Historisch Archief 1877-1940
o
"Verschijnt iedereu Zondagochtend. ~
Uitgevers: ELLERMAN, HARMS & C°.
Kantoor: Rokin 2.
ZONDAG 16
Abonnement per 3/m; ,-". . 60 Ct=. fr. r. r. 75 Cts
Afzonderlijke Suminers. . ?. . o
advertcntien' per regel-.-. . .~ 15
I N H O U D. x
'' Licht van gemeentewege. :.?Staatkundig
overzicht. feuilleton.- Gemeentezaken.
Kunst.?Letterkunde, Brief van Jan Oly.?Iets
-uit de oude doos. Het postwezen ten .platten
lande. Statistische en ' industriè'ele
mededeelingen. Allerlei; Ingezonden.
Handels o verzicht der week. Operzicht van de
Eflëctenmarkt. Cargalijstea. Schepen in lading.
Veilingen, Verpachtingen Aaübestedingen. ?
Burgerlijke Standj-'-?Publieke 'Vermafcelijlchedcn.
Te Kuur zijnde- woningen. - Advertentiè'n.
isit \u\ et jüstitia.
Door het Dagelijksch Bestuur der hoofdstad
.werd d.d. 5 October 1878 aan _den'Iïaad eene
voordracht gedaan, ten doel hebbende om in
beginsel 'te doen beslissen, dat aan de ingeze
tenen van gemeentewege licht zal worden ver
schaft". In de niet. bijster uitvoerige Memorie
van Toelichting tot die voordracht, is 't vooral
de navolgende zinsnede, die de aandacht trekt :
op dien weg zijn reeds een aantal gemeenten
in ons-Jand- en groote steden in het buiten
land onze gemeente voorgegaan, "en de
inantieele resultaten daardoor verkregen, zijn, in
het algemeen, bij even goede of betere ver
lichting, zoowel voor de consumenten als voor
de . exploiteerende besturen zóó gunstig, dat
het ons raadzaam voorkomt ook voor onze
gemeente dien -weg in te slaan."
Bijzonder duidelijk zijn deze woorden niet.
Zonder al te groote vermetelheid mag echter
wórden ondersteld, dat men. schijnt te be
oogen de oprichting eener gemeente-fabriek,
die ten bate der gemeentekas winsten af werpt.
..De voordeelen voor déconsumenten zullen
hierin bestaan, dat even goede of betere vei>
lichting verkrijgbaar is tot lageren prijs, dan
'de particuliere industrie, geneigd is haar te
verschaffen. De . verklaarbare vreugde der
,in.gezefcenen over .dit vooruitzicht wordt even
wel onmiddellijk getemperd door de . bijvoe
ging, dat de exploiteerende besturen mede
gunstige fmantieelu resultaten" verwachten.'
Deze nu zijn onmogelijk, tenzij den verbrui
kers boven den kortenden prijs een surplus in
-.rekening ..worde. gebracht. 'De naam voor dit
surplus., is -winst) hoog of laag, in. allen gevalle
winst, verkregen doordien de gemeente een
ijverheidshedrijf uitoefent.
-Is . dergelijke bate met de voorschriften en
den geest van ons administratief recht
bestaan"foaar? Mijns erachtens, neen. Het is de bedoe-.
ling dezer regelen van deze meening
beknoptelijk rekenschap te geven.
Nopens -de kunstmatige verlichting verkeeren
-.wij op dit oogênblik-in een toestand van over
gang. Niemand kan-, voorzien of niet eerlang
het electrische licht een geduchte mededinger
voor de gasfabrieken worden zal. Met het oog
op deze mogelijkheid spreekt- de voordracht
van de oprichting eener gemeentelijke
lichtfabriok." In welken vorm echter de toekomst
ons stoffelijk licht verschaffe, ondersteld raag
worden "dat men in het genot daarvan niet
zal kunnen treden dan ten gevolge van dien
sten door den .fobriékant verstrekt. M. a. w.
een net van pijpen, buizen of dergelijke zal
noódig zijn en. blijven om_ het licht van de
plaats van. voortbrenging te leiden naar die
van verbruik. Voor de juridische waardeering
is dit eerste punt niet onverschillig.
Even belangrijk is een tweede, dat ik on
middellijk op den voorgrond stel. Het kan aan
geen redelijken twijfel onderhevig zijn dat de
gemeente voor de straatverlichting op deze of
gene-wijze te zorgen heeft1. De keus van het
middel daartoe (olie, petroleum, gas enz.) is vrij.
Van de verplichting zeiv,e echter kan zij zich niét
ontslaan omdat deze is van publiek recht eÜjken
aard. Art. 179ftGrmw. draagt aan het dagelijksch
bestuur der gemeente op de zorg, o. a. S-oor
de veilïglieïd der publieke wegen. Nu behoeft
men geen rechtsgeleerde, nauwelijks een kind
te zijn, omintezien dat duistere straten, grachten
en pleinen nu juist niet bevorderlijk zijn aan de
zoo even gemelde veiligheid. Richt de gemeente
eene liclitfabriek op en zal déze gas voort
brengen, de keus is metterdaad op deze
lichtsoort gevallen en de gemeente heeft verklaard
dat zij hare verplichting op deze wyse naleven
zal. Onmiddellijk echter worden dan van- toe
passing .de artt. 238 jo. 254 Gmw. De fabriek
behoort tot de openbare gemeentewerken. Niets
belet de gemeente de ingezetenen .te doen deelen
in het genot van die inrichting, door haar
tot lichtbron voor particulier gebruik tevens
te doen dienen. De retributie daarvoor echter
van hen geeischt, mag aldis luidt
het'stellige wetsvoorschrift niet hooger zijn dan
noódig ,is te achten, om den betaler, naar
evenredigheid van het gebruik of genot dat
bij heeft, in de kosten van aanleg, onderhoud
of verstrekking van het door hem gebruikte
of genotene, te doen dragen."
Dit alles schijnt mij a propos van licht
daghelder eu zonneklaar. Alle zweem van twij-,
fel. wordt bovendien weggenomen door de toe
lichting van Thorbecke, gelijk weinigen gewoon
duidelijk zich uit te drukken. Hij zegt: 1) De
bedoeling was, al de genoemde en dergelijke
heffingen-met belastingen, bij de wet gelijk te
stellen, ten einde daarop alle, waarborgen, te
gen ongepaste belasting geschonken, te kun
nen tpepassen. Dit schijnt noodzakelijk, zal
men niet gevaar looperi, dat in de meening of het juiste denkbeeld
beoordeeld noch beslist ^oiden kan Het toe
zicht van het hoogei gezag vervalt, omdat
waar van uint,t =prake is, de ^oedkeming
daarvan uiet mgeioeppn woidt Emdphjk schept
de belasting m btiyd met haren aard
een voorrecht ten bate tenci categorie van
personen, die wel van heb.1-, doch met van
kunstlicht zich bedienen.
: Niet slechts de aangehaalde teksten, ook de
geest onzei admmibtiatieve \vetgp\ing \eizet
zich .tegen het optieden eenei gemeente als
IcoopmanZ) In deze hoedanigheid alWn is htt
"behalen van winst op d» vooi gestelde
onder voorwendsel, zoodanige heffing zij geene
belasting, een druk op de ingezetenen worde
gelegd, die onder een anderen naam niet zou
zijn .gedoogd.'
, .."Men stelle de gelegenheid-vo.er een gemeente
bestuur open om .voor" verstreJcte diensten,
eigendunkelijk winst te bedingen. Men bedenke
dat bedoeld wordt de mogelijkheid tot derge
lijk dienstbetoon (het verschaffen van kunst
licht) aan particulieren te ontnemen, door aan
de gemeente een monopolie te verzekeren.
Men. overwegs dat er sprake is van eene aller
eerste levensbehoefte. En men oordeeléin hoe
verre hier, ik zeg niet alle, maar ook slechts
n der waarborgen blijven bestaan} die ona
Staatsrecht tegen ongepaste belasting" heeft
gemeend te moeten nemen.
Dat immers winst t langs dien weg door de
gemeente behaald, eene verkapte verbruiksbe
lasting is, kan kwalijk worden geloochend.
Verscholen in den prijs, wordt zij ten bate der
gemeentekas van alle verbruikers geheven.
Dit haar karakter echter heeft ten gevolge,
dat de heffing zelve de mate van vrijheid, aan
de gemeenten op het stuk van belastingen
gelaten, overschrijdt. Of -en in^ hoeverre er
vóór vrijstellingen aanleiding kan. bestaan, is
eene vraag, die bij eene heffing als deze, noch
mogelijk, ;dooidien zij van daden van koop
handel een gewoon heioep maakt. Dei gelijk
optreden ' als koopman nu ig der gemeente
nergens veigund. Men beduegt z ch m.
eschromelijk, TS anneer men meent dat het vol
doende i?, mdipn men e\enmm eigens eene
verbodsbepaling lee-.t Mijne beweimg is juist
dat, zal de gemeente koopiran kunnen zijn,
het haar uitdiukkeliik geoorloofd behoort
te. wezen. Het betoog dezei stelling te levet en,
schijnt niet moeielijk
Onze handels-we1 kent slechts vier klassen
van personen, bekwaam om handel te dujven
de natuurlijke peisoon, d^ fiima, de comman
dite, de ' naamlooze maatschappij. De
vooiwaarden, \\a-uondei deze personen geiechti^d
verklaard zijn een Vdiyf uit te oeftnsn, ende
rechtsgevolgen d^ai-van regelt de wet. Zede
lijke lichamen, gelijk gemeenten ongetwijfeld
zijn, behooien tot geen dezei vier kla, sen Zij
zijn bevoegd tot h?t aangaan \au baigeilyke
handelingen (ait. 1691 B. W.) Iets andeis
echter is d^ wettelijk veiïof. Iets andeis het
optreden als lotyman. De wet eischt dat doel,
werkkring en grondslagen van het- zedelijk
lichaam woiden kenbaai genaakt aan het
openbaar gezag (wet van 22 Ar-iil 1855, S bl.
no 32, ait 6). Zij zondert van dien regel uit,
de vereemgmgen, zelve op openbaaj gezag in
gesteld en de eigenlijke handtl&veieemgmgen
(ait 5, jo. 14=) Deze, omdat \ooi h^iai
dehandelswet "beslist Gene, omdat men uitging van
dat de wet. die de
veieeniging instelt, ook haar doel, ^eikkimg en
grondslagen omschrijft Pene heimeuwde er
kenning zou mmst genonPn oveibfdig /ijn
Yoor de -gemeente nu is het de gemeentewet,
die met de zoo even gemelde $aak zich beU%t.
Oyér het drijven
handel dooi de ge
meente, zwijgt die oiganieke wet. En niet
slechts dat zij zwijgt, de staatsman aan wiens
beleid wij haar te danken hebbeu, zegt uit
drukkelijk dat ook de gemeentewet niet
bedoelt, nnveiheid van beamen de plaats van
die der particulieren-. tédoen innemen 3).:" "Met
welk recht zal alzop " de gemeente als koop-.
man kunnen optreden? In hare lioedanigheid
van zedelijk lichaam, waaraan die bevoegd
heid nieb is ontnomen.? Zal dan .ook "b.v. de
maatschappij Volksonderwijs - op sommige, be
dreigde punten, winkels- mogen opzetten, waar
men van schoolbehoeften goedkoop zich "voor
ziet? Zooveel ik weetj is 'ojk baar die be
voegdheid nergens ontzegd. En. tusschenf.-haar
karakter als ? zedelijk lichaam en dat der_ ge
meente, is het mij niet gegeven het allerminste
verschil te ontwaren. Erkend, heeft zij met
deze, raag en waardigheid gemeen eene eer
trouwens in ons Bondenrijfc Vaderland vrij
verspreid. Zullen al deze lichamen, waaronder
tamelijk microscopische, affaires, mogen doen,
v.i=seU disconteeren, koopmansboeken houden,
ja zelfs eene ganschelijk niet ongerijmde^
gebei.ihjkbeid _ aan faillissement zich bloot
bellen" Ik weet niet of iemand den moed
beeft A oor deze consequentie niet terug te
deinzen Maar ik weet- wel dat. het kluchtige
vooi uitzicht, verwezenlijkt,'ia ons
Staats-burgeilyk- en.handekrecht, eene .verwarring zou
aamichten zóó chaotisch, dat zelfs de meest
?\erstokte liefhebber van verwikkelingen vol
daan zie'i betuigen, zou.
Mijne slotsom is: de gemeente doe eene ge
meente-fabriek verrijzen, .indien zij daartoe
termen vindt. In dit geval levere zij echter
Let kunstlicht tegen den kostenden, door bet
bevoegd gezag als belasting vastgesteïden prijs.
.J. A. LEVY.
Amsterdam, Februari .,'79. - . - "
1) M. v; Toel, Vg. Boissevain ad art; 238, blz. 1290.
21) Als koopï«««,.scliijnt mij óns taaleigea te eischcn.
Men bedoelt eeiie geaórielcu benaming. Koopvromv Leeft
technische beteekenis. . - ?.
3) Economist jg. 1871 blz. 1034'.
Wie de vredesverdragen ? optelt in de
laatste jiren gesloten, moet statistisch to' de
conclusie komen, dat de .wensch van vorsten
en volkereh> niet anders dan volmaakte-rus t,
eeuwige vrede, .vriendschap, imiige
rbetrekkingen lus chen alle Staten onderling ten doel
heeft De, vrede van San Stefano en het
verdiaq; %an Berlijn zijn nog eens'opnieuw beze
geld jloor den vrede van Konstantinop&l, waar
mede furkije en Rusland nu TO.or gqed aan
alle geschillen .een .einde .moeten gemaakt
hebben. Het verdrag bevat een dozijn artike
len, waarin zeker de "bevolkingen-hei meest
moeten getroffen worden door de ernst, waar
mede er gesproken- .wordt' -over. het- betalen
dooi Turkije /van .eene schadeloosstelling van
800 milhoen francs aan Rusland. Daarenboven
zullen : de twee regeeringen nog-nader over
eenkomen omtrent de schadeloosstelling door
de Poite te betalen aan de russische onderda
nen, die door .den. oorlog., verliezen hebhen
geleden, en omtrent de kosten- van- het onder
houd dei wederzijdsclie
krijgsgevangenen.-Wanneei Tuikije .eenmaal de 800. millioen gaat be
talen,-waarvan hierboven gesproken wordt, kan
men er op rekenen meer wonderbaarlijke din
gen te zien, "Of de russische regeering, ree !s
een toren ,_ laat bouwen, zopate die waarin
Duischlandde fra-n'sche milliarden borg, wordt
niet gemeld. Overigens bevat het verdrag de
bepaling" dat de bewoners der streken, aan
Rusland afgestaan, het recht" zullen hebben te
kiezen.to.t-welke nationaliteit zij
willenbehooren, terwijl beide regeeringen zich verbinden
amnestie te geven voor alle misdrijven, die
met den oorlog in verband stonden. Over veer
tien dagen, na de ratificatie, zal dit-traktaat
van kracht zijn.
De zaak van den Emir van Afghanistan raakt
langzamerhand op den achtergrond;
deengelsche partijbladen gebruiken hem zelfs niet lan
ger als een schrikbeeld, de publieke opinie heeft
iets anders gekregen om zi'ch aan. te verza
digen. Bshahe de strikes en de oproeiea
waarvan Lu ei pool on dor andeien zulk een
proefje kreeg, is de Zoeloe o^log het
voorwerp van veler bezorgdheid. liet plotstlmge
en onverwachte van de gebeuitenis, gevoeg,!
bij de. moeielijkheid om zekere en
spoedigeberichten te verkrijgen, hebben hier men-uit
werking gehad dan het zware van den slag. Def
tig officieren en 500 man is niet
wanneer men het vergelijkt met
en duizenden.die in den Frunsch-Dvil-clwn en in
den Turksclr-Rössibchen oorlog omgekomen zijtv'
maar de nioreele slag, die aan het zelfgevoel
van. het -engelsche fegfr is toegebiacbt, i-, te
grooter. - Men is als van z«alf gewoon aan te '
nemen dat een onbfschaafd leger hoe groot,
ook, tegen een kleine goed gedisciplineerde
Europeesche bende omnopeliik opgewassen is;
rnen meent zoo gewoonlijk dats als m de
tijdenvan Robison Crusoè, Vrijdag nog altijd op de
knieën valt als hij een geweer hoort
aftcMeten en- meent dat zijn mee'ter over donder en
bliksem heerscht; wanneer een om ei wach' e
slag toont dat Vrijdag er tegenwoordig ook
geweren op na houdt, en ze zelf afschiet, en
vooral dat.'hij, als Cetiwayo heeft gedaau,
Robinson uit zijn kamp wift te lohken en e
omsingelen, dan is de schrik en de
teleui^elliïig groot-, ook al is het verlies betrvkkehjk.
klein. Verleden week hoopte de Spectator dat
Cetiwayo de magnaficent HiVtffce".zoïi begaan
van in" 't open leid te willen strijden. De
magnïficent. mictake is, voor zoover \vcweter,
aan den: kant van de generaals Chehnsfoid,
Grlyn en Peacson geweest, zij hebben t,r, be
halve de officieien en manschappen, 60.000
pond provisiën, 100 wagens, 1000 tiekossen,
kanonnen, patronen, tot aelfs het \aandel\an
het 24st'éregiment ineda verloren. Dat de Kaf
fers een groot verlies, eerst op 50UO, thans op
2000 ,man geiaamd, er hij geleden hebben, doet
weinig -a,f, hunne krijgsmacht is aauzien'ijk,
meer dan. 300,000 man naar beweerd wo;-d<-,
en .niet zoo nioeielijk samen te tiekken als
men verwacht had.
~Uit Duitschland is het belangrijkste bericht
de troonrede, waai mede de Keizer Woensdag
de Rijksdag geopend heeft. Het progunnma
is meer gedetailleerd dan men van zulke stuk
ken "gewoon is. Wat het verledene hetioi,
sprak de Keizer met dank over de ondcisteu-.
nlng; Vaar. ? den Rijksdag by de &ouaifs'en,wet, "
over de-göde gezindheid van. Oostenrijk -wat i
het tractaat"-\an Praag betreft, over het vre- - ,
descongres v,m Berlijn. Voor de toekomst be
loofde, de Keizer een beschermende handels-- .
politiek, die van de beginselen welke \óor
1865 geldende waren, zoo min mogelijk zou af
wijken. In den prui-ischen Landdag rs de gebeele ,
begroeting ou veranderd goedgekeurd. Een
minder, gunstige ontvangst werd aan het
zoogenbem'de Mauikorbgezeta" voorspeld, om
trent dé^strafbevoegdheid van den Rijk'.dig,
Vooral van de zijde van Wurtemberg, Boijeren,
en andere kleinere staten werd hevig ertegen'
-geprotesteerd, toch is het ten slotte aangenomen.
De Oostenrijkse regeering iöer ten slotte
in geslaagd, het begeerde Kabinet bij elkaar te
krijgen. Bijna alle leden van het vorige hebben
er .zitting in, alleen graaf Auer=sperg en de heer
-Unger zijn er uitgevallen. Minister-president
werd déheer Stremayr.
In Frankrijk gaat als ge\olg van de
Kibinetsveranderiug, de prefecten schub", de
afEEN VÈKHAAX VAN
(Vervolg.)
Is ..hij zoo zwaarmoedig?" vroeg ik, ver
heugd over die ontdekking.
Ja, en mijns inziens met het volste recht.
De wereld beweert dat hij prinses Scholsky
bemint."
Woont zij tegenwoordig in. Berlijn, tante?"
vroeg ik. , -
Ja, haar man is bij de russische ambassade
aangesteld, en zij 13 een van de schoonste der
'toongosende dames in Berlijn," antwoordde
zij ; maar -r- Blanche is verreweg de mooiste
en innemendste van de twee." '
Zeer tevreden over" onze ontvangst te Berlijn,
zetten wij onze reis naar Parijs voort, en zes
maanden lang wijdde Blanche zich. met den
meesten . ijver," aan haar verschillende studiën.
Eu de uitslag was zoo goed .als. men maar
wenschèn kon. Ik was trotsch op baar. Mijn
tante haalde ons af en wij deden de
voorge- nomen reis naar .Zwitserland en Italië. Blanche
genoot met hart en ziel van de vele schoone
dingen, ; op het gebied van natuur en kunst,
Naar Csmo gingen wij niet. .Wij hadden het
zoo recht naar onzen zin, dat wij onzen terug
keer tot het eind van October uitstelden en
kwamen juist .in Berlijn aan, toen de
wintervermakelijkheden begonnen.
V.
Nog nooit, was hét winterseizoen te Berlijn
zoo schitterend geopend als in dat jaar
een jaar, dat ook voor mijn levenslot beslis
send werd! Mijn tante had .allerlei redenen,
waarom zij de bals en partijen, die zij geven
zou, zoo glansrijk mogelijk te doen zijn, en
liet de ruime zalen in haar prachtige woning
daartoe geheel opnieuw inrichten en meubelen.
Onze vooruitzichten waren zoo gunstig mo
gelijk. Al de toongevende leden van onzen
kring waren in de stad; er werden plannen
voor meer dan n bal gemaakt, en de opera
beloofde het .beste. Een jonge en schoone zan
geres zou gedurende het seizoen gastrollen
vervullen en allerlei verhalen omtrent haar
deden de ronde onder het publiek. Men zeide
dat zij een hongaarsclie generaalsdochter was,
die zich uit liefde "voor de kunsfc aan het
tooneel had gewijd. Mijn tante had een eigen
loge, en bier zou Blanche, volgens mijn plan,
haar man voor de eerste maal wederzien. Zij
was zoo bijzonder gevoelig, dat ik het niet
durfde wagen de eerste ontmoeting in een
salon te doen plaats hebben, uit vrees dat zij
zich onmiddellijk zou verraden. Mijn tante en
ik hielden allerlei gewichtige conferenties over
het toilet, waarin Blanche verschijnen zou, op
den avond van het eerste optreden der be
roemde zangeres. De heele beau-monde'zon
zich dan ongetwijfeld vereehigen, en wij wisten
dat Arnold von Denner, die nog altijd met
zijn moeder samenwoonde, niet zou ontbreken,
fog' nimmer had Blanche er zoo bekoorlijk
uitgezien. Zij droeg geen juweelen; enkel pa
relen; 'een smalle diadeem sierde haar prach
tig _golvende, donkere lokken, en een kostbaar
parelsnoer. omgaf den ronden vollen hals, maar
alles werd in- de schaduw gesteld' door haar
eigen bloeiende schoonheid. -Mijn tante was
verrukt .over haar, en terwijl zij haar een
mooi bouquet witte camelia's gaf, riep zij ver
heugd: Mijn lieve Blanche'!...wat ziet gij.er
vroolijk en opgeruimd uit!" ', , ~ - - .?
Wij kwamen in de opera juist toen de voor
stelling begon. Blanche had^aiog nooitzoo.iets
bijgewoond- en ik wist vooruit .dat. zij, met
haar fijn gevoel voor muziek, onuitsprekelijk
gemeten zou. Eerst' scheen zij getroffen door
het, ongewone .schouwspel om zich heen: de
kostbare toiletten, de--prachtige jaweelen, de
vele schoone vrouwen boeiden ;haar aandacht,
en het geheel scheen een diepen indruk
op haar te maken. Ik sloeg, haar oplettend
gade, en bemerkte dat zij na de eerste tien
minuten al haar opmerkzaamheid aan het
tooneel wijdde. De jonge zangeres had Lucia de
Lammermoor. voor haar^debut gekozen, u
op _-het oogenblik toen Lucia, op 'het tooneel
staande, aller oogen tot zich trok, zag ik dat
Blanche's lief gezicht met een zachten blos
overtogen werd, en dat haar lippen beefden,
het was of zij zich om niets dan om het lot
van het ongelukkige meisje bekommerde. Hel
dere tranen glinsterden in hare .oogen. Zij
merkte niets' van den indruk, door haar eigen
schoonheid te weeg gebracht, hoewel de
aarn?dacht van het publiek tusschen haar.eh.de
prima-d'onna verdeeld was. Naast zijn fiere,
statige moeder, zat Arnold von Denner, met de
gewone' zwaarmoedige uitdrukking, in zijne
blauwe oogen :-=hij. keek niet-rond en-had alleen
oogen voor het tooneel. Zijn moeder zei iets
tegen hem terwijl zij hem eene dame aanwees,
die beiden schenen te kennen. Deze dame trok
in höoge mate de aandacht, zij was zeer scboon
en had prachtige blonde lokken. Wie is die
dame, tante?" vroeg ik.
-' Dat is prinses Scholsky, geboren GabrieLle
von Belling," was het antwoord.
Eindelijk aanschouwde ik dan de
blondlokkige" Crabrielle, wier schoonheid Blanche's le
ven verduisterd had, zonder bet zelve te weten!
Arnold, wiens blik eerst onverschillig" had
rondgezworven, wendde zich eensklaps naar
onze loge, ik zag duidelijk dat hij verrast was,
en dat zijn oogen vol bewondering het bekoor
lijk gelaat van Blanche- aan bleven staren. Ik
zag ook dat bij zijn moeder iets vroeg, waarna
zij .ook opkeek en Blanche aandachtig gade
sloeg. Ook zij sbheen getroffen door de zachte
reine schoonheid van mijn lieveling, weinig
vermoedend 'dat dit het leelijke, bruine kind"
was, dat zij met zooveel minachting behandeld
hadden. Nu was het -tijd. om Blanche te waar
schuwen. .
-.?Blanche", zei ik, blijf .naar.Jbet tooneel
zien, en houd u bedaard, ik heb u iets te zeg
gen. Kunt gij een groote'verrassing verdragen?
Maar bedenk wel, dat gij geen de "minste aan
doening ioonen mo.ogt."
Ja," antwoordde zij kalm. ^ .'" .
,jArnold is er," zei ik, haar
aanziende.Het was goed dat ik haar vooruit gewaar
schuwd had, want zij werd doodsbleek.'
Verberg uw-.gelaat in uw bloemen," .zei
ik "haastig; .
Zij deed --het maar -toen zij - de oogen weer
ophief, roerde-"mij de uitdrukking vol zielsver^
langen, .waarmee zij mij aanzag.
.?Waar zit hij? Kan ik hem zien,Marianne,"
vroeg zij met- bevende stan.
Ja," zei ik, als gij kalm. kunt blijven, zoo
als, daar straks. "Onthoud 'goed dat gij niet uit
uw rol moogt vallen."
-?Dat zal ik niet doen, Marianne. Zie mij
maar' aan, mijn lippen beven niet eetia meer,"
antwoordde zij.
Ik wees haar de richting en zij Ram Jiarir
tooneelkijker op. Toen zij hem een paar mi
nuten aangezien had, fluibterde zij mij toe:
Marianne, ik ben bang dat ik mij niét. goed
zal kunnen honden. Wij moesten hever. heen
gaan."
.Angstig zag ik haar in 't bleek en ontroerd
gelaat, maar ik wist hoe groot haar wilskracht
was en zei; Kom de eerste schrik ia nu voor
bij! Doe eerst nog eens uw best uw eenuwen
in bedwang te krijgen."
1 Langzamerhand werd zij kaïnier.
? Zullen wij heengaan of blijven ?" vroeg ik._
Blijven," antwoordde zij. Dat eerste oogen-
blik- ontroerde mij ^zoo. Hij lijkt nog; op den
Arnold van" het portret. Hij i? alleen wat ouder
geworden en de jongensachtige vroolijkheid is
verdwenen.. Maar het is nog altijd, heizelfde
oprechte, edele gelaat."
-Ik zag .Arnold opstaan, en daar ik wist dat
hij mijn tante kende, achtte ik het niet onwaar
schijnlijk dat hij in onze loge zou komea,
? Blanche," zei ik, roep al uw kracttten
samen. Gij weet dat alles nu van uw efgen
vasten -wil afhangt. Ik vermoed dat uw man
tante zal komen aanspreken, om zich asCn u
te laten voorstellen. Kunt gij die moefl.jke
proef doorstaan ?"
- Ja," hernam zij vol mo&d, nu beu
ik^mijzelve' weer."
Een oog-enblik later stond Arnold von Den
ner naast mijn tante. Toen de eeiste begroe
ting voorbij was, sprak hy zacht
ecnigewoor