Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V 00 R NEDER L A N- D.
h'fct licht laatvvallen, behalve Leent)e, de oude
Dienstmaagd, behboren. .tot den kring waarin
oom gewoon was. zich'te bewegen.
. ntusschen maakt een. noveiKstgïch het werk
mftt,-.-gemakkelijk, wanneer hij uit dezen kring
zijne sujetten kiest. -;,.:.
De meest fatsoenlijke lieden zjjn niet de. meest
.schilderachtige; bun gewaad is niet sprekend
-van,kleur.,, hun manieren zoo vrij wel uniform,
.hun taal 'meer of min conventioneel, hun pas
sies., .staan onder het opzicht der etiquette,
hunne préjugés" zijn hoogst fatsoenlijk.
liet is yeel gemakkelijker, en dankbaarder
weik tooneelen. uit het volksleven te beschrij
ven. ,Qp de straat, de markt, het. veld. is meer
kleur, meer .beweging, en afwisseling. De per-,
-.sonen spreken luider, de karakters komen be
ter .uit, .daar is terugstootende onzedelijkheid,
-daar, ziet den het echte bijgeloof, het domme
vooroordeel; ook. de aantrekkelijke naïveteit,
de ruwe kracht en die_ zekere adel, die door
de .afwezigheid van goede", manieren te meer
, wordt op prijs gesteld. ~ , ,
;De di'chfer diéons in .de meer beschaafde"
"kringen rondleidt, heeft een scherp oog voor
de' fijne nuances noodig, zal zijn verhaal niet
:. kleurloos, - eentonig en alledaagsoh uitvallen.
;? Is .de schrijver' van Oom G-eorge aan al deze
gevaren geheel ontkomen? Ik zou-het nauwe
lijks duiven, verzekeren.
jje, measchen met wie gij, ons in kennis
brengt hebben weinig aantrekkelijks, zij zijn
dood gewone- fatsoenlijke lieden, zoo als men
er- zeker "velen vindt, naar dénatuur
getee;kend, . portretten wellicht, maar ter
nauwer. nood waard bekeken te worden. Ze zijn zoo
weinig origineel, zoo weinig flink en frisch.
. -- Oom Gfeorge is ook. jong geweest en had
-zijn meisje innig lief, maar een.familiegeheim
, dat nióeieiïjk verborgen kon blijven: een mis
stap van zijn broeder, vertrouwt hij Kaar niet
toe; hij bekent eerst wat hem, drukt als zij
niet ophoudt er naar te vragen ; en werpt zijn
medeminnaar hem twee uren later dit geheim
vóór de voeten, hij neemt zonder ^onderzoek
.aan, dat zijn Verloofde terstond van zijn
verfiouw'en" heeft misbruik gemaakt en schrijft
haar af zonder vorm van proces.
: Het meisje scheen ontroostbaar. Zij -.verloor
alles'Op eens, ook haar vermogen, maar ruim
.een jaar later was zij de vrouw van den
ge: noemden medeminnaar Verhagen, dien ze niet
lief had.
Gelukkig dat Verhagen ook niet naar liefde
''vroeg*'?Hij was,tevreden met de genegenheid
.die ik hem altoos toedroeg en reeds gelukkig
:.om,dat ik zijn vrouw wilde zijn,", vertelde me-.
vrouw Verhagen later .aan haar dochter, die
haar verwonderd aanzag bij 't vernemen van
de buitengewoon voorspoedige genezing van
de geslagen wond.
." .Arthur is nog de fünkste; hij gevoelt we
_ wat hij., als pleegzoon. Oom -George verplich
is, maar brengt hem toch niet zg'n liefde voor
;de,dochter van mevrouw Verhagen ten offer.
-liet blijkt evenwel dat fi$, tiehamdyk zwak is;
?hij.overwerkt zich aan .e.en prijsvraag en sterft
,. spoedig. , ',.,,.
. Treurig blijft aijo-we,luwe achter, Yoor.zich
-zelve verlangt ze niets van Oom-George, maar
.voor. haar zoontjo, dat nu niet alleen minder
goed onderwijs krijgt "maar 'bovendien met Piet
.van,den Smit, "Willem en Albert van den Kas
telein en Koos van den Koster speelt, hij de
zoon \an Aithur'van Erckel.
Ik weet niet of Piet, Willem, Albert en Koos
goede jongens waren', maar zoo ja, dan zou,
het \ooi den ouden Oom George niet kwaad
zijn geweest, als hij in zijn'jeugd van den om
gang met deigelijkêkameraden geprofiteerd
had Dat zou hem wat.mensehelijker,
resolutei en aanti ekkelijker gemaakt hebben. v
Nu blijft bij zitten kniezen.~en strijden tegen
zyn betei gevoel. Zoo hij" terecht komt, hetis
met aan een manhaftig besluit toe te schrij
ven maai aan zijn meid en een droom. Wie
zijn levensgeschiedenis leest zal my toestem
men dat hij weinig sympathie verdiende, dat
hij te kmezeiig en zeurig was "om nog 200
gelulAig te woidën als' hij op het laatst van
zijn leven gewoiden is.
Aan zijn nguur en het ontbreken van actie
en een tmrje humor "schriji ik het toe dat de
oveugen'i zoo goed geschreven novelle, geen
aangenamer indruk by mij achterliet.
T. II.
Waai wvon il? Waar leef ik? Amsterdam,
wed. J, C. van Kesteren en Zoon.
Bovengenoemd werkje heet'een volksboek."
Het \*eid dooi G. Cool Pz. vertaald uit of
beweikt naai bet hoogduitseb. vaiïdr.Eerdmand
Stamni. De schrijven van het oorspronkelijk
is een gemoedelijk man, die op zeer onder
houdende wijs velerlei verhaalt omtrent land,
zee, hemel, w olken, bergen; dalen, de dieren- en
plantenweield en eindelijk het meest betref
fende den men^ch. Hij schept.ei- vooral be
hagen in, m de natuur -het nuttige en doel
matige aan te wijzen. Waarlijk,. God héft
de \veield volgens wijze wetten'geschapen en
ingericht, en wie deze wettea eerbiedigt zal
ze ook gewillig en gaarne opvolgen." De
aanschouwing der natuur brengt oas vooral
tot de erkenning van een heerlyk doel
baaidoor God gesteld, zoowel in den sterrenhemel,
m den bouw der aarde, in het rijk der delf
stoffen, planten en dieren, -alsook in hét rijk
en veeh oudig gebied van het leven en' de
huishouding van den mensch. "Wat zich binnen
de ge-telde peileen houdt, en het ware doel
zoekt te bereiken,, gedijt en draagt vrucht:
wat daarvan afwijkt en daarmede strqdt, gaat
vciloien." Uit deze 'woorden blijkt het ge
noegzaam, da.t de,schrijver een godsdienstige
natuuibe=cl ouwmg voorstaat.
f^Van den laafoten roman- van Vfiihelmhre von
Hulein: Und sie Jcommt doch.' Eraühlung
au* emt.n AlpenKloster," is de eerste, thans
ten peise liggende drukj reeds totaal uitver
kocht, tengevolge der talrijke bestellingen.. Er
is dus teistoiid een begin gemaakt met .den.
tweeden duik, die bijna gelijktijdig-met den
zal. " : .
'..De heer G-. L.'-Funke. heeft een -plattegrond ^ z;n van onse tijdgenoot e.n ? In zekeren zin, ja.
van Amsterdam iji 1879 door A.. Braakensiek, [Daarmee, s dan'tevens gezegd, dat niemand
met overzichtskaartje der. .gemeente, van het het recht heeft hun daarvan een verwijt .te
Vondelpark enz. en alle noodzakelijke aanwij-' maïcen.
zingen voor vreemdelingen, uitgegeven. Dit j De schuld ligt aan hen .die wel ontwikkeld
nette kaartje is e\en als.de.vorige jaarlyksche zijn,, aan dat ne percent dat de musea wel
uitgaven zoo volledig mogelijk.- Voor hen dis ( bezoekt: aan de ontwikkelde leeken voor een
belangstellen in de ontwikkeling onzer gemeente deel, en voor'het overige aan de priesters der
is de jaarlijksche verschijning van zulk een s kunst, aan de kunstenaars zelve.
plattegrond n zeer gemakkelijke handleiding,! Ia 't wonder, . dat er zoovelen aiJE, voor wie
terwijl' de prijs van 60 ets., wanneer men let j de jchoonheid_va-n.een.nEuysd'a-el" of een
Ho"bop de nette uitvoering, niet hoog kan heeten. bema" zich niet bij den eersten aanblik der
De achterzijde bevat, behalve een lijst van stra- j schilderij ontsluiert; die aan een moderne
comten en grachten, een opgave der voornaamste ' positie,-van. zeer verdacht allooi soms, de
voorhotels, restaurants, koffiehuizen, bezienswaar-' keur geven boven een Rëmbrandtj Raphaël of
dige gebouwen en inrichtingen, en der middelen j Rubens?
van .vervoer. - Is het zoo moeielijk te verklaren, dat de
1 , . . i beeldhouwwerken der moderne italiaansche
"Waldeck-in Vogelvlucht door'Gerard Keiler,'. school allerwege.in den smaak vallen,
ensotnverscheen reeds.in Eigen Haard en id n u in een migen er gaarne de brokken van de Milésische
net boekje door Tjeehk Willink te Haarlem Venus, den Antinouës of den zwaard vecht er
uitgegeven. De. heer Keiler is een prettige ge- voor zonden gev-en?
zellige gids, en het onderwerp 4ssal voor menig- 't Is hetzelfde verschijnsel dat, men waar
een aanbeveling genoeg zijn om op Keilei:'s neemt in de meerdere sympathie,.die aan een'
.vleugelen zoo hoog- gedragen te worden, dat zilveren pronkstel van een hedendaagschen \
'men het, kleine vorstendom kan overzien. Mét j fahriehant te beurt valt boven een beker van'
een portret van H. M. .de koningin, een gezicht: Holbein of een salière" van Benvenuto Celiini:
op Arolsen, het vorstelijk paleis, het stamslot het gemis aan kennis van het schoone!
't Is de ? noodige leiding die ontbreekt, cle.
heilzame vrucht, v.au den boom der ICermïsse
des Goeds en des Kwaads!
Alvorens te genieten bij den aanblik van een
enz., is^dit werkje geïllustreerd.
Nieuwe uitgaven.
Dr. A
Amsterdam
Onze Politiek; door een Ledigganger.
'sGravenhage, De Gebroeders van Cleef.
Th. A. Quanjer. De school van een genees
kundig standpunt beschouwd. Utrecht, J. G.
van. Terveên & Zoon.
G. G. Vreede, La Souabe aprés -la paix de
Bdle. Recueil de documents diplomatïcrues et
parlementaire?, concernant les négcciaüons avec
la républiqae Francaisé, et la hitte des tats
de "Wurtemberg ;contre Fiédéric II, dernier
. Kuijper, Ons Program- Met Bijlagen. , AIVVI^B i» gemeten uy cienaanwwTaneen,
Lam J. H Kruijt. - kunstwerk, alvorens het te kunnen hef hebben,;
' moet men het leeren begrijpen.
Een nobel karakter, dat door zijn verheven
of beminnelijke eigenschappen indruk maakt,;
moet, alvorens te> kunnen gewaardeerd worden,'
gekend zijn. !
En is 't niet. met het 'kunstwerk evenzoo ? j
't Is waar, dat er velen zijn, die 2Ïch van j
voelen aangetrokken -tot de beoefening
schoone kunsten: die als van zelf begrij
pen. Doch 't is dan de' benijdenswaardige
vrucht van ontwikkeling van het
schoonhesdsduc-électeur. (1795?1605). Publiéarvec
plusigevoe! in voorafgaande wie weet, hoevele
eurs dépêches antérieures de Charles-Eugène,
(1785-1790), d'après les auto grap hes/délais-1 P een volgende-^, geslachten Maar zy 't dan
sés par M ConVad -d' Abel. Utrecht, J, L. £ m mmdere mate voor deze, dan toch m
T> -- zekeren zin evenzeer voor hen als voor de yele !
Anndles auctore AbuDjafar Mohammed Ibn
Djarir At-Tabari, quos edïderuntJ. Barth, Th
Nöldeke, O. Lotli, E. Prym, H. Thorhecke,
S. Fraukel,.J. Giiidi, D. H. Muller, .M.;Th.
zijn misdeeld, (schcon daarom na
studie niet minder ontvankelijk misschien voor
de reine gewaarwordingen van 't kunstleven), meen?
de jongeren is dat doorgaans het eerst en het
besfc ontwikkeld. Ik spreek uit ondervinding
mee.' Een oordeel is zoo gemakkelijk geveld,
en toch, helaas, zoo zelden juist en alleszins
gerechtvaardigd'. Als de inkt waar goed vloeit-,
en de pen geeft wat mee, en de zetter wacht
op copij, en 't staat er eenmaal "niet al te
treurig gestileerd ocb, dan valt het weer
doorhalen zoo moeielïjk: het. befer-ik is wel
gewillig, maa_r bet slechter-ik is zwak, en
met een mea culjra1' op de lippen, brengt men
het blad soms zelf .naar de drukkerij!
Wien rezen de haren niet eens te berge bij
het lezen van een verslag over een verza
meling of een tentoonstelling ? Jarenlange
onvermoeide arbeid zijn dikwijls nauwelijks toe
reikend om den indruk van een oordeeluitte
wisschen, dat in een onbewaakt oogenblik uit
de ligtzinoige pen van een onbevoegden repor
ter is gevloeid!
Is dus de taak van den verslaggever
rnoeie3ijk, nog in veel grootere mate is het die van
den populaireii" auteur, den schrijver voor
het volk," deu macldhzbbmcte bij. uitne
mendheid.
Zijne verantwoordelijkheid is uitermate groot.
Het zaad van vooroordeel en bekrompenheid
wordt hier vooral zoo gemakkelijk uitgestrooid,
en ook waar het kunstbelangen raakt, ont
wikkelt het zicb, met ou^eloofelijke snelheid.
Waar een kinderhand voldoende s om de
kiemen te verspreiden, daar wordt een
Herkulea vereiselit ona het niisgewas weer te ver
nietigen, x
Men kan.dus niet voorzichtig genoeg zijn
in de keuze van personen. Haar men late zich
niet afschrikken door de moeielijkheid, om die
te vinden. Een uitvoerige, duidelijke en bevat
telijke verklaring van elk kunstwerk afzon
derlijk, dat waarde geeft aan een museum, zal
in een reeds te lang gevoelde behoefte voorzien.
Men KOU een proef kunnen nemen door mid
del van een prijsvraag, waarbij alleszins vol
doende ja mér dan voldoende beloonhigeu
worden uitgeloofd voor den besten populairen
gids voor dit of dat museum, 't Zou voorzeker
een dankbare taak zijn voor veelvermogende
kunstvriendeu, om in dezen het initiatief te
nemen.
Misschien ook ligt liet op den weg van onze
Eerwaarde Maatschappij tot nut van 't Alge
schepen, metende 148.000 'tonnen, of
gerekendnaar de oude meting78.2Ü2lasten;benevens 15
stoomschepen, metende 37.500 tonnen^ of 198^0
. oude lasten. . ;
"Wanneer men deze getallen vergelijkt met
die van vroegere jaren, toen we hier nog in de
dagen van voorspoed verkeerden, maken zij,
vooral op 't. eerste gezicht, een poverefigvraï.
Op 31 Dec. 1867 had Nederland hi de groots
vaart: 394 zeilschepen, metende247.200tonnen
of 130.800 lasten en op dienzeli'den datum 1859;
53C schepen, metende 312.400 tonnen of 165.230
last.
Het aantal zeilschepen daalde dus van 536
op 394 en in-de laatste tien jaar op 140. Dit ziet
er zeer verontrustend uit. Doch inen moet
niet vergoten dat de gemiddelde inhoud der '
zeilschepen klom, van ongeveer 582,8 tonnen,
in 1859 tot 627.4 tonnen in 1867, en tot 10057
in 1878..
Bovendien uit. Dec. 1878 had Nederland in
de groote'.vaart 15 stoomschepen, metende
37.500 tonnen, gemiddeld dus ieder van 2500
ton. Zoodat terwijl het aantal zeil- en
stoomschepen heden slechts "bedraagt 155, de
gezamentlijke tonneniiihoud gerekend wordt op
185.500 dat is 81.700 minder dan in 1867
en 136.900 minder dan in 1859. Doch wan
neer men in aanmerking neei-nt, dat de 37.500
tonnen der stoooischepdn, gemiddeld iflïnstens
driemaal zoo vaak de reis maken als de zeil
schepen, en men om deze getallen te vergelij
ken met die van de jaren, toen de stoomvaart
nog niet bestond, dus ook driedubbeld moet
rekenen, m. a. w. bij het getal 185.000 tonnen
nog tweemaal 37.500, dat is". 75.000 tonnen"
moet bijtellen, bedraagt het vervoer van
gosderen in de groote vaart slechts 6.700 ton
minder, dan in 1867.en 61.900 ton minder dan
in 't gezegende jaar 1859.
Houtsma, S. Guyard,- V. Rosen et M. J. de
Goeje. L .
Dr. Jan ten Brink, 'Het verloren kind.
Mannen van beteekenis in onze dagen. -Le
vensschetsen en portretten, bijeengebracht on-j T
der leiding va"n ]H. C. Balsem. All. 4. Graaf
Andrassy, door Mr. J. A. van GUse.
Geldersch NieitwsUaadje, Lectuur voor ieder
een. Ie Jaargang. Proefnommer.
Petri Hefmanni Poerlkampii, opuscula
orauO'FI'Ct' £sv jjOCvvCffr* tll&tvQ föt'ifttfilffi'b CO'filïl¥1 (svvtFli (sCtft>~
dit Jo. Theod. Bergman, Lugdini Batavoru'm,
E. J. Brill. '
?? J, G. Schliemmer. Kinderen -van den winter.
?Schetsen en novellen. " ,: " '
G. J. .Shaw Lefèvrê, M. P. Les péripétoi du
coïnmerce de l'Angleterre. ~ILubert-Vatteroux, Les
chambi'cs syndicales. Ad; Blaïse, rAgriculture et la
protectïon Mme. Clémence Hoger, Le congres
d'antropologie, Renry Taché, l'Ile de cliypre, H. C,
Mailfer," 1'Hoojme et les animanx. JrJes Simon,
sénateur, Les elfets des traite's de comnieree.
V OHM' Ei\ K L £ V-R,
-' door
J. R. DE KRUIJFF.
VI. JK u y\& t gT «3 HL O t.
In een vorig artikel spraken, we over de
"mogelijkheid van het populariseeren eener
, kunstgeschiedenis op de planken1'; thans wil
len we een ander, meer bekend, maar daarom
niet minder krachtig middel beschouwen, dat
lang .vóór dezen geleid heeft en steeds mér
i kan leiden tot het voor ieder bereikbaar genot
'. van kunstbeoefening.
j Ik bedoel: de kunstverzamelingen.
j Het bezoek aan een welingericnt museum
j kan een kunstgenot verschaffen bij uitnemend
heid.
Dit is te over .bekend, dan dat het nog noo
dig schijnt, er de aandacht op te vestigen. Zóó
; algemeen zelfs, dat iemand, die aanspraak maakt
] op den naam van beschaafd individu, voorzeker
; schromen zou, het nut van een kunst-museum
', in twijfel te
trekkenj "Want mogen er ook zijn, die. het self niet
j bezoeken, maar een museum alleen beschouwen
| als een middel om vreemdelingen in de stad
te lokken, ofwel (in het omgekeerd geval)
om zich daarvan met goed fatsoen voor een
wijle te ontslaan toch zullen ook deze, min
der warme, kunst vereerders het genot, dat
zulk een verzameling voor anderen kan ople
veren, niét betwisten.
't Mag dus in waarheid vermetel schijnen,
wanneer ik "bij dezen verklaar, het nut, zelfs
van een welingericht museum als onfeilbaar
middel tot volkeopvoeding in algemeenen zin
temogenbetwijfelen, wanneer ni et fóye?zs gezorgd
wordt voor de vervulling van een belangrijke
voorwaarde, die een even onmisbarén als veel
geldt de eenige wet: alrorens te waardeeren
moet men begrijpen.
En wie nu zullen, in staat zijn, cms beter in
te wijden in .de geheimen der schoonheid van
een kunstwerk dan de kunstkenners en de
i-TlS LclïELÉtl'S BlVG ? , ?
Of zou er gevaar schuilen in zulk
eenpopularis-atie'van de zuivere kunstbeginselen?
.Gevaar voor den kunstenaar? Voorzeker
niet. "Wie hunner we.nscht niet zyn arbeid j
algemeen gevvaiideei te zi^n^ Maar voor
den kumt^éfcarft, mi schien df i
kunst-ciiticus, den , kun^t bpuialileti'' Dur zonden er
zijn wölhcht die hèhoof l chulden: enkele
'Populan i* e T nipden \\IIG het dan ook alleen i
door de viet^, van m hun ^pemliteits-zelf- j
bë.wusts^n op ptn^iutn v.aiïe.oneüi'rentio
te worden ge teld' i
Van gesin ^001 den ~bloti dei kunstkan
moeielijk
zijn diai de esc3uedenis
leert,-hoezeer het peil der artistieke productie
stijgt, .naarmate de. belangstelling in die voort
brengselen toeneemt.
Wij mogen dus met grond verwachten, dat
door het popularïseeren van de zuivere kunst
beginselen, die hunne hoogste u.tdrukking vin
den in .de meesterstukken van onze musea,
zoowel de kunst en hare beoefenaars, alsook
en daar komt het hier voornamelijk op aan
de bezoekers ten zeertte gebaat zouden zijn.
Zulk een fcraït-d'umon nu tusschen het kunst- j
werk en zijn beschouwer, zulk een verhande
ling, waarin de eigenaardige schoonheid van
een schilder- of "beeldhouwwerk, op een voor
ieder bevattelijke wijze wordt ontleed en ver
klaard, zulk een 'populaire gids in een museum
ontbreekt -er overal, en 't-zou voorwaar een
alleszins dankbaar werk zijn dien te maken en
algemeen verkrijgbaar te stellen.
. Doch de zaak is niet zoo gemakkelyk uit
voerbaar, als ze 'dat schijnt; wat vermoedelijk!
een der vele oorzaken is, waarom de uitvoe
ring gich laat wachten.
Populair, dat is: op eene voor den ge
heel oningewijde' bevattelijke en tevens
degelyke manier de waarde van een kunst
werk te verklaren, is uiterst moeielijk en maar ?
enkele uitverkorenen bezitten die benijdens
waardige gaaf. Om over een gegeven weten
schappelijk of artistiek onderwerp populair te
kunnen schrijven, in den gewenschten zin
van het woord moet de auteur dat onder
werp in al zijn omvang en tot in zijn uiterste'
consequentie?, -volkomen meester zijn. Het'
onderling verband der samenstellende deelen:
moet hem alleszins helder voor den geest staan, l
Daarbij behoort hij in hooge mate objectief" te'
zijn ; hij moet zich een wijle vrij kunnen gevoelen ?
van alle -vooringenomenheid met deze of
generichting, met den eenen of den anderen meester, |
maar in staat zijn," déeigenaardige schoon-'
heid van elk kunstwerk onbevooroordeeld te'.
begrijpen en in het ware licht te plaatsen.;
Voeg daarbij dénoodzakelijkheid van het ver-'
mijden van alle voor den leek onverstaanbare;
feunsttermen, en.de verbeeldingskracht, noodig
Wij waven in de gelegenheid een nieuw model
weegwerktuig te bezichtigen dat in vele ge
vallen de gewone Bascule, in bruikbaarheid
overtreft door zijne eenvoudige en practischs
samenstelling.
Zijn verhouding is niet als bij de gewone
bascule l : 10 maar l : l ^hetgeen voor diegenen
die niet het wegen belast zijn een groot gemak
oplevert. Het bovengedeelte waaraan zich een
naauwkeurig gewichtaar/wijzer bevindt, kan
zeer gemakkelijk tot schrijftafeltje worden in
gericht. Verder is er een excentrieke beweging
aan verbonden die den geheelen toestel in rust
biengt tijdens zijne belading, waardoor de sta
len draaipunten geen kwetsingen kunnen on
dergaan. Het model is wel waard door be
langhebbenden bezichtigd te worden, waartoe
dagelijks de gelegenheid s opengesteld bij
den uitvinder den heer G. F. K. Brommeijer,
Spuistraat 119.
Aan het verslag door de directeuren van de
Maatschappij van levensverzekering, gevestigd
te Dordrecht, ontleenen wij het volgende:
Tot hun groot genoegen kunnen directeu
ren wijzen op de allezins gunstige resultaten,
welke dit jaar verkregen werden. Terwijl na
melijk 13,534 nieuwe verzekeringen gesloten
werden, dus, ondanks de zeer ongunstige tijds
omstandigheden,' slechts 112 contracten minder
dan heb voorgaande jaar, bedroeg het bij deze
contracten verzekerd kapitaal belangrijk meer
dan dat van vroegere jaren. Zij achten dit feit
van des te grooter aanbelang, doordat de
hoogst onbillijke concurrentie
met.buitenlandsche Maatschappijen, .de binnenlandsche het
werken hoe langer zoo meer hemoeielijkt. De
buiteulandsche Maatschappijen toch laten niet
na, door eene groepeerïng van verbazende cij
fers, waarvan niemand in staat is de juistheid
en waarde te toetsen, de oogen ie verblinden
en zich een grooten schijn van eoliditeit. aan te
matigen; bovendien worden zij hier te lande
door niet de minste controle gebonden, zijn zij
aan geene belasting onderworpen, en genieten
dus feitelijk meer -voorrechten dan de
Nederlandsche Maatschappijen. Met voldoening ma
ken directeuren daarom melding van eenige
gevallen, die zich in den loop van dit jaar bij
hen voordeden van personen die, door vreemde
Maatschappijen tot het sluiten eener verzeke
ring aangezocht, liever wenschten zich bij eene
binnenlandsche Maatschappij, te verzekeren.
Zij hopen, dat ditzelfde ook bij andere
Nederlandsche Maatschappijen zal zijn voorgekomen,
de oogen van het Nederlandsen
publiek'eindelijk zullen opengaan, en zoowel de ministers
als de volksvertegenwoordiging het levensver
zekeringswezen zullen willen ter harte nemen,
tijds verwaarloosden faktor vormt van kunst-! om .zich geheel op liet standpunt van den be-'om bij eene wettelijke regeling do binnen- on
gehot.
schouwer te kunnen plaatsen, ec ge hebt
Eve.n onmisbaar als veeltijds verwaai loosd". een flauw schema van wat er noodig is om
herhaal ik, en wijs daartoe op het feit, dat: van een kuustwerk een_uïtroerigo verklaring
vóór het meerendeel de musea geenszins vol- te geven in den hier bedoelden zin.
doen aan hunne bestemming; dat liet aantal ? eu degelijke populaire verhandeling ,
vervan hen, die er- heengaan om kunstgenot te'.raadt dan ook altijd de ffieesförhnnd!
smakeD, betrekkelijk zeer gering if, en dat de ; Daar komt nog iets bij. Een uitvoerend
kuuminder warme kunstvereerdsrs, waarvan ik zoo ^tenaar dikwijls de meest bevoegde
"beooreven sprak, die er zelden persoonlijk kon?en,' deelaar is niet'altijd sehiijver tevens, of^
"maar zich liever door oom of tante laten ver- ruist inde meeste gevallen tien lust, om het pen-::
tegenwoordigen, minstens 90 percent uitmaken ' teel of den beitel nu en dan met de pen te j
van de hollandsche natie. Ik heb de statistiek ' verwisselen; en van den anderen kant; is elke.
-van het museum-bezoek iii Nederland niet voer '.zoogenaamde krilicus nog geen voldoend ont- |
mij, en ben dus voorzichtig in mijne schatting; ' wikkelde d i. bevoegde beoordeelaar laat
mocht bet later blijken 99 ten honderd te zijn. jsüaan: de aangewezen, voorlichter ook van het |
dan zou het mij volstrekt niet verwonderen.! ;,groote" publiek. Aan het-noodige
zelfbewust. Ligt dat aan .den weinig ontwikkelden kunst- , z ja ".ontbreekt het -meestal zelden; vooral bij'
buitenlambc-he minstens gelijk te stellen. Tot
het bereiken van dit doel stellen zij zich vcor
dénoodïge stappen in liet werk te stellen,"
De strijd over het wecschelijk van staats
toezicht is dus nog niet uitgestreden!
Terwijl de zeevarende en handel drij ven de
volken algemeen klagen over den slechten toe
stand, waarin zeevaart en handelveikeeren.cn
ook te-n onzent, wc voegen er gaarne bij niet
ten onrechte, die luücliten zich luide doen
hooren. geeft het zeker pas, eenige oogenblikken
siil te staan bij do officieel c cijfers omtrent
onze scheep vaart
beweging.Dezer dagon deelde de Zeepost mede, dat op
iltimo December 1878 zich in de groote vaart
onder nederlandsche vlag bevonden, 140 zeil-1
Cyprus, zijne ImlpmiildeJen esi 2ij«e
toekomst.
Hoewel de jjibezitneming van Cyprus vooral
met-een strategisch en poïzüek oogmerk door
de engelscbe regeering ondernomen is, en clu-s
de overige eigenschappen van het eiland als
van ondergeschikt belang kunnen beschouwd
woi den, heeft zich de publieke opinie in En
geland reeds dadelijk groote voorspellingen
gemaak V van hst exploiteeren dezer nieuwe bezit-'
ting.Een ware Cyprus-achwindel heeft gedurende
de eerste weken gewoed, doeh was spoediger.
dan mogelijk geacht werd, geheel ten gronde
gebracht. Men is in Engeland klassiek opge
voed, en kent er alles -wat de ouden van heb
heerlijke eiland vertellen, van zijne olijven en
vijgen, zijne rozen en myrtea, zijne
ritroeaboechjes en wijngaarden; men droomde er van
dat heerlijke plekje, gestoofd door de
zuiderson, bespbeld door de blauwe MiddellandscW
Zes en afgekoeld door d«n zeewind. In aeer
?weinig tijd was alle illusie weggenomen, alle
hoop teleurgesteld. Cyprus .was kaal, ongezond,
verzengd, de rivieren waren, 's zomers drpog,
's winters verwoestten zij alles, wat er 'in de
buurt lag. Van bo^cnjes geen spoor te
hekeniieB, alleen kale rotsen. De oiide, rijke handels
havens, Larnaca, Nicosia( waren vervallen
puinhoopen, begraven onder stof en vui],, be
woond door eenige ellendige, uitgeplunderde,
Tiitgeteerde slaven der Turken; Jret schoone
eiland was voor eeuwig bedorven.
Na deze twee uitersten komt thans de kalme
officieel geconstateerde, statistisch, toegelichte,
nuchtere beschouwing. Yan de twee opgaven
was zeker de laatste de meest ware. Eeni^
herstel schijnt echter mogelijk, wel niet in die
mate als in September majo,or "VVibon voor
liet 48ste congres van de eagelsche vere.eniging
tofc "bevordering der wetenschappen verdedigde
toch ook niet geheel hopeloos. Een werk-van
den heer Hamiltou. Lang, die negen jaar te
Cyprus _gewoond en er dikwijls de functiën
van consul heeft uitgeoefend, geeft eenige.be-.
schouwingen, die den stempel der degelijkheid
schijnen te dragen.
Waar de Turken passeeren, zegt een
oostersch spreekwoord, groeit geen gras meer.
Cyprus schijnt her te bewijzen. De sehoone
vlakte, door bergen omgeven, waar
eertijdsbosch en weide elkander af wisselde,'is thans
een woestijn; de bosschen, die de hooge toppen
van den Cyprischen Olympus kroonden,
beetaan niet meer. Zelfs met veel moeite en zeer
veel geduld en kosten zal het bezwaarlijk
gaan zelfs een gedeelte weer vruchtbaar 'te
maken. Dat de 5 millioen francs, die Engeland
reeds voor het eiland heeft uitgegeven, nog
niets opgeleverd hebben, wa's niet te Ver
wonderen, de tijd is nog te kort en alles werd
aan de onmiddelijke behoeften voor een kleine
streek besteed. De beer Lang ^elf had in liet
begin illusiën, die hij spoedig opgaf. Toen
hij pas op het eiland woonde, en voordeel
wilde trekken van het heerlijk klimaat, de zon
en de zoele zeelucht, had liij zijne eigene plan
nen van akkerbouw willen in praktijk brengen.
Hij liet ploegen, eggen, zaaimachines van de
nieuwste er mee^t volmaakte modellen uit
Engeland komen en nam. er proeven mede.
Weldra liet hij ze varen; dit alles deugde noch
voor Qyprus, noch voor de Cyprioten. Daarna
scliafie hïj zich een cyprische ploeg aan meb
twee stieren, op het eiland geboren, en volgde
de gewoonte van het. land, terwijl hij door het
aanbrengen va:: overvloedige bemesting en zorg
vuldige administratie den opbrengst verdub
belde. Spoedig vond zijn voorbeeld navolging.
Hij meent dus dat men zich met ceisige moeiffe
wel zou vinden-schadeloos gesteld; het denk
beeld echter van buitengewone vooi'deelen,.van
fabelachtige sommen, zooala eerst voorgespie
geld was, moet zeer zeker worden opgegeven.
Cyprus is na Siciliëhet iljksto en vrucht-"
baarsto eiland van de Middellandsche zee, de
grootste lengto is van 218 kilometer, de opper
vlakte 714,700 hectaren. 'In de tijden van voor
spoed, onder de Ptolemaethi bijvoorbeeld, moet
het zekes- niet minder dan een millioen inwo
ners geteld hebbenj in.'1850-'waren er- nog
f-.bchts 140,000 waarvan 100,000 Grieken, 30,000
Turken en de overigen Maromten. De opgave
van den heer Laug spreekt van 160,000-; dit