De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1877 18 november pagina 3

18 november 1877 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

**.» ;*»>-vH> f 1 ? '?ir! / 'i l l DE AMSTERDAMMER. HANDEL, KUNST EN INDUSTRIE. Plato, de oude Griekeche philosoof, noemde al het ondermaansche, ai den luister en de heerlijkheid der aarde, slechts een flauwen weerschijn van de dingen die hier boven in eene betere wereld bestonden. Hier aan dachten we, toen we uit de benedenverdieping van den huize Cossa ons in hoogere sfeeren begaven. Waar men zou meenen de nog niet uitgepakte kisten, de de fecte bezendingen te vinden, verrast ons juist eene col lectie die minder tot het dagelijksch publiek sprekende, den man van smaak te meer bekoort. Hier minder tagèreverguldsel en meer degelykheid. De firma C. Cossa heeft eene collectie ameublementen die vreezen we, de yaderlandsche industrie geen genoegen zal doen. Het is waarschijnlijk dat de keus van iedere dame of van den galant die haar iets cadeau wil doen, voorgoed be dorven is, als zy hier een bureau-secrétaire gezien heeft, zwart geciseleerd hout, met verguld kwistig gemonteerd, met blauw fluweelen blad, met porceleinen medaillons genre Sévres, alles keurig afgewerkt, voor 130 gulden, grootere na evenredigheid, minder versierd goedkoopst*. Een eetkamer ameublement 16e eeuw, groot buffet, eet tafel met vijf inlegbladen, en zes stoelen met leeren of rieten zittingen, alles gebeeldhouwd eikenhout, voor 320 gulden, meerdere stoelen a 12.50; wij zagen er ook een van 650 in zwart renaissance, een meesterstuk van bewerking, kolossale buffetkast desverkiexende, als men er geen oud aardewerk, porselein of zilver in heeft, met rood zijaen gordijnen te sluiten, groote eettafel en zes stoe len. Slaapkamer ameublement pok in allerlei stijl, oud eikenhout* en zwart imitatie ebbenhout; een van oud gesneden eikenhout was van 900, een ander van 500 gul den, ledikant, grooto kleedkast met spiegel a la Psyche, tafel, toilettafel met spiegel en nachttafel. Men ^zegt dat de heer Cocsa als aandeelhouder van de societédes bronze§te Parijs, de origineele modellen i.i brons even goedkoop geven kan als anderen de iiickel imitatie, hoe net zij wij zagen verschillende bronzen groepen met het zegel der societé, waarvan de prijs ons, voor kunst werken, niet hoog voorkwam. Er was een Amour désarmc van Salmon, een groep vogels in bronsc nïckcl geteekend Arson, pendules en candelabres met de. beste namen gemerkt. Na het Louis XVI en Mad. Angot schynt nu de styl van Napoleonstijd te moeten volgen, een zonderling overgangstijdperk, waarin de oude mythologie en de nieuwe wetenschap der negentiende eeuw zich symboliek vermengen, wij zagen eeno groote pendule in den zuiversten stijl Empire, een wereldbol van blauw geoxydeerd koper omringd met de wetenschappelijlte cupido's die weldra zouden verdwijnen, om plaats te maken voor.... geen stijl. Is het niet een treurig verschijnsel in onze eeuw van veredeling en kunstbescherming1, dat we geen stijl hebben en onze beste kunstcritici met niets d weepen wat niet oud is? Met verlangen zien wij in onzen kunstsmaak eeno geheele revolutie ie gemoet, want als nu alles voorbij is, Grieksch en Pompojaansch, Byzantijnseh. Middeleeuwen, Renais sance, de Louis, de Revolutie en het Keizerrykf als we al den rijkdom der vroegere eeuwen verteerd hebben, en met niets dan met het bewustzijn onzer eigene armoede aan kunstgevoel en verbeeldingskracht overblijven, dan ware het zeker maar beter dat de laatste kunstenaar aid\ met de -potscherven van het eerste antediluviaansche kunstproduct de slagaderen opende, en te midden van de afgezaagde roramelkamer der eeuwen den laatsteu adem uitblies. In afwachting daarvan laat ons genieten 't is nog zoo ver niet, de Historische voorraad is nog niet uitgeput, wilt ge u overtuigen, ga zien waar IK gezien heb. t.i. . Door de regeling ^-commissie van de in 1878 te houden Tentoonstelling van Voorwerpen van Kunst en Nijver heid is een circulaire, verspreid, waaraan wij het vol gende ontleenen: Aan de Handwerkslieden van Amsterdam. In het begin van den aanstaanden Zomer zal er, by genoegzame deelneming van uwen kant, alhier eene Tentoonstelling gehouden worden van' Voorwerpen van JKunst en Nijverheid, door de Amsterdamsche Hand werkslieden mannelijke of vrouwelijke personen uit den handwerkstand, die in een fabriek ot werkplaats in dienst zijn in hun vrijen tijd vervaardigd. Dege nen evenwel, die in eigen woning voor anderen arbeiden, doch zonder hulp van een werkman, en zonder zelven een winkel of magïizyn te houden, zullen niet uitge sloten zijn." Het nut van zulk een Tentoonstelling met daaraan te verbinden wedstrijd, behoeft niet betoogd te worden. Geeft zij immers niet aan den werkman gelegenheid om zijn 'talenten, kunstzin, vaardigheid, voortbrengings-vermogen te doen kennen, en door de beschouwing van van hetgeen anderen op zijn gebied wrochtten en de vergelijking met wat hij zelf tot stand bracht, de ken nis van zijn vak te vermeerderen en daarmee zijn voor deel te doen tot eigen ontwikkeling en derhalve ook tot bevordering van eigen welzijn?" Al wat een nuttige strekking heeft, door doelmatig heid zich aanbeveelt of door nette en fraaie bewerking zich onderscheidt, zal gaarne aangenomen worden. Bouw kundige ontwerpen, JTeekeningen, Modellen, Pleisterbeelden, Knutselaryen of Liefhebberijen, die een aange name verppozing van den dagelykschen arbeid schenken, zijn niet uitgesloten." Aan hen, die met het oog op de meerdere of min dere netheid van bewerking, op de mate vau vaardig heid, geschiktheid of kunstsmaak, waarvan het voor werp blyk geeft, op de keus, de soliditeifr, de nuttigheid en aen prys of de toepassing van eenige nieuwe vinding zulk een onderscheiding blijken te verdienen, zullen prijzen of premi'én in medailles of geld worden toege kend. De waarde of het bedrag daarvan zal geregeld worden naar den aard en de verdienste van de inze .ding en ook naar de onkosten, welke de inzender tot de vervaardiging zal hebben moeten maken." De beoorueeiing zal geschieden door een Commissie van onpartijdige en boyoegde beoordeelaars, door de ItegeltngscornmiBsie uit ténoodigen." voorwerpen, dio hoewel goed bewerkt en van goede inrichting en nuttige strekking in geen dezer opzichten iets uitstekends hebben, zuilen toch voor een onderscheiding in aanmerking komen, indien de maker of maakster aantoont, dat aan de vervaardiging daar van zijnen of haren vrijen tijd op voordeelige wijze werd besteed. Hierbij wordt vooral gedacht aan de uitoefe ning door werklieden van wat men zou kunnen noe men een by- of hulp-ambacht, b.v. het vervaardigen van klompen, biezen-matten, het stroovlechten, enz. door hen, tot wier geregeld bedrijf dit niet gerekend kon worden te behooren. Tot een vergoeding vau de moeite en den bestecden tijd, zal de Commissie zooveel mogelijk zich beijveren dat de voorwerpen die daarom van een prijsopgave voorzien moeten ayn uit de Jtand worden verkocht of aangekocht voor eene Verloting, met Koninklijke goedkeurfng te houden." Ook zal de Tentoonstelling gepaard gaan met eenige Concerten, waartoe den inzenders met mm gezin vrije Toegang zal worden verleend." De inzending zal op nader te bepalen dagen en plaats moeten geschieden in den loop der maand Mei 1878." RECHTSZAKEN. Bene ontvlucUtiiig. Eene zeer^behendige ontvluchting heeft plaats gehad in de stad Le Mans. Het dagblad La Sarthe vertelt de volgende bijzonderheden. Onder degenen die op rijkskosten in de cellen van de ge vangenis te Le Mans gevoed en gehuisvest werden, behoorde ook een zekere Cury, een bankroetier dien het hof van Asioses in 1873 bij verstek tot twintig jaar dwangarbeid had veroordeeld. In het begin van de vorige maan i te Parijs gearres teerd, is hij zoo gelukkig geweest te ontsnappen vooral door de handige en kloeke hulp van zijne vrouw, die hierin eene zeldzame slimheid heeft aau den dag gelegd. In do zelfde cel als Cury bevond zich ook een zekere Joubert, die de volgende week voor het hof van Assises moest verschijnen wegens eene reeks van diefstallen. Niet zeer vertrouwend op de eerlijkheid zijner zaak, heeft hy liever zijn heil in de vlucht willen zoeken dan do uitspraak van de gerechtigheid af te wachten. Deze dubbele ontvluchting heeft in den nacht van 6 op 7 November plaats gehiid. De gevangenis is ingesloten tusschen de gebouwen van de pendarmerie en het Paleis van Justitie. De cellen jler gevangenis zijn gelijkvloers mefc eene binnenplaats," omringd door gebouwen bijna 20 meters hoog t de gendarmerie en de administratie der gevangenissenhuizen boven de cellen, en de ijzeren staven die de vensters beschermen schynen alle hoop op ontkomen voor goed af te snyden. Aan den anderen kant verheft zich het Paleis van Justitie waarvan de naakte muur zich zonder een uitstek, zonder een raam, tot aan het dak verheft. Vlak onder het dak ia eene ry vensters. Wegens hunne hoogte, meer dan 15 meters boven de binnenplaats, heeft men het niet noodig geoordeeld ze van tralies te voorzien; en toch zijn. langs dien weg de gevangenen ontsnapt. Maar hoe? Dadelijk na de arrestatie van haar man, is Mevrouw Cury zich te Le Mans komen vestigen, in de straat du Port. Zij vroeg en verkreeg verlof haren man te mogen bezoeken. Van de eersten dag af, heeft zij het plan opgevat haren man te doen ontvluchte», en zy zocht onophoudelijk en onvermoeid naar de middelen daartoe. Zij bestudeerde al de hoeken en gaten van het Paleis van Justitie, en naderde iederen dag dichter de vensters die zij, niettegenstaande ze zoo hoog waren, van uit de gevangenis gezien had. Haar heen en weerloopen kon niemand verdacht toeschenen, nu eens kwam ze aan het hoofd van het parket vergunning vragen haren man to bezoeken, dan eenige verbetering in zijn leefwijze vragen, dan weer een advokaat raadplegen. Langs een trap die naar de kamer der deurwaarders en naar andere oureanx leidt, bereikte zij de bovenver dieping; toen er eens eene vergadering van deurwaar ders daar geweest was, vond zij den sleutel in het slot steken en nam hem mede. Sedert dat oogenblik was haar plan gemaakt. Zy zorgde nu dat de gevangenen fijne vijlen, horlogeveeren, en andere* gereedschappen kregen om de staven van hunne cel door te zagen, en ?zij beloofde hun uit de vensters van die zolderverdieping een touwladder neer te laten, waarlangs zij zouden kunnen ontsnappen. Zy liet geen tyd verloren gaan; zij bestelde bij Madame Metais, in de stad, zes touwladdera.,, voor een joogejufvrouwen kostschool. Zij .bracht ze een voor een naar boven en verborg ze daar; zy ging overal vrij rond alsof ze t' huis was. Op dien zolder is een klein hokje dat uitkomt op den tuin van den heer Larigerie. Daar mocht vroeger de conciërge van het Paleis kippen of duiven houden. Zij maakte er een werkkamertje van om hare ladders aan elkaar te knoopen. Om er te meer op haar ge mak te zijn, had zij er een stoel neergezet, den mooisten dien zij in de deurwaarders kamer vinden kon. Om niet te spoedig in donker te zitten, had zij van daar óók kaarsen genomen. Men ziet dat zij niet bedeesd was en zich voorzag van wat zij noodig oordeelde. De eerste November was de dag waarop de oiitvluchting zou plauts hebben. Mevrouw Cury liet hare koffers naar het spoorwegstation brengen en^aat als naar gewoonte naar het Paleis, klinkt naar boven en wacht er de nacht af. Toen neemt zij van een stapel hout een stevigen knuppel, bevestigt dien dwars achter de kamerdeur, maakt er haar touwladder aan vast en laat hem langzaam afglijden. Op drie meters afstand sliep een der bewakers, h*j is niet wakker geworden. De gevangenen hadden in dien tusschentijd de staven uit het raam hunner cel genomen en klommen nu langs de ladder naar den zolder en van daar door de zaal der Assiees, waar' zij de veer uit het slot 'namen, naar buiten. Eenige oogenblikken later, liet Mevrouw Cory hare koffers inschrijven naar Tours, en met den snel trein van l uur 45 's morgens vertrokken alle drie. Om 7 uur 's morgens was de gevangenis in rep en roer, toen men het raampje van de cel zonder ijzer werk, en de gevangenis ledig vond. Men kon zich niet begrijpen hoe de gevangenen van de binnenplaats hadden kunnen komen. Telkens vindt men nieuwe omstandigheden die de be hendigheid der dame bewijzen. Zoo dikwijls zij naar boven ging, nam zij de sleutels der trapdeuren mede, opdat men haar niet bij toeval zou kunnen opsluiten. Bij het terugkomen stak zij ze er weder in. Bij haar laatste reis evenwel heeft zij dit vergeten, 't Is te be grijpen. Men heeft nog geen spoor van de vluchtelingen ge vonden ; met behulp van een zoo bekwaam medeplichtige zou het wel kunnen zijn dat Cury zijne t\vintig jaar mieiiep. Toen deze week by het eindigen van de voorstelling van Paul et Virgine in het Theatre Lyrique, te Parijs, de regisseur aan de figuranten hun presentie bewijs gaf, waarop ze aan de kas hun geld konden krijgen, kwam hij er een te kort. Er was een neger te veel geweest. Een koopman uit Cuba, gitzwart en schatrijk, was naar Parijs gekomen, had kennissen gemaakt aan tafel en daaronder ook een journalist. De neger had, als alle vreemdelingen, een levensdroom, namelijk achter de coulissen van een Franschen schouwburg te komen. Zijn nieuwe kennis bracht hem er heen, en terwijl de vreemdeling bezig was met hier en daar rond te gluren en misschien niet zoo veel te zien kreeg als hij verwacht had, verliet de journalist hem eveu, om aan eene arti&te in hare loge zijn compliment te gaan maken. De millionair bleef staan; Daar komt de regisseur op hem aanstormen: Je bent nog niet eens gekleed eu de andereu staan al op 't tooneefi Maar ga maar achteraan btaan en vertoon alleen je gezicht. Ik moet zeggen dat je je prachtig zwart gemaakt hebt, heeft dat zoo lang ge duurd?" Tegelijk rukt hij de neger den hoed van 't hoofd en duwt hem tusschen de coulissen, zoodat de planter niet alleen de coulissen zag,- maar zelfs verontwaardigd eene rol vervulde op de planken van het theutre Lyrique. EEN DUEL. Eugèno de Mirecourt had in den tyd toen Dumas eenige vellen druks per dag sch eef, een vinnig en hate lijk schirapschrift uitgegeven, getiteld firma Alexandre L) u ra as en Co., abrikanten van romans." Op een morgen laten zich twee heeren bij hem' aan dienen, die met het ernstig en deftig uiterlyk dat bij hunne boodschap behoorde, neiu eene uitdaging brengen van wege den zoon van Dumas, den later aoo bekenden Dumas fils. Eugèno de Mirècourfc hoort bedaard het voorstel der heeren aan en vraagt: 't Is dua uit naam van den zoon van mynheer Dumas dat gy my voldoening komt vragen voor debeleediging zijn vader aangedaan?" Juist.'1 Permitteer dan.... Hy schelt. Laat mijn zoon even boven komen. Weldra verschijnt een blond ventje zoo hoog ah twee turven en zes jaar oud. De twee uitdagers zetten groote oogen op* Mirecourt neemt den knaap by de hacd, en stelt hem aan de heeren voor: Mijne heeien, als het mode wordt de zaken ran eer aan zyno zonen op te dragen, hier is de myne.M De oude Alexandro was een echt Franschman, ont wapend door een gevat antwoord; met nieuwe jaar zond hy den zoon van zyn aatiricua een mand vol bon bons. :;! t* w» «.'i* ?*?" r \ .~y -«v»» t ?\\

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl