De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1877 11 november pagina 3

11 november 1877 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l^-*¥^ pr-4> **."* .?,. ??^a^-rW ? ~* / »y.u*fM - yi' '»!*? ^,.-"v^ ~ «»^- >-*^ DB AMSTEBPAMMER. HANDEL, KUNST-INDUSTBIE. Staat, belaas, dénationale industrie in menig kunstvak, zoowel wat sierlijkheid als wat lage kosten van bewerking betreft, beneden de buitenlandsche, deze week waren wij in de gelegenheid eene collectie te zien die in beide opzichten gerust kan wedijveren met het beste wat elders geproduceerd wordt. De firma 6. en J. Cool alhier, stelt in hare magazijnen (Bloemgracht 77) eene verzameling, schoorsteenmantels ten toon die n in prijs ( f 25 tot f 1000) n in qualiteit, (getuige de medailles van Parij?, Arnhem, Philadelphia en Amsterdam tweemaal) allezins voldoende zyn. Op de tentoonstelling vo*or kunst-industrie vielen eoniffe man tels uit deze fabriek, in de ateliers te Sneek en te Nijmegen vervaardigd in 't oog, wüzagen er i u malle kleuren en stijl, effen en ingelegd met onyx, vertMorin en verguld, vau de kostbare Noir Dinant en Port-or en Blanc of Blanc Puinant tot de eenvoudigste soor ten. Een schoorsteenmantel van het zeldzame en teero nranit de savoie scheen ons in tint juist bij een goudleeren salon te passen, terwijl een ander van dof en gepolijst wit marmer met zeer dunne bijna doorschynende lichtgrijze aderen in den styl ^farie Atitoinette, bepaald alleen bestemd is om in een boudoir in licht blauw satijn met gouden lijsten te pronken. RECHTSZAKEN, De Londeusclie detectives. (Vervolg.) De getuigenverhooren beginnen met dat van William Kurr die cte zaak heeft aangebracht. Hij heeft het eerst kennis gemaakt met Meiklejohn, die als inspecteur van politie ontdekt had, dat de wet op het wedden zich niet uitstrekt tot Schotland, en meende dat oplichters hiermede hun voordeel konden doen. Verder ffat Meikle john hem den rand, twee agentschappen in Londen in twee verschillende districten, en een te Glasgpw te openen, zoodat het bevel tot inhechtenisneming op ae eene plaat/*, hem kon toelaten op de andere zijne zaken veilig voorttezettcn. Kurr hatf van deze zaakkundi^e inlichtingen geprofiteerd en den trouwen ambtenaar zijne dankbaar heid getoond. Toen de zaken in Londen de aandacht der politie tatpkkeu, wendde Meiklejohn zich tot Kurr om ofhcieëie inlichtingen, en Kurr fclegreep dat hij zelf de gezochte persoon was en ging voor zes maanden naar Amerika. Bij zijne terugkomst zorgde Meiklejohn dat de stukken wegraakten en de zaak vergeten werd, voor 100 pond. Hu richtte Kurr de firma Archer op met Benson en Street; Street werd gearresteerd en de firma ging vol gens afspraak haren gang te Grlasgow, waar zij 6000 pond verdiende, Meiklejohn's part was 500 pond. Verder geven deze getuigenverhooren weinig nieuws, ze loopen altoos over dezelfde feiten en de sommen die de politieagenten ontvangen hebben om ze te verzwygen of er aan mee te doen. Druscovich heeft telkens den advokaat van Mad. de Goncourt, Mr. Abrnhamson, zoeken om den tuin te leiden. De onderzoekingen die de wakkere pleitbezorger maakte, werden door de politie óf tegengewerkt, óf van onwaarde verklaard ; toen hy Kurr op 't spoor was, als uitgever der courant, wist Druscovich hem te zeggen dat dit volgens de nasporingen der politie een andere Knrr was, die niets met de zaak had nittestaan. In de gevangenis heeft Kurr met Benson gecorres pondeerd door briefjes die hij aan de' hielen der cipiers hechtte, dit zette hij dertig dagen voort. Verder caven zQ elkaar inlichtingen in de kapel, en door middel van hen advokaat, die mededeeliiigen van een gevangene mag ontvangen, en met een ander gevangene spreken. Eindelijk hield men er nog een voorgewend adrokaat op na, die dus vrijen toegang verkreeg en alleen eeji ?Mpere was. . Kurr bekende ook dat hij, ofschoon zelf er niet toe kunnende besluiten een va&ehen eed te doen, er toch den inspecteur Clark e toe had weten over te halen. Ook de klerken van zijn adrokaat waren omgekocht, en tien minuten nadat Kurr voor den rechter een vaisch «iiht had opgegeven, waren zijne medeplichtigen in de verschillende gevangenissen ingelicht hoe zij zweren moesten. Bij het verhoor van Beason komen nog eenige bijzon derheden aan 't licht. Toen men bemerkte dat de zaak met Madame de Goncourt zou aan t liéhfc komen, bood men de dame eene transactie aan, die zij weigerde. Benson sprak zeer goed Franecb. H» was in 1971 als representant van den Ganlois te Brussel, en noemde zich toen graaf de ftfontagu; hiervoor vervolgd, ging hit naar Nisaa, en noemde «ich verder Montago. Het bedroanegenv den Lord Mayor gepleegd bestond daarin dat ffenaon, onder de naam van majre ven Chateaudnn eene bföh»j kwam vragen voor een fonds tot leniging der ellen _ op het platteland in Frankrtyk. De Lord Mayor gaf 1060 pond. In 1876 aou Benson baar Egypte gegaan 0m eene leenin ie sluiten voor den jfhedive maar dat bij ook een bedrieger was; toen trachtte Kurr, «Is detective, Golerao door bedreigingen te verschrikken, en de 16 pond terug te kragen, maar deze scheen huil te slim te zijn, hij doorzag dan streek en lachte de ge waande detectives uit. . Men v.ond by Benson «en paar brieven, een in dieventaal aan Kurr, om een pion van ontvluchting of ver dediging te beramen; een aan Bensons rader, vol berouw en enoeekicgen om hulp, en een zakboekje waarop o. a. al de namen van de cipiers van Newgate stonden, met de sommen waarvoor zy omgekocht waren. Over 't ge heel maakt deze zaak den treurigen indruk dat volgens het zeggen van Walpole, iedere hoogere en lagere ambtenaar, in Engeland althans, te koop is; Benson en zijne vrienden verdienden alleen geld genoeg om de lagere om te koopen, Beneon geeit niet omluidelgk te verstaan dat hy met eenige ponden meer, ook aan deze vervolging ontkomen zou zyn. Het was misschien zijn oogelok dat hij j nis k naar Rotterdam ontvluchtte, waar men hem gevat en in handen der Engelache justitie gesteld heen, en dat nog wel terwyl de advokaat Froggat aan jjyne medeplichtigen had gezegd dat 50 pond zeker wel voldoende waren om de Kotterdatnsche politie om te koopen. , ? Bg net verhoor van Murray, een der ondergeschikte oplichters, komt nog een andere streek aan den dag. Hiij heeft met Waltere te New-York andere bedriegers geëxploiteerd. Walters zette eene advertentie in de dagbladen, dat hij geld wenschte te geven als hypotheek op land. Als de mensdien dan kwamen verwees hij hen naar zijn deskundige, Murray, om het land te keuren. Murray keurde kut en gaf den eigenaars te verstaan dat hij goede rapporten zou geven als men hem omkocht. Men kocht hem om, dab was de eerste winst Dan kwam men bij Walters, die verklaarde gun stige rapporten te hebben ontvangen en willens te zijn het geld te leenen, maar eerst moest men zijn leven ver zekeren, en Marray was ook agent eener levensver zekering maatschappij, tweede winst Nooit is het bedrog ontdekt, maar zij zyn uit New-York vertrokken om eene beschuldiging ton smokkelory. , de «Mik ging niet door. Ook verzon men kolenmijnen te Balstrop en hraehéeene koning van 100,000 doftara in den handel, die evenwel niet opnam. Men had srich in verbinding gesteld met Colezzo en 16 pond aan telegrammen naar Texas- besteed, toen men bemerkte t VUB de guttlotfne gered. Eenige weken geleden werd door de jury te Versailles een man, Haas genaamd, ter dood veroordeeld, zonder aanbeveling voor gratie. Zyn lot was dus vry zeker. Zijn advokaat evenwel, de uitspraak der jury bekijkende, zag tht de spreker der jury, hetzij door onwetendheid of aandoening, "het woord meerderheid" niet majorité, maar margorite gespeld had. Hy appeleerde, de beschul digde was door eene onbekend getal juryleden schuldig bevonden, het vonnis was dus nietig, en de zaak moest op nieuw behandeld worden. Misschien den angst van den armen gevangene in aanmerking nemende,'want er moest weer zes weken om zijn leven worden gestre den, of zich over de onhandigheid van de uitvoerders dei* wet schamende, heeft de nieuwe jury hem in plaats van den dood tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Naar aanleiding van dit geval vertelt de Evenement eene 'geschiedenis die in Italiëmet een zeker Mondate moet voorgevallen zijn. Deze was nog dichter bij de guillotine dan Haas: als slachtoffer van een vonnis der rechtbank op stshijnbewijs is hij onder de valbijl gebukt geweest. Hy heeft zelf zijn laatsten levensmorgen, zoo als hij meent, beschreven. Den 17** Augustus 1873, te acht uur 's morgens trad mijn biechtvader, de abt Fernia, in myn cel, om my aan te kondigen dat ik sterven moest. Toen hij de hand op myn schouder legde, en ik wak ker werd. begreep ik dadelijk, hoeveel vertrouwen in rayn onschuld ik tot dien tyd ook ffehad had, wat hy mij kwam zeggen, en het schjgnt dat ik doodsbleek werd. Ik wilde spreken, maar myn mond klemde zich dichr, de stem stokte mij in de keel, ik kou geen adem krij gen. Ik geroeide dat mijne knieën knikten en myn lichaam van beneden af skoud werd. Eindelijk, met ongelooïelijke moeite, slaagde ik er in deze woorden uit te brengen: Non vero, rt is niet waar!" De priester antwoordde iets, ik weet niet wat. Ik hoorde niets dan een verword gedruisch.... ik was als iemand dien men met eene knods heeft neergeveld, ik had bijna net bewustzijn van myn toestand verloren, en slechts by tnsschenpoozen kwam my plotseling het denk beeld voor den geest. De abt maakte een handdoek nat en verfrischte mij het voorhoofd. Ik stiet een vreeseliiken kreet mt: Ik ben onschuldig! ik ben onschuldig r Hij aeide ray toen dat ik God myn Ijjjtien moest ten otter brengen, en begon weer zacht tot müte spreke!*. Ik bad nu langzamerhand bet gebruik mgner zinnen her kregen,* en ik bemerkte dat er eenige m 't zwart gekleede personen in m|ne cel waren; een van. hen. hield eene rol papier in de hand. Het was de griffier, en h$ bad mftn vonnis gelezen, maar ik bad niefs gehoerd. Toen kwam er eeme plotselinge opwelling van trots bij mij op. Gedurende eenige minuten was ik niet bang meer voor den dood, ik rientte m$ on» en Ik zeide dat, daar ik toen sterven moest, ik zou toonen dat een on schuldige moedig den dood' onder de oogen kon. zien. lik sprak snel, en ik wond my op door moya eigen woor den. Ik vreesde de stilte, vreesde op te houden en te. denken, ik sprak in een adem. door, bedankte ook den directeur der gevangenis en vroeg om eten. Hen bracht m$ ebn kop chocolade, maar ik wees haar af. Ik was weer in al de vreeeelükheid van myn toe stand teruggestort, ik stelde my het schavot voor, en werktuigelqk vroeg ik aan de mensohen die om heen stonden .of het pyn deed?" I&en stem antwoordde: Volstrekt niet,1* tegelij zag ik voor mjj een nieuwaangekomene, in een zwarte wollen py, da benl. Ik wilde opstaan, mij verdedigen, nogmaals en nog maals het uitgillen dat ik oneckuldig was,'maar ik viel flauw. Toen ik weer tot mij zelf kwam was ik gekne veld, kool geknipt, ik zat op de kor, en die kar kwam juist aan op het plein waar het schavot stond. Ik wierp een woesten blik op het yreeseLgk werk tuig ik dacht niet meer, bet scheen my alsof de twee stylen waartusschen de valbijl hangt zoo hoog waren als de masten van een schip ... Men heesch my op het getimmerte; ik had nu nog slechts n denkbeeld, van mij te ontworstelen, weerstand te bieden, te ontkomen. Maar hoe? Ik was gebonden. Eeno onuitsprekelijke woede maakte zich van mij meester, het was of hefc gevoel mijner machteloosheid mijne hersenen aantastte. Bc ge voelde my grijpen, men liet my knielen op de plank, ik was verlamd, en het schynt my na dat ik daar lang zeer lang wachtte ... toen kwam er op myn hals een korte, zware slag, en ik verloor weer het bewustzijn, met het instinctmatig gevoel dat het het mes was dat mij trof!... Het was het mes niet, het was de bonten sleuf die om den hals sluit en waar de bnl tusschenvalt. Gq weet overige. Toen ik weer bijkwam, lag ik in de ziekenzaal der gevangenis. De ware moordenaar had bekend en myn vrijspraak was nog bijtijds gekomen. De misdaad van Irigny. Be Courrier de Lyon geeft eenige bijzonderheden omtrent een lijk dat te Iriffny gevonden was, en waar omtrent alle gegevens ontbraken. Veel verder is men nog niet, toch nereft men nu den naam van den versla gene. Hij heet Lepin, is 22 iaar, en zyne moeder heeft eene bakkerij in de straat tramassac, No. 28. Eene muand geleden was Lepin, die in Belgiëen Duitschland gereisd had, te Lyon teruggekomen. Hy was maar zeer kort bij zyne moeder geweest en was vertrokken, zeggende, dat hn zich voor goed te Lyon ging vestigen. Sedert dien tija beeft men niets meer van hem gehoord. Dne dagen voor het ontdekken van het lijk traden twee jjpnge lieden van zér fatsoenlijk, zelfs voornaam uittrlyk, den winkel van jufvrouw Lepin binnen, en vroegen naar haar zoon. Hij heeft ons gezegd dat we hem hier zouden vinden," zeiden zij. . Jufvrouw 'Lepin antwoordde dat zij volstrekt niets van hem wist, dat zij niets van hetn ge noord had, sedert hy haar verlaten had. Dan zal hij naar Turijn gegaan zijn, zeide een der jongelieden tot den ander. En zij vertrokken onmiddelijk. Jufvrouw Lepin merkte op dat bet scheen alsof naar antwoord hun veel genoegen deed. De justitie is bezig deze twee personen op te zoeken, die wel in de zaak zouden kunnen betrokken zijn. Een tweede aanwijzing van meer belang dan de eerste. Eenige dagen na de ontdekking van bet lijk kwam ophet kerkhof te Irigny, waar het lyk begraven was, eene dame, en deed den oSocferaver allerlei vragen omtrent de ver moorde persoon. De doodgraver antwoordde, de dame vroeg steeds verder en dringender, en naarmate de doodgraver het verhaal vervolgde, voor zoover frij er van wist, scheen de, dame steeds meer geagiteerd te worden. Toen de doodgraver zeide dat er slechts een kenteeken was om de indtntiteit Ton het Ijk te bewij zen, namelük sokken gemerkt A. L. 207, schrikte de dame plotseling, gaf een gil en viel in zwym. De doodgraver was genoodzaakt haar horp teterleenen en haar weer by te brengen, waarna hy haar ern stig en dringend aanraadde naar den magistraat te gaan en hem te zeggen wat zij wist, ten einde tot de ontdekking van Qe misdadigere te komen. Zy ant woordde zeer weinig op deze nitnoodigiag en vertrok haastig. De rechtbank, hiervan onderricht, beeft ondes Boek laten doen naar de dame, en haar gesamenlvk met den doodgraver verhoord. UIT NIEUW-ZEELASD. Weer eyn eenige interessante boeken, rebbescbr»ringen voor Australiëen Nieuw-Zeefend wÉgeJtomen. Wg na men een paar b$zond*rheden en eenige meu?wB geziohtepunten o?exr die niet van belang ontbloot Z^D. Nog altoos, «ven alt in de t«d TM» Cook, sjn de Haoris of Nieaw-Zeekaders menseheneters. Hiervoor |sr zeojüniet etne Teronttcholdigmg, toch eene verkla ring niet maeielfk te vinden. Nieuw-Zeeland heeft BOO geed ala geeae dierenwereld. OpossuB* en Kangoeroes, 3ie xoo veelvuldig «gn op Nifow-HoHaid, tindt «en er niet, alleen eenige toortea v»n ratte» en betrekkelnk kleine vogels. In vroegere» t|fd jwcden de binnemandeni bewowiddoordea moa> eene soort f»m rensaefctigeii car fuftris, dertien voe*. hoo«; w»wn»ii men de beendjrün gevonden heeft, en Kat is niet gefceel zeker of met de ?erate Maoria da Uatite mo*'a tobbe* genuttigd, maar 4 ] l i ? v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl