Historisch Archief 1877-1940
Aea d'Aemstei eo aeo'
Keizerin d« Kroon
hecrljjckflpt,
EOTÖ'M.
t'
r
Weekblad voor Handel, Industrie en Kunst.
UITGEVEBS;
ELLERMAN, HARMS & C°.
Hantoori Rok l n S,
M *8. 9 December
Verschijnt lederen Zondagochtend.
ibonnenteBtiprUf p«r S/m. 60 Cti,?Alk. Knunen S ttf
AdrertentiSa 10 Centi per regel.
DE FAECALIMKWESTTE.
' De burgemeester dezer Gemeente ia met een drietal
raadsleden naar het buitenland vertrokken tot het on
derzoek van eenige afvoerstelsels voor fuecaliën". Dit
bericht, dat men voor eenige dagen in de nieuwsbladen
las, heeft zeker op velen een eenigszins vreemden in
druk gemaakt. ' Sommigen denken: is die zaak nog
niet rijp voor uitvoering, na zoo vele jaren van onder
zoek door de voornaamste geleerden en technici van
het binnen- en buitenland? Blijven de autoriteiten dan
altüd door aan het onderzoeken, tervyyl wij in stank en
vuil voortleven, en de toestand dringend onverwylde
verbetering eischt? Anderen verbazen zich over de
groote sommen die een verbeterde afvoer van vuil in
deze gemeente zal moeten kosten, en vinden, de stank
van sommige grachten daargelaten, den tegenwoordigen
toestand nog zoo slecht niet. Zy twijfelen wel eens
aan de noodzakelijkheid van zulke ingrijpende verande
ringen, in ons ai voerstelsel, en meenen, dat de stank
der grachten wel met een weinig meer spuien zal op
houden. In de gegeven omstandigheden is het daarom
wellicht niet ongepast de geheele faecaliënkwestie
(want zoo wordt de reinigingszaak byna algemeen doch
zeer ten onrechte genoemd; eens kort te doorloopen,
en het standpunt aan te geven waarop men in dit op
zicht behoort te staan. .
Wanneer plantaardige en dierlijke stoffen aan het
levend organisme woraen onttrokken bederven en ver
rotten zy. Dit bederf is mejetal kenbaar aan den min
aangenamen reuk en het optreden van schimmel, terwijl
de verrotting zich openbaart door de ontwikkelingvan
zeer stinkende gassen. De schimmel is daarby meestal
vervangen door lagere, daarmede verwante organismen,
die in het algemeen den wolbekenden naam vun bac
teriën" dragen. Zij komen in alle in ontleding
verkeerende stoffen in ontzachelgk aantal voor. Diezelfde
bacteriën treden ook op by eenige ziekten van planten
en dieren, en doen daarbij die ziekten ontstaan. Men
héft ze verder waargenomen by sommige besmettelijke
ziekten van den menschjZooulsversiheidane huidziekten,
diphtheritis en nokken, doch ze tot log toe tevergeefs
bij cholera, typhüs, moeraskoortsen enz. gezocht. Dat
evenwel bacteriën ook de oorzaak van de besmettelijke
ziekten bij den mensch zyn, is in de-hoogste mate
waarscbynlyk. ledere ziekte heeft waarschijnlyk hare
eigene soort bacteriën, die in een gezond lichaam de
zelfde ziekte doet ontstaan. . ?
De bacteriën hebben een uiterst taai leven. Zn wor
den evenmin door bevriezing als door matige verh tting
gedood. Zy kunner in verdroogden, schijnbaar l
venloozen toestand jaren lang bewaard worden en tóch na
bevochtiging weder herleven. Zy zyn zoo klein, dat
er meer dan 30 billioen in een gram gaan, en vermenig
vuldigen zich verbazend snel. Een enkele bacterie is
na drie dagen tot en getal van 47 trillioen aangegroeid!
Uit dat alles volgt noodzakelijk, dat de uitwerpselenen
oyerblyfselen van lijders aan besmettelyke ziekten in de
eerste plaats besmettelijk zullen zijn, doch dat vorder
alle rottende stoffen infectie kunnen veroorzaken, daar
zy bacteriëtt.in.pntelbare menigte doen ontstaan. Worden
jdiwtdè^ftstiier^vlo^
.wat in bederf verkeert of rotten kan. in den bodem .óf
in het water gevoerd, dan worden die zoo gevreesde
onzichtbare moordenaars bij nülliarden met de
rottingsgassen in de lucht gevoerd, en* de kans voor allerlei
epideuiiën bestaat. Daarom overal geen verdere ver
vuiling van den bodem, maar eene snelle verwijdering
en onschadelykmaking van allen stedelyken afval.
Deze meening vindt een grooten steun in de feiten,
die de laatste jaren omtrent het optreden van cholera
en typhüs hebben aan het licht gebracht. Een vervuil
de bodem is gunstig voor de ontwikkeling dier ziekte;
zelfs drinkwater afkomstig uit een grond, waarin wel
licht sedert eeuwen alle afval is verzameld, kan de
schromeliikste gevolgen hebben, Echter is weldra ge
bleken, dat de rottende bodem en daarvan afkomstig
drinkwater niet op zich zelf ziekten kunnen verbreiden,
maar dat daartoe een tweede oorzaak moet medewerken,
die, hoewel ze bestaat, nog in geene deele bekend is.
Dat overal in volkrjjke steden die bodemverontrei
niging aanmerkelyk is, spreekt van zelf, en Amsterdam
staat stellig in dit opzicht bovenaan. Toen dus voor
eenige jaren een aanvang werd gemaakt met de afslui
ting der Zuiderzee, werd men terecht bezorgd over den
nadéeligen invloed, die dit op het water onzer grachten
en den bodem zou hebben. Herhaaldelijk kwam het
noodzakelijke eener verandering in den Gemeenteraad
ter sprake, en in 1870 werd door den Raad eene com
missie benoemd tot het indienen van een plan tot
waterververeching en bodemzuivering dezer Gemeente. Ze
bestond -uit de H. H. Strootman, Froger, Michaëlis en
Stieltjes uit ons land en Zenetti uit München- Na twee
jaren bracht deze commissie rapport uit in hoofdzaak
voorstellende: Voldoende en onafgebroken doorspoe
ling der gi achten door middel van n of meer
stoomgemalen, het behoud der riolen, die in de grachten
loozen, het vervangen der oude beerputten door ee»
soort tonnenstelsel.. Dit rapport werd in handen gft»
steld van den Directeur van Publieke Werken en jan,
de Gezondheidscommissie. Eerstgenoemde bracht Hier
op in 1874 rapport uit. H\j beoordeelde de plannen der.
commissie, - en diende tevens een eigen plan in, Daarin
hy eveneens voldoende waterverversching en loo*Jngder<
riolen in de grachten voorstelt, doch in plaats rau het
tonnenstelsel het Lieinürsysteem in de nieuwe wnken
wenscht ingevoerd te zien. In een tweede rapport 1876
voegde by aan voorstellen Van vroeger o. a. nóg toe:
het tydelyk. invoeren, van n-verbeterd tonnenstelsel
in de. nieuwe wjjken. zoolang de verspreide bouw |iet
leggen, der Liernurleidiiig niet toelaat, en het maften
van riolen ter vervanging der open goten in de ou^e
stad. . 'T
De Gezondsheidscomroissie bracht eveneens m AprA
1876 advies uit. Hare leden konden niet tot eenstem-\
migheid geraken. De meerderheid was voor bet
grachtspoelstelsel: loozing der faecaliën en van den verderen
afval door riolen in de behoorlek doorgespoelde grachten;
de minderheid wilde het Liernurstelsel inToe/en.
In December 1876 stelden*; B. en W. aan den Rand
voor: 1°. Het maken van stoomgemalcn te Zeeburg
tot voldoende waterverversching der grachten; 2°.
geU*l«l#k« tavee»iiig <ruu >et JiicrirtirgteSel to dénieuwe
w$ken; 8°. toepassing van ditzelfde stelsel in het Bin
nengasthuis.
Een viertal raadsleden stelde in Februari 1877 voor
B. en W. uittenoodigen den Raad in te lichten, en, zoo
noodig, voorstellen te doen omtrent een riool-en
grachbspoelstelsel. Eenige dagen hierna drong een der raads
leden aan op het onverwijld plaatsen van een
stopmgemaal te Zeeburg, en nu, in November 1877 worden w
weder verrast met de in den aanvang van dit opstel
geplaatste mededeeling van een vernieuwd onderzoek.
Is men na al deze feiten niet gerechtigd zich te be
klagen, over het eindelooze onderzoek der vele plannen,
zonder ooit tot een resultaat te komen? Laat ons, ten
einde dit te beoordeelen, in de eerste plaats eens nagaan
wat en hoeveel men eigenlijk wil afvoeren. Verwyderd
moeten worden: de vaste en vloeibare drekstoffen en
het wasch-, /spoel- en regenwater. De hoeveelheid
hiervan leert Inien uit de volgende eenvoudige berekening
kennen. )/
Ieder mensen loost gemiddeld per dag aan vaste en
0.8 Kg.
240,000 ,
87,600,000
vloeibare excrementen
dat is voor geheel Amsterdam per dag
of per jaar .........
doen dit is op verre na niet alles. Er
komt neg by aan straatvuil, zand, asch,
keuker- en fabrieksafval per persoon
n per dag ......... 1,2
dus T0or Amsterdam per dag . . . - 360,000 .
ofrerjaar. . .... . . . . 131,000,000 *
te '.amen dus per jaar aa vaste stoffen 218,600,000
Dcch nu nog het wasch-óf spoelwater; ? ?
d-fc wordt berekend van 30?150 Liters
i>er persoon en per dag. l .
Nemen wy het gemiddelde d. i. 90 Liter
dan is dat per dag voor Amsterdam 27,000,000 Liter.
of per jaar 9,720,000,000
dus alles te zamen aan vaste en vloei
bare stoffen, die aan den bodem ont
trokken en verwijderd moeten worden
per dag. .......... 27,000,001) n
en per jaar . . . .... . . 9,938,600,000
* Men zal gereedelyk toegeven, dat het niet gemakkelijk
is deze ontzachverwekkende hoeveelheid weg tévoeren.
Hét hoofdbezwaar ligt echter in de vraag welk systeem
van afvoer uit een gezondheidsoogpunt hét beste is. En
nu komen' we op eeii terrein van gissingen en the*
oriën zoo vaag en zoo algemeen als by geen enkele
andere wetenschappelijke kwestie. ' In de eerste plaats
is het wel waarschijnlijk doch 'geenszins bewezen, dat
juist de bacteriën de ziektekiemen verbreiden, vervolgens
weet men er niets van hoe ay het lichaam binnensluipen.
Of zij uit de rottende stoffen met de stinkende gassen
in de lucht geraken, of alleen na volkomen uitdroging
dier stoffen zich in de lucht verspreiden, is nog geheel
onuitffemaakt. Zeker is het, dat het algemeen ver
spreide geloof, dat juist de stinkende gassen het nadee*
ligst zyn, zeer overdreven, zoo niet geheel onjuist is.
W
*