De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 6 april pagina 1

6 april 1879 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

o A°. 187& Verschijnt iederen Zondagochtend. Uitgevers: ELLEKMAN, HAEMS & C°. Kantoor: itokia- 2. INHOUD. Niet terug. Staatkundig overzicht. Feuilleton. -^ Gemeentezaken. Kunst. Letterkunde.?Vorm en Kleur.?Statistische en indtistriëele mectedeelingen. ~ Allerlei. Ingezonden. Correspondentie. Handelsoverzicht der week. Overzicht vas de Effectenmarkt. Veiliagei). Carga lijs ten. Burgerlijke Sfcmd. Onbestelbare brieven. Publieke Vermake lijkheden. Advertentiën. Terleden week deelden wij onzen, lezers de .redenen mede, die het Dag. Bestuur er toe geleid hebben een nieuwe belasting voor te stellen ouder"den naam van STKAiTGELD, Ongeveer 300,000 gulden meer moet er op gebracht worden, aülien in de eerstvolgende jaren de inkomsten de uitgaven dekken. Het straatgeld, zoo vernamen wij, belooft het her stel van evenwicht. - De vraag is, op welken grond zijn B. en W., - ? . of juister gezegd, waarom is de Wethouder van Financiën tot het besluit gekomen, dat alleen het zoogenaamde straat geld ons uit den nood zal moeten redden ? Als men de memorie van toelichting, leest, zou men kunnen meane'n, dat het Dag. Bestuur in de eerste plaats door theorethische 1) overwe gingen tot het indienen dezer voordracht was geleid. ;.. . "Kan, zoo lezen wij, in 't algemeen een goed zamênstel van belastingen alleen verkregen worden door de -verschillende daartoe behoorende belastingen op verschillende grondslagen te doen rusten. een zekere evenredigheid behoort ''bovendien 1) bewaard te worden tusscKen de opbrengst van elk dier belastingen afzonderlijk. . Indien men oplde m onze Gemeente geldende belastingen let, zoo kan niet worden ontkend, 'dat,, al moge verscheidenheid van .heffingen b:nnen do door de Gemeentewet gestelde gren" xen - bestaan, in de opbrengst dier heffingen ?e-me. gewenschte _ep.enredigheid 1) wordt gemist. De Gemeentewet kent 'twee hoöfdkategoriën van gemeentelijke Belastingen. De eerste, ge heven "van alle ingezetenen, wier inkomen of vertering tot betaluag van 'belasting in. staat stelt, de, andere, Hoor wetsduiding onder het begrip belasting gebragt, alleen verschuldigd door hen, die meer in. 't bijzonder genot of gebruik van de do.or de. Gemeente gemaakte werken hebben, of aan wie meer in 'L bijzon der bepaalde diensten worden verstrekt. Terwijl nu in 'de laatste jaren verschillende groote werken werden aangelegd, en onder scheiden nieuwe takken van gemeentelijk en dienst werden ingerigt of bsstaande gereorgani seerd, werd vermeerdering der middelen tot bestrijding der groote kosten, daardoor veroor zaakt, bijna uitsluitend gezocht in verhooging der belastingen, welke tot de eerste categorie behooren. : . Zóó w^st dan ook de begrooting van het loopende dienstjaar voor de opbrengst der be lastingen, naar het inkomen of de vertering .geheven, een bedrag 'van ± 4 m/n., voor die der -heffingen op grond van art. 238 der Ge meentewet een bedrag van + f 650,000.?." "Wanneer wij het bóvensta,anden aandachtig lezen komen twee bedenkingen bij ons op. Voorzeker zullen wij niet, we vermoeden niemand, tegenspreken^dat in een goed samen stel van belastingen de verschillende daartoe behoorende belastingen op verschillende grorisjagen" moeten rusten. Het zou zeker dwaas zijn, b.v. de hondenbelasting naar do'verte ring of het inkomen te regelen, en nog dwa zer om twee verschillende belastingen beide op een en denzelfden grondslag te doen rusten. Naar het schijnt willen B; en W.'dezen mis slag ontwijken, doch als wij goed zien, stran den zij met het voorgestelde straatgeld juist op. die klip. ,Geen nieuwe vertering of inkomstenbelas ting zeggen zij, maar straal geld, berekend naar de breedte van den gevel en de huuneaarde. 'fc Is waar de belasting z&lïiceten straatgel-d", maar -liet behoeft volstrekt geen betoog, dat men ze even goed zou kunnen noemen, wat ze inderdaad ook is Ji'tiisgeld, eene belasting op de huurwaarde berekend naar de toe vallige breedte van den gevel aan den open baren weg. Twee factoren gelden hier bij de berekening, gevelbreedte en huurwaarde, en het is onmogelijk te zeggen welke factor de voornaamste' is. Het hangt van de huurwaarde af of een nieter l of 5.gulden belasting zal opbrengen. -Dat deae belasting naar den aard der heffing behoort tofe die welke op de ver tering rusten is o. i. duidelijk genoeg. Dit springt niet minder in het oog als wij nagaan, waarvoor dit straatgeld" vergoeding moet heeten. . Verschillende groote werken werden aan gelegd, onderscheidene takken van gemeentelijkeiLd-ienst werden ingericht of georganiseerd"... en nu de gemeentewet toestaat voor sommige openbare gemeentewerken of van wege het gemeentebestuur verstekte diensten, waarbij dit tot heden niet of slechts ten deele het ge val was, vergoeding te ejschen moesfc, als jan zelf, het oog vallen pp den aanleg en het" on der houd van die werken of de verstrekking van die diensten, .welke in de laatste jaren de uitgaven der gemeente het meest deden stij gen en ook in de toekomst nog belang rijke uitbreiding zullen ondergaan. Als zqoda?nig.noemen wj de uitgaven voor verlichting \), openbare veiligheid, stadsreiniging 2),- r'iole ring, bestrating enz. -?^ "of _in hét. algemeen die van het openbaar verkeer langs de straat." Men zal na lezing van. het bovenstaande toestemmen, dat het woord straatgeld" op die wijs een zeer samengesteld begrip uitdrukt, en men zal zeker moeilijk inzien hoe iemand op het denkbeeld kan "komen de breedte van den huisgevel aan te nemen als een passenden maatstaf om te bepalen hoeveel elke eigenaar van een perceel voor zich-zelf in 't bijzonder geniet van de verlichting, de openbare veilig heid, de straatreiniging, de ricleering, bestra ting, ENZ. Hoe zeer1' deze uitgaven voor de genoemde gemeentelijke diensten, aan alle ingezetenen zouder onderscheid" ten goede komen, zij zijn tevens van bijzonder belang voor hen, wier woningen of gebouwde eigendommen binnen deze gemeente gelegen zijn. Voor dat bijzon der belang, zegt de memorie verder, 'kan in billijkheid eenige vergoeding worden geëischt." M. a. w. De straatlantaarns zijn in 't belang van alle ingezetenen zonder onderscheid". Dit aangenomen zijnde, sou men kunnen zeg gen: dan is het ook het, eenvoudigst dat alle ingezetenen zonder onderscheid" naar de mate hunner kracht bijdragen om die lantaarns, Abonnement, per 3/iu. . . . CO AfzoiulerHjke Nummers.. ............. B iëi per vege-1 ..... .. ...... 15 EEKE VEBTSLLING DOOK (Vervolg). De komma'ndant hield bij die woorden de hand boven de oogen ten. einde den binnen komende beter te kunnen zien, daarna snelde &jj naar hem toe met- de woorden.: Hendrik! weergasche jongen, zijt gij het? Waar komt gij van daan? Wel -verduiveld! Aan u had ik volstrekt niet gedacht!" Dat begrijp ik," hernam de jonge man, terwijl hij den overste hartelijk de.hand schudde, iiw ontvangst zou anders weinig in overeen stemming zijn met uw uitnoodiging." Ge hebt gelijk, mijn jongen," vervolgde de overste. Ik had u waarachtig bijna door mijn eppasser buiten de citadel laten zetten. Een mooie grap! Maar waar komt gij ook zoo laat van daan?" Van No. 6.". Van No. G?"' herbaalde Pletger lachend. Ik begrijp u niet jongen. En wat ziet gij er uit t Uw jas gescheurd, uw overhemd1 vol bloed vlekken! Waar komt ge van daan? Wat is er gebeurd? Kom, vertel op!" j,Ja, dat is een prachtige historie," zei de . jonge man, terwijl hij zich vermoeid in een .stoel liet vallen. Ik ben dood af. en mijn handen doen pijn; hebt ge geen hartversterking voor mij,- oom?" waar ook ereplaats*", te bekostigen en te. onder houden.' Ne?n, redeneert uik,-F*ag. Bestuur, ónder dje lantaarns zijn er eem'ge, waarbij gij, indien gij een huis bezit, behihe uw aan: deel in 't algemeen "belang, nog bijzonder be lang, hebt, en daarvoor dient gij zelf in 't bij zonder te betalen. Men zou immers een heele of een halve gracht kunnen overslaan! Niet airderbis't met de openbare veiligheid. Dat- al de huizen bewaakt worden door de policie is een algemeen belansr, maar dat uw liuis onder die allen niet met opzet'van die bewaking wordt buitengesloten, is een bijzon der belang. Aan alle ingezetenenzonderonde-rscheidlcomt de ? bestrating, 'voor zoover zij dien naam raag drager, ten goede. De 300.000 .zielen mogen sich langs de openbare ftruat bewegen. Maar bfiil gij nu een huis, dan hubt gij niet alleen als een der 300.000, maar bovendifn nog als eij>t-na3r van een pet ceel belang bij de, straal die voor uwe deur ligt. Het eerste wordt niet gerekend, maar het laatste eiscbt vergoeding. Als deze rodeneering gezond msg heeten is het moeielijk te begiijpen v/aarom de Staat, die met zijn financitn sukkelt, niet op gelijke. wijs spreekt. Hij kan b.v. zeegen: Aaneen spoorwegnet hebben alle Nederïandfi" zonder onderscheid beb-oefte, maar gij, die in een dorp of stad aan zulk een weg gelegen woont; hebt daarbij een bijzonder belang. Hiervoor mag in billijkheid eenige vergoeding worden geeischt. .We stellen dus voor van u een bijsondere belasting^.s^oorH'Ct/geld te beffen, berekend naai de breedte en de hirarwaaide van uw huis. ,Dit zal de Staat echter niet' doen, omdat, behalve het algemeen belang het bijzonder belang met geen mogelijkheid te bepalen valt.. De bijwonenden ziullen weinig genot van 4eo. weg. hebbpn, terwijl reizigers uit allerlei oor den hem dikwijls gebruiken. Niet anders is het met de dion&ten welke de .gemeente bewijst. Zij zijn voor allen zonder onderscheid noodig, doch hetbijzonder belang, indien - daar sprake van kan zijn, hangt niet af van de gevelbreedte van iemands Iruis of .van zijn fortuin, -maar vais-lde betrekking die hij bekleedt, en van den toestand ivaarin'hij verkeert. Men zal zeggen: dat straatgeid wordt dan ook alleen van eigenaars van huizen gevraagd. Zij hebhen die gemeentediensten noodig, wïMen zij'hun huizen bewonen of verhuren. . <; . Wij antwoorden echter: zij die een eigen huis bewonen, hebben recht er over te klagen, dat afgezien, hoe groot" of klein hun zoogenaamd bijzonder belang bij de gemeentedienstenis, dit wordt berekend naar gevel breedte of huur waarde, waardoor bij gelijke huurwaarde het eene buis misschien ?20 .en het andere f 30 of f 40 straatgeld zal moeten, opbrengen, ......zoödat deze' heffing -zonder eenige redelijke basis is. Zij echter diéhun huizen verhuren, zullen niet klagen, maar in ronde, natuurlijk hoogere, som men, het aan de. gemeentekas uitgeschoten geld 'van hun huurders terug vorderen, en on der den naam van straatgeid zal den laatsten een verhooging .van huur in rekening gebracht worden, waardoor deze soort'-Van belasting, zonder eenige rekening te houden met bijzon der belang, de duurste en onbillijkste.- wordt., die men zich denken kan. Ware er voor ieder burger, slechts eenigermate te bepalen, hoeveel bijzonder belang -hij Zeker, zeker!" riep de kornniandant. Johan," zich tot den verbaasden oppasser wendende, die nog altijd stokstijf bij de deur stond, mevrouw slaapt zeker al?" Jawel, overste." Welnu, hoort ge niét dat mijn neef een hartsterking verlangt? Scheer je weg,lummel, laat mevrouw slapen en bezorg mij cognac of. rum en warm. water. Maar gouw wat, hoor! Neen, waarachtig, van daag had ik u niet meer Verwacht, maar ik zal met plezier een glas grog als welkomstgroet met u meedrinken. Weergasche- jongen, hoe komt ge toch aan dat vuile gescheurde pak?" Ik kom uit de politiegevangenis No. 6." Wat....? Neen, nu geen grappen. Zeg mij de waarheid!" Die heb ik gezegd, en daardoor is 't zoo laat geworden." Jongen, ik begrijp er geen zier van!" riep de kommandant, die ouder gewoonte zijn neef nog altijd jongen" noemde, ofschoon deze den knapentijd reeds lang ontgroeid was. In de politiegevangenis, zegt ge? Hoe is dat mo gelijk?" De oppasser kwam met den grog binnen. Zie zoo, drink nu eerst eens! Johun heeft meer verstand van grog dan van zijn dienst, te slap zal bij 't wel niet gemaakt hebben. Kom aan, drink nu eens, en vertel mij dan alles zonder smoesjes." "'?Welnu dan, oom," begon de jonge man, van middag kuierde ik dood op niijn gemak naar de stad. 't Was nog vroeg, en ik rustte even-bij een herberg aan den weg; daar kwam een Jangbeenige gendarme en arresteerde mij." Arresteerde u?", viel de kommandant hem in de rede. Maar sakkerloót, hoe was dat heeft bij de gemeentelijke diensten die vergoed moeten worden, men sou met een straatgeld, een lichtgele!, een poiicie-geld, .des noods met eea remigingsgeld ia onzen modderpoel vrede hebben, doch aangezien dit niet het geval 3, heeft de overweging, dat'wij een belasting moeten scheppen op dezen nieuwen grondslag, weinig waarde. Wij zien in liet straatgeid niet anders dan eeirvertorïngobelasting op démeest oruedelijke wijs toegepast... nl. door hetbedrag_ver van te doen afhangen van de breedte dei- gevels. Heeft "déeerste theoretische overweging waarop B. en "VV. hun voordracht gronden niét de .minste waarde, omdat zij onjuist is, de tweede' overlegging treft ons al even weinig: dat ei- nl. een zeker&~ evenredigheid- behoort bewaard-te wordtin tusschen een opbrengst van elk der op-verschillenden grondslag rus tende belastingen afzonderlijk. Die zekere evenredigheid" wordt, vernemen wij, hier gemist1, want de opbrengst der belastin gen naar vertering óf inkomen is ± ?-4,000,000 en die der heffingen op grond van art. 238 slechts ± / 850,000. De vraag is, a!s wij deze redenering goed keuren, wat ia nu do zekere evenredigheid" die weiischelijk is: .zal zij er zijn als de op brengst van de eene soort van belasting tot die der andere staat als 4 : l als 3:1 als 2 : h Wie- geeft hier licht? Volgens deze "voordracht zal'de laatste soort van belasting met + 300,000 gld verhoogd worden en derhalve tot ongeveer!, inillioen gld stijgen. B. n W. schijnen dus die zekere evearedig-heid" te vinden in een verhouding der beide soorten van belastingen.tot elkaar als van 4:1. - Evenmin als iemand ter wereld ooit tot de ontdekking zal kornen in welke mate het bij zonder belang der individuen bij de gemeen telijke diensten, die door het straatgeld ver goed zullen worden, gebaat is, zal het eenig sterfeling gegeven zijn te weten, welke die sèke-re evenredigheid" is, die ook de gewensclite evenredigheid-' in de memorie heet. .Alleen die/evenredigheid isgewenscht; welke het gevolg is :Yair een -billijke?"belastingheffing. Is -het waarlijk billijker -dat de gemeen tenaren te.samen* leder naar zijn vermogen,-bijdragen om dégenoemde -diensten te vergoeden, daar een belasting gegrond op liet bijzonder belaag niet' op geschikte wijze is-t.qe te passen, dan zoude men het desnoods zonder eenige even redigheid kunnen stellen. En on^ komt indedaad een inkomstenbelasting, die in dergelijke uitgaven voorziet, oneindig, billijker dan hét straatgeld voor. Bestaat er een bijzonder belang dat nauw keurig'aangewezen'en een gebruik of genofy het welk naar een bepaalde, voor een iegelijk gelijke verhouding belast kan worden, gelijk bij heffing van schut- of sluisgeld, dan zal niemand iets tegen' de heffing van zulk een belasting hebben, mits zij het algemeen belang niet schade. Doch hier, waar eerst een .inkomsten belasting geheven wordt, waaruit de kosten van allerlei; diensten zonder onderscheid be taald worden, nog op zulk een willekeurige wijs een straatgeld te heffen, tot een bedrag dat toevalligerwijs noodig is om het te kort van de opbrengst der inkomstenbelasting aan te vullen verraadt o. i. weinig achting voor de eenvoudigste economische waar heden.-Dui delijker zouden B. en W. gejiokcn hebben, als zij . zonder onnvrger, met t* izijde telling van alle theoretische bespiegelingen,-\eiklaa_id ?hadden: voj dragen de heffing ^aj "'i^atgeld voor, omdat wij jaaibjks dne toii beLoc\en,en het van oudsher bekerd ia dat me.i Biemand .gemakkelijker misleidt dan een bdi-,(n g--rh lDeze voordracht is indeidaad een nusleiiing. Hoe aangenaam klink1- het «ils men m de memorie leest: Ten slotte zal de «eimge diuk dezer belasting en haie gemakkelijke hcifing wel niet het allermmbt tot haie aan' e\elmg strekken." De geringe druk is dus een AAnbev'mg 4 an het, straatgeld. ~Een~bc!Ïa'sting_ïs billijk of i> d't niet I? sU-aatgcld een billijke d. i. nooch^e belasting, al drukt zij dan ook zwair, zij soa. mot rnaider aanbevelingswaardig ZIJD, m een L n wij De geringe druk is een vut-ndtlijL \\uoid tut de belastingschuldigen, maar het mi-l^idt hfn. Immers een - paar pagina's vroegti heet het' Aan verhoogiag, der opcenten \an het perso neel of der percentage van de jjLiatte]r]ke di recte belasting-, naar het inkomen scïtynt, al thans voor dit, .pogenbhk niet gedacht te kun nen worden." Dit woordje scTignf1 m velband met het althans voor dit oogenblik nie(" js ko/elijk. ~Nu worden door het straatgeid schier zon der uitzondering et/ getiofit-n, die de veiterings- en' inkomstenbelasting opbieugen, zoodat de redeneering eierenbjk deze is.Daai bcs,taat een inkomstenbela&tino, waaraan en*ïnCf. , . ,°OJi*'' van uw inkomen betaalt, en wij weten dat gij in deze billijke belasting, die wij hebben in gevoerd, .voor niet meer dan 3 pCt. van uw inkomen" wenscht 'aangeslagen, te woiden. Wij zullen daurom nief 3 A of 3'/> pCt. \an uwmkömen, vragen, maar er een onbtlbjke be asting nevens plaatsen, een soort vau veit^img.sbelasting, die onder den mam >an stxaatgeld u' in den waan zal biengen als of gy 't voor aan u in. 't bijzondor bewezen diensten betaald, eigenlijk geen bela'tiijg, maai een speciale vergoeding', de restitutie van het dooi de "gemeente voorge choten geld voor een uit sluitend voor il betaalde rekening, en nu zult gij zelf w.el- Inzien-, dat het voui u veel mind-er zwaar . drukt een belasting a 3 pGt, van. uw inkomen plus-een andeie die slechts een klei nigheid vordert, hoogstens V of / pCt. van uw inkomen, dat" grj bo-\endien op uw huur ders ruim verhalen kunt, - dan in eens 3 / of 37s pGt- van uw inkomen. Als ons Dagelyksch Bsstuur niet aldus redeneerde, waai om had den de Ireeren dan ook redeneeren geleeid! Doch de vriendelijke memoiie bevat no,* meer zoete woordekens. Wordt het "straalgeld tot een bedrag van 3 of 4 ton geheven, dan zal men dadelijk afs:hafi%r de vergoeding voor het hebben" van buizen onder den openbaien tve^ tot afvoer van faecaliën of aansluiting aan geme© tehjke riolen. -De opbrengst di«i heffingen bediaagt'7000 gld., die gemakkelijk m de nieuwe hef fing zullen kunnen gevonden woiden." Inder daad 7000 gulden m 3 of 4 ton te -vinden is niet moeielijk! en?zoo \ervolgt de memorie zal deze laatste (heffing van &traatgeld) al» vergoeding voor het genot van gemeente wegen aan alle eigenaren vei&tiekt, eene, zy het dan ook' slechts schijnbare, ongelykmatigheid van druk weg nemen, waai over herhaaldelijk gemogelijk? Hebt ge niet gezegd dat ge mijn neef waart? Hebt ge uw naam niet genoemd?" -?Mijn naar.i voluit," verzekerde Hendrik, meb mijn vier-.peeten er bij. De kerel scheen mij niet te willen gelooven. Hij wilde volstrekt mijn pas hebben, en toen hij merkte dat ik er .geen bezat, bouwde hij daarop de zonder linge veronderstelling dat ik een zekere gauw dief zou zijn, die in de residentie...." Dertig- duizend gulden gestolen heeft!" viel de kommandant- hem luid lachend in de rede. Prachtig, overheerlijk l U voor dien schelm aan te zien! En weet gij wie die langbeenige gendarm geweest is? Eén vroegere onderof ficier van mijn kompagnïft.. .Walter heet .de schelm! Ik zal het hem'inpeperen als ik hem weer onder de oogen krijg, dat beloof ik u." Gij hebt dus al van 't geval gehoord?" vroeg Hendrik. , ylk hoorde van den commissaris dat Walter den gauwdief uit de residentie gevangen ge^ nomen had. Hij was er zeer over in zijn nop jes. Maar waarom hebt gij u zoo gpedwillig inhechtenis laten nemen? Waarom hebt gij u niet op mij beroepen?- De koekoek mag de heele politie halen als zij daarvoor geen respekt getoond had!" Ik heb uw. naam en onze bloedverwant schap niet genoemd. Ik vbnd^het wel grap pig om gearresteerd en als gevangene hier binnengebracht te worden. De lange gen darme trok een vreeselijk leelijk gezicht, toen ik onderweg een vroolijk praatje- met hem trachtte aan te knoepen." Ja, dat kan~hïj, de vlegel. Maar hebben zij u'wezenlijk-opgesloten, mija jongen? Die grap had toch gek genoeg kunnen -'afloopen." Koe zoo?^ Tot morgen vroeg b.ad ik bet willen uithouden, en u dan laten halen. Gij hadt mij moeten bevrijden, oom, en ik spitste mij al óp het verbaasde gezicht dat gij zetten zoudt, als gij mij daar zoo onverwacht in de gevangenis gevonden .hadt.'" ^ . Wel verduiveld! Hadt gij daar al op ge spitst? Maar ik zou- u verloochend hebben, hoor, dan hadt gij nog eens vierentwintig uur kunnen blijven zitten, voor ik u kwam ver lossen. Waarachtig, dat zou ik gedaan hebben. Maar kom, drink nog eens. 't Is een kapitale grap, dat is het. En hoe zijt gij vrijgekomen?" Ik ben ontsnapt." Ontsnapt, jongen! ontsnapt? 'twordt hoe langer hoe mooie'r! Prachtig! Kostelijk! En hoe hebt ge dat aangelegd? Vertel dan toch, Hendrik. Een ding kan ik u wel vast vooruit zeggen, en dat is dat gij u den commissaris en Walter voor eeuwig'tot vijanden gemaakt hebt. Vooruit nu!" Terwijl de gendarme mij naar de stad bracht, had ik een pret van belang, en in de vroolijkste stemming zag ik den ongewonen nacht te gemoet. Ik wist dat mij geen "donzen bedje ..wachtte, maar ik had mij toch een eenigzins dragelijke kamer v.oorgesteld. Daar brengt mij de kerel -=- gendarme bedoel ik in een hol No. 6 noemde -hij het zóó ellendig als ik er nog nooit een gezien heb. De lucht' was er dompig, vochtig en koud.. Met moeite ontdekte ik haast tegen den zolder. een kleine getraliede opening, die voor venster moest -dienen, maar. zeker nog -nimmer een straal 'van zon of maan had doorgelaten. Ik zweeg echter om mijn genoegen voor den volgenden morgen niet. te bederven. Die ne nacht zult ge wel. verslapen dacht ik, want ik was moe -van dV -wandeling. Licht was er natuurlijk niét in het hol, maar ik hoefde n<et lang te zoeksn in die enge ruimte, en vond op den tast bet leger, waar ik mijn vei moeide leden, og dacht uit te strekken, om te droomen vanHe^ verbaasde _gezicht dat mijn brave oom den volgenden dag zetten zou." j,Drommelsche jongen, die ge zijt aïbjd nog de oude .ondeugd," zei Pletger. Ik zocht dus een legerstede, en wat vond ik? Een schuine plank, een vreeselijk haide brits. Ten einde myn rol als gevangen "boos doener zoo goed mogelijk vol te houden,legde ik er mij op neder, en dacht weik^luk ^ea poosje over mijne lotgevallen na ma&c ^e plank wat te hard; ik moe=t mij omkeereiï. Toen nog eens geprobeeid. Ik trachtte mtf te troosten met de gedachte dat zooveel dingen in 't leven hard zijn, en deed alle mogelijke moeite om onder zeil te gaan. 't Was im mers maar om een enkelen nacht te doen. Plotseling echter deed ik een ontdekkiog, waarbij ik als een pijl omhoog vloog. Er was een dier over mijn. gezicht geloopen, dat naar den langen staart te oordc-elen een rat moest zijn." ,- . . Een rat," riep de kommandant lachend. Aangenaam gezelschap." Nu ik ben niets op dafc gezelschap gesteld, want ratten zijn de akeligste dieren dïft ik ken._ Npg even hield ik mij btil om zekerheid te.. verkrijgen, en jaw el, het gezelschap weijil hoe langer hóe talrijker. Mijn uitzicht op eea ernstig slaapje was verloren en ik had g"èe» lust om den heelen nacht op te blijven. Na tuurlijk kwam nu de lust m mij op om No.6 te verlaten en naar u toe te gaan." Zoo, zoo! Eindelijk kwam dan toch het verlangen naar uw ouden oom boven!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl