Historisch Archief 1877-1940
y de Tweede Kamer is ingekomen het ontwerp
tot regeling der voorwaarden tot verkrijging der be
voegdheid van art», tandnieester, apotheker, apothe
kersbediende en vroedvrouw.
Volgens het voorloopig verslag op het ontwerp tot
regeling van den dienst en het gebruik der
locaalspoorwegen, waren de meeste leden gunstig voor de
wet gestemd.
De algemeene beschouwingen over het onderwijs
werden gesloten.
Behalve de heer Moeus stelde nog den heeren T. d.
Berch van Heemstede, van Namen, Lenting, v. d, Kaar,
T. Deldeu amendementen voor.
De, dood van den heer Stieltjes veroorzaakt een
vacature in de Tweede Kamer veor Amsterdam, De
verkiezing is bepaald op 23 Juli, zoo uoodig de her
kiesing op 3 Aug.
De Dagbladen bevatten:
Het Handelsblad. Binnenlandsche Maatschappijen
van Levensverzekering; De ve«artseny kundige politie
in verschillende lauden van Europa.
De Arnhftnsche Courant: Professorennood.
Het lïtrechtneh Dagblad. Schoolwetberoering.
De Zutf&uche Courant, De Sociaal-Democratie.
De Standaard, tets VOOT de oogen van blinden.
STADSZAKM,
De gemeenteraad heeft de warmte getrotseerd en
deze week tweemaal vergaderd. Tweemaal, want de
verdaagde vergadering werd Donderdag niet eenvou
dig als een voortzetting van de Woensdagsche be
schouwd, ten minste op nieuw werd het gebed om
wijsheid gelezen en de presentielijst geteekend.
Men zou kunnen vragen of een nieuwe vergadering
mogelijk was, daar minstens 24 uur te voren de con-'
vocatiebilletten moeten zyn rondgezonden: doch
wij verdiepen ons in deze subtiele kwestie niet. Dat
de Burgemeester een herhaald gebed om wijsheid
noodig achtte, is zeer wel te begrijpen, al schreef de
.Wet juist dat niet voor.)
Woensdag had men na de verschillende
mededeelingen, waaronder zeker die van den dood des Heeren
Stieltjes den diepaten indruk maakte, velerlei besproken.
Naar aanleiding van het voorstel tot aankoop van
een paar sproeiwagens ter bevochtiging van mac'
ademwegen, brach't de Heer De Vries de vraag ter
sprake of het niet mogelyfc zou zyn, Bet duinwater
te gebruiken,om groote gedeelten der Stad te be
vochtigen. Tot onze teleurstelling vernamen we, dat
die Maatschappij haar waar te zeer op prjjs houdt
om ons eenigo hoop te doen voeden op een betere
toekomst ten deze opzichte.
We verheugden ons te hooren dat er op nienw
gronden over 't Ij, met watervlakten, verkocht zou
den worden tot oprichting van industrieele onder
nemingen.
Met welgevallen zagen ivy dat de Heer Gunning,
hoogleeranr in de scheikunde, tevens belast zou wor
den met, het onderwijs in de artsenijbereidkunde en
de toxicologie. Hoe wy' het bertreurden, dat er voor
deze vakken eerst een afzonderlijk hoogleeraar werd
benoemd, terwu'1 veel noodiger vakken verwaarloosd
werden, zullen zij zich herinneren, die onze beschou
wingen over de handelingen van den gemeenteraad
gewoon zyn te volgen. Ook de benoeming van den
Heer J. H. van 't Hoff, Lector in de scheikunde, de
geologie en de mineralogie, tot hoogleeraar in die
Takken, zal velen aangenaam zijn.'
Drie ponten hielden vooral de aandacht onzer
Raadsleden bezig.
Ten eerste ,de voordracht van het Dagel. bestuur
om de schilderijen, afkomstig van het Chirurgijnsgild,
tot wederopzeggens oe ter expositie over te brengen
naar de lokalen van den Rijks-Akademie van Beel
dende Kunsten. Zy werd aangenomen. Later komen
wij op haar terug. <
Ten andere de ontwerp-verordehing op liet gebruik
van de openbare bad en zweminrichting in het Y.
Het laat zich begrepen dat op een zoo warmen dag,
als verleden Woensdag, de heeren een open OOK
hadden voor het nut van die inrichting, en ze hun
teedere zorg aan deze stedelijke inrichting
wenschten te wijden. Het gevaar aan een herhaald zwem
men of baden op een en denzelfden dag verbonden.
werd niet vergeten. Men stelde voor de kwiijongei-.s
daarvan terug te houden, door hen te noodzake:,
een zwembroekje voor n of twee centen te huren.'
Men debatteerde zeer lang over de voordeden die
: uit het huren van zpo'n zwembroekje voor de in
richting en het publiek zouden voortvloeien. Terecht
echter beweerde de Voorzitter, die ditmaal een
l,yzondere neiging tot humor aan den dag lei, dat
men de jongens die reeds gezwommen hadden, to -li
geen kettingjen aan den hals kon binden en '-ir
zwembroek-administratie een belasting-verordening
eischte, bekrachtigd met de koninklijke goedkeurii:?,
wat ten gevolge zou hebben dat voor dit saisoen de
inrichting niet in gebruik kon worden gesteld.
Eindelyk h'et do Haad dit teeder puut glippen en
wierp zich, wel te verstaan in lignurlijkeu zin, op
de Eeuhooruslnis. Deze zou naar de voordracht van
't dagelyksch bestuur ,verbreed en ? t gemankt"
worden. Pleitten ook sommigen vcu i ,-n
basculebrug, met het oog op de behoefte Van den handel
en scheepvaart, 't haatte niet. Keu enkel schip kou
immers wel omvaren." 't Waa zoo warm, de meer
derheid bleef makker dan ooit, men nam de voor
dracht aan.
't Wat reeds laat geworden en de leden werden
vermoeid. Toen kwam débelangrijkste voordracht
aan de orde. Eene die gewichtig genoeg was om er
tienmaal meer tyd aan te besteden dan aan de een
half uur geleden zoo geanimeerd besproken zwem
broekjes.
Gelyk bekend is werd den Uden Maart 1876, bij
het plan tot uitbreiding van de stad aangenomen,
dat er een ceintuurbaan (een zeer breede hoofdstraat)
van den Amstel af zon loopen tot aan de
Kattensloot om vandaar verder voortgaande samen tu val
len met den Buitensingelweg.
Den bisten Febr. 1877 echter besloot de Raad op
voorstel van den heer Gosschalk tot doortrekking van
die ceintuurbaan tot aan den Ilaarlernrnerweg, en
op 28 Febr. werd dit besluit gevolgd door een
ander, strekkende om die ceintuurbaan te doen
doorloopen tot de Houthaveu. Verleden jaar Sep
tember en dit jaar in Februari stelde B. en W. we
der voor op die laatste besluiten terug to komen
terwijl onderwyl de Commissie van Bijstand" zich
bezig hield met het onderzoek dezer aangelegenheid,
het meedeelen van nieuwe gezichtspunten, alsmede
het hooren van betrokkenen."
Het klinkt wel wat vreemd dat deze commissie
met dat gewaardeerd onderzoek, deze meedeeling van
nieuwe gezichtspunten en het hooren van betrokke
nen eerst schijnt aangevangen te zyn, nadat de voor
dracht reeds op Ui Februari was ingediend, en nog
vroeger Sept. 1877 ter sprake was gekomen.
De hoofdzaak die wij uit het rapport dier com
missie vernemen, is, dat de regeering thans, nu de
spoorbaan in exploitatie is gebracht, overwegend be
zwaar maakt tegen 't bouwen van een Viaduct inde
l\jn Zaandam?Amsterdam; en dat zou noodig zün,
wilde de ceintuurweg de Houthaveu bereiken. K u
die spoorweg niet kan worden doorsneden, meent de
commissie dat ook de doortrekking, van de ceintuur
baan zelfs tot aan den Haarlemmervaart geen reden
van bestaan zou hebben.
En evenzeer acht zy het denkbeeld van den Heer
Gosschalk onaannemelijk om, nu er aan deze viaduct
voorloopig nog geen behoefte bestaat, de richting
der ceintuurbaan, of zoo men wil het plan van uit
breiding al vast zoo te projecteereu, alsof de viaduct
bestond.
De Raad had dus te beslissen over de intrekking
van een voordracht, die eens met algemeene stemmen
was aangenomen.
Dat zij haar' eens unaniem goedkeurde is te be
grijpen. De nieuwe ceintuurbaan moest de tweede
verbinding met de oude stad worden voor de
bewoners die dit nieuwe gedeelte zullen bevolken.
Hun getal kan bedragen 17.000. En n uitweg, tn
poort, voor een stad, zoo groot als Katteuburg,
Wittenburg en Oostenburg tezamen is zeker te weinig.
Terecht zullen deze toekomstige bewoners over de
onnadenkendheid onzer raadslieden te zich beklagen
hebben, indien de groote heirweg, wolke door middel
van een viaduct den spoorweg doorsnijdt, hun ont
houden wordt. .
De voordracht van B. en W. beslist over een vraag
stuk, niet voor heden, maar voor eeuwen. Bij uit
breiding van het spoorwegverkeer zal het verkrijgen
van een tweeden toegang voor de terreinen die achter
de Koord-Hollandsclie spoorlijn liggen tot de oudo
en het overig gedeelte der nieuwe stad steeds
moeielijker worden.
Het is in deze weer de oudo zaak. Eerst heeft
men zijn tijd laten voorbijgaan. Da viaduct, die er
reeds had moeten zijn vóór er exploitatie der spoor
weglijn bestond, vergat men te maken; nu men niet
tijdig gereed is, komen de bezwaren.
Maar welke? Wij noemden ze reeds. Zijn zij on
overwinnelijk?
Kan men waarlijk zeggen, dat een viaduct die be
paald noodig is, niet kan gemaakt worden? Kost
het meer moeite dan vroeger toen de lijn nog niet
geëxploiteerd werd, moet men daarom f oor
altijdzich uit het hoofd stellen, góéd te' maken, wat
men verzuimd heeft te verrichten?
Nemen wy aan dat deze Minister de stad Amster
dam, die veel te laat haar plan tot uitbreiding der
gemeente maakte, straffen wil voor haar nalatigheid
en onoverwinnelijk is in zyn verzet, is het kloek, wan
neer men met algemeene stemmen eenmaal dien weg
noodig heeft Verklaard, op ns te wijken en te wan-,
hopeji?
Wat kan er tegen zijn des Heeren Gosachalk's
heeft men nog, en had men vooral vroeger, zeer uit
gebreide heiden, en nu zou de naam ontleend ".'jn
naar eenige. weinige schamele lieden die in.het bezems
maken een bestaan vooden. Hoe aardig ook uitgedacht,
is dit vermoedelijk 'een volkepraatje. In de boeken
vind ik er niets van, trouwens Van Ollefen maakt er
zich af met: niets dan, .gelijk gezegd is, kunnen v/ij
onzen Lezer mededeelen van den naamsoorsproug
deze? kleinen, maar aangenomen dorpjens; zekeT is
het ondertusschen, dat er in vroeger tijden nog een
ander Bussem geweest is, gelijk de naam van OH-/?
Jjussem heden nog bewaard blyft in enen aanz
e,n, lijken landhoeve, een half uur beoosten de stad Naarden
gelegen; dit gewezen Ond-Bussem droeg in zijnen tijde
ook den naam van Hoog Bussem; gelijk het dorpjen,
waarover wg thans spreken, eigenlijk Laag-Bugsum
heet, waaruit dan, misschien niet zonder waarschijn
lijkheid, het gevolg zoude kunhen getrokken worden,
dat de beide Bussems weleer van veel grooter aan
zien zullen geweest zijn; dit echter, hoe waarschijnlijk
het ook gemaakt zoude kunnen worden, doet.niets
uit tot den naamsoorsprong, deze is en blijf' even
duister." Dit laatste acht ik niet 200 geheel ju!-*, in
zooverre dat Van Ollefen müop dea weg brengt,
vooral in verband met hetgeen ik bij Tirion vind.
Behalve dit Bussnm is, een half uur beoos*en Naar
den, eene aanzienlijke Landhoef, die den j:».im van
Ond-Buttum voert, gelijk ook Larnbertns lortensius
i in het meergemelde Handschrift getuigd d-it er van
ouds twee Bussum* .geweest zijn. Dit Ou 1-Bus.sum
wordt ook het Hooge gehoeten. Over hetzelve liggen
de Landboevqn Berghuizen en Kpmmcmisi, beiden
met .gemakkelijke huizingen voorzien. Deze hotsteden,
die met eene lange laan vaneen gescheiden zijn', zon
den wij met recht de eerste verblijfplaats der schelle
Nachtegalen mogen noemen. Hier vindt men dreven van
Linden, Platanussen, Eiken-, Upen- en Berkenboomen,
die het oog nauwelijks kan ten eimlc zien." Nu mag ik
toch veilig aannemen, dat do naam van het Otldc
Buspum zjju oorsprong zal hebben en dan blijkt, dat het
wensch op te volgen, oin nu ten minste aan zyn plan
to blyveu vasthouden en Je verdeeling der nieuwe
wijken aan dezo en gene z\jd« vau Jon spoorweg,
blok l cu 2, zoo vast te stollen, «Is by het bestaan
van een tweeJe viaduct en eeu ceintuurbaan, die tiun
de Hout haven eindigt, wenschelyk znl xyti?
Het is gevaarlyk beweren B. eu W. Wie kan zeggen
of er ooit een Kegeeriug gevonden wordt, die het
doeltreffende daarvau inziet? Eens zagen al Je
GemeentoraaJsleden te lameu het wenschelyke der 2de
viaduct in. De overredingskracht van het Dagelyksch
Bestuur sehy'ut dus zeer luttel te zijn!
Ook cou Je ontwikkeling dezer wijk iu Jit dubieuso
geval problematisch worden, zeggen B. eu \V. Waarom?
De hoop van nog to kunnen krijgen, is toch niet zoo
ontmoedigend als de zekerheid vnn niet te zullen
kry'geu. En we weten immers, dut juist personen,
die daar gronden bezitten, zich by adres tot'Jou Uaad
wendden om Je ceintuurbaan tut Jo Houthaveu te
doeu doortrekken!
En dan de technische bezwaren! Zij zullen bij
nlles wat reeds hier iu ons land eu in ou/.e stad tot
stand kwam, zeker het allerminst do nauJacht ver
dienen.
Welnu, 't was Woensdag omstreeks t uur toen deze
voordracht van B. en W. in behandeling kwam.
"t Wns zeer warm. de leden waron vermoeid, echter
niet Jo heeren Gosschalk en Pels. /ij streden met
vuur voor 't eenmaal uiet algemecue stemmen
aaugeuonicii plan. L'
Doch weldra wcrueu de debatten gesloten. Waar
toe zou uioii ook lang discussieuren over een voorstel,
dat misschien eeuwen achtereen nnn een bevolking
van 17,000 zielen rechtmatige klachten zal ontlokken ?
't Was half vijf en do motie werd gesteld de discussie
te sluiten.
Er was ' byna nog uiet gediscussieerd. Het
deed er niet toe. Men begreep dat het zonde zou
zyn langer tyd ann Jeze zaak zoek to brengen. De
motie kon echter niet in stemming gebracht worden,
want de heer Grosschalk, ziende Jat er slechts twin
tig leden tegenwoordig waren, verliet de vergadering,
thans was zij niet talrijk genoeg om eenig besluit te
kunnen nemen.
Nu had men althans mogen hopen dat Jen volgen
den dag toen de leden op niéuw verschenen en niet
vermoeid waren, het huu niet aan lust zou ontbro
ken hebben om te luisteren naar de argumenten van
de tegenstanders der voordracht, in een zaak van
zooveel gewicht.
Het eerste besluit van Je vergadering was de dis
cussie 'niet te heropenen.
Dadelijk ging men over tot de stemming. Do voor
dracht van B. en W. om de ceintuurbaan to doen
eindigen by Je Kattensloot werd aangenomen.
Wij vragen wat Tcnn ik rede» geirccst :j/n. dat de
tndcrdcrheid run den AmaterdamsKkrn gemeentfratid,
li/ den aanvang va» cett xitting, wr cc» dvr
geleichtste punten, waarorer sommige leden w»j liet
een en ander te xcyijc» hadden dezen liet siri/geit
oorspronkelijke Bussu;m in n boschryk oord gele
gen was, zooals zoowel het landgoed Oud-Bussum
als de nog bestaande plaatsen Kommerrust .en Berg
huis (of Berghuizen) te zameri heel wat bosch vor
men. Zelfs tot de afleiding: Bosfh-xoom (dan do
zoom van Kommerrast en Berghuizen) geeft deze
aanhaling stof, maar, volgens erkende taaikenners is
de meer voorkomende uitgang: sum in ' den regel
eenvoudig de verbastering van hcint, zooals men weet
ook eene bekende uitgang voor namen van dorpen en
plaatsen. Zoo is ook Arnhenf niets anders dan Axn-Jiciw,
zooals het oudtijds werd gespeld. Heim beteekendo zoo
veel als dorp. Om voor de o eene n te stellen ligt mede
in pnze gewoonten (men gaat zoowel met een lus als
met een bos rond, en eet zoowel pudding alspoddinr/).
De conclusie van dat allee is, dat Bussum even goed
is als Bosésm, ja in de uitspraak geheel hetzelfde, en
dat beiden afgeleid zijn van Bosch-lieim. Mogelijk
zou het echter ook zijn dat Bus nier 'niet anders dan
een eigen naam betcekent, aangezien werkelijk die
familienaam nog B! eens in de gemeente, zelfs bij de
er/gooiers voorkomt.
Dat Bussum in het einde der vorige eeuw nog heel
weinig beteekende, blijkt hieruit dat het, zelfs de
kinderen mede gerekend (immers volgens van Ollefen)
maar tweehonderd zielen, telde. Tegenwoordig kan
men dat getal gerust met zeven vermenigvuldigen.
De ontwikkeling dateert juist niet alleen van de laatste
jaren, hoewel vooral sedert de opening van den Ooster
spoorweg dégemeente zeer' vooruitgaat. De stichting
der 'bleekeryen schijnt mot dien .vooruitgang ook in
zeer nauw verband te staan. Ik lees by van Ollefen:
<le Bezigheden der dorpelingen alhier bestaan
voor.nauielyk'in de zanderijen, een moeilijke arbeid, dio
door hen met 10 schepen ann den gang gehouden
wordt: veele der afgezande lauden zyn tot de bouwerij
toebereid, welke nuttige taa'k nu ook verscheidenen
der ingezetenen het sobere en slechts het hoog noodigo
levensonderhoud verschaft, en de omliggende land
streek niet weinig verfraait, want hoogst aangenaam
eflic
Had althans de boer Gosschalk, die zich zooveel
moeite voor deze zaak getroost heeft niet op meer
onpartijdigheid recht, dau Donderdag hom ten deel
viel?
Dezo zitting geeft hem, die in gmeentezaken be
langstelt, veel te deuken.
Wij hopen onder- visschra dat dit overhaast besluit,
niet het laatste zal zijn dat in deze zaak genomen
wordt.
By den gemeenteraad is ingekomen een voordracht
van B. en'W. ?om ten behoeve, van den gemeonteljjken
dieust aeue geldleening aan te gaan tot, een
werkelyk bedrag van hoogstens; / O.nOO.i WO. II. en W.
stellen voor obligatiün uit te geven, rentende 4 pCt.
met verplichte aflossing naar een daartoe door U. en
W. in overleg niet de financiüele commissie vastge
steld plan.
De Amsterdamache Melkinrichting zoekt ondersteu
ning bij de ingezetenen.
Zij wènscht ouvervalschte melk te leveren. Daarom
vertrouwt zy hare inrichting aan een deskundige toe.
Dadelijk na ontvangst wordt de téverkoopen melk
gekeurd door den heer G. S. J. van Hoorn, terwijl
de inrichting zich bovendien stelt onder- dn controle
der stedelijke beambten voor de keuring van voe
dingsmiddelen. Omuïddelijk na de keuring wordt de
melk afgesloten in bussen, van .kranen voorzien,
zoodat vermenging of verontreiniging onmogelijk is. Al
leen versche melk wordt geleverd.
De prijs is tien cents per liter by bezorging tuin
huis, negen centa bij afhaling aan déinrichting.
Zes professoren en even zooveel doctoren verkla
ren, dat eon mclk-iurichting, die zich ten doel stelt,
onder streng toezicht, onvervalschte melk aan 't pu
bliek te leveren, in een erkende behoefte voorziet.
Wie betwüfelt het?
De melkboer heeft de goede niet te na gespro
ken over 't algemeen het besef, dat water en melk
by clkuudi-r behooren, zij gelooveu dat ouvervalschte
melk een onverteerbaar voedsel is voor do uiageu
hunner clu-nten.
Toen Hildubrand den Noord-IIolhindschen boer be
schreef win hy zoo verstandig den Waterlandschen,
die van over 't Y met zgn melk komt er buiten te
laten.
?De eigenschappen van den Noord-llollandschen
boer zün meer negatief dan positief, beweert de Ca
mera obscura: Vraagt gy. is hy eerlijk? Hij melkt
geen andermans koeyeu uit." Daarbij liet de schrijver
het blijven. De ondervinding heeft helaas geleerd,
dat er ook zyn dit niet behoeven te doen, althans
zoolang onze lieve Heer regenwater zendt eu de
grachten niet uitdrogen.
De JV. Jiolt. Courant geeft in een artikel over mid
delen tegen melkvervalschinu; 't een en auder wat
zeer de aandacht verdient. Op tweeërlei bedrog wordt
daar opmerkzaam gemaakt.
Wat dat van de vcrkoopers betreft, lezen wij:
Te Dordrecht bijv. mengden vau do 22
melkverkoopers lu'gon eerlijke boortjes hunne melk met 20
tot 40 pCt., vior nauwgezette collega's hunne melk
met 30 tot 40 pCt. water, verkochten drie bijna
evenveel water als melk en waren slechts vyf niet
ccnc bijuienging van 10 tot 20 |>Ct. watt-r bevredigd,
terwijl alloen lo ^Dienstverrichting" onverdunde
melk leverde.
Verder dan het ontroomcn en het verdunnen gaat
het bedrog gewoonlijk niet. Vreemde stollen, zoowel
uit het planten- en dicreurijk, als uit dat dei' mine
ralen, worden by de melk wel alleen dim gemengd,
wanneer de ontrooming en verdunning in zóó ergo
mate gepleegd wordt, dat het bedrog reeds bij den
eersten oogopslag zou worden herkend. Zoo worden
dan toegevoegd stijfselpap, gom, een afkooksel van
zemelen eu dergelijke meer; Feser to Miinchen heeft
zelfs zcepxvutoi' in de uicl!; gevonden. Eene zeer slim
bedachte bijmcnging van dezen aard is door dr.
Mutor ontdekt: ceno oplossing van de glycerine in
water ter sterkte van 12 pCt. heeft nl. hetzelfde
soortgelijke gewicht nis melk (1,030), en men kan
eene vrij groote hoeveelheid van zulk glycerinc-w.iter
by melk voegen, zonder dut deze vervalsching nan
het spec. gewicht, of aan den ?niaak, of met do ge
wone (physische) middeleu van onderzoek te ontdek
ken is. Onlangs is te Amsterdam eeuo niet minder
slim bedachte vervalsching ontdekt, nl. niet orleaii?,
waardoor aan zeer verdunde melk de tint van
oriverv.ilschto kan gegeven worden. Vrij dikwijls
schijnt overigens de reeds zuur gewordene melk
weder leverbaar" gemaakt te worden door toevoe
ging van koolzurc soda of van kryt, ter verzadiging
van het gevormde melkzuur.
Welnu, indien de Heer v. Hoorn zijn plicht doet,
zal men tegen dit soort van bedrog tamelijk wel ver
zekerd zijn.
Doch men kan nog oji andere wys worden bena
deeld. Het is mogelijk en het zal dikwijl? geschieden,
dut melk wordt geleverd van vee, dat iu ecu
abuovnialen toestand verkeert, ziek i« of slecht gevoed wordt.
IlierU'gen kan alleen gewaakt worden, door melk
te koopeu v.in gezonde, goud gevoede koeien. De
controle in de melkiurichting zelf, hoe uitstekend, is
niet voldoende, wil men voor dergelijke gevaren
en ze zijn niet gering to achten beveiligd zijn.
Wc begrijpen echter zeer goed, dat de Melkinrich
ting niet nllfèto geluk kan doeu. We behooren de
oprichters reeds dankbaar te zijn, wanneer zij ons
tegen liet eerste soort van bedrog beschermen, en
wij twijfelen niet of de medewerking van duizenden
zal hen spoedig in Staat stellen, hun controle nog
verder uit te breiden, dan hun thans' mogelgk is.
Do lieer J. J, F. Lu Cavo viert morgen zijn .Visten
verjaardag als verloskundige. Wat weinigen hom
zullen kunnen nazeggen, is, dat hij bij bijna -"W ver
lossingen hulp heeft verleend. Hoewel reeds 70 jaren
oud, i.i hij nog ijverig werkzaam.
Ecu nieuwe strijd op een oud slngvelil.
lïapport nnn den fiemocntor.iiul vnn
Amster<Jnm, nver de faccaliun-quncstii', tïoor iK'
guzoiiiHieiilsrunimissie iii^tidu-iul op GMuilSVS.
Kritiek'op liavenjteiioemil ra|>[iurt, iloor
Prof. Dr. vau Ovcrliuek 'lèMi ijer. onilrr
tU-u liti-1; 'nTli.-uis \U'<.-r becr]mttv'U:" geplaatst
ia tic .V. liutt. Cvitraitt vau 11, 13, 17 ui
IS Juui 187S,
II.
Zoo als in het voorgaand nummer Van Jit blaJ
werd gezegd, vindt Je meerderheid der
AmstcrJnmsche gezondheidscommissie den voorünamsteu steun
voor hare zienswijze welko, volgens de Acadumie,
van de heersclicnde zienswijze" , afwijkt, in ilc
theorio vnn .Nijgeli.. Op de vraag naar het. beste
is toch het gezicht van wel bebouwde en weelig
KToelende landen." Hieruit l.lükt dus dutdestijds Uussum
noa geene bleekeryen bezat niet alleen, maar ook
moeielijk hebben kon. Slechts toen de burro heide
en zandgronden in weilanden herschapen en mat
fraaie, breede vaarten doorsneden waren, kon deze
thans zoo bloeiende industrie, zich aldaar vestigen en
tieren. Verder gotir.gt van Ollefen dat de ligging
van Bussum zou zijn: alleraangenaamst en ver
rukkelijkst;" gelyk het dan ook de eer wegdraagt
van het schoonst gelegen dorp van heel Gooiland te
wezen." Aangezien nu haast .alle gooische dorpen
eene bijzonder schilderachtige .ligging .hebben, laat
ik die uitspraak voor rekening van den ochrijver.
Misschien was uat in z^n tijd zoo, en in ieder geval
zal ook hier het i,de gnatibns non est disputandum
toegepast mogen worden. ? ' ...
Lief gelegen is het zeer zeker, ofschoon het mis
schien wel niet in allen deele, Sedert 17115, in dat op
zicht \s vooruitgegaan. De noordelijke aanhang, de
blcekerijen tusschen de kom van het dorp.en Naar
den; is hoe frisch en levendig ook, juist niet zeer
poëtisch te noemen. Die gebouwen toch, met hunne
hoog opgetrokken muren met vierkante luchtgatcn,
in plaats van ramen en met gebroken daken zien er
niet bevallig uit en de groene weilanden behoeven
juist geen wasschen, or» haar schoon te vérhoogen,
maar de friacho vaarten doen toch, vooral in hot zan
derige Gooiland, genoegen, en, nadert men langs den
grindweg, van dezo zijde het dorp, dan hebben de vro
lijke, witte villas ondor het hooge geboomte, zich spie
gelende in de zoogenaamde haven, waar meestal
een paar mastscheepjes liggen, een alleraangenaamste
uitwerking. ,
Hoewel Bussum's direkte omstreken niet bogen kun
nen op prachtig hout, is toch het dorp zelf zeer
boomrijk en is de breede Ypendreef langs do Rooinsche
kerk een wnar sieraad; door al dat geboomte is voor
zeker de ligguiRi vooral van de westzijde gezien, zeer
uchilderachtig. De toren v»n de kerk is voor hot ge
bouw te klein maar: zo heeft toch een goeden,
bcvalligen spits, zooals trouwens alle Gooische dorpen
fraaie torens hebbou, hetgeen niet weinig het schoon
van het landschap verhoogt,
Van Ollefeh noemt ook op de bijzonderheden van
het dorp, maar weet geen anderen dan het zeer oude
kevkje of kapelletje, voorzien vau een houten
kloktorentje on thans geannexeerd dan de protestantsche
kerk. Misschien kom ik op dit eigenlijk zeer onaan
zienlijk gebouwtje later nog eens terug. Genoeg dat
dit de eigenlijke toren der gemeente is en als kerk
of kapel een waar toonbeeld koe onaanzienlijk
Itnssum in het laatst der vorige eeuw nog was. .Wij
lezen toch bjj van Ollefen, dat Busaum was ^daarin
geheel van alle de nederlandsche dorpen onderschei
den, dat het wel eene kerk .heeft, doch wanriii se
dert by'na, derdehalf hondert jaren gcehcn dienst
gedaan is; ook blijkt uit het gebouwetjen zelf, dat
. de .gemeente, toen dezelve op het dorp nog bestond,
maar zeer klein moet geweest zijn."
Deze toestand i v vooral voor de roomsen-katho
lieken, die hier do meerderheid uitmaken, thans ge*
heel anders. De tegenwoordige kerk is een ruim
gebouw, doch, naar het schijnt, voor de bevolking
nog niet groot genoeg.
Van drf gereformeerden" heet het, dat ze toen
slechts vijf huishoudens (?voor nog geen vy'ftig jaren
geleden waren er maar twee of drie") uitmaakten,
die to Naarden moesten ter kerke gaan.
Wanneer wij later een overzicht geven van den
tegcnwoordjgen. toestand zal men zien, dat in dit alles
sedert zeer groote verandering gekomen is.
Voor wij echter zoover komen, willen wy den raad
vfin Van Ollefeu opvolgen, en Oud l!us<mtn met een
bezoek vqrceren, overtuigd tlat wij 't. OIH niet
bekliiagen" zullen. '
Voor hot overige, neer geduldige Iczori tot
wederstelsel van faecaltëu-afvoor e i op talrijke andere
quaestié'ii, Jio daarmede samenhangen, heeft dit werk
volgens de commissie eeu geheel nieuw licht ge
worpen. De grooto beteekcnis vau dit boek is
volgens haar voor al de hygiünisehe vraagstukken
volmondig erkend.
Het u hier niet de plaats, om vau de theorio van
Niigcli een overzicht te geven. Aan Je lezers van dit
blad zal zij niet geheel onbekend gebleven zyu, Jaar
Je hoofJtrekkeu der theorio daarin reeds vermeld
werden, naar «uitleiding vnn een opstel, Joor Jeu
oiiJergeteekeuJen iu de Gids van Maart 1878 ge
plaatst. Wie tegen Je lectuur vau het ccuigzms
lyvig boekdeel vau Niigeli opziet, meer: ik te mogen
verwijzen naar Jo beschouwing, Jooi Dr. Lubach
over Jit onderwerp geleverd iu het Album der Na
tuur van April eu Mei 1878, eu muir ecne brochure,
door mij ouder Jen titel: Niigeli's theorie omtrent
den oorsprong der cpidemischeu ziekten, iu verband
met Je eische» onzer tegenwoordige gezondheidsleer",
bij Je heeren P. X. van Knmpeu & /nou uitgegeven.
In het laatstgenoemde geschrift heb ik getracht, Jo
beJoelde theorie eu Jo gevolgtrekkingen, Jie Niigeli
er uit afleidt, op een algomeeu verstaanbare wyzo
uiteen te zetteu eu «au de resultaten der ervaring
te toetsen.
Het oordeel vnn Je Anisterdamselie gezondheids
commissie over Niigeli's arbeid is zeer gunstig en
Jut vnu den lioogleornnr v. O. J. M. zeer ongunstig.
Dit verschil in beoordecliug laat zich op twee wyzen
verklaren.
Iu Je eerste plaats zy opgemerkt, Jat Niigeli's werk
in twee groote hoofdafdelingen kan worden gesplitst.
In de eerste deelt hij ons Je resultaten mede van
een tienjarig ouJcrzook naar Je levensvoorwaarden
en de werkingen Jer lagere zwniusoorten.
Terecht betreurt Jo heor v. O. d. M. het Jat
Nii«[eli ons wel Je uilkoinütcn van zyn tienjarig on
derzoek, mnnr geenszins Jen gang van zyn onderzoek,
zijne proefnemingen /.elven, bekend maakt. Het is
wnnr, Niigcli hei-ft als onderzoeker en kenner vnn
niiki'oskopische organismen ecne Kuropceschc
vernnumlheul, mnar zelfs Jit geeft hem niet hut recht,
om vau ons ecu oubeperkt geloof op gezag" te
eischen. En wanneer hy Je methode, tot nog toe bij
Je oplossing van hygiënische vraagstukken gevolgJ,
als eene minder wetenschappelijke brandmerkt, zou
den wy 0119 gaarne willen overtuigen van Je meer
dere voortreffelijkheid der methode, dio hij beweert
te volgen.
Doch ook op wetenschappelyk gebied is. er ruimte
voor eene zekere piëteit. Ik hobp Janrom, Jat ik
niet voorbarig ben geweest, wanneer ik Jo nieening
heb uitgesproken, Jat Nügeli nnn Jo vroegure onze
kere voorstelling omtrent het ontstaan en Je ver
spreiding Jer epidemische ziekten een vasten en
weteuschappclijken grondslag' heeft gegeven en niet
groot genoegen heb ik gezien, Jat ook een bij uitstek
bevoegd man, ah Dr. Lubnch, zijne ingenomenheid
met- Niigeli's arbeid iu het algemeen bij herhaling
betuigt.
Die waarJecring vind ik in de kritiuk van Prjf.
v.- O. J. M. niet en ik kan dit slechts verklaren
uit Je onderstelling, Jat hy vooral hot oog gehaJ
heeft op het tweede deel van deu arbeid van Jeu
Mi'iiichener Hooglecraar.
In Jat tweede Jeel toch komen wij op eon gebied,
waarin niet meer sprake is vnn experimenten, waar
van ons Jo resultaten worden medegedeeld, maar
van theorié'n, welke slechts voor oen klein deel op
die experimenten steunen, en Jie toch iu
rri-htstrceksche tegenspraak zyu met do beginselen, tot op Je/en
ty'd gehuldigd, eu wat meer zegt met 'ervaring
tot nu'toe opgedaan: Hier is twijfel niet slechts
goOprlool'J, maar zelfs gebiedend -noodzakelijk.
De kritieken, zoowel in Duitschlnnd al» hier to
lande, vau Nfigcli's theorie gegeven, hebhen, naar
mijn bescheiden meciiinir, overtuigend aangetoond,
dat vele van zijue gevolgtrekkingen op hygiënisch
pebiod uiet dan met Ji? grootste omzichtigheid mogen
worden aangenomen en Jat hij bij anderen1 zoo dui
delijk iu tegenspraak met zich zelf b, Jat Jeze,
zonJer nader» bevestiging, geen vertrouwen verdienen.
In Tt bijzonder geld dit zijne theorie van Je
onscliaJelijkhcid van drinkwater.
Hier vinden wij eene tweede verklaring van het
verschil tusschen den heer v. O. d. M. en do
meerderheid der AtnsterJnmsche
gczondheidscom,
Ik geloof dat do beider vmrt ijen het met elkander
in zooverre volkomen eens zullen zyu, dat beerputten,
iu lift itlgrnvim, onvoorwaardelijk afgekeurd moeten
worden. Doch terwijl do heer v.,O. d. M. dit
algemeeuc standpunt ook vóór Amsterdam geldig ver
klaart, gaat de Amsterdamüche u-ezoudheidseonimissio
uitsluitend van Je aldaar bosüuuido plaatselijke
toestnndun uit.
Nu ia liet niet te ontkennen, dat do tockomM; van
Amsterdam eene geheel-cxcqitio'nefile is, omdat daar
nerguns het brakke grondwater als drinkwater wordt ?
gebruikt. Ia daarom chter de vervuiling vau den
bodem, die zij het. dun ook niet in aanmerkelijke
mate" bot onvermijdelijk gevolg is van hut be
houd en den nieuwen aanlog van beerputten werke
lijk onsthndelijk? ,
Vóór ik die vraag tracht te beantwoorden, stel ik
op den voorgrond, dut-ik, als vreemdeling, niync
gogevcns moet ontlecnen of aan algemeen hokeiulo fei
ten, óf aan medcdeelingen, uiij Joor bevoegde perso
nen verstrekt.
In déecrsto plaats wijs ik hier op het door den
heer v. O. d. M. besproken bezwaar, dat do bodem
telkens, voor het loggen iler pypcn van gas-of
duinwatcrleïdingen, voor het funJcercu van gebomven
enz. wordt omgewoeld, waardoor juist volgens Niigeli'a
leer, siuivcud-dro^e splijtzwammen in do lucht kun
nen komen. ,
Iu de 'tweede plaats herinner ik aan de talrijke
regenbakken dio iu Amsterdam aanwezig waren, en
zeer zeker, niettegenstaande hot stucds toenemend
"verbruik van Duiilwatcr, op vele plaatsen nog aan
wezig zijn. Wel werd my vrin.de ecne zijde
vei'zc. kerd, dat dit regenwater bijna, nergens meer voor
drinkwater gebruikt wordt, n dat daarenboven do
Ainstcrdamsclio. regenbakken, om het indringen van
het brakke grondwater to beletten, van bijzonder
hechte constructie xijn. Van anderen vernam ik
cchter, dat in vele huisgezinnen, zelf.; uit den deftigcn
stand, het regenwater p.ijn prestige niet verloren
had waaruit men bij de op dit punt vry consorv
xi icvo mindere klassen veilig tot een tarnelyk alge
meen .gebruik concludceren mag. Dat nu di« regen
bakken - zullen zij drinkbaar water opleveren
tot boven het hoogste grondwaterpeil behoorlijk
waterdicht moeten zijn, is duidelijk. Maar het is zeer
wol mogelijk, dat er in. Je nabijheid beerputten met
een hooger niveau worden aangetroffen, waarvan do
? vloeistofl'en in de minder goed onderhouden hoogere
! dcelcn van Jeu regenbak kunnen doordringen. En
i het. is een overbekend feit, dat conb verontreiniging
'van regenwater door faeealir'nvloeistof. -zelfs wanneer
zy ecne zichtbare kleuring en een duidelijk
waarneemharcn stank veroorzaakt, vele lieden vau hel;
gebruik van zulk water niet afschrikt. Ook waar
het slechts gebruikt wordt om groenten te koken,
kan het schadelijk werken. Volgens Nilgeli toch wor
den do splijUwammen door kookhitte niet met zeker
heid gedood.
In du derde plaats is het duidelijk, dat het
beerputton-stelscl altyd iu zekere mate met uen
gracht-spoclstelsel gepaard gaat, tenzy men vooral Je bestaande
putteu opzettelijk lek laat worden, en ze daardoor
als het ware tot losse, gostapeldo putten maakt. In
verreweg do meeste gevallen zal men (in Je oude
stud althans) hot huis- en kcukcnwater door riolen
iu de grachten kten afvloeiieu. Het i» mijns inziens
duidelijk gebleken, dat de invoering van Je 4 ft 5 per
cent eigenlijke faecalié'u in Jeu rioolinboud, daarin
slechts geringe wijzigingen aanbrengt. Worden de
faecalicn in die riolen niet by massa's tegelyk ge
bracht, maar naarmate zij geproduceerd worden, dan
komt my het gevaar van verstoppingen niet vevl
grooter dan anders voor. Do vraag is echter, of Ja
grachten dien rioolinboud spoedig genoeg kunnen
vervoeren. Dit hangt liict slechts uf van tlemy mede
gedeelde cyfers vau waterverversching (thans, lijf
gunstiye n.iixtandiiilmleH, in 8 uren dea nachts, 4
fiOO.OOO M:! per vloed of eb, later bovendien by ge
bruik van een stoouigemaal, liSO.oOO Ms) maar óók
vnn het totaal volume der Ainstcrdamscho binnen
wateren, dat my, tot luy'n leedwezen, niet volkomen
bekend is.
Op grond vivn het bovenstaande meen ik te mogen
concludecreu, Jat óók voor Amsterdam, het behoud
dor beerputten niet wenschelijk is.
Ik ben overtuigd, dat niemand in het bovenstaande
eene poging zal willen xien, om ook mnar in de
verste verte tot ecne oplossing der
AuisterJamscho fiiecaliu'n-(|uaes>tic te komen. My'i\ eenig doel i.s
geweest, aan te tuoncn, Jat Niigeli's theoriëu, hoo
bclatigryk /ij ook voor Je wetenschap mogun zijn,
nog niet Jie uiato vau zekerheid hebben verkregen,
dat men op. grond daarvan eene totale omkceriug in
ouzo hygiënische beginselen als gewettigd mag be
schouwen.
Dr. E. D. PIJZEL.
KUi\ST.
EEN GOEDE MCIE.
k III.
liet middelpunt van het tooncel en do hoop op
de toekomst is do regie. Vau haar moeten alle
hervormingen en verbeteringen uitgaan. De man,
Jie aan haar hoofd staat, Je regisseur, heeft het wel
en wee van het tooncul iu handen.
Er zijn nog geen honderd jaren verloopcii eer dat
hier te lande aan onze schouwburgen van een regis
seur sprake was. UAMM>:<:IIEU en IÏOUI-.OL zullen
wel de eerste zyu geweest. Tlmus is aan een goed
ingericht toouecl een regisseur onontbeerlijk. Slechts
zeer weinigen zijn geschikt dien post te vervullen.
Ken regisseur toch moet meer dun iemand grondig
het toonecl kennen, de stukken, Jio hu in elkander
zet, kunnen nascheppen, eigentlyk zelf een stuk
kunnen maken: hij dient' een algemeene ontwikke
ling te hebben eu aanspraak maken op fijno bescha
ving; groot moet zijn keunis zijn van gi-schicdenis,
van kostuum, en van do levenswijs Jcr verschillende
volkeren; terwijl hij iu eigen taal en letterkunde en
dio vau andere natiöu een diepen blik moet hebben
geslagen.
Een theaterdirecteur, dio doordrongen is van het
gewicht der regie, znl niet aarzelen den regisseur
ecu honorarium te verzekeren, gelijk aan dut vau
den grootsteu artist. Want Je verantwoordelijkheid,
Jio op hem rust, is groot.
Als do schouwburgdircktic een stuk heeft gekozen
geeft zij dit Jen regisseur om het to doeu
instudeereh. Deze schrijft er een lezing van aan, bijge
woond door alle iu het stuk spelenJe personen. Op
dio lezing worden do rollen gecontroleerd, vreemde
woorden verklaard en de uitspraak er van aange
geven: de taal en vooral de zinboiiw van het stuk
ondergaan daar groote wijzigingen. Daarna, begin
nen de reptitién op het toonecl. De regisseur heeft
middelerwyl zijn mise-eu-sci,-uo gemaakt, Je
tooueelmeester de topneelen uitgetrokken eu de requisitcur
opgeteckend,. welke requUietcn noodig zijn.
Op de repetitiën ondergaat het stuk de vuurproef.
Daar blijkt 't of het levensvatbaar is ja dau neen en
vooral of de auteur voor zyn taak berekend is ge
weest. Is Inj het niet, Jan staat nu eens het tooueel
.leeg, dan zyn twee personen gewoon met elkander
nan 't praten, zonder eonige nctio ie kunnen bevor
deren, er komen en gaan wezens op het toouecl,
zonder dat men weet waarom, het derde bcdryf kan
evengoed het tweede en het derde het tweede
WorJeu, er bestaat eigentlyk geen een rcJen wnurom
het scherm valt, misschien ware hot wel verstandig
voor dergelijke stukkcu het scherm nooit op te halen.
De Kederlandscho auteurs moesten Je
tooneelrcpetities dagelijks bijwonen, Jan konden zij vau den
regisseur alles lecrcn om eenmaal een dragelijk
stuk te maken; dan zouden zy eindelijk begrypeu,
dat op het toonecl de strengste logica heerscht en de
?wet van oorzaak en gevolg wordt niet straffeloos daar
overtreden; eindelijk zouden zy verlecren niet langer
uit onkunde do mise-en-scune, het leven _opwekkend
beginsel van ieder stuk, gering te achten. Bijna
ieJer, die zich met het toonecl bemoeit, weet'niet
wat misè-en-sccna is. Steeds worden de stoelen en
tafels, enz. daarvoor aangezien, en dit zijn requi&eteh,
meer niet. De regisseur geeft door zyn mise-on-scüne aan
ieder persoon zijn plaats aan, waar hij op het tooneel
moet staan, en wanneer cu waarom hij van plaats
moet veranderen; voorts alles wat hij verder ver
richten moet en hoo dit te doen. Een H)isc-en-6cèno
to maken, zóó, dat hy' gemotiveerd en nosthetisch is,
en het karakter Jrangt van het stuk is hoogst moei
lijk. Het publiek, dat 'a avonds de voorstelling bij
woont,, begrijpt zeer weinig, dat hot loopen en staan,.
het zitten en gaan op het-.tooneel niet hiaar zoo toe
vallig door Jen artist geschiedt,' maar alles gaat vol
gens aanwijzing van den regisseur, dat over het decors
en over ieder requisiet geducht is en alle moeite ge
daan is bn> harmonie en eenheid te bevorderen.
Mise-en-scüno is. dus iets geheel anders dan wat
men er gewoonlijk mee bedoelt en het is ver
wonderlijk hoe een der hoofdbestuurders van het
Nodcrlandsch Tooncelyerbond, Mr. J.N. VAN HALL
in zyu Strijd voor 't bestaan" schrijft: met de best
verzorgde misr-cn-arrnc :al nn:n onutarMig Idijkcn
om iets Wliecndn lot stand.Ie brengt», lens/1 danruicili!
gepaard git yrotita scrg en tijd min <h stukken die
tnril npvqffl. By cenjg nadcijkeu valt Je onmoge
lijkheid van dit beweren in hut oog. De. bvst
i'cr'uiisc-cn-sciin'c en groote eerg voor de stukken
is tamelijk wel eensluidend. Uit hetgeen later
volgt, blijkt dan ook dat de mise-eii-scóne verward
worJt met Jécors eu rcquisict. Weer eou bydrage
hoe weiuig Je tooneelhervormers vau het tooneel
weten!
Mr. VAK HALL heeft echter volkomen en groot
gelijk als hy meer ty'd voor de repetities eischt.
Als men in aanmerking neemt, dat hoo beter een
stuk gerepeteerd is, hoe meer zorg er aan besteed
wordt, dus te beter ook de financieele uitslag is, dan
ia verder betoog overbodig.
De repetities duren nu aan de schouwburgen te
kort, gewoonlijk hebben er uiet meer dan vijf plaata.
Dat U te weinig om Jen regisseur iu do gelegenheid
te stellen op allo onderdeeion te letten; hij is meer
dan tevreden als hij ziet Jat de artisten zijn
mise-enscèno trouw volgen. Zoolang hier geeu verbetering
in komt, kan Ja tooneelspeelkunst nooit worden wat
zij wezen moet. Tooneelbosturen knnucn niet ernstig
genoeg van deze waarheid doordrongen zyn. Laten
zy hun administratie zoo veel mogelijk inkrimpen,
alles wat zweemt naar kantoor nis 'n besmettelijke
ziekte schuwen, maar leven en snoven op hot tooueel,
overal by zyn, alles nagaan, en zy zullen ruimschoots
de vruchten er van plukken. Niet het resultaat moet
als bron beschouwd worden, maar do bron voor
opdrooging behoed. Zoo begreep DTPOKT het, eertyds
directeur van do salou in de Nes.. Hy met zyn regis
seur A.MEU 'Mi, een zeer [ervaren man, hebben wonderen
verricht. Artisten als Mevr. KLKJNK VINK en Munis
hebben nan hen hun vorming te danken. Maar u
AiiKLi'Nu u Dvi'onT leefden op het tooneel. Amelung
hield drie lezingen van een stuk. thans meent men
er met een te kunnen volstaan. Dien weg moet het
Op, wil men het tooneel do rang doen innemen Jie
liet toekomt. Daarom weg met gereglementcer eu
bureaucratie, en allo zorg gewijJ aan de hoofdzaak,
het toonecl, de scène. Het eene is de dood; het
andere het leven.
Nu do noodige tocbereidseleu gemaakt zijn zal de
naald van Clcopatra weldra op de noordelijke
Theemskade worden opgericht. Iteeds den 30 Mei
werd het reusachtig gevaarte Jen Theenis afgevoerd
tot aan de plek waar het voetstuk gereed staat.
By de verkooping der Galerie Novnr in Londeu,
bracht do beroemde Schilderij vau Itaphaël, .De
Jonkvrouw met de Kandelaars," 500.100 frs. op.
LETTEKKUXDE.
Beelden vnn El hèA. Hnighton.
De heer Beycrs gaf, gelijk men van hem gewoon
is, in keurigon vorm boveustaand .werkje uit. j
De schrijfster droeg haar pennevrucht nan Marie '
Seebach, Itiiitscliland's groote kunstenares op. :
-Lieve Marie," zoo luidt het in een brief die Jeze
beelden begeleidt, begrijpt gy, Jat het mij een be
hoefte is u deze Heelden op te Jragea? BeelJeU,
ontstaan uit indrukken, dio ik tijdons myn verblijf
te DresJen ontvangen heb. Niet? Nu geloof mij dan ,
ditmaal maar eens op myn woord, wanneer ik ver- l
klaar, dat ik met die Opdracht geheel den drang i
mijns harten volg," j
Do auteur gelooft een daad te doen, ..die bij elk i
rechtgeaard XedeHnnder eynrpnthio zal verwerven,"
Joor haar, eu geen ander harer Dresdeucr vrienden,
dit boekdceltje toe te wijden. !
We vernemen verder, waarom de schrijfster deze ;
beide stukken, die het boekje bov.it, Beelden en niet i
Novellen heeft genoemd. IIe denkbeelden, voorstel- !
lingen en toestanden, die mij om deze of gene reden i
belangrijk toeschenen, heb ik gemeend mijne landgc- '
nooteu te moeteu'meedeJoelen, of, voor zoover reeJs
bekend, te trachten iu ruimeren kring te verspreiden. :
Ik koos daartoe deu vorm van het gesprek. Op i
de conversatie zelf komt het dus, wat my betreft, |
allermeest aan."
Met een-woord over haar optreden als lezeres, de
verplichting, die zij nan Marie Seebaph ten opzichte
der verdienste harer voordracht heeft, een woord";
van vriendschap en erkentelijkheid, tal vau groeten
aan Je vriendjes eu een hartelijken kus" voor Je
dramatische kunstenares eindigt Jeze brief.
Gelukkig dat mejuffrouw Haightou ons eenigszins
inlicht, waarom zij Op bcrgeu en iu dalen" en Ken j
dag bij eene dramatische kunstenares" Beelden heeft
genoemd. Eeuigözins, zéggou wij, want volkomen
duidelijk is ons Jat nog niet. Zy heeft in zoover ge
lijk, dat Je beide stukjes geen novellen zijn, maar
wy houdeu het er voor, dat een kouversatie over
alles eu. nog-wat", uiet door zulk een verheven |
woord gekarakteriseerd wordt. '
Wanneer wij eerlijk zullen zijn, moeten wij erken- |
nen, dat Op bergen en iu dalen ecu zeer langdradig j
verhaal is, te weinig novelle oin ons te boeien, te
voel onbeduidende konvursatio om Onze gedachte be
zig te houden.
Do samenspraken zyn niet levendig, er wordt ge
schertst zonder dat men ooit er aan denken zal zijn
lippen tot een glimlach te plooien en op een heel
wijzen toon geredeneerd over zaken van 't minste
gewicht. .
Dat een Hollander zyn sigcnaardige spreekwoor
den heeft, dat het woord broek" des noods in een
Jnmcsmoiid pust Jat nieuwe aardappelen mét
kuinmel een hollandschétong niet strceleu, Jat er rei
zigers zijn die niet veel opmerken., dat de voetbank
jes nuttig voor de dames zyn, «Jaar zij te gemoet
komen aan het verschil in Je lengte der beenen vau
deu man en Je vrouw," Jat men zich de trn-ueu niet
.behoeft te sch'ntnen die men bij 't aanschouwen van
een drama schreit, dat het geen zoude is eeu stukje
oudbakken of bedorven brood weg téwerpen, het ,
zyn do ouderwerpeu waarover 3 jeugdige heeren cu
even zooveel jonge James Op bergen en in dalen
keuvelen, ernstig, deftig, en. soms meteen soort van
guitigheid spreken, 'als waren zy zes bejaarde
matrones op hun wekcly'ksch krausj?.
En wilt Je personen betreft ? ?--.',
Ernst, die zich voor een goede party houdt, is een
eeld." Terwijl hij juffrouw-Henriette ietwat onhan
dig 't hof maakt, spreekt hij aldus.: als ik getrouwd
was, zou ik altijd heel goed willen eten en drinken
en precies op zijn ty'd, het eten zou wel op mij, maar
ik niet op 't eten mogen wnchten. Mijne vrouw en
later hier grinnikt hij zoowat zouden om de
'tafel .moeten zitten als ik binnen kwam. Ik zou van
mijn vrouw eischen, dat ze do booien goed onder den
duim hield, maar natuurlijk tegenover mij zou er
nooit van eeu eigen wil spraken moicen wezen en dan
moest ze ook een uitstekend humeur hebben.'" We
twyfelen niet of er' niRnschén z'ijii met Jorgclijke
idealen, maar dat ze in hun verliefde buien nlJns
rcJeneeren tot het meisje, dat zij willen vragen,
doch hun ontloopt, is meer Jan wy gelooven. Juf
frouw Haighton verzekert ons echter dat Ernst,
reet zijn overdreven gevoel van eigen waarde niet
eeus tot de uitzonderingen onder Duitschlands jon
gelui behoort."
De dames Adrienne, Hen nette eu Louise, hebben
veol met elkander gemeen, maar bovenal hun kor
daatheid. De eerste vertegenwoordigt het gezoud
verstand, en spreekt met gezag en waardigheid over
elk onderwerp, dut haar lust o. a. aan tafel met den
heer von Bülow, over het veracht! tusschen liefde en
vriendschap eu reciteert aan 't dessert ongevraagd?Die
beiden Engel" van Geibel.
Ilenriette, die 's morgen» Ernst reeds heeft moeten
kalmeeren, stofte in het valiesje van Wilhelm, een
student die tot het jeugdig reisgezelschap behoort
eu met hen by von Bülow soupeert, een papiertje,
waarop de verschrikte jonkman weldra leest:
Gij kunt uu> veilig gelooven, wanneer ik u aan
raad nooit te pogen tegen Ilenriette Meijer eenig woord
te zeggen, Jut gy niet in tegenwoordigheid vanwien
ook, hardop zoudt willen uitspreken. ' Wanneer ge
deze raadgeving ter harte neemt, zal nooit iemand
vermoeden dat u deze wenk gegeven werd."
En Louise; zy is de eigenlijke heldin.'De redder
van een koopmanszoon, die, aU hij haar nog geen
uur gesproken heeft, «met snydend weemoedige stem"
haar verzekert, dat hij nooit een man van invloed
heeft ontmoet aau wian hy zyn hart heeft kunnen
uitstorten. Hij wordt verteerd van liefde tot Je
schilderkunst en zyn ouder? hadden hem zelfs zyn
eigen-getimmerde exe) ontnomen!! Louise vindt nu
gelukkig den heer Olow, een dilettant architect,
beeldhouwer, schilder, letterkundige, aan wion ze
haar bekommerd hart ontlast, en die met Je ge
wone wijsheid en de bekende snelheid, aan zulke
groote geesten eigen, Jen rampzalige in den zevenden
hemel overbrengt.
Eeu dag i ij een dramatische kunstenares" is aan
genamer om to lezen dan Op bergen en in dalen."
De schryfstcr heeft ons wel niets anders meegedeeld
dau hoc de kamers er uitzagen, dat zij mut Je kuns
tenares dineerde, op de canapésliep, haar vriendin een
kus gaf, dat zij een brief zag van een princes dien
de kunstenares ontving, dat zij een familie aantrof
uit den Jeftigcn stand, die handdoeken borduurde,
welke eeq speciaal karakter uitdrukten, Jat haar
gastvrouw 'savouJs piano speelde en later gedichten
voorlas; doch haar gevoel van vereering geeft aan
dit verhaal een warmte, die goed doet.
Dankbaarder zouden wij mejufvrouw E. Haighton
zyn, inJien zij ons door de woorden die de actrice
sprak, door eenige meJcJeeling van de gesprekken
die ij hield, Joor wat Jan ook, ons zelf die dra
matische kunstenares iets beter had doen leoren ken
nen, opdat wy met haar de gastvrouw mochten
verecren. Wij gelooven gaarne, dat deze dame zeer
schoon reciteerde, maar reciet is niet uit de vsrzen,
die Je schrijfster ons te lezen geeft, te genieten;hoe
schoon die ook zijn, zy brengen ons de kunstenares
niet nader.
Wil Mej. Haighton hare lezers bekend maken met
Duitsche dichtfvs, zij zal wel doen met een anderen
vorm voor haar geschrift te kiezen dan .Beelden."
Ab Oscar -s pagina's verzen achtereen van D. F.
Strauss reciteert- is dat wel wat veel van het gezel
schap eu de lezers gcvergJ, ofschoon zij geneigd
zullen zijn dezen geuialou jonkman veel te vergeven.
In onzen tijd wordt de kunst in beschaafde krin
gen meer eer bewezen, dan vroeger wel eeu; 't geval
was. Uuze .liovvllistvn eu romanschrijvers blijven niet
achter en kiezen ga-.rne een kunstenaar tot ;hun
held. Daar zijn er die chynen te meeuen. dat
alleen in die wereld waarlijk geleefd wordt. Zij zeg
gen met Oica-r: -lleusch mijnheer u kan niy' geloo
ven. er U niets pleizierigs nan den heelen handel
aan,7' of: -Ik ken zoo ontzaglijk veel saaie eu verve
lende kooplui, znl ik nu een uitzondering op Jen
regel wezen en uiet vervelend worden? Wij zouden
Oscar antwoorden: Als gy wezentlijk niet van
unture saai zijt, zult ge 't Joor dan handel uiet wordeu
Mijnheer, cu als ge 't van nature zijt, zult ge 't als
schilder blijven.
?Voor Oscar is deze meening minder gevaarlijk
nu de Heer von Bülow hem op zijn woord gelooft.
Voor auteurs kan zy noodlottig zijn. Men verkeert
dan allicht in Jen waan, Jat men reeds zeer intressant
schrijft, wanneer men slechts kunstenaars of kunste
naressen, tot zijn helden en heldinnen maakt.
M*j. Ilaighton schrijft een goeden stijl. Ze drukt
ich gemakkelijk eu aangenaam uit. We houden er
ons van overtuigd, dat. als zy eens werkelijk iets te
zeggen heeft, ze het zeer aarJig zal kunnen zeggen.
Ditmaal echter haJ zy weinig te vertellen. .Dat-was
jammer.
De 4de aflevering van het Toonecl bevat: M. A.
Perk: De-tooneelarbeid van een non uit de tiende
eeuw: Dr. A. H. G. 1\ van den Es: De Orcstie vau
Aeschylus (de JerJe trugucdie: Je Eumeniedc; on
J. Hul' vnn Buren: Tooneelcrvaringcn, 2de gedeelte.
Dit tijdschrift blylt tot dusverre, zijn programma ge
trouw. We wcuschen het vele lezers toe.
Nieuwe uitgaven: ,
Arclrkf i'opr d<- ff'sthidknis ran liet
Aartsluisdam va» Utrccl/t. Bijdragen, verzameld en uitgegeven
op last en onder toezicht van Z. D. II, den Aartsbis
schop. Vle deel Ie aflevering.
J, Broekhóff Bz. T><-ce f asters. Oorspronkelijk
tooneelspel in 5 bedrijven.
Jnii Couratie, Humoristisch klaverblad. i
J. Th. .Gerlliugs, -Willfm VI te
UtrccM.in'S'ovfmbcr 141:i, gevotgJ door een Historisch Overzicht van
den gecostumeerdcu optocht, to houden door hot
Dclftsch StuJéuteukorps in de ni;innd Juli 1$78.
Lnndjiutffl^ Proza n FoCzic. 2e bundel
?Mr; J. van Leunep, JRómantiiclie verken. Nieuwe
uitgave, compleet in 13 deeltjes. Dl. X (Klaasje
Zevcnster).
W. Mets Fz. De eoJoJYJrfoferw.' Oo'rspronkeryk blij
spel niet zang.
Max Hooses. Gfscliiedenis der AnltecrfneJie
Schildersclioul. Bekroond in den prijaknmp, uitgeschreven
door Jen Gemeenteraad vnn Antwerpen. Met IQ et
sen buiten tekst Joor J. B. Michiels, en 4f> houtsn
Tlen 3e all. .
'.. P. J. .Kloppers, M'/l en o»$ huis. Losse bladen van
de schrijftafel eens ppvoerders.
Jacob van Mnerlant's, Sfaturen bloeme, uitgegeven
door Dr. Eelco Verwyu. .(All. 7, S, 19, 13 en 21 der
Bibliotheek van Middel Nederlandsche Letterkunde)
2 .dln. in. n band. ?
W. Mets Tsz. De drie naanigenooten, Oorspronke
lijk blijspel, ' ,
Charles Paillnrd. Lc irorfo de Pierre Kndly. Sm~
cesaciir dr Calrin foninic 3finistre de 1'J-^Hnc
Franinijc fffiiruirède Stfaxlourg. Peursu'tli'x intenties
runtr<' let iidlirrfnta A Tt>itrnii>/, ViiIcni-ictini'S, Lille
Donny el Arri'rt l'iI-l?lüHj. Ifiipris h's jiapïcrs
ini-iHI* di's Arehïvcs du royanme de JJcli/iquc. Paris,
Sandos et Kischbucher. ,
J. A. B. Wiselius De Franse/ten in Imlo-China.
Geografisch, administratief en economisch overzicht
van Kransch Cochin China, Annam en Kambodje.'
Met kaarten en platen.
Statistische en ludustrleële
niedrdeellugen.
Uit het jaarverslag van de verrichtingen der
BUcboffsheirnB vereeniging blykt dat ook deze instel
ling zeer nuttig werkzaam is geweest. Gedurende 1877
gaf zy aan 271 personen voorschotten tot een ge
zamenlijk bedrag van f 10.010. De som der terugbe
talingen bedroeg over dit geheele jaar f 38.680.40.
Thans bestaat de vereeniging 10 jaren. Hoe zeer
haar werkkriug zich steeds uitbreidt blykt uit do
volgende statistiek :
f
1«68 30
J--0!) 100
1*70 244
1*71 323
22375.
OlliO,
l>7.-t
1*74
1*75
l*7li
1*77
431
428
42
H'M)
43
H f 22(i5,
(17 10070,
KiO
214
205
42400,
3*325,
374u:>,
3(105.-,,
25S
253
2tiO
271
391.I.O
4513.SH)
1G377,(H) f 1355,40
25810,70
'
lH*0,f>0
&-041,70 1G1UO
3*10,60 ll;!f>,*0
373*0,73 12Ü7.30
dan aan poetspoeder denken. Zy bevatten een rood
gekleurde welriekende pate als poetamiddel voor goud,
zilver, koper, fijne metalen, waarvan de resultaten,
die wy daarvan vernamen zeer bevredigend waren,
zoodat wy onze lezers geiuatebjk aanbevelen, hier
van eens de proef te nemen.
"'--J
40010,?3*U80,40 120U,r,0
lOjar. 31ü(j 2047 f 300ü9ü,?f 274546,40 ? !»!1'J5,70
Dat ook by deze vereeniging nauwlettend wordt
toegezien op het gedrag der personen aan wie zy
hulp verstrekt, blykt uit Je meJedeeling dat gedurende
al Jie jaren de wanbetalers slechts 7 perc. van de
ondersteunden bedroegen.
Het bestuur bestaat uit de HU. J. N. W. C.
Sieburgh, Mr. Josua van Eik. Mr. D. Binger en Mr. D.
L. de Leao Laguna Secretaris.
Dat het bestuur op medewerking van
onzestadgenooten hoopt en dis verdient, ia duidelijk genoeg.
Omtrent de rijkdommen van Spanje, waaromtrent
Europa gewoonlijk meer door romans Jan doorofticiëele
verslagen op du hoogte, gebracht wordt, nemen wij
uit de officiëule rapporten van het ministerie van han
del en nijverheid eenige bijzonderheden omtrent de
zydeindustrie over.
Voor de zijde-industrie is de hoofdzetel de provin- ?
cie Murcia. Hoewel Je ontwikkeling van dezen tak
van uyverheid daar, nog evenmin als iets in Spanje,
de volmaaktheid bereikt heeft welke men in onze-eeuw
verwachten kan, is toch de Spaansche zijde te Lyon
en elders zeer gezocht voor het vervaardigen van da
beste kwaliteiten van stoffen en zijdenlluweel. De .
eigenlijke zijdeworinenteelt beslaat geen groote op
pervlakte. De districten Orituola. Santomera,
ReuiAyan, aan elkaar grenzend, liggen allen in de vlakte
van Murcia, die men de huesta" (tuin) noemt, eene
uitgebreidheid van 30 op 10 kilometer.». Deze vlakte
draagt nog door den loop der eeuwen heen de spo
ren van de Moorsche nyverheid. het water, in over
vloed voorhanden, is door zorgvuldige leiding zoo
economisch mogelyk verdeeld; de moerbeziënbooin
groeit er welig. Drie Franscho ondernemers hebben
sedert eenige jaren aan deze streek eene verbeterde
exploitatie gegeven, er fabrieken opgericht, die zich
in toenemendcu bloei verheugen en ook de opbrengst
der zijdeteclt zeer doen toeuemen. Zy hebben
Japansche zijdewormen ingevoerd, wier cocörs. wit en groen,
veel miiider in kwaliteit zyn dan die der
oorspronkely'ke zijdewornieu vau Murcia, maar krachtiger groeien
en veel meer leveren, terwijl het ras der fraaie gele
Spaan^ehe zijJewormen iu weinige jaren uitgestorven
zou zijn.
Het opkwoeken geschiedt niet in de fabrieken, maar
by Je landlieden anu huis, waar vooral de vrouwen
zich' er mede bezighouden: als eens de cocörs zich
gevormd hebben, brengen de boeren ze naar de fa
briek en bedingen eeu veel hoogeren pry's dan iu
vroegere jaren. Deze levering geschiedt slechts gedu
rende veertien dagen, einde Mei tot halt' Juni, Je
marktprys te Lyon regelt ook Jeu koers van de ruwe
zijde. Voor l KG. fijne zijde zyn 12 tot 11 KG. colors.
noodig, dus gemiddeld 13. Do rest VMU Jen cocor
bev»t stoflen Jie, hoewel tot den afval behoörende,
toch voor gedeeltelijke bewerking nog vatbaar zijn.
Vooreerst rekent men 330 gram voor het eerste
weefsel van Jeu worm, ;dat men er afnemen moet om
tot Jen Jraad te komen, dan 350 gram voor de zijde
die onder de behandeling door de spinster beschadigd
wordt, en dan uiet meer gehaspeld kan worden,
einJelyk de pop niet haar binnenste zijden liekleeJsel,
Jie geheel als afval weggeworpen worJt, 11,300 gram,
totaal 13 KG.
De drie zijJefabrieken vau Murcia worden door
stoom iu beweging gebracht., twee zijn vrij eenvoudig,
de derde een compleet gemonteerde inrichting uaar
den eisch van Jen tijd. Meer dan duizend spinsters
werken in twee dezer fabrieken het geheele juar, in
de derde gedurende zeven ii acht maanden. Haar
salaris behoeft in Jit vrome land niet veel te zijn* zy
ontvangen een franc per ,dag eu zorgen zelf voor
haren kost; de opzichtsters ontvangen f 1.25 tot
f 1.75. De werkuren zijn van het opgaan der zou
tot l- uur, en van l tot 7 uur. Toch is het, een be
langrijke vooruitgang voor Jie streek, daar vroeger
de cocörs nlléii in zooverre bereid werden, dat de
pop gedood werd en verder ter bewerking naar Frank
rijk verzonden. .
Apropos van Spanje nog iets. Iets cigenaardigs,
waarlijk Spaansch, deed zich ecuige maanden geleden
te Malaga voor. In 1875 had het gouvernement, dat
geld noodig had, eene buitengewoon verzwaarde be
lasting uitgeschreven, in Jeu vorm'van stedelijke
accijnsen ten behoeve van 'sByks schatkist. Eenige
steden waren, hetzij door slordige administratie, hetzy
uit onrechtvaardige welwillendheid der regeering, by
de aanschrijving vergeten. Het was dus eene groote
teleurstelling voor deMalaganen, toen ruim twco jaar
na Je algemeene invoering, plotseling hunne stad met
verhoogde invoerrechten verrast werd, en wel op een
voet, waarvan het volgende eenig denkbeeld kan
geven;
, Men betaalde voor: vroeger
Wjjn per 100 i kan fr. 1.32
Olie
Kozynen
Amandelen
Vérsche Vruchten
Graan en Meel
100 KG.
kistfll'/aKG.)
100 KG.
n 100
100
4.
0.25
G.1.
0.50
fin
fr. 20.31.
27.37.
2.37.
55.80.
6.31.
2.35.
Wanneer op die wy'ze eene onhandige administra
tie het volk in de eerste levensbehoeften treft, kan
men zich onlusten als Jie van Barcelona eenigzins
verklaren. ,
Wy ontvingen van den heer G. Keidel te Rotterdam
eenige doosjes Brillantiue ter beoordeeling niet
uitnoodiging daarover onbewimpeld .ons oordeel te willen
zeggen. De blikken doosjes, geheel,beplakt met
etiquctton eu kleurendruk, zien er keurig uit en doen
eerder aan mooi verpakte chocolade of suikcrwerk,
Van Glück, den beroemden componist van tphigénie
au f Tauris" wordt de volgende anekdote verhaald.
Toen deze opera te Parijs ingestudeerd werd, diri
geerde Glück zelf de repetities. Het kleine beweeg
lijke, zenuwachtige mannetje, met zyn bleek, smal ge
laat, deed het op zyn eigenaardige hartstochtelijke
wijze, eu alles ging goed tot op het oogenblik dat
het koor der wilde Scytten het tooneel betreedt en
de woeste krijgsJans begint.
Glück, met den strijkstok in de hand, ziet tot eijn
ontzetting in plaats van de wilde krijgers met ruwe
beestenvellen bedekt, een koor van sierlijke gestalten in
zyden tricots verschijnen, zoo keurig en netjes of ie
uit een tloosje kwamen, en terwy'l zij hun strijdbijlen
met de bevalligheid van dansmeesters zwaaien, maken
zij de allersierlijkste pirouettes, die zij kennen.
Glück had zich Jeze Scytten als woeste kerels voor
gesteld, die zich op het tooneel ruw en ongemanierd
zouden gedragen, en toen hij dua die keurige poppetjes
zag, ontstak hy in verschrikkelijke woede. Met een
luiden kreet gebood hij aan orkest en dansers dat zij
op moesten houden, en in een wonderlijk mengelmoes
van Duitsch en Fransch, onthaalde hy hen op aller
lei scheldwoorden. Zijn strijkstok brak hij door mid
den en wierp de stukken op 'het tooneel, zyn pruik
smeet hij den balletmeester naar het hoofd en iu
toenemende woede klom hy' op het tooneel en greep
den JoOJelijk ontstelden man bij de keel..
Ongelukkige!" riep hy. Is dat een dans van wil
den ? Een apendans is het! Kyk zóó wil ik het heb
ben!"
Hy rukte een der dansers den bijl uit de hand, en
begon zelf te dansen en zulke woeste, bespottelijke
'grimassen te maken, dat allen die op tooneel en or
kest waren, de tanden op elkander moesten klemmen
om niet in lachen uit te barsten.
Eerst toen zy zagen hoe ernstig Glück het meende
en hoezeer hij gelijk had, keerde de aandacht terug
en zijn wil geschiedde: het werJ een werkelijke krijgs- '
dans, dien het publiek later te zie» kreeg.
De Italiaansche Regeering maakt plannen tot het
houden eener wereldtentoonstelling te Home in 1831.
Evenals de bekende zeeslang, doet het verhaal, dat
Jeze oi gene het Periictnum mobile heeft uitgevon
den, van tijd tot ty'd de ronde door couranten en
tijdschriften. Meestal bleek het echter, bij nader on
derzoek, eeu omslachtig samenstel te zyn, van iemand,
die geen het minste begrip had van de wetten der
zwaartekracht enz,, en bij alle beschaafden stond het
vast: er is mnar n Perpetuum mobile en Jat is het
groot heelal. Toch werd dezer dagen door het Duitsch
keizerlijk patentbureaüeen Perpetuum mobiele gepa
tenteerd, (I', A. no IGi'O) en wel met het volste recht. Het
patentbureaüheeft alleen den naam veranderd in dien
van Thermometrisches Aufzichmerk". De grondge
dachte is met een paar woorden weer te geven. De
uitvinder, Gustav RieJel in Harelberg, heeft de nim
mer stilstaande kracht van inkrimping en uitzetting
aangewend, om een veer te spannen en daardoor een
uurwerk, dat zoo lang loopen moet, als y'zer en staal
Juren, in beweging gebracht. In zoover de.uitdruk
king Perpetuum mobide op eenig menschenwerk kan
worden toegepast, mag men dit zoo noemen. Het
werk is hoofdzakelijk voor torenuurwerken bestemd.
In alle groote Staten zijn patenten uitgedeeld. RieJel
wil zijn patent verkoopen, en het ware te wenschen,
dat den ijverigen, talentvollen jongen man gelegen
heid werJ gegeven,, om zich verder te ontwikkelen.
Stave's patent pennehouder. De slechte gewoonte
.van kinderen en volwassenen, vrouwen vooral, om bij
't schrijven den wysvinger zoodanig te buigen, dat
hy met het tweede lid een rechten hoek vormt, ver
mindert de kracht van den vinger, maakt het schrift
leely'k en veroorzaakt heel licht schryfkramp, omdat
van den duim te veel krachtsinspanning gevorderd
wordt. Dit gebrek wordt door Stave's pennehouder
verholpen. Hij is vervaardigd van hard gomelastiek
en heeft, behalve twee uitsfljjdingen voor duim en
middenvinger, een ring van dezelfde stof, die tot het
omsluiten van den wijsvinger dient, en dezen in de
juiste richting doet blyven. Bij voortgezet gebruik
doet deze pennehcuder goede diensten en is vooral
voor scholen zeer dan te bevelen.
Na l Ocfober, wanneer de London Vniversity haar
50 jarig bestaan hoopt te herdenken, zullen ook vrou
wen tot de studie van rechtswetenschappen,
philosophie en natuurwetenschappen, en tot de examen*
worden toegelaten. Voor het volgen der lessen iu de
geneeskunde zyn nog geen maatregelen genomen,
maar het onderwijs in de andere genoemde vakken
wordt gedeeltelijk in de gemeenschappelijke, gedeel
telijk in afzonderlijke gehoorzaleti gegeven.
De in Bonn gehouden Oud-Katholieke Synode heeft
met 75 tegen 22 stemmen besloten: Dat het verbod
van het Kanonieke recht tegen het huwelijk der gees
telijken, iu de Oud-Katholieke gemeente geen beletsel
meer zijn zal tegen het -huwelijk dier geestelijken en
dat aan een gehuwd geestelyke de zielzorg wel kan
worden toevertrouwd.
? Hgnheer de .-Redacteur!
Maandag morgen 1.1. met 'den eersten trein 'van
Bommel naar hier komendo werden mijne medereizi
gers en ik tusschen Houten en Utrecht onder het
rijden plotseling verraat door het openen van het
portier. Een conducteur kwam de kaartjes knippen
en ophalen. Wy herinnerden hem dat dit verboden
was, waarop hy antwoordde dat het wel moest
Waarom? omdat de exploitatie-maatschappij zoo
doende door n man kan laten verrichten, wat «au
de halt voor het station Utrecht door 2 personen
zou moeten worden gedaan. Hét toezicht schijnt niet
voldoende te zyn om de- wettelijke bepalingen te doen
handhaven. i
Mag ik n daarom verzoeken aan dit feit publiciteit
te geven, in do'hoop dat de spoorwegmaatschappijen
niet eerst door' den dood van een conducteur aan
hare verplichtingen worden herinnerd.
Dr. BABNOUW.
Amsterdam, Juni 1878.
??'.m