De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 20 april pagina 3

20 april 1879 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Vf EEKBLAD VOOR NEDERLAND. :.belasting, terwijl slechts 1.800,000 verleden was verkregen, vandaar de Vio pCt. )e voordracht, de meerderheid zag geen leren uitweg, werd aangenomen. let ia natuurlijk dat de inkomstenbelasting t geno md kan.worden zonder dat de raadsen met hun grieven voor den dag komen. Jiet niet. de geheimhouding der kohieren, i is-het de klassenverdeeling f het cijier ?.percentage. Ditmaal gaf de heer De Vries nieuw in overweging of het niet wenschezou zijn, ieder aan te slaan naar het werijk bedrag zijner inkomsten en niet naar ?.' klasse, -waardoor een belangrijk gedeelte >elast bleef. Wilde men iemand de vrijheid en voor een klasse aangeslagen te worden, i moest dat zijn naar het hoogste bedrag, .?.die klasse insloot. Reeds zou 180,000 gid. die wijs gevonden worden. ),e wethouder van financiën verklaarde, dat :,,Teeds eea punt van overweging bij hè; g. Be-t. had uitgemaakt, doch B. en W. - bezwaren waren gestuit, die hen van de passing van dien maatregel terughielden. ilke bezwaren dit waren vernamen wij it,1 {u is het bekend, dat het Dag. Best. z?er ledig.-bezwaren ontdekt en, zooals de heer aappel verklaarde, soms niet bijzonder gebg is in zijn streven om die uit, den weg ruimen. en voorbeeld daarvan leverde dezelfde raadsting op. . Je heer Mstelcrkamp had voorgesteld, dat gemeente in het vervolg geen gemeeotefendoinmon zou vervreemden of aan hun stemming onttrekken, dan na eerst gedu ide 14 dagen in de nabijheid van het, be-ikken perceel- bij publicatie den ; elanghebiiden te hebben opgeroepen .om hun bedenigen, zoo zij die mochten hebben, in te EO gen. Eegen dit rationeele voorstel had het Dag. st. een gewichtig bezwaar ontdekt. Men fcht niet aanplakken aan snui-en die de ge rente niet. toebehoorden. Eerst de wijsheid ti den aad was in staat het Dag. 13<;st. t den nood te redden. Plaats, zei een der len, bij. zulk een muur een paal, bevestig zulk Reu paal een bord en plak daarop ''publicatie. Ware dit licht niet ontstoken geworden, sichien was het voorstel van den heer steler kamp verongelukt, Hoe dit zij, de heer Pynappel laat zich niet h '.Hrikken door. de bezwaren die B. en W. 03ü'een betere regeling der aangifte en .van V*an-lag hebben. Hij heeft, en wij ve;fögeh oi;s daar zeer over, den Raad aangemdigd dat hij met den heer De Vries etn forste] van bedoelde, strekking zal indienen. 'ij twijfelen er niet a-m of de Raad zal zich Ikütkig achten zulk'een verbetering van de koinstenbelasting in te voeren. )e heer Hemeken die zich ook' voor de door jn -heer' De Vries aangegeven vviJM.smg ver?e^-Iofcte bovendien een antwoord van het Bestuur bij monde van den voorzitter |;, waardoor we vernamen, dat aan zijn wensch, S het straatgeld en het leeningsplan in de F({eelb«en te doen onderzoeken, zal worden geiïioet gekomen. Zoo bestaat er alle kans dat bet straat geld ''Verband met het leeoingsplan en de heiaog l- inkomsten-belasting, nog eens wél over wo lu" wordt. Wie .weet of onze Raad, na rijp Laad en nauwkeurig onderzoek het dan niet ts zal worden met den heer Mendes, die hans re^ds een heffing van 3V» pCt. voor de fkomsten-belafting wilde vaststellen? De vraag, [k genoemd raadslid tot den voorzitter richtte: j;'het straatgeld misschien niet door ons maar 'or'onze buren, door de bewoners van Haariiiof Alkmaar zou betaald worden? verdubt wrweging. De heerM-ndes begrijpt zeer goed. It het op hetzelfde neerkomt of ineu 3/,. pCi. n"t!wee of in n belasting opbrengt, en dai fet" 'dwaasheid is een nieuwe belasting, te leëei-en, alleen om de percentage van een jkrmetn goedgekeurde heffing niet te ver100" en. inleidde. In welken geest behoeft niet gezegd te worden. Nogmaals werd door, den spreker en de verdere leden die het woord voerden, de onmisbaarheid van het Rijn vaartkanaalbetoogd. Het was voorzeker goed dat Burgerpligt het initiatief nam, om op dit. oogenblik d? zaak nog eens ter sprake te brengen, i .e kanalenwet is gereed, niets is voor Nederland en Amsterdam van meer gewicht, dan dat- zij nu ook behandeld-?? en zoo wij hopen aan genomen wordt. Een beter antwoord kan de nederlandsche Staat aan de duitsche vrienden van bescherming niet geven, dan door juist nu liet besluit te nemen, om een kanaal naar Duitschïand te graven, als het duidelijk bewijs dat het er geen oogenblik aan twijfelt, of ondanks alle bescherming, of zoo men wil, tegenwerking, onze havens voor Duitschlauds handel onontbeerlijk zijn. De Inrichling ter behandeling van ooglijders alhier, heeft van wijlen den heer W. F. Willink van Collen een-legaat ontvangen, groot;/'5000; van wijle» den heer J. R. Ken per een legaat ? 1000, beide vrij van rechten en van de erven "van den heer F, II. B, een gift van ?2000. ^De Kiesvereniging Burgerplicht" hield ver ten Donderdag een vergadering waarin dn Ier Bruinier het onderwerp, de Kanalenwet, Den IGden April 1.1. had er eene heuchelijke gebeurtenis plaats voor onze stad. Het eerste stoomschip der Javalijn namelijk voer op door het Noordzeekanaal en ligt thans, zooal niet vóór Amsterdam, althans in de nabijheid. De wandeling daarheen heeft reeds hare belang rijke zijde; alleen men moet er den tijd voor hebben! Wij stellen ons voor, dat vele Amsterdam mers maar zelden de zoogenaamde eilanden (Kaitenburg, Wittenburg on Oo-tenbtirg) be zoeken. Die er nu in de laatste jaren niet is geweest, zal er heel wat verandering vinden, door het wegnemen van alle bruggen (zoodat het eigenlijk geen drie eilanden meer zijn), terwij'1. waar vropger booaien en tuintjes iets gemoedelijk antiek s gaven, thans goederenloodsen on spoorbanen aan vooruitgang doen denken. Is men voorbij de Rijkslijnbaan gekomen, dan denkt, men het'Funen te vinden, die groot e grasvlakte, die vroeger diende om schutters te drillen en... misdadigers te begraven. Thans e&htei1 -bestaai- ze iüV- meer, of, zoo er nog iets van over is, aal de .tijd weldra daar zijn dat ook dit.geheel bebouwd zal zijn. Wij vin den er, behalve enkele huizen als begin van nieuwe straten, eene breede, lange straat, Czaar Peter-straat genaamd. Loop die ten einde en gij zult dan wel meteen-den blik slaan op de l reedp, 'hooge, niet zonder smaak ontworpen huizen. Waar de huizen eindigen hebt ge nog maar den klinker weg. die over den Oost erspoorweg en langs het- IJ voert, te volgen en gij komt van zelf aan de beide hangards en een paar andere houten woningen, gelegen bij het bassin, dat voor déstoomschepen deimaatschappij Nederland is gereed gemaakt. Om een j«ist begrip te hebhen van de plaats. moet. men zich de vroegere wandeling over den Oosterdoksdijk naar Zeeburg voorstellen. Men, wee1" dat wie van de Kraanslms in een vol uur naar Zeeburg wandelde, tot de goede loopers moest behooren. Welnu, men zal in nagenoeg dezelfde richting, aan het bassin no.L' ongeveer een goed kwartier van Zeeburg ver wijderd zijn. ? Wij hebben aldaar bet stoomschip Prins van Oranje, kapitein Berkelbach van den Sprerjke', zien aankomen. Aangezien het schip uit hut Noord^eekauaal, dus Vomende van het wekten, weder geheel na^r het \\esenopmoetdraaiett om voor den st.ijger te komen, s het een eigen aardig gezicht om zulk een swekasteel te ziet werken; al moet men zich daarvan geen tref fend schouwspel voorstellen, immers 't wordt dan zeer duidelijk dat dergelijke schepen in de kanalen niet in hun vaarwater zijn, maai door de sleep- en pleizïerhootjes daarom heen, al wendende en vooruit.sneliemie, schijnen te worden bespot. Het binnenkomen in het gat fj'ing. naar het, ons, die aan den wal stonden, toescheen, hoewel niet bepaald onvoorspoedlg, toch bijzonder langzaam en voorzichtig, het geen door deskundigen toegeschreven, werd aan geringen diepgang of althans nauwheid van de diepe geul in het kanaal. Ongewoonte <an hier echter ook de oorzaak zijn. Het wenden in de bocht van het bassin zelf (al uien wil de haven) ging zeer ueK Men vindt daar overigens in eene kale, onh -rbergzame vlakte, een ruim bassin, met eene fiksche, breede kade en twee ruime hangarris (die volgens hét oordeel van sommigen nog vergroot, zullen raoeten w-orden), ook kant oren, en eindelijk is er een houten huis in- aanbouw om hen te logeeren, die tijd noch gelegenheid hebben om in Amsterdam onder dak te komen. Met der tijd zal 'nu het barre, ougastvrije oord wel iets aangenamer worden, en in iedei geval heeft de maatschappij Nederland zich aanvankelijk zeer goed uit eene verlegenheid gered, door gebruik te maken van die loodden, welke de HolUmdsche Spoorweg-maatschappij daar had eplaatst en nu niet meer behoeide. lioe jammer echter dat die fraaie ?chepe.n, waarop Amsterdam zou terecht trotnch mag weaen, niet vóór de stad eene gepaste ligplaats kouden krijgen. Waarlijk, het is hier" nug niet alles: couleur de rose! Aanvankelijk warende steigers aan de westzijde daarvoor bestemd, maar men is daarvan teruggekomen, en dat. is gelukkig aangezien die niet vlij zijn van verZiikkmg of verzwiepingt" en dus tot bet dragen van oost-mdiöche ladingen (waartoe men dan hangards had moeten bouwen) .geheel onge schikt zouden 'zijn. Die onvaste bodem van het IJ heelt al wat offers aan geld en, wat nog erger is, aan tijd gekost. Toch is dat on begrijpelijk, ja lia-ist on ver geef] ij k, want voor moer dan veertig, mss-cbien voor vijftig jaar heeft men,bij het maken vanden Wet-te: doksdijk, reeds osdervoi-den, met welken machti gen vijand uien" had te doen, terwijl men er tedert herhaaldelijk, o. a. -bij het uitbrengen dn- haast ongebruikte proomboothoofderi aan Oosterdoksdijk, aan is herinnerd." Toch i er een Openhuvenfrontstation Kijn; op de waarschuwende stemmen we-'d niet ge let! Dat, volgens sommigen, voor zoo vele jaren reeds allernoodzakelijkst werk laat maar altijd op zich wachten, en daarvoor heeft m*n liet vrije waterverkeer van het westen naar het oosten vlak voer onze stad, een voordeel waardoor Amsterdam boven vele andere haniebplaatsen zou gebaat zijn,, toteene onmoge lijkheid gemaakt. Laat, ons er rond voor uit komen. We hebben in later tijd terecht begrepen mede te raceten doen in het stichten van groot e wer ken, maar wij hebben zóó lang gedommeld, dat wij niet dadelijk wakker genoeg zijn om nel en tevens oordeelkundig de dingen aan te pakken. Bij elke gelegenheid worden wij er aan herinnerd, dat wij nog maar zijn in eea tijdperk van overgang en dat duurt zóó .ang, dat de bede van de Gene.stet ons op de .ippen komt: ,,'k Wou dat bij overging!" Naar wij vernemen zal, bij gelegenheid" van het vertrek van het stoomscUip op 26 April e. k., een groot, feest worden 'gevierd, waarbij zeer vele autoriteiten wolden hgeïrö'odigd. Zeldon nog hebben wij eene operette gezien. die ons zoo van 't begin tot aan het einde heeft beziggehouden, als Madame Favart", tekst van Aif-red Buru en Henri C'hivot, muziek van Offeiïbach Meer opera-coniique dan wel operette, heeft Madam Favart" de verdienste van.onderhoudend en vennakeijk te zijn en eene aardige intrige te bonden. De muziek is allerliefst en kan gtirust tot het beste in dat genre gere gend worde». ^ ? Met bijzondere-zorg ie het sfufc geraout^eid en de hecreii Gustave Prot en Zn. hebben, ,vat het decoratief betrefts hun welverdiende^ roem gehandhaafd. De.roc.jcco-kamer in. h 2e bedrijf is een pracht stukje, pok de laatste decora'ie, 3e" bedrijf, het kamp bij Fontenuy, is irisch en nieuw. De costuises laten niets te wenschen over en mui;ten uit door schakeering van kleuren e si keurige netheid. Over den inhoud van de operette willen wij niet uitweiden, om onzen lezers, waarvan velen /eker met Madam Favart zullen gaan kennis maken, niet vooruit met de verrassingen die er in voorkomen in kennis te stellen en daar door iets van het genot te ontnemen. We stip pen allén aan j dat elk r edrijf iets. nieuws te zien geeft en stof tot lachen te over oplevert. De -uitvoering is, de krachten van het ge zelschap in aanmerking genomen, uitmuntend ?e noemen. Ofschoon de heeren Prot niet altijd over geroutineerde zangers en zangeressen kun nen beschikken,' veten- zij de gewone acteurs en actrices er toe te vormen, en waarlijk'met ^oed sucees, want de nieuwe aanwinst, de iieei van Kuijk. verrast te ons door zijn aangenaam bariton geluid. Ontegenzeggelijk komt de -meeste eer toe aan mevrouw Sophie Spoor, die de hoofdrol vervult met een verve en entrain, die we zel den van eene hollandsehe a"etriee 'zóó zagen en boorden. Zij is uitmuntend in de verschillende Karakters die zij voorstellen moet en geeft aan elk een eigenaardig type. , Mejufvnmw' Coersen, heeft een allerliefst, zuiver stemmetje,'wel wat zwak, maar aange naam om te hooien, zij heeft bewezen dat ze met wat studie een goede kracht van 't theater Frascati zijn kan; haar spel laat echter nog te weiifchen over, wat meer losheid van beweging kon geen kwaad. De heer Kreeft als Favart, heeft een aan genaam geluid, valt in den smaak van 't publiek, en ontving daarvan de blijken toen men zijn coupletten in 't derde bedrijf?'?als hij dr, godentaai tvil spreken" met krachtbis verzocht. Of hij in zijn rol als Favart, de auteur en dramaturg, niet, wat minder jocrisseaehtig kan zijn, laten wij in 't midden, wat minder pogingen om komiek te. wezen, en 'c -spel van .den heer Kreeft zal er zeer bij winnen. De heer Janssen, als de Majoor, was niet gelukkig, hij wilde er wel als eea majoor uit zien, maar 't lukte niet. 't Gostuum, <ie sabel, de stevtls, alles was roajootayhd'g, behalve 't (spel en de stem, die te zoetsappig en te leuk waren. Als balletjesmaker, of kockebafeker zou hij misschien voortreffelijk zijn, als majoor niet. De heer de Groot als de Markies de Poul Sablé, was in grime" en kleeding een volmaakte oude libeitin, zijn stem is evenwel.niet tegen de. rol opgewassen, toch deed hij zijii best en trachtte mede 'e werken tot de vorming van een goed geheel. De koren waren goed en droegen- blijken van den weldadigen invloed die de nieuwe-orchest-directe.ur, de heer Heakeroth, uitoefent. In 't kort,' Madame Favart" is een aller.ardig^re dame, die. aan ieder die haar bezoekt, en vroolijk uurtje bezorgt. avond over gesproken wordt. We zijn overtuigd dat toet- geen dezer oveiigens zeer lieve en goed gedragen .toiletjes een jonge dame de geringste,attentie op het errein der' wedrennen zou trekken. Dat van Adolphine was lang zoo belachelijk en smake loos niet als het genoemd wordt; haar hoed, wre fairüarii?" wn ~balda,qmnr was nauwelijks in 't oogvallend. Allén de -toiletten van Clotirde 'en Martba, over welke het minste gesproken wordt, voldeden. De twee jonge dames zeker, wier cfa'c/'Aw'M, siiigg patant moeten zijn,'waren veel te een voudig in manieren. Mlle Ledere, zóó geschikt voor. de rollen der naïeve, bedeesde, ingénue heeft niets van het onbeschaamde dat de ringueuse onderscheidt, die haar best doet de dames der demi-munde-aa te apen. en ze m de kleine theaters gaat be^tudeeren. De tjjd is voorbij van de witlakenf-che amazones, de koi te rokken rood en blauw-gestreept en met Malen hoefijsers omzoomdj de roode Swwes-moi, het goudpoeder op den chignon, de \leeychkleurige kousen, de hooge Hjlaai'zeri, de hoeden o}, den neus, de wandelstokken Empératricc,de})oogG poufs die in bet oorspronkeHjk stuk behooi den, maar dit alles hadden de jonge dames door haar aplornb moeten'vërgoederi. Overigens voldeed de uitvoering zeer. De heer Chamonin als de gelukkige vader van het mor l el huishouden, de practv?che Pi-udeni (Alcime), de veelbelovende héodule (Mme Wiptboff), de heer Champro^éuit Garthago. «peel den allen met entrain hunne dankbaieioll n; de. heer Roméal scheen ons niet zoo goed gedisponeerd als andei'S. De kleine Maiguénte Bouilloud vervulde allerliefst haar rol al-, de achtjarige speculant in postzegels, die eaat spelen.... a la hausse! De dames Dorback, Le brun, en ZoéGilbert ook behoudens de gemaakte opmerkingen. De dames Abaham en Leclerc hadden zeer goede oogenblikken. In het tooi.eel van het verbranden' der brieven w.is Mad, Dorback niet- vlug genoeg. Didier had het pakje honderd maai kunnen grijpen indion hij gewild had en moest de pause goedmaken met een geheel bnnoodig verschuiven van de canapé, waardoor het tooneeltrje wel iet, van het verrassende en dramatische verloor. Sudou rekent evenveel op de daden als op de weer den zijner acteurs Dat men uit het ameuble ment niet, zooals in het ffaïk gezegd woidt, den 'smaak der familie" Benoiton ht-rktnuen kon, is niet te verwonderen, maar behoort ajn dezelfde redenen toegeschreven te. worden die wij boven vermeldden. Wanneer de naam van La'familieÜenoU&n op de affiche prijkt is men bijna zeker eene olie zaal te hebben. Alle elementen van suc ces, die een stuk van de laatste periode bevat ten kan,, zijn er in vereenigd. Zedenschilderiug, treffende tooneelen te midden van de komische omgeving, eene weldoende .moraal, zuinigheid, huiselijkheid en eenvoud g estig gepredikt door bekoorlijke actrices in sehitteende toiletten, dit deed Benoiton in der tijd ipgang maken en zal het nog lang blijven doen, ofschoon veel van de, zaken die er in bespot worden reeds uitgediend hebben. Het is misschien te verwonderen dat de vereenigïng Het Nederlands eb. Tooneel, die over tal van goede actrices en over eene ruime kas voor toiletten beschikken kan, 'het stuk gedurende ie laatste twee jaren -niet opgevoerd heeft. Wat twee, helaas! zeer noodzaicelijke be ;*-anddeelen betref', had de Compagnie Frai - < iiise van de hh. Renéen Chamonin met he~ «miogelijke te worstelen. Costumes en actrir c^s bereikten op verre na niet die hoogte vai/ excentriciteit waarop het geheele stuk ge bouwd is. Ons dunkt zelfs, dat met de beoerkte middelen waarover de niet ruime recette van het, begin van den winter haar doet hechikken, de costumes der twee jon^e dame^' reheel anders hadden kunn<en zijn. Voor een Bewoon stuk schenen ze "ons al redelijk een voudig, hoeveel te meer hier, waar er den Bij de heeren Brinkman «n van der Mfulen, is . verschenen en alom verkrijgbaar gesteld, een Tabel van het wereld Postverk^er, volgens de jongste wijzigingen van 't Postverdia^ te Parijs, l April 1879. Wij twijfelen nïft of deze -eenvoudig en gemakke.Hjk:mgerichhe T-jhel, zal weldra op elk kantoor een plaatsje vinden. Door''deze hunne eerste uitgave, hebben ge noemde heeren het-publiek e-n in het. bnztmtier den handel een dienst bewezen. De matige jn ij? van 25 ets. op papier en 50 cts.op eai-ton, f>teli het-onder ieders bereik. De- Aimanach de Gotha voor '1803. onder den invloed der Napoleontische censuur, door Dr. G'. J. Dozij.?Arnhem P. OrundaQmnt, 1879. Dit boekje bevat een zeer belangiink over zicht van de veranderingen,'die Napohon I in den Almanach de Ootha welke voor 1808 wns vervaardigd, deed maken. Een veisreh]kmsf van den oorspronkelijken almanak^be'n ijst maar al te duidelijk, dat een groot man niet altijd hoven kleingeestigheden verheven is. l De brieven van Eng.èue Delacroix, den fianscheii schilder, thans door Philippe Bm ry nitgegeven, hebben vooral waarde, omdat zy etsn tijd vak van hevigen strijd in de kunst weerg- ven, de periode van het krachtigste optreden dei i omanfeche tegenover de klassisehe school. Delaciuix genopt de vriendschap van "George Sund en van ve!e letteriiundigen, hg was de \unge Ierder zijner 'richting, de uitgave zijner brieven tkend vertel mij nu eens even, hoe jaj" feieren zoo plotseling op het dwaze denk-^ Seeïd gekomen zïjt, om op reis te gaan l" ? 1 B[fc dacht dat Marie mij niet lief had, oom.5'' : ^Zoo, zoo!- was bet dat? En waarom daii' & regtstreeks op de vesting losgerukt? Ik; tan wel zien dat gij geen soldaat zijt ik ( iad het heel anders aangelegd. Maar enfin,; jij' zijt er op uw manier ook gekomen J; Pafm maar op, Marie, dat hij nooit meer van die ? ?eiskuren in zijn hoofd krijgt." «-?Daar behoeft gij niet bang voor te zijn, elVte," fluisterde Hendrik zijn verloofde zacht; n 't our. Nu begrijp ik ook waarom hij in den laatsten; Ijd zoo veranderd was zoo stil en zoO| h-oomerig, dat bij zelfs in de^Kroonprins"1 jiet "wakker werd," mompelde cle komman-, aiit, terwijl hij den tuin doorliep en in huis (erdween. Een oogenblik later was hij in den Wijnkelder afgedaald, om een fijne fi'esch uit !e zoeken, die hij 's middags teu beete wilde |even ter eere yan het jonge paai-. ; Hendrik was overgelukkig; maar het geluk maakte hem niet zelfzuchtig, Nu hij wist dat Marie hem beminde, dacht hij weer met innige leelneming aaa zijn armen vriend, en deed al wat lij kon ora diens droevig lot te verzachten. ; .Buiten weten van zijn oom wendde hij zich tot den geneesheer die de gevangenen behan delde en trachtte van hem een bewijs te veikïljgen, dat Eichter's zwakke gezondheid -een bel ei e woning ddagend noodzakelijk, maakte^ e .i m*t dit gewichtig papier in de hand kwam hij den kommandant herinneren aan zijn vroe ge! e belofte. ,Grj zijt een'lastige jongen," sprak Pietgerlacliend. Ik wed dat gij den dokter dit getuig schrift met list of geweld afgedwongen hebt ik zal echter genade voor recht laten gelden, een oo;<je tcedrukken e u u uw zin geven. Wordt bet echter bekend en krijg ik van hooger hand een langen ueu.s dan rncogt gij hem in uw zak steken, hoor, reken daarop!" Ik neem al uw voorwaarden aan, oom," lachte Hendrik, die al zijn opgeruimdheid en levenslust terug'had gekregen. Des anderen daags werd Richter een betere kasemat. voor zich alleen aangewezen, en rnet toestemming van den overste mocht Hendrik hem een paar boeken brengen. Arthui1 ontving hem met een soort van op gewondenheid. Aan wie heb ik die gunstige beschikking te danken?" vroeg hij. j,Ik heb voor u gedaan wat ik kon," ant woordde Hendrik. Aan u dus!" riep de ongelukkige op lelenrgestelden toon. Hij scheen oen ander antwoord gewacht of gewen:--cht te hebben.. Ik kan van mijn oom niet meer gfidaan krijgen. Ik weet dat hij graag nog veel meer voor u doen zou; maar hij mag niet, en vreest toch al dat hij zich met zijn goedhartigheid moeilijkheden op den hals zal halen, als het bekend mocht worden. Gij weet dat hem te genover u de grootste gestrengheid bevolen is." Richter drukte Hendrik's hand; Ik dank u," sprak hij. Ik ben tevreden en mor niet meer .over mijn lot, want ik weet dat ik het ds agen moet." IK heb ernstig over uw lot nagedacht," vervolgde Hendrik. Zelfs bij de zachtste be handeling kunt gij hier uw straftijd niet blij ven doorbrengen; gij -zoudt -geestelijk en licha melijk ten gronde gaan. Dat mag niet gebeu ren. Gij moet het .eenige redmiddel aangrijpen, en vluch'en. Ik zal u helpen zooveel in mijn vermogen is." Verbaasd zag Richter hem aau, Vluchten?" herhaalde hij langzaam. Neeu dat doe ik niet ik blijf hier k zal mijn straf ge duldig dragen. Mijn leven is toch verloren !" Wilt. gij niet vluchten?" riep Hendrik. De gevangene schudde het hoofd. Gij mougt hier .niet ten gronde gaan. Met uw talenten kunt gij in het buitenland gemakkeiijk de positie terugwinnen, die gij hier verloren hebt.", Och, daar verlang ik uiet naar ik blijf liever hier!" ' ' Hendrik begreep maar al te goed wat zijn arme vriend aaa de citadel geboeid meid, En waarom, wilt ge niet?" vroeg hij. Waarom niet?" herhaalde Richter met een droevig lachje, omdat ik heb afgedaan raet1 het leven en mst de wereld, oiadat-ik aan mijn gevangenpak gewoon b«n geraakt. Ikbe gin de citadel ief te krijgen, en ik geloof niet dat ik mij veel gelukkiger zou voelen als ik vrij was." Hendrik schudde het hoofd. Dat is het, .niet wat u terughoudt Arthur." De jonge si.an antwoordde niet. Ik heb u iets mee te deelen," vervolgde Hendrik. Sedert een paar dagen ben ik ver loofd met mijn nicht, de 'dochter van den kom mandant." - . De gevangene kroïBp^ineen; Zijn bleeke wan gen werden nog bleeker, zijn holle oogea nog grooter en donkerder. Zijn borst zwoegde en hij staarde aijn vriend onbewegelijk aan. Zoo!" spvak hij eindelijk, als iemand die uit een droom ontwaakt 200, aijt gij met haar verloofd?" Hij streek gich met de hand óver het voorhoofd. Dan wensch ik u geluk ! Het verheugt mij zér ge zult w-el spoedig. bruiloft vieren! Waarom kijkt gij nnj zooverwonderd aan? Is het zoo onnatuurlijk da ik u geluk weaasch ? Gij zijt immers naijn vriend,, en een v-erloviug en een bruiloft zijn immers twee vroolijke dingen? Ik .geloof waarlijk dat ik ook vroolijk zou zijn, indien ik in uw plaats was! Maar dan-zou ik eerst dit boevenpak uit moeten trekken het begint er leelijfc. uit te zien of vindt gij soms dat het mij goed staat?" ! Hendrik voelde- de smart,'"de vertwijfeling, die uit. die woorden sprak. Hij greep de hanu van zijn vriend. . ? ? .jAi-rhm-, ik weet wat u pijn doet," sprakhij; doe uw best om het te dragen. Gij wast. toch dat uw verlangen hopeloos was " Richter trok zijn hand terug,. - Ge vergist u,' mijn vriend!" riep hij met een gedwongen lachje, Ik heb geen verdriet! Het spijt mij alleen maar dat ik den Majoor geen twee-klappen gegeven heb in plaats van n! 't Zou voor mij op hetzelMèneer zijn gekomen, en hij had dan toch een slag meer gehad! Daar heb ik dikwijls spijt genoeg van, ma-ar anders wensch ik niets, en hoop ik ook niets wat zoudt ge dus kunnen -weten? Ik heb. gezegd dat ik niet vluchten wilde dat was-dwaas. Maar ach, mijn vriend, in die voch tige kasematten wordt de geest eindelijk ook stomp en dof. Ik denk er nu anders over en wil gaarne van uw aanbod gebruik maken. 't I& toch verduiveld lang nog vijf jaren in dit hol te moeten zitten en mijn pak wordt mij dagelijks wijder. Ik verwacht niet veel meer van het leven, maar als men vrij is -siet ge dan kan men zich tenimn-.te een kogel door het höo-fd jagen, waar en wanneer men wil! En dat ie ook iets waard! Iliei zie ik 'den heeleii dag. die kannonnen, en dat hmdert mij, op een daarvan staat gegiaveeid; ult-lma ratio! Gij ke^t'dat itltiw&vatio reqmn? Ik ben er bijna krankzinnig van gewoideu. Vroeger heb ik mij uitgesloofd'-om mijn dim hoofd vol te proppen met allerlei kenm-, dwaasheid was het! De konisgen rögeeien de wereld n hier staat -het uliïma ratio regum! Daar ligt waarheid in! E-n daarom zal ik vluchten als gy mij helpen wiltr en ik zal n danken, zoo als ik nog nooit .een vriend heb gedankt! Ja, vluchten, vluohteït. " W-ees bedaard, Arthur!" zei He n dj ik beo^.en " ... Bedaard? maar dat bea ik5 Ge zult eens aien hoe kalm en koelbloedig ife uw plan zal volgen, Ai zegt gij ook dat Ik mij atm een touw-van den muur moet laten zakken, en al weet ik dat ik dan in de_ diepe .gi acht ver drinken zal, omdat ik niét zwemmen kan dat doet er niet toe dan sterf ik tenminste buiten de citadel, en aan een beetje vochtig heid ben' ik al .gewend ia de kaseraatt-en! Hebt gij al een plan bedacht?" Nog niet, maar er is lichi een middel te vinden als gij vast besloten t." Zeker ben ik dat. Maar laai mij nu al leen; ik faeb hoofdpijn' dat koait ook al van. de kasematten! Ga nu heea buiten schijnt de zon^ daar is het beter en daar wosdt gij gewacht .ga nul" . . Half met geweld drong hij hem buiten de deur. (Slot

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl