Historisch Archief 1877-1940
* *~^\!x
.' «a d'Astnalc! en acn 't V, -Jaer doet sich hecrlijcl: oye.
' «y die als Keizerin de Kroon Ura*et,vcm Europ«.
?« .
voor
!???
l**?'
en Kunst.
UITGEVERS t
ELLERMAN, HARMS & C°.
Hantoori Rok l n 8.
Wij beleven een tijd van streven en stryd. Op elk
gebied heeft de negentiende eeuw haar onderzoekende,
yaak slopende hand aan hetgeen de vaderen tot stand
gebracht hebben gelegd, en. menig gebouw, waarvan
men geloofde., da t het veilig stond, als*een rots te n^icU
den der woelige baren, is voor haar aanval bezweken.
De wetenschappen zijn op nieuwe paden geleid: voor't
onderzoek zijn nieuwe banen ontsloten; de staatsinrich
ting, het verkeer der volkeren, de handel, de nijverheid,
de geheele maatschappij tot in haar af^elegcnste
schuilhoeken, allen hebben den invloed ondervonden van de
hervormende krachten, dio in de stoffelijke wereld en
die der gedachte zich doen gelden.
Niet het minst is dit met de Nyverheid het geval.
De toepassing van den stoom in steeds ruiineren kring
heeft een geheelen omkeer in de wijze van fabricatie
teweeg gebracht, Waar weleer de handwerksman zelf
den geheelen of een belangrijk gedeelte van den ge
heelen arbeid verrichtte, ziet hij thans zich niet zelden
verlaagd tot den dienstknecht van een machine, en
duizenden reppen de handen, op hunne beurt tot werk
tuigen geworden, voor wie 't denken een overtollige
weelde schijnt. Verdeeling van den arbeid werd hoe
langer hoe moer in de wetenschap en industrie, niet
slechts in de fabrieken, maar ook m de andere werk
plaatsen, het wachtwoord, en, terwijl alzoo do produc«
tiviteit met verbazende snelheid toenam, daalde het neil
van bedrevenheid bij vele fabriekarbeiders en ambachts
lieden in even bedroevende mate. De stoom deed de
wereld tienmaal sneller gaan, alles rept zich en ijlt.
Spoed werd de eerste voorwaarde, nevens goedkoopheid
en bruikbaarheid aan een voordeelige fabricatie gesteld,
en vóór de eischen der degelijkheid en van den goeden
smaak, die weieer bij de Nijverheid meer op den voor
grond traden, ontbraken het noodige geld en de tijd.
't Is ? waar, het geld is niet schaarscher dan vroeger.
Integendeel.- Haar de waarde er van is niet dezelfde
meer en de verdeeling een geheel andere. De stoom heeft
de w.ereld, die gelijk de maatschappij zelve, in een on
telbare menigte nauw begrensde Kringen was gedeeld,
tot een nheid herschapen, en wat eens het deel van
enkele bevoorrechten was tot aller gemeengoed gemaakt.
We bevinden ons nog slechts in bet begin van dit land
van belofte, maar toch ver genoeg om te kunnen zien
waar het allengs heengaat. Terwijl de kloven, die landen
en volken scheidon, gedempt worden, de producten en
fabrikatea van 't Oosten en Westen over de geheele
beschaafde wereld worden gevoerd en onder ieders bereik
Tallen, zijn in korten tijd de verbruikers in zulk een
mate toegenomen, dat de prijzen stijgen moesten en er
voor een arbeid, die aan andere dan ae meest onmisbare
voorwaarden voldee'f, weinig plaats kon overschieten.
De behoefte dergenen, die weleer zich van elke weelde
verstoken zagen, 'groeiden met den dag, 3n natuurlijk
waar zoovele bevredigd moesten worden, kon aan elk
voorwerp niet meer dan de hoogstnoodige zorg worden
besteed. De wereldmarkt moest voorzien worden. En
wanneer heden ten dage een man uit de Middeleeuwen
V*. $5 November 1S99.
Verschijnt lederen Zondagochtend.
Abonnenientiprtya p«r 8/m. 00 Cti. Af*. Nummers & CU.
Adrerteattéa 10 Centi p«r regel.
opstond, zou hij, gelooven wij, zich minder verwonderen
over het gebrek aan degelijkheid en kunstzin, 't welk
.zich in onze industrie afspiegelt, dan over de hoogte der
eisenen, den omvang der pehoeften, die allen gelykelijk
bevredigd wenschen te zien, zonder welke wij meenen
niet te Kunnen leven.
Maar terwijl de nieuwere tijd een grootere gelijkheid
mot zioh brengt, en GOU ze«i' aanmerkelijk «led van* 't
menschdom gestegen is in ontwikkeling, de welvaart
zich meer algemeen verspreidde en de gemakken en de
genoegens des levens naar elke richting vermeerderd zijn,
schijnt hij een ander deel met vernedering te bedreigen.
De werkman, de ambachtsman, de a*rbeider, althans velen
hunner, plukken niet in gelijke mate de vruchten, die
de hervormingen op industrieel gebied afwerpen, als de
meer vermogenden. Niet omdat het streven van onze
eeuw noodzakelijk in strijd met hun belangen zou
verkeeren, maar omdat de voorwaarden, waarop de wel
vaart in de nieuwere wereld r st, niet door hen begre
pen worden. Kennis, ontwikkeling, beschaving zijn de
wegen tot rijkdom en genot, en de overtuiging, dat zij
alleen dat zijn, is tot heden allerminst tot hen doorge
drongen. Terwijl de andere standen naar deze onmisbare
wapenen grypen, om den strijd voor 't bestaan zegevie
rend te kunnen voeren, laten zij ze veelal ongebruikt
liggen, en de arbeider daalt tot een lager standpunt,
omdat hij niet inziet, dat het doel waarnaar hij streeft,
niet zonder dezen te bereiken is. Geld verdienen, spoedig,
op jeugdigen leeftijd, veel geld, zonder inspanning van
't h'oom, zonder oefening van de hand, dat is voor velen
't doel, en hoe eerder zij dit gegrepen hebben, hoe ver
der, zij gewoonlijk verwijderd zijn van iets, dat nog
hooger waarde heeft dan klinkenae munt, ot liever, iets
wat aan het goud en zilver slechts waarde schenkt; de
geschiktheid om er mee te werken, de lust om het met
vrucht te genieten.
Concurrentie heerscht van Noord tot Zuid, van Oost
tot West. Niet gelijk weleer tusschen naburen in stad
of dorp, provincie o t' gewest, maar concurrentie met tal
van volken. De oude en de nieuwe wereld bieden n
kampplaats aan. En hier is de zegepraal niet aan het
toeval, aan begunstiging, maar aan het .verstand, aan
de inspanning en de bekwaamheid beschoren. Wie in
dezen te zwak bevonden wordt, gaat ten onder. En nu
worden bovendien van tijd tot tijd de beste der
kampvechters in de gelegenheid gesteld zich voor 't oog dor
geheele wereld te meten. Daar openen zich de tentoon
stellingen, de landen zenden het schoonste wat zij voort
brengen en wachten de uitspraak af, die, dank zij der
publiciteit, de geheele wereld doorklinkt. Wie soms pp
grond van de partijdigheid der Jurys en die is niet
buiten gesloten over deze wedstrijden de schouders
m o "éopgehaald hebben, het nut dier exposities springt
in t oog. . ...
Afgezien van het nanknoop.en van handelsbetrekkin
gen, waartoe zij steeds leid n, 'b vonnis óver Duischland
verleden jaar te Philadelphia uitgesproken, gevolgd door
zijn onthouding ;van de aanstaunde Parijsche tentoon
stelling, Begt duidelijk genoeg, dat zij de naties tot
zelfkennis kunnen brengen. Wij Nederlanders op onze
beurt hebben genoeg van de onderlinge vergelijking,
waartoe zij in staat stellen, geleerd,om niet te twijfelen aan
haar leerrijk karakter Wij hebben een diep besef ge
kregen van onze zwakheid, de oogen zijn ons geopend
voor tal van gebreken, die onzen art.eid aankleven.
Wij hebben de ervaring opgedaan, dat vele onzer fabri
katen voor buitenlandsche in goedkoopheid, degelijkheid
of sierlijkheid van vorm moeten onderdoen; een
wetenjgphap diétot nieuwe krachtoiuspouning pi ik'kcH-ei»Büb«r
haar rente zal afwerpen.
Onder alles wat bij dezen in 't licht trfld, en door
den internationalen wedstrijd, dit jaar in Volksvlgt"
gehouden, opnieuw bevestigd werd, staat het gebrek
aan kunstzin, dat' zich bij onze nijverheid openbaart,
op den voorgrond. Want al verkeert deze met alleen
in ons land, maar bij de meeste beschaafde volken van
Europa, in kwijnenden toestand, hier zijn ile loffelnke
uitzonderingen op den treurige n regel Bchaarscher dan
elders. Dit sluit v-*or onze industrie een groot gevaar
ia zich. Immers juist in dezen tijd begint de liefde voor
i i * * * i i l j t t * i ? _j A.
de
P
kunst weer luider te spreken, de schoonheidszin staat
uit de sluimering, waarin zij bij 't gegons en gesnor
der machine-raderen verzonken was, en eenmaal wakker
geschud, zal zij niet licht het ooj? weer sluiten. Het
moderne Europa komt tot bewustheid van zijn armoe,
het begint te begrijpen, dat het in dit opzicht achter
staat bij de vroegere eeuwen, en gevoelt, dat de rechten
van het aestheti?che te innig samenhangen met de
menschelijke natuur, dan dat zij op den du w r geloochend
zouden kunnen 'worden. Duizeude harten kloppen warm
voor de kunst, men wil Asschepoestcr weder kronen;
haar herleving, ook m de Nijverheid, kondigt zich
alom aan.
Doch hoe zullen de Nederlandsche industrieelen den
stryd met het buitenland volhouden of aanvnngen, zoo
lang de vaardige arbeider» ontbreken? En hoe zullen
de arbeiders zelf de gondeu vruchten van onzen tyd
plukken, zoolang zij de bekwaamheid mi^en, die den
uijverheklsman in staat moet t>tel!eu met ecre te
concurreeren V
De knappe werklieden, zoo klinkt, het van alle zyd^n,
worden ioe ? langer hoe zeldzamer. In alle vak
ken openbaart zich de geest van onzen tijd: spoedig en
veel geld te verdienen, zonder veel of iets geleerd te
hebben. Do klacht wordt vernomen ook over de gren
zen, doch wat doet men hier'te lande om den toestand
te verbeteren?
't Is waar er bestaat een wet op den kinderarbeid,
doch een die slechts ten halve, ja, slechts voor een zeer
gering gedeelte dit kwaad bestrijdt. Zij is onvolledig en
wordt hoogst gebrekkig toegepast.
? Leerplicht is niét voorgeschreven. Duizende kindenen
bezoeken zelden of ooit de school. liet twaalfde
jaaria zelfs by de wet op den kinderarbeid stiiiwügeim als
op ae meeste plaatse
de niet onderwezenen bij duizenden geteld worden, ia
de avondschool voor volwassenen een ware uitzondering.
Zelfs iudegroote steden bestaat'zij niet als't uitvloeisel
van een wet, maar leeft zy by de gratie van sommige
pbilanthropen. Ambachtscholen zijn weinige in getal. Aan
L.