De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 20 april pagina 1

20 april 1879 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

A°. 1879. Verschijnt iedereu Zondagochtend. Uitgevers: .ELLBRMAN, HARMS & C°. Kantoor: Rokin 2. DAG 20 APRIL A'bonneiüent per'3/ml . Afzondc-rHike Nuuuners. Ad ver ten tien per regel.. "60 C't.i. i j* r 7: C13. . . 5 » ......... 15 » INHOUD. Hoe de kleine Bram aan. den drank geraakte. - feuilleton. Staatkundig overzicht. Gemeen:-tezaken.?Kunst.?Letterkunde. Vormen Kleur. Parijsehe brieyen. Statistische en industriëele mededeeliugen. Allerlei. Han. delsoverzicht der week.?Overzicht VUB de Efiectèmnürkt. Veilingen, Burgerlijke staud. Cargalijsten. Publieke Vermakelijkheden. Te liuur zijnde woningen. Advertentiën. iie Bram aan deu drank" geraakte. De heer Rïeh.ardson is een beroemd engelsch geneeskundige, die 'toevallig en op verrassende wijs .de volledigste wederlegging" heeft ge vonden van het algemeen heerschende denk beeld, dat alkohol de dierlijke temperatuur ?steunt eh onderhoudt." Na die ontdekking, .hield de heer Kichardson een aantal lezingen eu toespraken, tot bestrijding van het drankgebruik en verdediging der geheele onthouding". Onder anderen sprak hij, als voorzitter van een ver gadering .van Zondagschool-onder wijzers 'in .Exefer Hall, een treffende rede" uit, waarin hij zeven punten "behandelde, die naar zijn overtuiging den scholieren niet te krachtig konden worden op het hart gedrukt, waarvan het eerste luidde: dat het een volstrektverstandöbedrog'.is, om te mêeneii of te beweren, ?relat alkohol, iu welken vosm van bedwelmenden drank hij voorkomt, eene.gave Gods aan den j mensch is," en de laatste vervat was in deze j woorden: dat door aanbeveling van geheele. onthouding en het aantoonen -van de nutte-; loosheid dei- schadelijkste van alle zaken, die , .onder 's menschen bereik zijn gesteld, eene. goede zaak wordt bevorderd, .die verre boven ; ' 'ónzen ei?'en tijd reikt." i '-- Het bestuur der National Temperance League, besloot aau een man van zooveel kennis en belamjeloozön ijver" het schrijven van een lees boek voor scholen en.huisgezinnen op'te-dra:get*i sEen gevolg daarvan is Volksonderwijs: over alkohol, vertaald door C. S. Adama van j Scheltema, uitgegeven door de Nederlaiidsché' Vereeniging tot afschaffing van sterken drank." Een boek naar wij meenen, tot nog toezoi> der weergade. - Een lees- en tevens een school- en.fostoek over den alkohol. Ik' heb," .schrijft Kichardson, de lessen kort gemaakt, daarbij trachtende om in elke les een j op zich zelf staand, wetenswaardig punt te be spreken, zonder dit daarom uit het verband der overige lessen los te maken. Deze beban-deling had naar mijn inzien dit nut, dat wan neer eenig leerling in eene schoolklasse komt, waar dit Koek regelmatig gelezen en behandeld wordt, hij overal mede kan invallen, zonder dat de onderwijzer meer te doen heefr, dan hem met een kort overzicht op de hoogte van zijn onderwijs te helpen." "Onze lezers zullen nieuwsgierig zijn te we,ten, hoe dit lees- en lesboek is ingericht. Wij deelen hun mee, dat de heer. Richardson 52 lessen over dit onderwerp geschreven heeft, dus l voor elke .week. Deze lessen hebben ieder een nauwkeu rig omschreven deel van het geheel tot thema. De eerste b. v. heet, Kunstmatig bereide dranken." Nu kunnen de scholieren op deze les aller eerst zich oefenen in het le26D. Primo Ver meldt de auteur daarin: welke de meest ge bruikte sterke di anken zijn. Vervolgens hoe ze téonderscheiden zijn, daarna hoe.die dran ken smaken den eersten keer dat meu ze proeft, verder wat natuurlijke dranken zijn, en einde lijk bevat zjj de verzekering : wanneer nu een klein kind kan leven en groeien, leeren, spelen en werken, zeer gezond, sterk en vroolijk zijn zonder wijn, bier enz., dan kan ook iedere vol wassen man of vrouw, even goed zonder deze leven". . Heeft de scholier, dit alles gelezen, dan legt hij zich toe om bet gelezerie zich in hetlioofd en hart te-prenten. Daartoe heeft de heer Richardson eenige vragen bij elke les gevoegd, die de leerling uit het gelegene beantwoor den kan: bv. lo. , "Welke zijn de namen, die aan verschillende geestrijke dranken gegeven worden ? De Kleine Bram,.die dit onderwijs in Enge land genoten heeft, las dan zijn les nog eens over en schreef: Ia onzen tijd fcijn de meest gebruikelijke namen: jenever, brandewijn, rum, whisky, bier, ale, stout, porter, wijn, enz. ? Dan na nog n vra,tg, volgde er een die hem het hoogste belang' inboezemde: hij was eli jaar en-had nog nooit alkohol geproefd, In welk opzicht verschillen water en melk, wat den smaak aangaat van deze dranken?" Bram la^ weer de les over en schreef om het zich in 7t geheugen te prenten: Bij Let eerste proeven kcmiett velen walgelijk voor, als een leelijk smakend geneesmiddel. De smaak van sommige bieren is bitter, kleverig n stuitend, die van drank brandend eu walgend, en enkele wijnen sUian door hun zuur of geestrijkheid den smaak tegen-." Water en melk zijn niet bitter, walgend, zuur o i' heet," eu Bram nam. zich plechtig voor nooit iets anders dan melk en 'water, d. i. natuurlijke dranken te drinken. Toen onze scholier de eerste les genoten had, ging het hein als de m t est e zijner mak kers, hij. hunkerde naar de volgenae,- die een week later gegeven zou worden.' Nieuwe ont hullingen wachiten hem: alle dieren, zoo las hij, van-de poulzeeën tut onder de evenachts-, lijn, kunnen hun levenstaak, hun arbeid ver vullen, het leven genieten zonder een i gen ande ren drank dan water,, en kwam hij van zelf tot de slotsom die in de les te lezen stond: dat spirïtualia geen recht hebben op ten eigen plaats in Gods scheppin^splan." Voorts leerde hij dat,, kwabben of medusae ongeveer "louter w'ai-er waren, en dat bij de meüach het bloed, de j-pieren en de hersenen respectieve lijk voor 79, 75 en 80 perc. uit water be stonden; kortom dat hij zelf van nature uit ongeveer 80 perc. water zonder n druppel alkohol was geschapen; waaruit naiuurlyk bleek, dat wel water ea niet, zooals sommigen meenden, gedistilleerd een levensvooiwaarde was voor mensch en uier. Om de waarheid te zeggen, Bram verlangüe niet zoo hai tstochtelijk naar de derde les als hij naar de tweede gedaan had, en dat had zijn reden. Want nu moest hij o. a. de vraag beantwoorden: Welke rol vervult water in colloïdedeelen van het levende lichaam V De vierde les van dit alkobolisch onderwijs vond hij bepaald vervelend: Wat het water in het lichaam doet, boezemde hem weinig belang stelling in en toen, hij de vijfde vooi 7ichkiee g en hij eindelijk den loop van dt,n ^tioom d< s waters moest beschn^en, die gedui inde hot leven steeds doei het lichaam plaats vindt, haatte .bij ..al wat a'Uohol heet met haitgion digen haat. .. ? Bij de zevende les schepte Biam echtei esen adem. Daar vernim hy weei gulden Maaibe den, die zijn bevatting mtt te bo\engmgtu Water is deex. mge vloeittof, voldoende vooi de levende' lichamen om te Ie en. Paaiden, schapen, rundvee, honden, katten, leeuwen, tijgers, beeren, wohtn, kameelen en olifanten hebben tot .ITU toe enkel bij water aU hun eenigen drank gelfefd Zelfs de dieien, die m voorkomen en in ootleedkundig opzicht den inèn-ch het meest nabij komen, de apen, leven tot op heden enkel by v\atei''?Het is alleen de mensch,diezxilkeenevloti&tof eigendunkelijk onder zijne dranken heeft opgenomen." Dit trof zijn jeugdig gemoed en evenzeer de mede deeling in de tiende les, dit alle wijze mannen, als Salomo, Demosthene--, Augu^-tinu^ en Phnius de jongere het di.nken van. wijn ten zeerste haiden afgei<iden. Doch van nu af Legieep Biam mets meei van het onderwijs o^ei Alkuhol. Met de elfde les begon de wetenschappelijke beschrijving van het distilkeien, en ^eeitien weken lang verkreeg h j niets andeis dan inlich tingen omtrent zaken, Uie met dekuiist van ovtihalen" in betrekking sto u den Het duizelde hem Voor de oogen, en in waktn 'en en slapen 'en toe stand grijnsden hem de wooi(lentezen distilleeren, alembic, retoi% 'puitu^ ethei, Aibucacis, AlsaharaviuSjeniSenahdiezeiim, acïdumrnuin icum of hydrochloi icum, wijngeest, aqua vitae, juuiperis, jenever, A'l ka hol,caibomum,hy,(iogenium en. oxygemuni, het iadicaa.1 Ethyl C H , ethyl alkohol G* H O, molekulen,, «-odium altoholen, amyl, cet.yi piojyl, butyl en de hemel alleen weet-hoe\eel hoofdbieken het hem kostte de 1ste vi tag der 24ste lek te beant woorden'; Wat is butjl-alkohol en hoe woiut die verkregen'? o± de 3de der 25 le& Hoevele J atomen koolstof en \uiteit>rof %ti verbouwd in cetyl.alkohol en mtken te zamen /ij«iadkaal uit? Bram was een onnoozele ]ongen en had reeds meermalen zgn meestei ge\raagd of bij |-met de geheele. kla mo£t>t opgeleid woiden j tot likearstookei, doch men had hem geant woord, dat-de schoolcommibSie geen andei doel had, dan hem en zijn makkers voor het jenevergebraik te behoeden, en daarop had de knaap beloofd, dat hij z'weren wilde: nimmer .whL-ky of brandy te proeven, wat hij bovendien toch al niet zou doen, omdat het walgend" Smaakte, indien hij maar ontslagen werd van de verdore leasen, Doch een week later lei Bram zich met de borster op toe om de les te leeren, welke over déchemische constitutie der alkoholen handelde. Deze alkohol-catechisnms telde nu eenmaal 52 zondagen, en niet n werd hem geschon ken". 'Bram studeerde voort..,. Zonder ooit alkohol gezien te hebben was hij een en al alkohol geworden.-Geen kinder-brein ter we reld was sinds de dagen van Noach zoo vol van dit verderfelijk vocht geweest.... Hij dacht aan niets anders, 't Is waar, de lessen waren bijna uitgeput, hij was gekomen aan de 51ste, doch toen hij hét zoo ver gebracht had, dat hij de viervoudige vraag: Welke noodlottige ziekten van het zenuwgestel, welke doodelijke ziekten van longen-en hart, welke ongesteldheden van lever en nieren, welke krankten van ,spieren en vliezen worden door. alkohol veroorzaakt?" kon beantwoorden, was het onmogelijk,-dat-hij het. eerstvolgende jaar n dag zou hebben- kunïien leven, zonder aan die eigendunkelijk als drauk gekozen vloeistof te denken. En geen wonder; want zonder hape ren zei Bram. het volgende op: De ziekten door alkohol veroorzaakt zijn: .(a.) Ziekte der hersenen en van het zenuwstelsel, aangeduid onder namen als: apoplexie, epilep sie, paralysè, vertigo, hersenverweeking, deli rium trëmenp, dipsomania of waanzinnig hun keren haar drank, verlies van geheugen, en dat algemeen ontzinken der verstandelijke vermo gens, dat :men kindsheid of stompzinnigheid noemt, (b.) Ziekten der longen:-een bijzondere vorm van .tering, congestie en daarop vctgeaöe bronchitis, (c.) Ziekten van het hart: onregel matig hartkloppen, zwakte der spierwaacL n. verwijding en ziekelijkheid der hartkleppen. (d.) ziekte van het bloed: scheurbuik, overmaat van water- of waterzucht, afscheiding van fibrine. (e.) Ziekte der maag: zwakte der maag en indige_stie, opgezetheïd, -prikkelbaarheid en som tijds ontsteking, (f.) Ziekte der ingewanden: loslijvigheid en ontsteking, (g.) Ziekten der lever: congestie, verharding, en zamenschrompeling, corrho-is. (h.) Ziekten der nieren: ver andering van hun bouw, in een vetachfigen aan was gelijkende!! toestand en andere veranderin gen,, die watei zucht en soms een doodelijke slaapzucht, ten gevolge hebben, (i.) Ziekten deispieren : eene vetachtigèverandering in de spie^ren, waardoor zij' de . macht tot werkdadi^ zamentrekking verliezen, (j.) Ziekte van ,d vüezen des lichaams:-verdikking en verlies van rekbaarheid, waardoor djelichaamsdeelen, welke door een vlies, omgeven zijn, schade lijden en ontijdig verzwakken en vervallen." En als men nu nog weet, dat, om de deur dicht te doen, onze schoheï, .-a \einomen te hebben welke ziekten uit het gebruik van wi;n, bier qn gedistille^id kunnen ontstaan, kg m de 52&te' ie? Iteide, dat men ei kiankziLngvan kan woiden, behoeft het met gezegd te woidi n, dat hij en de geheele klas en al de klassen deiverschillende ccholèn in Engeland, waarop dit lees-- en leerboek was ingevoerd, rijp voor de 'afschaffing waren. - - . En toch lezer, Bram geraakte aan den drank ! 't Is treurig, maar vf aai'! Geen boek wierp onze scholier met boosaar diger vreugde na voleindigde studie weg, dan dien alkohol-catechismus. Zijn aandacht was zoolang theoretisch op den alkohol gevestigd geweest, dat hij meende haar er nu eens practisch aan te moeten wijden. De leergierige jongen brandde van verlangen om te weten of het waar was, dat vele dezer dranken zoo- walgelijk smaken bij het eerste proeven, voor 'fc meerendeel viel dat hem. zeer mee, een groot aantal vond hij zelfs sma kelijker dan water en melk. Deze ondervinding wekte zijn wantrouwen. En wantrouwen is gevaarlijk. Verschillende uitspraken van den grcoten Kichardson onder wierp hij aan zijn kritiek. Dat tot zelfs de Meinste kinderen" water en melk begeeren om hun dorst te lesschen, is dat wel een bewiji dat g' out*1 jongens en volwassen menschen ook met^ audei b behoeven te lusten? Dat zelfs de dieien, ja, tol op hidui de apea, geen gedistilleei'l dunken, en tocH tevreden, vroolijk en gf-zoud zjjn, mott diaiuit worden a.fgeleid, dat de mensch geen \ujn mag drinken? Is, vroeg Biam heel neuswijs, een mensch. elan niet meei dan een aap' Hoe west mijnheei E-chaid on at een glas wijn niet in Orods eclieppmgsplan pas*-? "Eens op dien-wég, dwaalde Biam \uoit. Er waren toch heele verstandige menschen die gezegd' hadden: wijn \ei&teikt hethaitdes menschen. . Hij ging er Spreuken "l 4 en 5 eens op na lezen, waaraan de heer Richud on hem hei innerd had, als hij zei dat Salomo leeds tegen den wijn had gewaarschuwd ---- enheto.ig luk wilde dat Bram, behalve vers 4 en 5, ook 6 en 7 "las, en daar stond' Geef bteiken dra-ik dengenen die verluren gaat, ea \»ya den genen die bitterlijk bed' oefd van ziel is. Dat hij, drinke, en -zijn armlede veigete en zijn moeite niet meet gedenke. Wijn wa^ dus som tijds, zelfs volgens Salomo, die nog wyzer was dan de schrijver van Br am ^ alkohol-cat'-chismuf=, wél goed. Ook heimuerde Biam zich iets omtrent de bruiloft te Cina, enz enz. en Bram sprak.... die Dr. Sichudson ^chieef onwaarheid. Hij zei niet: Dr. R. over iiijft,""\vdnt bij hedpn, van zijn ontwikkeling is dat wouid oi.l ekeud. Zij zeggen -iets is waar of ounaai, en -daar Bram onwaarheid in dir xolk^ondeiwijs over den alkohol ontdekt had, w.eip Liy alles, wat hem daaromtrent gfleeid «a^, iveg. Dat was slecht vau Biam mau zoo gaat hét in de wereld. . Bram begreep- spoedig, zooaU h-j zeide, dat het allemaal gekheid was.... ook d.e ziekten, dat plotseling doodvallen en kiankzinm^ woiden."... "'t Was er mee al& me da pruim^P, waarvan zijn moedfi hem ?oo dikwuls veiloden had te snoepen, daarvan zou hij ook de kooits i» lijgen., maai hij had ei lummei last v m gehad en Biam diouk weldia lustig zijn de schoolcommis--ies m Engeland dit bo.ek op de -fcholen ah lees en lesboek n. voeröii, en zij wenschen de National T^mpeiai'ce League afbreuk te doen, slaan ?ijo. i. den goeden weg in. Als de Ned. Veieemguig tot afschaffing van sterken drank het diankgebimk Vvilbevoidereükan deze catechibruus mdeidaad dienst doen. Hoeveel waarheid dit boek&ke be\at ? deze cursus in de distill-ëerkunst en deze apodic tische, vaak overdreven ledeneenngen, zullen o. i. ongunstig wei ken. Men kan een g< ede zaak niet beter btdeiven dan dooi te ovexdrijven; vooral als men viicn licht tot hei al gemeen: tot .Het -minde! ontwikkelde \olk. De vereenigiïig, die dit boekske uitgaf, de vertaler 'C. S. Adama van Scheltema, en de heer. prof. J. W. Gunning als corrector, aan wie wij deze tragische ge-cUiedeutó -van Biam opdragen, hebben aanspiaak op onze achting, om de moeite die zij zich getroosten ten einde een goede zaak 4e doen ze^evieien' Doch wn betreuren het, dat zi] een middel bezigen, dat ons onpractisch, wezentlyk schadelijk vooikorat. Daar zullen weinig volwassenen oudei 't ^olk zijn die den inhoud voldoende begrijpen en nog minder in getal zullen de scholieren zijn, W £~* Kt V A 11 EESB VERTELLING DOOE (Vervolg). Hendrik zat nog altijd diep in gedachten ver zonken, geheel vervuld met het droevige ver haal, dat hij had aangehoord, toen de kommandant naar Imiten kwam. Zit ge daar alweer te droomen?" sprak hij haH lachend, half knorrig, terwijl hij Hendrik de band-toestak. '?Neen, oom, maar ik denk aan Arthur Richter, dien ik hier zooeven gesproken heb." ,,Arthur Richter? Wat drommel,.ik ken geen Arthur Richter!" 't Is een van uw strafgevangenen, oom." O, de luitenant!"- riep de koramandant. Kent ge hem?" Hij is een vriend van tnij." Ik beklaag den man," zei de kommandant. Hij heeft zich door zijn drift, laten vervoe ren, maar het moet een flink officier geweest zijn,',' De majoor heeft hem schandelijk getergd!'' riep Hendrik, dis zijn verontwaardiging nog niet meester was. Zeker, dat weet ik; hij hteft hem het le ven zuur genoeg gemaakt. Maar toch had hij zielïniet tegen zijn meerdere mogen verzetten. Op diémanier niet-." Geen man van eer kan zoo iets verdragen." Ook dat geef ik toe, maar toch heeft hij zijn straf verdiend. Ik zou e venzoo gestemd hebben ats ik in den krijgsraad gezeten had." En zoudt gij den majoor ook vrijgespro ken hebben?" Wis en waarachtig niet!" riep Pletger, torwijl hij dikke rookwolken voor zich uit blies. Ik zou hem gestraft hebben, even streng, even rechtvaardig. De koekoek mag mij ha len, als ik een duit om zijn adel gegeven had. Recht is recht, zoo denk ik er over!" De krijgsraad heeft 'er anders over ge? dacht," viel Hendrik hem ontstemd in de rede. Daarover komt ons geen oordeel toe! Strenge tucht en discipline moeten gehand haafd worden maar het recht ook! Dat is mijn meening." En kunt gij het aanzien dat een beschaafd man, de knapste van zijn kameraden, hier in het boevenpak loopt?" vroeg Hendrik. wlk moet wel, ik moet wel! Gehoorzaam heid is mijn plicht." Gij kunt toch genade voor hém-aanvragen bij den vorst!" De kommandant schudde het hoofd. Dat kan ik niet, en het zou mij ook weinig baten. Ik heb zelfs van hooger hand bevt-1 gekregen, om heel streng te zijn! Ik heb eigen lijk reeds meer voor hem gedaan' dan Ik ver antwoorden kan. en als de.een of ander bab belen wil, kan c er last genoeg van krijgen. Maar enfin, ik heb medelijden met den armen jongen. Ik zou hom waarachtig wel..., 'maai stil daarover. Hij moet dragen wat hem op is gelegd, en hij doet het ook. In het begin, itoen hij pas hier kwam, wilde hij zich .v kant maken maar nu is hij wijzer geworden." Hendrik wendde al zijn welsprekendheid aan om zijn oom tot nog meerder toegevendheid over te lialen, maar 't was te vergeefs, hoewel Marie, die ondertusschen in het prieel geko men was, ook haar best deed zooveel zij kon. Ook zij nam hartelijk deel in het loj: van den ongelukkige. Hendrik had er vooral op aangedrongen dat Richter van de andere gevangenen, meest ruwe kerels», gescheiden .zoo. worden, maar hoewel uit de antwoorden van den kommandant Un duidelijkste "bleek dat hij wel zou willen, als hij maar durfde, weigerde hij toch standvastig om zijn toestemming te geven tot een derge lijke schikking, indien de geneesheer het niet uitdrukkelijk beval, en om een eind te maken aan het nuttelooze gesprek, verliet hij al dam pend het prieel. ? Kent gij den ongelukkige ook," vroeg Hen drik aan Marie, nadat hij haar van hunne' vroegere vriendschap verteld had. Ja, hij konit hier van tijd tot tijd in den tuin, wat vader hem op mijn verzoek heeft. toegestaan. Ik liad gehoord waarom hij hier was, en kon aan hem zien hoe bitter hij leed onder de harde ptraf." Met innige deelneming in blik en stem had zij die woorden gesproken, terwijl Hendriks oogen onderzoekend op haar bleven rusten. Hoe diep hij ook getroffen was door het droe vig lot van zijn. vriend, toch liet de ijverzucht plotseling haar stem hooren in zijn hart. Hij had gezien dat Arthur Marie's handschoen aan zijn lippen gedeukt, en op zijn.borst verborgen had; Arthur zelf had al' sprekende verraden dat heto Marie was die 'hem zijn verlangen naar den dood had doen overwinnen. Om ha rentwil leefde, hij en verdroeg zijn ellende, hij beminde haar! En was het niet moge lijk- dat Marie ook hem lief had? Er lag een onweerstaanbare aantrekkingskracht in het edel gelaat, in de vurige donkere oogen van den gevangene. Kon het medelijden in haar hart niet langzamerhand tot liefde zijn aan gegroeid? Was er voor een gevoelig meisjeshart niet iets aantrekkelijks in de gedachte om een ongelukkige te troosten en lief te hebben, die door een enkele onoverlegde daad midden uit zijn glansrijke loopbaan gerukt was? Met bliksemsnelheid doorkruisten al die ge dachten zijn ziel en deden het bloed in zijn" aderen stollen. Marie, zyt ge nader met hem bekend ge worden?" vroeg hij.pp gejaagden toon. Neen^" gaf zij eenvoudig ten antwoord. j,Ik heb hem dikwijls in den tuin gezien, en ook dikwijls lust gevoeld naar hem -toe te gaan." Hebt gij nooit met hem gesproken.? "vroeg Hendrik nog altijd ontstemd. Verwonderd keek Marie hem aan. Zij be greep volstrekt niet waarom hij zoo vreemd wa«. Wat scheelt u, Hendrik?'-'- vroeg zij. Hebt gij met hem gesproken?" herhaalde hij. Beken het maar, ik zie het aan uw ge zicht." Ja, ik heb wel eens met hem gepraat, maar ik begrijp vols'.rekt niet J..." Neen, ik begrijp het ook niet," riep Hen drik, en snelde voort, uit den tuin, uit -de ci tadel, naar buiten, om daar, ver van de men schen, ia de vrije natuur zijn bonzend hari tot bedaren te laten komen. Hij liep al verder: en verder. Zij bemint hem " klonk hét onophoudelijk in 2;ijn binnenste, en hij had een .gevoel alsof zijn levensgeluk met n enkele slag veinietigd wa«. Toen hij een paar uur celeden uaa^t zjn ongelukkigen vriend in het piieel zat, wis de edachte om hem te ledden terstond m zijn ziel opgekomen. Nu was alles vergeten' Zoo poedig mogelijk-wilde hij de citadel en dt stad verlaten, ,want hij voelde dat hij met kalm met Marie kun blijven voortle\en, als hij deuken moest dat zij een ander liefhad. Zoo dwaalde hij rond door veld en boscb., zich zelven kwellend met de gedachte aan de scheiding van haar, die hij bo\en alles bemin de, dat ondervond hij m deze uien ^an biferen zielestrijd, .mitar allengs weid hij kalmer, zija besluit was genomen, en langzaam wan delde hij 'naar. de stad terug. Het etensuur was lang voorbij, en zijn oom ontving hem met een vloed van vragen en verwijten,- on wilde precies weten waar hij geweest was, en wat hij gedaan, had. Niets dan' van de blauwe lucht genoten," antwoordde Hendrik. Wat is dat voor drommelsche gekheid ? Van de blauwe lucht genieten, en het middageten laten staan! Als of gij hier op de citadel geen lucht, genoeg te zien kondt knjgen! 't Komt alleen van dat dwaze i eizen dat ge zulke malle kuren hebt".. Gij bebt gelijk, oom, het komt vauhetieizen; ik' gaf wat'als ik het nooit gedaan had, maar hu kan ik het met meer laten ik moet weer weg . en; spoedig ook moigen ' Pletger trad ontsteld een paar "chieden te rug. Als een van de kanonnen op den wal eensklaps af was gegaan, had h g niet veii schrikter ""kunnen kijken, d,m nu bij Hendriks | laatste .woorden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl