De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 9 maart pagina 4

9 maart 1879 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T S E D A M M E-R, WEEKBLAD VOOR NED E K L AND. ? Alle eerbied voor dien stand! Maar wie er eeriigszins mede bekend ia- zal ons toestemmen dat zijn doorgaande ontwikkeling niet van dien aa'rd is, dat hij mannen- kan voortbrengen die als'vertegenwoordigers der Regeering en hand havers der wet aan het hoofd eener gemeente .moeten staan, waar hun de gewichtigste volks belangen ter behartiging zijn toevertrouwd. De burgemeester-boer, wel téonderscheiden van. eea boeren-burgemeester, kan dan ook niet bogen pp een groote ontwikkeling.- 'Als . zijn vader en een lange reeks^ zijner voorzaten is. hij groot, gebracht'achter de.koeien. Hij heeft geen "andere school bezocht dan die voor lager onderwijs, e.i wil er zich wel een.-* op be roemen dat hij het Biet verder heeft gebracht dan tot zijn zooveelste boekje, en dat er in zijn tijd geen sprake w;as van het bestrijden van schoolverzuim en van vereenigingen tot ontwikkeling van het onderwijs. Te vergeefs zoeken wij ook naar de beleefde manieren en beschaafde vormen waarop de ontwikkelde ingezetenen gaarne prijsstellen en billijkerwijs aanspraak mogen maken. Al draagt hij, ook een hoogen hoed, de nige die tegen woordig bij den weg zichtbaar is, want de 'geneesheer loopt met een petje, en de overige .no'tabiliteiten met een flambard, welke hoed zor,deiding afsteekt bij" het kantoórjasje en de ?pantoffels, dat hoofddeksel maakt den man nog niet". Aan dezen man ayn zeer teedere belaugen ?toêvertionwd. 'Hij is hoofd der politie en als zoodanig soms "geroepen met evenveel beleid als kracht o.p te treden; hg is voorzitter \an :- den Raad, welke betrekking hem eigenaardige rechten schenkt en plichten oplecht voor wier vervulling vaak een vlug en helder oordeel vëreischt wordt; hij'is belast met het toezicht .op het onderwijs, een zaak van zoo gewichtigen aard dat het bijkans .een bespotting is haar aan zij u handen toe te vertrouwen; geen ?wondtr dan ook dat .ij ten plaUenlan.de nog al_. eens te strijden heeft met tegenwerkihg vim zijnen kant, en als de onderwijzer zeer nederige eischen doet om de school en de leermiddelen eenigsains op de hoogte van den tijd te bren gen, deze man afgewezen wordt met een. alle maal fratsen ctiéveel geld kosten,, waar wij iii onzen lijd niets van wisten en toen leerden '-wij er niet te minder om_." Hij is voorts belast met de handhaving en toepassing van een aautal Staats wetten, om nu niet- te zeggen dat deze man geroepen kan wórden om op te treden uls vertegenwoordiger der gemeente, -verdediger harer. rechten, handhaver hare*1 vrijheden. Voorheen was daV anders/ maar iu de laatste tientallen jaren ?,ijn er zooveel belangen aan hem toeven rouwd, zooveel werkzaamheden aan hem opgedragen, dat het waarlijk geen ijdele wensch is dat er niet dan duchtig ontwikkelde 'én beschaafde .mannen tot dit ambt mochten benoemd worden. .. Maar .... de Gemeentewet, schrijft duidelijk voor: Niemand kan tut burgemeester benoemd worden dau- die ingezetene is der gemeente. Eii pp een boerendorp zijn geen andere inge zetenen dan boeren en arbeiders, henoudens ?'die weinigen die Veel hooger staan op den maatschappelijk en .ladder, maar wier betrek king oavereemgbaar is met die van burge meester. Men mag dns al blijde zijn wanneer de -priimts i-nier pares benoemd wordt wat echter.niet alüjd het geval is. ~"WeI~kan er in het belang der gemeente van déze bepaling afgeweken worden, maar met dat belang der gemeente wordt dikwijls vreemd omgesprongen. In sommige gemeenten bchijnt d'at belang altijd mede te brengen, dat een burgemeester die geen ingezeten is benoemd wöi'dr. Oe.boeren vragen zich dan spijtig af, waarom er weder een uit den Haag moest ge stuurd worden" en zien in dien man weinig anders dan een dwaiskijker der régeering, of iemand ,diëhen uit haar naam komt massregelen". "Wij zijn, onder een straks te noemen voorbe.hbnd, voorstanders van burgemeesters die van buiten .aikolnen. Maar thans werkt hun be nt eming, - daar zij uitzondering, geen regel, ia dikwijls verkeerd; zij wordt met wantrouwen ?. begroet en geeft aanleiding to*-, onaangename , verwikkelingen Vooral is zij verkeerd wanneer tot deze betrekking jongelieden benoemd wor den,, die van het gahsche ambt weinig of niets weten, aan wier hand de praesidiale hamer, om niet te spreken van gewichtiger aakeu, kwalijk töeveitrouwd iy, en die in den waan verkceren, . dat zij, 't zij om hun mindere bevat telg khei d, 't zij ? em ceu weinig schitterend verleden, nergens an^ders goed voorin dan voor het dorpsburgemeeste-i-scliap. Dat is zeer strijdig met het belang der gemeente. . . . "Overigens-kun'.en wij evenmin het belang der gemeente inzien bij de benoeming vaneen burgemeester-b oer, -die ingezetene is. Zoo'n man, zegt men, kent zijn volkje, hij is meer vader dan meester, hij heeft nog al wat invloed en kan. daardoor veel kwaad voorkomen en veel goeds stichten; hij kent den eigenaardigen toe'stand en de behoeften zijner gemeente.' '.,.-AU of dit alles niet afhing van de vraag naar zijn kunde, zijn karakter, zijn volstrekte onpartijdigheid, zgn zin om het goede en nut tige vour te staan. Als of een vreemdeling, mits een knap man zijnde, en begaafd met menschenkennis zieh niet spoedig op do hoogte der .gemeentelijke behoeften zal stellen!' Als . oi' niet juist iu die "bekendheid van den burge. meebter-ingezetene met zijn onderdanen, een bekendheid die wederzijdscn is, een groote schaduwzijde op te merkeu valt! : De burgemeester van Aldorp is een zeer voornaam, dat wil op. zijn boersch zeggen, lijk .man; hij heeft een uitgebreide familie. Half Aldorp is aan hem v er maagschap t, of hangt. van hem af. Maar er zijn daar nog een paar . zeer voorname families die zijn verheffing met leede oogen .aauzien. ea hem op allerlei wijzen ' dwarsboomen. "Waar is de burgemeester-boer die daartegen ten volle opgewassen is; die vol- \ komen onpartijdig is; zijn.zoons even streng bekeurt als de zoons van anderen; nooit gun sten verleent aan zijn broers, of neven; die, als een, bengel van een jongen sich. misgaan heeft en hij proces-verbaal wil opmaken, opgewassen is tegen de redeneerir.g van ciens vader: nou Kees,-wat wou jij beginnen.", jij en ikke heb ben ook toen wij jongens waren zat genoeg ppgespenld. Wie eenigszins het platte land kent met zijne eigenaardige toestanden en behoeften, met aijn familieregeeringen en veten, wenscht alleen daarom naar burgemeesters die uit den vreemde komen en derhalve eenigen meerderen waarborg, wij zeggen niet opleveren maar'toch kunnen opleveren voor str i kte.onp ar tijdigheid. Wij voor ons zouden gaarne de bepaling van art. 61 Gemeentewet, die voorschrijft dat .de burgemeester uit de ingezetenen moet ge kozen worden,' geschrapt zien, of wel meer gebruik gemaakt zien van de vrijgevigheid der laatste alinea. Dat zou voor Aldorp, d. i. in het algemeen belang, zeer dienstig zijn. Maar dan moet er nog voldaan worden aan twee voorwaarden, wier vervulling wij onmis baar achten. Ten eerste^ moeten ei e tractemenieri ruim -verhoogd, en liefst van rijkswege l etaald wor den. De armzalige 3 a 5 honderd gulden ver zekeren niemand een onafhankelijk bestaan; zij dwingen de regeering een rijken dorpspo tentaat te benoemen of den benoemde tevens het secretarisambt en tal van andere postjes te bekleeden, waardoor hij overladen wordt met werkzaamheden. En voor zijn gevoel is het hoogst stuitend, dat schra'e tractement te moeten ontvangen van de ingezetenen, diêhet hém wel eens .op plompe wijze laten .gevoelen dat hij van hen leeft1'! Is er ook iets aan te voeren ten voordeele van zijn-bezoldiging uit de gemeentekas, wij meenen dat een rijksbezoldiging verkieselijker is, n omdat de burgemeester zijn benoeming niet van gemeente- maar van rijkswege ont vangt, n omdat hij nevens het eigenlijke ge meentewerk, zooveel arbeid voor het Rijk ver richten moet. Ten tweede behooren de burgemeesters moer en meer benoemd te worden uit mannen die bekwaam voor Inm vak zijn. Geen onervaren jongelieden, die in de eerste jaren alles moeten laten aankomen op den Secretaris, indien er een secretaris is! (Op den bij-tand der Wethoudeis valt weinig te rekenen; immers de wethouder-boer is in den regel van nog minde-r kracht dan zyn burgemeester.) Liefst ook geen oud-militairen die, hoc bekwaam en verdien stelijk overigens ook, het burgemeesterschap nog moeten aanleeren ^u voor wie de boereamaat schappij al te sterke remhiiscensen schijnt . op te leveren aan de javaansehe bevolking die E zij in Indiëhebben leoreu kennen, terwijl de wijze van behandeling die zij op haar toepas sen, geheel onwillekeurig, natuurlijk, uit. kracht der gewoonte te veel herinnert aan hun om; gang met décompagnie. i Maar bekwame mannen, die vóór dat zij i hun ambt aanvaarden, flink op de hoogte zijn l en weten hoe zij bij voorkomende gevallen \ zullen te handelen hebben, zulke mannen mo[gen wij billijkerwijs verlangen voor de iVeklee] ding - van "eeh ambt, dat in onze staatsinrich ting zeer gewichtig is. Waarom van den tóekomstigen burgemees ter niet gëeischt dat hij minstens een stage op een secretarie achter den rug hebbe ? Waarom, beter nog, hem niet onderwerpen aan een examen of gëeischt dat hij een wetenschap pelijke graad zal hebben of, wederom minstens, een diploma v<'.n een hoogere burgerschool bezitte. Het is zoo, diploma's en graden geven niet altijd voldoende waarborg, maar toch oneindig mee'r waarborg dan ...-niets, of recommandatiën van z. g. invloedrijke mannen. JSn zoolang dit alles niet verkregen wordt wenschten wij wel dat de Commissarissen des Konings, die gelijk bekend is eigenlijk de be noeming in handen hebben, alle middelen moch-ten in 't werk stellen "om heter dan nu soms geschiedt, zich op de hoogte te stellen van de personen die zij ter benoeming aanbevelen. Hiermede, waarde lezers, voor ditmaal vaartwel! Er is op Aldorp r,o:> meer te kijk. Tot nader! . j,Niets schijnt moeilijker dan zich te ont trekken aan een bestaand gebruik," dacht ik dezer dagen, stapvoets Rotterdam doorrij dende achter de lijkkoets van een ouden neef. 'fc Was een lange, ja, 't scheen mij een eiridelooze weg van het sterfhuis tot het kei-khof. Mijn beide koetsgenooten gaven geen tee ken van leven en zaten met onbeweeglijke en strakke gezichten te turen naar niets. De gor dijntjes der koets waren neergelaten en het gedruisch der stad maakte een zonderlingen indruk. Kondventers probeerden alles te over stemmen-met hun geschreeuw, de orgeldraaiers stoorden er sich niet aan of hun instrument valsch was of niet, de voerlieden lieten waar schuwende kreten hooren en honden, kinde ren, menschen en karren hielpen verder allen om dat oorverdoovend geraas te vermeerderen waarvoor Rotterdam bekend staat. Te midden van dat alles vervolgde de lijk wagen zijn weg en sukkelden de volgkoetsen er achteraan.... tot ieders verbazing? O neen, men is er aan gewoon 200 iets te zien; want moge het op sommige plaatsen een bewijs van voornaamheid zijn als de begrafenis vroeg tijdig plaats heeft, hier is de drukste jd van den dag aangewezen voor de plechtigheid. . Ja,, ik druk mij niet verkeerd, uit, men noemde dezen optocht een plechtigheid, zooals ik niet alleen vernam uit den mond der bid ders; maar ook uit dien van iemand, die een aanspraak hield bij het graf. Het was njn koud, want al vroor het niet, een schrale wind deed ' ons letterlijk verstijven, maar de over ledene was lid geweest van eemge vereejiigingen, die veel verloren aan zijn ijver en con tributie en dus moest als .hulde aan zijn na gedachtenis de een een speech houden, die de anderen' aanhoorden met ontblooteii hoofde. Ieder trok een gelegenheids gezicht, niemand huichelde treurigheid die hij'niet voelde, maar al konden allen, die hier om het graf geschaard stonden zich vrij wel vereeriigen met het besef dat deze leVensdraad. afgesneden was in het sterfhuis waren eenïge vrouwen achter gebleven, die zeer bedroefd weenden en er alle reden toe hadden. Voor deze waren dan ook eigenlyk de- woorden van de o. spreker bestemd, maar zij konden ze niet aanhooren, omdat het nu eenmaal tegenwoordig in Holland geen ge bruik is dat de vrouwen meegaan naar het kerkhof 1). Waarom eigenlijk niet? Over deze vraag peinzende, nam ik weer plaats in het rijtuig waarmede wij o'p soort gelijke wijze als we gekomen waren, huiswaarts keerden. Onderweg merkte een mijner mede reizigers aan dat die commissie voor lijkenverbranding nog?niet veel belangstelling op wekte, wat de andere heel gelukkig" noemde. nlk ben er in alle opzichten ti'gen," verklaarde hij op steüigen toon, en ik was zeer ver heugd te zien dater grondwetsherziening moet zijn, voordat men iets dergelijks" kan toe passen op onze dooden." Nu, en met een herziening van de grond wet zal het vodi eerst nog zoo'n vaart niet loopen," meikte déeerste met een gerasistellend glimlachje aan. Ik mengde mij maar niet in het gesprek. Waartoe zou ik? Toen men eenigen tijd geleden druk over deze zaak sprak, bleek het dat ie groots ia«$»a zieh opwond en warm. maakte zonder zich ooit geheel in de quaestie te verdiepen en eigenlijk zonder er zich om te bekommeren. Men meende dat ons gevoel7' er tegen opkwam om de lijken te verbranden en wellicht is dit, z-oo, doch dat gevoel" speelt een mensen af u toe merkwaardige parten. Wat is werkelijk ht-t geval met ons gevoel in betrekking tot'?onze dooden?" Dii : dat wij "den algemeenen Allerzïelendag der zuidelijke volken niet kennen en dat onze kerkhoven plaateen 'zijn waar we in den regel niet komen, doch waarover wij reeds spreken en denken in gereedgemaakte termen, die van mond tot nioöd gaan. Onze geliefden sluimeren dtar zoo .zacht in hun stille" rustplaats," heet het meestal-en men -vraagt er niet veel naar of, (zooals hier en daar het geval Ls) er kinderen op de graven loopen en stoeien, of er geiten of schapen grazen, of er een wasch ligt te bleeken en of j eindelijk de doodgraver, zooals hij dat. noemt, de graven pchiitit,''' dut wil zeggen: hoe hij na verloop van ecu zeker aantal jaren de | etïlle rustpïna's" van den een weer in orde brengt voor anderen. Miemand ergert' zich als er een familiegraf op-een publieke veiling verkocht woriit, bij den overigen boedel, en over hefc algem.cen berust men kalm in de'zaken zooals ze r, u eenmaal zijn en voegt zich.naar wat anderen deden, als er eeo sterfgeval in de familie i.-=. Die gebruiken zijn nu ongeveer overal deze : j dat het lijk een óVi-g' of drie vier in huis blijft en clan met een soort van bijzonder fmakeloozen optocht naar liet. kerkhof wordt gebracht door mannelijke bloedverwanten en vrienden. Vele, ja de meeste onzer kerkhoven zijn kaal en bieden geenevloi beschutting aao, doch hoe hard het' moge vriezen, hoe nat, koud en guur hét v/eer moge zijn, de geleiders moeten op dun doorweekten~grond, in de open Inch!, blij| ven staan, als er bij liet graf gesproken wordt. Menigeen deed. daar reeds een verkoeling op die hem leelijk te pas kwam en velen klaagden er over doch.... wie die eens voor al zegt: Ik wil die zaak anders inrichten?" - Niemand. Als er bij n of bij mij aan huis een doode i?, laten wij een akelig soort -van raenschen komen die alles bezorgen" en die er schande van spreken" als iemand zich een kleine afI wijking veroorlooft van wat zij vinden ssooals het behoort." In het voorbijgaan eeu klein s'.aartje hiervan: In een der "groot e'Zuid-Hollandsche steden best'-iat een groot, zwart lakensch kleed,, dat over elke kist wordt gehangen, zoolang het lijk in ht.iis staat en dat, meen ik, f 25 huur doet. Er was een pokken-epidemie in ds stad en een der ingezetenen, die zijn vrouw verloren had, gaf order.om dat kleed spoedig uit zijn huis te verwijderen, daar hij er vies van was en terecht voor besmetting vreesde. Niet alleen de bidders, maar zelfs dames van goeden huize .(want deze belangrijke zaak werd druk besproken) ergerden er zich over dut men op die wijze inbreuk maakte op een vaste gewoonte! ? Die gewoonte is echter geheel in strijd met die, welke wij by eenig nadenken zelven zou den voorschrijven. E-ïad" ik b.v, de begrafenisplechtigheid van mijn neef moeten'regelen ik zou in het vroege morgenuur, toen de straten nog leeg en Mïl waren, het lijk langzaam naar het kerkhof hebben laten brengen,onder geleide van. eert'paar vertrouwde personen. Daar zou ik de kist hebben laten zetten bij of boven het graf, bevestigd aan een katrol, waardoor deze" later, op een gegeven oogenblik, zachtkens kon nederzhiken. Over dit alles, heen een nette en ruime, ia eer of minder gedrapeerde tent, waarin de bloedverwanten en vriende'. zich schaarden om door het zingen of aanhooren van een lied en een hartelijk gesproken woord, eet; genicsnschappeHjk gebed, (of op -welke wijze men dien dienst ook wilde inrichten) werkelijk den over ledene die laatste hulde te brengen, waaraan we behoefte gevoelen. Ik zou de v-rouwen niet uitsluiten van die plechtigheid, maar integendeel in de eerste plaats al de huisgenooten van den gestorvene daarbij willen -zitin en verder niemand uitnoodigen voor de begrafenis, zooalfc thans gebeurr, maar ieder vrijlaten om ie komen, als het hart er hem of haar toe dringt. Het is thans met die optochten soms een akelig uitrekenen over de plaatsen iu de volgkoetsen, en menigmaal komen de treurenden daardoor in allerlei overleggingen, van kwalijknemingen, graden van bloedverwantschap, eereplaatsen eng,, waarvoor ze niet gestemd ziju. Dit alles en daarbij de vele onkosten, wat voor menigeen lang niet onverschillig is, zou den venueden worden als er eenvoudig in plaats van een uitnoodigin'g kennis gegeven werd, b.v. iu de Stadscoiirant, hoe laat, en waai de ter aardebestelling zou plaats hebben. Ieder was dan vrij om op eigen gelegenheid naar het kerkhof te rijden of te loopen, zonder dien onzinnigen stapvoetsrit mede te moeten makon achter den leelijken lijkwagen, die nog niet zelden, om toch de hoofdstraten te kun nen passeeren (dat staat netje?, vinden de heeren bidders) een heel eind onirijdt. Merkwaardig dat zoovelen zich daar tot nog toe aan onderwerpen. 2al dat niet veranderen als men er eens gezamenlijk over gaat denken? Waarschijnlijk wel, maar het schijnt gemakkelijker dan het is om met eemge traditie te breken en wel vooral met deze, omdat we er een besluit voor moe ten nemen in dagen, als we soms door zorgen en waken, vermoeid, of geheel ter neer gebogen onder eenig verlies, geneigd zijn tot onver schillig volgen in een zaak die, boe ze ook geschikt wordt, op alle manieren pijnlijk en onaangenaam is. A.... A sen. Een zeer gemengd comité" heeft zich .ge vormd en hoopt door ruime bijdragen instaat gesteld te worden het gebouw eene eigenaar dige versiering te geven. Een beroep op de inwoners is bereids gedaan. Wij twijfelen niet of er zal een goedgunstig gehoor aan verleend worden n de kweekschool een blijk dragen van de vereering der nagedachtenis van prins Hendrik de Goede. Met een zaak van vooruitgang wil ik be sluiten. Er is vergunning verleend aan H. C. F. Couwenberg te 's Ilage en J. L. J. Jansen te Hillegom om stoomt ram ways aan te leggen van Leiden naar 's Hage en Haarlem. Yooruit maar.... als maar niet zoo als meer gebeurd is de concessionarissen van -de verleende vergunning geen gebruik maken, Leiden, 28 Febr. 1879. JAN H. 1) Fatiny Kern roept uit: de mode wil thans dat' vrouwen niet nu de zullen gaan naar liet kerkhof, maar zou er werkelijk n moeder gevondsfl worden die zich liet weerhouden om luiar lieveling op dezen laatsten tocht te vergez- Hen ? OT6F *!e ElIge Een beroep op de liefdadigheid omer land- j genootcn bleef zelden onverhoord ; en al komt het ook in verschillende vormen tot on?, wij kunnen ook wijzen op de verschillende resul- i taten die er bij worden verkregen. O uk hier' wei-d zulk een beroep op de mecrgegooden. binnen onze ve^tc gedaan en zij die het iint-.i-.. atief namen, hr-bbe-n hun pogingen met den Vesten uitslag bekroond gezien. Thans was het ecu soiree mu?icale, die n goed slaagde, n een prachtige recette opleverde. Vier dfimfs, mevr. M. van -Mannekus, mevr. J. Plemp, me j. J. Hoogensti aaten en mej. M. Sijthoff besloten een muziekavond te arrangeert-n, geheel ten voordele der noodUjdenU«ii in deze gemeente en riepen daartoe ,de hulp van dames en heert-n dilettanten in. Van die zijde kwam zeer gewaardeerde mede werking en daaraan is ook voor een-groot deel het welslagen der onderneming te danken. Maar ook van andere f.ijde kwam belange-' looze samenwerking en hulp. Deheer Cockuyt leverde kosteloos de piano, de firma van Ewijk en Groen zorgde belangeloos voor een smaak volle vei siering van het orkest en de zaal. met de hulp der firma Speet, die de bloemen en planten leverde, terwijl de heer Joh. J. Eggers zich belastte met den verkoop der plaatsbiljetteu en de heer A. W. Sijthoff het pro gramma in de Leidsche Gids afdrukte en de geheele opbrengst van den verkoop CD do advertentiën aan het comitéoverdroeg. Bemin nelijk en dringend wisten deze dames de ',voldadigheidszin harer stadaeriooten op te wek ken en de stampvolle zaal was een sprekend bew-js dat hun. beroep niet te vergeefs was gedaan. Bijna achttienhonderd galden aan contanten, behalve giften in natura, was de opbrengst die dankbaar ontvangen, voor ver scheidene huisgezinnen een weldaad'zul zijn. Zelden heeft men zulk een resultaat op derge lijke onderneming alhier gezien, waar het som tijds voor andere zaken, o zoo ontzettend veel moeiie kost medewerking en sympathie te ver krijgen. Aan het krachtig optreden en flink handelen der genoemde dames hebben wij dat te danken en voorzeker mag een erkentelijk woord van hulde en dank niet ontbreken. Van de soiree zelve mogen wij niet te scherp in ons oordeel ziju. Een edel pogen voor een; edel doel mogen wij niet gispen, maar n grief hebben wij toch, "namelijk dat het programma op n uitzondering na, uit comyositiën van buitenlandsohe toondichters bestond. Alleen: aan Frans Coe-nen werd een bescheidene hulde gebracht niet de uitvoering van de solo voor viool Ghant, die con amore werd uitgevoerd. \Vat is on-0e taal toch arm'. Wat worden u-r/ze componisien veronachtzaamd! Bij al het schoons wat door hen op niuzikaal gebied gewrocht is, is geen enkel nummer te vinden S dafc drie a vierhonderd hoorders in verrukking brengt! Helaas, 't is een karaktertrek van ons dat alles wat uit den vreerade komt ons lokt en aantrekt.; maar bij dat alles is zooveel, waarvan het beter was dat het hier nooit was gekomen. Nu wij ons toch op muzikaal terrein bewe gen, moet ik nog melden dat de afdeeling deiMaatschappij tot bevordering der toonkunst een afdteüng die zich in 1875 hier vestigde, maar tot nu toe veler sympathie niet mocht wegdragen, en die dour gehuurde en geleende krachten zich moet staande bonden -?het plan heeft opgevat de Josua van Handel en de negende sytnphonie van Beethoven uit te voe ren. . Beide stukken, let wel! zullen op n avond ten gehoore gebracht worden. Waai de toehoorders en de executanten hun geduld van daan zullen halen is ons een raadsel. Immers de Josua vult een geheelon avond, w.'tt doet dan nog de negende symphonie er bij? Mogelijk zullen wij later gelegenheid heb ben van dit merkwaardig phenomeen iets te zeegen. Beter zal het gaan met de Leidsche zangver een gin g, die op haar gewone jaarHjksche uitvoering onder leiding van den lieer A. J. Wetren?, Schumann's das Paradies und die Peri zul uitvoeren. De moeilijke solopartij, die Peri, zal door onze verdienstelijke landgenoote mejuffr. W. Gips, van Dordrecht, gezongen worden. Iets van anderen aard is het plan om in den gevel van het nieuwe gebouw der kweekschool voor zeevaart, alhier, een borstbeeld van wij len de eere-voorzitter der commissie van oppertoezicht en beheer, prins Hendrik, te plaatII. Soitw -van ijzeren schepen. De bouw van ijzeren schepen heeft, door den ongelukkigeii toestand van 't afgeloopen jaar het meest ge leden ; de prijzen zijn lager dan ooit. Contrac ten kunnen afgesloten worden voor eersto k lasse ijzeren schepen tegen ongeveer & 1:1 per gemeten ton, tegen & 15 in 1B75 en M 13 n 1077.- De tegenwoordige lage prijzen deisteenkolen, waardoor de onkosi en voor stoomschepen zoo aanmerkelijk minde v worde n, heb ben ten gevolge gehad, dat meer kapitaal iu stoo inschep en te^en vermindering in zeilsche pen belegd is. De handel zul, bij ds gocdkoope vrachten, mogelijk . geworden door.de mindere waarde der schepen, in elk geval ge baat zijn. De scheepsbouwmeesters aan de Ciyde, die tien jaar geleden het werk aan de Thames onttrokken, hebben meer geleden door hunne concurrenten aan de Tyne, die in 't nfgeloopen jaar vrij wel werk gehad hebben. De tegenw oor dïgo sehfiïpe concurrentie, -waar bij zelfs de kleinste lokale behingen in reke ning gebracht worden, is oorzaak van de uit breiding van den scheepsbouw aan de TCP, waar de goedkoop gefabriceerde Cleveland scheopsplaten bij de hand zijn. Het moet ech ter als eene uilzondering beschouwd worden, als eene mindere kwaliteit platen voor schepen zon gebruikt worden dan voor andei-e doel einden ; wanneer de navraag naar staal alleen het rijzen van den standaard van de hoeda nigheid van het ijzer ten gevolge hyeft, zal een voordeel behaald weaen. Het staal heeft het ijzer nog niet in die mate verdrongen als wel voorspeld werd; heb ge bruik van staal lieert zich .voor het. grootste gedeelte bepaald tot bijzondere gevallen, waar o. a. weinig diepgang van het schip eene hoofd voorwaarde was, of waar besparingen van het tarragewicht van den romp een direct voor deel opleverde. De Lloydrf voorschriften over het gebruik van dunnere platen, wanneer deze van s i' aal zijn hebben nog niet ten gevolge gehad, dat nu reeds stalen schepen goedkooper kunnen gebouwd worden dan ijze ren; niettemin blijven de staalfabrikanten even sterk als vroeger op eene betere toekomst Bruggen en verdere ii8er-co-nstructï$s kimvan £11 tot £> 13 per ton gekocht worden, ca niettegenstaande deae lage prijzen is er weinig vooruitzicht op werk. 'De oorlog met Afgha nistan heeft de uitgaven voor Indische spoor wegen welke in 't afgeloopen jaar in dez« tak van nijverheid zooveel levendigheid ge bracht heeft zeer beperkt; en niettegen staande een groot aantal bruggen voor Au. itralie en Zuid-Afrika gübouwd zijn, is het totaal aantal ' tonaen in aanmaak veel minder: dan. voor de koloniën gerekend mag worden, Dd voorgestelde bouw der Forth Bridge", eene brug, wier constructie op het oogenblik bet moest de aandacht trekt zij moet na genoeg geheel van siaal gemaakt worden?is voor deze tak van nijverheid van groot belang. ttzergietcryen. Het is nauwelijks teveel gezegd, wanneer getuigd wordt, dat Cleveland zich van de gegoten ijaerindustrie in hè' gebeele koningrijk meester heeft gemaakt ; de. weinige kosten voor de fabricage, door den hopeïoozen toestand van den handel in het licht gesteld, hebben ten gevolge gehad, dat de prijzen van de concurrenten in alle deeleu van het land gedaald zijn. De voordeelen, welke Cleveland bezit, tellen nu ernstig mede, eens deels ten gevolge van de aangroeiende erva renheid in de fabricage, waardoor de beste inferieure lokale erts verkregen wordt an derdeels doordien ingenieurs en architekten tegenwoordig geneigd zijn, ter verkrijging vaa veiligheid in hunne constructies, liever groo tere vormen en gewichten voor te schrijven, dan voor dezelfde doeleinden eene betere kwa liteit van materiaal te nemen. Cleveland is op weg zoowel het grootste district van da wereld l worden voor gieterijen als voor walswerken; afnemers zijn dan ook niet meer ge negen voor een beter kwaliteit ijzer abovecl meer to besteden. In de Schotsche gieterijen, alwaar, zoo men reeds lang meende, heb alleen mogelijk was uit de lokale erts ? het lichte, zuivere gietwerk te kunnen leveren, wordt- door de concurrentie met Clcvelr.nd de erts uit dit laatste' district in groote massa aangevoerd. De gieterijen in de Midland- districten beleven thans ook hare Kjdès-periode: en. niettegenstaande cte beste Derby shire en Staffordshire ijzersoorteu bij ingenieurs, die voor hun werk goede ijzerioorten vragen, altijd de voorkeur verdienen, worden niettemin de prijzen van gewoon giet werk berekend naar de waarde, waarvoor de gieterijen in Cleveland willen leveren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl