De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 27 april pagina 2

27 april 1879 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

P;E"" i'M'S t YÏA M M ER, K B L;A D "",Y OOR .NEDERLAND. 1063 stemmen uitgebracht. Herstemming meet plaats hebben tusschem d*: H.H, J. B, fbsenhruggen en G*. 'A. . nauw wrbosdleii te zijii met dien Be dagbladen bevatten: . Hef Handelsblad: Het gewijzigd wetsontwerp betreffende den generalen staf. Een plicht der weede. Kamer. Indische bezadigdheid. De N. Eott. Ct.:. Het Amsterdamsch adres. Het Vaderland: De verhouding onzer Staatswtgaven en middelen. Regeling van. de opleiing en de bevordering der officieren van den generalen staf. Zonderlinge wetsinterpretatie. Met Nieuws van den Dag: Hét.gewijzigd wetsontwerp tot regeling van de opleiding en e be\ ofdering der officieren van den generaItm i-tj.f. Het DagUad Z.-H. en sGravenMge: Luie at al mogen EÏJ dikwijls,- en vooral'in 'deze dageai van kwijlend*; welvaart, zich afvragea of de stijging der Staatsuitgav^a, voor zoover die o. a. door de begrooting van- oorlog en raariue worden veroorzaakt, op den duur de krachten der natie niet zal te boven gaan, zij M*. Be gal a-voorstelling in .den stadsschouwburg desniettemin vast overtuigd zijn, dat de uit- »°P «oog hevel", vereerd niet het hezoek van Se Standaard: De Juni-stembus. De Tijd; Eed of belofte. gaven ten behoeve van handel en-scheepvaart H.H. M.M. den koning en de koningin, was thans meer da,n ooit dringend worden gevor- druk bezocht en is goed geslaagd. derd, en als bij uitnemendheid productief, zullen ? Niets is moeielijker dan voor zulk eenvoorbiidraffen tot vermeerdering van het nationale stelling een prcgrama saimteslellen, dat volvermogen, en daardoor tot ver Nationale kracht; ?ing der t doet. i De vereeniging liet Nederlandsen Tooneal, redenen, waarom zij u verzoeken uwe goed- toeft de groote'kljp, waarop zulke opvoerinkeureuÖstem in geen geval te ontiiomWaan gen meestal atooten: hstT" Zij had gezorgd voor verscheidenheid. Eerst 1 trachten het ontwerp van wet tot aanleg en verbetering 'te ontzeilen en zij deed dat beter dan bij vroevan eenige werken ten behoeve der binnen- gere gelegenheden. landsche scheep vaart, waarvan in hooge mate; de toekomst van Arasterdam, en voor een groot eel van NeêrlantTs handel, afhankelijk ig. j 't Welk doende" | Amsterdam, April 1879. ~ i Het een feestcantate, daarna een tooneel uit do Maria Stttart, venolgens een gedeelte van het 4de bedrijf van CorneihVs Horaee, toen een muzikaal intermezzo," en eindelijk Oranje en Kederland, een bladzijde int- de geschiede nis des vaderlands, door, H. J. Schimmel, een slotgedicht van W. J. Hofdijk en een Apotheose... Al wordt de aandacht,der Amsterdammers tfjna uitsluitend gevraagd voor zaken die met is feest.viering in betrekking staan, de han dels-tand vergeet zijn belangen niet. , Een adres aan de Tweed© Kamer waarbij de j van tb kanaleirwet gevraagsL'-wordt» dezer dagen bij de heeren Bukman & Bartorius ter teekeniiig gelegd. Het is van den inhoud: BGeven de ondergeteekesden met «erbied en srnst te kennen : dat Zïj allen het hoogste belang stellen in Ie welvaart van het Vaderland en overtuigd afn, dat die ook nu nog, evenals in- vroegere tgien, boven alles afhankelijk is yan den bloei -pan handel en scheepvaart; dat echter die beide bronnes van Neêrlaad's lom in de hoofd- en eerste koopstad des gedurende de laatste -jaren in steeds mindere mate hebben gebloeid; is.te denken dat dit stuk, Voorzien van tal van handteekeningen, de Tweede Kamer bereiken zal. De redenen waarom .men op goedkeuring dier wet, voor zoover zij de: En bij die verscheidenheid was voor de noodige Keulsche Vaart betreft, aandringt, zijn ge- eenheid-zorg gedragera. Koninklijke waardigheid, wichtig. Dat spoedig handelen met'het oog burgerdeugd, vaderlandsliefde, Orauje's grootop DuitschlandB plannen gewenscht ia, be- heid, werden op het to.oneel vertolkt en in hoeft geen betoog. Dat onze handelaars zich den zang en de muziek ontbrak de feesttoon wakker zullen betoonen, hopen wij van harte. de Redacteur l niet, die bij zulk een gelegenheid het meest e. "Wat het dramatisch, gedeelte betreft, had "We zouden ditmaal wenschen te zwijgen, omdat kritiek bij gala-voorstellingen minder tehuis behoort, doch wij gelooven, dat wie mejuffr. de Groot niet zoo spoedig en nadruk kelijk . mogelijk waarschuwt, ons toonec-1 een groot verlies bereidt. Mejuff. de Groot heeft veel aanleg. Zij bezit gevoel, en. haar houding kan dat soms even trouw als haar stem vertolken, ' Zij kan zeer veel worden. Maar zij is een leerlinge, die o. i. in den Laatsten tijd ,,het leèren" vergeet, en die, wordt zij op haar dwaalweg niet te gengehouden?het leèren" spoedig overbodig zal achten. Toen men haar zag als Camilla in Horatius, voldeed zij iets bete-r, dat wil zeggen dezelfde fouten die zij als Maria Stuart vertoonde, wa ren evenzeer aanwezig, doch ergerden mincler, eensdeels omdat zij niet iemand als mevr. Kleine tegenover zich had, anderdeels aangezien haar rol eenvoudiger was. Waar de hartstocht uiet in lichte laaie vlam uitslaat, spreekt zij zon der indruk te maken, en waar die hartstocht fetijgt, mist zij weldra de noodige kracht en tracht dat gemis te bedekken door een zoo overdreven hevigheid van actie dat noch haar stem, noch naar gelaat, en dikwijls even ram haar houding, medewerken om don aeslhetische zin te bevredigen. En Maria Stuart n Camilla zijn veel te zware rollen voor haar. Tot nog toe bespeurt men bij Mej. de Groot nïels van dat gevoel voor het verhevene, het grootsche, wat die rust kan schenken aan e^n spel, die aller minst, ontbreken mag, waar men de hoogste In het artikel van Zondag 20 dezer met op- men lliet eerbiedig gewacht op het teeken van Schriftde?PriBSvanOranje"briAmSterdam,m3t ''skonings bijval, meermalen zouden de toejuiwelks toon en richting Jk imjtrouwens gaarne dringen vernonien_zijn. _ _ ?vereenig, komt eene onjuistheid voor, die bil- ^°lk liadden ^ Mev^ *lei?e alskoilin#m liikerwiize gereleveerd moet worden. De sebrij- Elïsabeth gezien ; maar herhaalde malen aan' ver ze^t namelijk; Aanvankelijk waren de steigers -aan de ' schouwden wy haar als Maria Stuart. Wiehaar dan zag moest meenen, dat zij slechts Maria westzijde daarvoor (ligplaats-der stoomv.-: Stuai'fc ^on zyn. Zou de ongelukkige koningin "maats, Nederland") bestemd, maar men is ooit de boudmg kunnen aannemen, de taal der daarvan teruggekomen-en dat is gelukkig, ?$? fn der bppen Spr>.ken van d*> trotsche " -- . . . ? Elizabeth? Zy kon dat inderdaad. EbzaBet-h stond voor ons, geen oogenblik dachten wij aan de Marie van weleer. Zij wischte dievolonrust weergeeft. zij vertoont zich diep gewond, zij Zij vervalt in het lage, prikkelbaar, in plaats van gilt als haar stem moet verpletteren, en verwringt haar gansche ;gealledaagsche ontdekking 'dat^de personen geen studiekoppen met uitgewerkte entourage, maar phöfos zijn, uitnemend geslaagd. "Wij durven niet met zekerheid zeggen, wal de heer Ino onder Phoios" verstaat. Moeten we hierbij denken aan een mislukte analys van het woord photografie, of aan een ver gissing van den zetter die Photos in plagt van Foetus heeft gelezen. , Het laatste is mo gelijk, daar volgens de voorafgaande verzeke ring van den schrijver, het stuk door te grootf onevenredigheH van compositie o. a. eeni_ min of meer nevelachtige bijfiguren" vertoont Wij schorten ons oordeel hierover op. D« heer Ino heeft een zeldzame opmerkingsgave, Hij vertelt den lezers van het Niemvsblad o. a ook hoe keurig'11 bet was iï.^ over r eiken van de door den koning geplukte en door de ko ningio weggeschonken roos. In n opzicht meenen wij bepaald van hen te rnogen verschillen, nl. omfrent zijn verkla ring van liet feit dat de vele hooge en*hei lige waarheden slechts voor n betrekkelij klein publiek werden uH-gesprokeii". Ino zeg: Van Liers theater is Donderdags vooral zee bezet in' stalles, balkon eu loges, en onder da publiek is te Amsterdam een groot gedeelt tegen den schrijver eo vooral tegen Vorsten school gestemd. De niet voldoend gevulc zaal teekende dan ook eerst weinig geestdri: tot op de grootc scène van de koningin nie haat moeder de geestdrift voor mej. Been mans nam steeds toe, om aan 't eind niet bedwongen te kunnen worden." Nu zou men echter al eeu bijzonder liclit ontvlambaar publiek mosten bobben, dat bi dit zoogenaamde drama, vóór de groote scène' in geestdrift ontstak. We geloov.en dat niet laat, terwijl hetfronzen van haar wenkbrauwen,! Amsterdammers alleen kalm zuilen blijven bij het opslaan van haar oog voldoende zou zijn, i de verkondiging dier verheven en heilige i, e. w. aan 'haar spel ontbreekt maat en veer-! waarheden", die mevr. Beersmans zoo deftig kracht. j in een dialoog, welke bijzonder veel heeft van Als gelegenheidsatukje is Oranje en Neder- j een monoloog met hindernissen, opdischt. We land zeer aardig. Ook het tooneel, waarin zouden het zelfs durven betwijfelen of de geest aangezien die ne vr Mof verzwieping" en d;us, enz-, enz." De aanihalingsteekens begrijp ik niet goed, Wat aangaat verzakking of verzwieping kan ik u gerusfeelrik -verzekeren-, dat gevaar voor een of ander uiet op de beslissing van het al sdat zij meenen zulks vooral te moeten toe aan het gemis van een goed-en en ofniet in huur nemen dier steigers geïfluenceei-'d .koopen waterweg naar Duitsehïamd, die, verbinding met bet .Nosrèzee-kamaal, in zal - zijn den stroom van .-het goederen vervoer naar Midden-Europa, dat zichaltoeev k^ruïigöbezwaren tegen de voordracht onder«si meer over vreemde havens. verspreidt, voor hroken, zooals een ieéer, ook uw vers aggeeen groot-deel weder naar Amsterdam terug ,ver jia1l weien, die hot Handelsblad'van U heeft. "De onderhandelingen tusscHen het, ge meentebestuur, en de -maatschappij zijn alleen op grond van in deu< raad geopperde rechtste brengen; - Bdat een dergelijke waterweg Amsterdam Rechts gelfk' zal stellen met Antwerpen, welke koopstad reeds door een uitnemend en Januari 1879 leest, alwaar de zaak duidelijk werd .uiteengezet.. Daarin toch wordt uitdrukverklaard dat tegen hel gebruik der niet werd op-gezien, en iiat de maatkomen uit. Welkeen veelzijdigheid. Welkeen overwinning, Hoe groot is deze kunstenares! Een oo-genblik later was Mevr. Kleine in Marretje Ty mens tl-de seheveningsehe vischvrouw ge metamorfoseerd, en met haar zoon Leendert" ? Schulze, leerling derTooneelsehool, speelde zij zoo uitmuntend, datdetoêjuichingen.slechts \ met moeite-onder drukt werden. Later verscheen '. zij als Genius van het >Stamhuis van Oranje. De scaoone dichtregelen van den h;-er HoMijk door haar uitgesproken, klonken zoo wellui dend, zoo vol en frisch, als had de gevierde kunstenares in hooger sferen voor den galadag een reiner stem" geleend, dan die, met welke Willen III (Moor) de Ruyter (v. Ollefeu) en Tromp (Spoor) verzoent, maakt een aangenamen indruk. De heeren verdienen lof, zoo wel om hun spel als om de getrouwheid aan de historie, die uit grime en costumes sprak. Gaarne zouden wij ook een woord omtrent de apotheose sproken, doch we zagen haar zoo soit, dat wij het niet wagen den heer Grootveld te prijzen of te laken. Waarschijnlijk is ir tot het eerste reden geweest. Allen echter wendden onder de apotheose het gelaat vaa het tooneel af, en richtten hun oog op den Koning en op de jeugdige Koningin. Niet alleen het publiek was over de voor stelling hoogst' voldaan, ook in de koningsloge vond de opvoering groeten bijval. De wel, , M ? i vaarwater, dwars door Neder! nd, ech' « met gerustheid aldaar zoude hebben ^ bs gewone gelegenheden het publiek weet -.., i i ?_. _i j. i- .L 1_ rl ?>' " fa hiioio-n Duitschland verbonden is, zoodst het la$£Bgsv<eröiGgeTL der Rijnschflpen, die te Ant werpen kunnen komen, veel grooter is dan van -welke Amsterdam kunnen bereiken; en het en. Bovenstamde regelen zullen, hoop ik,'er toe om dit waarlfk.flinke gerneentewer-k O'Bverdienilen blaam te zuiveren. yoor plaatsing dankzeggende, blijf ik met N, J. T. April 79. aandeel, van de'Belgische koopstad in de algemeene Rijnscneepvaaxt reeds aanziemlijker ge- hoogachting -srorden is, -dan dat van Neêrland's. -hoofdstad; Amsterdam, ndat verder, sedert de havens -aan 4e Middel- ? tamLch-e en Adriaiische zeeën, ten gevolge der jjet Joe.fi ons genoegen, van bevoegde zijde tbörgravHig van de landengte van Suez, voor bovenstaande verklaring te ontvangen. Waarfcet verkeer tussehen Zuid-I>uitsehland en Azië> schijnlijk aal daardoor aan allerlei geruchten 2&et name Oost-Indië, een groot voordeel heb- en "besprekingen een eind worden gemaakt, lea verkregen boven deNederlandsche-bayens, <j;e voor eenigen tijd zelfs in de Kaïuer van feet van overwegend belaag is voor deze laatste Koophandel en Fabrieken weerklank vanden, Set nadeel der hoogere zeevracht zooveel mogeBjfe door eeme lage fivrérvraeht-te. verminderen; dat. eindelijk bij de handelspolitiek, welke j)e afTaact van het eerste stoomschip der-een m het Duitsche Tijk schijnt te zullen .zegevie ?. Maatschappij ^Kederknd" troi aller opmerkyeir, en, onder meer, ten doel heeft om door 2aamheid. De directie doordrongen van het ge^üFerentieele rechten van in- en uitvoer (wel- j -^j^ Tim && feit, deed wat .zij hwn om te boeien. Mevrouw Kleine was de heldin van den avond. Zij ia nog jeugdig, onovertroffen.?" Wat meer zegt., we ziert nog-nergens de teekenen, dat er een koraen "^ïSa-1, die haar evenaart, als zij de planken; gaat; verlaten.. Of belooft mejuff. de-Groot eenmaal op waar dige wijs haar plaats te vervullen.? Hoe gaarne zouden wij dat wenschen! Doch Sinds haar ;eerste optreden in Debora" heeft zij niets aangeleerd en nog veel minder iets afgeleerd. "Wie dacht er aan een koningin te zien in deze Maria, Stuart ? Een jong .meisje, opvliegend van aard, met krijschende stem, die gevaar loopt doet die ten slotte aan kwaadaardigheid d-enken; een woede die aan eiken toom ebt ook door diferentieele tarieven voor het i ^rste- af t aart em feDstelijk karakter te scïien- ontsnapt is ; ;een jrouw van wie gij het mogeederenvervoer op de gro^te door dien Staat |.kciu Dit is haar wel gelukt. Tal van genoo- ' ehaaste of te naasten spoor weglijnen) deDmtzeehavens, boven die van naburige Staten -ïer-heffen, de vrije, goede en oedkoo -saart de eenige handelsweg H, waarop dcor Eederland aan die kranstmafcige en onbillijke mededinging het hoofd kan worden geboden; .dat zy. daarom de door de -regeering voor gestelde kanaal verbinding van. Amsterdam door «Ie eldersohe vallei met de Bovenwaal van het hoogste - belaag achten voor den bloei van Heêrland's handel, voor zoover die geacht moet digden en verdere belangstellenden zagen de 't aeht, dat aangezicht slaat.... vijandin de handen in geen zweem van zelfvan Oranje vertrekken en ieéer verheugt ^^Ü^r? ^^n.^i^!?.^!?" over deze zegepraal, die Amsterdam en Nederland, en vooral.de Maatschappij ten goede aal komen. Het nieuw gebouwde Stoomschip Prinses Marie,. is voor het publiek ter bezichtiging gesteld. Toegangskaarten a 2-5 Cents zijn aan boord van den Haven-Stoombootdienst te be komen.. Zie achterstaande aankondiging. teid van g6m«d, door velke i^n et mogelijk is, dat de beleedigde geen a schnkwekkende furie wordt, met het gelaat crates. Wee den mau, die deze Maria Stuart moet aanschouwen, na eenmaal met ingehouden adem geluisterd te -hebben naar elk woord dat de ongelukkige uitbracht, als Kleine of Seebach baar vertolkte. werd .den heer Schimmel M. den Koning, die met sprekendste hulde gebracht door 2. tranen in de oogen hem aan H. M. voorstelde. Dit stukje, zoo verzekerde Z. M-, moest den lieer Schimmel uit liet hart 3Ïjn gevloeid, want het had ook tot zijn hart gesproken. Onder een vriendelijken handdruk wees de Koning op de ridderorde die de auteur be scheiden half verborgen hield, en noemde haar een bewijs dat de koning zijn verdienste niet vergat. drift wel bij de groote scène" zich. zou open als niet deze heilige en verheven waai1lieden iets pikanis verkregen door zekere toe spelingen die het publiek onwillekeurig'maakt Doch dat de Amsterdammers, die gewoonlijk stallen, balkon en logo(s) vuile», zouden weg blijven, of indien zij verschijnen, hun geest drift onderdrukken, omdat zij tegen Muitatuli en vooral tegen Vorstenschool zijn gestemd, is een dwaasheid, die geen briefschrijver zich mag veroorloven.. Als een stad van in eer dan 300.000 zielen zich onbetuigd laat moet er een andere reden voor dit feit bestaan. En die ligt voor do hand. Men gaat uit nieuwsgierigheid eenmaal Vorstenschool zien, doch het publiek dat niet het geluk heeft, het of de photos" te ont dekken, die of dat Ino in verukking brengt, weet dat dit drama" een hooger genol schenkt wanneer men het leest dan wanneer men het op de planken aanschouwt, .en tot Ino's .geruststelling zij het gezegd: er zijn weinig Amsterdammer?, die in het tooneel be lang stellen, of zij hebben Vortt-enschool gele zen of gezien, en heilige en verheven waarheden, maken op hun gemoed denzelfden indruk ak op dat va« ieder ander. het publiek somtijds hoogst eigenaar dige mededeelingen omtrent tooneel voorstel lingen ontvangen kan, bleek ons dezer dagen uit een schrijven van zekeren Ino aan het Rott. Nieuwsblad, waarin genoemde heer verslag gaf van de opvoering der Vorsten school" van Multatuli. Als drama, cl. i. roman in samenspraken met 'bedrijvig leven", spannende intrige en ge lukkig gevonden ontknooping, zal nauwclgks iemand dit stuk als een meesterstuk roemen. Door te groote onevenredigheid in compositie het een koningin die sicK ophetwordeeligst laat uien en eenige min of meer ne velachtige bijfiguren" maar hoeveel hooger is de letterkundige waarde als we 't kunstwerk besckomcen afgescheiden van den vorm. Als de heer Ino dit kunstwerk afgescheiden van den vorm beschouwt", alleen het oog op taal en inhoud" vestigt, komt bij tot de niefc JUKftKIL (I-EAGMBNT.) Vertaald door J. L. WERTHEIM. V I E. E D E B E D E IJ F. DEftDE TOOWÏCEL. De oude IORATIÜS,, De oude HOEATIUS OmiHa, docliter, kom, hei hoofd omhoog gebeurd! Bij zooveel- eerbetoon is 't schande, dat gij treurt. Elk burger oftre zijn belangen aan zijn plichten: Voiv 't welzijn van den staat moet eigen welzijn zwichten Op AlbaM grondgebied is Rome's vaan geplant, 't Geldt hier geen huisHjk leed, maar't heil van 't vaderland Tn Curiatius verliest ge slechts een miansar: Heel Rome's jonglingsehap verheerlijkt d'óvorvrïniïaar, En aclit het roemrijk met de zuster van den held' In d'echt te treden. Doe daaïom uiv smart geweld, En tracht uw zwakheid voor uw broeder te Verbergen, Wanneer hij straks verschijnt. Zijn zege durft het vergen! Toon dat dezelfde^ borst u beiden heeft gelaafd, En dat nw CT gemoed uwe edeïe afkomst staaft, (af.) dat hij bij vergissing op -zijn kamer had la ten branden; - daarna wendde hrj zich tot SDU oom en praatte en schertste zoo luid hij kon. ..... Mai-ie durfde nauwlijks a-dem halen van ang^t,; toen zij het schuurtje voorbij kwa2aen had zij aan de. beweging van het rijtuig gemerk , dat er iemand achterop sprong. Hendrik was onuitputtelijk 'in aardige anek doten, en toen zij de halfduistere citadelpoort docu-rëden, lachte de kommandant dat hij zehaterde. Snel vervolgde Tiet rijtuig zijn weg naar de atad. Bij de Kroonprins" aangekomen, opende Hendrik haastig het portieren keek naar het schterbankje"?het .was ledig. Hij is gered !" fluisterde hij Marie in 't oor, ler\vijl hij .haar uit het rytuig hielp. Het was alsof er een zware last van haar Iverst» af werd genomen, en innig dankbaar ^mkte'zij Hendrik de hand. Het bal begon, en Hendrik en Marie von den nog menig oogenblikje waarin zij konAun spreken over hetgeen hun, gausohe ziel Wat aal vader toch wel zeggen, als hr Markt dat wij Hichter geholpen, hebben ? Hij s&l het weïspoedig ontdekken" zei Marie Bezorgd. Zeker zal hij -het merken. Ik zou mets Imng zijn om de verantwoordelijkheid alleen sp mij te nemen, maar ik weet toch dat bij op u niet ernstig boos kan'worden!" Marie': zweeg. Zij wist wel dat haar vader goedhartig en toegevend was, maar zij had sem ook nog nooit zulk een reden gegeven m toornig te zijn. Terwijl zij nog samen stonien te praten, kwam Pletger naar hen toe. Goddank," sprak hij, eindelijk houdt de j muziek nu eens op en krijgen verstandige menschen hun beurt van de pret. Ik rammel van den honger en' heb plan om mij eens heerlijk te goed te doen. Ik verlang naar een stuk vleesch en eeu glas wijn': al die liflafjes kun nen ze voor mijn part houden! 't Zal wel vroolijk worden aan -tafel, want Klein heeft den apotheker overgehaald om een toast te drinken . en nu draaft de onde papa den tuin op en neer, zonder hoed nog wel, om zijn redevoering in te studeeren. Ik wed om een fijae ftescii dat hij blijft steken, en verkouden wordt,er bij. 'Elein wrijft al in de handen van pret; het is een ondeugd, die advokaat! Hoe durft hij onzen onschuldigen apotheker zoo in de val jagen.l" Het souper begon, en tevens de algeraeene vroplijklieid. Pletgers lachen klonk boven alles uit en vergenoegd keek hij uit naar zijnlieveKngsschotel, die juist" in aantocht was. Plot seling weergalmde er een dof gedru-lsch door de zaal een kanonschot! Toen nog een en nog een. Verschrikt keken de feestgenoöten elkander aan. Watis dat?"'vroeg rentenier Löblich, met bleek bestorven kaken. Pletger was reeds bij het eerste schot opDat zijn signaaïschoten van de citadel!" riep hij. Een van de gevangenen moet ont snapt, zijn," Hij ijlde uit de zaal naai* de garde-robe, om zijn overjas te halen. ? Verschrikt had Marie Hendrik aangekeken. -' 't Is niets," fluisterde hij; maak u niet ongerust; hij is te ver vooruit. Het zal we] terecht komen," Kom, laat ons vader' volgen," antwoordde Marie. Daar had Hendrik niet veel zin in, maar ook Marie's moeder drong er op aan, en dus verlie ten zij samen, de zaal, juist toen de apothe ker opstond om met zijn toast van wal te steken. Pletger was reeds op weg naar de citadel, en zij volgden hem. Hendrik .schertste en lachte zooveel hij vermocht, maar noch bij Marie, noch bij haar moeder vond zijn stem ming weerklank. Toen zij.de citadel bereikten vonden zij de geheele bezetting op de been, en reeds uit de verte vernamen zij de toornige stem van den kommandant. Sidderend klemde Marie zich aan den arm van haar verloofde. Laat den moed niet zinken, liefste," fluis terde deze haar toe. Uw vader koelt zijn eerste, woede' aan de wacht, en als de beurt aan ons komt, is de hevigste storm voorbij. Laat .ons nu.maar uit zyn oogen blijven; de soldaten zijn. niet zoo bang voor een enkele onweersbui." Zonder door Pletger opgemerkt te worden. bereikten zij het huis. Johan ontving hen met een bleek en verschrikt gelaat, en vertelde hun met horten en stooten, dat Richter ontvlucht was in een livereipak en dat zijn mooie spullen weg waren. Bij zijn ziel en zalig heid zwoer hij dat "hij onschuldig was dat hij niets wïfet. Hendrik trachtte hem gerust te stellen, en Marie's moeder zag het jonge paar onderzoe kend aan. Zij-scheen iets van de waarheid te vermoeden. De kommandant liet haar echter geen tyd om een enkele vraag te doen. Toornig, met hoogrood gelaat snelde hij uaar binnen, trad naar Hendrik toe en vroeg met een van woede bevende stem: Weet gij wie ontvlucht is?" Johan heeft ons zooeven verteld dat Bichter die gelukkige is," gaf Hendrik kalm ten ant woord. Ja, jat" "bulderde de overste, hij is bet, hij! Gij weet het even goed als ik, en gij weet ook wie hem geholpen heeft!" ? Ik weet niets beste oom!" zei Hendrik, om tijd te winnen. Nog nooit had hij den ouden heer zoo toornig gezien. Gij weet het wel, en ik ben uw beste oom niet ik wil niets meer met u te maken hebbeu!" vervolgde Pletger. Gij hebt Richter helpen ontsnappen kwade jongen! Beken het o ogenblikkelijk ! of ik laat u in dezelfde kasemat werpen, waar hij in gezeten heeft!" Gij weet, oom, hoever ik in het ontsnap pen ben!" gaf Hendrik hem lachend ten ant woord. Mij zoudt gij niet ontkomen! Mij waar achtig niet, al moest ik er vijftig schildwachten voor zetten! (jij hebt hem dus geholpen ? Beken het maar!" Ik had medelijden mefc den armen jongen. Zijn straf was veel te hard en hij was mijn vriend!" Ik had het dus niet mis! Gij zijt het ge weest !" riep de kommandant met doffe stem, terwijl hij Hendrik in de borst greep en heenen weerscbudde. Hendrik verdroeg het met de meeste kalmte. Maar, oom," begon hij eindelijk. Zwijg ("bulderde de overste. Ik zal u kennis laten maken met de kasematten! De slechtste zal ik voor n uitzoeken, en voor mijn part mogen de ratten u den eersten nacht op eten!1' Met klimmenden angst had Marie de drei gementen van haar vader aangehoord. Zij kon niet langer zwijgen. Vader vader! ik heb Richter ook ge holpen !" Pletger keerde zich om en keek haar onder zoekend aan. Gij ook! gij ook!" riep hij. Die bekentenis scheen hem zoo te treffen, dat hij niet terstond woorden kon vinden om aan zijne verontwaar diging lucht te geve». Gij ook!" herhaalde hij eindelijk nogmaals. Ja, ik heb evenveel' schold!'' verzekerde Marie met tranen in de vriendelijke oogerj. Dan zal ik u ook?Neen, het is onge hoord! Ongehoord!" riep Pletger eensklaps. Zie, op u had ik gebouwd als op mii zelven! Maar nu wil ik niets meer van u wéten niets meer! Nu begrijp ik. waarom ik dien kerel een andere kasemat moest geven. Beken liet maar," zoo wendde hij aieh tot Hendrik, daarom hebt gij er mij zoo dringend om verzocht!" : wJa, oom, dat is zoo." Zoolang de wereld staat, is nog nooife een mensch zoo bedrogen als ik, en voor dien tijd ook niet! En waar zit de schelm nu? Beken het, waar zit hij?" Dat weet ik niet," antwoordde Hendrik. Gij weet het wel waar is hij heen ge vlucht? Ik moet hem . terug hebbeu van nacht nog zeg ifc u ??ik wil het! Zeg het mij o ogenblikkelijk, of ik laat u over een uur doodschieten!" Vader! Vader!" snikte Marie.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl