Historisch Archief 1877-1940
**.» ;*»>-vH> f 1 ? '?ir!
/
'i
l l
DE AMSTERDAMMER.
HANDEL, KUNST EN INDUSTRIE.
Plato, de oude Griekeche philosoof, noemde al het
ondermaansche, ai den luister en de heerlijkheid der
aarde, slechts een flauwen weerschijn van de dingen
die hier boven in eene betere wereld bestonden. Hier
aan dachten we, toen we uit de benedenverdieping van
den huize Cossa ons in hoogere sfeeren begaven. Waar
men zou meenen de nog niet uitgepakte kisten, de de
fecte bezendingen te vinden, verrast ons juist eene col
lectie die minder tot het dagelijksch publiek sprekende,
den man van smaak te meer bekoort. Hier minder
tagèreverguldsel en meer degelykheid. De firma C. Cossa
heeft eene collectie ameublementen die vreezen we, de
yaderlandsche industrie geen genoegen zal doen. Het
is waarschijnlijk dat de keus van iedere dame of van
den galant die haar iets cadeau wil doen, voorgoed be
dorven is, als zy hier een bureau-secrétaire gezien heeft,
zwart geciseleerd hout, met verguld kwistig gemonteerd,
met blauw fluweelen blad, met porceleinen medaillons
genre Sévres, alles keurig afgewerkt, voor 130 gulden,
grootere na evenredigheid, minder versierd goedkoopst*.
Een eetkamer ameublement 16e eeuw, groot buffet, eet
tafel met vijf inlegbladen, en zes stoelen met leeren of
rieten zittingen, alles gebeeldhouwd eikenhout, voor
320 gulden, meerdere stoelen a 12.50; wij zagen er ook
een van 650 in zwart renaissance, een meesterstuk van
bewerking, kolossale buffetkast desverkiexende, als men
er geen oud aardewerk, porselein of zilver in heeft, met rood
zijaen gordijnen te sluiten, groote eettafel en zes stoe
len. Slaapkamer ameublement pok in allerlei stijl, oud
eikenhout* en zwart imitatie ebbenhout; een van oud
gesneden eikenhout was van 900, een ander van 500 gul
den, ledikant, grooto kleedkast met spiegel a la Psyche,
tafel, toilettafel met spiegel en nachttafel. Men ^zegt
dat de heer Cocsa als aandeelhouder van de societédes
bronze§te Parijs, de origineele modellen i.i brons even
goedkoop geven kan als anderen de iiickel imitatie, hoe
net zij wij zagen verschillende bronzen groepen met het
zegel der societé, waarvan de prijs ons, voor kunst
werken, niet hoog voorkwam. Er was een Amour désarmc
van Salmon, een groep vogels in bronsc nïckcl
geteekend Arson, pendules en candelabres met de. beste
namen gemerkt.
Na het Louis XVI en Mad. Angot schynt nu de styl
van Napoleonstijd te moeten volgen, een zonderling
overgangstijdperk, waarin de oude mythologie en de
nieuwe wetenschap der negentiende eeuw zich symboliek
vermengen, wij zagen eeno groote pendule in den
zuiversten stijl Empire, een wereldbol van blauw
geoxydeerd koper omringd met de wetenschappelijlte
cupido's die weldra zouden verdwijnen, om plaats te
maken voor.... geen stijl. Is het niet een treurig
verschijnsel in onze eeuw van veredeling en
kunstbescherming1, dat we geen stijl hebben en onze beste
kunstcritici met niets d weepen wat niet oud is? Met
verlangen zien wij in onzen kunstsmaak eeno geheele
revolutie ie gemoet, want als nu alles voorbij is, Grieksch
en Pompojaansch, Byzantijnseh. Middeleeuwen, Renais
sance, de Louis, de Revolutie en het Keizerrykf als
we al den rijkdom der vroegere eeuwen verteerd hebben,
en met niets dan met het bewustzijn onzer eigene armoede
aan kunstgevoel en verbeeldingskracht overblijven, dan
ware het zeker maar beter dat de laatste kunstenaar
aid\ met de -potscherven van het eerste antediluviaansche
kunstproduct de slagaderen opende, en te midden van
de afgezaagde roramelkamer der eeuwen den laatsteu
adem uitblies. In afwachting daarvan laat ons genieten
't is nog zoo ver niet, de Historische voorraad is nog
niet uitgeput, wilt ge u overtuigen, ga zien waar IK
gezien heb.
t.i.
. Door de regeling ^-commissie van de in 1878 te houden
Tentoonstelling van Voorwerpen van Kunst en Nijver
heid is een circulaire, verspreid, waaraan wij het vol
gende ontleenen:
Aan de Handwerkslieden van Amsterdam.
In het begin van den aanstaanden Zomer zal er, by
genoegzame deelneming van uwen kant, alhier eene
Tentoonstelling gehouden worden van' Voorwerpen van
JKunst en Nijverheid, door de Amsterdamsche Hand
werkslieden mannelijke of vrouwelijke personen uit
den handwerkstand, die in een fabriek ot werkplaats
in dienst zijn in hun vrijen tijd vervaardigd. Dege
nen evenwel, die in eigen woning voor anderen arbeiden,
doch zonder hulp van een werkman, en zonder zelven
een winkel of magïizyn te houden, zullen niet uitge
sloten zijn."
Het nut van zulk een Tentoonstelling met daaraan
te verbinden wedstrijd, behoeft niet betoogd te worden.
Geeft zij immers niet aan den werkman gelegenheid om
zijn 'talenten, kunstzin, vaardigheid,
voortbrengings-vermogen te doen kennen, en door de beschouwing van
van hetgeen anderen op zijn gebied wrochtten en de
vergelijking met wat hij zelf tot stand bracht, de ken
nis van zijn vak te vermeerderen en daarmee zijn voor
deel te doen tot eigen ontwikkeling en derhalve ook
tot bevordering van eigen welzijn?"
Al wat een nuttige strekking heeft, door doelmatig
heid zich aanbeveelt of door nette en fraaie bewerking
zich onderscheidt, zal gaarne aangenomen worden. Bouw
kundige ontwerpen, JTeekeningen, Modellen,
Pleisterbeelden, Knutselaryen of Liefhebberijen, die een aange
name verppozing van den dagelykschen arbeid schenken,
zijn niet uitgesloten."
Aan hen, die met het oog op de meerdere of min
dere netheid van bewerking, op de mate vau vaardig
heid, geschiktheid of kunstsmaak, waarvan het voor
werp blyk geeft, op de keus, de soliditeifr, de nuttigheid
en aen prys of de toepassing van eenige nieuwe vinding
zulk een onderscheiding blijken te verdienen, zullen
prijzen of premi'én in medailles of geld worden toege
kend. De waarde of het bedrag daarvan zal geregeld
worden naar den aard en de verdienste van de inze
.ding en ook naar de onkosten, welke de inzender tot
de vervaardiging zal hebben moeten maken."
De beoorueeiing zal geschieden door een Commissie
van onpartijdige en boyoegde beoordeelaars, door de
ItegeltngscornmiBsie uit ténoodigen."
voorwerpen, dio hoewel goed bewerkt en van
goede inrichting en nuttige strekking in geen dezer
opzichten iets uitstekends hebben, zuilen toch voor een
onderscheiding in aanmerking komen, indien de maker
of maakster aantoont, dat aan de vervaardiging daar
van zijnen of haren vrijen tijd op voordeelige wijze werd
besteed. Hierbij wordt vooral gedacht aan de uitoefe
ning door werklieden van wat men zou kunnen noe
men een by- of hulp-ambacht, b.v. het vervaardigen
van klompen, biezen-matten, het stroovlechten, enz.
door hen, tot wier geregeld bedrijf dit niet gerekend
kon worden te behooren.
Tot een vergoeding vau de moeite en den bestecden
tijd, zal de Commissie zooveel mogelijk zich beijveren
dat de voorwerpen die daarom van een prijsopgave
voorzien moeten ayn uit de Jtand worden verkocht
of aangekocht voor eene Verloting, met Koninklijke
goedkeurfng te houden."
Ook zal de Tentoonstelling gepaard gaan met eenige
Concerten, waartoe den inzenders met mm gezin vrije
Toegang zal worden verleend."
De inzending zal op nader te bepalen dagen en plaats
moeten geschieden in den loop der maand Mei 1878."
RECHTSZAKEN.
Bene ontvlucUtiiig.
Eene zeer^behendige ontvluchting heeft plaats gehad
in de stad Le Mans. Het dagblad La Sarthe vertelt
de volgende bijzonderheden.
Onder degenen die op rijkskosten in de cellen van de ge
vangenis te Le Mans gevoed en gehuisvest werden,
behoorde ook een zekere Cury, een bankroetier dien
het hof van Asioses in 1873 bij verstek tot twintig jaar
dwangarbeid had veroordeeld.
In het begin van de vorige maan i te Parijs gearres
teerd, is hij zoo gelukkig geweest te ontsnappen vooral
door de handige en kloeke hulp van zijne vrouw, die
hierin eene zeldzame slimheid heeft aau den dag gelegd.
In do zelfde cel als Cury bevond zich ook een zekere
Joubert, die de volgende week voor het hof van Assises
moest verschijnen wegens eene reeks van diefstallen.
Niet zeer vertrouwend op de eerlijkheid zijner zaak,
heeft hy liever zijn heil in de vlucht willen zoeken dan
do uitspraak van de gerechtigheid af te wachten.
Deze dubbele ontvluchting heeft in den nacht van
6 op 7 November plaats gehiid.
De gevangenis is ingesloten tusschen de gebouwen
van de pendarmerie en het Paleis van Justitie.
De cellen jler gevangenis zijn gelijkvloers mefc eene
binnenplaats," omringd door gebouwen bijna 20 meters
hoog t de gendarmerie en de administratie der
gevangenissenhuizen boven de cellen, en de ijzeren staven die
de vensters beschermen schynen alle hoop op ontkomen
voor goed af te snyden. Aan den anderen kant verheft
zich het Paleis van Justitie waarvan de naakte muur
zich zonder een uitstek, zonder een raam, tot aan het
dak verheft. Vlak onder het dak ia eene ry vensters.
Wegens hunne hoogte, meer dan 15 meters boven de
binnenplaats, heeft men het niet noodig geoordeeld ze
van tralies te voorzien; en toch zijn. langs dien weg de
gevangenen ontsnapt.
Maar hoe?
Dadelijk na de arrestatie van haar man, is Mevrouw
Cury zich te Le Mans komen vestigen, in de straat du
Port. Zij vroeg en verkreeg verlof haren man te mogen
bezoeken. Van de eersten dag af, heeft zij het plan
opgevat haren man te doen ontvluchte», en zy zocht
onophoudelijk en onvermoeid naar de middelen daartoe.
Zij bestudeerde al de hoeken en gaten van het Paleis
van Justitie, en naderde iederen dag dichter de vensters
die zij, niettegenstaande ze zoo hoog waren, van uit de
gevangenis gezien had. Haar heen en weerloopen kon
niemand verdacht toeschenen, nu eens kwam ze aan
het hoofd van het parket vergunning vragen haren
man to bezoeken, dan eenige verbetering in zijn leefwijze
vragen, dan weer een advokaat raadplegen.
Langs een trap die naar de kamer der deurwaarders
en naar andere oureanx leidt, bereikte zij de bovenver
dieping; toen er eens eene vergadering van deurwaar
ders daar geweest was, vond zij den sleutel in het slot
steken en nam hem mede. Sedert dat oogenblik was
haar plan gemaakt. Zy zorgde nu dat de gevangenen
fijne vijlen, horlogeveeren, en andere* gereedschappen
kregen om de staven van hunne cel door te zagen, en
?zij beloofde hun uit de vensters van die zolderverdieping
een touwladder neer te laten, waarlangs zij zouden
kunnen ontsnappen.
Zy liet geen tyd verloren gaan; zij bestelde bij Madame
Metais, in de stad, zes touwladdera.,, voor een
joogejufvrouwen kostschool. Zij .bracht ze een voor een naar
boven en verborg ze daar; zy ging overal vrij rond
alsof ze t' huis was.
Op dien zolder is een klein hokje dat uitkomt op
den tuin van den heer Larigerie. Daar mocht vroeger
de conciërge van het Paleis kippen of duiven houden.
Zij maakte er een werkkamertje van om hare ladders
aan elkaar te knoopen. Om er te meer op haar ge
mak te zijn, had zij er een stoel neergezet, den mooisten
dien zij in de deurwaarders kamer vinden kon. Om
niet te spoedig in donker te zitten, had zij van daar
óók kaarsen genomen. Men ziet dat zij niet bedeesd
was en zich voorzag van wat zij noodig oordeelde.
De eerste November was de dag waarop de
oiitvluchting zou plauts hebben. Mevrouw Cury liet hare
koffers naar het spoorwegstation brengen en^aat als
naar gewoonte naar het Paleis, klinkt naar boven en
wacht er de nacht af. Toen neemt zij van een stapel
hout een stevigen knuppel, bevestigt dien dwars achter
de kamerdeur, maakt er haar touwladder aan vast en
laat hem langzaam afglijden. Op drie meters afstand
sliep een der bewakers, h*j is niet wakker geworden.
De gevangenen hadden in dien tusschentijd de staven
uit het raam hunner cel genomen en klommen nu langs
de ladder naar den zolder en van daar door de zaal
der Assiees, waar' zij de veer uit het slot 'namen, naar
buiten. Eenige oogenblikken later, liet Mevrouw Cory
hare koffers inschrijven naar Tours, en met den snel
trein van l uur 45 's morgens vertrokken alle drie.
Om 7 uur 's morgens was de gevangenis in rep en
roer, toen men het raampje van de cel zonder ijzer
werk, en de gevangenis ledig vond. Men kon zich niet
begrijpen hoe de gevangenen van de binnenplaats hadden
kunnen komen.
Telkens vindt men nieuwe omstandigheden die de be
hendigheid der dame bewijzen. Zoo dikwijls zij naar
boven ging, nam zij de sleutels der trapdeuren mede,
opdat men haar niet bij toeval zou kunnen opsluiten.
Bij het terugkomen stak zij ze er weder in. Bij haar
laatste reis evenwel heeft zij dit vergeten, 't Is te be
grijpen.
Men heeft nog geen spoor van de vluchtelingen ge
vonden ; met behulp van een zoo bekwaam medeplichtige
zou het wel kunnen zijn dat Cury zijne t\vintig jaar
mieiiep.
Toen deze week by het eindigen van de voorstelling
van Paul et Virgine in het Theatre Lyrique, te Parijs,
de regisseur aan de figuranten hun presentie bewijs gaf,
waarop ze aan de kas hun geld konden krijgen, kwam
hij er een te kort. Er was een neger te veel geweest.
Een koopman uit Cuba, gitzwart en schatrijk, was
naar Parijs gekomen, had kennissen gemaakt aan tafel
en daaronder ook een journalist. De neger had, als
alle vreemdelingen, een levensdroom, namelijk achter de
coulissen van een Franschen schouwburg te komen.
Zijn nieuwe kennis bracht hem er heen, en terwijl de
vreemdeling bezig was met hier en daar rond te gluren
en misschien niet zoo veel te zien kreeg als hij verwacht
had, verliet de journalist hem eveu, om aan eene arti&te in
hare loge zijn compliment te gaan maken.
De millionair bleef staan; Daar komt de regisseur
op hem aanstormen:
Je bent nog niet eens gekleed eu de andereu staan
al op 't tooneefi Maar ga maar achteraan btaan en
vertoon alleen je gezicht. Ik moet zeggen dat je je
prachtig zwart gemaakt hebt, heeft dat zoo lang ge
duurd?"
Tegelijk rukt hij de neger den hoed van 't hoofd en
duwt hem tusschen de coulissen, zoodat de planter niet
alleen de coulissen zag,- maar zelfs verontwaardigd eene
rol vervulde op de planken van het theutre Lyrique.
EEN DUEL.
Eugèno de Mirecourt had in den tyd toen Dumas
eenige vellen druks per dag sch eef, een vinnig en hate
lijk schirapschrift uitgegeven, getiteld firma Alexandre
L) u ra as en Co., abrikanten van romans."
Op een morgen laten zich twee heeren bij hem' aan
dienen, die met het ernstig en deftig uiterlyk dat bij
hunne boodschap behoorde, neiu eene uitdaging brengen
van wege den zoon van Dumas, den later aoo bekenden
Dumas fils.
Eugèno de Mirècourfc hoort bedaard het voorstel der
heeren aan en vraagt:
't Is dua uit naam van den zoon van mynheer
Dumas dat gy my voldoening komt vragen voor
debeleediging zijn vader aangedaan?"
Juist.'1
Permitteer dan....
Hy schelt.
Laat mijn zoon even boven komen.
Weldra verschijnt een blond ventje zoo hoog ah twee
turven en zes jaar oud. De twee uitdagers zetten groote
oogen op*
Mirecourt neemt den knaap by de hacd, en stelt
hem aan de heeren voor:
Mijne heeien, als het mode wordt de zaken ran
eer aan zyno zonen op te dragen, hier is de myne.M
De oude Alexandro was een echt Franschman, ont
wapend door een gevat antwoord; met nieuwe jaar
zond hy den zoon van zyn aatiricua een mand vol bon
bons.
:;!
t* w» «.'i* ?*?"
r
\ .~y
-«v»»
t
?\\