Historisch Archief 1877-1940
D E A M S T E R D A M M E R, "WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
dekte. Moet de~ kennisneming van dergelijke
omstandigheden niet tot voorzichtigheid aan
manen waar het geldt de beoordeeling van
ontluikende talenten?
Vervolgens, en hier hebben wij met een uit
spraak van den schrijver zelf te doen, geeft de
heer Hofdijk als kenmerk van Wattiers
speeltrant op, haar streven om zich geheel en al
in het karakter te verplaatsen dat zij voorstel
len moest. Ons zij de vraag geoorloofd: waar
is de acteur die zich dit eigen pogen niet ten
doel stelt? immers nergens? Een bewijs,
dunkt ons, welke groote zwarigheden, het
be.oordeelen van afgestorven tooneelspelers met
zich mede brengt .en hoe moeilijk daarbij
om niet te vervallen in algemeenheden. Nog
hebben hetzelfde terrein betreden de H. H.
M.. A. Perk, Martin Kalff, Ed. van Bergen,
E. Mobrman, J. Oostïng, F. van der Goes en
Dr. Wap die allen eenig min of meer be
langrijk onderwerp uit onze tooneelhistoiïe
behandelen, doch over welker bijdragen wij
hier in geen nadere beschouwing kunnen tre
den. Slechts zij gezegd dat de liefhebbers
van dramaturgische litteratuur in deze blad
zijden zeker veel zullen vinden dat hun aan
dacht waardig is.
Een sterker acfcueele tint dragen de artike
len van den heer de Veer over Joh. H. Rennefeïd
den te vroeg gestorven, diep betreurden
direk-teur der Tooneelschool en dat van ***, hetwelk
eene beschrijving van den tegenwoordigen
toestand en inrichting dier ? stichting bevat. Men
zou nit deze twee bijdragen reeds een vrij
volledige geschiedenis der eerste Nederlandsche
tooneelscliool kunnen samenstellen.
Doch niet -alleen bevat de Almanak histori
sche bijdragen, waaronder ook: Het Liefhe
lierijtooneel en de Wedstrijden,. evenals De
Maatschappij Apollo te rangschikken zijn,
een opstel van den heer de Beer, Goethe's Faust,
i^- van aesthetischen aard. Voor do letterkundige
waarde van dit jaarboek wai'e het te weiisclien
dat deze studie niet de eenige in haar soort
ware. Eenige vergoeding vinden wij in twee
bijdragen die ons een kijkje geven 'm wat er
op uitheemschen bodem in de tooneelwereld
omgaat: Mej. Elise Haighton beschrijft op
boeiende wijze de krachtige pogingen die men
in Finland aanwendt tot verkrijging en in
standhouding van een eigen tooneel. Uit deze
medcd-jeling. blijkt de voor ons Nederlanders
zeer verassende omstandigheid dat het
meerendeel dergenen welke voorgeven zich
iniespannen tot bereiking van dit doel zich niet hoofd
zakelijk bezighouden met door afgunst en
-vitlust eïkaiider oni het felst te dwarsboomen.
De redacteur schetst: Het Engelsche
Tooneelverbond, eene beschrijving die evenmin stemt
tot gunstige gevolgtrekkingen ten onzen behoeve
als het.artikel van-Mej. Haighton. Ten slotte
zij nog vermeld dat een 'kalender met histo
rische aanteekeningen het werk vooraf
gaat13 Febr. '79. " G,
Van Prins Hendrik der Nederlanden, le
vensschets 'door P. H. Witkamp en Martin
Kalff, is thans ook eene volksuitgave versche
nen, liet boekje dunkt ons uitnemend daartoe
geschikt. De onvermijdelijke lauweren", kran
sen", on ver getelijkheid",,,burgerdeugd"?fio er s"
oranjeband", etc. zijn met vrij kwistige hand
er in rond gestrooid, maar het werk bevat
menige bijzonderheid die ieder belang moet
inboezemen. In eene reeks van hoofdstukken
worden 's prinsen jeugd, de prins als zeeman,
de prins als stadhouder, de prins te 'sliage
en te Soestdijk, de avond van 's prinsen leven,
's prinsen sterfbed, 22 en 24 Januari herdacht.
Er zijn weinig voorbeelden van een zoo a
gemeene vereering als die welke aan prins Hen
drik werd toegebracht, het boekje -zal zeker
op een. ruiin debiet kunnen rekenen.
Nieuwe uitgaven.
Antonius. De zilveren lepels, of Eindeli/7c
nog gered. Een verbaal voor de. Nederlandsche
jeugd, Gorincheni, C. Schook.
Archives du M-usée Teyler. Haarlem, De
Erven Loosjes,
Bijdragen en Mededeelingen van het Histo
risch Genootschap, gevestigd te Utrecht. 2e
deel. Utrecht, Kemmink & Zoon.
, George Ebers. Eene Egyptische Konings
dochter. Historische roman. 3e druk. Naar de
4e Hoogduitsche uitgave herzien door Dr. H.
C. Rogge. Amsterdam Y. Rogge.
Homo Sum. Roman. In het Nederlandsen
bewerkt door Dr. H. C. Rogge. 2e druk. Am
sterdam Y. Rogge.
O. Funke. Reislust en reissegen. Amsterdam,
A. van Oosterzee.
P. H Witkamp en Martin Kalff. Prins Hen
drik der Nederlanden. Een levensschets. Volks
uitgave. Amsterdam, Scheltema & Holkema.
Mr. H. van Loghem. Verspreide geschrif
ten van geschiedkïindigen, godsdienstigen en
wï/sgeerigen inhoud. Deventer, A. Ter Guime.
Op het Vondeldiner .voelde onder anderen
ook de heer Taco H, de Beer zich gedrongen
te spreken en wees er op hoe de stad Keulen.'
zich niet officieel het feest van Vondel liad
aangetrokken. De heer Fastenrath beant
woordde dezen toast me't een improvisatie, die
bewees .dat, bleef het stedelijk bestuur ook
achter, er toch te Keulen menschen gevonden
werden, die van hunne vereering voor Vondel
warme blijken wisten te geven. i
Aan het e.inde van zijne bezielde rede sprak
de beer Fastenraf-h de volgende versregelen
uit, welke wij door een vriendelijk schrijven'
van zijne hand in staat zijn onzen lezers mede
te deêlen:
Seid miïgegïszt, hr liebcn vieledeln Vondel-Hcrrn!
Micli hat's aus Köln getrieben, ZH huld'gen eïnem Stern,
Den Amsterdam mag neides die Schwester, die
Gonelstadt,
Die unter uren Gesclimeiden doch keinen Vondel had!
"Wer ein Mal nur getrnnlien aus seiner Dichtung Brona,
Der ruft in Lust versunkeu: Heil, Hollands Calderon!
Ein Priesterthum, ein wahres, war euer Dichterwerk,
D^SangervomManzanares, dn.Todter von Nieuwe Kerk;
Lebcnd'ger, dem entbrennen in gleicher Liebesflamm!
-Die dich den Ihren nennen Colonia, Amsterdam l
Lasz deinen Geist umschvveben Deutsclüand «nd
Niederland,
In ddnem Namen gehen lasz mis die Bruderhand!
TJnd nimrn du Pürst der Lieder, du Agrippina-Schwan,
Auch voïi dem Sohii Sevilla's und Köln's ein Lied Ie in au!
Schau ich das Köluer Wappen, glcich fiilil ch inich
daiieim;
Mach micli zu dcinem Knappen, gleieli Hofdijk,
Seliacpman, Tliijm!
Von ir, dem Geisteshelden, der Niedcrknile-Zier,
Latz mich den Brüdcrn melden ain Guaclalquivir?
Das Spanien "der'Füipe, der Alba ist nicht mclir:
Bald \vird selbst die Span'sche Lippe"verkünder
Vondel's Ehr!
Wie in des Span-Iers Mundc lebt Eembrandt von dem
lïhein,
So dring aucli VondeFs Kunde in 's Laad vol
Sonnenschein!
Nun fiillt die Glaser wieder mit cdelrn lïebensaft:
Dem Fürsten güt's der JJieder, und gnfer
Landsmanu- schaft.
Een Mystificatie. In een salon van het
Hotel de Rnssie," te Weimar, zaten vier
heeren en eene dame gezellig bijeen.
De oudste van het viertal was een mager
man, met sierksprekende trekken en lang,
krullend, grijs haar.
Het was de beroemde pianist Frans Liszt.
Aan zijn rechterhand zat een klein
ineengedrougen mannetje, wiens belangwekkend ge
laat herinnerde aan een in brons gegoten
keizerskop.
liet was Richard "Wagner.
Naast hem zat Casima, de dochter van
Liszt, vroeger de vrouw vau Von Bulow, nu
die van Richard Wagner.
. De beide andere heeren waren een leerling
van Liszt, en,een enthousiastisch bewonderaar
van Wagner: wij zullen hem Dr. S. noemen.
De koning van de muziek der toekomst
begon te spreken over zijn lievelingsonder-,
werp, en schold onbarmhartig op de dienaren
der per?, die daar gelukkig niet minder wel
om waren... .
Liszt was het volstrekt "niet met hem eens.
Ik geef geen duit om de-heele journa
listiek, riep Wagner; ik verkies niet dat zij
iets over mij zullen schrijven, zij begrijpen er
toch geen zier van.
Ik ben niet zoo erg op hen gebeten,
hernam Liszt. Ik heb zelfs aan een van hen
opgedragen orn voor mijn goeden naam te
zorgen, als ik er niet meer ben. Ik zal hem
alle mogelijke inlichtingen geven, omtrent mijn
persoon en mijn werk, en na mijn dood krijgt
hij 40,000 gulden, om zelf Europa en Amerika
te doorreizen en alles te verzamelen wat over
"mij geschreven is. Op die manier zal de na
komelingschap een zooveel mogelijk juist beeld
van m ontvangen.
'Neen, dan heb ik het heel anders aan
gelegd! riep Wagner. Ik ben mijn eigen bio
graaf, en ik verbeeld mij dat ik dat werk
beter kan doen dan- ieder ander.
Ik heb een autobiographie geschreven, waar j
men alles in kan vinden, wat mij betreft; die
'mag het nageslacht besti:deeren, daar kan
iedereen uit zien wie ik was en wat ik wilde.
Waar is die biographie ? vroeg Lif zt.
Ik heb er voor ecnigen tijd veertien''
exemplaren van laten drukken, en die
bevin-den zich in mijn huis te Bayreuth. Ik weet
nog niet recht wat ik doen zal, om ze voor
brand en dieven te beveiligen. Ik denk er
over om ze bij de griffie van het een of an
der gerechtshof te deponeeren. j
: Eenigo maanden later deed Wagner met
zijii vrouw een reisje, door Noord-Duitschland.
Te Keulen vond bij aan het station Dr. S.
met een potlood in de band, bezig om
aanteskeningen te maken.
Wat! zijt gij ook al journalist geworden !
riep hij toornig. Maakt~gij notities?
i Ja, schamelde Dr. S. op verlegen toon.
Ik schrijf ieder woord op, dat gij spreekt,
zij zijn bet manna mijner ziel....
Meester, hebt -gij al beschikt over de veer
tien exemplaren uwer levensbeschrijving?
Neen, zei "Wagner op een toon, die den
! vrager alle hoop moest ontnemen.
Dr. S. keerde des anderen daags naar buis
terug, zijn heele ziel,vervuld met de
autobiograpbie van zijn afgod Wagner.
Hij verzocht een vriend te Bayreuth. hem
te telegrafeeren, zoodra Wagner aldaar terug
gekomen zou zijn, en met koortsachtig on
geduld wachtte hij van dag tot dag op het
vurig verlangde telegram.
Eindelijk, op een kouden Zondagmiddag in
December, daar bracht de bode het lang
gewenschte bericht, en in de volheid zijner blijd
schap gaf Dr. S. den jongen een gulden fooi.
Nog dienzelfden avond vertrok hij naar
Hof bij Bayreuth. Hij had een ijzeren kistje
meegenomen, en in Wagners werkkamer toe
gelaten, boog hij het.hoofd bijna ter aarde,
en sprak:
; Meoïter, ik kom tot uw met de flauwe
; hoop dat gij mij misschien de eer waardig
i zult keuren om een exemplaar uwer
biogra! phie te mogen bewaren. Ik heb daarom een
ijzeren brandkistje meegebracht, waardoor het
kostbare werk ook tegen dieven beveiligd is,
en waarin het zal blijven, totdat de meester
goed vindt het terug te vragen.
Wagner verborg een oogenblik het gelaat
achter zijn rood zijden zakdoek, stond toen
op, b.jgaf zich zwijgend naar de andere -kamer
en keerde weldra terug met een voorwerp,
dat er uitzag' als een boek in grijs linnen ge
wikkeld.
Diepen ernst sprak uit zijne trekken, en al
zijn. bewegingen waren plechtig en afgemeten.
Een aardig kamenierfje volgde hem met
een waskaars, een pijp lak en een reusachtig
cachet. ' ' ^
Een plechtige stilte heèrschte in bet vertrek
terwijl Wagner met indrukwekkende plechtig
heid het eene zegel na het andere op ' het
grove linnen drukte. Onder het-laatste lak
legde hij een wit zijden lint en bevestigde het
andere einde ook met een zegel. Eindelijk
stelde hij den Dr. het paket ter hand.
Ziedaar, sprak Wagner op ernstigen toon,
bier is het boek met zeven zegelen gesloten.
Bewaar het heilig; bewaar het alsof het uw
eigen leven was; ik zal er u rekenschap van
vragen op den laatsten Oordeelsdag.
Daarop werd het paket plechtstatig in het
kistje nedergelegd. Dr. S. vertrok weldra met
den trein, spoorde den geheelen nacht door
en was den volgenden morgen te Leipzig.
Zonder dralen begaf hij zich naar een wel
bekenden uitgever.
Is de vogel in de knip? vroegdez !bran
dend van nieuwsgierigheid.
Ja, ik heb hem, antwoordde Dr. S. en
mij dunkt wij moeten, als wij het werk uit
geven, minstens zeven Thlr. voor het exem
plaar vragen.
Met zenuwachtigen haast werd het paket
geopend en wat vonden de twee
bondgenooten..'.? Piet de Smeerpoéts," een gevlekt
en verscheurd prentenboek van Siegfried,
Richard Wagners kiemen jongen !....
De tram van Mekarski, met saamgedrukte
lucht- als beweegkracht, wordt thans ook te
Nantes niet goed gevolg gebruikt.
De fluweelen buisjes noemt men te Brussel
eene dievenbende, die "deze week door de
politie ontdekt is, en die zich aan allerlei op
lichterijen en ook aan zeer gewone diefstallen en
zakkenrollerijen schuldig maakte. Tot nog
1oe zijn 28 leden der bende gevangen geno
men; meest allen met fluweelen buis gekleed.
De ontvangsten op de Russische spoorwegen,
die thans eene lengte van 20,088- werst be
dekken, tegen 19,234 in 1877, waren in No
vember 1878 zeer voldoende. Zij bedroegen
17,580,216 roebels, of 245,357 roebels meer dan
in November 1877. Gedurende de 11 eerste
maanden van 1878 bedroeg de opbrengst
193,308,374 roebels, of 25,920,018 roebels meer
dan.in hetzelfde tijdsverloop van*1877.
bij u onwillekeurig den glimlach te voorschijn i belangrijke zaken, die evenwel 't vermoeden
roept. Hij werpt zich onversaagd in dien | een Echijn van waarheid geven, dat de
aangemaalstroom en gij huivert voor vfergaan ; ge- ; kondigde stelling dienst deed als
Dezelfde redenen, die mij drongen, een van
Multatuli's voordrachten bij te wonen, zullen
waarschijnlijk .meer daartoe bewogen hebben.
Ik besloot te gaan, deels met dezelfde
bedoeImgen. en ,verwachtingen, waarmee ik naar
anderen ga luisteren, wien de gaven der ge
dachte en des wóords'iri bijzondere mate ge
geven zijn. Ik wilde leeren van den genialen
denker en kunstgenot -smaken van den dichter
bij, Tiitm-mendheid. Toch'was er nog iets an
ders, wat me dreef: d.e{"behoefte nl. eenvoudig
om hem van. aangezicht^ tot aangezicht tézien,
den geduchte, onder wiens mokerslagen veel
was gevallen, wat zoo irotsch op
schijns;rootheid of valscbe verdienste zicli verhief; hem,
die ons beurtelings de traan des medelijdens
in het oog deed opwellen of den blos der
verontwaardiging naar de wangen dreef, als
hij "en bij alleen het voor de'verdrukte on
schuld of het miskende recht opnam en er
voor pal stond, maar die ook de liefelijkste
aandoeningen bij ons wist op te wekken, waar ,
bij de kracht der liefde schilderde in al hare
innigheid, in al de opoffering, waartoe
zijkracht verleent. Hem .te &ien, om versterkt
te worden in de vereering van zijn dichterlijk
genie, of te ontwaken uit de betoovering,
waarin hij mij bracht.
liet publiek was in eene voor hem
zeervereerends mate opgekomen. In eenigszins ge-1
spannen verwachting verbeidde ik het
oogenblik van zijn binnentreden. Daar kwam hij,
en ontsnapte mij de verzuchting: Och!"
Multatuli, k Jieo veelgeleden, dat drukt uw
wezen volkomen uit: die strakke trekken, dat
vermagerde' gelaat getuigen welsprekend van'
lijden en strijd. Het uiterlijk van den vurigen
en weisprekenden redenaar heeft bij m'et mede.
Hoe zou het ook kunnen ? Toch is Multatuli
niet de man', die medelijden vraagt, of zelfs
maar duldt. Niet lang was hij aan 't woord,
of men moest bekennen, dat hij ook in zijiie
voordrachten een machtige persoonlijkheid is.
Toen hij was opgetreden, hield ik een oogen
blik in deemoedige houding het hoofd gebo
gen; ik herinnerde me plotseling de bittere
woorden: publiek ik veracht u, en ik maakte
ook ditmaal deel uit van publiek Zeer
geachte.toehoorders!" -Verrast vestigde ik de
oogen op den spreker, en toen hij verklaarde
het tot zijn fijnste genietingen te rekenen, een
zoo talrijk gehoor aanwezig te zien, dus zoo
veel vrienden te mogen tellen, was de vrees
voor vertrouwen geweken.
Ik zal niet in bijzonderheden het gespro
kene trachten weer te .geven. Het naar waar
heid te doen zou eene pen vereischen als de
zijne; het onvolkomen en gebrekkig te doen
plaats hebben zou te-kori-doen zijn aan den
inhoud en vorm van 'e sprekeis rede en boven
dien het tegengestelde uitwerken van. mijne
bedoeling: opwekken lot bijwoning zijner voor
drachten, van wie difc tot heden -verzuimden.
Daar is geen zweem van preektoon in zijn
voordracht; de hoofdhoedaniglieid is eenvoud,
maar gloed en bezieling kenmerken haar, wan
neer hij u wil roeren en medeslecpen,
erenzeer als levendigheid, om uwe aandacht ge
durende geruimen tijd ook .bij diepzinnige
redeneeringen te boeien. Multatuli'begint be
daard en gebeil op zijn gemak, maar spoedig
wordt dat anders. Een rijkdom van gedach
ten dringt zich allengs aan hem op, dreigen
hem te overstelpen. Geen nood. Op dit ter
rein is hij volkomen meester, met onbegrijpe
lijke juistheid weet hij de ware te kiezen en
heeft nog tijd ze in dien bevallige*! iron
schen of sathïeken vorm te kleeden, dat hij
heel noodeloos; ongedeerd komt, hij weder te Genoeg. In den strijd, die hij begonnen heeft,
voorschijn. Hij veroorlooft zich allerlei afwij- \ zullen zeker velem hem ter zijde staan,
e\cn_kingen -van zijn onderwerp, maar vindt den j wel niet ten _gevolge van, maar
ondanKslezmdraad wel weder. Dat is storend, vermoeiend gen als de bovengenoemde. J B
voor menig hoorder, maar hij stelt hen ruim- " ' .
schoots schadeloos. Zijn «/dwalen wordt geen De Redactie, beide stukken over Multatuli g
verdwalen.- lezing ontvangende, meent slechts billijk te
Multatuli stelt u een wandeling voor; geeft j, zijn door ze beide te plaatsen. De verschillende
zelf eerst den weg aan, en onder -zulk go- l indruk op de twee hoorders teweeggebiacht,
leide gaat ge gaarne mede. Maar scherpzinnig : is slechts toe te schrijven aan de verschillende
opmerker en ijverig zoeker als hij is, gaat j verwachtingen die beide koesterden.
hij, waar hij het schoone denkt te vinden, al i
spoedig van den hoofdweg af, vermeit zich op
zijpaden en van daar op .meer verwijderde, [ .
zich in het minst om uwe bezorgdheid niet ' ,,.-?, , ,, ,
bekreunende. Hij geniet, en noodigt u uit,! - Menheer de Eed acteur ! ,
hetzelfde te -doen; verder gaat het, tot ge! Aangenaam was het mij in N°. 84 en % van
eindelijk aan het punt van uitgang terecht uw geacht blad een en ander aangaande &on
komt.... Toch niet: ge zijt gevorderd ook Francïsco en bet leven aldaar te lezen;
beop uw weg. 'Ge hadt in die richting verder schrijvingen van vreemde landen, de aldaar
kunnen zijn in korter tijd wellicht, maar hoe- heerschende zaden enz. zijn toch altijd
mteyeel genot zoudt ge hebben moeten derven ? ressant, doch moeten, volgens mijne bescheidene
Maar nu dan -toch op bet doel af, rechtuit! meening, ten eindegeene valsche indrukken te
Geenszins: hetzelfde spel gaat van voren aan geven, naar waarheid en niet overdreven zijn
weder beginnen. Weerstreef niet, gij zult hst I)it nu laat in de beide artikelen nog al ietb
u niet beklagen. O! ja, hier op deze hoogte te wenschen over, vergun mij u op de volgende
biedt hij u een heerlijk vergezicht aan. Van onnauwkeurigheden attent te maken, v elke
hieruit, hoe zijwaarts afgelegen ook, overziet mij, en ieder die in Amerika en in het LxjZ
nge den geheelen omtrek, het einde zelfs van der te San Francïsco bekend is, terstond m het
uw wandeling en ge verwijt u zelf uwe klein- oog springen. _Jn N°. 84 leest men, datdtdi e
geloovigheid en gebrek aan vertrouwen. Toch maaltijden in de hotels geheel gelijk ZÏ|H, dit
houdt hij ook woord en brengt u weldra, aan nu is onjuist, het ontbijt en de lunch ^ ei
^"hi1het doel van het tochtje. Maar ge zijt ver- : len hierin, dat de laatste uit koude geiecat°n
moeid, meer nog" naar den geest van inspan- ', en het eerste, zooals terecht aangemwkt i«,
ning, voor zooveel en velerlei genot vereischt, , hoofdzakelijk uit biefstuk, visch en
spiege1dan naar het lichaam. Ge moet uitrusten, om ] eieren bestaat; het dinéis echter van ^pb^ l
daarna voor uwen geest terug te roepen, wat anderen aard en bestaat uU soepen, vlcLscnex1,
ge kreegt te aanschouwen en ge zijt weldra verschillende soorten visch, groenten enz , t^i
een en al dankbare erkentenis voor des mees- wijl het dessert niets te wenschen overlaat,
ters leiding. Te morgen voelt ge u versterkt zijnde puddings, pies, gebak, ijs, vruchten, enz
en verkwikt van de degelijke uitspanning. ; aldaar rijk vertegenwoordigd. Hotels
zonl*In deze beeldspraak geer' ik den hoofdin- ; trappen heb ik> nooit gezien, dit zoude oo <? al
druk weder, die zijne voordracht op mij zeer "onpraktisch zijn, want dan was men
Vraaakte. Alleen dit nog. Ik kan- me voor- paald zeker bij " eventueele brand het p^te^
stellen, dat er ouders gevonden worden die van Crematie te ondergaan, daar de plev^tiis
hem alleen van-hoören-zeggen kennen en zich elk hoogstens 10- persr-cen kunnen bevatten,
daardoor dikwijls een geheel onjuist denk- ' en het aantal dier toestellen in n Lot el zei
beeld van Multatuli's denkwijzen en werken den meer dan drie bedraagt, zoodat de op
hebben gevormd, en op grond van dien zou- blijvende honderde gasten hoegenaamd ge^iie
den huiveren hunne zonen en docht eren. der- gelegenheid tot ontsnappen zouden hebben
gelijke voordrachten te doen bijwonen. Waren Wat die sierlijke introductie aan den miiiigei,
ze met dezen ditmaal tegenwoordig gewee=t, en wat verder volgt, betreft bestaat skdit
hoe dankbaar zouden ze geweest zijn voor de in &®rijke.verbeeldiagskracht van den schrij
schoone woorden, waarmede hij oud en jong ver. Wanneer men .in een Hotel aankomt, ^aat
uitnoodigde, het ware genot slechts in deugd men eenvoudig naar - het kantoor en tt ekent
te zoeken, nadat hij aangetoond had, dat de zijn naam. in een daartoe aanwezig boek, de
dlebet- en credit-posten van elk ander genot klerk vraagt op welke tage men eene L^er
met elkander verrekend, altijd een na.ieelïg verlangt, daar hiernaar de jorijs geregeld woidt,
saldo, dat is geen genot dus ook geen deugd geeft den sleutel aan een bediende, soms
zoooplevert.
V.
als in het Palace Hotel een neger, dese
u den weg naar uw apartement, zorgt cLti.we
_ ' bagage boven komt en hiermede is alles afs;e
loopen, tenzij nien volstrekt geéne batige
Vrijdag M Febr. jl. hield Multatuli een lezing heeft, als- wanneer gewoonlijk geld vooruit
in Maispn Wackwitz. " " , verlargd wordt.
Het aantal belangstellenden inen mag Natuurlijk latea de wegen in eene n eime
aannemen dat altha'ns een groot deel der stad als San Frascisco veel.te wenschen Ovci,
aanwezigen door belangstelling gedreven werd zij- zijn eetiter niet zoo, slecht"als men uit het
was vrij aanzienlijk. Dit werd dan ook artikel .zoude opmaken, in hef oudere gttl-^lte
door den spreker erkend, en, naar zijn aanhef der stad zijn de meeste trottoirs van asphaït
te oordeelen gewaardeerd. Des te meer en verder meest overal van hout, dat v ani^er
mag 't vreemd lieeten, dat gén spoor vandie het bekoorlijk onderhouden wordt -wij uel
waardeering in 't voorgedragene te vinden was. voldoet. Het verplaatsen van een hu s
£tDe voordracht was, welbeschouwd, beneden schiedt nooit met 20 paarden doch slee hts
me4Multatuli. Op hen, die met zijn werken niet n hoogstens Itweè, op eenigen afst^nJ ^an
vertrouwd zijn, zal zij zeker bitter weinig het buis wordt een kaapstahd 'geplaaU*- (*,ws
indruk gemaakt hebben; zij die hem vereeren twee) - welke door blok en takel met het lm.',
als denker en als baanbreker voor nieuwe in verbinding is, een paard loopt-"iond
g»ideën, zullen een gevoel van teleurstelling melde kaapstand en trekt liet hui?, d"t op
niet hebben kunnen onderdrukken.. rollen rust, aldus langzaam vooruit. D?tiams
Of hiervan bewijs noodig is? Voor wie hem hebben bierdoor ?volstrekt geen opo^tho^d,
hoorden zeker niet. Voor wie dat genot" daar het slechts des nacMs veroorloofd i- de
niet smaakten, 't volgende: rails te kruisen, en de trams in San Fian<-i=c >
De stelling was genot is deugd. alsdan niet rijden. Wat het onveilige-1 au Mn
Tegenover de christelijke levensbeschouwing Francisco aangaat, hangt veel van den Me'm
das ewige Entsagungslied de leer van deling af, gewoonlijk begeeft men zica m een
ontbering, van kastijding en dooding des vreemde stad niet zonder eenige infoirniht,n
vleesches; tegenover het doodt de zinnen," genomen te hebben op weg, en is het zijn
stelde Multatuli indertijd zijne leuze: genot is eigen schuld indien hij dan. toch in een
specldeugd.
In verband
met zijn overige denkbeelden
buis gaat en zijn geld verliest, b^j ongeluk kan
bij er niet inloopen, want daar alle
mag aangenomen worden, dat hij daarbij niet spelen streng verboden zijn, heeft alle m het
aUeen, zelfs niet hoofdzakelijk 't oog had op geheim plaats; in het ergste geval-kiijgt P)
wat men is overeengekomen te noemen gees- door behulp van de politie gewoonlijk zijn geld
telijk genot." Deze zijne stelling staat in ver- weder terug. Personen die. zich bedoiid^on
band met den strijd, dien hij voert tegen de fatsoenlijk gedragen loopen geen ge\iai,
cueaverechtsche, verknoeide opvatting van zaken genen die afgezet worden verkeeren meeval
betrekking hebbende op 't geslachtsleven. Is in een benevelden toestand, raken 'd ni dooi
hij niet opgetreden als de ridder, die't zwaard op dwaalwegen en is hef'einde natuurlijk d
Vaangordde tot den strijd tegen 't monster: zij bestolen zoo niet erger worden.
Hysterie? En moet hij mi tot voortzetting van Over een en ander zonde ik nog veidei
kundien strijd komen en een lezing houden, zóó Ben uitweiden, vermeen echter geenen
-\eide. dat de meest gewone nutsverhandelaar 't hem ren inbreuk op uwe plaatsruimte te mo0<en
jniet verbeteren zou! maken en hopende dat u deze regelen m hot
Genot is deugd was de tekst, de preek was: .belang der waarheid'wel zult willen phaK1!,
deugd is genot, wat geheel iets anders is. betuig ik u bij voorbaat mijnen haitcl>kfn
Zeker, deugdzaam zijn, ook in den zin van dank.
Multatuli, als 't streven naar stiptheid, nauw- ' - Uwen dv. dienacii
gezetheid, naar arbeidzaamheid en pliehtsbe- JAN Finsco
tracht ing; a] s jïe zucht om gelukte verspreiden , , _. ?
om zich been, wie zou 't niet beschouwen als Dankbaar voor de inlichtingen ons gezo uhn
een groot genot, misschien als 't hoogste? kunnen we niet .beter doen dan onze bioa te
Maar dat was thans de zaak niet, waarop 't noemen, het is de graaf Julien de Roch
chottaanlïwam. Genot is deugd, daarover zou ge- art, gewezen ministre fplénipotentiaiie, viens
sproken, dat zou aangetoond, zoo niet bewe- reisbeschrijvingen tot nog toe eene zekeie ie
zen worden; wie overtuigd is, na ,t'behoorde, putatie hebben. Voor eenige jaren kwam zijn
is wel gelukkig geweest. Gkina uit,-een werk over hetwelk stred^ met
Multatuli is, hij zegt 't zelf, tuchteloos. 'Hij lof gesproken- wordt. Dat hij zich m enkele
veroorlooft ^zicb, af te wijken- van den gewo- détails .eenige overdrijving veroorloofd heeft,
nen (verbandelings-) weg. Daartoe hoeft hij is een reizigej en eenFranschman.niet tt stei^
't recht, zou bij evenwel soms niet zoover .af- aan te rekenen, 't Is als,sedert heer Jui' iin
geweken zijn, dat men in verzoeking kwam
hem als verdwaald te beschouwen? Het groot
ste gedeelte der lezing werd ingenomen door
uitstapjes op zijwegen., De- meeste hoorders
hadden zeker niet verwacht zooveel te zullen en hoe meer en hoe piquanter hij \eiliialt,
hooren over Disraëli -en zijne kamerdienaar, des te meer wordt bij geleaen. Toch \voisU
Delebecque en zijn millioensn diefstal, van der onder de amusante reisbeschrijvingen lan dL
Hoeven en de Cirkelgang der Menschhcid, over van graaf de Rocheehouart wel het
Willem den Derde en zijn valschen eed, ovtr vertrouwen geschonken. Bij hét hof fc
Cambroime en de woorden die hij niet ge- niet eene zending van. de Fransche ie,
sproken heeft, over - Willem' den Zwijger en belast, was hij in de gelegenheid veel te w
zijn huwelijk met Anna van Saksen alles dat voor een gewoon reiziger verbolgen hV
Als iemand vere reizen doet,
Dan kan hij wat verhalen,