Historisch Archief 1877-1940
beidf* steden verklaard.cn de mee&t
veelscher.de critici zijn -spel voor volmaakt. Vrat
voelvolle voordracht betreft, haalt men een
ntabüe m't het tweede' gedeelte, wïit
volaaSvte techniek aangaat, voórai de
bijna-onogelijkhed'en van hst allegro aan.
bekende feestzaal, zou men zich als geue werke
lijke zaal denken, het is een klein en weinig
versierd vertrek, alleen merkwaardig door de
reeks rah opschriften, d-ie de g-esehiedenis van
?Olyinpia weergeven, "van den 'tijd, toen de Grie
ken zich na _-de Perzische -oorlogen hst eerst
getuigen". Doch, de angst
dieïlijke begeerlijkheid br
Bier het leven en d« b
scheiï?bnheid van houdin
een ander tijdvak lier kut
Het schoonste wat'Ü'lvi
de slaviriïer, de
en "bemerking,
? De schilderij
over welke wij in een vorig" nummer
jenoemd:
Uit Shakespeare, als indertijd uit Yirgilias en
den Bijl sel, wordt alles bewezen. Veel
bcheeft i u de laaïste maanden de
'Soo'enoenuie Noruen-ihe-orie uitgelokt. I)èdrie
en in Macbe'eh amicïn de drie Nocrdsche
godiimeu, Urd, Ver-daad! en Skulda" zijn,
.et verledeno, het tegenwoordige en de
toeoïist. Oe argumefïtea, historische,
etyniolozeer scherpzinnig uitgevonden e
volen elkaar op, als bewijs vóór «a tegen. Na
i$s er iets nieuws, Sfeakespeare gebruikt bier
alliferatie, het stafrijm, niet omdat hem dat
[welluidend "voorkomt, maar als een herinnering
fan zijne Kporsche c,i\ Angelsaksische bronnen.
Men heeft het reeds nagospoord n de hek?
n,scèije, in Baxiquo's woorden, in bet lied van
i&riel in the Tempest, en .zal het sjeker, mei
(reinig moeite, in dea gansenen. Shakespeare
kunnen nasporen,
Ijit eene voorlezing van Prof. Cnrtius te Keu
len netnen wij eenige bijzonderheden over, die
doen aien. dat bij-het vele en belangrijke dat
reeds omtrent do kunst en het loven dér.Gr
eken bekend wa.--, nog dagelijks nieuwe bronnen
en nieuwe bijzonderheden aan het licht kornen.
van hunne kracht-bewust gevoelden, tot het
treurige verval, toen Romein en barbaar te
Olynrpia meekampte en zijn vreemden imam in
Griekschékarakters trachtte oio te netten. "
Het is1 das-meter' liet belangrijke en weten
schappelijke dan het sehoon-e, dat mea te
Olympïa' zoeken moest-." Wat er ooit aati
kimstwerken geweest is, is grootendeefe verloren
gegaan, want Olyropia bleef" tot .in" den
laatsten tijd van het '?Roia-einsche rijk een gezochte
plaats, -aoodiit de rijke Romeihsch-e verzame
laars al het fraaie nianner, 'bro'fe?, ivoor, de
antieke gegoten metaalwerken hebben "wegg
haali], om' z-e in huime villa's te Napels te
plaa'.sen. .Wat over is, "zijn in de-eer'ste yjlaats
de gaven der arme-n, tallooze kleine ge-gotene
beeldjes van dieren, uit verschillende'-tijdper
ken, dïe niemand d-e moeite van het
nlcenemen waard vond.
Het veorDmamste monument is natuurlijk de
tempel van Zeus, die men telkens meer in détail
leert kennen, en waarvan ook de
don geheel met d-e oude beEchrijvingen over
eenkomen. Hij s in streng Dorischen süjl ge
bouwd, uit de schelpkalk van het dal vanden
Alpheios. Men is thans bezig de groots ge
velvakken van de aai-Hkorst, die ze hedr-ïde,
te ontdoen, en ziet week aan week de
heldengestalien van de- reliëfs verrijzen, waaraan men
de afgebroken stukke», hier eii daar gevonden,
is 'de Hennes von
stelling met Phrdias geeft
-. In
deze
tegenovertracht aan te passen.
steHmgen, ieder van
waarvan ons de oude
een onvolkomen beeld
zijn door zee;
il e uitvoering
Zij vormen twee
voor21 -marmeren kolossen,
beschrijvingen slechts
gaven. Beide vakk n
verschillende banden 'bewerkt,
moet niet aan de eischen van
Wat de geschiedenis der taal betreft vooral, i den kunstenaar voldaan hebben; terwijl
Phiiijn de. opgs-avingen te lympia belangrijk, i dias voor het be^ïd van 'Zeus in het heiligdom,
.Hiei1 toch kwamen alle volkeren van Grieken-1 uit, goud
en ivoor vervaardigd, een aantal
land. samen; de overwinnaar bij de spelen liet1! goed onderwezen Atheensclie let-Hingen ten
gen gedenkteek e n met een opschrift in zijn! dienste stonden, beeft'bij zich hier met cl
eigen dialect achter, zoodat men eene ga-nsche krachten van'de si reek moeten behelpen. Het
bloemlezing vnu de talen van Griekenland hier
in if s armer gebeiteld of op dunne metalen pla
ten aan de gebouwen gehecht ziet. Yele van
,dezo platen zijn beschadigd of verloren
ge:gaan, maar standbeelden met opschriften en
;gedpnk< eekenèiV astn den weg ?,ijn nog in
KIC?nigfe voorhanden. Ook voor de dialecten, die
'geen letterkundige waarde hadden, en dus
'jiiet of bijna niet in geschriften 'bewaard zijn
gebleven, zooals b.v. liet Elersclie en anderen,
Izijn deze oorkonden van veel belang.
1 De büu\vkunsfc der Grieken, waai1 van wij de:
schoonste eu mee?t volmaakte voortbrengselen,
.die van Athene in het tijdvak van Pericies,
'reeds zoolang kennen, moest bij deze nieuwe
:opgravingen met meevallen. Men "wist dat men
'geen Parthnnon vinden kon, de tempel van
Zeus was reeds grootendeels bekend. Men
lieeft nu nog twee tempels met zuilenrijen ge
vonden, een Heraioii en een Jüetroon, vrij goed
[bewaard Ook groote bouwvallen van die, welke
'men reeds bij name kende, het Prytaneion
['(stadhuis met heiligdom van H-estia);
hetcymtiiasium (.-met woistelperk en woningen),
schat|kamers, zuilengangen, poortgalerïjeu. Ook uit
[den lateren Romeinsehen tijd s eön
monumenItaal gebouw over, met waterbassin en een-e
J'reeks van goed bewaarde standbeelden.
DegeMiëele stad ljmpia, met 'hare groote
beteefcecis vóór het leven der Grieken, rijst langza
merhand we.der voor ons op; eerst'hier kan
men Pindarus' en zijde liederen geheel verstaan.
verschil tusschen de uitvoering van dezt?n ge
vel en dien van het Parthenon is liet beste
bewijs er van. Men rekende dEiarenboveu op
het kleuren, en. legde over alles den tint van
decoratieve kunt.t.
De oostelijke gevel is van Paeonio?,xle zelfde
die de Nike in
hand' ontworpen
he-eft.onderwerp moest hier d« wedlöop ijn, die
die ieder
denkt
Een* bijzonderheid,
'treffer), wanneer hij
concert- en Vergaderzalen, i--, de kleinheid
al deze gebouwen. De Altis bij voorbeeld, de
bezoeker moet
aan zijne ruime
ouder het oos
Zeus over het lot van het
liet cogenbltk dat lig gekozen Heeft, is -d-at
van de plechtige stilte vóór den wilden
kampstrijd', de hoogp, gebiedende rost van Zeus,
do trots van- Oenomaios, de stille berutting
deïgade getuigen het. Pelops staat naaït zijn-e
bmid, de wagenmenners nou-den de teugels in
de hand; aantlae'htig «taan de grijsaards ach
ter de spannen, e'n in de hoeken zien -nietig
de strocmgo'de'n Alpfaeïos e« Sladeos-den st^tl
?aan.
Denkt men zicli deze groep bovea
«uil-en van den Doviscïien tempel, dan kan
men zrch vooï^tellen. hoe zij jj'uist door haar
pltó-clitigeii eenvoud een diepen indruk moet ge
maakt hebben. Een g«heeïandere opvatting
vertoont de driehoekige frontópicc die den
westelijken gevel siei'do. flier is men niiit lan
ger tevreden geweest m-öt het waardige en een
voudige, meH heeft het wikte, dramatisc
i-e,-verrassend-e te hulp geroepen. De groep is van
ten, zij beminnen en verheugen zich. Hennes
bad heel wat attributen, d;e hem tot een wel
kom onderwerp maakten. Als jongeling stond
hij naast Apollo op -d<?n <3ïyïtipüs. Naar binten
werkte h^ ia velerlei opsïcfit. -Als herdersgod
bescharmd'o hij de Helleen-sche -jeugd. Hij was
de helper1 in vel'erlei nootl, de bo'de van Z'e-s
n" werd als zoodanig ook als de beschermer
der weezen beschouwd. Hieraun heeft Prsxiteles
Her mes rast aan "den" weg, hij heeft
dein mantel om -een boomstam geslagen, en
?peelt met" den hem toevertrouwden
bescheriölïng'. Misschien is dez^ knaap de':klehae
vvien hij'als töeiïonistïge'n-go'i van.
xien wijn esn druiven tros vo'arhoudt". Iets
opdal Hei-mes, evenals "de Kros"'va-R
het Yatikaan, "het voorwerp, w,aarmede hij zich
niet aanziet. Of dit symbolisch is,:
dan wel een overgangsvorm van de loodrechte
'ioppen der oudere sehtsol tot de- latere van.
Praxiie!es, of uit een -aesijfaetiëeh oogpunt om'
de te sterke wending der haïsspieren te ver-'
mijden, is moeielijk'te benKsseii. Prof.
wijdt -er eenige besc-houwinge'n aaa, die"-mis
schien -wel wat gezocht zijn. Zooveel is zekei",
dat deze e-ï-mes een der schoonste
beeldeuuit de ou-dliei;"! is. Het dik-te gekroesde haai1,
de Vreedëschouders" fooTieo krn-cht, voorhoofd
ei] oogen erjïsf", lippen en- kin jewgdig-e'beval-?
ligheid -aan. Het gelieei is een ^
uit den besten tijd, die, waariai "reeds
lijk gevoel den ernst van het- type 'maligt -en
verlevendigt.
raoedëlijk geen Paus nog- heeft -gedaaa. i
geeself; de-vorsten, 'diéin = hun ab&el«tisaie
d'e volkeren shichten-'en" ketenen,^ de -priesters.
die van de godsdienst een fmantiëel-e k-wesfie
ns,-fceii-; de memeh^aa-nbidiJèrs,: die tot zelfs het
pausdom" bedorven hebban, de: knechten, -die
«p commando mieordeii" es" branden,' de reo
itei-s, die
Hfl
yeDS1 van
b'esehïfefcea*'
op"" tot -algemeeïws menscliesimiö, opdat men
waarap-htige "
Daar K haast
volgelingen .va-n Jezus worde.
g^en- regel in te vinden, waarin
niet alteen de .-diehter, 'maar ook -de menlek
niet op d-e meest verheven
Yictor H ugo zich
ijzèopenbaart.
Bij. zoo veel .hartverheifends wordt e vr.aa-g
onbeteekeasend, of de vertaler het overal met
.iem eess is. .Ware Yi-etor Hwgo een Neder
lander, ook hy zou- hier of daar, ik -wil niet
eggen beter, maar stellig anders denken.
Het zij don heer ten. Brink toegegeven, dat
iet origineel legende, enkel-e malen onze hila
riteit werd .opgewekt. Of dat b^ den
Fransehman, die het voóf zich heefr, in des&lfde eiate
-het geval aal aya, "laat ik daar.. . Zeker weet'
ik, (oiïidat 'ik er "te-vaak de proef.van geno
men heb) ?datketmij.gelukUs, d"e aederduitsche
woord-en .za>é. te-kiezen, dat vaai,het opwekken
04- li«üijk-.kiiideki|D, ii:er is let leveu beus
gij, wordt opgewacht M 't rein azaHïdaarbovem.
een zwgli-ag'' snetsft zoo ao« m«n La-ist geloovea
heel naiuaa-. jAvh huid' bij zulk verhes .m 't zwart.
re weent na gij iergcvca werdt
jozea, 't zustertal, aaa ji we- broeders, de engelen.
't wiekgïskiap yan 't graf aan dat der i\ jes, ziek
Hoor
Hun yleugeleu zijn a, o sla ze vrij dan uit
Maar Tdiid, wordt daarom niet te ras des hfnuï-. bint.
O,' .blijf,' ons kerkei-lioj, et'ivüKlt dooT u tcu tempel.
Straal", r'eïue, slraal o~p ons, 'o -wees ons. tf.t -eiempt!,
e!oof, bemin' en JbïiJ en zuig; Trees OïidtT gal
'&i heeft -9.* m-fiasehfeeld toehj -o God van 'tgreot
heelal
aarin hij wa^geboremf
H. TH. BOELFN.
is, en dat .heeft IBÏJ nte-t veel moeite gekost,
omdat daargelaten 'de wowdeaikeas Hsagö's
ge.veekn-s 'overal Z&Q- verhe^eja,. zijae denkbeel
den dikwijls zóó gezond zija.. '
Ik kvat als eerste .piKteve'.aiijuÊ- overzetting
een fragment volgen, dat in hè* oioraproiikeüjke
reisi vaa -gedachte &u ivlöeieBd vasa vorm is.
BU; HET ZIEN 'VAN EEHMNO.
is die bSïk
'lis of een engel
hoe -bl«^nd E.TJU die kooK&n !.
de oa^chuld kwnm beloonen..
het poëem; Z-e
in CBS vaderland geinaakt Zoadra ik e
kennis van sa, n, tr=of het mij zoodanig, at .ik
de lust, iviet-kea wederstaal! o sa nii;ae krach
Geen kwaad gedaan, wat heil! WatomloorgnxadlijkgoedJ'
-A.c\i, alles, wat men sticht of weer te niete doet
II et liaalt niet bij den lach van 'tlcïnd dat ia 't beminnen
Bij reine ounoozellieid ons 't harte voert van Mimen.
De v! el; loosheid is meer dan alïc heeriïjjdiei tl.
Wij menen, 'wij zijn hard, tot opstand steeds "bereid
Eu hij, die geeu begrip zclfe heef-t van Tcch't op aar3e:
Hireft allé'rcfriiten. Ziet, zijn fvlusehheitl héft -een Wi
Dïe ous zelfs rustig -Hsa«fe, kalmeert liet leoaavtsi
Hij baalde uit hoogei- sfeer, aijn oog'ZOG eag'.s
Vertoont h-et diepste ?'hïmïw, H amar der- hemelsferen
Hij, spraak cl er godüeid acivi', -een lieveling ?desiHesrea,
Zij-u lieflijk rnosdje zoa, waiuictr. Ite t---spreken kon,
elfen, naam vaa «tor. on -maan .en zon.
ten i*an eene -over-aetüng te beproeven. Toea
ik wellicht voor de helft daarmede gereeci was,
'las ik eeoe aankon-digin^ van Dr, Jan ten Si-hak,
waarin -ihij wel is ^*-aar .«rkende 'dat. er veiv
?schdd^eaa hladayden.iiïv-oark^omen, zoo
.prsMshtig -als a]loeii Yicfcor Hngo schrg-ven kan, maaa'
?waarin hij toch miiid-ef gunstig --overliet geheel
sprak. Ik wil niet, oatkennea dat dit wat koud
water wierp op BIJJÜmisschien al te
daebt-en ijver, aü-thaaas ik liet. het overige
xaimea tijd "liggen.; Later. echter 1-ae ik
Yi-etor Hingo's -fe^e jfre my
nog eens over «!>? ik fcoa
-defi heer ten Bdiak eens
de stoute, xxmeeptie, die -ook d-oor
ten Brink wm'dt erkendj vi&d-. ik zooveel
zeg?gingsfe-racbt, zooveel gloed, zooveel
meestersdïap in den vorm en baiteadi-eja zooveel ka
rakter in dit g-ediclit, dat men nier era daar
wat vabca vernuft, w-at gözwolleuheid van
uitdrukking, eei- enkele wat erg realistische
zixrwtaidiög ea ook hier komt de .grijsaard
voor den dag wat herhaling van deselfde
?Alka menos, «a st-e'it den stiijdvo^or, waarmede'; denkbeelden wel over liet hoofd mag zien. Yictfir
de bruiloft van PMthoÖs eiadigde. Twch zijïilHugo
werk van groeten omvang, dat
ook hier d« gi-oepen geordend, rytfofflisc'hi als i hei midden houdt i,ussch«n epos eaa
de strbphen van het oud« koor» n het
zija stelliugea over haast a-lle groote
gedach"verheft. zich ook hier, verheven, de godheid ; j ten ea da-des van zija lyd. Hij stelt het paus
aan de -voeten -zijn ook hïev de ui m'feir rustige i dom aiet
Hitegendeel zóó hoog als ver
Zoodra wij. 't wichtje zien gaan wij aan 't rei-gelijken
Eu 'tWeinood heeft een -glans waai- debnae voc-r-mset wijken,
Ach, Bblfs de braafste heeft ijn onsehjild niet bewaart!
Geen d'ie, bij 'l zien van 't wicU, dat a-iciin 't ba-t ontwaart
Waai1'' t lileme schepsel leeft.blijft heel d* schepping staren,
Want niets beslaat of hieïof "bij de Tiemelschar&n
Zoo zuiver als het wicht. Ee hesnei wordt soms Twchï,
De heiligheid verbleekt, waar nien haar hulds bracht
TM^'f wierook 'en gezang in-'t prachtig
"Het1 kind alï«en is Mank, het Irind is ae=oitectiiil4-zflra.
Mar -wie heeït 3-<üi het rtxslit osmaast hem boos te -zgn P1
"Wij s-moreÊloei geweid &e± "kraderlij-k j^fmn,
Maar isscïten stet-men domvhuart man d«-EeSi-s z*v~even^
DiJordnBjft die ailwon toon ;dan niet iie/aaeii schee Icyen
Om ons te stemmen tot wat hctïKfk, tólig ia?
Door hoogmoed, oadaak, feaat ie Vin.' ons
'De, gouden «eiiw, die wij ;siiids .eemvsm tier .bevneeacn.
Is nog op aard. Zie rond, .gij v.ind-t kaar j uw klesnen.
Zij zijn voisaïig, gij, gij ziet .het aaii an toch
Volgt gij hun vooriiEdiïniet, verleid door zelfbedrog?
Zoo maakt gij ijser wat voor n aok gowd kon heeten.
Gekluisterd door Oen iaat voert gij uw ijzren loten.
't Kind is.de cbrtie vreugd die ons verkwikking teacht
Wees lieyling, vr-aolijk, sjnsel.. Waids uw voorhoeft! aa«ht l
'De zwakheid vMt. daarop nifit teedre hsaid «ds Jüxxjrae.
't Is -of Ajpril Mj n 't sutluiiea ons
Der lieflijke natuar, Jfeeu, soïidö' a gscn licht.
Geen leven en geen zang, .Als ,gij voar ons gezicht..
Verdwijnt aaa-r hooger sfeer, dewijl het aai-Jsche leven
Op awesi vcrdren tocht ;geen zaligheid kan geven,
Dau vaart uw ziel omhoog, gelijk de geur der roos.
Nieuwe uitgaven.
Mr. . J, Asser."
H'et Amsterdam*?! Com
promis voor de regeling der Avary grosse en
Avary particulier op de lading. Amsterdam,
en'Sarfcorius.
tto Henne-Am lUiïjn. l)e
?ychledenïs der Mensclieid. Cultumhi'-toi'i che
?studiën. Naar liet oogduifech voor Nederland
bewerkt" door G. Eluyper Hz. Ie deel. leliölft
Amsterdam, .0. L. Brinkman.
'Palestina. Uit het Eiigelsch vertaald door
d. M. A. Douglas. Met 2-9 gravures en 3
kaafteh. Ie aiQ. 's Horiogenfoösel), 'W- K Srhmjder*
De ByZüuïeJi Moscon.
Le soeialismejigraiiK. Alfted
Ehelet, La triba 4e Gatriel. Charles Lentkénc., Une
ville idisfiyroe, Tauroentum -en ^revsnee. Le due
cPAifen^. Autour du monde. G. Vatbert, La politiqne
réalsetc. F. Bruneliïtre, Les Enncmia de TLcme.
Henri/ de Yaru/ny, Xes coloratkms de la ié\uie.
Senator Bear, Tae ccmduct of business in Congress.
The mysteries of American Taiïrosfl accounting,
'General 'cfi&rd TayloT, ' A. 'StatesinaB of A^ Culoaial
il J), . Chteffiberlaitr, S«TOnstrcc'tïon aml tïie
iegro. " A -Rmsiwn nifliilïsl. The einpite of the
disostentei. O. T. Herman, The:' Howgate (2pedi^
iion. Pxef. Graxs, MeiMgeva'l .Fi'OGie.h lifcraiuïie.
Dryden.;?Les jésöites aiartyrs. *
L'immi- et la eolonisation au .BrésiJ, .L'^clau-age aa
fhaile et au pétrole.
ONZE
Niemand is tot Burgemr ester be
noembaar dan 'die .... iugpzi'ten
is dor gemeente. Van dit
vaur^scïu-ift ian su bet b'lang dsr
gemcenie worden afgtwelvfji,
GemeentewLt, Aii 61.
Ik iieb ihedea 4e -«er u enzeia* bargemeaster
voor te stellea, . . .
(Het zal Bieaiaaid-verweodeEeim, dat ik deze
eerste schets, die door aaeerd«re zal g-^vol^d
w-ordea, :aan -Z.E.A. -wijde. Den
nieuw&gierjgesa ie»er moge het. gfesaoeg aija te
y-eraemen. dat .ik weosi- o^ eea dorp, als een anaec,
een echt boer,endorp .met 4-e gewone
plaiteals reeüEotacis^eesQ genees
-een predikaat; met a-veldwachter ea
a, -eeer gebrekkigej ?brandspuit; niet een Nut,
een JJederijkerskamer -en. >een,
Landbouw-AfdeelÏBg, .Di^a dorp heet .jUdorp; apek het maar
op de kaart. H-et .ligt".overal en .nergens,).
/Onze fouiig«iiieester ..hehoort tet een sirand.
waaruit de Steering aa-ders 3iiet gpwooa ia
2yu ambtenaren te trekteii,. d-en
móest .befceekeneti dat -zij er alles van begreep ;
zij nam met een Vriendelyke beweging haar
glas op en verzocht ileinhold om mot haar te
klinken op <3as Gliick ohae Keul"
Daar viel zij» -eog op Anna, wier blik hem
zocht me.t, es half angstige uitdrukking.
-Oogenblikkelijk was zijn stemmiag verandei'd.
Zoodm er eenige bewegi-ug on-der de gasten ont
stond, verliet hij ongemerkt de aaal en begaf
zich naai- buiten,
.Omhoog ziende bemerkte hij dat de hemel
niet helder meer was. De wolkeu pakten zich
sam?n eo daev-en weer uiteen om plaats te ma-.
.ken voor eera eakel sterretje- De begroeide
bergen waren pikawart -en. -scheaeu liooger
tezljn dmi gewooalijk. Hier ea daar scheen
nogeeaa lichtje, maar -in de fitad was alles stil,
Aaaa had aich nooit-afgevraagd of Eeinhold
haar liefhad; uit enkel-e gezegden van Alfred
had sij begrepèji dat gijn i'i'iend bet jongen
hart aan eea aüder geschonken .had; en hoe
wel zy. -wist dat het. leven met .zijn strenae
- eischen het vaste-ïknoopeii' van disn band ver
boden had, dacht zij toch dat hij nog altijd
om die verloren illusie treurde. Wel voelde
aij 't weer bij hun ontmoeting hoeveel
overeeïisi.emming er was in hun beider voelen en
deafcen; boe zij elkander terstoad met een half
woord beg<r©per>. Maar r-eoda eenmaal had.zij.
haai- eigen hart het zwijgen opgelegd, en ~
-zij wist wat dat moedige hart dragen kon.
De broederlijke, .gezindheid van den vriend
scheen haar een veilige hoede, waarop zij
ge1 rust vertrouwen kon. Daar kwam dat
ayondgesprek1 op de bank tusschen. balden,
Reinholcls wondeiiijk gezegde, vfonderlijk vooral
omdat zij terstond begreep dat hij er iets meer
of iets anders mee bedoelde. Zij had het ge
voel gekregen dat hij zich over haar eenzaam
heid wilde ontfermen en terstond kwam liaar
trots in'de wapenen tegen zijn medelijden.
En RenAoldV O, zij zou'met meer
ge' dacht hebben aan het sprookje van den ster
ken man, die .zich uit goedhartigheid
nederboog om- haai'" den .schat zijner liefde te geven,,
indien zy hem gisteravond na het concert door
de" straten van het stadje, had .zien dwalen,
terwijl hij menigmaal stil bleef staan voor
woningen, waaruit hem kinderstemmen tegen
kkmken! -Het verlangen naar .geluk, naar echt
auiseiijk geluk had hom aangegrepen,, ^n was
plotseling tot hartstocht aangegroeid. Eerst.
.ang na middernacht zocht hij zijn leger op:,
maar de slaap wilde niet komen,, en eerst toen
de dag aanbrak sluim rde hij in.
Die bei J en, zoo .nauw verbonden en
dage.ijks met elkander verkeerend als broeder en
zuster, kende-n -elkaar toch niet .zoo goed als
iij wel m«euden. Er was niets dat hou scheidde,
niets dan een klein misverstand, dat opgelost
zou zijn zoodra zij zich uitgesproken haddeïr.
Maar aij spraken zich niet uit. Want hun on
gedwongenheid was verdwenen ; .Araia.had iets
scliuchters gekregen en scheen Reinholcl te
ontwijken. Iï.y merkte het en het hinderde
hem, al wist hij niet -waarmee hij dat gebrek
aan vertrouwelijkheid had verdiend.
Hij haalde zijn schetsboek voor den dag en
begaf zich naar het hosch. Maar het -werken
vlotte niet van daag: de ne gedachte die hem
vervulde, joeg alle andere op de vlucht. En
toen hij terug kwam en gedrukt scheen, be
trapte Anna zich. zelve op den wensch om
niet koeler en overschilllger maar juist harte
lijker jegens hem te zijn. Dat maakte haar
verlegen en minder op haar gemak dan ge
woonlijk. Zoo kroop de dag langzaam voorbij.
Het weer was drukkend warm, en de zon
achter wolken verscholen, "'s Morgens Imd men
regen 'voorspeld, maar het was droog geble
ven. De hitte was onverdragelijk afmattend;
onbeweeglijk hingen de bladeren aar. de hoo
rnen, en de rook steeg loodrecht omhoog.
Tegen den middag scheen het op te klaren.
Eeinhold was rnet het kind gaan wandelen
en toen hij terug kwam hoorde hij dat Anna
alleen naar het bosch gegaan was; zij had een
zeker, hooggelegeu lievelingsplek^, dat eij
dikwijls opzocht, als het doel van haar wan
deling genoemd. De uren gingen langzaam
voorbij een zoele avond volgde op den
broeiend warmen dag. Geen windje bewoog
zich.. Zelfs het vee in de weide scheen ver
drukt' door de hitte en lag slaperig op den
grond. Reïnhold was in het gras gaan liggen
en zijn leven scheen hem eert herfstlandschap,
waar do nevel in fijne regendruppels op
nederzinkt en de omtrekken uitwischt, zoo 'dat
de naaste voorwerpen veraf nchijnen te zijn.
Plotseling schrikte hij va-n een heftige wind-j
vlaag, vergezeld van een dof gerommel in de
verte. Dat bracht hem terstond tot zich z-el-1
ven en tol de werkelijkireïd terug",
'Weer verhief zich de wind en xuischte dóór
de toppen der bosmen. ? Beitvholci sloeg een
onder zoekenden blik naar de lucht, die bijna
loodkleurig was, terwijl ewkele -witte wolkjes
veel lager door den wind werden voortgejaagd.
Hier en daar weerlichtte het; in. wijde, krin
gen vlogen de dorre bladeren'Oïrfhoog, en toen
werd alles weer -stil. - "
Maar einhold" ^vertrouwde het niet. Hij
zond het kind met de meid naar huis en be
gaf zich op w-eg, verder liet boseli in. Soras
scheen een hevige storm er tegen aan te bru
schen, maar 't was of het dichte geboomte
den wind tegenhield, dat daarachter Mets dan
een licht muizen merkbaar was. Kalm en vre
dig wanêlalde Mj daarheen; terwijl de fcirijd
h'em niet bereiken Icon', en de dëineiv een be
schuttend t:lak vormden roven?;ijn ho«fd. Lang
zamerhand begonnen -er zware droppels te
vallen, ea toen hij een lichtere plek overging
merkte, h-g 'di*t de regen onophoudelijk n he-_
vigheid toenam.
Zijne bezorgdheid, omtrent Anna
bevleugelde zijn schreden. Nu zij hem niet tegen w-as
gekomen, vei'moedde ny dut zij uit vrees voor
het oiiwesr boven op -de «enigszins beschutte
bank' was "blijven aitteii. Maar eei-i andere
gedachte begon feem te kwellen: als zij eens
een korteren, 'mm-der gebaanden boscïnyeg ge
kozen had en nu angstig rond dwaalde
Konder te weten waarheen ? J-ïij riep, 'maar er
volgde geen antwoord. Ademloos liep hij ver
der. Eindelijk had hij de hoogte
bereikt,de bank was ledig-!
De donkere bergen schenen in vuur en vlam
te staan, en bliksemstralen doorkliefden ieder
oogenblïk de pikzwarte lucht. De donder ra
telde, en naav/elijks was de eene slag voorbij
of de. andere volgde; het onweer, dat den gun*
schem dag gedreigd had was in Wie wosde
losgebarsten.
Yol vertwijfeling nep hij telkens baar-'naam.
Plotseling meende hij haar te 'hooren antwoor
den, maar het gehuil van den storm overstem
de elk ander" geluid. Op den tast drong hij
door het kreup-elhoat waar achter hij des.:em
had nieenen te ho-o-reo. Ea ja o geiuk, o
ssalighgid'! daar ,noords hij de geÜefiie s&em
vlak in aijn. nabijheid...
Waar is het kind?"
Veilig- en 'wel thuis!"
Dan ia het-goed!"
Een gevoel van afmatting scheen zich van
'haar meester te maken.; -ook de stem klonk
doffer, toen zij vervolgde : Maak u niet bezorgd
over mij,;-ik sta hier'heel goed tégen een boom."
Daar schitterde een bliksemstraal en ver
lichtte , een sekonde lang het géheele totmeel.
Reïnhold zag dat zij vlak bij een zeer steile
helling stond, op dat ogenbh'k een afgrond
ia zijn oogen. Anna!" gilde hij bïjrra:" greep
haar ar-ra en tï*ok haar naar zich toe. H
jsitlderde toeïi hij zijn arm 'beschermend «m haar
heen sloeg, en bïj den volgenden ^bliksemstraal
zag h:g dat zij doodsbleek wae. De sterke
man beeiüe als een riet.
Ben ik n zoo Hef, dat ge angstïg waart om
mijtrentwil P' vrteg zij. zacht.
Ik zou niet meer"inritten leven zonder.nfi:
sprak Hj dof.
De storm, huilde to'oven nuhnoofden enböog
de takken uib elkaar; maar te midden van Het
oproer in de natuur drongen zijn' woorden
als.de lieflijkste muziek, tot haar door. Dat
was niet enkel" medelijden en deelneming,'-"en
de zoete Loop, die zij lang'begraven
waande,herleefde'in haar hart. Maar droevig ant
woordde zij:
Spreek zoo niet Reinheid, als gij iets'- om
mij geeft!'.Zoo moogt g-e alleen sprekentegen
iemand,1 die gij.werkelijk lief heM!"
En weet gij dat dan niet sedert lange jaren?"
hernam nij "fluisterend. " , '
"-?Sedert lange jaren?" 'gij uitte die-woor
den als een kreet uit-het diepst harer ziel, .en
't was of bij haai--hart hoorde Moppen, toen
zij zachtkens, alsof zij vreesde de -smaTt ^e
doen ontwaken' ssachtkens vroeg: Sedert
lange jaren? en ook toen reeds?"
-Hij begreep wat zij 'niet -durfde -uitspreken,
- Ik heb xi in mijn liarte gedragen toen 'reeds,
en lang vóór, en altoos na dien tijd!" ant
woordde hij niet. bevends stem.
i Een hevige/aandoening maakte zich. van de
; jonge vrouw meester. Hij .merkte het, -hoewel
het pikdonker'was .om hen'heen. H'aar
geheele gestalte beefde en snikkend stond zg
naast hem.,
Het maakte hem. angstig dat zij daar zoo
stond in'regen en. onweer en ?duisternis,
Wilt gij mij-volgen, en met mij den rechten
weg zoeken 'P*1 vroeg nj-.
O zoa gaarne, liefste, "wees .gij mijn steun.
En hij bracht -haaT naar "de 'bank, waai zij
een-igzins beschut waren, ea daar "blevea zfj
tot déknetterende, d-onderslagén op hielden,
en de maan lang.2amjerhaKd de overwinning
behaalde over de zwarte rwolkenmaissa. Toen
dwaalden zij iraar :beneden.
De stormwind verhief zïea nu en dan nog
even, als het half 'onderdrukte snikken van een
bedroefd kind. Daarop -werd-het stil. Zij had
den elkanders hand gevat, en gingen kalm ea
en gelukkig samen" veMer.!
De moeiten en -zorgen1 -des'?daags waren vers
geteiïi BU sij ihem- zulk een groot en rein
geliife hadden doen vinden. -Eeïa'hold had het
rustig slapende jongske 'geklist"en nu zaten
zij 'bij het gezellige ararplicht u Anna's kamer.
Zij hadidem beproefd om elkander alïes te
vei*te-Men en het verleden op t-e helde!en; maar
hmi beider hart was te vol, *m zoo genoten
zij zwijgend yan het zalige heden. In hu
zi&l w&8 ulies -licht, «n klaarireid' eu
vnendelijfce geesten zweefiteüom-hen feeën.
Eeinhold. bad. met een s^ae^kenden blik d<e
pi^ano' geopend en Amia voigde gantue zija
wenk; heerlijk kïxmfc d-e Appassionata en de
vuursifcroom der toonen verwarmde zijn hart,
R% aat in ''t schemerig hoekje van de sofa en
dacht aan een avond lang; geleden. Zij had
het -Allegro gespeeld/ en was -opgestaan eu
naar -hem toegekosneB, zij legde de handen op
zijöschouders en hij 2ag glimlachend tot haar
op: Zijt gy niet boos op suj dat ik u zoo
dikwijls lastig val?" vroeg hij toen.
Een -©ogenblik zag zij nem vra-gend aan;
daar heirnnenie 21} zich plotseling het tooneel
van jaren .geleden; een donkere blof, bedekte
haar ^wangen en heldere tranen parelden i
haar oog. -Maar nu liep -zij niet weg zoo als
toen; zwijgend sloeg zij beide armen om zijn
hals, en nu eerst hadden zij elkander geheel
en ^oor goed gevonden.
J.