De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 9 februari pagina 1

9 februari 1879 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Verschijnt iederen Zondagochtend. uitgevers:'ELLERMAN, HARMS & c°. Kantoor: Uöldn 2. Abonnement per 3/m. ... 60 Gts. fr.-p, p. 75 Cts. Afzonderlijke Nummers . 5 > Advertentiën per regel ............ 15 > INHOUD. Een doode spoorweglrjn.?Staatkundig over zicht. Feuilleton. De faecaliën weder aan de orde gesteld-. Gemeentezaken. .Kunst. Vondels 'Leéuwendalers. De inwijding van het nieuwe theater te Monte Carlo. Letter kunde. E. J. Potgieter. Statistische en Industriëele mededeelingen. Allerlei,?In gezonden.,?Handels o ver zicht der week. Overwicht rau <te -Eflecteiiraarkt. .?Cargalïjslen. Veiliügen.?Aaubestedingea. Schepen in .lading.' Burgerlijke Stand/?Onbestelbare brieven.?Publieke Vermakelijkheden. T« huur zijnilu woningen. Advertentiën. De geschiedenis der nederlandsehe spoorwe gen, getuigt over het geheel "niet ten'gunste van het beleid der staatslieden., die Nederland gedurende de laalste 'veertig of vijftig jaren hebben bestuurd. Men is hier te lande met den bouw van spoorwegen veel te-laat begonnen; lijdelijk steunende op de voortreffelijkheid onzer waterwegen, heeft- men het aangezien hoe de ?' Belgen, door tijdig gereed," te zijn met hun spoorwegnet, het internationaal verkeer van Nederland afleidden. Men heeft de beste spoorweglijnen laten aanleggen- door particuliere maatschappijen, wier besturen slechts hun plicht deden door de belangen van het publiek, waar zij strijdig mochten zijn met die der aandeel houders, achter te stellen. Eindelijk, heeft de staat de spoorwegen van den tweedon en der den rang zelf 'gebouwd, maar hun exploitatie opgedragen aan een particuliere maatschappij, met het tweeledig gevolg dat van het kapitaal, aan den aanleg besteed, uitermate schrale ren ten worden getrokken, en. bij de'exploitatie vele wenschen van het publiek op het belang der aandeelhouders van de exploiteerei:de maat schappij afstuiten. Deze min gunstige resulta ten der toegepaste spoorweg-politiek zijn reeds nu zeer voelbaar, maar zullen dat in 'nog veel hooger mate -worden, wanneer de lijnen gereed zullen zijn, welker aanleg.bij de wet van 10 November ":lt*75 is voorgeschreven. Immers verscheidene der bij die wet aangenomen tracés aouden wellicht den bouw van buurtspqorvvegeu of stoomtramwegen rentegeveiid.hebben kunnen maken,-maar dreigen gedurende een lange reeks van "jaren nauwelijks de exploitatie kosten van gewone spoorwegen, op den voet waarop de aanleg is ontworpen, veel minder de renten van h t aanleg-kapitaal, te zullen op brengen. Hiermede is natuurlijk niet gezegd, dat die spoorwegen voor de streken, welke zij doorsnijden, geen nut zullen opleveren, doch -alleen beweerd, dat de te verwachten voordeelëu.te duur zullen xzijn. gekocht. ntusscheu, de spoorwegwet van 1875 bestaat, en >moet worden uitgevoerd of veranderd. Veranderd, voor zoover duidelijk mocht blijken, dat de wetgever in eenig opzicht verkeerd heeft beslist, hetzij omdat de omstandigheden ver anderd zijn, die hem bij zijn beslissing leidden, hetzij om andere redenen. Althans ten aanzien van n der in de wet van 1875 opgenomen spoorwegen schijnt dit geval inderdaad aan wezig te zijn. Indien er al reden was, om in 1875 tot den aanleg van den spoorweg StavorenLeeuwarden van staatswege texbesluiten, zoo is die reden thans vervallen; en de parlemen taire geschiedenis van dezen spoorweg, ook in den jongsten tijd, geeft alleszins aanleiding om zijn recht van.bestaan opnieuw te onderzoeken. Dat de provincie Friesland aan de bestaande spoorwegverbindingen Harlmgen-Duitschland en Leeuwarden-Meppel. niet. genoeg had, werd in 1875 niet in twflf'el getrokken. Hét kwam er vooral op aan, Harlingen met zijn gunstige ligging en goede haven door een nieuwen weg met het buitenland te verbinden,' en .de Wel varende handelsplaatsen Sneek en Bolsward in het spoorwegnet op te nemen. Boor eene lijn Harlingen-Bols war d- Sneek - Joure - lleereu veen (in, verband met eene kortere verbinding met Salzbergen) konden baide doeleinden"worden bereikt; en het was dan ook deze spoorweg, diédoor het provinciaal bestuur van Friesland voor de meeste gewenschte werd gehouden, en. die in 1875 door particulier initiatief scheen te zullen tot stand komen. Blijkbaar vooral geleid door het uitzicht op de uitvoering deiconcessie, aan de heeren Kapiijn en Gentis.' voor den aanleg van dezen spoorweg verleend,' nam de regeering destijds deze lijn niet in baar voorstel tot aanleg van spoorwegen van staats wege op, maar in plaats daarvan eene andere friesche lijn, loopende van Stavoren langs Hindelopen en Sneek naar __ Leeuwarden. Deze laatste verbinding was een uitvloeisel van liet denkbeeld, dat sedert jaren bij meer dan n particulier spoorwegcomitébad voorgezeten, om Noord-Holland 'en Friesland door een zoo genaamde interprovinciale . lijn te vereenigen. Een hoogst ongelukkig denkbeeld. Het verkeer tusschen beide provinciën is vrij belangrijk; maar - welk onbevooroordeelde kan meenen, dat dit verkeer een weg zal kiezen, door een vervoer per'stoomboot over de Zuiderzee met de daaraan verbonden dubbele uit-en inlading afgebroken? Ieder, die geen persoonlijk belang bij dszen spoorweg heelt, ziet duidelijk in, dat de handel in vee en landbouwprodükten, ten' spijt van de interprovinciale verbinding, vaar tuigen ^zal^ blijven verkiezen, die Ier markt plaats inladen en ter bestemmingsplaats afleve ren, en dat'-het vervoer van reizigers en ijlgoe-! deren aan den weg over land de voorkeur zal blijven geven. . .".-." Het "voordèel-.der lijn Stavorer.-Hinde! openSneek-Leeuwarden, dat kennelijk bij de regee ring op den voorgrond stond, bestond dus alleen, of bijna alleen, Ju de vruchtbare ver beelding vaa aspirant-concessionarissen. Maar ook de voordseien dier lijn als locale spoor wegverbinding waren gering. Stavoren is be kend als een dei' doode steden aan de Zuiderzee,1' en de ontworpen spoorweg zou dus doodloopen. Tusschen Workum, Sneek en Ijlst zou de lijn een moerassig en weinig bevoikV terrein door snijden, gedeeltelijk de's winters onder water staande. Om den kortst en weg-te kiezen, had' men Bolsward en de 'welvarende streek, die tusschen die plaats en Sneek eenerzijds, en Bols ward en Workurn anderzijds wordt gevonden, van den spoorweg uitgesloten. Tegen deze bezwaren stond slechts n voordeel over: een groot ge deelte van den ontworpen weg was namelijk het eigendom van een vermogend en invloed rijk particulier, die dus bij den aanleg dezer lijn in hooge mate'geïnteresseerd was. Het re sultaat van de, behandeling der spoorwegwet in de Staten-Generaal was, dat het voorstel der regeering onveranderd werd aangenomen, nadat de Tweede Kamer verschillende amendemen ten, waarvan n strekte om den weg althans eehigszin.s meer rationeel te maken door Bols ward daaiin op te nemen (tiouwens zoo, dat eerst Sneek, d m na Bol-<w.u d cm eindelijk Leeuwarden zoi'dfii zijn aangedaan, zoodat di, lijn op ten bhk°em tiaal zou h< Lbengel* ken), had. \eiv\orjen. Do aanleg lan deze doode spooiwpghjn werd alzoo hy de wet \an 1*^75 YOOrge-chie^eu. Het i-> vom omngü\sijden met na te gaan, of en in boeier het paiticuher belang, bij d"n a in leg dezei lyu bctio"Lken, op de denkbetlden der spooiwegcomite . d3 vooistellen der iepeering en do beslissing der Stiten-Ooneiaal in vloed heeft uitgeoejfend. Doch dat dit paiticulier belang aan de leden dei Tweede Kamei niet onlekend is gebl«\en, blijkt düidflnk uit de volgende ^uoiden, door een der fnesche leden, den beer Wybengi, m de zitting d-i Tweede Kamer vait 20 Oecembei 187b gespt oken " Dooi \ioogeie betiekkmgen ben ik met allén met de landstt ceJ^-iu^scïieji Woikntnen Sneek, langs \selke de prinitf/ef looigestelde srieh*irg vooi dezen spooiweg was aange\veaen, geheel bekend, maai /elt' zullen ei in die stieek niet \ee3 ingezetenen wonen, die ik niet peisoonlyk ken en hoogacht, zoodat waaneer ik rek^nirg hifld rn.pt muue i; mpithie lóór en belargstelhng ??> de gemeente Wijmbi it&ei adcel en hai e ingezetenen, ik ztkei ewwïtJ s gehandeld zoa hebben, dan ik mij thans veiphehf icktu. te doen; maar wanneei wij hier beiaadsbgfnen moetenbesh ieno\ci hoogst belangujke en hoogst noodige zaken, die evemvel uit haien aai d zeer veel c, el d zullen moet n kosten, dan mogen ivij met toegeven aan pei^oonhjke sjrapathien of belang tellipg in bijzon'ei e pei^onen er iiicnden, rtuar, enz. tnz." Men kan veituigd zijn dat, wanneer bn der leden van de Tweede Kamer zóó spie kt, geen zijner ambtgenooten onwetend is waai de schoen wiingt' , Inmi 'dels waien tusbchen de Vd,4 telling dei spooiwegwet en de i ooi dracht dei onlcigeningvvvöfc voor deze lijn een pp ar j uren -\crloo pen, in welke de toe tand van 'sland; finin ciën juist niet was vooiuitge^aa^ en axu d i andeien kant was gebleken, dat de aanleg dei lijn'Hailin^eu-Heeienveen dooi d*> eonoessiona rissen uiet dan met CPU zoodim* subsidie, alb 'de regeenng onQene^en wa^ "hun toe te ken nen, zuu woiden ondeinomen. Het wa,s dan ook niet te verwonderen dat, toen de Minister van Waterstaat een ontwerp voor die wet had voorgemeld, waarbij de richting over.Worfcum en Ijlst naar Sneek met.uitsluiting van Bols ward was .aangenomen, het verslag der Tweede Kamer over. dat ontwerp aldus aanving:. In bijna alle afdeelingen werden bezwaren ontwikkeld tegen het onteigenen van grond voor dezen spoorweg, die. door vele leden onnoodig werd,geacht. Men vreesde dat-het eene doode lijn. zoude zijn en blijven, en was daarom, vooral _met het oog op den tegenwoordïgen toestand der schatkist, van de wenschelijkheid der aanneming van dit wetsonfwerp niet overtuigd.", Wel bleef ook de verdediging van den ont worpen spoorweg niet uit; maar de tegenstar,ders dier lijn, zooals zij was voorgesteld, bleken in de Tweede Kamer de meerderheid te heb ben. Den _ Hen April 1878 namelijk werd een motie van orde van den heer Sickesz, waarbij het wenschelijk werd verklaard, om in den spoorweg van Stavoren langs Hindelopen en Sneek naar Leeuwarden, Bolsward op te ne men, met 34 tegen 31 stemmen aangenomen. De regecrïng onderzocht mi de zaak opnieuw, hoorde Gedeputeerde Staten van Friesland, die zich geheel met het gevoelen der Tweede Ka mer véreenigden, en diende als resultaat van haaronderzoek- een nieuw outeïgeningf ontwerp in, waarbij Bolsward in bet -tracéwerd opge nomen, op, deze wijze,, dat, met, afwijking,Van het bij de-beraadslaging over de spoorwegwet verworpen amendement, na Workum eerst Bolsward en daarsa Sneek werd. aangedaan. Dit voorstel werd na een vrij levendig debat,' en na ? verwerping met 37 feegen 30 stemmen .van een amendement van den lieer Bergsma, strekkende om tot de vroeger voorgedragen richting- ierug. te .keeren en Bolsward weder, uit het ontwerp te lichten, door de Tweede' Kamer aangenomen,, doch nu onlangs (18 Ja nuari 1879) door de Eerste Kamer ver-worpen, op den zuiver formeelcn grond, dat de.wetge ver van 1875 kennelijk de richting over Bols ward niet gewild had, en dat het wetsvoorstel dus aan de spoorwegwet geen behoorlijke uit voering gaf. Dóór deze beslissing is deze spoor weg- quaestie een nieuwe phase ingetreden. . Den, Minister staat nu meer dan n weg open. Hij k/m de spoorwegwet "van 1875 "met betrekking tot. deze lijn oiiqitgevoerd laten: een., wijze van handel-, u, die ten 'aanzien- van sommige in hetStaatsblad figureerendèwetten gevolyd is, maar noch met den aan de wet vérschuld ig d en eer bied, noch met de beginselen der mhu^teri eleverantwoordelijkheid overeenstemt. 33ij kan den voorstanders ;wan de richting Workttra-IJIstSrieek bun zin ge.vea en de spoorwegwet van 1875 uitvoeren in-den" ge_es£, die hare auteurs bezielde; hetgeen evenwel, indien démeerderheid dar. Tweede Kamer al zwak genoeg was om zicli. er meel e te verèenigen, ""een' noodlottige verspilling 'van 's ands. gtl'Jen voor een onnoodige, doode lija zou veroorzaken. Hij .kan Je richting over BbUward opnieuw' voordra gen eJ te\Liis e n ^ooisttl d en t t wijzi^ii dei ML -\ in 1^70 m den ^ est iei tmde iet fon pel be?^Qu dei Hei ie liamei uit f'bU \\e^ te i i npn Dit Ka itt, s&hynt noor don loop ditn dc^e /a \l genome li.ee i h t m oost \oo J hand te h^gti locb ib ei no^ een vieide ^ ej dien de mi nïster kan inslaan, en naar te hopen is betreden. zal. Hy kan namelijk voorstellen in de.wet van 1875 den spoorweg Stavpren-Leeuwai-dca te ver vangen door-de lijn arlii;g*in-Hieercn'vécn. Hoe' veel tegenstand van locale en particuliere "belan gen hem ook hierbij zou wachten, 's lands belang sonde hij bierdoor ongetwijfeld het meest be vorderen. Ook voor dergelijk voorstel is in de debatten der fetaten-Generaal een aanwijzing te vinden. Bij" de behandeling van het jongste onteigenings-ontwerp in de Tweede Kamer stelde namelijk de heer Wintgens als amende ment voor, de lijn Harlingen?Heerenveen te stellen in de plaats van de v oor gedragene, en deze laatste uit de spoorwegwet van 1875 te verwijderen. Om alleszins gegronde redenen van vorm besloot de Kamer niet groote meer derheid, dit voorstel niet als, amendement toe te laten. Haar reeds uit het doen van -het voorfctel blijkt, dat voor deze lijn, als plaats vervangster van die der wet, sympathie bestaat. En terecht. De redenen, waarom men Friesland in 1875 niet met, deze belangrijke spoorwegverbinding begiftigd heeft, zijn, gelijk boven is aangetoond, óf .voor onbevooroordee den geheel -onhoudbaar 'of thans verralW Het interprovinciaal karakter der lyu Stavo ren-Leeuwarden,- de zoogenaamde Nooidhojlandsch-Friesche lijn, is een dwaasheid. De kans, dat de-lijn" Harliiigen-Heei envcen door particulier initialief zonder geldelijkcn steun van den S.taat zal tot. stand komen, is geheel vervallen; .de kapitalisten -openen voor deze onderneming hun beurzen niet. Het is thans de roeping van den minister, uien bet a.tn ijver niet ontbreekt, om zijne, kiacht te toonen in het bevorderen van het algemeen belang boven locale en particuliere belangen, door den aan leg, van staatswege voor ie stellen van d« lijn Harlingen-Heerenveen in, plaats van StavorenLeeuwarden, en aldus .aan den NederLuidschen handel een leyensvatbaren spoorweg te schen ken in'plaats van een doode lijn. Moge hij de gelegenheid, om dit goede.wei k te doen, niet ongebruikt laten! Mae Malion heeft het Eïy>ée reeds over gedragen'aan zijn opvolger, en zelf zijn huis in Parijs betrokken. Weldra z-d men weinig meer van hom vernemen. Ah Pie&idcist hewft hij zich la'eu leiden, en nu hy heengaat \\oidt hij door .niemand gemist. . Wordt Mac Mahon's -aftieden weinig be treurd, Grévy mag zich verheugen in den a gemeenea bijval. Zelden werd iemand tot zoo hooge waardigheid verkozen, zonder minder te-gens'and: Déverklaring -\an dit ±Vit moet gezocht worden, niet zoozeer m de ddden, die zijüverleden kenmerken, dan wel in jje zuiverheid van "zijn karakter die boven ver denking verheven schijnt. De boodschap die .bij der Kanier heeft go/onden be ^tte muts bij/onder.*. D,it de le^teiing zich zal liten leilui door de behoef teon de wcn-sohen ^ m het Ixnd door den gee.-.l der vooiutging en ^e zoemt g, niemand die h t be AUjfi.lt Dit zij hUeia l en rtcutv.iai-: dig je0 n-s allen wen ebt te zijn ook dit mig inen"ver_moeden, even goed:als d-.it zij de be langen van bet leger niet uit het oog zal verliezen. . 't Eenige dat iets boteekent id de hei haling der toezegging, dat het ambten.aars-peisonee-1 gezuivei d aal worden. Nat-uui lijk ib men nieuws gierig naar. de leger commando's die vei wi&btild zullen worden. Er worden er nu nog andere genoemd dan die, welke het aitieden van Mac Mahon tengevolge hebben gehad. Zelfs de hertog d'Aumale zou, naar het heet, ter beschutting worden gesteld. - Dufaure _ heeft weikehjk volhaid bij zijn besluit om tot liet ambteloos'Ie ven terug te keu ren. Op zijn hoogen leeftijd mag di1 niet vei won dering wekken. Inmiddels betfemt men zijh heengaan. Hij heeft door. zij a geestkracht en gematigdheid in moeilijke oogenblikken het land efc weinig aan zich" verplicht. Waddington, die thans als hoofd van het kabii et vtischïjnt, staat bekend als zeer gematigd. Fiey-/ ei tiet-, Leoa Suy, Marcère, Gie4ey en Puthuau zijri aangebleven. In de plaat? van Dufauie, Bardous en Teynceress de Bort zijn Jules Ferry, Leroyer en Lepere gekozen. De eenEEN VERHAAL VAN I JE L. . Arnold verborg het gelaat in zijn handen, en mijn vader, wiens krachten zichtbaar afna men, zei smeekend: Ach, Avnold, weiger mij die laatste bede niet? Gij zult immers ja zeggêi-? Ik heb u nog nooit een verzoek afIk zal het ook niet doen, oom," zei Arnold, fiik aal Blaiiche tot vrouw nemen." Dank \i, beste jongen," zei mija \ader, Keu niet Yv-aar? gij laat mij nog geinige zijn van .de vervulling van dien bartewensch? Laat de troTiwplechtigheid hier morgen vroeg plaats hebben." ' Zoo. spoedig al?" zei Arnold. Ja, dan kan ik rustig fcterven," was h et ant woord. Ik zal mijn arm meisje dan in goede han den achterlaten.. Gij zult lief voor haar zijn, dat weet ik, al was het alleen om mijnentwil en ora hefc onrecht gced te maken, dat. ik haar arme moeder heb aangedaan." Ja, ik zal goed voor baar zijn," antwoordde Arnold op ernstigen toon. Ik heb nog een flauwe herinnering dat me vrouw von Denner mij in haar armen sloot en haar dochter noemde : toen bracht Juf frouw Blumberg mij naar mijn kamer. Daarop gingen er eeuige uren rustig voorbij, en toen ik uit mijn langen, diepen slaap ontwaakte, was het mij alsof ik gedroomd had, dat ik mij -in mijns vaders huis bevond en de bruid was van Arnold von Denner. Marianne," zei Blacche na een oogonblik zwijgens, gij zoudt mij uitlachen indien ik u zei; hoe vurig ik Arnold beminde! Gij zult misschien meenen dat ik nog te jong was om het woord liefde" te begrijpen. En toch was het zoo niet! -Wel was ik eigenlijk nog een kind, maar ik wist toch wat liefde was. Ik had nooit iemand anders bemind dan mijn moeder; wat mij na haar het dierbaarst was op de we reld, was Arnolds portret. Hij was geen vreemde voor mij; ik had hem immers mijn leven lang gekend en bemind! Yan het eerste oogenblik onzer -ontmoeting af, kreeg ik hem lief met hart en ziel; ik zou voor hem hebben kunnen sterven! Twee gewaarwordingen streden om de opperheerschappij in mijn hart. Het eene was de bezorgdheid over mijns vaders toestand, de andere de vurige, onuitsprekelijke liefde voor Arnoid von Denner. Ik kan u met zeggen hoe kinderachtig ik mij aanstelde,?ik kuste de hand, die hij bad aangeraakt, en nam mij heilig voor om zijn minste wenschen te vóór komen. Geen van de bedienden wist wat er den vol genden, morgen in mijns vaders kamer zou plaats hebben. Juffrouw Blumberg was te verbaasd, om het te kunnen vertellen. Het goede schepsel, kon niets doen dan gedurig herhalen: Maar'Blanche, Blanche, gaat gij nu wezenlijk trouwen?" Gedurende de plechtigheid was mijn vader nog bleeker dan den vorigen dag en blijkbaar den dood nabij. Hij zat rechtop in de kussensi ondersteund door den ouden Godfried, die ook getuige geweest was van zijn huwelijk met mijn mosder. Mevrouw .von Denner stond naast mij. Wie de geestelijke was, weet ik niet." Wij waren gehuwd en de gouden ring schit terde aan mijn vinger. Mijn schoonmoeder gaf mij een kus. Arnold raakte voor de eerste en laatste maal mijn voorhoofd aan met zijn .lip pen. Op dat oogenblik wenschte ik dat ik sterven mocht sterven in de armen van mijn echtgenoot. Mijn arme vader glimlachte even, en toen de zon dien dag onderging, had zijn ziel het broze lichaam verlaten. Ik kan u. niet zeggen wat ik voelde, toen Juffrouw Blumberg mij aansprak ais mevrouw von Denner; het was mij alsof ik droomde. De dagen, die nog moesten verloopen voor de be grafenis, bracht ik op mijn kamer door; eerst toen de plechtigheid plaats had gehad, begaf ik mij naar de groote woonk.un.er. 'De gordij nen waren neergelaten en in een hoek stond een rustbank van donkorkleurig fluweel. Ik was vermoeid en zenuwachtig en legde er mij op neder. Ik was even ingesluimerd en hoorde als in den droom het geluid van stemmen. Het was Arnold met zijn moeder; w'are ik geheel wakker geweest, "dan -zou* ik gezegd hebben dat ik daar' lag en mijn lot zou geheel anders geworden zijn, want _?zij -spraken over mij. O Moeder," hoorde ik hem zeggen, wat"baat rijkdom, als men gebonden is, zooals ik ? Dui zendmaal liever arm en vrij!" Ja, het is hard," sprak zijn moeder, maar bedenk wat rijk zijn beteekent, wat uw geld u geven kan.. Uw vader is van verdriet ge storven, omdat hij zijn dierbaar landgoed ver loren had. Gij kunt het nu terugkoopen." Maar tot welken prijs, moeder! Tot welken prijs!" Blanche kan nog veel veranderen," sprak zijn moeder, zij is nog niet veel meer dan een kind. Ik voorzie dat zij een knap vrouwtje zal worden. Als ik u was, a oud i'k haar nog een paar jaren naar een geschikte kostschool. liet is wel een hard gflval voor u." Het is een goed.kind," antwoordde hij on geduldig, maar wat is 't een Ieelijk,,bruin, klein ding! O welk een verschil niet mijn blonde Gabrielle! Moeder,- ik gaf alles wat ik nu be-* zit, als ik daardoor mijn vrijheid terug kon krijgen!" . . ^,Arme jongen!11 sprak zijn moeder vol me delijden, het is hard, ik voel er alles van. Gij' had een schitterend huwelijk kunnen doen. Ik zou .wel eens 'willen-weten wie haar moeder eigenlijk was», en .ik hoop van harte dat zij naar de von Flohrs aardt,- en niet naar ,dat onbe kende arme schepsel", vervolgde zij op" min achtenden toon.. Zeker iemand uit den min deren stand!" Die woorden brachten mij volkomen tot bezinning. Met n sprong stond ik voov hen: mijn bloed kookte, mijn gelaat gloeide evenals mijn' hart, opdat oogenblik haatte ik Arnold. Ik moet echter tot hun eer zeggen, dat ik nooit iemand zoo verlegen en beschaamd zag staan, als mijn echtgenoot en zijn moeder. Dat mag waar zijn," riep ik. Beleedig mij, ik ben leelijk en bruin en niet welopgevoed, ik sta u in den weg; maar als uw leven u lief is," zoo gilde ik bijna, laat dan 'mijn doode moeder met vrede!" -'' ' Blanche," zei mevrouw von Denner, gi had niet mpgen luisteren". Dat'kon ik niet helpen; ik was op.de ccapéingesluimerd en uw harde wreede woor den deden mij ontwaken". Zij is krankzinnig,"" zei mijn schoonmoeder lonend. Keen, krankzinnig ben ik niet," aiilwootdtU ik. Luister naar mij, dan kunt jfij fer zelve «ver oordeelen. ArnolH," zei ik^^' tot B';jn ichtgenpot wendend, en =fi^6jaJÈ,TsBi het hoofd tot de voeten, ik zal u n^ïpiï'fef.t zijn-. Mijn moeder huwde een edelman,, a^h-ad fce^t lief n stierf aan een gebroken hart. Ik beminde ook een edelman, ik bemin hem nog o Ar nold, het is de waarheid, en mijn, hart zal ook breken, want ik heb den man lief, die nsfaaat veracht! Maar ik zal heea gaan,_,en'hem nooit weer onder de oogt-n komen. Neein al mijn geld, ik heb het nipt noodig! Ik wil 't niet zien ik zil \\el heengaan en <^ t von!" Wat s dat voor gekkepïsat, RUuche!" zei mijn -schoonmoeder. Mevrouw von Denner,"antwoorddi-iktoor nig, ngiJ hebt myn overleden mopd-T l eleedi«d, ik spreek niet meer tegen u. Wat ik te zeg gen heb, zal ik' met uw zoon afhandelen". Ik verzeker u, Marianne, dat die fiere dame bang.voor mij was. op dat oogenblik. Gij kunt met zulk een ongeman.'ei d schep sel niet samen lë.ven, Arnold," sprak zij. Bedaar, mama; laat mij hooren wat Blanche te zeggen heeft," hernam mijn echtgenoot. Het. is niet vee!, Arnold," vervolgde ik, alleen-dit ik wil u nooit in mijn leven weder zien, -ik wil geéa. hindernis op uw pad, g^en last voor n zijn. Als 't!niet zondig was, dan maakte ik een eind aan mijn leven om u zoo^ te bevrijden, nu dat niet mag zal iktochdoen wat ik kan -T?,'én levend dood tracht en te zijn. Van dit pogenblik af aan doe ik afstand v£ln

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl