Historisch Archief 1877-1940
N°.
AV1879.
Yerschijiit lederen Zondagochtend,
Uitgevers: ELLERMAN, HAEMS & C°.
Kantoor:. Rokin 2.
Abonnement per 3/m. . . ,60 Ct.i. fr. p. p.'75 Cts.
Afzoiider-Hike yuminers.. 5 »
Advertentiën per r§gé! . . . 15
INHOUD
Nieuws Belastingen. Staatkundig"'over
zicht. Feuilleton. Gemeentezaken.
Kunst. Letterkunde, Het nihilisme in
Rusland. Het Huis van Adrian. Aller
lei. Ingezonde n. Handelsó'verzicht
deiweek. Overzicht, van de EffeeteumfirM. Sche
pen ia lading, Veilingen. Burgerlijke. St:md.
Onbestelbare brieven. Publieke Vermakelijkheden.
Te huur zijnde woningen. Advertentiën.
Nieuwe Belast!
gen
De- plannen der Regeering tot invoering van
belastingen op de effecten en op de goederen
in de doode band scbijnen tot dusver door
het publiek niet ongunstig te zijn opgenomen.
Wel ,is waar hebben de anti- liberale organen
der openbare msening deze stof tot oppositie
reeds aanvankelijk niet ongebmikt gelaten ;
maar de meeste, en wat meer zegt de meest
gelezen, dagbladen hier. te lande zijn of noemen
"zich liberaal, en hebben . zich. beijverd om de
rechtvaardigheid eener belasting op de doode
hand, als aanvulling van. de ten vorigen jare
tot de rechte lijn uitgebreide successie-belas
ting, en de onredelijkheid v.an den tot beden
bestaanden bel ast ing vrijdom van het kapitaal
in portefeuille, voor bun lezers duidelijk te
maken. Behalve in de artikelen der dagbladen
heeft de publieke opinie zich ten deze niet
geuit ; de voorgestelde belastingen mogen het
onderwerp van een zekere hoeveelheid parti
culiere gesprekken^bebben uitgemaakt, in het
openbaar lieeft de "natie zich er niet over
uUgelateu. Een vreemdeling zou kannen
oordeelen, dat de zaak ons volk koud liet, of
althans- dat de overgroote. meerderheid
deiingezetenen volkomen overtuigd was van de
noodzakelijkheid r.van verzwaarde lasten en van
de voortreffelijkheid der middelen, waardoor
de Rege.ering de schatkist wenscht te stijven.
Het is geheel overbodig hier .op te merken,
dat zoodanige oordeelvelling van- den vreem
deling slechts zijn volslagen onbekendheid met
onzen volksaard zorf bewijzen. Elders is men
met het uitspreken zijner meeiiing over voor
stellen, die in de samenleving zoo diep i
grijpen, terstond gereed, en is het lot eener
regeering, die impopulaire belastingen voor
stelt, binnen enkele weken, zoo al niet dagen,
"beslist. Met alzoo in Nederland. Wie kent
niet de fabel van de vogels, die hun nestje in
een korenveld hadden gebouwd? De jongen
waren ten hoogste ontsteld, toen zij den "eige
naar van bet veld hadden hooren zeggen, dat
bet graan moest gemaaid worden en dat bij
zija vrienden zou vragen om hem daarmede
te belpsn. Maar d& oude vogels beduidden
hun, dafc zij .rustig ia het nest konden blijven,
zoolang bet maaien aan vrienden of ook,
zoolang het aan bloedverwanten werd
over-gelaten, omdat het dan wel achterwege zou
blijven; docb ruimden wijselijk met bun kroost
het veld, toen de boer zijn .voornemen had te
.kennen gegeven om den volgenden ochtend
met het aanbreken van den dag zelf te komen
maaien. Ons publiek heeft omtrent de werking
van den parlementairen regeeringsvorm soort
gelijke ervaring .opgedaan als die oude vogels
van de hulpvaardigheid van de vrienden en
bloedverwanten der mensenen. Een zoo even
ingediend wetsontwerp raakt in de meeste ge
vallen de koude Kleeren der belanghebbenden
niet, Hoe oneindig veel kan er niet mede ge
beuren, eer het wet wordt? De Tweede Kamer
kan bet ongunstig beoordeelen en de Regeering
kan het dl enten gevolge intrekken; of de be
handeling kan buitengewoon lang worden uit
gesteld; of de Minister kan af f reden, en op
gevolgd worden door een staatsman, die moet
beginnen met zich omtrent de plannen van
zijn voorganger zoolang te bedenken, tot zijn
eigen minisferieele loopbaan baar einde gaat
micleren; of de geheele Regeering kan het
veld ruimen voer een andere, die, zoo zij al
niet van andere beginselen uitgaat, daarvan
althans den schijn moet aannemen. Wanneer
niets van dat alles gebeurt en het plechtig
oogenblik der discussie nadert, dan is het
tijda genoeg voor de publieke meeuing, orn zich
ook buiten de dagbladen te uiten. Dan-wordt
de Nederlander warm, en is .zijn gloed te
gcvaarlijkc-r, naarmate hij langer gesmeuld heeft.
Maar" tot dien tijd.... laat 'hij het aan de
anonymi der Kamerverslagen en aan de dag
bladschrijvers over, om zich op te winden.
Opwinden zullen, wij ons over de voorge
stelde nieuwe belastingen niet. Belasting te moe
ten betalen is altijd onaangenaam, omdat men
op bet oogenblik dat men zijn penning-ke bij
den ontvanger stort niet pleegt te bedenken,
wat men daarvoor in den vorm van rechtsze
kerheid, middelen van vervoer, gelegenheid om
onderwij^ te verkrijgen, enz., geniet. En nieuwe
belastingen doen den huisvader .nog veel on
aangenamer aan dan oude; die waarheid is
niet tegen te spreken, al mag men ook de
wel eens verdedigde stelling, dat oude belas
tingen altijd boven nieuwe de voorkeur zouden
verdienen, omdat bet volksleven zich naar de
eersten geplooi'd heeft, voor een sophisme hou
den. Ook zijn de voorgestelde belastingen niet
vrij van bezwaren. Van die op de doode hand
aullen de bestuurders van. eea. aantal instel
lingen eerst op allerlei gronden trachten te
worden vrijgesteld, terwijl het na de invoering
aan pogingen tot ontduiking zeker niet zal
ontbreken, en het niet altijd mogelijk zal zijn
dergelijk bedrijf te verijdelen. En de ontwor
pen effectenbelasting brengt eene publiciteit
der vermogens mede, waarvoor de vrees, men
moge baar kleingeestig noemen, ongetwijfeld
den "Nederlander in bet bloed zit. Dit bezwaar
zou door een andere wijze van heffing (door
stempeling va-n de effecten of de coupons, met
bevoegdheid om aan elk ingezetene den-eed
op te leggen, dat bij aan de voorschriften der
belastingwet heefb voldaan), kunnen zijn opge
heven of althans merkbaar verminderd. Op
den weg, dien^de Regeering beeft ingeslagen,
wacht 'haar stellig vroeger of later een niet
te verachten tegenstand van de zijde van hen,
die met den nationalen tegenzin tegen elke
inspectie hunner brandkasten behebt zijn.
Doch voor overwegend houden wij
deze'bezwaren niet. Indien de nieuwe, "belastingen,
behalve tot vulling der schatkist, tevens strek
ten tot vervanging van een gedeelte dier zeer
schadelijke heffingen, die op de welvaart van
ons volk in het algemeen en van de
middelklassen in bet bijzonder als een remschoen
werken, dan zouden wij ons in baar invoering
zelfs oprecht kunnen verheugen. Wij zouden er
dan althans een begin van ds. 200 dringend
nooch'ge belastinghervorming in zien, dat wil
zeggen, van de veiplaaismg vin lasten van "de
schouders van hen, die /P m t wel kunnen
torsclién, op die van de^ ei PJI, di goed in staat
zijn ze te dragen. Want b t kapitaal in -por
tefeuille en de goedeien m de doode band
dragen inderdaad te veinig m de algemeene
lasten, en het is nid, (Ut <fie wanverJiouding
worde verbeterd,
Nu evenwel slech's een ^"ihoo^mg, geen ver
plaatsing van lakten \ioidr \ooi0eüteld, kun
nen wij in dat vooi u. tzifht feezu lailijk juicbeïi.
Het is waar, 'slands nnii cfeele toestand is op
dit oogenblik niet zeei gunstig, bet .toegeven
aan de militaire \ischen hiei te lande en eb
oorlog met Atjeli bebbtn de schatkist uitge
put-, terwijl wez nb]ke volksbcliiigen, zooals
onderwijs,, spoor- en wateiwegen, niet geheel
en al voor de oorloDbuitga,"ieii mogen worden
verwaarloosd, maai op hunne beurt liooger
uitga,Yen vorderen. M *ai moet tHn de oorlog
met jtrjeh eeuwig dmer, en zal a in de.
geldver.-pillingen van hèDff ^ittsinent van Oorlog:
(bet woord is niet te baid, al-> men bedenkt,
dat -volgens alle dt&Lundïgen voor al de in
de., laatste jaren wejgev\oipen millioenen gee
nerlei verbetering dei defensie verkregen is;
dan nimmer paal en puk wol den:-gesteld?
De Regeering schijnt dit te meenen; want an
ders zoa zij niet, na \eilede i jaii de succes
sie-belastingtot de lerh^e l in te hebben uitge
breid, nu weder meuv e l ela->tmgen 'tot een
gezamenlijk bedrag wn Co tonnen goucis heb
ben voorgesteld, zondei tt^ en& ook slechi s
een enkele verbeter mg m het bes'aande be
las tingstelfcel aan te brengen.
Wij weten wat men oris zal antwoordtn.
De egeering wenscht nu slechts ruimte van'
middelen te erlangen; bezit zij die,-.z~oo zullen
baar voorstellen tot belastmgkervorming niet
achterwege blijven. Het is'mogelijk; wij willen
aan den gotden v,il idn den Mini lei van Fi
nancien in dit opzicht zelfs zeei gatine
gelooven MA n oien boude het OPS tpn qoede
dat' wij dooi de ondei\mdmg ^aitiouweud
ziju gooiden Epnige ^a-jen geleden v^s df
toestand d« ^cbat'i t TOOI hoffelijk , et v,
v.zelfs een fiai (1^72), wa* 21 de sedeit lii g
met meei oi mindei ein^t begeerde oaifhan
kelijkheid vin de IndiscEe baten wasbeiPikt
Wat beeft men met die ^elgf\ulde scbaikist
gedaan? Heeft rüen van den overvloed van
geld gebruik gemaakt om het belastingstelsel
te verbeteren en de meest onrechtvaardige en
drukkende lasten weg te nemen? O neeu. Men
heeft oorlog met Atjeh gevoerd en in Neder
land forten gebouwd, waaromtrent er nog re
den tot tevredenheid, was, als aij niet, eenmaal
gereed, inzakten, of wegens verandering van
zienswijze bij het Departement van Oorlog
weder werden, afgebroken. Een ezel stoot, zich
geen tweemaal aan denzèlfden steen. Wij vra
gen of bet Nedêrlandsche volk verstandig zou
handelen door, ondanks de opgedane ervaring,
mede te werken om de schatkist op nieuw ten
boorde toe te vullen, in de hoop dat haar be
windslieden ditmaal van .de geldruimte een
beter gebruik zullen makem De minister
Gleichman moge bet met de belasting betalende
ingezetenen voortreffelijk meenen; wat waar
borgt hen dat hij aan het bewind zal b'ijven
en zijn wel nog onbekende, maar ongetwijfeld
goede voornemens zal kunnen uitvoeren, en
welken waarborg levert bun- zelfs zijn beleid
tegenover zijn militaire ambtgenooten tot he
den op? Een JVlïnister van Financiën, die toe
laat dat heden de pensioenen hij het leger
worden verhoogd, om niet bij die der marine
achter te s^aaa, en dat morgen weder die bij
de roarine verhooging ondergaan, opdat de
landmacht niet in voorsprong zij, verdient niet
dat de koorden der' beurs ruimer dan strikt
no-odig is voor hem worden op n gehaald.
Wij . bebben met de. nieuwe belastingen
vrede; niaar alleen, mits tegelijk met naar
invoering dédraagkracht der natie worde ver
hoogd en -althans een der hinderpalen voor
haar vooruitgang worde weggenome^door af
schaffing "van een gedeelte, der schadelijke las
ten die. haar thans bezwaren. Men behoeft
niet lang te zoeken om de belasting tévinden,
die voor afschaffing- bet. .eeist aan de beurt
ligt. De evenredige registratierechten zijn de
verderfelijkste belasting," die in Nederland be
staat, , Zij .drukken voor het grootste gedeelte
op vaste goederen, voor een kleiner deel op
roerend goed, ohligatiën, aannemingen, enz.
Voor zoover zij op vaat' goed rusten, ligt baar
natuurlijk equivalent in verhooging der, vooraf
met de tegenwoordige waarde' der landerijen
in overeenstemming' gebrachte, grondbelasting.
De overige voorwerpen, die door baar worden
getroffen, zijn ten deele van denzelfdun. aard
als de voorgestelde effeclenbelasting. Dït-i,-?
zoo waar, dat de regeering een belangrijk
deel van. bet vermogen in portefeuille, - de hy
pothecaire schuld vorderingen, van de.
effectenbelasting-wil uitsluiten, omdat zij door de re
gistratie- .en 'hypothêekxechten reeds worden
getroffen. ~Deze \rijstelling van een rechtvaar
dige belasting, ter'wille van'bet. voortbestaan
van eene .onrechtvaardige beffing, is inderdaad
ongerijmd te noemen- Waarom dit
obligatierecht, dat met en benevens de overige even-"
redige registratierechten de middelklaasön van
het g oote huljimidlel c*ei nyvciheid, het ci
diet, in zeei \ele ge\%'l*in beiooft, r'an niet
he\ei opgeheven ?> De^e h noinimgligt zoozeer
vooi de hajd, dit het mdeilaad onberispelijk
is, w aai om pene zich lit eiaal noemende
legeei ng biar nu t l eelt aangegiepen
Wellteht werpt meii te^en, dat deRpgeeiïng
met alles op een kon do^n, eu dat de
her/Jienm^ dei i c L is^i a^n l jeln&tmg een moeilijk
?^eik 11 M111 ook de^e 'seront'cluldiging
mag niet -gulden. De minister van der. eirn
héft kort' vóór zijn aftreding een zeer goed
bewerkt wetsontwerp ingediend, waarbij de ver
warde wetgeving op de registratie werd ge
codificeerd en verschillende evenredige rechten
door vaste rechten werden vervangen. Dit
ontwerp had zijn opvolger slechts, met" de wij
zigingen die hij-er in .noodig oordeelde, over te
nemen. Het is thans door den heer van Houten
aan het oordeel der Tweede Kamer onderwor
pen. Dezen afgevaardigde daarover verwijten
te doen en hem voor te stellen als varende
onder conservatieve vlag, gelijk in enkele or
ganen der openbare meening is.geschied, ge-^
tuigt slechts van de afhankelijkheid der mi^
nisteriëele schrijvers. De heer van der Heim
heeft zich door het voorstellen van- deze her
vorming en van de herziening van de schatting
der ongebouwde eigendommen, zij -bet, ook
eerst toen, zijn ministerieel e loopbaan ten einde
spoedde, in de oogen van alle hervormingsge
zinden groote verdiensten verworven. Slechts
had mr. van Houten nog beter gedaan, door
het .voorstel van den beer van der Heim een
weinig uit te breiden. Volgens d«t vooibtel
?bleven, behalve de overgangsi echten, op vaste
goederen, nog behouden de rechten op aanne
mingen en die. op den overgang va» loeiend
goed. Deze laatste rechten nu bestaan voor
het grootste gedeelte uitsluitend -v ooi'het ge
noegen van déontvangers dei K t^Jiahp, die
van de opbrengst percenten 11 eiken de staat
betaalt ze.... aan,zich zelf. Volgens een Staat
van opbrengst, bij het on-tweip vin den Mi
nister van der Heim gevoegd, bi acht bet i echt
op aannemingen van 1873 tot lb7G m hoofd
som op f 159,000,?wegens weiken -van den
Staat, ?-65,000,?wegens werken van
protmcinciën, gemeenten of wateïschappen, en
f 3000,?wegen? werken ? van paiticuheipn..
Natuurlijk bl.jven de aan-nemeismetm gebiekp,
de aannenni.vgss ommen met het bedrag
dabelasting te verhoogen,. zoodat dit lecht,
wan?neer men de laatstgemelde ?3000.?mf-zondat,
letterlijk onzinnig is. Eveneens pinten van de
/'849,000.?, die de~overgangsrechten optooiend
goed heetten op te brengen, f r>33,OiHj.~ vooit
uit openbaren verkoop van koopmansgoedeien,
dat wil zeggen uit. de veilingen d i Hand
imaa1schappij, en uit openbaren verkoop ^ au hakhout,
opgaande boomen en veld vruchten, dit i m* de
verkoopingen vau het domeinbe trui,
nainurlijk brachten die verkoopingen dus zooveel min
der op, .als de belasting bedioea1 Het
oveigangsrecht op roerend goed woidi vooi het
overige grootendeels geheven v,m f ulliete boe
dels en dergelijke, die voor beh--liii£> al zeer
ongeschikt zijn. Wij gelooven dui dat mi. van
Houten gerust had kunnen \oois'ellen, om
alle' evenredige registratierechten, behalve die
op den overgang van.vaat goed, af teschafftn,
de schatkist zou daarmede weinig mtei dan
de ruim 17 tonnen gouds, waai op dit \ ooi stel
geraamd is, hebben verloren, en eemge on
rechtvaardige en dwaze rechten mrur zouden
daardoor~uit ons belastingstelsel zijn vei wydei d.
Dit is iütusschen slechts een viiig van jets
meer of iets minder. Vooral echter aan het
beginsel moet .worden .vastgehouden, en
gelijls ,de leus /der liberale paitij langen tijd is
geweest,: geen afschaffing .van bel \stmgen zon
der equivalent, 200 behoort zij tegenover de
in -menig oplicht bedenkelijke politiek van deze
Begeeriijg-te luiden.: geen nieuwe belastingen
zonder equivalent!,.
Het rapport door den heerBus^tn Zateidag
aan de Kamer van afgevaardigden namens de
Commissie van rapporteurs voorgelezen bevat
de conclusie dat er alïe -gronden zijn oin de
ministeries van 16. Mei. en 16 SeptemS er, de
Brogli'e en -Rochebouet, in staat van beschul
diging te. stellen. De misdrijven door de twee
-ministeries gepleegd, worden in Mjf groepen
opgesomd: schending der conbtitutie dooi het
mengen van den onverantwooidelijken
Pie^ident der republiek in de inneilijke staatkunde;
schending der wetten, door1 het mt-telleu van
de verkiezingen- der departement&- en
ancndiesementsraden tot na den wettelifken termijn,
door het verbieden van den veiloop
vaiiiepublikeinscbe dagbladen; het misbimken van alle
EESE SCHETS VAK
Gij moogt in geen geval de stad uitgaan,
amice, zonder dat gij den baron en zijn ver
zamelingen gezien hebt. Hij is zooals ik ^u
aeide, -een zonderling, ecu verklaarde vijand
van maatschappelijke vormen. Maar dat doet
er niet toe. Ik geef u mijn kaartje, gij neemt
het eerste rijtuig dat gij tegen komt, en een
uurtje rijdens brengt u bij hem. Gij hebt hem
zeker te hui?, err wordt even zeker toegela
ten. Hij zal met u praten, en. na vijf minuten
kunt gij er op rekenen dat bij nw zijn
he:ligdommen laat kijken, want keurt hij n die eer
onwaardig, .dan geeffc hij u binnen veel korter
tijd uw congé1 en verlaat de kamer. In het
ergste geval hebt gij dus te vergeefs een mooi
rijtochtje gemaakt.
Ge hebt mij zoo nieuwsgierig gemaakt dat
ik uwe introductie met alle genoegen wil aan
nemen'', gaf ik den schilder ten antwoord. '
Hij nam een kaartje uit zijn portefeuille en
schreef op^de achterzijde:
Mgn vriend K. N.
- Zie zoo", sprak hij, dat is voldoende. Gij zult
oo.k twee historiestukken van mij in zijn galerij
vinden. Tot voor korten tijd waren er drie''.
En wat heeft dat derde misdreven? vroeg
ik verbaasd.
Het derde of beter gezegd het eerste
had zijn twintigsten verjaardag gevierd. Dat
was zijn eenige font. Maar nu geen woord
meer. Gij zult alles met eigen oogen zien en
ik wensch u .het beste!" Met een handdruk
namen wij afscheid.
Drie kwartier later hield mijn rijtuigje stil
vsor het kasteel van den baron. Ik volgde het
nette kiezelpad in den voortuin en las boven
den hoofdingang:
Verleden, sfa u plaats aan 't Heden af!"
een versregel door een onzer jongere dichters
uitgesproken. Ik schelde. "Sen knecht opende
de deur en liet mij ia een beneden vertrek bin
nengaan .
Tw e, minuten later fcrad de baron binnen.
Ik gaf hem het kaartje van den schilder. De
baron las beide kanten en maakte eembuiging.
Hij schildert goed ; dat moet ik hem tot
zijn eer nageven. Maar zijn onderwerpen, zijn
onderwerpen! Wat geven wij om Medea, om
Achilles ? Wat beduiden die Wallensteiners en
Pappenheimers ? Die dingen beleedigen het oog
dat overigens de schoone lichteffecten van bet
stuk weet te waardeeren."
U verkiest dus voorstellingen uit de nieuwe
geschiedenis ?"
Zonder nu juist een vereerder te zijn, van
geschilderde rook uit Kruppkanonnen. Men
kan historiestukken hebben zonder verminkte
lichamen, zonder blinkende zwaarden en
rnusketten. Wij leven in de eeuw van den stoom.
Dat inoet de tegenwoordige knr.st niet vergeten".
De versregel boven' den ingang uwer wo
ning, verraadde mij reeds cenigermate uw
smaak. Gij houdt u in den volsten zin aan
Schillers woord:
Wij, wij leven! ons behooren d'uren,
n de levende heeft rechV'.
Had ik in. het begin dezer eeuw mijn kasteel
latea bouwen, dan zouden waarschijnlijk Schil
lers regels boven ds deur gebeiteld zijn. Ik
handel echter in den geest van den grooten
doode, als ik zijn "Verzen laat rusten, en aan
een jeugdiger dichter het woord geef-"."
Meer dan vijf minuten waren intusscben ver-,
loopen, en de baron had mij nog niet den rug.
toegekeerd. Ik wist best dat ik,niets geestigs
gezegd had, en toch zat ik nog tegenover
hem, Ik trof hem zeker in een bijzonder gunstige
stemming.
Gij zijt gekomen met,het doel om mijne
verzamelingen te zien," begon hij weer.
.?Dan moeten; wij vaa het daglicht gebruik
maken, wees zoo goed mij te volgen".
Wij passeerden den gang en traden door de te
genoverliggende deur de bibliotheekzaal binnen,
Aan den linkerkant ziet gij wetenschap
pelijke, aan den rechterkant dichterlijke wer
ken. Bij de rangschikking heb ik alleen de
namen der schrijvers, niet -den inhoud of de
taal in aanmerking genomen".
1 Ik wendde mij rechts ~en naderde een der
boekenkasten. Voor mij stonden de. werken
van Bodenstedt. Ik zag zijn laatste dichtbun
dels, zijn Alexander in Korinthe", zijn Kei
zer Paul". Ik keek de rei langs.
De Liederen van -Mirra Schaffy", zie ik
er niet bij. Die befcooren zeker tot u
lieyelingslektuur en hebben bun plaats in uw stu
deerkamer".
De liederen van den vroolijken wijze van
Tiflis hooren niet meer in, deze bibliotheek
thuis! G-ij hebt in mij een vriend van het
Heden leeren kennen. . :
Deze zaal bevat enkel de litteratuur van het
Heden. Wat is heden? Wat beteekent het te
genwoordige in dit geval? De werken van
den dag kunnen wij nog niet, in leder gebon
den, in onze kasten zetten. Staan alle levenden
in het middenpunt van het Heden ? Dfe tachtig
jarige grijsaard, wiens vermoeide handen uit
rusten van den arbeid, voelt zich niet meer
in het moderne leven te huis.
Behoort een jeugdig talent, door -het nood
lot uit ons midden weggerukt, daarom niet
meer tot het'Tegenwoordige ? Misschien wordt,
zijn werk nu pas op denjuisten prijs gesc'Kat.
Wat staat ons dus te doen? Wij moeten een
vaste grens stellen. Laat ons aannemen dat de
daden van de laatste twintig jaren het Heden
vorme'n! Gij zult, in déze zalen geen enkel werk
vinden dat sedert meer dan twintig jaren
aande wereld bekend
is."Nu herinnerde ik mij de woorden van den
schilder. Ook hij behoorde dus, volgens den
baron, nog maar gedeeltelijk tot het Tegen
woordige. Wel was 't een zonderling die daar
tegenover mij stond, maar hij ban delde syste
matisch.
Ik beschouwde met genot die lange rijen
keurige boekenden zei al voort wandelend:
Gij hebt n, door uw onvermoeid verzame
len, zeer verdienstelijk gemaakt jegens -uw
medemenschen, baron. Waar ter wereld zal
men wel zulk een schat van hedendaagsche
litteratuur bij elkander vinden?"
Met geld kan men 'alles gedaan krijgen,
en noemt gij geërfden rijkdom een verdienste?
Jaren geleden beproefde ik wat mijn pen ver
mocht. Nadat ik langen tijd voor niets mee
gewerkt had aan allerlei tijdschriften, ontvang
ik voor een novelle, waaraan ik een maand
gearbeid had, vijftien thalers. Dat is alles wat
ik gedaan heb om door eigen kracht mijn
vermogen te vermeerderen. Ik hecht'.e -twee
der thalerbriefjes op een vel. wit papier; kocht
er voor den derden een lijst, omheen, en zoo
hangen zij nog steeds naast mijn ledikant."
-Wij waren de zaal ten- emde. De baron
opende een deur en-wij traden m een kleinere
zaal, waarin op geregelde afstanden sclnldeujen
in eenvoudige lijsten waren opgeh^ngea.
' In onze openbare museums", zoo nam mijn
geleider het woord, loopt men steed^ gevaai on
der het bekijken van een genrestuk, een
on'tuiinige zee of een brandenden vulkaan in hbL oog
te krijgen, omdat déstukken veel te dicht naist
elkander hangen. Bij mij'kunt gij elLe
^clrdderij op uw -gemak bezien, zondeidoor hè1 "volgen
de stuk tot voortgaanaangespooidfeMoidpn."
Toch zal k het heden bij een \luchtig over
zicht moeten laten", zei ik,'teiwijl ik \oneen
prachtige dorpsscène van Bautiez «tilstund.
Voelt ge niet in eiken peü&eeMieek den
polsslag van het Heden?" fiui^teidf1 de
veirukte baron mij in het oor.'
'Wij liepen een rei even groote ka ai ei ^ door"
en'geen enkele kunstena^rsnaam vaa
beteekenis ontbrak in de verzameling. Ik zag ook de
ledige plek, waar kort geleden het &tuk van
ons beider vriend had gehangen.
Morgen verwacht ik een | ai vol'ooid ahik
van Piloty, dat die plaats weer innemen zal,"
gaf de baron op mijn vraag ten antwoord
Toch had ik mij bij enkele ^tukken nog te
lang opgehouden en de scb.em.ei ing ovei viel ons
Gij doet werkelijk beter met de .
heeldengalerij tot een volgenden keei uit te stellen.
Als gij het goed vindt zal ik u nog mijn
werkkamer- laten ziea die ook alleilri dingen
bevat, waarin gy QBgst;;?!^ '""^""^ult &tel^"
len. Laat om niet den gang door, maar den
zelfden ,weg teruggaan."
Aan het andere einde der bi' liotheek ge
komen, ontslo.ot mg n gids een hge deur, en
met de .woorden:..?Hier werk ik gevooulftk,"
liet hij mij het eer&t binnengaan.