Historisch Archief 1877-1940
Aon dY-etnitcl en *ao 't Y, dwdoot «icb feerlijck opt
jus IUizerin.de Kroop"<tae$t ven Europo. ? -.
Weekb
voor
ELLERMAN, HARMS de C°.
Kantoort Rokln j§.
«O. ft November
Verschijnt lederen Zondagochtend.
per 3/in. 60 Ct«. Aft. Nummers 5 t'ti.
Advertentie* 10 Centi per regel.
Bij dit Nummer behoort een Bijvoegsel.
DE TOEKOMST VAN ONZEN HANDEL.
*? .
Eindelijk heeft de Stqats-courant ons de zekerheid
_ geschonken, dat het Au^|^jpwgujBaiiHf,>imfc *?!»*?? u m mu
:- Minfcirieel Deparf emënt, weDfldoeJen dat van AVaterstaat,
Handel en Nyverheid, is opgericht. Van nu af zal dus,
het beheer van alles wat op deze afdeeling betrekking
heeft aan de byzondere zorg van n man zijn toever
trouwd ; en die man is Mr. R. Tak van Poortvliet. Ieder
wie belang stelt in den bloei van scheepvaart handel
en nijverheid, in de verbetering van net in menig
opzicht gebrekkig postwezen, in de uitbreiding van ons
in vergelijking met andere landen nog zoo armelijk
spoorwegnet, in het tot stand komen der schandelijk
verwaarloosde verbinding van de hoofdstad met
Duitscnlaiid en de zuidelijke koopsteden door ruime en diepe
kanalen, zal zich van harte verheugen over dit Konink
lijk besluit en die benoeming. Bij uitnemendheid is de
heer Tak van Poortvliet met de belangen die in dit
. minietrieel departement vertegenwoordigd zullen worden
vertrouwd, in 't bijzonder met die welke scheep vaart, handel
en nijverheid betreffen, en wat misschien nog meer zegt,
hij heeft getoond hart vopr hen te bezitten. Op zijn
initiatief \vau het, dat voor eenigen tijd een enquête
werd ingesteld naar den staat en de oorzaken van verval
onzer koopvaai dijyloot. Van hem mogen wij verwach
ten, dat hetgeen .dit onderzoek aan 't licht heeft gesteld,
maar aanstonds in de duisternis der kamerarchieven;
nen helpen verhaasten. Niet dat wij zouden irieerien, dat'
eenige..minister, den tooyerstaf bezat .om eensklaps Ne
derland óni te scheppen in het'Dorado van den
nieuweren tijd,.waar de zwarte rookkolommen, die uit
tallooze fabrieken,' booten en locomotieven opstijgen, het
zonlicht des i hemels > zullen .verduisteren, ónze havens
gevuld zullen zijn met onafzienbare i vloten,, die uit
alle deelen der wereld haar tegemoet ..zeilen en .onze,
kaden het bont en levendig tafereel van werkzaamheid
zullen vertponen,' hetwelk het zekerstei, bewijs is, dat
.goud en zilver den nijveren burger töestroömên. We'
weten beter. De toestanden, waarin wij'verkeeren zijn
het noodwendig.gevolg van eenaantal oorzaken, waar
van sommigen'met "r cht op on,s zonderrregister kunnen
'ingeschreven worden, 'doch ahdóren samenhangen met
de wisseling der omstandigheden, welke 'TJeen natie in
haar .macht heeft.. ,De. opening^ der' Indische havens
voor schepen van andere volken, het tod stand komen
van het Suez-kanaal, de tamelijk. snelle vervanging der
trage Oost-iridie-vaarders', door reusachtige snelle booten,
de toenemende productie van. koloniale waren in andere
landen dan onze bezittingen, waarvoor Nederland tot
voor eenige jaren de groote stapelplaats was, om van
meer zaken niet te spreken, hebben een revolutie in
onze scheepvaart en handel teweeggebracht, waarvan
de gevolgen niet zoo gemakkelijk te voorzien, maar nog
veel moeilijker aanstonds aftewenden waren. Voorzeker
het is de vraag, wil men billijk zijn, hoe andere naties
zich onder dergelijke .omstandigheden gedragen zouden
hebben.' Well.clit heeft men minder recht ons hard te
; vallen, dan vaak geschiedt. Doch wat ongetwijfeld een
fout van hè.t Nederiaad^che Volk en de Kegeeringw
'-'- -1-* -" -^m^^^^ify^^^jnilM^ Ifrj^lli
frnPLmet "met al wat m hun vermpgen was er naar
gestreefd hebben de bakens te verzetten; dat zij in een
wereld, waarin nieuwe krachten, nieuwe stropuiingen,
nieuwe beginselen met jeugdige friscbheid zich baan
braken, aan het oude haar liefde bleven schenken, zon
der aan den wedloop, waartoe de omringende volken
zich aangorden, deel te nemen. SncUieia de leus van
den nieuweren tijd, scheen hun niet in de slaperige
ooren te klinken. Terwijl onze naburen vleugelen aan
schoten, maten wij angstvallig onzen bedaarden stap,
waar anderen heden hun doel trachtten te bereiken,
bleef morgen onze dag.
De traagheid onzer flegmatipche natuur, van hoeveel
goeds zij vergezeld moge gaan, is een der factoren,
waarmee eiken minister zal te rekenen hebben, een .taai
weerstaande vermogen zal zich blijven openbaren; het
remtoestel is maar al te zeer ons plechtauker, en indien
het hoofd van het nieuwe departement met n vijand
te worstelen zal hebben, het znl allereerst de
oud-hollandsche, de degelijke zuinigheid zijn, die de wijsheid
maar al te vaak bedriegt. .
En toch verwachten wij veel van den aanstaanden
minister, nu wij vertrouwen mogen, dat hij voor.zijn taak
berekend is. Immers tot nog toe, en niet hét minst in de
laatste jaren, heeft de Kegeering dikwijls getoond, lang
zamer meer b ejïrompen, zuiniger dan de natie zelf te zijn.
Z'jLvergat niet alleen de middelen op te sporen, die onzen
handel weder leven, konden bijzetten.' maar men talmde
met datgene ten''uitvoer te brengen,'wat het parlement
zelf onmisbaar had gekeurd, of waaraan;het zeker zijn
bijval zou hebben geschonken. Had aan 't roer van 's lands
zaken een man gestaan,4.die den geest van.onzen tnd
begrepen hadr voor wien '?snelheid" de'eerste voorwaarde
tot slagen was geweest; we zouden thans niet te vergeefs
zoeken naar een vaarwater naar den Rijn, een
binnenkanaal naar Rotterdam, een spoorweg, die .Amsterdam
met Ymuiden verbindt ? we zouden niet behoeven te
vragen, hoe het mogelijk is, dat i de
Friesch-NoordHollandschev lijnen nog slechts op 't papier% bestaan,
en eindelyk, om op- dit: gebied alleen Amstérdtfmsehe
belangen te gedenken, waaraan de Zaanstreek en de
Ystad.het verdiend* hebben, dat zy reeds een jaar..lang
getantaliseerd moesten worden, met een spoorweg, die
geheel gereed ligt, maar waaraan. men geen station
Een vaardige, vaste hand 'wordt vereischt om.veel|
wat: verzuim #.- werd, goed» te .maken, en wanneer de
benoemde minister niet alleen niet langzamer dan de
natie zelf zal wenschen te .gaan, maar haar een krach-'
tigen stopt wil geven; opdat zy'sneller op de baan der
ontwikkeling voortaljjde, mag men een betere toekomst,
ook voor onze stad, met reent verwachten. .
tijd begreep, indien het zelf niet met vroegere traag
heid en bekrompenheid volkomen brak.
Voor ons land heeft de handel een groote
frontverriniL te .makeiw wLJ)^ met vrucht xjouourreereïL
enKOioiMe mogendheid ligt niet gelijk
voorheen ons doel aan 't uiterste eind der oude, veeleer
aan de naaste kusten' der nieuwe wereld. De groot
handel van Amerika en Engeland op Duitschland
moet zooveel mogelijk over onze havens geleid worden.
Via Nederland, de toekomstige vryhaven van Europa,
zal een groot gedeelte van ons werelddeel de goederen
moeten ontvangen, waarmee het zijn markten voorziet.
Thans is daar nog geen denken aan; de gemeenschaps
middelen te water, die hoofdwegen voor den hand*!,
verkeeren in ontredderden toestand. Al lokken wjj de
vloten naar onze havens, wat zal het baten? De reeders
zidlen zich niet laten verleiden te komen, want zij weten
dat achter de ruime weigebouwde poort een modderpoel
hen wacht. .
Twee zaken hebben onder deze omstandigheden recht
op onze opmerkzaamheid. «
Ten eerste: de beschuldiging van sommigen, dat de
handel, nadat men zooveel schatten reeds voor hem
heeft uitgegeven, zich voorloópig onbetuigd laat. Wat
men in'dezen onder 't woord handel'verstaat is niet
t
Doch selfhelp" is de beste hulp, en Amsterdam zou
het weinig baten of de minister van W. H. en N. zijn
^«ixx »*-i«Kv*»? ?? v*»? p^ ?»»?? -w »- -»-??-"cj ~ ~ ~~ .
tooide kaden laten vóór hetgeen zij zijn? Vat men het:
o in den eèrsfèir zin/'meli' kon toch. moeieÜjk verwach-'
op
:ten, dat het kaptfaai; 'twelk om bekende redenen lang
zamerhand een andere bestemming 'had gevonden,1
eensklaps daartoe zou'terugkeeren, m'a. w. dat de ont- '
volkte of opgeheven'kantoren weer gevuld en hersteld,
en. de afgebrokenr,betrekkingen door nieuwe vervangen
zouden werden. "Een uitbreiding v»n onze: handelsbe-'
weging kan niet alleen de vrucht zijn van de energie
en 't initiatief der bestaande Huizen, maar veel meer
van "de'overtuiging, diézich .in 'i Buitenland moet baan
'breken, dat onze.havens de beste, onze vervoermidde
len de goedkoopste, onze tarieven de laagste en onze
wegen de kortste zijn Wover óna land heen Duitsch
land of Belgiëte bereiken. Zoodra dit het geval wordt,
zal elke klacht ten opzichte van den Handel verstommen,
doch zoolang deze toekomst op zich laat wachten heeft
de beschuldiging van daareven weinig zin.
Ten andere is de wijs, waaróp sommigen onzer
machthebbenden de belangen van den handel meenen t« moeten
bevorderen, aan bedenking onderhevig, Er zijn, wier
richtsnoer het is, dat het geld hetwelk aan onze haven,
steigers en kaden ten koste, wordt gelegd, aanstonds
rechtstreeks productief inoet zijn voor de
gemeenteschatkist. Het gaat niet aan voor een verstandig finan
cier, beweren zij, bv, na zooveel bewezen weldaden, de
schepen die niet in onze haven schutten om het Oost
erof Entrepotdok te bereiken, vry te stellen van het ver
schuldigde sluisgeld, wy dienen dat toch van hen te
vorderen, in den vorm van verhoogd havengeld. Zoo
worden voor allen de lasten gelijk, want op schepen
die deze sluizen wel passeeren, zal de verhooging niet
i
i
f
t
4
t