De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1878 30 juni pagina 2

30 juni 1878 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

y de Tweede Kamer is ingekomen het ontwerp tot regeling der voorwaarden tot verkrijging der be voegdheid van art», tandnieester, apotheker, apothe kersbediende en vroedvrouw. Volgens het voorloopig verslag op het ontwerp tot regeling van den dienst en het gebruik der locaalspoorwegen, waren de meeste leden gunstig voor de wet gestemd. De algemeene beschouwingen over het onderwijs werden gesloten. Behalve de heer Moeus stelde nog den heeren T. d. Berch van Heemstede, van Namen, Lenting, v. d, Kaar, T. Deldeu amendementen voor. De, dood van den heer Stieltjes veroorzaakt een vacature in de Tweede Kamer veor Amsterdam, De verkiezing is bepaald op 23 Juli, zoo uoodig de her kiesing op 3 Aug. De Dagbladen bevatten: Het Handelsblad. Binnenlandsche Maatschappijen van Levensverzekering; De ve«artseny kundige politie in verschillende lauden van Europa. De Arnhftnsche Courant: Professorennood. Het lïtrechtneh Dagblad. Schoolwetberoering. De Zutf&uche Courant, De Sociaal-Democratie. De Standaard, tets VOOT de oogen van blinden. STADSZAKM, De gemeenteraad heeft de warmte getrotseerd en deze week tweemaal vergaderd. Tweemaal, want de verdaagde vergadering werd Donderdag niet eenvou dig als een voortzetting van de Woensdagsche be schouwd, ten minste op nieuw werd het gebed om wijsheid gelezen en de presentielijst geteekend. Men zou kunnen vragen of een nieuwe vergadering mogelijk was, daar minstens 24 uur te voren de con-' vocatiebilletten moeten zyn rondgezonden: doch wij verdiepen ons in deze subtiele kwestie niet. Dat de Burgemeester een herhaald gebed om wijsheid noodig achtte, is zeer wel te begrijpen, al schreef de .Wet juist dat niet voor.) Woensdag had men na de verschillende mededeelingen, waaronder zeker die van den dood des Heeren Stieltjes den diepaten indruk maakte, velerlei besproken. Naar aanleiding van het voorstel tot aankoop van een paar sproeiwagens ter bevochtiging van mac' ademwegen, brach't de Heer De Vries de vraag ter sprake of het niet mogelyfc zou zyn, Bet duinwater te gebruiken,om groote gedeelten der Stad te be vochtigen. Tot onze teleurstelling vernamen we, dat die Maatschappij haar waar te zeer op prjjs houdt om ons eenigo hoop te doen voeden op een betere toekomst ten deze opzichte. We verheugden ons te hooren dat er op nienw gronden over 't Ij, met watervlakten, verkocht zou den worden tot oprichting van industrieele onder nemingen. Met welgevallen zagen ivy dat de Heer Gunning, hoogleeranr in de scheikunde, tevens belast zou wor den met, het onderwijs in de artsenijbereidkunde en de toxicologie. Hoe wy' het bertreurden, dat er voor deze vakken eerst een afzonderlijk hoogleeraar werd benoemd, terwu'1 veel noodiger vakken verwaarloosd werden, zullen zij zich herinneren, die onze beschou wingen over de handelingen van den gemeenteraad gewoon zyn te volgen. Ook de benoeming van den Heer J. H. van 't Hoff, Lector in de scheikunde, de geologie en de mineralogie, tot hoogleeraar in die Takken, zal velen aangenaam zijn.' Drie ponten hielden vooral de aandacht onzer Raadsleden bezig. Ten eerste ,de voordracht van het Dagel. bestuur om de schilderijen, afkomstig van het Chirurgijnsgild, tot wederopzeggens oe ter expositie over te brengen naar de lokalen van den Rijks-Akademie van Beel dende Kunsten. Zy werd aangenomen. Later komen wij op haar terug. < Ten andere de ontwerp-verordehing op liet gebruik van de openbare bad en zweminrichting in het Y. Het laat zich begrepen dat op een zoo warmen dag, als verleden Woensdag, de heeren een open OOK hadden voor het nut van die inrichting, en ze hun teedere zorg aan deze stedelijke inrichting wenschten te wijden. Het gevaar aan een herhaald zwem men of baden op een en denzelfden dag verbonden. werd niet vergeten. Men stelde voor de kwiijongei-.s daarvan terug te houden, door hen te noodzake:, een zwembroekje voor n of twee centen te huren.' Men debatteerde zeer lang over de voordeden die : uit het huren van zpo'n zwembroekje voor de in richting en het publiek zouden voortvloeien. Terecht echter beweerde de Voorzitter, die ditmaal een l,yzondere neiging tot humor aan den dag lei, dat men de jongens die reeds gezwommen hadden, to -li geen kettingjen aan den hals kon binden en '-ir zwembroek-administratie een belasting-verordening eischte, bekrachtigd met de koninklijke goedkeurii:?, wat ten gevolge zou hebben dat voor dit saisoen de inrichting niet in gebruik kon worden gesteld. Eindelyk h'et do Haad dit teeder puut glippen en wierp zich, wel te verstaan in lignurlijkeu zin, op de Eeuhooruslnis. Deze zou naar de voordracht van 't dagelyksch bestuur ,verbreed en ? t gemankt" worden. Pleitten ook sommigen vcu i ,-n basculebrug, met het oog op de behoefte Van den handel en scheepvaart, 't haatte niet. Keu enkel schip kou immers wel omvaren." 't Waa zoo warm, de meer derheid bleef makker dan ooit, men nam de voor dracht aan. 't Wat reeds laat geworden en de leden werden vermoeid. Toen kwam débelangrijkste voordracht aan de orde. Eene die gewichtig genoeg was om er tienmaal meer tyd aan te besteden dan aan de een half uur geleden zoo geanimeerd besproken zwem broekjes. Gelyk bekend is werd den Uden Maart 1876, bij het plan tot uitbreiding van de stad aangenomen, dat er een ceintuurbaan (een zeer breede hoofdstraat) van den Amstel af zon loopen tot aan de Kattensloot om vandaar verder voortgaande samen tu val len met den Buitensingelweg. Den bisten Febr. 1877 echter besloot de Raad op voorstel van den heer Gosschalk tot doortrekking van die ceintuurbaan tot aan den Ilaarlernrnerweg, en op 28 Febr. werd dit besluit gevolgd door een ander, strekkende om die ceintuurbaan te doen doorloopen tot de Houthaveu. Verleden jaar Sep tember en dit jaar in Februari stelde B. en W. we der voor op die laatste besluiten terug to komen terwijl onderwyl de Commissie van Bijstand" zich bezig hield met het onderzoek dezer aangelegenheid, het meedeelen van nieuwe gezichtspunten, alsmede het hooren van betrokkenen." Het klinkt wel wat vreemd dat deze commissie met dat gewaardeerd onderzoek, deze meedeeling van nieuwe gezichtspunten en het hooren van betrokke nen eerst schijnt aangevangen te zyn, nadat de voor dracht reeds op Ui Februari was ingediend, en nog vroeger Sept. 1877 ter sprake was gekomen. De hoofdzaak die wij uit het rapport dier com missie vernemen, is, dat de regeering thans, nu de spoorbaan in exploitatie is gebracht, overwegend be zwaar maakt tegen 't bouwen van een Viaduct inde l\jn Zaandam?Amsterdam; en dat zou noodig zün, wilde de ceintuurweg de Houthaveu bereiken. K u die spoorweg niet kan worden doorsneden, meent de commissie dat ook de doortrekking, van de ceintuur baan zelfs tot aan den Haarlemmervaart geen reden van bestaan zou hebben. En evenzeer acht zy het denkbeeld van den Heer Gosschalk onaannemelijk om, nu er aan deze viaduct voorloopig nog geen behoefte bestaat, de richting der ceintuurbaan, of zoo men wil het plan van uit breiding al vast zoo te projecteereu, alsof de viaduct bestond. De Raad had dus te beslissen over de intrekking van een voordracht, die eens met algemeene stemmen was aangenomen. Dat zij haar' eens unaniem goedkeurde is te be grijpen. De nieuwe ceintuurbaan moest de tweede verbinding met de oude stad worden voor de bewoners die dit nieuwe gedeelte zullen bevolken. Hun getal kan bedragen 17.000. En n uitweg, tn poort, voor een stad, zoo groot als Katteuburg, Wittenburg en Oostenburg tezamen is zeker te weinig. Terecht zullen deze toekomstige bewoners over de onnadenkendheid onzer raadslieden te zich beklagen hebben, indien de groote heirweg, wolke door middel van een viaduct den spoorweg doorsnijdt, hun ont houden wordt. . De voordracht van B. en W. beslist over een vraag stuk, niet voor heden, maar voor eeuwen. Bij uit breiding van het spoorwegverkeer zal het verkrijgen van een tweeden toegang voor de terreinen die