De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1877 25 november pagina 1

25 november 1877 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

* *~^\!x .' «a d'Astnalc! en acn 't V, -Jaer doet sich hecrlijcl: oye. ' «y die als Keizerin de Kroon Ura*et,vcm Europ«. ?« . voor !??? l**?' en Kunst. UITGEVERS t ELLERMAN, HARMS & C°. Hantoori Rok l n 8. Wij beleven een tijd van streven en stryd. Op elk gebied heeft de negentiende eeuw haar onderzoekende, yaak slopende hand aan hetgeen de vaderen tot stand gebracht hebben gelegd, en. menig gebouw, waarvan men geloofde., da t het veilig stond, als*een rots te n^icU den der woelige baren, is voor haar aanval bezweken. De wetenschappen zijn op nieuwe paden geleid: voor't onderzoek zijn nieuwe banen ontsloten; de staatsinrich ting, het verkeer der volkeren, de handel, de nijverheid, de geheele maatschappij tot in haar af^elegcnste schuilhoeken, allen hebben den invloed ondervonden van de hervormende krachten, dio in de stoffelijke wereld en die der gedachte zich doen gelden. Niet het minst is dit met de Nyverheid het geval. De toepassing van den stoom in steeds ruiineren kring heeft een geheelen omkeer in de wijze van fabricatie teweeg gebracht, Waar weleer de handwerksman zelf den geheelen of een belangrijk gedeelte van den ge heelen arbeid verrichtte, ziet hij thans zich niet zelden verlaagd tot den dienstknecht van een machine, en duizenden reppen de handen, op hunne beurt tot werk tuigen geworden, voor wie 't denken een overtollige weelde schijnt. Verdeeling van den arbeid werd hoe langer hoe moer in de wetenschap en industrie, niet slechts in de fabrieken, maar ook m de andere werk plaatsen, het wachtwoord, en, terwijl alzoo do produc« tiviteit met verbazende snelheid toenam, daalde het neil van bedrevenheid bij vele fabriekarbeiders en ambachts lieden in even bedroevende mate. De stoom deed de wereld tienmaal sneller gaan, alles rept zich en ijlt. Spoed werd de eerste voorwaarde, nevens goedkoopheid en bruikbaarheid aan een voordeelige fabricatie gesteld, en vóór de eischen der degelijkheid en van den goeden smaak, die weieer bij de Nijverheid meer op den voor grond traden, ontbraken het noodige geld en de tijd. 't Is ? waar, het geld is niet schaarscher dan vroeger. Integendeel.- Haar de waarde er van is niet dezelfde meer en de verdeeling een geheel andere. De stoom heeft de w.ereld, die gelijk de maatschappij zelve, in een on telbare menigte nauw begrensde Kringen was gedeeld, tot een nheid herschapen, en wat eens het deel van enkele bevoorrechten was tot aller gemeengoed gemaakt. We bevinden ons nog slechts in bet begin van dit land van belofte, maar toch ver genoeg om te kunnen zien waar het allengs heengaat. Terwijl de kloven, die landen en volken scheidon, gedempt worden, de producten en fabrikatea van 't Oosten en Westen over de geheele beschaafde wereld worden gevoerd en onder ieders bereik Tallen, zijn in korten tijd de verbruikers in zulk een mate toegenomen, dat de prijzen stijgen moesten en er voor een arbeid, die aan andere dan ae meest onmisbare voorwaarden voldee'f, weinig plaats kon overschieten. De behoefte dergenen, die weleer zich van elke weelde verstoken zagen, 'groeiden met den dag, 3n natuurlijk waar zoovele bevredigd moesten worden, kon aan elk voorwerp niet meer dan de hoogstnoodige zorg worden besteed. De wereldmarkt moest voorzien worden. En wanneer heden ten dage een man uit de Middeleeuwen V*. $5 November 1S99. Verschijnt lederen Zondagochtend. Abonnenientiprtya p«r 8/m. 00 Cti. Af*. Nummers & CU. Adrerteattéa 10 Centi p«r regel. opstond, zou hij, gelooven wij, zich minder verwonderen over het gebrek aan degelijkheid en kunstzin, 't welk .zich in onze industrie afspiegelt, dan over de hoogte der eisenen, den omvang der pehoeften, die allen gelykelijk bevredigd wenschen te zien, zonder welke wij meenen niet te Kunnen leven. Maar terwijl de nieuwere tijd een grootere gelijkheid mot zioh brengt, en GOU ze«i' aanmerkelijk «led van* 't menschdom gestegen is in ontwikkeling, de welvaart zich meer algemeen verspreidde en de gemakken en de genoegens des levens naar elke richting vermeerderd zijn, schijnt hij een ander deel met vernedering te bedreigen. De werkman, de ambachtsman, de a*rbeider, althans velen hunner, plukken niet in gelijke mate de vruchten, die de hervormingen op industrieel gebied afwerpen, als de meer vermogenden. Niet omdat het streven van onze eeuw noodzakelijk in strijd met hun belangen zou verkeeren, maar omdat de voorwaarden, waarop de wel vaart in de nieuwere wereld r st, niet door hen begre pen worden. Kennis, ontwikkeling, beschaving zijn de wegen tot rijkdom en genot, en de overtuiging, dat zij alleen dat zijn, is tot heden allerminst tot hen doorge drongen. Terwijl de andere standen naar deze onmisbare wapenen grypen, om den strijd voor 't bestaan zegevie rend te kunnen voeren, laten zij ze veelal ongebruikt liggen, en de arbeider daalt tot een lager standpunt, omdat hij niet inziet, dat het doel waarnaar hij streeft, niet zonder dezen te bereiken is. Geld verdienen, spoedig, op jeugdigen leeftijd, veel geld, zonder inspanning van 't h'oom, zonder oefening van de hand, dat is voor velen 't doel, en hoe eerder zij dit gegrepen hebben, hoe ver der, zij gewoonlijk verwijderd zijn van iets, dat nog hooger waarde heeft dan klinkenae munt, ot liever, iets wat aan het goud en zilver slechts waarde schenkt; de geschiktheid om er mee te werken, de lust om het met vrucht te genieten. Concurrentie heerscht van Noord tot Zuid, van Oost tot West. Niet gelijk weleer tusschen naburen in stad of dorp, provincie o t' gewest, maar concurrentie met tal van volken. De oude en de nieuwe wereld bieden n kampplaats aan. En hier is de zegepraal niet aan het toeval, aan begunstiging, maar aan het .verstand, aan de inspanning en de bekwaamheid beschoren. Wie in dezen te zwak bevonden wordt, gaat ten onder. En nu worden bovendien van tijd tot tijd de beste der kampvechters in de gelegenheid gesteld zich voor 't oog dor geheele wereld te meten. Daar openen zich de tentoon stellingen, de landen zenden het schoonste wat zij voort brengen en wachten de uitspraak af, die, dank zij der publiciteit, de geheele wereld doorklinkt. Wie soms pp grond van de partijdigheid der Jurys en die is niet buiten gesloten over deze wedstrijden de schouders m o "éopgehaald hebben, het nut dier exposities springt in t oog. . ... Afgezien van het nanknoop.en van handelsbetrekkin gen, waartoe zij steeds leid n, 'b vonnis óver Duischland verleden jaar te Philadelphia uitgesproken, gevolgd door zijn onthouding ;van de aanstaunde Parijsche tentoon stelling, Begt duidelijk genoeg, dat zij de naties tot zelfkennis kunnen brengen. Wij Nederlanders op onze beurt hebben genoeg van de onderlinge vergelijking, waartoe zij in staat stellen, geleerd,om niet te twijfelen aan haar leerrijk karakter Wij hebben een diep besef ge kregen van onze zwakheid, de oogen zijn ons geopend voor tal van gebreken, die onzen art.eid aankleven. Wij hebben de ervaring opgedaan, dat vele onzer fabri katen voor buitenlandsche in goedkoopheid, degelijkheid of sierlijkheid van vorm moeten onderdoen; een wetenjgphap diétot nieuwe krachtoiuspouning pi ik'kcH-ei»Büb«r haar rente zal afwerpen. Onder alles wat bij dezen in 't licht trfld, en door den internationalen wedstrijd, dit jaar in Volksvlgt" gehouden, opnieuw bevestigd werd, staat het gebrek aan kunstzin, dat' zich bij onze nijverheid openbaart, op den voorgrond. Want al verkeert deze met alleen in ons land, maar bij de meeste beschaafde volken van Europa, in kwijnenden toestand, hier zijn ile loffelnke uitzonderingen op den treurige n regel Bchaarscher dan elders. Dit sluit v-*or onze industrie een groot gevaar ia zich. Immers juist in dezen tijd begint de liefde voor i i * * * i i l j t t * i ? _j A. de P kunst weer luider te spreken, de schoonheidszin staat uit de sluimering, waarin zij bij 't gegons en gesnor der machine-raderen verzonken was, en eenmaal wakker geschud, zal zij niet licht het ooj? weer sluiten. Het moderne Europa komt tot bewustheid van zijn armoe, het begint te begrijpen, dat het in dit opzicht achter staat bij de vroegere eeuwen, en gevoelt, dat de rechten van het aestheti?che te innig samenhangen met de menschelijke natuur, dan dat zij op den du w r geloochend zouden kunnen 'worden. Duizeude harten kloppen warm voor de kunst, men wil Asschepoestcr weder kronen; haar herleving, ook m de Nijverheid, kondigt zich alom aan. Doch hoe zullen de Nederlandsche industrieelen den stryd met het buitenland volhouden of aanvnngen, zoo lang de vaardige arbeider» ontbreken? En hoe zullen de arbeiders zelf de gondeu vruchten van onzen tyd plukken, zoolang zij de bekwaamheid mi^en, die den uijverheklsman in staat moet t>tel!eu met ecre te concurreeren V De knappe werklieden, zoo klinkt, het van alle zyd^n, worden ioe ? langer hoe zeldzamer. In alle vak ken openbaart zich de geest van onzen tijd: spoedig en veel geld te verdienen, zonder veel of iets geleerd te hebben. Do klacht wordt vernomen ook over de gren zen, doch wat doet men hier'te lande om den toestand te verbeteren? 't Is waar er bestaat een wet op den kinderarbeid, doch een die slechts ten halve, ja, slechts voor een zeer gering gedeelte dit kwaad bestrijdt. Zij is onvolledig en wordt hoogst gebrekkig toegepast. ? Leerplicht is niét voorgeschreven. Duizende kindenen bezoeken zelden of ooit de school. liet twaalfde jaaria zelfs by de wet op den kinderarbeid stiiiwügeim als op ae meeste plaatse de niet onderwezenen bij duizenden geteld worden, ia de avondschool voor volwassenen een ware uitzondering. Zelfs iudegroote steden bestaat'zij niet als't uitvloeisel van een wet, maar leeft zy by de gratie van sommige pbilanthropen. Ambachtscholen zijn weinige in getal. Aan L.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl