
weigerde het aangeboden geld, maar verbrak de corres
pondentie niet, cue van Bensons kant door Mevrouw
A?is gevoerd werd.
Dit was in April; in Jnni ontving Clarke 50pond, hij
was gewonnen. 16 Augustus ontving hy weer oO pond
en verkocht zich met lyf en ziel aan de zwendelaara.
Van deze reis en eene vorige rapporteerde hy niet aan
zyne inspecteur en vroeg met de hooge reiskosten terug.
Benson maakte een reisje naar Zwitserland, kwam m
't najaar van 75 terug, en nam kamers in het Langham
hotel. Ka liet h$ de onderhandelingen met Clarke aan
Knrr over. Kurr wilde dat men het bevel tot in
heehtenisneming, tegen hem uitgevaardigd voor oplichteryen,
EOU intrekken, en Clarke rapporteerde en adviseerde in
dien zin by zyne superieuren.
r
i
*