achter de Koord-Hollandsclie spoorlijn liggen tot de oudo en het overig gedeelte der nieuwe stad steeds moeielijker worden. Het is in deze weer de oudo zaak. Eerst heeft men zijn tijd laten voorbijgaan. Da viaduct, die er reeds had moeten zijn vóór er exploitatie der spoor weglijn bestond, vergat men te maken; nu men niet tijdig gereed is, komen de bezwaren. Maar welke? Wij noemden ze reeds. Zijn zij on overwinnelijk? Kan men waarlijk zeggen, dat een viaduct die be paald noodig is, niet kan gemaakt worden? Kost het meer moeite dan vroeger toen de lijn nog niet geëxploiteerd werd, moet men daarom f oor altijdzich uit het hoofd stellen, góéd te' maken, wat men verzuimd heeft te verrichten? Nemen wy aan dat deze Minister de stad Amster dam, die veel te laat haar plan tot uitbreiding der gemeente maakte, straffen wil voor haar nalatigheid en onoverwinnelijk is in zyn verzet, is het kloek, wan neer men met algemeene stemmen eenmaal dien weg noodig heeft Verklaard, op ns te wijken en te wan-, hopeji? Wat kan er tegen zijn des Heeren Gosachalk's heeft men nog, en had men vooral vroeger, zeer uit gebreide heiden, en nu zou de naam ontleend ".'jn naar eenige. weinige schamele lieden die in.het bezems maken een bestaan vooden. Hoe aardig ook uitgedacht, is dit vermoedelijk 'een volkepraatje. In de boeken vind ik er niets van, trouwens Van Ollefen maakt er zich af met: niets dan, .gelijk gezegd is, kunnen v/ij onzen Lezer mededeelen van den naamsoorsproug deze? kleinen, maar aangenomen dorpjens; zekeT is het ondertusschen, dat er in vroeger tijden nog een ander Bussem geweest is, gelijk de naam van OH-/? Jjussem heden nog bewaard blyft in enen aanz e,n, lijken landhoeve, een half uur beoosten de stad Naarden gelegen; dit gewezen Ond-Bussem droeg in zijnen tijde ook den naam van Hoog Bussem; gelijk het dorpjen, waarover wg thans spreken, eigenlijk Laag-Bugsum heet, waaruit dan, misschien niet zonder waarschijn lijkheid, het gevolg zoude kunhen getrokken worden, dat de beide Bussems weleer van veel grooter aan zien zullen geweest zijn; dit echter, hoe waarschijnlijk het ook gemaakt zoude kunnen worden, doet.niets uit tot den naamsoorsprong, deze is en blijf' even duister." Dit laatste acht ik niet 200 geheel ju!-*, in zooverre dat Van Ollefen müop dea weg brengt, vooral in verband met hetgeen ik bij Tirion vind. Behalve dit Bussnm is, een half uur beoos*en Naar den, eene aanzienlijke Landhoef, die den j:».im van Ond-Buttum voert, gelijk ook Larnbertns lortensius i in het meergemelde Handschrift getuigd d-it er van ouds twee Bussum* .geweest zijn. Dit Ou 1-Bus.sum wordt ook het Hooge gehoeten. Over hetzelve liggen de Landboevqn Berghuizen en Kpmmcmisi, beiden met .gemakkelijke huizingen voorzien. Deze hotsteden, die met eene lange laan vaneen gescheiden zijn', zon den wij met recht de eerste verblijfplaats der schelle Nachtegalen mogen noemen. Hier vindt men dreven van Linden, Platanussen, Eiken-, Upen- en Berkenboomen, die het oog nauwelijks kan ten eimlc zien." Nu mag ik toch veilig aannemen, dat do naam van het Otldc Buspum zjju oorsprong zal hebben en dan blijkt, dat het wensch op te volgen, oin nu ten minste aan zyn plan to blyveu vasthouden en Je verdeeling der nieuwe wijken aan dezo en gene z\jd« vau Jon spoorweg, blok l cu 2, zoo vast te stollen, «Is by het bestaan van een tweeJe viaduct en eeu ceintuurbaan, die tiun de Hout haven eindigt, wenschelyk znl xyti? Het is gevaarlyk beweren B. eu W. Wie kan zeggen of er ooit een Kegeeriug gevonden wordt, die het doeltreffende daarvau inziet? Eens zagen al Je GemeentoraaJsleden te lameu het wenschelyke der 2de viaduct in. De overredingskracht van het Dagelyksch Bestuur sehy'ut dus zeer luttel te zijn! Ook cou Je ontwikkeling dezer wijk iu Jit dubieuso geval problematisch worden, zeggen B. eu \V. Waarom? De hoop van nog to kunnen krijgen, is toch niet zoo ontmoedigend als de zekerheid vnn niet te zullen kry'geu. En we weten immers, dut juist personen, die daar gronden bezitten, zich by adres tot'Jou Uaad wendden om Je ceintuurbaan tut Jo Houthaveu te doeu doortrekken! En dan de technische bezwaren! Zij zullen bij nlles wat reeds hier iu ons land eu in ou/.e stad tot stand kwam, zeker het allerminst do nauJacht ver dienen. Welnu, 't was Woensdag omstreeks t uur toen deze voordracht van B. en W. in behandeling kwam. "t Wns zeer warm. de leden waron vermoeid, echter niet Jo heeren Gosschalk en Pels. /ij streden met vuur voor 't eenmaal uiet algemecue stemmen aaugeuonicii plan. L' Doch weldra wcrueu de debatten gesloten. Waar toe zou uioii ook lang discussieuren over een voorstel, dat misschien eeuwen achtereen nnn een bevolking van 17,000 zielen rechtmatige klachten zal ontlokken ? 't Was half vijf en do motie werd gesteld de discussie te sluiten. Er was ' byna nog uiet gediscussieerd. Het deed er niet toe. Men begreep dat het zonde zou zyn langer tyd ann Jeze zaak zoek to brengen. De motie kon echter niet in stemming gebracht worden, want de heer Grosschalk, ziende Jat er slechts twin tig leden tegenwoordig waren, verliet de vergadering, thans was zij niet talrijk genoeg om eenig besluit te kunnen nemen. Nu had men althans mogen hopen dat Jen volgen den dag toen de leden op niéuw verschenen en niet vermoeid waren, het huu niet aan lust zou ontbro ken hebben om te luisteren naar de argumenten van de tegenstanders der voordracht, in een zaak van zooveel gewicht. Het eerste besluit van Je vergadering was de dis cussie 'niet te heropenen. Dadelijk ging men over tot de stemming. Do voor dracht van B. en W. om de ceintuurbaan to doen eindigen by Je Kattensloot werd aangenomen. Wij vragen wat Tcnn ik rede» geirccst :j/n. dat de tndcrdcrheid run den AmaterdamsKkrn gemeentfratid, li/ den aanvang va» cett xitting, wr cc» dvr geleichtste punten, waarorer sommige leden w»j liet een en ander te xcyijc» hadden dezen liet siri/geit oorspronkelijke Bussu;m in n boschryk oord gele gen was, zooals zoowel het landgoed Oud-Bussum als de nog bestaande plaatsen Kommerrust .en Berg huis (of Berghuizen) te zameri heel wat bosch vor men. Zelfs tot de afleiding: Bosfh-xoom (dan do zoom van Kommerrast en Berghuizen) geeft deze aanhaling stof, maar, volgens erkende taaikenners is de meer voorkomende uitgang: sum in ' den regel eenvoudig de verbastering van hcint, zooals men weet ook eene bekende uitgang voor namen van dorpen en plaatsen. Zoo is ook Arnhenf niets anders dan Axn-Jiciw, zooals het oudtijds werd gespeld. Heim beteekendo zoo veel als dorp. Om voor de o eene n te stellen ligt mede in pnze gewoonten (men gaat zoowel met een lus als met een bos rond, en eet zoowel pudding alspoddinr/). De conclusie van dat allee is, dat Bussum even goed is als Bosésm, ja in de uitspraak geheel hetzelfde, en dat beiden afgeleid zijn van Bosch-lieim. Mogelijk zou het echter ook zijn dat Bus nier 'niet anders dan een eigen naam betcekent, aangezien werkelijk die familienaam nog B! eens in de gemeente, zelfs bij de er/gooiers voorkomt. Dat Bussum in het einde der vorige eeuw nog heel weinig beteekende, blijkt hieruit dat het, zelfs de kinderen mede gerekend (immers volgens van Ollefen) maar tweehonderd zielen, telde. Tegenwoordig kan men dat getal gerust met zeven vermenigvuldigen. De ontwikkeling dateert juist niet alleen van de laatste jaren, hoewel vooral sedert de opening van den Ooster spoorweg dégemeente zeer' vooruitgaat. De stichting der 'bleekeryen schijnt mot dien .vooruitgang ook in zeer nauw verband te staan. Ik lees by van Ollefen: <le Bezigheden der dorpelingen alhier bestaan voor.nauielyk'in de zanderijen, een moeilijke arbeid, dio door hen met 10 schepen ann den gang gehouden wordt: veele der afgezande lauden zyn tot de bouwerij toebereid, welke nuttige taa'k nu ook verscheidenen der ingezetenen het sobere en slechts het hoog noodigo levensonderhoud verschaft, en de omliggende land streek niet weinig verfraait, want hoogst aangenaam eflic Had althans de boer Gosschalk, die zich zooveel moeite voor deze zaak getroost heeft niet op meer onpartijdigheid recht, dau Donderdag hom ten deel viel? Dezo zitting geeft hem, die in gmeentezaken be langstelt, veel te deuken. Wij hopen onder- visschra dat dit overhaast besluit, niet het laatste zal zijn dat in deze zaak genomen wordt. By den gemeenteraad is ingekomen een voordracht van B. en'W. ?om ten behoeve, van den gemeonteljjken dieust aeue geldleening aan te gaan tot, een werkelyk bedrag van hoogstens; / O.nOO.i WO. II. en W. stellen voor obligatiün uit te geven, rentende 4 pCt. met verplichte aflossing naar een daartoe door U. en W. in overleg niet de financiüele commissie vastge steld plan. De Amsterdamache Melkinrichting zoekt ondersteu ning bij de ingezetenen. Zij wènscht ouvervalschte melk te leveren. Daarom vertrouwt zy hare inrichting aan een deskundige toe. Dadelijk na ontvangst wordt de téverkoopen melk gekeurd door den heer G. S. J. van Hoorn, terwijl de inrichting zich bovendien stelt onder- dn controle der stedelijke beambten voor de keuring van voe dingsmiddelen. Omuïddelijk na de keuring wordt de melk afgesloten in bussen, van .kranen voorzien, zoodat vermenging of verontreiniging onmogelijk is. Al leen versche melk wordt geleverd. De prijs is tien cents per liter by bezorging tuin huis, negen centa bij afhaling aan déinrichting. Zes professoren en even zooveel doctoren verkla ren, dat eon mclk-iurichting, die zich ten doel stelt, onder streng toezicht, onvervalschte melk aan 't pu bliek te leveren, in een erkende behoefte voorziet. Wie betwüfelt het? De melkboer heeft de goede niet te na gespro ken over 't algemeen het besef, dat water en melk by clkuudi-r behooren, zij gelooveu dat ouvervalschte melk een onverteerbaar voedsel is voor do uiageu hunner clu-nten. Toen Hildubrand den Noord-IIolhindschen boer be schreef win hy zoo verstandig den Waterlandschen, die van over 't Y met zgn melk komt er buiten te laten. ?De eigenschappen van den Noord-llollandschen boer zün meer negatief dan positief, beweert de Ca mera obscura: Vraagt gy. is hy eerlijk? Hij melkt geen andermans koeyeu uit." Daarbij liet de schrijver het blijven. De ondervinding heeft helaas geleerd, dat er ook zyn dit niet behoeven te doen, althans zoolang onze lieve Heer regenwater zendt eu de grachten niet uitdrogen. De JV. Jiolt. Courant geeft in een artikel over mid delen tegen melkvervalschinu; 't een en auder wat zeer de aandacht verdient. Op tweeërlei bedrog wordt daar opmerkzaam gemaakt. Wat dat van de vcrkoopers betreft, lezen wij: Te Dordrecht bijv. mengden vau do 22 melkverkoopers lu'gon eerlijke boortjes hunne melk met 20 tot 40 pCt., vior nauwgezette collega's hunne melk met 30 tot 40 pCt. water, verkochten drie bijna evenveel water als melk en waren slechts vyf niet ccnc bijuienging van 10 tot 20 |>Ct. watt-r bevredigd, terwijl alloen lo ^Dienstverrichting" onverdunde melk leverde. Verder dan het ontroomcn en het verdunnen gaat het bedrog gewoonlijk niet. Vreemde stollen, zoowel uit het planten- en dicreurijk, als uit dat dei' mine ralen, worden by de melk wel alleen dim gemengd, wanneer de ontrooming en verdunning in zóó ergo mate gepleegd wordt, dat het bedrog reeds bij den eersten oogopslag zou worden herkend. Zoo worden dan toegevoegd stijfselpap, gom, een afkooksel van zemelen eu dergelijke meer; Feser to Miinchen heeft zelfs zcepxvutoi' in de uicl!; gevonden. Eene zeer slim bedachte bijmcnging van dezen aard is door dr. Mutor ontdekt: ceno oplossing van de glycerine in water ter sterkte van 12 pCt. heeft nl. hetzelfde soortgelijke gewicht nis melk (1,030), en men kan eene vrij groote hoeveelheid van zulk glycerinc-w.iter by melk voegen, zonder dut deze vervalsching nan het spec. gewicht, of aan den ?niaak, of met do ge wone (physische) middeleu van onderzoek te ontdek ken is. Onlangs is te Amsterdam eeuo niet minder slim bedachte vervalsching ontdekt, nl. niet orleaii?, waardoor aan zeer verdunde melk de tint van oriverv.ilschto kan gegeven worden. Vrij dikwijls schijnt overigens de reeds zuur gewordene melk weder leverbaar" gemaakt te worden door toevoe ging van koolzurc soda of van kryt, ter verzadiging van het gevormde melkzuur. Welnu, indien de Heer v. Hoorn zijn plicht doet, zal men tegen dit soort van bedrog tamelijk wel ver zekerd zijn. Doch men kan nog oji andere wys worden bena deeld. Het is mogelijk en het zal dikwijl? geschieden, dut melk wordt geleverd van vee, dat iu ecu abuovnialen toestand verkeert, ziek i« of slecht gevoed wordt. IlierU'gen kan alleen gewaakt worden, door melk te koopeu v.in gezonde, goud gevoede koeien. De controle in de melkiurichting zelf, hoe uitstekend, is niet voldoende, wil men voor dergelijke gevaren en ze zijn niet gering to achten beveiligd zijn. Wc begrijpen echter zeer goed, dat de Melkinrich ting niet nllfèto geluk kan doeu. We behooren de oprichters reeds dankbaar te zijn, wanneer zij ons tegen liet eerste soort van bedrog beschermen, en wij twijfelen niet of de medewerking van duizenden zal hen spoedig in Staat stellen, hun controle nog verder uit te breiden, dan hun thans' mogelgk is. Do lieer J. J, F. Lu Cavo viert morgen zijn .Visten verjaardag als verloskundige. Wat weinigen hom zullen kunnen nazeggen, is, dat hij bij bijna -"W ver lossingen hulp heeft verleend. Hoewel reeds 70 jaren oud, i.i hij nog ijverig werkzaam. Ecu nieuwe strijd op een oud slngvelil. lïapport nnn den fiemocntor.iiul vnn Amster<Jnm, nver de faccaliun-quncstii', tïoor iK' guzoiiiHieiilsrunimissie iii^tidu-iul op GMuilSVS. Kritiek'op liavenjteiioemil ra|>[iurt, iloor Prof. Dr. vau Ovcrliuek 'lèMi ijer. onilrr tU-u liti-1; 'nTli.-uis \U'<.-r becr]mttv'U:" geplaatst ia tic .V. liutt. Cvitraitt vau 11, 13, 17 ui IS Juui 187S, II. Zoo als in het voorgaand nummer Van Jit blaJ werd gezegd, vindt Je meerderheid der AmstcrJnmsche gezondheidscommissie den voorünamsteu steun voor hare zienswijze welko, volgens de Acadumie, van de heersclicnde zienswijze" , afwijkt, in ilc theorio vnn .Nijgeli.. Op de vraag naar het. beste is toch het gezicht van wel bebouwde en weelig KToelende landen." Hieruit l.lükt dus dutdestijds Uussum noa geene bleekeryen bezat niet alleen, maar ook moeielijk hebben kon. Slechts toen de burro heide en zandgronden in weilanden herschapen en mat fraaie, breede vaarten doorsneden waren, kon deze thans zoo bloeiende industrie, zich aldaar vestigen en tieren. Verder gotir.gt van Ollefen dat de ligging van Bussum zou zijn: alleraangenaamst en ver rukkelijkst;" gelyk het dan ook de eer wegdraagt van het schoonst gelegen dorp van heel Gooiland te wezen." Aangezien nu haast .alle gooische dorpen eene bijzonder schilderachtige .ligging .hebben, laat ik die uitspraak voor rekening van den ochrijver. Misschien was uat in z^n tijd zoo, en in ieder geval zal ook hier het i,de gnatibns non est disputandum toegepast mogen worden. ? ' ... Lief gelegen is het zeer zeker, ofschoon het mis schien wel niet in allen deele, Sedert 17115, in dat op zicht \s vooruitgegaan. De noordelijke aanhang, de blcekerijen tusschen de kom van het dorp.en Naar den; is hoe frisch en levendig ook, juist niet zeer poëtisch te noemen. Die gebouwen toch, met hunne hoog opgetrokken muren met vierkante luchtgatcn, in plaats van ramen en met gebroken daken zien er niet bevallig uit en de groene weilanden behoeven juist geen wasschen, or» haar schoon te vérhoogen, maar de friacho vaarten doen toch, vooral in hot zan derige Gooiland, genoegen, en, nadert men langs den grindweg, van dezo zijde het dorp, dan hebben de vro lijke, witte villas ondor het hooge geboomte, zich spie gelende in de zoogenaamde haven, waar meestal een paar mastscheepjes liggen, een alleraangenaamste uitwerking. , Hoewel Bussum's direkte omstreken niet bogen kun nen op prachtig hout, is toch het dorp zelf zeer boomrijk en is de breede Ypendreef langs do Rooinsche kerk een wnar sieraad; door al dat geboomte is voor zeker de ligguiRi vooral van de westzijde gezien, zeer uchilderachtig. De toren v»n de kerk is voor hot ge bouw te klein maar: zo heeft toch een goeden, bcvalligen spits, zooals trouwens alle Gooische dorpen fraaie torens hebbou, hetgeen niet weinig het schoon van het landschap verhoogt, Van Ollefeh noemt ook op de bijzonderheden van het dorp, maar weet geen anderen dan het zeer oude kevkje of kapelletje, voorzien vau een houten kloktorentje on thans geannexeerd dan de protestantsche kerk. Misschien kom ik op dit eigenlijk zeer onaan zienlijk gebouwtje later nog eens terug. Genoeg dat dit de eigenlijke toren der gemeente is en als kerk of kapel een waar toonbeeld koe onaanzienlijk Itnssum in het laatst der vorige eeuw nog was. .Wij lezen toch bjj van Ollefen, dat Busaum was ^daarin geheel van alle de nederlandsche dorpen onderschei den, dat het wel eene kerk .heeft, doch wanriii se dert by'na, derdehalf hondert jaren gcehcn dienst gedaan is; ook blijkt uit het gebouwetjen zelf, dat . de .gemeente, toen dezelve op het dorp nog bestond, maar zeer klein moet geweest zijn." Deze toestand i v vooral voor de roomsen-katho lieken, die hier do meerderheid uitmaken, thans ge* heel anders. De tegenwoordige kerk is een ruim gebouw, doch, naar het schijnt, voor de bevolking nog niet groot genoeg. Van drf gereformeerden" heet het, dat ze toen slechts vijf huishoudens (?voor nog geen vy'ftig jaren geleden waren er maar twee of drie") uitmaakten, die to Naarden moesten ter kerke gaan. Wanneer wij later een overzicht geven van den tegcnwoordjgen. toestand zal men zien, dat in dit alles sedert zeer groote verandering gekomen is. Voor wij echter zoover komen, willen wy den raad vfin Van Ollefeu opvolgen, en Oud l!us<mtn met een bezoek vqrceren, overtuigd tlat wij 't. OIH niet bekliiagen" zullen. ' Voor hot overige, neer geduldige Iczori tot wederstelsel van faecaltëu-afvoor e i op talrijke andere quaestié'ii, Jio daarmede samenhangen, heeft dit werk volgens de commissie eeu geheel nieuw licht ge worpen. De grooto beteekcnis vau dit boek is volgens haar voor al de hygiünisehe vraagstukken volmondig erkend. Het u hier niet de plaats, om vau de theorio van Niigcli een overzicht te geven. Aan Je lezers van dit blad zal zij niet geheel onbekend gebleven zyu, Jaar Je hoofJtrekkeu der theorio daarin reeds vermeld werden, naar «uitleiding vnn een opstel, Joor Jeu oiiJergeteekeuJen iu de Gids van Maart 1878 ge plaatst. Wie tegen Je lectuur vau het ccuigzms lyvig boekdeel vau Niigeli opziet, meer: ik te mogen verwijzen naar Jo beschouwing, Jooi Dr. Lubach over Jit onderwerp geleverd iu het Album der Na tuur van April eu Mei 1878, eu muir ecne brochure, door mij ouder Jen titel: Niigeli's theorie omtrent den oorsprong der cpidemischeu ziekten, iu verband met Je eische» onzer tegenwoordige gezondheidsleer", bij Je heeren P. X. van Knmpeu & /nou uitgegeven. In het laatstgenoemde geschrift heb ik getracht, Jo beJoelde theorie eu Jo gevolgtrekkingen, Jie Niigeli er uit afleidt, op een algomeeu verstaanbare wyzo uiteen te zetteu eu «au de resultaten der ervaring te toetsen. Het oordeel vnn Je Anisterdamselie gezondheids commissie over Niigeli's arbeid is zeer gunstig en Jut vnu den lioogleornnr v. O. J. M. zeer ongunstig. Dit verschil in beoordecliug laat zich op twee wyzen verklaren. Iu Je eerste plaats zy opgemerkt, Jat Niigeli's werk in twee groote hoofdafdelingen kan worden gesplitst. In de eerste deelt hij ons Je resultaten mede van een tienjarig ouJcrzook naar Je levensvoorwaarden en de werkingen Jer lagere zwniusoorten. Terecht betreurt Jo heor v. O. d. M. het Jat Nii«[eli ons wel Je uilkoinütcn van zyn tienjarig on derzoek, mnnr geenszins Jen gang van zyn onderzoek, zijne proefnemingen /.elven, bekend maakt. Het is wnnr, Niigcli hei-ft als onderzoeker en kenner vnn niiki'oskopische organismen ecne Kuropceschc vernnumlheul, mnar zelfs Jit geeft hem niet hut recht, om vau ons ecu oubeperkt geloof op gezag" te eischen. En wanneer hy Je methode, tot nog toe bij Je oplossing van hygiënische vraagstukken gevolgJ, als eene minder wetenschappelijke brandmerkt, zou den wy 0119 gaarne willen overtuigen van Je meer dere voortreffelijkheid der methode, dio hij beweert te volgen. Doch ook op wetenschappelyk gebied is. er ruimte voor eene zekere piëteit. Ik hobp Janrom, Jat ik niet voorbarig ben geweest, wanneer ik Jo nieening heb uitgesproken, Jat Nügeli nnn Jo vroegure onze kere voorstelling omtrent het ontstaan en Je ver spreiding Jer epidemische ziekten een vasten en weteuschappclijken grondslag' heeft gegeven en niet groot genoegen heb ik gezien, Jat ook een bij uitstek bevoegd man, ah Dr. Lubnch, zijne ingenomenheid met- Niigeli's arbeid iu het algemeen bij herhaling betuigt. Die waarJecring vind ik in de kritiuk van Prjf. v.- O. J. M. niet en ik kan dit slechts verklaren uit Je onderstelling, Jat hy vooral hot oog gehaJ heeft op het tweede deel van deu arbeid van Jeu Mi'iiichener Hooglecraar. In Jat tweede Jeel toch komen wij op eon gebied, waarin niet meer sprake is vnn experimenten, waar van ons Jo resultaten worden medegedeeld, maar van theorié'n, welke slechts voor oen klein deel op die experimenten steunen, en Jie toch iu rri-htstrceksche tegenspraak zyu met do beginselen, tot op Je/en ty'd gehuldigd, eu wat meer zegt met 'ervaring tot nu'toe opgedaan: Hier is twijfel niet slechts goOprlool'J, maar zelfs gebiedend -noodzakelijk. De kritieken, zoowel in Duitschlnnd al» hier to lande, vau Nfigcli's theorie gegeven, hebhen, naar mijn bescheiden meciiinir, overtuigend aangetoond, dat vele van zijue gevolgtrekkingen op hygiënisch pebiod uiet dan met Ji? grootste omzichtigheid mogen worden aangenomen en Jat hij bij anderen1 zoo dui delijk iu tegenspraak met zich zelf b, Jat Jeze, zonJer nader» bevestiging, geen vertrouwen verdienen. In Tt bijzonder geld dit zijne theorie van Je onscliaJelijkhcid van drinkwater. Hier vinden wij eene tweede verklaring van het verschil tusschen den heer v. O. d. M. en do meerderheid der AtnsterJnmsche gczondheidscom, Ik geloof dat do beider vmrt ijen het met elkander in zooverre volkomen eens zullen zyu, dat beerputten, iu lift itlgrnvim, onvoorwaardelijk afgekeurd moeten worden. Doch terwijl do heer v.,O. d. M. dit algemeeuc standpunt ook vóór Amsterdam geldig ver klaart, gaat de Amsterdamüche u-ezoudheidseonimissio uitsluitend van Je aldaar bosüuuido plaatselijke toestnndun uit. Nu ia liet niet te ontkennen, dat do tockomM; van Amsterdam eene geheel-cxcqitio'nefile is, omdat daar nerguns het brakke grondwater als drinkwater wordt ? gebruikt. Ia daarom chter de vervuiling vau den bodem, die zij het. dun ook niet in aanmerkelijke mate" bot onvermijdelijk gevolg is van hut be houd en den nieuwen aanlog van beerputten werke lijk onsthndelijk? , Vóór ik die vraag tracht te beantwoorden, stel ik op den voorgrond, dut-ik, als vreemdeling, niync gogevcns moet ontlecnen of aan algemeen hokeiulo fei ten, óf aan medcdeelingen, uiij Joor bevoegde perso nen verstrekt. In déecrsto plaats wijs ik hier op het door den heer v. O. d. M. besproken bezwaar, dat do bodem telkens, voor het loggen iler pypcn van gas-of duinwatcrleïdingen, voor het funJcercu van gebomven enz. wordt omgewoeld, waardoor juist volgens Niigeli'a leer, siuivcud-dro^e splijtzwammen in do lucht kun nen komen. , Iu de 'tweede plaats herinner ik aan de talrijke regenbakken dio iu Amsterdam aanwezig waren, en zeer zeker, niettegenstaande hot stucds toenemend "verbruik van Duiilwatcr, op vele plaatsen nog aan wezig zijn. Wel werd my vrin.de ecne zijde vei'zc. kerd, dat dit regenwater bijna, nergens meer voor drinkwater gebruikt wordt, n dat daarenboven do Ainstcrdamsclio. regenbakken, om het indringen van het brakke grondwater to beletten, van bijzonder hechte constructie xijn. Van anderen vernam ik cchter, dat in vele huisgezinnen, zelf.; uit den deftigcn stand, het regenwater p.ijn prestige niet verloren had waaruit men bij de op dit punt vry consorv xi icvo mindere klassen veilig tot een tarnelyk alge meen .gebruik concludceren mag. Dat nu di« regen bakken - zullen zij drinkbaar water opleveren tot boven het hoogste grondwaterpeil behoorlijk waterdicht moeten zijn, is duidelijk. Maar het is zeer wol mogelijk, dat er in. Je nabijheid beerputten met een hooger niveau worden aangetroffen, waarvan do ? vloeistofl'en in de minder goed onderhouden hoogere ! dcelcn van Jeu regenbak kunnen doordringen. En i het. is een overbekend feit, dat conb verontreiniging 'van regenwater door faeealir'nvloeistof. -zelfs wanneer zy ecne zichtbare kleuring en een duidelijk waarneemharcn stank veroorzaakt, vele lieden vau hel; gebruik van zulk water niet afschrikt. Ook waar het slechts gebruikt wordt om groenten te koken, kan het schadelijk werken. Volgens Nilgeli toch wor den do splijUwammen door kookhitte niet met zeker heid gedood. In du derde plaats is het duidelijk, dat het beerputton-stelscl altyd iu zekere mate met uen gracht-spoclstelsel gepaard gaat, tenzy men vooral Je bestaande putteu opzettelijk lek laat worden, en ze daardoor als het ware tot losse, gostapeldo putten maakt. In verreweg do meeste gevallen zal men (in Je oude stud althans) hot huis- en kcukcnwater door riolen iu de grachten kten afvloeiieu. Het i» mijns inziens duidelijk gebleken, dat de invoering van Je 4 ft 5 per cent eigenlijke faecalié'u in Jeu rioolinboud, daarin slechts geringe wijzigingen aanbrengt. Worden de faecalicn in die riolen niet by massa's tegelyk ge bracht, maar naarmate zij geproduceerd worden, dan komt my het gevaar van verstoppingen niet vevl grooter dan anders voor. Do vraag is echter, of Ja grachten dien rioolinboud spoedig genoeg kunnen vervoeren. Dit hangt liict slechts uf van tlemy mede gedeelde cyfers vau waterverversching (thans, lijf gunstiye n.iixtandiiilmleH, in 8 uren dea nachts, 4 fiOO.OOO M:! per vloed of eb, later bovendien by ge bruik van een stoouigemaal, liSO.oOO Ms) maar óók vnn het totaal volume der Ainstcrdamscho binnen wateren, dat my, tot luy'n leedwezen, niet volkomen bekend is. Op grond vivn het bovenstaande meen ik te mogen concludecreu, Jat óók voor Amsterdam, het behoud dor beerputten niet wenschelijk is. Ik ben overtuigd, dat niemand in het bovenstaande eene poging zal willen xien, om ook mnar in de verste verte tot ecne oplossing der AuisterJamscho fiiecaliu'n-(|uaes>tic te komen. My'i\ eenig doel i.s geweest, aan te tuoncn, Jat Niigeli's theoriëu, hoo bclatigryk /ij ook voor Je wetenschap mogun zijn, nog niet Jie uiato vau zekerheid hebben verkregen, dat men op. grond daarvan eene totale omkceriug in ouzo hygiënische beginselen als gewettigd mag be schouwen. Dr. E. D. PIJZEL. KUi\ST. EEN GOEDE MCIE. k III. liet middelpunt van het tooncel en do hoop op de toekomst is do regie. Vau haar moeten alle hervormingen en verbeteringen uitgaan. De man, Jie aan haar hoofd staat, Je regisseur, heeft het wel en wee van het tooncul iu handen. Er zijn nog geen honderd jaren verloopcii eer dat hier te lande aan onze schouwburgen van een regis seur sprake was. UAMM>:<:IIEU en IÏOUI-.OL zullen wel de eerste zyu geweest. Tlmus is aan een goed ingericht toouecl een regisseur onontbeerlijk. Slechts zeer weinigen zijn geschikt dien post te vervullen. Ken regisseur toch moet meer dun iemand grondig het toonecl kennen, de stukken, Jio hu in elkander zet, kunnen nascheppen, eigentlyk zelf een stuk kunnen maken: hij dient' een algemeene ontwikke ling te hebben eu aanspraak maken op fijno bescha ving; groot moet zijn keunis zijn van gi-schicdenis, van kostuum, en van do levenswijs Jcr verschillende volkeren; terwijl hij iu eigen taal en letterkunde en dio vau andere natiöu een diepen blik moet hebben geslagen. Een theaterdirecteur, dio doordrongen is van het gewicht der regie, znl niet aarzelen den regisseur ecu honorarium te verzekeren, gelijk aan dut vau den grootsteu artist. Want Je verantwoordelijkheid, Jio op hem rust, is groot. Als do schouwburgdircktic een stuk heeft gekozen geeft zij dit Jen regisseur om het to doeu instudeereh. Deze schrijft er een lezing van aan, bijge woond door alle iu het stuk spelenJe personen. Op dio lezing worden do rollen gecontroleerd, vreemde woorden verklaard en de uitspraak er van aange geven: de taal en vooral de zinboiiw van het stuk ondergaan daar groote wijzigingen. Daarna, begin nen de reptitién op het toonecl. De regisseur heeft middelerwyl zijn mise-eu-sci,-uo gemaakt, Je tooueelmeester de topneelen uitgetrokken eu de requisitcur opgeteckend,. welke requUietcn noodig zijn. Op de repetitiën ondergaat het stuk de vuurproef. Daar blijkt 't of het levensvatbaar is ja dau neen en vooral of de auteur voor zyn taak berekend is ge weest. Is Inj het niet, Jan staat nu eens het tooueel .leeg, dan zyn twee personen gewoon met elkander nan 't praten, zonder eonige nctio ie kunnen bevor deren, er komen en gaan wezens op het toouecl, zonder dat men weet waarom, het derde bcdryf kan evengoed het tweede en het derde het tweede WorJeu, er bestaat eigentlyk geen een rcJen wnurom het scherm valt, misschien ware hot wel verstandig voor dergelijke stukkcu het scherm nooit op te halen. De Kederlandscho auteurs moesten Je tooneelrcpetities dagelijks bijwonen, Jan konden zij vau den regisseur alles lecrcn om eenmaal een dragelijk stuk te maken; dan zouden zy eindelijk begrypeu, dat op het toonecl de strengste logica heerscht en de ?wet van oorzaak en gevolg wordt niet straffeloos daar overtreden; eindelijk zouden zy verlecren niet langer uit onkunde do mise-en-scune, het leven _opwekkend beginsel van ieder stuk, gering te achten. Bijna ieJer, die zich met het toonecl bemoeit, weet'niet wat misè-en-sccna is. Steeds worden de stoelen en tafels, enz. daarvoor aangezien, en dit zijn requi&eteh, meer niet. De regisseur geeft door zyn mise-on-scüne aan ieder persoon zijn plaats aan, waar hij op het tooneel moet staan, en wanneer cu waarom hij van plaats moet veranderen; voorts alles wat hij verder ver richten moet en hoo dit te doen. Een H)isc-en-6cèno to maken, zóó, dat hy' gemotiveerd en nosthetisch is, en het karakter Jrangt van het stuk is hoogst moei lijk. Het publiek, dat 'a avonds de voorstelling bij woont,, begrijpt zeer weinig, dat hot loopen en staan,. het zitten en gaan op het-.tooneel niet hiaar zoo toe vallig door Jen artist geschiedt,' maar alles gaat vol gens aanwijzing van den regisseur, dat over het decors en over ieder requisiet geducht is en alle moeite ge daan is bn> harmonie en eenheid te bevorderen. Mise-en-scüno is. dus iets geheel anders dan wat men er gewoonlijk mee bedoelt en het is ver wonderlijk hoe een der hoofdbestuurders van het Nodcrlandsch Tooncelyerbond, Mr. J.N. VAN HALL in zyu Strijd voor 't bestaan" schrijft: met de best verzorgde misr-cn-arrnc :al nn:n onutarMig Idijkcn om iets Wliecndn lot stand.Ie brengt», lens/1 danruicili! gepaard git yrotita scrg en tijd min <h stukken die tnril npvqffl. By cenjg nadcijkeu valt Je onmoge lijkheid van dit beweren in hut oog. De. bvst i'cr'uiisc-cn-sciin'c en groote eerg voor de stukken is tamelijk wel eensluidend. Uit hetgeen later volgt, blijkt dan ook dat de mise-eii-scóne verward worJt met Jécors eu rcquisict. Weer eou bydrage hoe weiuig Je tooneelhervormers vau het tooneel weten! Mr. VAK HALL heeft echter volkomen en groot gelijk als hy meer ty'd voor de repetities eischt. Als men in aanmerking neemt, dat hoo beter een stuk gerepeteerd is, hoe meer zorg er aan besteed wordt, dus te beter ook de financieele uitslag is, dan ia verder betoog overbodig. De repetities duren nu aan de schouwburgen te kort, gewoonlijk hebben er uiet meer dan vijf plaata. Dat U te weinig om Jen regisseur iu do gelegenheid te stellen op allo onderdeeion te letten; hij is meer dan tevreden als hij ziet Jat de artisten zijn mise-enscèno trouw volgen. Zoolang hier geeu verbetering in komt, kan Ja tooneelspeelkunst nooit worden wat zij wezen moet. Tooneelbosturen knnucn niet ernstig genoeg van deze waarheid doordrongen zyn. Laten zy hun administratie zoo veel mogelijk inkrimpen, alles wat zweemt naar kantoor nis 'n besmettelijke ziekte schuwen, maar leven en snoven op hot tooueel, overal by zyn, alles nagaan, en zy zullen ruimschoots de vruchten er van plukken. Niet het resultaat moet als bron beschouwd worden, maar do bron voor opdrooging behoed. Zoo begreep DTPOKT het, eertyds directeur van do salou in de Nes.. Hy met zyn regis seur A.MEU 'Mi, een zeer [ervaren man, hebben wonderen verricht. Artisten als Mevr. KLKJNK VINK en Munis hebben nan hen hun vorming te danken. Maar u AiiKLi'Nu u Dvi'onT leefden op het tooneel. Amelung hield drie lezingen van een stuk. thans meent men er met een te kunnen volstaan. Dien weg moet het Op, wil men het tooneel do rang doen innemen Jie liet toekomt. Daarom weg met gereglementcer eu bureaucratie, en allo zorg gewijJ aan de hoofdzaak, het toonecl, de scène. Het eene is de dood; het andere het leven. Nu do noodige tocbereidseleu gemaakt zijn zal de naald van Clcopatra weldra op de noordelijke Theemskade worden opgericht. Iteeds den 30 Mei werd het reusachtig gevaarte Jen Theenis afgevoerd tot aan de plek waar het voetstuk gereed staat. By de verkooping der Galerie Novnr in Londeu, bracht do beroemde Schilderij vau Itaphaël, .De Jonkvrouw met de Kandelaars," 500.100 frs. op. LETTEKKUXDE. Beelden vnn El hèA. Hnighton. De heer Beycrs gaf, gelijk men van hem gewoon is, in keurigon vorm boveustaand .werkje uit. j De schrijfster droeg haar pennevrucht nan Marie ' Seebach, Itiiitscliland's groote kunstenares op. : -Lieve Marie," zoo luidt het in een brief die Jeze beelden begeleidt, begrijpt gy, Jat het mij een be hoefte is u deze Heelden op te Jragea? BeelJeU, ontstaan uit indrukken, dio ik tijdons myn verblijf te DresJen ontvangen heb. Niet? Nu geloof mij dan , ditmaal maar eens op myn woord, wanneer ik ver- l klaar, dat ik met die Opdracht geheel den drang i mijns harten volg," j Do auteur gelooft een daad te doen, ..die bij elk i rechtgeaard XedeHnnder eynrpnthio zal verwerven," Joor haar, eu geen ander harer Dresdeucr vrienden, dit boekdceltje toe te wijden. ! We vernemen verder, waarom de schrijfster deze ; beide stukken, die het boekje bov.it, Beelden en niet i Novellen heeft genoemd. IIe denkbeelden, voorstel- ! lingen en toestanden, die mij om deze of gene reden i belangrijk toeschenen, heb ik gemeend mijne landgc- ' nooteu te moeteu'meedeJoelen, of, voor zoover reeJs bekend, te trachten iu ruimeren kring te verspreiden. : Ik koos daartoe deu vorm van het gesprek. Op i de conversatie zelf komt het dus, wat my betreft, | allermeest aan." Met een-woord over haar optreden als lezeres, de verplichting, die zij nan Marie Seebaph ten opzichte der verdienste harer voordracht heeft, een woord"; van vriendschap en erkentelijkheid, tal vau groeten aan Je vriendjes eu een hartelijken kus" voor Je dramatische kunstenares eindigt Jeze brief. Gelukkig dat mejuffrouw Haightou ons eenigszins inlicht, waarom zij Op bcrgeu en iu dalen" en Ken j dag bij eene dramatische kunstenares" Beelden heeft genoemd. Eeuigözins, zéggou wij, want volkomen duidelijk is ons Jat nog niet. Zy heeft in zoover ge lijk, dat Je beide stukjes geen novellen zijn, maar wy houdeu het er voor, dat een kouversatie over alles eu. nog-wat", uiet door zulk een verheven | woord gekarakteriseerd wordt. ' Wanneer wij eerlijk zullen zijn, moeten wij erken- | nen, dat Op bergen en iu dalen ecu zeer langdradig j verhaal is, te weinig novelle oin ons te boeien, te voel onbeduidende konvursatio om Onze gedachte be zig te houden. Do samenspraken zyn niet levendig, er wordt ge schertst zonder dat men ooit er aan denken zal zijn lippen tot een glimlach te plooien en op een heel wijzen toon geredeneerd over zaken van 't minste gewicht. . Dat een Hollander zyn sigcnaardige spreekwoor den heeft, dat het woord broek" des noods in een Jnmcsmoiid pust Jat nieuwe aardappelen mét kuinmel een hollandschétong niet strceleu, Jat er rei zigers zijn die niet veel opmerken., dat de voetbank jes nuttig voor de dames zyn, «Jaar zij te gemoet komen aan het verschil in Je lengte der beenen vau deu man en Je vrouw," Jat men zich de trn-ueu niet .behoeft te sch'ntnen die men bij 't aanschouwen van een drama schreit, dat het geen zoude is eeu stukje oudbakken of bedorven brood weg téwerpen, het , zyn do ouderwerpeu waarover 3 jeugdige heeren cu even zooveel jonge James Op bergen en in dalen keuvelen, ernstig, deftig, en. soms meteen soort van guitigheid spreken, 'als waren zy zes bejaarde matrones op hun wekcly'ksch krausj?. En wilt Je personen betreft ? ?--.', Ernst, die zich voor een goede party houdt, is een eeld." Terwijl hij juffrouw-Henriette ietwat onhan dig 't hof maakt, spreekt hij aldus.: als ik getrouwd was, zou ik altijd heel goed willen eten en drinken en precies op zijn ty'd, het eten zou wel op mij, maar ik niet op 't eten mogen wnchten. Mijne vrouw en later hier grinnikt hij zoowat zouden om de 'tafel .moeten zitten als ik binnen kwam. Ik zou van mijn vrouw eischen, dat ze do booien goed onder den duim hield, maar natuurlijk tegenover mij zou er nooit van eeu eigen wil spraken moicen wezen en dan moest ze ook een uitstekend humeur hebben.'" We twyfelen niet of er' niRnschén z'ijii met Jorgclijke idealen, maar dat ze in hun verliefde buien nlJns rcJeneeren tot het meisje, dat zij willen vragen, doch hun ontloopt, is meer Jan wy gelooven. Juf frouw Haighton verzekert ons echter dat Ernst, reet zijn overdreven gevoel van eigen waarde niet eeus tot de uitzonderingen onder Duitschlands jon gelui behoort." De dames Adrienne, Hen nette eu Louise, hebben veol met elkander gemeen, maar bovenal hun kor daatheid. De eerste vertegenwoordigt het gezoud verstand, en spreekt met gezag en waardigheid over elk onderwerp, dut haar lust o. a. aan tafel met den heer von Bülow, over het veracht! tusschen liefde en vriendschap eu reciteert aan 't dessert ongevraagd?Die beiden Engel" van Geibel. Ilenriette, die 's morgen» Ernst reeds heeft moeten kalmeeren, stofte in het valiesje van Wilhelm, een student die tot het jeugdig reisgezelschap behoort eu met hen by von Bülow soupeert, een papiertje, waarop de verschrikte jonkman weldra leest: Gij kunt uu> veilig gelooven, wanneer ik u aan raad nooit te pogen tegen Ilenriette Meijer eenig woord te zeggen, Jut gy niet in tegenwoordigheid vanwien ook, hardop zoudt willen uitspreken. ' Wanneer ge deze raadgeving ter harte neemt, zal nooit iemand vermoeden dat u deze wenk gegeven werd." En Louise; zy is de eigenlijke heldin.'De redder van een koopmanszoon, die, aU hij haar nog geen uur gesproken heeft, «met snydend weemoedige stem" haar verzekert, dat hij nooit een man van invloed heeft ontmoet aau wian hy zyn hart heeft kunnen uitstorten. Hij wordt verteerd van liefde tot Je schilderkunst en zyn ouder? hadden hem zelfs zyn eigen-getimmerde exe) ontnomen!! Louise vindt nu gelukkig den heer Olow, een dilettant architect, beeldhouwer, schilder, letterkundige, aan wion ze haar bekommerd hart ontlast, en die met Je ge wone wijsheid en de bekende snelheid, aan zulke groote geesten eigen, Jen rampzalige in den zevenden hemel overbrengt. Eeu dag i ij een dramatische kunstenares" is aan genamer om to lezen dan Op bergen en in dalen." De schryfstcr heeft ons wel niets anders meegedeeld dau hoc de kamers er uitzagen, dat zij mut Je kuns tenares dineerde, op de canapésliep, haar vriendin een kus gaf, dat zij een brief zag van een princes dien de kunstenares ontving, dat zij een familie aantrof uit den Jeftigcn stand, die handdoeken borduurde, welke eeq speciaal karakter uitdrukten, Jat haar gastvrouw 'savouJs piano speelde en later gedichten voorlas; doch haar gevoel van vereering geeft aan dit verhaal een warmte, die goed doet. Dankbaarder zouden wij mejufvrouw E. Haighton zyn, inJien zij ons door de woorden die de actrice sprak, door eenige meJcJeeling van de gesprekken die ij hield, Joor wat Jan ook, ons zelf die dra matische kunstenares iets beter had doen leoren ken nen, opdat wy met haar de gastvrouw mochten verecren. Wij gelooven gaarne, dat deze dame zeer schoon reciteerde, maar reciet is niet uit de vsrzen, die Je schrijfster ons te lezen geeft, te genieten;hoe schoon die ook zijn, zy brengen ons de kunstenares niet nader. Wil Mej. Haighton hare lezers bekend maken met Duitsche dichtfvs, zij zal wel doen met een anderen vorm voor haar geschrift te kiezen dan .Beelden." Ab Oscar -s pagina's verzen achtereen van D. F. Strauss reciteert- is dat wel wat veel van het gezel schap eu de lezers gcvergJ, ofschoon zij geneigd zullen zijn dezen geuialou jonkman veel te vergeven. In onzen tijd wordt de kunst in beschaafde krin gen meer eer bewezen, dan vroeger wel eeu; 't geval was. Uuze .liovvllistvn eu romanschrijvers blijven niet achter en kiezen ga-.rne een kunstenaar tot ;hun held. Daar zijn er die chynen te meeuen. dat alleen in die wereld waarlijk geleefd wordt. Zij zeg gen met Oica-r: -lleusch mijnheer u kan niy' geloo ven. er U niets pleizierigs nan den heelen handel aan,7' of: -Ik ken zoo ontzaglijk veel saaie eu verve lende kooplui, znl ik nu een uitzondering op Jen regel wezen en uiet vervelend worden? Wij zouden Oscar antwoorden: Als gy wezentlijk niet van unture saai zijt, zult ge 't Joor dan handel uiet wordeu Mijnheer, cu als ge 't van nature zijt, zult ge 't als schilder blijven. ?Voor Oscar is deze meening minder gevaarlijk nu de Heer von Bülow hem op zijn woord gelooft. Voor auteurs kan zy noodlottig zijn. Men verkeert dan allicht in Jen waan, Jat men reeds zeer intressant schrijft, wanneer men slechts kunstenaars of kunste naressen, tot zijn helden en heldinnen maakt. M*j. Ilaighton schrijft een goeden stijl. Ze drukt ich gemakkelijk eu aangenaam uit. We houden er ons van overtuigd, dat. als zy eens werkelijk iets te zeggen heeft, ze het zeer aarJig zal kunnen zeggen. Ditmaal echter haJ zy weinig te vertellen. .Dat-was jammer. De 4de aflevering van het Toonecl bevat: M. A. Perk: De-tooneelarbeid van een non uit de tiende eeuw: Dr. A. H. G. 1\ van den Es: De Orcstie vau Aeschylus (de JerJe trugucdie: Je Eumeniedc; on J. Hul' vnn Buren: Tooneelcrvaringcn, 2de gedeelte. Dit tijdschrift blylt tot dusverre, zijn programma ge trouw. We wcuschen het vele lezers toe. Nieuwe uitgaven: , Arclrkf i'opr d<- ff'sthidknis ran liet Aartsluisdam va» Utrccl/t. Bijdragen, verzameld en uitgegeven op last en onder toezicht van Z. D. II, den Aartsbis schop. Vle deel Ie aflevering. J, Broekhóff Bz. T><-ce f asters. Oorspronkelijk tooneelspel in 5 bedrijven. Jnii Couratie, Humoristisch klaverblad. i J. Th. .Gerlliugs, -Willfm VI te UtrccM.in'S'ovfmbcr 141:i, gevotgJ door een Historisch Overzicht van den gecostumeerdcu optocht, to houden door hot Dclftsch StuJéuteukorps in de ni;innd Juli 1$78. Lnndjiutffl^ Proza n FoCzic. 2e bundel ?Mr; J. van Leunep, JRómantiiclie verken. Nieuwe uitgave, compleet in 13 deeltjes. Dl. X (Klaasje Zevcnster). W. Mets Fz. De eoJoJYJrfoferw.' Oo'rspronkeryk blij spel niet zang. Max Hooses. Gfscliiedenis der AnltecrfneJie Schildersclioul. Bekroond in den prijaknmp, uitgeschreven door Jen Gemeenteraad vnn Antwerpen. Met IQ et sen buiten tekst Joor J. B. Michiels, en 4f> houtsn Tlen 3e all. . '.. P. J. .Kloppers, M'/l en o»$ huis. Losse bladen van de schrijftafel eens ppvoerders. Jacob van Mnerlant's, Sfaturen bloeme, uitgegeven door Dr. Eelco Verwyu. .(All. 7, S, 19, 13 en 21 der Bibliotheek van Middel Nederlandsche Letterkunde) 2 .dln. in. n band. ? W. Mets Tsz. De drie naanigenooten, Oorspronke lijk blijspel, ' , Charles Paillnrd. Lc irorfo de Pierre Kndly. Sm~ cesaciir dr Calrin foninic 3finistre de 1'J-^Hnc Franinijc fffiiruirède Stfaxlourg. Peursu'tli'x intenties runtr<' let iidlirrfnta A Tt>itrnii>/, ViiIcni-ictini'S, Lille Donny el Arri'rt l'iI-l?lüHj. Ifiipris h's jiapïcrs ini-iHI* di's Arehïvcs du royanme de JJcli/iquc. Paris, Sandos et Kischbucher. , J. A. B. Wiselius De Franse/ten in Imlo-China. Geografisch, administratief en economisch overzicht van Kransch Cochin China, Annam en Kambodje.' Met kaarten en platen. Statistische en ludustrleële niedrdeellugen. Uit het jaarverslag van de verrichtingen der BUcboffsheirnB vereeniging blykt dat ook deze instel ling zeer nuttig werkzaam is geweest. Gedurende 1877 gaf zy aan 271 personen voorschotten tot een ge zamenlijk bedrag van f 10.010. De som der terugbe talingen bedroeg over dit geheele jaar f 38.680.40. Thans bestaat de vereeniging 10 jaren. Hoe zeer haar werkkriug zich steeds uitbreidt blykt uit do volgende statistiek : f 1«68 30 J--0!) 100 1*70 244 1*71 323 22375. OlliO, l>7.-t 1*74 1*75 l*7li 1*77 431 428 42 H'M) 43 H f 22(i5, (17 10070, KiO 214 205 42400, 3*325, 374u:>, 3(105.-,, 25S 253 2tiO 271 391.I.O 4513.SH) 1G377,(H) f 1355,40 25810,70 ' lH*0,f>0 &-041,70 1G1UO 3*10,60 ll;!f>,*0 373*0,73 12Ü7.30 dan aan poetspoeder denken. Zy bevatten een rood gekleurde welriekende pate als poetamiddel voor goud, zilver, koper, fijne metalen, waarvan de resultaten, die wy daarvan vernamen zeer bevredigend waren, zoodat wy onze lezers geiuatebjk aanbevelen, hier van eens de proef te nemen. "'--J 40010,?3*U80,40 120U,r,0 lOjar. 31ü(j 2047 f 300ü9ü,?f 274546,40 ? !»!1'J5,70 Dat ook by deze vereeniging nauwlettend wordt toegezien op het gedrag der personen aan wie zy hulp verstrekt, blykt uit Je meJedeeling dat gedurende al Jie jaren de wanbetalers slechts 7 perc. van de ondersteunden bedroegen. Het bestuur bestaat uit de HU. J. N. W. C. Sieburgh, Mr. Josua van Eik. Mr. D. Binger en Mr. D. L. de Leao Laguna Secretaris. Dat het bestuur op medewerking van onzestadgenooten hoopt en dis verdient, ia duidelijk genoeg. Omtrent de rijkdommen van Spanje, waaromtrent Europa gewoonlijk meer door romans Jan doorofticiëele verslagen op du hoogte, gebracht wordt, nemen wij uit de officiëule rapporten van het ministerie van han del en nijverheid eenige bijzonderheden omtrent de zydeindustrie over. Voor de zijde-industrie is de hoofdzetel de provin- ? cie Murcia. Hoewel Je ontwikkeling van dezen tak van uyverheid daar, nog evenmin als iets in Spanje, de volmaaktheid bereikt heeft welke men in onze-eeuw verwachten kan, is toch de Spaansche zijde te Lyon en elders zeer gezocht voor het vervaardigen van da beste kwaliteiten van stoffen en zijdenlluweel. De . eigenlijke zijdeworinenteelt beslaat geen groote op pervlakte. De districten Orituola. Santomera, ReuiAyan, aan elkaar grenzend, liggen allen in de vlakte van Murcia, die men de huesta" (tuin) noemt, eene uitgebreidheid van 30 op 10 kilometer.». Deze vlakte draagt nog door den loop der eeuwen heen de spo ren van de Moorsche nyverheid. het water, in over vloed voorhanden, is door zorgvuldige leiding zoo economisch mogelyk verdeeld; de moerbeziënbooin groeit er welig. Drie Franscho ondernemers hebben sedert eenige jaren aan deze streek eene verbeterde exploitatie gegeven, er fabrieken opgericht, die zich in toenemendcu bloei verheugen en ook de opbrengst der zijdeteclt zeer doen toeuemen. Zy hebben Japansche zijdewormen ingevoerd, wier cocörs. wit en groen, veel miiider in kwaliteit zyn dan die der oorspronkely'ke zijdewornieu vau Murcia, maar krachtiger groeien en veel meer leveren, terwijl het ras der fraaie gele Spaan^ehe zijJewormen iu weinige jaren uitgestorven zou zijn. Het opkwoeken geschiedt niet in de fabrieken, maar by Je landlieden anu huis, waar vooral de vrouwen zich' er mede bezighouden: als eens de cocörs zich gevormd hebben, brengen de boeren ze naar de fa briek en bedingen eeu veel hoogeren pry's dan iu vroegere jaren. Deze levering geschiedt slechts gedu rende veertien dagen, einde Mei tot halt' Juni, Je marktprys te Lyon regelt ook Jeu koers van de ruwe zijde. Voor l KG. fijne zijde zyn 12 tot 11 KG. colors. noodig, dus gemiddeld 13. Do rest VMU Jen cocor bev»t stoflen Jie, hoewel tot den afval behoörende, toch voor gedeeltelijke bewerking nog vatbaar zijn. Vooreerst rekent men 330 gram voor het eerste weefsel van Jeu worm, ;dat men er afnemen moet om tot Jen Jraad te komen, dan 350 gram voor de zijde die onder de behandeling door de spinster beschadigd wordt, en dan uiet meer gehaspeld kan worden, einJelyk de pop niet haar binnenste zijden liekleeJsel, Jie geheel als afval weggeworpen worJt, 11,300 gram, totaal 13 KG. De drie zijJefabrieken vau Murcia worden door stoom iu beweging gebracht., twee zijn vrij eenvoudig, de derde een compleet gemonteerde inrichting uaar den eisch van Jen tijd. Meer dan duizend spinsters werken in twee dezer fabrieken het geheele juar, in de derde gedurende zeven ii acht maanden. Haar salaris behoeft in Jit vrome land niet veel te zijn* zy ontvangen een franc per ,dag eu zorgen zelf voor haren kost; de opzichtsters ontvangen f 1.25 tot f 1.75. De werkuren zijn van het opgaan der zou tot l- uur, en van l tot 7 uur. Toch is het, een be langrijke vooruitgang voor Jie streek, daar vroeger de cocörs nlléii in zooverre bereid werden, dat de pop gedood werd en verder ter bewerking naar Frank rijk verzonden. . Apropos van Spanje nog iets. Iets cigenaardigs, waarlijk Spaansch, deed zich ecuige maanden geleden te Malaga voor. In 1875 had het gouvernement, dat geld noodig had, eene buitengewoon verzwaarde be lasting uitgeschreven, in Jeu vorm'van stedelijke accijnsen ten behoeve van 'sByks schatkist. Eenige steden waren, hetzij door slordige administratie, hetzy uit onrechtvaardige welwillendheid der regeering, by de aanschrijving vergeten. Het was dus eene groote teleurstelling voor deMalaganen, toen ruim twco jaar na Je algemeene invoering, plotseling hunne stad met verhoogde invoerrechten verrast werd, en wel op een voet, waarvan het volgende eenig denkbeeld kan geven; , Men betaalde voor: vroeger Wjjn per 100 i kan fr. 1.32 Olie Kozynen Amandelen Vérsche Vruchten Graan en Meel 100 KG. kistfll'/aKG.) 100 KG. n 100 100 4. 0.25 G.1. 0.50 fin fr. 20.31. 27.37. 2.37. 55.80. 6.31. 2.35. Wanneer op die wy'ze eene onhandige administra tie het volk in de eerste levensbehoeften treft, kan men zich onlusten als Jie van Barcelona eenigzins verklaren. , Wy ontvingen van den heer G. Keidel te Rotterdam eenige doosjes Brillantiue ter beoordeeling niet uitnoodiging daarover onbewimpeld .ons oordeel te willen zeggen. De blikken doosjes, geheel,beplakt met etiquctton eu kleurendruk, zien er keurig uit en doen eerder aan mooi verpakte chocolade of suikcrwerk, Van Glück, den beroemden componist van tphigénie au f Tauris" wordt de volgende anekdote verhaald. Toen deze opera te Parijs ingestudeerd werd, diri geerde Glück zelf de repetities. Het kleine beweeg lijke, zenuwachtige mannetje, met zyn bleek, smal ge laat, deed het op zyn eigenaardige hartstochtelijke wijze, eu alles ging goed tot op het oogenblik dat het koor der wilde Scytten het tooneel betreedt en de woeste krijgsJans begint. Glück, met den strijkstok in de hand, ziet tot eijn ontzetting in plaats van de wilde krijgers met ruwe beestenvellen bedekt, een koor van sierlijke gestalten in zyden tricots verschijnen, zoo keurig en netjes of ie uit een tloosje kwamen, en terwy'l zij hun strijdbijlen met de bevalligheid van dansmeesters zwaaien, maken zij de allersierlijkste pirouettes, die zij kennen. Glück had zich Jeze Scytten als woeste kerels voor gesteld, die zich op het tooneel ruw en ongemanierd zouden gedragen, en toen hij dua die keurige poppetjes zag, ontstak hy in verschrikkelijke woede. Met een luiden kreet gebood hij aan orkest en dansers dat zij op moesten houden, en in een wonderlijk mengelmoes van Duitsch en Fransch, onthaalde hy hen op aller lei scheldwoorden. Zijn strijkstok brak hij door mid den en wierp de stukken op 'het tooneel, zyn pruik smeet hij den balletmeester naar het hoofd en iu toenemende woede klom hy' op het tooneel en greep den JoOJelijk ontstelden man bij de keel.. Ongelukkige!" riep hy. Is dat een dans van wil den ? Een apendans is het! Kyk zóó wil ik het heb ben!" Hy rukte een der dansers den bijl uit de hand, en begon zelf te dansen en zulke woeste, bespottelijke 'grimassen te maken, dat allen die op tooneel en or kest waren, de tanden op elkander moesten klemmen om niet in lachen uit te barsten. Eerst toen zy zagen hoe ernstig Glück het meende en hoezeer hij gelijk had, keerde de aandacht terug en zijn wil geschiedde: het werJ een werkelijke krijgs- ' dans, dien het publiek later te zie» kreeg. De Italiaansche Regeering maakt plannen tot het houden eener wereldtentoonstelling te Home in 1831. Evenals de bekende zeeslang, doet het verhaal, dat Jeze oi gene het Periictnum mobile heeft uitgevon den, van tijd tot ty'd de ronde door couranten en tijdschriften. Meestal bleek het echter, bij nader on derzoek, eeu omslachtig samenstel te zyn, van iemand, die geen het minste begrip had van de wetten der zwaartekracht enz,, en bij alle beschaafden stond het vast: er is mnar n Perpetuum mobile en Jat is het groot heelal. Toch werd dezer dagen door het Duitsch keizerlijk patentbureaüeen Perpetuum mobiele gepa tenteerd, (I', A. no IGi'O) en wel met het volste recht. Het patentbureaüheeft alleen den naam veranderd in dien van Thermometrisches Aufzichmerk". De grondge dachte is met een paar woorden weer te geven. De uitvinder, Gustav RieJel in Harelberg, heeft de nim mer stilstaande kracht van inkrimping en uitzetting aangewend, om een veer te spannen en daardoor een uurwerk, dat zoo lang loopen moet, als y'zer en staal Juren, in beweging gebracht. In zoover de.uitdruk king Perpetuum mobide op eenig menschenwerk kan worden toegepast, mag men dit zoo noemen. Het werk is hoofdzakelijk voor torenuurwerken bestemd. In alle groote Staten zijn patenten uitgedeeld. RieJel wil zijn patent verkoopen, en het ware te wenschen, dat den ijverigen, talentvollen jongen man gelegen heid werJ gegeven,, om zich verder te ontwikkelen. Stave's patent pennehouder. De slechte gewoonte .van kinderen en volwassenen, vrouwen vooral, om bij 't schrijven den wysvinger zoodanig te buigen, dat hy met het tweede lid een rechten hoek vormt, ver mindert de kracht van den vinger, maakt het schrift leely'k en veroorzaakt heel licht schryfkramp, omdat van den duim te veel krachtsinspanning gevorderd wordt. Dit gebrek wordt door Stave's pennehouder verholpen. Hij is vervaardigd van hard gomelastiek en heeft, behalve twee uitsfljjdingen voor duim en middenvinger, een ring van dezelfde stof, die tot het omsluiten van den wijsvinger dient, en dezen in de juiste richting doet blyven. Bij voortgezet gebruik doet deze pennehcuder goede diensten en is vooral voor scholen zeer dan te bevelen. Na l Ocfober, wanneer de London Vniversity haar 50 jarig bestaan hoopt te herdenken, zullen ook vrou wen tot de studie van rechtswetenschappen, philosophie en natuurwetenschappen, en tot de examen* worden toegelaten. Voor het volgen der lessen iu de geneeskunde zyn nog geen maatregelen genomen, maar het onderwijs in de andere genoemde vakken wordt gedeeltelijk in de gemeenschappelijke, gedeel telijk in afzonderlijke gehoorzaleti gegeven. De in Bonn gehouden Oud-Katholieke Synode heeft met 75 tegen 22 stemmen besloten: Dat het verbod van het Kanonieke recht tegen het huwelijk der gees telijken, iu de Oud-Katholieke gemeente geen beletsel meer zijn zal tegen het -huwelijk dier geestelijken en dat aan een gehuwd geestelyke de zielzorg wel kan worden toevertrouwd. ? Hgnheer de .-Redacteur! Maandag morgen 1.1. met 'den eersten trein 'van Bommel naar hier komendo werden mijne medereizi gers en ik tusschen Houten en Utrecht onder het rijden plotseling verraat door het openen van het portier. Een conducteur kwam de kaartjes knippen en ophalen. Wy herinnerden hem dat dit verboden was, waarop hy antwoordde dat het wel moest Waarom? omdat de exploitatie-maatschappij zoo doende door n man kan laten verrichten, wat «au de halt voor het station Utrecht door 2 personen zou moeten worden gedaan. Hét toezicht schijnt niet voldoende te zyn om de- wettelijke bepalingen te doen handhaven. i Mag ik n daarom verzoeken aan dit feit publiciteit te geven, in do'hoop dat de spoorwegmaatschappijen niet eerst door' den dood van een conducteur aan hare verplichtingen worden herinnerd. Dr. BABNOUW. Amsterdam, Juni 1878. ??'.m

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl