Historisch Archief 1877-1940
DE A M S T S E D A M M E-R, WEEKBLAD VOOR NED E K L AND.
? Alle eerbied voor dien stand! Maar wie er
eeriigszins mede bekend ia- zal ons toestemmen
dat zijn doorgaande ontwikkeling niet van dien
aa'rd is, dat hij mannen- kan voortbrengen die
als'vertegenwoordigers der Regeering en hand
havers der wet aan het hoofd eener gemeente
.moeten staan, waar hun de gewichtigste volks
belangen ter behartiging zijn toevertrouwd.
De burgemeester-boer, wel téonderscheiden
van. eea boeren-burgemeester, kan dan ook
niet bogen pp een groote ontwikkeling.- 'Als
. zijn vader en een lange reeks^ zijner voorzaten
is. hij groot, gebracht'achter de.koeien. Hij
heeft geen "andere school bezocht dan die voor
lager onderwijs, e.i wil er zich wel een.-* op be
roemen dat hij het Biet verder heeft gebracht
dan tot zijn zooveelste boekje, en dat er in
zijn tijd geen sprake w;as van het bestrijden
van schoolverzuim en van vereenigingen tot
ontwikkeling van het onderwijs.
Te vergeefs zoeken wij ook naar de beleefde
manieren en beschaafde vormen waarop de
ontwikkelde ingezetenen gaarne prijsstellen en
billijkerwijs aanspraak mogen maken. Al draagt
hij, ook een hoogen hoed, de nige die tegen
woordig bij den weg zichtbaar is, want de
'geneesheer loopt met een petje, en de overige
.no'tabiliteiten met een flambard, welke hoed
zor,deiding afsteekt bij" het kantoórjasje en de
?pantoffels, dat hoofddeksel maakt den man
nog niet".
Aan dezen man ayn zeer teedere belaugen
?toêvertionwd. 'Hij is hoofd der politie en als
zoodanig soms "geroepen met evenveel beleid
als kracht o.p te treden; hg is voorzitter \an
:- den Raad, welke betrekking hem eigenaardige
rechten schenkt en plichten oplecht voor wier
vervulling vaak een vlug en helder oordeel
vëreischt wordt; hij'is belast met het toezicht
.op het onderwijs, een zaak van zoo
gewichtigen aard dat het bijkans .een bespotting is
haar aan zij u handen toe te vertrouwen; geen
?wondtr dan ook dat .ij ten plaUenlan.de nog
al_. eens te strijden heeft met tegenwerkihg vim
zijnen kant, en als de onderwijzer zeer nederige
eischen doet om de school en de leermiddelen
eenigsains op de hoogte van den tijd te bren
gen, deze man afgewezen wordt met een. alle
maal fratsen ctiéveel geld kosten,, waar wij
iii onzen lijd niets van wisten en toen leerden
'-wij er niet te minder om_." Hij is voorts belast
met de handhaving en toepassing van een
aautal Staats wetten, om nu niet- te zeggen dat
deze man geroepen kan wórden om op te
treden uls vertegenwoordiger der gemeente,
-verdediger harer. rechten, handhaver hare*1
vrijheden.
Voorheen was daV anders/ maar iu de laatste
tientallen jaren ?,ijn er zooveel belangen aan
hem toeven rouwd, zooveel werkzaamheden aan
hem opgedragen, dat het waarlijk geen ijdele
wensch is dat er niet dan duchtig ontwikkelde
'én beschaafde .mannen tot dit ambt mochten
benoemd worden.
.. Maar .... de Gemeentewet, schrijft duidelijk
voor: Niemand kan tut burgemeester benoemd
worden dau- die ingezetene is der gemeente.
Eii pp een boerendorp zijn geen andere inge
zetenen dan boeren en arbeiders, henoudens
?'die weinigen die Veel hooger staan op den
maatschappelijk en .ladder, maar wier betrek
king oavereemgbaar is met die van burge
meester. Men mag dns al blijde zijn wanneer
de -priimts i-nier pares benoemd wordt wat
echter.niet alüjd het geval is.
~"WeI~kan er in het belang der gemeente van
déze bepaling afgeweken worden, maar met
dat belang der gemeente wordt dikwijls vreemd
omgesprongen. In sommige gemeenten bchijnt
d'at belang altijd mede te brengen, dat een
burgemeester die geen ingezeten is benoemd
wöi'dr. Oe.boeren vragen zich dan spijtig af,
waarom er weder een uit den Haag moest ge
stuurd worden" en zien in dien man weinig anders
dan een dwaiskijker der régeering, of iemand
,diëhen uit haar naam komt massregelen".
"Wij zijn, onder een straks te noemen
voorbe.hbnd, voorstanders van burgemeesters die van
buiten .aikolnen. Maar thans werkt hun be
nt eming, - daar zij uitzondering, geen regel, ia
dikwijls verkeerd; zij wordt met wantrouwen
?. begroet en geeft aanleiding to*-, onaangename
, verwikkelingen Vooral is zij verkeerd wanneer
tot deze betrekking jongelieden benoemd wor
den,, die van het gahsche ambt weinig of niets
weten, aan wier hand de praesidiale hamer, om
niet te spreken van gewichtiger aakeu, kwalijk
töeveitrouwd iy, en die in den waan verkceren,
. dat zij, 't zij om hun mindere bevat telg khei d, 't zij
? em ceu weinig schitterend verleden, nergens
an^ders goed voorin dan voor het
dorpsburgemeeste-i-scliap. Dat is zeer strijdig met het belang
der gemeente. . .
. "Overigens-kun'.en wij evenmin het belang
der gemeente inzien bij de benoeming vaneen
burgemeester-b oer, -die ingezetene is. Zoo'n
man, zegt men, kent zijn volkje, hij is meer
vader dan meester, hij heeft nog al wat invloed
en kan. daardoor veel kwaad voorkomen en
veel goeds stichten; hij kent den
eigenaardigen toe'stand en de behoeften zijner gemeente.'
'.,.-AU of dit alles niet afhing van de vraag
naar zijn kunde, zijn karakter, zijn volstrekte
onpartijdigheid, zgn zin om het goede en nut
tige vour te staan. Als of een vreemdeling,
mits een knap man zijnde, en begaafd met
menschenkennis zieh niet spoedig op do hoogte
der .gemeentelijke behoeften zal stellen!' Als
. oi' niet juist iu die "bekendheid van den
burge. meebter-ingezetene met zijn onderdanen, een
bekendheid die wederzijdscn is, een groote
schaduwzijde op te merkeu valt!
: De burgemeester van Aldorp is een zeer
voornaam, dat wil op. zijn boersch zeggen, lijk
.man; hij heeft een uitgebreide familie. Half
Aldorp is aan hem v er maagschap t, of hangt.
van hem af. Maar er zijn daar nog een paar
. zeer voorname families die zijn verheffing met
leede oogen .aauzien. ea hem op allerlei wijzen '
dwarsboomen. "Waar is de burgemeester-boer
die daartegen ten volle opgewassen is; die vol- \
komen onpartijdig is; zijn.zoons even streng
bekeurt als de zoons van anderen; nooit gun
sten verleent aan zijn broers, of neven; die, als
een, bengel van een jongen sich. misgaan heeft
en hij proces-verbaal wil opmaken, opgewassen
is tegen de redeneerir.g van ciens vader: nou
Kees,-wat wou jij beginnen.", jij en ikke heb
ben ook toen wij jongens waren zat genoeg
ppgespenld.
Wie eenigszins het platte land kent met
zijne eigenaardige toestanden en behoeften,
met aijn familieregeeringen en veten, wenscht
alleen daarom naar burgemeesters die uit den
vreemde komen en derhalve eenigen meerderen
waarborg, wij zeggen niet opleveren maar'toch
kunnen opleveren voor str i kte.onp ar tijdigheid.
Wij voor ons zouden gaarne de bepaling
van art. 61 Gemeentewet, die voorschrijft dat
.de burgemeester uit de ingezetenen moet ge
kozen worden,' geschrapt zien, of wel meer
gebruik gemaakt zien van de vrijgevigheid der
laatste alinea. Dat zou voor Aldorp, d. i. in
het algemeen belang, zeer dienstig zijn.
Maar dan moet er nog voldaan worden aan
twee voorwaarden, wier vervulling wij onmis
baar achten.
Ten eerste^ moeten ei e tractemenieri ruim
-verhoogd, en liefst van rijkswege l etaald wor
den. De armzalige 3 a 5 honderd gulden ver
zekeren niemand een onafhankelijk bestaan;
zij dwingen de regeering een rijken dorpspo
tentaat te benoemen of den benoemde tevens
het secretarisambt en tal van andere postjes
te bekleeden, waardoor hij overladen wordt
met werkzaamheden. En voor zijn gevoel is
het hoogst stuitend, dat schra'e tractement te
moeten ontvangen van de ingezetenen, diêhet
hém wel eens .op plompe wijze laten .gevoelen
dat hij van hen leeft1'!
Is er ook iets aan te voeren ten voordeele
van zijn-bezoldiging uit de gemeentekas, wij
meenen dat een rijksbezoldiging verkieselijker
is, n omdat de burgemeester zijn benoeming
niet van gemeente- maar van rijkswege ont
vangt, n omdat hij nevens het eigenlijke ge
meentewerk, zooveel arbeid voor het Rijk ver
richten moet.
Ten tweede behooren de burgemeesters moer
en meer benoemd te worden uit mannen die
bekwaam voor Inm vak zijn. Geen onervaren
jongelieden, die in de eerste jaren alles moeten
laten aankomen op den Secretaris, indien er
een secretaris is! (Op den bij-tand der
Wethoudeis valt weinig te rekenen; immers de
wethouder-boer is in den regel van nog minde-r
kracht dan zyn burgemeester.) Liefst ook geen
oud-militairen die, hoc bekwaam en verdien
stelijk overigens ook, het burgemeesterschap
nog moeten aanleeren ^u voor wie de
boereamaat schappij al te sterke remhiiscensen schijnt
. op te leveren aan de javaansehe bevolking die
E zij in Indiëhebben leoreu kennen, terwijl de
wijze van behandeling die zij op haar toepas
sen, geheel onwillekeurig, natuurlijk, uit. kracht
der gewoonte te veel herinnert aan hun
om; gang met décompagnie.
i Maar bekwame mannen, die vóór dat zij
i hun ambt aanvaarden, flink op de hoogte zijn
l en weten hoe zij bij voorkomende gevallen
\ zullen te handelen hebben, zulke mannen
mo[gen wij billijkerwijs verlangen voor de
iVeklee] ding - van "eeh ambt, dat in onze staatsinrich
ting zeer gewichtig is.
Waarom van den tóekomstigen burgemees
ter niet gëeischt dat hij minstens een stage
op een secretarie achter den rug hebbe ?
Waarom, beter nog, hem niet onderwerpen aan
een examen of gëeischt dat hij een wetenschap
pelijke graad zal hebben of, wederom minstens,
een diploma v<'.n een hoogere burgerschool
bezitte.
Het is zoo, diploma's en graden geven niet
altijd voldoende waarborg, maar toch oneindig
mee'r waarborg dan ...-niets, of
recommandatiën van z. g. invloedrijke mannen.
JSn zoolang dit alles niet verkregen wordt
wenschten wij wel dat de Commissarissen des
Konings, die gelijk bekend is eigenlijk de be
noeming in handen hebben, alle middelen
moch-ten in 't werk stellen "om heter dan nu soms
geschiedt, zich op de hoogte te stellen van de
personen die zij ter benoeming aanbevelen.
Hiermede, waarde lezers, voor ditmaal
vaartwel! Er is op Aldorp r,o:> meer te kijk. Tot
nader!
. j,Niets schijnt moeilijker dan zich te ont
trekken aan een bestaand gebruik," dacht
ik dezer dagen, stapvoets Rotterdam doorrij
dende achter de lijkkoets van een ouden neef.
'fc Was een lange, ja, 't scheen mij een
eiridelooze weg van het sterfhuis tot het
kei-khof. Mijn beide koetsgenooten gaven geen tee
ken van leven en zaten met onbeweeglijke en
strakke gezichten te turen naar niets. De gor
dijntjes der koets waren neergelaten en het
gedruisch der stad maakte een zonderlingen
indruk. Kondventers probeerden alles te over
stemmen-met hun geschreeuw, de orgeldraaiers
stoorden er sich niet aan of hun instrument
valsch was of niet, de voerlieden lieten waar
schuwende kreten hooren en honden, kinde
ren, menschen en karren hielpen verder allen
om dat oorverdoovend geraas te vermeerderen
waarvoor Rotterdam bekend staat.
Te midden van dat alles vervolgde de lijk
wagen zijn weg en sukkelden de volgkoetsen
er achteraan.... tot ieders verbazing? O neen,
men is er aan gewoon 200 iets te zien; want
moge het op sommige plaatsen een bewijs van
voornaamheid zijn als de begrafenis vroeg
tijdig plaats heeft, hier is de drukste jd van
den dag aangewezen voor de plechtigheid. .
Ja,, ik druk mij niet verkeerd, uit, men
noemde dezen optocht een plechtigheid, zooals
ik niet alleen vernam uit den mond der bid
ders; maar ook uit dien van iemand, die een
aanspraak hield bij het graf. Het was njn
koud, want al vroor het niet, een schrale wind
deed ' ons letterlijk verstijven, maar de over
ledene was lid geweest van eemge
vereejiigingen, die veel verloren aan zijn ijver en con
tributie en dus moest als .hulde aan zijn na
gedachtenis de een een speech houden, die de
anderen' aanhoorden met ontblooteii hoofde.
Ieder trok een gelegenheids gezicht, niemand
huichelde treurigheid die hij'niet voelde, maar
al konden allen, die hier om het graf geschaard
stonden zich vrij wel vereeriigen met het besef
dat deze leVensdraad. afgesneden was in
het sterfhuis waren eenïge vrouwen achter
gebleven, die zeer bedroefd weenden en er alle
reden toe hadden. Voor deze waren dan ook
eigenlyk de- woorden van de o. spreker bestemd,
maar zij konden ze niet aanhooren, omdat het
nu eenmaal tegenwoordig in Holland geen ge
bruik is dat de vrouwen meegaan naar het
kerkhof 1).
Waarom eigenlijk niet?
Over deze vraag peinzende, nam ik weer
plaats in het rijtuig waarmede wij o'p soort
gelijke wijze als we gekomen waren, huiswaarts
keerden. Onderweg merkte een mijner mede
reizigers aan dat die commissie voor
lijkenverbranding nog?niet veel belangstelling op
wekte, wat de andere heel gelukkig" noemde.
nlk ben er in alle opzichten ti'gen," verklaarde
hij op steüigen toon, en ik was zeer ver
heugd te zien dater grondwetsherziening moet
zijn, voordat men iets dergelijks" kan toe
passen op onze dooden."
Nu, en met een herziening van de grond
wet zal het vodi eerst nog zoo'n vaart niet
loopen," meikte déeerste met een
gerasistellend glimlachje aan.
Ik mengde mij maar niet in het gesprek.
Waartoe zou ik? Toen men eenigen tijd
geleden druk over deze zaak sprak, bleek het
dat ie groots ia«$»a zieh opwond en warm.
maakte zonder zich ooit geheel in de quaestie
te verdiepen en eigenlijk zonder er zich om
te bekommeren. Men meende dat ons gevoel7'
er tegen opkwam om de lijken te verbranden
en wellicht is dit, z-oo, doch dat gevoel" speelt
een mensen af u toe merkwaardige parten.
Wat is werkelijk ht-t geval met ons gevoel
in betrekking tot'?onze dooden?"
Dii : dat wij "den algemeenen Allerzïelendag
der zuidelijke volken niet kennen en dat onze
kerkhoven plaateen 'zijn waar we in den regel
niet komen, doch waarover wij reeds spreken
en denken in gereedgemaakte termen, die van
mond tot nioöd gaan.
Onze geliefden sluimeren dtar zoo .zacht
in hun stille" rustplaats," heet het meestal-en
men -vraagt er niet veel naar of, (zooals hier
en daar het geval Ls) er kinderen op de graven
loopen en stoeien, of er geiten of schapen
grazen, of er een wasch ligt te bleeken en of
j eindelijk de doodgraver, zooals hij dat. noemt,
de graven pchiitit,''' dut wil zeggen: hoe hij
na verloop van ecu zeker aantal jaren de
| etïlle rustpïna's" van den een weer in orde
brengt voor anderen.
Miemand ergert' zich als er een familiegraf
op-een publieke veiling verkocht woriit, bij den
overigen boedel, en over hefc algem.cen berust
men kalm in de'zaken zooals ze r, u eenmaal
zijn en voegt zich.naar wat anderen deden, als
er eeo sterfgeval in de familie i.-=.
Die gebruiken zijn nu ongeveer overal deze :
j dat het lijk een óVi-g' of drie vier in huis blijft
en clan met een soort van bijzonder fmakeloozen
optocht naar liet. kerkhof wordt gebracht door
mannelijke bloedverwanten en vrienden. Vele,
ja de meeste onzer kerkhoven zijn kaal en
bieden geenevloi beschutting aao, doch hoe
hard het' moge vriezen, hoe nat, koud en guur
hét v/eer moge zijn, de geleiders moeten op
dun doorweekten~grond, in de open Inch!,
blij| ven staan, als er bij liet graf gesproken wordt.
Menigeen deed. daar reeds een verkoeling op
die hem leelijk te pas kwam en velen klaagden
er over doch.... wie die eens voor al zegt:
Ik wil die zaak anders inrichten?"
- Niemand.
Als er bij n of bij mij aan huis een doode
i?, laten wij een akelig soort -van raenschen
komen die alles bezorgen" en die er schande
van spreken" als iemand zich een kleine
afI wijking veroorlooft van wat zij vinden ssooals
het behoort."
In het voorbijgaan eeu klein s'.aartje hiervan:
In een der "groot e'Zuid-Hollandsche steden
best'-iat een groot, zwart lakensch kleed,, dat over
elke kist wordt gehangen, zoolang het lijk in
ht.iis staat en dat, meen ik, f 25 huur doet.
Er was een pokken-epidemie in ds stad en
een der ingezetenen, die zijn vrouw verloren
had, gaf order.om dat kleed spoedig uit zijn
huis te verwijderen, daar hij er vies van was
en terecht voor besmetting vreesde.
Niet alleen de bidders, maar zelfs dames van
goeden huize .(want deze belangrijke zaak werd
druk besproken) ergerden er zich over dut
men op die wijze inbreuk maakte op een vaste
gewoonte! ?
Die gewoonte is echter geheel in strijd met
die, welke wij by eenig nadenken zelven zou
den voorschrijven.
E-ïad" ik b.v, de begrafenisplechtigheid van
mijn neef moeten'regelen ik zou in het
vroege morgenuur, toen de straten nog leeg
en Mïl waren, het lijk langzaam naar het
kerkhof hebben laten brengen,onder geleide van.
eert'paar vertrouwde personen.
Daar zou ik de kist hebben laten zetten bij
of boven het graf, bevestigd aan een katrol,
waardoor deze" later, op een gegeven
oogenblik, zachtkens kon nederzhiken.
Over dit alles, heen een nette en ruime,
ia eer of minder gedrapeerde tent, waarin de
bloedverwanten en vriende'. zich schaarden om
door het zingen of aanhooren van een lied en
een hartelijk gesproken woord, eet;
genicsnschappeHjk gebed, (of op -welke wijze men dien
dienst ook wilde inrichten) werkelijk den over
ledene die laatste hulde te brengen, waaraan
we behoefte gevoelen.
Ik zou de v-rouwen niet uitsluiten van die
plechtigheid, maar integendeel in de eerste
plaats al de huisgenooten van den gestorvene
daarbij willen -zitin en verder niemand
uitnoodigen voor de begrafenis, zooalfc thans gebeurr,
maar ieder vrijlaten om ie komen, als het hart
er hem of haar toe dringt.
Het is thans met die optochten soms een
akelig uitrekenen over de plaatsen iu de
volgkoetsen, en menigmaal komen de treurenden
daardoor in allerlei overleggingen, van
kwalijknemingen, graden van bloedverwantschap,
eereplaatsen eng,, waarvoor ze niet gestemd
ziju. Dit alles en daarbij de vele onkosten, wat
voor menigeen lang niet onverschillig is, zou
den venueden worden als er eenvoudig in
plaats van een uitnoodigin'g kennis gegeven
werd, b.v. iu de Stadscoiirant, hoe laat, en waai
de ter aardebestelling zou plaats hebben.
Ieder was dan vrij om op eigen gelegenheid
naar het kerkhof te rijden of te loopen, zonder
dien onzinnigen stapvoetsrit mede te moeten
makon achter den leelijken lijkwagen, die nog
niet zelden, om toch de hoofdstraten te kun
nen passeeren (dat staat netje?, vinden de
heeren bidders) een heel eind onirijdt.
Merkwaardig dat zoovelen zich daar tot nog
toe aan onderwerpen.
2al dat niet veranderen als men er eens
gezamenlijk over gaat denken? Waarschijnlijk
wel, maar het schijnt gemakkelijker dan het is
om met eemge traditie te breken en wel vooral
met deze, omdat we er een besluit voor moe
ten nemen in dagen, als we soms door zorgen
en waken, vermoeid, of geheel ter neer gebogen
onder eenig verlies, geneigd zijn tot onver
schillig volgen in een zaak die, boe ze ook
geschikt wordt, op alle manieren pijnlijk en
onaangenaam is.
A.... A
sen. Een zeer gemengd comité" heeft zich .ge
vormd en hoopt door ruime bijdragen instaat
gesteld te worden het gebouw eene eigenaar
dige versiering te geven. Een beroep op de
inwoners is bereids gedaan. Wij twijfelen niet
of er zal een goedgunstig gehoor aan verleend
worden n de kweekschool een blijk dragen
van de vereering der nagedachtenis van prins
Hendrik de Goede.
Met een zaak van vooruitgang wil ik be
sluiten.
Er is vergunning verleend aan H. C. F.
Couwenberg te 's Ilage en J. L. J. Jansen te
Hillegom om stoomt ram ways aan te leggen
van Leiden naar 's Hage en Haarlem. Yooruit
maar.... als maar niet zoo als meer gebeurd
is de concessionarissen van -de verleende
vergunning geen gebruik maken,
Leiden, 28 Febr. 1879.
JAN H.
1) Fatiny Kern roept uit: de mode wil thans dat'
vrouwen niet nu de zullen gaan naar liet kerkhof, maar
zou er werkelijk n moeder gevondsfl worden die zich
liet weerhouden om luiar lieveling op dezen laatsten
tocht te vergez- Hen ?
OT6F *!e ElIge
Een beroep op de liefdadigheid omer land- j
genootcn bleef zelden onverhoord ; en al komt
het ook in verschillende vormen tot on?, wij
kunnen ook wijzen op de verschillende resul- i
taten die er bij worden verkregen. O uk hier'
wei-d zulk een beroep op de mecrgegooden.
binnen onze ve^tc gedaan en zij die het iint-.i-..
atief namen, hr-bbe-n hun pogingen met den
Vesten uitslag bekroond gezien. Thans was
het ecu soiree mu?icale, die n goed slaagde,
n een prachtige recette opleverde.
Vier dfimfs, mevr. M. van -Mannekus,
mevr. J. Plemp, me j. J. Hoogensti aaten en
mej. M. Sijthoff besloten een muziekavond
te arrangeert-n, geheel ten voordele der
noodUjdenU«ii in deze gemeente en riepen daartoe
,de hulp van dames en heert-n dilettanten in.
Van die zijde kwam zeer gewaardeerde mede
werking en daaraan is ook voor een-groot
deel het welslagen der onderneming te danken.
Maar ook van andere f.ijde kwam belange-'
looze samenwerking en hulp. Deheer Cockuyt
leverde kosteloos de piano, de firma van Ewijk
en Groen zorgde belangeloos voor een smaak
volle vei siering van het orkest en de zaal.
met de hulp der firma Speet, die de bloemen
en planten leverde, terwijl de heer Joh. J.
Eggers zich belastte met den verkoop der
plaatsbiljetteu en de heer A. W. Sijthoff het pro
gramma in de Leidsche Gids afdrukte en de
geheele opbrengst van den verkoop CD do
advertentiën aan het comitéoverdroeg. Bemin
nelijk en dringend wisten deze dames de
',voldadigheidszin harer stadaeriooten op te wek
ken en de stampvolle zaal was een sprekend
bew-js dat hun. beroep niet te vergeefs was
gedaan. Bijna achttienhonderd galden aan
contanten, behalve giften in natura, was de
opbrengst die dankbaar ontvangen, voor ver
scheidene huisgezinnen een weldaad'zul zijn.
Zelden heeft men zulk een resultaat op derge
lijke onderneming alhier gezien, waar het som
tijds voor andere zaken, o zoo ontzettend veel
moeiie kost medewerking en sympathie te ver
krijgen. Aan het krachtig optreden en flink
handelen der genoemde dames hebben wij dat
te danken en voorzeker mag een erkentelijk
woord van hulde en dank niet ontbreken.
Van de soiree zelve mogen wij niet te scherp
in ons oordeel ziju. Een edel pogen voor een;
edel doel mogen wij niet gispen, maar n grief
hebben wij toch, "namelijk dat het programma
op n uitzondering na, uit comyositiën van
buitenlandsohe toondichters bestond. Alleen:
aan Frans Coe-nen werd een bescheidene hulde
gebracht niet de uitvoering van de solo voor
viool Ghant, die con amore werd uitgevoerd.
\Vat is on-0e taal toch arm'. Wat worden
u-r/ze componisien veronachtzaamd! Bij al het
schoons wat door hen op niuzikaal gebied
gewrocht is, is geen enkel nummer te vinden S
dafc drie a vierhonderd hoorders in verrukking
brengt! Helaas, 't is een karaktertrek van ons
dat alles wat uit den vreerade komt ons lokt
en aantrekt.; maar bij dat alles is zooveel,
waarvan het beter was dat het hier nooit was
gekomen.
Nu wij ons toch op muzikaal terrein bewe
gen, moet ik nog melden dat de afdeeling
deiMaatschappij tot bevordering der toonkunst
een afdteüng die zich in 1875 hier vestigde,
maar tot nu toe veler sympathie niet mocht
wegdragen, en die dour gehuurde en geleende
krachten zich moet staande bonden -?het plan
heeft opgevat de Josua van Handel en de
negende sytnphonie van Beethoven uit te voe
ren. . Beide stukken, let wel! zullen op
n avond ten gehoore gebracht worden. Waai
de toehoorders en de executanten hun geduld
van daan zullen halen is ons een raadsel.
Immers de Josua vult een geheelon avond,
w.'tt doet dan nog de negende symphonie er
bij? Mogelijk zullen wij later gelegenheid heb
ben van dit merkwaardig phenomeen iets te
zeegen.
Beter zal het gaan met de Leidsche
zangver een gin g, die op haar gewone jaarHjksche
uitvoering onder leiding van den lieer A. J.
Wetren?, Schumann's das Paradies und die
Peri zul uitvoeren. De moeilijke solopartij, die
Peri, zal door onze verdienstelijke landgenoote
mejuffr. W. Gips, van Dordrecht, gezongen
worden.
Iets van anderen aard is het plan om in den
gevel van het nieuwe gebouw der kweekschool
voor zeevaart, alhier, een borstbeeld van wij
len de eere-voorzitter der commissie van
oppertoezicht en beheer, prins Hendrik, te
plaatII.
Soitw -van ijzeren schepen. De bouw van
ijzeren schepen heeft, door den ongelukkigeii
toestand van 't afgeloopen jaar het meest ge
leden ; de prijzen zijn lager dan ooit. Contrac
ten kunnen afgesloten worden voor eersto
k lasse ijzeren schepen tegen ongeveer & 1:1
per gemeten ton, tegen & 15 in 1B75 en M 13
n 1077.- De tegenwoordige lage prijzen
deisteenkolen, waardoor de onkosi en voor
stoomschepen zoo aanmerkelijk minde v worde n, heb
ben ten gevolge gehad, dat meer kapitaal iu
stoo inschep en te^en vermindering in zeilsche
pen belegd is. De handel zul, bij ds
gocdkoope vrachten, mogelijk . geworden door.de
mindere waarde der schepen, in elk geval ge
baat zijn. De scheepsbouwmeesters aan de
Ciyde, die tien jaar geleden het werk aan de
Thames onttrokken, hebben meer geleden door
hunne concurrenten aan de Tyne, die in 't
nfgeloopen jaar vrij wel werk gehad hebben.
De tegenw oor dïgo sehfiïpe concurrentie, -waar
bij zelfs de kleinste lokale behingen in reke
ning gebracht worden, is oorzaak van de uit
breiding van den scheepsbouw aan de TCP,
waar de goedkoop gefabriceerde Cleveland
scheopsplaten bij de hand zijn. Het moet ech
ter als eene uilzondering beschouwd worden,
als eene mindere kwaliteit platen voor schepen
zon gebruikt worden dan voor andei-e doel
einden ; wanneer de navraag naar staal alleen
het rijzen van den standaard van de hoeda
nigheid van het ijzer ten gevolge hyeft, zal
een voordeel behaald weaen.
Het staal heeft het ijzer nog niet in die mate
verdrongen als wel voorspeld werd; heb ge
bruik van staal lieert zich .voor het. grootste
gedeelte bepaald tot bijzondere gevallen, waar
o. a. weinig diepgang van het schip eene hoofd
voorwaarde was, of waar besparingen van het
tarragewicht van den romp een direct voor
deel opleverde. De Lloydrf voorschriften over
het gebruik van dunnere platen, wanneer
deze van s i' aal zijn hebben nog niet ten
gevolge gehad, dat nu reeds stalen schepen
goedkooper kunnen gebouwd worden dan ijze
ren; niettemin blijven de staalfabrikanten even
sterk als vroeger op eene betere toekomst
Bruggen en verdere ii8er-co-nstructï$s
kimvan £11 tot £> 13 per ton gekocht worden, ca
niettegenstaande deae lage prijzen is er weinig
vooruitzicht op werk. 'De oorlog met Afgha
nistan heeft de uitgaven voor Indische spoor
wegen welke in 't afgeloopen jaar in dez«
tak van nijverheid zooveel levendigheid ge
bracht heeft zeer beperkt; en niettegen
staande een groot aantal bruggen voor Au. itralie
en Zuid-Afrika gübouwd zijn, is het totaal
aantal ' tonaen in aanmaak veel minder: dan.
voor de koloniën gerekend mag worden,
Dd voorgestelde bouw der Forth Bridge",
eene brug, wier constructie op het oogenblik
bet moest de aandacht trekt zij moet na
genoeg geheel van siaal gemaakt worden?is
voor deze tak van nijverheid van groot belang.
ttzergietcryen. Het is nauwelijks teveel
gezegd, wanneer getuigd wordt, dat Cleveland
zich van de gegoten ijaerindustrie in hè'
gebeele koningrijk meester heeft gemaakt ; de.
weinige kosten voor de fabricage, door den
hopeïoozen toestand van den handel in het
licht gesteld, hebben ten gevolge gehad, dat
de prijzen van de concurrenten in alle deeleu
van het land gedaald zijn. De voordeelen, welke
Cleveland bezit, tellen nu ernstig mede, eens
deels ten gevolge van de aangroeiende erva
renheid in de fabricage, waardoor de beste
inferieure lokale erts verkregen wordt an
derdeels doordien ingenieurs en architekten
tegenwoordig geneigd zijn, ter verkrijging vaa
veiligheid in hunne constructies, liever groo
tere vormen en gewichten voor te schrijven,
dan voor dezelfde doeleinden eene betere kwa
liteit van materiaal te nemen. Cleveland is
op weg zoowel het grootste district van da
wereld l worden voor gieterijen als voor
walswerken; afnemers zijn dan ook niet meer ge
negen voor een beter kwaliteit ijzer abovecl
meer to besteden.
In de Schotsche gieterijen, alwaar, zoo men
reeds lang meende, heb alleen mogelijk was uit
de lokale erts ? het lichte, zuivere gietwerk te
kunnen leveren, wordt- door de concurrentie
met Clcvelr.nd de erts uit dit laatste' district
in groote massa aangevoerd. De gieterijen
in de Midland- districten beleven thans ook
hare Kjdès-periode: en. niettegenstaande cte
beste Derby shire en Staffordshire ijzersoorteu
bij ingenieurs, die voor hun werk goede
ijzerioorten vragen, altijd de voorkeur verdienen,
worden niettemin de prijzen van gewoon giet
werk berekend naar de waarde, waarvoor de
gieterijen in Cleveland willen leveren.