Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER.
H O V E L L E.
4
\
In eene Winterstad,
«ooi
OÜEDA.
(Fervofyr.)
Met veel rumoer werd de deur geopend; de
aartshertogin en jMadame Mila, roet haar stoet van cavaliers
kwamen terug om zich met souper te verfrisschen,
alTorens opnieuw tot hare genoegens terug te keeren.
Zij waren in dolle vroolijkbeid; hare witte tanden
glineterden onder de kant der loups, en hare oogen straal
den door de openingen. Zij hadden sommige menschen
geplaagd en vet schrikt, en men had hen gehouden voor
tw«e actrices van zeer gering allooi en in overeenstem
ming daarmede toegesproken; zy waren evenzeer hier
mede gevleid als de actrices zouden geweest zijn als
men ze voor prinsessen had gehouden.
jady Hilcla wendde hoofdpijn voor en Het zich door
deu hertog de St. Louis naar 't rijtuig brengen.
ELFDE HOOFDSTUK.
I)e volgende dag was het. begin van de Vasten.
Madame Mïla werd te laat wakker voor de mis en
haar -slapen klopten koortsig. Toen de morgenzon over
de rivier schoon en do oostelyke heuvelen tintte was
zij naar huis gegaan.
Madama Mila gaapto nog en nogmaals, dronk wat
groene thee om wakker te worden, dacht er over hoe
Treeselijk toch de Vastentijd is, en bedacht wat zij zou
biechten.
Zij besloot hare zonden te berouwen met zware boote,
zjj zou alleen naar muziekpartijtjes gaan, goen laag uit
gesneden corsage dragen, tweemaal 's .weeks visch eten
de roode barbeelen hier waren waarlyk niet slecht
en zij zou zich de gansche Heilige week in .afzondering
begeven; als zij dat alles deed, kon de strengste
bieehtTader niet vergen dat zij Maurice opgeven zou.
De arme Maurice! Zij glimlachte bij de gedachte hoe
gehecht en .ijverig hij was! Als zij hem wegzond,
zou hij zich dooddrinken aan absinth. Dat geloofde zij.
Z|j droomde niefr dat Maurico op dit oogenblik zich
spiegelde in de oogen van het liefste schildersinodei uit
Floralia.
Het was Aschdag, de klokken verkondigden het wijd
en luid; en Madame Mila gevoelde zich werkelijk be
rouwvol. Want de jDost had haar drie vreeseUgk dikke
brieven gebracht, en die brieven waren rekeningen; en
zij had dadelijk 60,000 Francs noodig, en boa kon een
aardig lief vrouwtje die al haar geld had uitgegeven,
ook maar het tiendepart daarvan betalen, en Spiridion
zou het zeker niet doen, hij had zoovele rekeningen
Toor Blanche Souris te betalen en MJaurico kon het
niet doen, hij verloor altoos met spelen veel meer
dan hij bezat, dat was zoo de gewoonte van het geslacht
waartoe hij behoorde.
Madame Mila schreide er wezenlijk om, en was bereid
alle berouw te beloven als zij nog deze Vasten haar
60,000 Francs kreeg.
Als ik er aan denk hoe ik heen en weer gedraafd
beb in mijn neteldooksch echortje om voor de armen,
Toor de armen te vragen!" dacht zij, met een soort van
bewustzijn dat de Hemel zich wel slecht jegens baar
gedroeg voor al haar liefdadigheid.
Ik zal Hilda weer moeten vragen, zeide zjj, zjj
geeft altoos wanneer men. 't haar vraagt, als hij haar
a! niet tegenhoudt."
Want de champagne en het masker en de groote
sielevreugd hadden Madame Mila verhinderd op te
merken dat Hilda en Della Rocca elk a&onderlgk ver
trokken waren en beiden zeer ontstemd schenen.
? - Hilda moet het m\j leenen," zeide zy.
Leenen was een goed woord, onder bloedverwanten
kon toch van teruggeven moeielyk sprake zyn; en z\j
zond dus de kamenier den gang over om belet te vragen
bjj bare nicht.
De dienstbode kwam terng met een ongezegeld briefje,
dat Lady Hilda had achtergelaten om aan Madame
Mi l* te geven als zij zou ontwaken.
Ik ben voor. een paar weken naar Rome, lieve; schryf
mjj aan de Hes Brittanniques als ge me iets te zeggen
hebt.11
Horael l wat kan er gebeurd zyn?" zeide Madame
Mila in stomme verbazing. Ze moeten gisteren avond
rade gehad hebhen."
Al de bewoners van 't hotel werden scherpelyk onder
vraagd.
Lady Hilda was met den eersten trein vertrokken,
had de kamers in 't hotel gehouden en de paarden en
rytnigen gelaten, alleen de rypaarden meegenomen*
Ze is toch onaangenaam om mee te doen te heb
ben; -een ander zou me toch gevraagd hebben of ik
niet meeging," zeide Mila.
Een idee, was Della Rocca in Floralia?
De kamenier werd uitgezonden. Aan zyn paleis zeide
men dat hy er was.
Misschien zal hij haar nareizen," dacht Madama
Mila. Ze is toch zonderling, ze kon immers alles doen
wat ze wilde, met al haar geld, niemand zou 't haar
kwalijk nemen. En dan zooveel voorzorgen. Zoolang zij
niet trouwt kan ze niets verliezen."
Zij vond dat zij slecht behandeld was, en eigenlijk
naar Rome móést gaan op kosten van hare nicht.
Zij begon een brief te schrijven, vol hartelijkheid, en
vroeg zoo lief en vriendelijk mogelijk om de 60,000 francs.
't Was beter geweest als zo zelve naar Rome gegaan
was, men kan zooveel gemakkelijker weigeren per brief
dan in gesprek, maar zelfs dat kon ze niet betalen. Ze
kon do rekening in 't hotel niet afdoen, voor haar man
haar weer geld zond, maar hij schoot beeren bij den
Pic du Midi, terwijl Blanche Souris te Pau logeorde, en
«Is -dat schepsel bij hem was, was bij altijd traag in
't geld zenden, beeren of geen beeren, en natuurlijk
zouden nu do beeren zijn excuus zijn.
Geheel verpletterd, viel Madame Mila flauw, en de
kameniers zonden haastig oin ether eu den Vicomte
Maurice.
Zg kwam tegen etenstijd genoeg bij om een paar
dozijn oesters, wat kreeftencroquetten, eene ommelotte
aux ones herbes en wat garnalensoep te gebruiken,
met een keurig tieschjfc van de Veuvo Cliquot's eoetsten
wijn, een maaltyd zoo mager $at St. Frapcucus van
Assise er mee tevreden zou geweest zyn. Toch voelde
?zy zich zeer berouwhebbend en snikte den volgenden
morgen bij haar biechtvader zoo hard dat men haar
alle verleden, tegenwoordige en toekomstige Maurices
zou vergeven hebben.
s.
TWAALFDB HOOFDSTUK.
Drie weken later was Lady Hilda uit Rome terug.
Zij was er op audiëntie geweest in 't Vatikaan, en
hartelijk ontvangen, had vele schilderyen en kunstwer
ken in brons en marmer gekocht; veel gebeden en veel
gereden; en zich geërgerd aan de ontheiligiog van al
bet antieke door moderne restauratie. Zy had niet willen
uitgaan omdat het vastentijd was, en besloot nu haar
huis in Londen te gaan betrekken.
Zij ging van Fioralia afscheid nemen, en zou een paar
dagen later naar Engeland afreizen.
Maar een paai' dagen later werden een paar dagen
geleden, en steeds zag men Lady Hflda's zwarte koets
paarden en zwart en witte liveryen Madame Müa's
klein persoontje door Floralia trekken.
Hun eigen meesteres bleef Hints. Het was mistig weer.
Zij hoestte, zy sloot zich op met eenige duizende hyacin
then en jonquilles en schilderde eene Santa Ursala.
Zy schilderde goed en deed nieta anders, toch vorderde
de Santa Ursttla maar weinig.
Als zy alleen zat, liet zy het palet naast aicli
neergljjden en daoht... en peinsde... en luisterde naar de
klokken over bet water «a wat onrustig en bedroefd.
Waarvoor «ene Santa Urnda te schilderen? Er waren
er al zooveel en de bare zou niet nieuw 2$n; men vond
niets nieuws uit. En, z$ begon Wiockelman en Passavent
te lezen over kunst, en schilderyen ie zien ea... peinsde.
Madame Mila begreep er niets van. ZQ «prak er den
hertog 4e Saint Louis over. Hare nicht durfde ty er niet
over ondervragen, 't maakt toch een groot verschil of
men van iemand pas 60.000 francs geleend heeft. De
hertog bad even gis EU opgemerkt dat Della Roooa
bleek feag en er ieta moest gebeurd 0$t>. Dell* Rocca
bad ook gezegd dat Lady Hflda een gansch ander per*
soon zon a jjn al* z$ huiselijke belangen en kinderen bad*
Goede hemel!" zoide Madame Mila, ze had wel
gelyk dat ze niets met hem te doen wilde hebben als
hy die idees beeft l En wat kent hij baar slecht Hilda
is zoo onnatuurlijk tegenover kinderen, verschrikkelijk;
ze spreekt er byna nooit tegen; en toen ze myne kleine
Lili als Madame l'Archiduc geoostumeerd zag voor
bet kinderbal op 't Elysée, wat denkt ge dat «e toen
zeide? Dat ik bet hoofd en hart nnjner UU vergif
tigde en 'bezoedelde voordat ze goed van kwaad kon
onderscheiden, en dat een mengsel van demi-monde en
mode voor een vy fjarig kind walgelyk was; en Lili zag
er zoo lief niti zoo allerliefst, met wat rouge en een
collier van rose paarlen dien Maurice baar gege en had.
Maar HiUa beeft geen hart."
Dat meende Della Uocca niet"
Della Rocca was verliefd; op baar en op
baar geld ook, geloof dat maar. Maar ze hebben zeker
getwist. Ge weet dat die Duitsche prins baar naar
Rome gevolgd beeft? ..."
Neen, en beeft hy zijn aanzoek herhaald?1'
; En is weer geweigerd. Ze weigert iedereen. Ze is
coquet, dat is alles; ze ziet met wreedaardige koelheid
dat zooveel menschen zich om baar ongelukkig maken,
en geeft om niets dan om bare oude, stoffige, zwarte
schilderyen.
Madame Mila knikte den hertog een vaarwel toe, en
de victoria ratelde wwg. Hare vasten viel haar niet
tegen: toen ze omtrent de 60,000 francs baar crediteur
en dus baar geweten tot rust gebracht had, was er
geen reden meer om zoo overdreven streng te zyn;
zeer (gedecolleteerde corsages droeg ze niet, want ze
was eeno vrouw van haar woord; maar zij had eenige
dozijnen allerliefste confections, vierkant of en coeur,
of Bretonno ui (gesneden met veel ruchea on kant en
bouquetjes die de ontbering niet te zwaar deden vallen,
en dan viel er nog al wat voor, kleine springpartijtjes
die men toch onmogelijk bals had kunnen noemen, en
dan het Russisch carnaval, en dan waren er oesters die
redelijk waren. De hemel matigt den wind voor het
geschoren lam.
Lady Hilda bleef t'huis, men wist dat zij vroom"
was, en van haar die in Londen zou gaan schitteren
kon men toch niet verwachten dat zy in Floralia nu
no£ zou uitgaan. Had men het geweten hoe zij nu aan
Floralia hechtte, en er niet van kón scheiden en het
beminde in haar hart zooals zij nooit eenige plaats op
aarde bemind had!
Zij was hartstochtelijk ongelukkig, zij gevoelde dat
zij niet anders kon, dat voor haar het afstand doen van
haar rijkdom eene vernedering zou zijn waartoe zij
zich niet i u staat gevoelde, en zij verachtte zich zelve
en hare eigenliefde, verachtte zich te meer omdat zij
zich in den beginne aan zijne vertrouwelijkheid en de
toovermacht zyner hulde had overgegeven, omdat zy,
wetende dat het nooit zyn kon, hem niet dadelyk had.
verstooten.
Zij zag hem nog eens in eene kerk, waar hij voor
zaken kwam, en zij een schilderstuk beschouwde, hfl zag
haar aan en wilde met een zwygenden groet voorbijgaan,
maar zy naderde hem met eene plotselinge beweging
waarover zij een oogenblik later spyt gevoelde.
Moet gij mij vermijden?" zeide Bij haastig. Ik
ga spoedig been, we konden toch vrienden zyn?
Dan zouden de menschen minder praten."
Hij zag baar koel en streng aan, zy huiverde alsof
een ijswind door het ruim der kerk trok.
Madame,*1 antwoordde hy met een droevigen glim
lach, uw noordeiyke minnaars zouden met zulk een
positie misschien tevreden zjjn.* Ik aeem baar, ik moet
bet bekennen, niet in dank van u aan* Ik meende dat
gij te trotsch waart om er om te geven wat de men
senen praten," maar als n dat bezorgd maakt... mor
gen ga ik naar Sicilië."
Toen maakte hy nog eens eene diepe taiging en ver
dween in de schemering der straten*
Hare oogen werden door tranen verduisterd, ay zonk
op bare knieën voor een bonten baak, toch kon x$ niet
bidden door de bitterheid en gejaagdheid van haar
gemoed.
kad in bem haar meeeter gevonden.
Worttt
?J?