Historisch Archief 1877-1940
DB AM S.,T E B DA M M B B.
tot belooning voor zijne diensten, tot veldmaarschalk
benoemd.
Met het begin van den tegenwoordigen oorlog voerde
hij nog te Tnddin het bevel, en van uit deze stad begaf
hij zien aan het hoofd van zijn leger, met aanzienlijke
versterkingen vermeerderd, naar rlewna, dat hij nog
juist tiida genoeg bezette om het Russische leger de
doortocht te beletten en zoo sterk weet te maken dat
het alleen door een geregeld beleg te nemen was.
Dapper soldaat en ervaren generaal, heeft Oaman
Pacha eenige eigenschappen die zijne Oostersche ge
boorte en zyn fanatisme.bewezen. Hy is me
doogenloos wreed, niet alleen voor zijne vijanden maar ook
voor zijne eigene soldaten. Aan de gekwetsten laat
hy niet de minste zorg besteden h\j heeft de hulp van
het Roode Kruis en van de Engelsche geneesheeren
hooghartig afgewezen en moedigt zelfs de Turksche
geneesheeren, wier wetenschap en handigheid trouwens
berucht zijn. in hunne werkzaamheden niet aan.
Tot nog toe had hy, hetzij vooroordeel, hetzij op
orthodox- Mahomedaansche gronden zijn portret niet
willen laten maken; en al wat de reporters beproefd
hadden, was te vergeefs geweest, tot een Engelsen dag
bladcorrespondent het oogenbljk wist waar te nemen
dat hij rustig onder zyne tent zat, om een schetsje te
maken. Toen men het Osman toonde, was hjj zoo ge
troffen en tevreden over de gelijkenis dat hy plotseling
bekeerd, den teekenaar om een afdruk verzocht.
Eene eigenaardigheid, Osman Pacha draagt altoos het
potlood, dat doodvonnissen onderteekend en plannen
voor legeropcraties schetst, niet in zyn zak of achter
het oor, maar middon op het voorhoofd, onder den pet
gestoken, dien hij nooit aflegt.
Victoria Woodhull,
de apostel van het vrije huwelijk.
Men moet zich goed rekenschap geven van den toe
stand der Engelsche maatschappij met hare orthodoxe
begrippen, hare vormelijkheid en gehechtheid aan het
oude om te kunnen nagaan welk een schandaal het
optreden van de Amerikaansche dame wier naam boven
deze regelen staat, maken zal. Hare eerste prediking
zal te Londen plaats hebben in Albert Hall, en dat
nog wel terwijl Londen gewoonlijk niet de plaats is
waar nieuwe politieke of moreele theorieën het eerst
verkondigd worden, maar veeleer Manchester of Glasgow.
Men heeft gedacht dat de geestelijkheid zich tegen haar
optreden zou verzetten, maar dit is nog niet gebeurd;
de dame is trouwens nog niet begonnen.
Omtrent haar levensloop verneemt men het volgende.
Zeer jong getrouwd met een ruw en losbandig man,
vatte zij een diepen afschuw tegen het hu wel y k op, en
nadat zij zich van hem had laten scheiden, negon zij
den kruistocht te ondernemen tegen* eene instelling die,
volgens haar, de bron is van al het lyden der vrouw
in de moderne maatschappij en van het ongeluk van
het menschdom in 't algemeen.
Hare landgeuooten beoordeelen haar zeer verschillend.
Voor de eenen is zij een engel des hemels op aarde ge
zonden om de vrouw aan het vernederende en loodzware
juk te ontrooven, volgens de anderen een zedelooze
duivelin die de gewoonten der Zuid-zee-eilanders wil
grondvesten op de verdorvenheid harer tijdgenooten.
Na een dergeljjke discussie verwondert men zich in de
persoon der jonge zendelinge eene verschijning te zien
zoo weinig in overeenstemming roet al deze beschuldi
gingen. Victoria Woodhull 'is blond, met zachte blauwe
oogen,£en innemend en zacht gezicht, paarlwitte tanden
en allerliefsten glimlach, en vooral eene alles winnende
weispreke idheid, waarvan in Amerika veel voorbeelden
zijn en waartoe de opvoeding, het voordurend reciteeren
en voordrachten houden op de scholen veel bydraagt.
Met een zoo gewaagde zending als die zij meent te
moeten vervullen, is het niet te verwonderen dat zjj
op hare reis door de Ver. Staten, waar zij eene reeks
van voordrachten over haar scabreus onderwerp gaf, op
allerlei plaatsen uitgefloten, uitgejouwd, bespot, zelfe
met steenen geworpen en met revolvers gedreigd is.
Hiertegenover stond het enthousiasme v» anderen, de
liefdevolle opname bij sommigen, ook hier en daar
(want er z:jn wel ongelukkige vrouwen) een dankbare
blik en een handdruk in stilte. Met veel moed en
standvastigheid verdroeg zij alle beleedigingen en ver
vulde ijverig de taak die zij zich opgelegd had,
Na het schandaal-proces van Dr. Beecher meende z\j
de publieke opinie e enige n tjjd te moeten laten be
daren, toen stelde de millionair Van der Bilt haar voor,
haar in Wallstreet een kantoor te geven als agent
en bankier, en zij nam dit aan en vestigde zich daar
met hare zuster, Jennie Claffin.
Dit was de eerste poging van dien aard, en gedurende
eenigen tijd stroomden de klanten naar den lessenaar
der twee bankiersters zoowel uit nieuwsgierigheid als
om het vertrouwen dat de bescherming van van der
Bilt inboezemde. Na de groote geldcriais echter gingen
de zaken slecht, en de twee lieve bankiersters verlieten
het kantoor. Victoria begon weer te reizen, gaf weer
het geestig dagblad uit dat gestaakt was gedurende
dien tijd, en stelde zich candidaat voor het president
schap der Ver. Staten. In dat land is men over niets
verwonderd en Victoria libt zich in den senaat hooren
en deed hare rechten en aanspraken gelden, alsof ze
de stem en de snorren van een tamboer-majoor gehad
had. Hare stoutmoedigheid was juist iets om in
Amerika in den smaak te vallen, en dadeltik vormde
zich een club om haar te doen verkiezen. Deze club
bestaat nog.
Een later bericht uit Engeland vertelt dat zij reeds
opgetreden is, niet te Londen, maar te 'Nottingham, en
tegen aller verwachting met uitbundig enthou iasme is
ontvangen. Nu zal hare route over Manchester,
Liverpooi en Glasgow, naar Londen gaan. De titel harer
lezing is: De volmaking van het menschdom door de
vrye liefde.
COURANTENVERZINSELS.
Gedurende mijn verblyf in Italië, schryft een Engelsch
geestelijke, was het me steeds een amusement de leven
dige schilderingen te lezen, die de Italiaansche bladen be
vatten omtrent Engelsche gewoonten en Engelsche zeden.
Ik herinner mij onder andere eene geschiedenis die met
de meeste deftigheid verhaald werd, en ook in allen
ernst de rondte deed in de voornaamste Italiaansche
bladen, op gezag van een Lendeneen correspondent.
Het was in den herfst, en het verhaal betrof de
hopplukkers in Kent. De correspondent was byzondor
getroffen, en ik met hem, door eene vernuftige gewoonte
die, zooaio hy zeide, onder de hop-plukkers bestaat.
Wanneer eene moeder belast is met een zuigeling, dien
zy dus niet thuis laten kan, neemt zij hem mee, beves
tigt het eene einde van het. wiegje met een los touw
aan een buigzamen boomtak, en het andere vastmakende
aan den staart van eene koe, gaat zy vroolyk aan haar
dagwerk. De koe, die toch ook moeder is, begrijpt
dit zoo goed, of is zoo goed gedresseerd dat zy, met
geen andere aanmoediging dan een emmer water en
wat voeder, uren lang stokstijf blyft staan, terwijl de
beweging van haar staart, wanneer zy de vliegen afslaat
hot wiegje steeds zacht schommelend en het kindje zacht
slapend houdt.
