Historisch Archief 1877-1940
l^-*¥^
pr-4> **."* .?,.
??^a^-rW ? ~* / »y.u*fM - yi' '»!*? ^,.-"v^ ~ «»^- >-*^
DB AMSTEBPAMMER.
HANDEL, KUNST-INDUSTBIE.
Staat, belaas, dénationale industrie in menig
kunstvak, zoowel wat sierlijkheid als wat lage kosten van
bewerking betreft, beneden de buitenlandsche, deze
week waren wij in de gelegenheid eene collectie te zien
die in beide opzichten gerust kan wedijveren met het
beste wat elders geproduceerd wordt. De firma 6. en
J. Cool alhier, stelt in hare magazijnen (Bloemgracht
77) eene verzameling, schoorsteenmantels ten toon die
n in prijs ( f 25 tot f 1000) n in qualiteit, (getuige
de medailles van Parij?, Arnhem, Philadelphia en
Amsterdam tweemaal) allezins voldoende zyn. Op de
tentoonstelling vo*or kunst-industrie vielen eoniffe man
tels uit deze fabriek, in de ateliers te Sneek en te
Nijmegen vervaardigd in 't oog, wüzagen er i u malle
kleuren en stijl, effen en ingelegd met onyx, vertMorin
en verguld, vau de kostbare Noir Dinant en Port-or
en Blanc of Blanc Puinant tot de eenvoudigste soor
ten. Een schoorsteenmantel van het zeldzame en teero
nranit de savoie scheen ons in tint juist bij een
goudleeren salon te passen, terwijl een ander van dof en
gepolijst wit marmer met zeer dunne bijna
doorschynende lichtgrijze aderen in den styl ^farie Atitoinette,
bepaald alleen bestemd is om in een boudoir in licht
blauw satijn met gouden lijsten te pronken.
RECHTSZAKEN,
De Londeusclie detectives.
(Vervolg.)
De getuigenverhooren beginnen met dat van William
Kurr die cte zaak heeft aangebracht. Hij heeft het
eerst kennis gemaakt met Meiklejohn, die als inspecteur
van politie ontdekt had, dat de wet op het wedden zich
niet uitstrekt tot Schotland, en meende dat oplichters
hiermede hun voordeel konden doen. Verder ffat Meikle
john hem den rand, twee agentschappen in Londen in
twee verschillende districten, en een te Glasgpw te openen,
zoodat het bevel tot inhechtenisneming op ae eene plaat/*,
hem kon toelaten op de andere zijne zaken veilig
voorttezettcn. Kurr hatf van deze zaakkundi^e inlichtingen
geprofiteerd en den trouwen ambtenaar zijne dankbaar
heid getoond.
Toen de zaken in Londen de aandacht der politie
tatpkkeu, wendde Meiklejohn zich tot Kurr om ofhcieëie
inlichtingen, en Kurr fclegreep dat hij zelf de gezochte
persoon was en ging voor zes maanden naar Amerika.
Bij zijne terugkomst zorgde Meiklejohn dat de stukken
wegraakten en de zaak vergeten werd, voor 100 pond.
Hu richtte Kurr de firma Archer op met Benson en
Street; Street werd gearresteerd en de firma ging vol
gens afspraak haren gang te Grlasgow, waar zij 6000
pond verdiende, Meiklejohn's part was 500 pond.
Verder geven deze getuigenverhooren weinig nieuws,
ze loopen altoos over dezelfde feiten en de sommen
die de politieagenten ontvangen hebben om ze te
verzwygen of er aan mee te doen. Druscovich heeft telkens
den advokaat van Mad. de Goncourt, Mr. Abrnhamson,
zoeken om den tuin te leiden. De onderzoekingen die
de wakkere pleitbezorger maakte, werden door de politie
óf tegengewerkt, óf van onwaarde verklaard ; toen hy
Kurr op 't spoor was, als uitgever der courant, wist
Druscovich hem te zeggen dat dit volgens de nasporingen
der politie een andere Knrr was, die niets met de zaak
had nittestaan.
In de gevangenis heeft Kurr met Benson gecorres
pondeerd door briefjes die hij aan de' hielen der cipiers
hechtte, dit zette hij dertig dagen voort. Verder caven
zQ elkaar inlichtingen in de kapel, en door middel van
hen advokaat, die mededeeliiigen van een gevangene
mag ontvangen, en met een ander gevangene spreken.
Eindelijk hield men er nog een voorgewend adrokaat
op na, die dus vrijen toegang verkreeg en alleen eeji
?Mpere was. .
Kurr bekende ook dat hij, ofschoon zelf er niet toe
kunnende besluiten een va&ehen eed te doen, er toch
den inspecteur Clark e toe had weten over te halen. Ook
de klerken van zijn adrokaat waren omgekocht, en
tien minuten nadat Kurr voor den rechter een vaisch
«iiht had opgegeven, waren zijne medeplichtigen in de
verschillende gevangenissen ingelicht hoe zij zweren
moesten.
Bij het verhoor van Beason komen nog eenige bijzon
derheden aan 't licht. Toen men bemerkte dat de zaak
met Madame de Goncourt zou aan t liéhfc komen, bood
men de dame eene transactie aan, die zij weigerde.
Benson sprak zeer goed Franecb. H» was in 1971 als
representant van den Ganlois te Brussel, en noemde zich
toen graaf de ftfontagu; hiervoor vervolgd, ging hit naar
Nisaa, en noemde «ich verder Montago. Het bedroanegenv
den Lord Mayor gepleegd bestond daarin dat ffenaon,
onder de naam van majre ven Chateaudnn eene bföh»j
kwam vragen voor een fonds tot leniging der ellen _
op het platteland in Frankrtyk. De Lord Mayor gaf
1060 pond. In 1876 aou Benson baar Egypte gegaan
0m eene leenin ie sluiten voor den jfhedive maar
dat bij ook een bedrieger was; toen trachtte Kurr, «Is
detective, Golerao door bedreigingen te verschrikken,
en de 16 pond terug te kragen, maar deze scheen huil
te slim te zijn, hij doorzag dan streek en lachte de ge
waande detectives uit. .
Men v.ond by Benson «en paar brieven, een in
dieventaal aan Kurr, om een pion van ontvluchting of ver
dediging te beramen; een aan Bensons rader, vol berouw
en enoeekicgen om hulp, en een zakboekje waarop o. a.
al de namen van de cipiers van Newgate stonden, met
de sommen waarvoor zy omgekocht waren. Over 't ge
heel maakt deze zaak den treurigen indruk dat volgens
het zeggen van Walpole, iedere hoogere en lagere
ambtenaar, in Engeland althans, te koop is; Benson en
zijne vrienden verdienden alleen geld genoeg om de
lagere om te koopen, Beneon geeit niet omluidelgk te
verstaan dat hy met eenige ponden meer, ook aan deze
vervolging ontkomen zou zyn. Het was misschien zijn
oogelok dat hij j nis k naar Rotterdam ontvluchtte, waar
men hem gevat en in handen der Engelache justitie
gesteld heen, en dat nog wel terwyl de advokaat Froggat
aan jjyne medeplichtigen had gezegd dat 50 pond zeker
wel voldoende waren om de Kotterdatnsche politie om
te koopen. , ?
Bg net verhoor van Murray, een der ondergeschikte
oplichters, komt nog een andere streek aan den dag.
Hiij heeft met Waltere te New-York andere bedriegers
geëxploiteerd. Walters zette eene advertentie in de
dagbladen, dat hij geld wenschte te geven als hypotheek
op land. Als de mensdien dan kwamen verwees hij
hen naar zijn deskundige, Murray, om het land te
keuren. Murray keurde kut en gaf den eigenaars te
verstaan dat hij goede rapporten zou geven als men
hem omkocht. Men kocht hem om, dab was de eerste
winst Dan kwam men bij Walters, die verklaarde gun
stige rapporten te hebben ontvangen en willens te zijn
het geld te leenen, maar eerst moest men zijn leven ver
zekeren, en Marray was ook agent eener levensver
zekering maatschappij, tweede winst Nooit is het bedrog
ontdekt, maar zij zyn uit New-York vertrokken om eene
beschuldiging ton smokkelory.
,
de «Mik ging niet door. Ook verzon men kolenmijnen
te Balstrop en hraehéeene koning van 100,000 doftara
in den handel, die evenwel niet opnam. Men had srich
in verbinding gesteld met Colezzo en 16 pond aan
telegrammen naar Texas- besteed, toen men bemerkte t
VUB de guttlotfne gered.
Eenige weken geleden werd door de jury te Versailles
een man, Haas genaamd, ter dood veroordeeld, zonder
aanbeveling voor gratie. Zyn lot was dus vry zeker.
Zijn advokaat evenwel, de uitspraak der jury bekijkende,
zag tht de spreker der jury, hetzij door onwetendheid
of aandoening, "het woord meerderheid" niet majorité,
maar margorite gespeld had. Hy appeleerde, de beschul
digde was door eene onbekend getal juryleden schuldig
bevonden, het vonnis was dus nietig, en de zaak moest
op nieuw behandeld worden. Misschien den angst van
den armen gevangene in aanmerking nemende,'want
er moest weer zes weken om zijn leven worden gestre
den, of zich over de onhandigheid van de uitvoerders
dei* wet schamende, heeft de nieuwe jury hem in plaats
van den dood tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld.
Naar aanleiding van dit geval vertelt de Evenement
eene 'geschiedenis die in Italiëmet een zeker Mondate
moet voorgevallen zijn. Deze was nog dichter bij de
guillotine dan Haas: als slachtoffer van een vonnis der
rechtbank op stshijnbewijs is hij onder de valbijl gebukt
geweest. Hy heeft zelf zijn laatsten levensmorgen, zoo
als hij meent, beschreven.
Den 17** Augustus 1873, te acht uur 's morgens trad
mijn biechtvader, de abt Fernia, in myn cel, om my
aan te kondigen dat ik sterven moest.
Toen hij de hand op myn schouder legde, en ik wak
ker werd. begreep ik dadelijk, hoeveel vertrouwen in
rayn onschuld ik tot dien tyd ook ffehad had, wat hy
mij kwam zeggen, en het schjgnt dat ik doodsbleek werd.
Ik wilde spreken, maar myn mond klemde zich dichr,
de stem stokte mij in de keel, ik kou geen adem krij
gen. Ik geroeide dat mijne knieën knikten en myn
lichaam van beneden af skoud werd.
Eindelijk, met ongelooïelijke moeite, slaagde ik er in
deze woorden uit te brengen: Non vero, rt is niet
waar!"
De priester antwoordde iets, ik weet niet wat. Ik
hoorde niets dan een verword gedruisch.... ik was als
iemand dien men met eene knods heeft neergeveld, ik
had bijna net bewustzijn van myn toestand verloren, en
slechts by tnsschenpoozen kwam my plotseling het denk
beeld voor den geest. De abt maakte een handdoek nat
en verfrischte mij het voorhoofd. Ik stiet een
vreeseliiken kreet mt: Ik ben onschuldig! ik ben onschuldig r
Hij aeide ray toen dat ik God myn Ijjjtien moest ten otter
brengen, en begon weer zacht tot müte spreke!*. Ik
bad nu langzamerhand bet gebruik mgner zinnen her
kregen,* en ik bemerkte dat er eenige m 't zwart
gekleede personen in m|ne cel waren; een van. hen. hield
eene rol papier in de hand. Het was de griffier, en h$
bad mftn vonnis gelezen, maar ik bad niefs gehoerd.
Toen kwam er eeme plotselinge opwelling van trots
bij mij op. Gedurende eenige minuten was ik niet bang
meer voor den dood, ik rientte m$ on» en Ik zeide dat,
daar ik toen sterven moest, ik zou toonen dat een on
schuldige moedig den dood' onder de oogen kon. zien.
lik sprak snel, en ik wond my op door moya eigen woor
den. Ik vreesde de stilte, vreesde op te houden en te.
denken, ik sprak in een adem. door, bedankte ook den
directeur der gevangenis en vroeg om eten.
Hen bracht m$ ebn kop chocolade, maar ik wees haar
af. Ik was weer in al de vreeeelükheid van myn toe
stand teruggestort, ik stelde my het schavot voor, en
werktuigelqk vroeg ik aan de mensohen die om
heen stonden .of het pyn deed?"
I&en stem antwoordde: Volstrekt niet,1* tegelij
zag ik voor mjj een nieuwaangekomene, in een
zwarte wollen py, da benl.
Ik wilde opstaan, mij verdedigen, nogmaals en nog
maals het uitgillen dat ik oneckuldig was,'maar ik viel
flauw. Toen ik weer tot mij zelf kwam was ik gekne
veld, kool geknipt, ik zat op de kor, en die kar kwam
juist aan op het plein waar het schavot stond.
Ik wierp een woesten blik op het yreeseLgk werk
tuig ik dacht niet meer, bet scheen my alsof de twee
stylen waartusschen de valbijl hangt zoo hoog waren
als de masten van een schip ... Men heesch my op het
getimmerte; ik had nu nog slechts n denkbeeld, van
mij te ontworstelen, weerstand te bieden, te ontkomen.
Maar hoe? Ik was gebonden. Eeno onuitsprekelijke
woede maakte zich van mij meester, het was of hefc gevoel
mijner machteloosheid mijne hersenen aantastte. Bc ge
voelde my grijpen, men liet my knielen op de plank, ik
was verlamd, en het schynt my na dat ik daar lang
zeer lang wachtte ... toen kwam er op myn hals een
korte, zware slag, en ik verloor weer het bewustzijn,
met het instinctmatig gevoel dat het het mes was dat
mij trof!...
Het was het mes niet, het was de bonten sleuf die
om den hals sluit en waar de bnl tusschenvalt. Gq weet
overige. Toen ik weer bijkwam, lag ik in de ziekenzaal
der gevangenis.
De ware moordenaar had bekend en myn vrijspraak
was nog bijtijds gekomen.
De misdaad van Irigny.
Be Courrier de Lyon geeft eenige bijzonderheden
omtrent een lijk dat te Iriffny gevonden was, en waar
omtrent alle gegevens ontbraken. Veel verder is men
nog niet, toch nereft men nu den naam van den versla
gene. Hij heet Lepin, is 22 iaar, en zyne moeder heeft
eene bakkerij in de straat tramassac, No. 28.
Eene muand geleden was Lepin, die in Belgiëen
Duitschland gereisd had, te Lyon teruggekomen. Hy
was maar zeer kort bij zyne moeder geweest en was
vertrokken, zeggende, dat hn zich voor goed te Lyon
ging vestigen. Sedert dien tija beeft men niets meer van
hem gehoord.
Dne dagen voor het ontdekken van het lijk traden
twee jjpnge lieden van zér fatsoenlijk, zelfs voornaam
uittrlyk, den winkel van jufvrouw Lepin binnen, en
vroegen naar haar zoon.
Hij heeft ons gezegd dat we hem hier zouden
vinden," zeiden zij. .
Jufvrouw 'Lepin antwoordde dat zij volstrekt niets
van hem wist, dat zij niets van hetn ge noord had, sedert
hy haar verlaten had.
Dan zal hij naar Turijn gegaan zijn, zeide een
der jongelieden tot den ander.
En zij vertrokken onmiddelijk.
Jufvrouw Lepin merkte op dat bet scheen alsof naar
antwoord hun veel genoegen deed.
De justitie is bezig deze twee personen op te zoeken,
die wel in de zaak zouden kunnen betrokken zijn.
Een tweede aanwijzing van meer belang dan de eerste.
Eenige dagen na de ontdekking van bet lijk kwam ophet
kerkhof te Irigny, waar het lyk begraven was, eene dame,
en deed den oSocferaver allerlei vragen omtrent de ver
moorde persoon. De doodgraver antwoordde, de dame
vroeg steeds verder en dringender, en naarmate de
doodgraver het verhaal vervolgde, voor zoover frij er
van wist, scheen de, dame steeds meer geagiteerd te
worden. Toen de doodgraver zeide dat er slechts een
kenteeken was om de indtntiteit Ton het Ijk te bewij
zen, namelük sokken gemerkt A. L. 207, schrikte de
dame plotseling, gaf een gil en viel in zwym.
De doodgraver was genoodzaakt haar horp
teterleenen en haar weer by te brengen, waarna hy haar ern
stig en dringend aanraadde naar den magistraat te
gaan en hem te zeggen wat zij wist, ten einde tot
de ontdekking van Qe misdadigere te komen. Zy ant
woordde zeer weinig op deze nitnoodigiag en vertrok
haastig.
De rechtbank, hiervan onderricht, beeft ondes Boek
laten doen naar de dame, en haar gesamenlvk met den
doodgraver verhoord.
UIT NIEUW-ZEELASD.
Weer eyn eenige interessante boeken, rebbescbr»ringen
voor Australiëen Nieuw-Zeefend wÉgeJtomen. Wg na
men een paar b$zond*rheden en eenige meu?wB
geziohtepunten o?exr die niet van belang ontbloot Z^D.
Nog altoos, «ven alt in de t«d TM» Cook, sjn de
Haoris of Nieaw-Zeekaders menseheneters. Hiervoor
|sr zeojüniet etne Teronttcholdigmg, toch eene verkla
ring niet maeielfk te vinden. Nieuw-Zeeland heeft BOO
geed ala geeae dierenwereld. OpossuB* en Kangoeroes,
3ie xoo veelvuldig «gn op Nifow-HoHaid, tindt «en er
niet, alleen eenige toortea v»n ratte» en betrekkelnk
kleine vogels. In vroegere» t|fd jwcden de binnemandeni
bewowiddoordea moa> eene soort f»m rensaefctigeii car
fuftris, dertien voe*. hoo«; w»wn»ii men de beendjrün
gevonden heeft, en Kat is niet gefceel zeker of met de
?erate Maoria da Uatite mo*'a tobbe* genuttigd, maar
4
]
l
i
? v