Deze fraaie geschiedenis ging de gansche Italiaansche
pers rond, en behoort nu tot net volksgeloof der Itali
anen. Voor ons is het ongeremd, maar sommige cor
respondenten kennen hun publiek. De Engelschen zyn
bekend als excentriek, en men kan allerlei dieren dres
seer en, waarom geen koe?
HET DRAKENFEEST IN CHINA.
Op 27 Mei wordt jaarlijks in China het feest van den
draak gevierd, niet ter eere van een vorst of eene god
heid, maar om de nagedachtenis van een minister leven
dig te houden. Zoover hebben onze constutioneële
monarchien het nog niet gebracht. Kiu-Youen leefde
voor. omstreeks 2000 jaar en was een toonbeeld van
wijsheid en deugd. Maar door kuiperyen van benijders
en mededingers, laster en verdachtmaking, viel hij in
ongenade by keizer Hai-wang en werd van het hof ver
bannen. Dit bracht het ryk in grooten nood, Hai-wang
zelf kreeg oorlog, werd gevangen genomen en stierf in
een vreemd lancL het land vanTsing. Zijn opvolger, niet
wijzer dan hij, begreep van dit alles de reden niet en
verbande Kiu-Youen nu pok uit het land. Kiu-Youen
bracht nu eenige jaren in afzondering door en dacht
na over de slechtheid der menscheu. Op zekeren dag
had hy een gesprek met een sterrewichelaar, die hem
f een antwoord op zijne vragen kon of wilde geven.
'oen was Kiu-Youen s vertrouwen op hemel en aarde
geschokt. Een treurig lied zingende trad hij langs den
oever en een visscher hem ziende, zeide dat hij, een
bloedverwant des keizers, wel zeer slecht gehandeld
moeut hebben, om zoo vervallen te zijn. Kiu-Youen nam
nu een steen, hechte dien tegen zijne borst en stortte
zich in den vloed. Toen het volk naderby kwam en
hoorde wie hij was* konden zy niet gelooven dat een zoo
edel man zoo omgekomen zou zijn, maar hielden het
er voor dat hij nog in het water zou voortleven. Zij
wierpen hem dus boeken en eenige levensmiddelen toe
en bleven wachten tot hy terug zou komen. Maar
KiuYouen kwam niet boven, en na zond men booten uit
om hem te zoeken. Intusschen was, daar Kiu-Youen
al stervende het ryk gezegend had, vrede en voorspoed
teruggekomen, en de dankbare keizer en het dankbare
volk wisten niet beter hunne schuld goed te maken.
dan door de booten zoo rijk mogelijk te versieren. Al
wat fraai en duur is wordt er aan besteed. Men geeft
hun gewoonlijk den vorm van een draak, omdat deze
in de lente ten hemel zweeft en in den herfst in de
diepste diepte zinkt, dus zeker wel goed het water door
zoeken kon. Koning Suy-te, 600 jaar later, stelde het
feest op een bepaalden dag vast, waarop het tot heden
nog gevierd wordt, zoooat het schijnt dat men hem
nog niet gevonden heeft. By dit gebruik voegt zich het
bijgeloof, dat in de wateren waarin de plechtigheid
gevierd is zich nooit vergiftige slangen ophouden.
STADSNIEUWS,
Op de Maandag 11. gehouden Vergadering der regelings
commissie voor de tentoonstelling van 1878, werd met
eenparige stemmen besloten, dat deze zal worden ge
houden, omdat een deelneming voldoende is gebleken.
Om echter de inzending zoo algemeen mogelijk te doen
zijn, werd de termyn van het inleveren der
inschrijvJDgsbilletten verlengd tot l Februari a. B., als antwoord op
veler vraag wien thans uitdrukkelijk bepaald, wat vroe
ger reeds stilzwijgend was aangenomen, die ui. geen
betaling van plaatsruimte, den inzenders zou worden
berekend.
N GEZONDEN.
DB KEERZIJDE EEN tilt MEDAILLE.
Waarde Redacteur.
Aarzelend vat ik de pen op om U de opname van de volgende
regelen te verzoeken.
Aarzelend omdat ik eene illusie kom verstoren, omdat ik
kritiek kom uitoefenen over een handeling, voortgesproten uit de
edeltte drijfveeren van het vrouwelijk gemoed, liefde en weldadigheid.
Wie toch zou zijn lof ontzeggen aan het damcs-comite, dat ge
steund door vele stadgenooten, ruim jrierduizcnd kinderen van
onvermogenden deed deelcn in de vreugde van het St.-NicoUasfeest?
Wie haar niet geluk wenschen met de voldoening, die het bewust
zijn van elke goede daad verschaft? Wien het hart niet warm
kloppen bg het genot der kleinen?
Toch was er iel* dat bij het verhaal der feestvreugde verkoelend
op mij werkte: bij het genot der jeugdige feestelingen dacht ik'
aan hen die uitgesloten wuren en ik leed meer met dezen, dan ik
genoot met de anderen. Uitgesloten! Waarom? Omdat ze d«
school niet trouw hadden bezocht.
Zou het van mij gewaagd zijn, lieve Dames, te veronderstellen,
da£ ge geen deel gehad hebt aan die uitsluiting en dat gij, schep
sels meer vnn het warme hart, dan van het koele verstand, op dit
zijpad geleid zijt door de heeren der schepping, die u met hnn raad
ter zijde stonden? Wellicht ijveraars voor de neutrale school en
de leerplicht! V.roorlooft mij u ejn vraag te doen. Zyn al uwe
kinderen, broertje» «n zusjes, even onberispelijk? Is het u dan
ingevallen den goeden Sint te verzoeken op zijn tocht, uw meer
boertig knaapje of grillig nufje zijn gaven te onthouden ? Of hebt
ge op dien vroolijken avond alle ontevredenheid ter zijde gesteld,
de tekortkomingen vergeten en allen gelijkelijk in uwe liefde
gekoesterd? Zeg mij, moeder, is niet ook voor u, de gelgkenis vaii
den verloren zoon een grief uit het hart?
En toch ware hier uitsluiting met meer «chijn van billijkheid
te verdedigen, |dan op het feest, dat ge den kinderen hebt aange
boden. Ge hebt de arme kleinen gestraft voor een verzuim door
de ouders gepleegd; wie weet om hoeveel gegronde redenen of door
henzelven begaan uit gemu aan besef. Alsof ze niet genoeg gestraft
waren door het bezit van ouden die hunne tecderste belangen
verwaarlozen, door het gemis van een vriendelijk te huis", door
het derven van de zegeningen vau opvoeding en onderwijs, waar
door ze in den stikdoukercn nacht blijveu rondwaren, die hen
wellicht 't geen God verhoede misdaad en ellende te gemout
voert! Of die uitsluiting doeltreffeod is? Ik betwijfel het; veeleer
zullen*, tegen uwc goede bedoelingen in, wrevel in het hart der
ouders, jnlouzij in dat der kinderen wortel schieten.
Liefdadigheid denkt aan straffen noch beloouen. De goede
God laat immer zijne zon opgaan over goeden en boozen, en
leert ons de droeve werkelijkheid, dat de maatschappij om hare
veiligheid, tot een oordeel genoopt wordt, de traan geplengd
om den val van den cvenmensch, is een otfer aan de menschheid
gewijd.
't Kan zijn dat ik in mijne opvatting dwnal. Kunt ge er U
echter mee verecnigcn, laat voortaan al de kinderen der küitclooze
scholen gehjkelijk in uwe liefde dcelen. -De koesterende warmte
dier liefde en acht ge 't noodig een vriendelijke vermaning
van den goeden Sint, zullen meer vermogen dan de uitsluiting.
Begint dan met de jongste», en strekt uwe liefdadigheid uit over
allen zoover uwe middelen reiken. K.
De toestand van de meest drukke straten trottoirs, bruggen en
pleinen van onze stad is dezer dagen van dien aard, dat een woord
van ernstige at keuring aan hen, wie dat aangaat niet mag achter
wege blijven: die toe«tand draagt al te lang de blijken van schan
delijke verwaarloozing, en de belastingschuldige mag terecht vragen,
waartoe de hoogongevoerde belastingen in dit opzicht worden ge
bruikt. Wanneer de trottoirs of verhoogde voetpaden,
wathetremhouden betreft, ten laste komen van de bewoners, dan is het een
verzuim van het Gemeentebestuur, dat niet zorgt, dat de nalatige
bewoners door de politie tot hun plicht worden gebracbt; wan
neer dat onderwerp echter even als de straten, bruggen en pleinen
ten laste komt van de gemeente, dan treft het verwgt van ver
waarloozing het gemeente bestuur. Ook nog wanneer het waar is
dat de reiniging tot l Januari e. k. niet rechtstreeks het Gemeente
bestuur ten loste komt, maar der inrichting, aan wie die werkzaam
heden tot gemelden datum zijn opgedragen, kan genoemd bestuur
het verwijt niet ontgaan, de betreffende inrichting niet lot hare
verplichting te hebben genoodzaakt, of eindelijk, wanneer daartoe
geene termen bestonden, niet zelve, hetzij voor eigen rekening,
hetzij voor rekening vau wie het moge aangaan, de hand nan het
werk tu hebbm geslagen. Men heeft slechts hier te denken aan
de Utrechtschtsche-straten eu de bruggen daartusschen, het
Frcderiksplein met de toegangen naar het Palds van Volksvlijt, het
verhoogde voetpad om den Square op het Rembrandtplein, welke
allen onbegaanbaar zijn, om de gegrondheid van de klacht te
erkeiinen.
Tot op dezeu oogenblik schijnt nog geen enkel belastingschuldi
gen zijn aanslag te hebben ontvangen in de gemeentelijke inkomsten
belasting. Het gevolg hiervan is dat tncn dien aanslag zal ontvan
gen op het einde van het belastingjaar en alsdan genoodzaakt zal
zijn de geheele belasting nagenoeg in eens te betalen. Waaraan
het is toe te schrijven, dat nog geen enkele stem is opgegaan tegen
dezen toestand, is moegelijk te begrijpen; misschien aan eene
doffe onverschilligheid omtrent onbekende dingen, die komen zullen,
doch waaruit men met grooten schrik zal ontwaken. Het gevolg
van dezo regeling kan niet auders rijn, dan dat eene belasting, die
bij de overgrooto meerderheid van belastingschuldigen reeds iu
hooge mate imiwpuluir is, de benoming van hatelijk zal verkrijgen.
Men werpe niet tcgen^ dat ieder, die in de termen valt, van te
voren weet wat hy nagenoeg te betalen zal hebbeu en dus dat be
drag kan ter zijde leggen; dat is alleen vaa toepassing op hen die
jaarlijks van hunne inkomsten eenige honderden of duizenden
overhouden. Bij stellig 7/8 van de belastingschuldigen is dit niet het
geval; deze heeft nimmer f l te veel om voor belasting ter zgde te
leggen, en zelfs in gewone omstandigheden wordt het jaars^edeelte
der belasting met verzuchting weggebracht, met opoffering van
eenigo meer of minder noodige uitgaaf voor levensonderhoud of
veraangenaming.
-.3
B