Historisch Archief 1877-1940
P;E"" i'M'S t YÏA M M ER, K B L;A D "",Y OOR .NEDERLAND.
1063 stemmen uitgebracht. Herstemming meet
plaats hebben tusschem d*: H.H, J. B,
fbsenhruggen en G*. 'A.
. nauw wrbosdleii te zijii met dien
Be dagbladen bevatten: .
Hef Handelsblad: Het gewijzigd wetsontwerp
betreffende den generalen staf. Een plicht der
weede. Kamer. Indische bezadigdheid.
De N. Eott. Ct.:. Het Amsterdamsch adres.
Het Vaderland: De verhouding onzer
Staatswtgaven en middelen. Regeling van. de
opleiing en de bevordering der officieren van den
generalen staf. Zonderlinge wetsinterpretatie.
Met Nieuws van den Dag: Hét.gewijzigd
wetsontwerp tot regeling van de opleiding en
e be\ ofdering der officieren van den
generaItm i-tj.f.
Het DagUad Z.-H. en sGravenMge: Luie
at al mogen EÏJ dikwijls,- en vooral'in 'deze
dageai van kwijlend*; welvaart, zich afvragea
of de stijging der Staatsuitgav^a, voor zoover
die o. a. door de begrooting van- oorlog en
raariue worden veroorzaakt, op den duur de
krachten der natie niet zal te boven gaan, zij
M*.
Be gal a-voorstelling in .den stadsschouwburg
desniettemin vast overtuigd zijn,
dat de uit- »°P «oog hevel", vereerd niet het hezoek van
Se Standaard: De Juni-stembus.
De Tijd; Eed of belofte.
gaven ten behoeve van handel en-scheepvaart H.H. M.M. den koning en de koningin, was
thans meer da,n ooit dringend worden gevor- druk bezocht en is goed geslaagd.
derd, en als bij uitnemendheid productief, zullen ? Niets is moeielijker dan voor zulk
eenvoorbiidraffen tot vermeerdering van het nationale stelling een prcgrama saimteslellen, dat
volvermogen, en daardoor tot ver
Nationale kracht;
?ing
der t doet.
i De vereeniging liet Nederlandsen Tooneal,
redenen, waarom zij u verzoeken uwe goed- toeft de groote'kljp, waarop zulke
opvoerinkeureuÖstem in geen geval te ontiiomWaan gen meestal atooten: hstT"
Zij had gezorgd voor verscheidenheid. Eerst
1 trachten
het ontwerp van wet tot aanleg en verbetering 'te ontzeilen en zij deed dat beter dan bij
vroevan eenige werken ten behoeve der binnen- gere gelegenheden.
landsche scheep vaart, waarvan in hooge mate;
de toekomst van Arasterdam, en voor een groot
eel van NeêrlantTs handel, afhankelijk ig. j
't Welk doende" |
Amsterdam, April 1879. ~ i
Het
een feestcantate, daarna een tooneel uit do
Maria Stttart, venolgens een gedeelte van
het 4de bedrijf van CorneihVs Horaee, toen
een muzikaal intermezzo," en eindelijk Oranje
en Kederland, een bladzijde int- de geschiede
nis des vaderlands, door, H. J. Schimmel, een
slotgedicht van W. J. Hofdijk en een
Apotheose...
Al wordt de aandacht,der Amsterdammers
tfjna uitsluitend gevraagd voor zaken die met
is feest.viering in betrekking staan, de han
dels-tand vergeet zijn belangen niet. ,
Een adres aan de Tweed© Kamer waarbij de
j van tb kanaleirwet gevraagsL'-wordt»
dezer dagen bij de heeren Bukman &
Bartorius ter teekeniiig gelegd. Het is van den
inhoud:
BGeven de ondergeteekesden met «erbied en
srnst te kennen :
dat Zïj allen het hoogste belang stellen in
Ie welvaart van het Vaderland en overtuigd
afn, dat die ook nu nog, evenals in- vroegere
tgien, boven alles afhankelijk is yan den bloei
-pan handel en scheepvaart;
dat echter die beide bronnes van Neêrlaad's
lom in de hoofd- en eerste koopstad des
gedurende de laatste -jaren in steeds
mindere mate hebben gebloeid;
is.te denken dat dit stuk, Voorzien van
tal van handteekeningen, de Tweede Kamer
bereiken zal. De redenen waarom .men op
goedkeuring dier wet, voor zoover zij de: En bij die verscheidenheid was voor de noodige
Keulsche Vaart betreft, aandringt, zijn ge- eenheid-zorg gedragera. Koninklijke waardigheid,
wichtig. Dat spoedig handelen met'het oog burgerdeugd, vaderlandsliefde, Orauje's
grootop DuitschlandB plannen gewenscht ia, be- heid, werden op het to.oneel vertolkt en in
hoeft geen betoog. Dat onze handelaars zich den zang en de muziek ontbrak de feesttoon
wakker zullen betoonen, hopen wij van harte.
de Redacteur l
niet, die bij zulk een gelegenheid het meest
e.
"Wat het dramatisch, gedeelte betreft, had
"We zouden ditmaal wenschen te zwijgen,
omdat kritiek bij gala-voorstellingen minder
tehuis behoort, doch wij gelooven, dat wie
mejuffr. de Groot niet zoo spoedig en nadruk
kelijk . mogelijk waarschuwt, ons toonec-1 een
groot verlies bereidt.
Mejuff. de Groot heeft veel aanleg. Zij bezit
gevoel, en. haar houding kan dat soms even
trouw als haar stem vertolken, ' Zij kan zeer
veel worden. Maar zij is een leerlinge, die
o. i. in den Laatsten tijd ,,het leèren" vergeet,
en die, wordt zij op haar dwaalweg niet te
gengehouden?het leèren" spoedig overbodig
zal achten.
Toen men haar zag als Camilla in Horatius,
voldeed zij iets bete-r, dat wil zeggen dezelfde
fouten die zij als Maria Stuart vertoonde, wa
ren evenzeer aanwezig, doch ergerden mincler,
eensdeels omdat zij niet iemand als mevr. Kleine
tegenover zich had, anderdeels aangezien haar
rol eenvoudiger was. Waar de hartstocht uiet
in lichte laaie vlam uitslaat, spreekt zij zon
der indruk te maken, en waar die hartstocht
fetijgt, mist zij weldra de noodige kracht en
tracht dat gemis te bedekken door een zoo
overdreven hevigheid van actie dat noch
haar stem, noch naar gelaat, en dikwijls even
ram haar houding, medewerken om don
aeslhetische zin te bevredigen.
En Maria Stuart n Camilla zijn veel te zware
rollen voor haar. Tot nog toe bespeurt men
bij Mej. de Groot nïels van dat gevoel voor
het verhevene, het grootsche, wat die rust
kan schenken aan e^n spel, die aller
minst, ontbreken mag, waar men de hoogste
In het artikel van Zondag 20 dezer met op- men lliet eerbiedig gewacht op het teeken van
Schriftde?PriBSvanOranje"briAmSterdam,m3t ''skonings bijval, meermalen zouden de
toejuiwelks toon en richting Jk imjtrouwens gaarne dringen vernonien_zijn. _ _
?vereenig, komt eene onjuistheid voor, die bil- ^°lk liadden ^ Mev^ *lei?e alskoilin#m
liikerwiize gereleveerd moet worden. De sebrij- Elïsabeth gezien ; maar herhaalde malen
aan'
ver ze^t namelijk;
Aanvankelijk
waren de steigers -aan de '
schouwden wy haar als Maria Stuart. Wiehaar
dan zag moest meenen, dat zij slechts Maria
westzijde daarvoor (ligplaats-der stoomv.-: Stuai'fc ^on zyn. Zou de ongelukkige koningin
"maats, Nederland") bestemd, maar men is ooit de boudmg kunnen aannemen, de taal der
daarvan teruggekomen-en dat is gelukkig, ?$? fn der bppen Spr>.ken van d*> trotsche
" -- . . . ? Elizabeth? Zy kon dat inderdaad. EbzaBet-h
stond voor ons, geen oogenblik dachten wij
aan de Marie van weleer. Zij wischte
dievolonrust weergeeft.
zij
vertoont zich
diep gewond, zij
Zij vervalt in het lage,
prikkelbaar, in plaats van
gilt als haar stem moet
verpletteren, en verwringt haar gansche
;gealledaagsche ontdekking 'dat^de personen geen
studiekoppen met uitgewerkte entourage, maar
phöfos zijn, uitnemend geslaagd.
"Wij durven niet met zekerheid zeggen, wal
de heer Ino onder Phoios" verstaat. Moeten
we hierbij denken aan een mislukte analys
van het woord photografie, of aan een ver
gissing van den zetter die Photos in plagt
van Foetus heeft gelezen. , Het laatste is mo
gelijk, daar volgens de voorafgaande verzeke
ring van den schrijver, het stuk door te grootf
onevenredigheH van compositie o. a. eeni_
min of meer nevelachtige bijfiguren" vertoont
Wij schorten ons oordeel hierover op. D«
heer Ino heeft een zeldzame opmerkingsgave,
Hij vertelt den lezers van het Niemvsblad o. a
ook hoe keurig'11 bet was iï.^ over r eiken van
de door den koning geplukte en door de ko
ningio weggeschonken roos.
In n opzicht meenen wij bepaald van hen
te rnogen verschillen, nl. omfrent zijn verkla
ring van liet feit dat de vele hooge en*hei
lige waarheden slechts voor n betrekkelij
klein publiek werden uH-gesprokeii". Ino zeg:
Van Liers theater is Donderdags vooral zee
bezet in' stalles, balkon eu loges, en onder da
publiek is te Amsterdam een groot gedeelt
tegen den schrijver eo vooral tegen Vorsten
school gestemd. De niet voldoend gevulc
zaal teekende dan ook eerst weinig geestdri:
tot op de grootc scène van de koningin nie
haat moeder de geestdrift voor mej. Been
mans nam steeds toe, om aan 't eind
niet bedwongen te kunnen worden."
Nu zou men echter al eeu bijzonder liclit
ontvlambaar publiek mosten bobben, dat bi
dit zoogenaamde drama, vóór de groote scène'
in geestdrift ontstak. We geloov.en dat niet
laat, terwijl hetfronzen van haar wenkbrauwen,! Amsterdammers alleen kalm zuilen blijven bij
het opslaan van haar oog voldoende zou zijn, i de verkondiging dier verheven en heilige
i, e. w. aan 'haar spel ontbreekt maat en veer-! waarheden", die mevr. Beersmans zoo deftig
kracht. j in een dialoog, welke bijzonder veel heeft van
Als gelegenheidsatukje is Oranje en Neder- j een monoloog met hindernissen, opdischt. We
land zeer aardig. Ook het tooneel, waarin zouden het zelfs durven betwijfelen of de geest
aangezien die ne vr
Mof verzwieping" en d;us, enz-, enz."
De aanihalingsteekens begrijp ik niet goed,
Wat aangaat verzakking of verzwieping kan
ik u gerusfeelrik -verzekeren-, dat gevaar voor
een of ander uiet op de beslissing van het al
sdat zij meenen zulks vooral te moeten toe
aan het gemis van een goed-en en ofniet in huur nemen dier steigers geïfluenceei-'d
.koopen waterweg naar Duitsehïamd, die,
verbinding met bet .Nosrèzee-kamaal, in
zal - zijn den stroom van .-het goederen
vervoer naar Midden-Europa, dat zichaltoeev k^ruïigöbezwaren tegen de voordracht
onder«si meer over vreemde havens. verspreidt, voor hroken, zooals een ieéer, ook uw vers
aggeeen groot-deel weder naar Amsterdam terug ,ver jia1l weien, die hot Handelsblad'van U
heeft. "De onderhandelingen tusscHen het, ge
meentebestuur, en de -maatschappij zijn alleen
op grond van in deu< raad geopperde
rechtste brengen; -
Bdat een dergelijke waterweg Amsterdam
Rechts gelfk' zal stellen met Antwerpen,
welke koopstad reeds door een uitnemend en
Januari 1879 leest, alwaar de zaak duidelijk
werd .uiteengezet.. Daarin toch wordt
uitdrukverklaard dat tegen hel gebruik der
niet werd op-gezien, en iiat de
maatkomen uit. Welkeen veelzijdigheid. Welkeen
overwinning, Hoe groot is deze kunstenares!
Een oo-genblik later was Mevr. Kleine in
Marretje Ty mens tl-de seheveningsehe vischvrouw ge
metamorfoseerd, en met haar zoon Leendert" ?
Schulze, leerling derTooneelsehool, speelde
zij zoo uitmuntend, datdetoêjuichingen.slechts
\ met moeite-onder drukt werden. Later verscheen
'. zij als Genius van het >Stamhuis van Oranje.
De scaoone dichtregelen van den h;-er HoMijk
door haar uitgesproken, klonken zoo wellui
dend, zoo vol en frisch, als had de gevierde
kunstenares in hooger sferen voor den galadag
een reiner stem" geleend, dan die, met welke
Willen III (Moor) de Ruyter (v. Ollefeu) en
Tromp (Spoor) verzoent, maakt een
aangenamen indruk. De heeren verdienen lof, zoo
wel om hun spel als om de getrouwheid aan
de historie, die uit grime en costumes sprak.
Gaarne zouden wij ook een woord omtrent
de apotheose sproken, doch we zagen haar zoo
soit, dat wij het niet wagen den heer
Grootveld te prijzen of te laken. Waarschijnlijk is
ir tot het eerste reden geweest. Allen echter
wendden onder de apotheose het gelaat vaa het
tooneel af, en richtten hun oog op den Koning
en op de jeugdige Koningin.
Niet alleen het publiek was over de voor
stelling hoogst' voldaan, ook in de koningsloge
vond de opvoering groeten bijval. De
wel, , M ? i
vaarwater, dwars door Neder! nd, ech' « met gerustheid aldaar zoude hebben ^ bs gewone gelegenheden het publiek weet
-.., i i ?_. _i j. i- .L 1_ rl ?>' " fa hiioio-n
Duitschland verbonden is, zoodst het
la$£Bgsv<eröiGgeTL der Rijnschflpen, die te Ant
werpen kunnen komen, veel grooter is dan van
-welke Amsterdam kunnen bereiken; en het
en.
Bovenstamde regelen zullen, hoop ik,'er toe
om dit waarlfk.flinke gerneentewer-k
O'Bverdienilen blaam te zuiveren.
yoor
plaatsing dankzeggende, blijf ik met
N, J. T.
April 79.
aandeel, van de'Belgische koopstad in de
algemeene Rijnscneepvaaxt reeds aanziemlijker ge- hoogachting
-srorden is, -dan dat van Neêrland's. -hoofdstad; Amsterdam,
ndat verder, sedert de havens -aan 4e Middel- ?
tamLch-e en Adriaiische zeeën, ten gevolge der jjet Joe.fi ons genoegen, van bevoegde zijde
tbörgravHig van de landengte van Suez, voor bovenstaande verklaring te ontvangen.
Waarfcet verkeer tussehen Zuid-I>uitsehland en Azië> schijnlijk aal daardoor aan allerlei geruchten
2&et name Oost-Indië, een groot voordeel heb- en "besprekingen een eind worden gemaakt,
lea verkregen boven deNederlandsche-bayens, <j;e voor eenigen tijd zelfs in de Kaïuer van
feet van overwegend belaag is voor deze laatste Koophandel en Fabrieken weerklank vanden,
Set nadeel der hoogere zeevracht zooveel
mogeBjfe door eeme lage fivrérvraeht-te. verminderen;
dat. eindelijk bij de handelspolitiek, welke j)e afTaact van het eerste stoomschip der-een
m het Duitsche Tijk schijnt te zullen .zegevie ?. Maatschappij ^Kederknd" troi aller
opmerkyeir, en, onder meer, ten doel heeft om door 2aamheid. De directie doordrongen van het
ge^üFerentieele rechten van in- en uitvoer (wel- j -^j^ Tim && feit, deed wat .zij hwn om
te boeien.
Mevrouw Kleine was de heldin van den avond.
Zij ia nog jeugdig, onovertroffen.?" Wat meer
zegt., we ziert nog-nergens de teekenen, dat er
een koraen "^ïSa-1, die haar evenaart, als zij de
planken; gaat; verlaten..
Of belooft mejuff. de-Groot eenmaal op waar
dige wijs haar plaats te vervullen.?
Hoe gaarne zouden wij dat wenschen! Doch
Sinds haar ;eerste optreden in Debora" heeft
zij niets aangeleerd en nog veel minder iets
afgeleerd.
"Wie dacht er aan een koningin te zien in
deze Maria, Stuart ?
Een jong .meisje, opvliegend van aard, met
krijschende stem, die gevaar loopt
doet
die ten slotte aan kwaadaardigheid
d-enken; een woede die aan eiken toom
ebt ook door diferentieele tarieven voor het i ^rste- af t aart em feDstelijk karakter te scïien- ontsnapt is ; ;een jrouw van wie gij het
mogeederenvervoer op de gro^te door dien Staat |.kciu Dit is haar wel gelukt. Tal van genoo- '
ehaaste of te naasten spoor weglijnen)
deDmtzeehavens, boven die van naburige Staten
-ïer-heffen, de vrije, goede en oedkoo
-saart de eenige handelsweg H, waarop dcor
Eederland aan die kranstmafcige en onbillijke
mededinging het hoofd kan worden geboden;
.dat zy. daarom de door de -regeering voor
gestelde kanaal verbinding van. Amsterdam door
«Ie eldersohe vallei met de Bovenwaal van het
hoogste - belaag achten voor den bloei van
Heêrland's handel, voor zoover die geacht moet
digden en verdere belangstellenden zagen de
't
aeht, dat
aangezicht slaat....
vijandin de handen in
geen zweem van
zelfvan Oranje vertrekken en ieéer verheugt ^^Ü^r? ^^n.^i^!?.^!?"
over deze zegepraal, die Amsterdam en
Nederland, en vooral.de Maatschappij ten goede
aal komen.
Het nieuw gebouwde Stoomschip Prinses
Marie,. is voor het publiek ter bezichtiging
gesteld. Toegangskaarten a 2-5 Cents zijn aan
boord van den Haven-Stoombootdienst te be
komen.. Zie achterstaande aankondiging.
teid van g6m«d, door velke i^n et
mogelijk is, dat de beleedigde geen a
schnkwekkende furie wordt, met het gelaat
crates.
Wee den mau, die deze Maria Stuart moet
aanschouwen, na eenmaal met ingehouden adem
geluisterd te -hebben naar elk woord dat de
ongelukkige uitbracht, als Kleine of Seebach
baar vertolkte.
werd .den heer Schimmel
M. den Koning, die met
sprekendste hulde
gebracht door 2.
tranen in de oogen hem aan H. M. voorstelde.
Dit stukje, zoo verzekerde Z. M-, moest den
lieer Schimmel uit liet hart 3Ïjn gevloeid,
want het had ook tot zijn hart gesproken.
Onder een vriendelijken handdruk wees de
Koning op de ridderorde die de auteur be
scheiden half verborgen hield, en noemde
haar een bewijs dat de koning zijn verdienste
niet vergat.
drift wel bij de groote scène" zich. zou open
als niet deze heilige en verheven
waai1lieden iets pikanis verkregen door zekere toe
spelingen die het publiek onwillekeurig'maakt
Doch dat de Amsterdammers, die gewoonlijk
stallen, balkon en logo(s) vuile», zouden weg
blijven, of indien zij verschijnen, hun geest
drift onderdrukken, omdat zij tegen Muitatuli
en vooral tegen Vorstenschool zijn gestemd, is
een dwaasheid, die geen briefschrijver zich
mag veroorloven..
Als een stad van in eer dan 300.000 zielen
zich onbetuigd laat moet er een andere reden
voor dit feit bestaan. En die ligt voor do
hand. Men gaat uit nieuwsgierigheid eenmaal
Vorstenschool zien, doch het publiek dat niet
het geluk heeft, het of de photos" te ont
dekken, die of dat Ino in verukking brengt,
weet dat dit drama" een hooger genol
schenkt wanneer men het leest dan wanneer
men het op de planken aanschouwt, .en tot
Ino's .geruststelling zij het gezegd: er zijn
weinig Amsterdammer?, die in het tooneel be
lang stellen, of zij hebben Vortt-enschool gele
zen of gezien, en heilige en verheven
waarheden, maken op hun gemoed denzelfden
indruk ak op dat va« ieder ander.
het publiek somtijds hoogst eigenaar
dige mededeelingen omtrent tooneel voorstel
lingen ontvangen kan, bleek ons dezer dagen
uit een schrijven van zekeren Ino aan het
Rott. Nieuwsblad, waarin genoemde heer
verslag gaf van de opvoering der Vorsten
school" van Multatuli.
Als drama, cl. i. roman in samenspraken
met 'bedrijvig leven", spannende intrige en ge
lukkig gevonden ontknooping, zal nauwclgks
iemand dit stuk als een meesterstuk roemen.
Door te groote onevenredigheid in compositie
het een koningin die sicK
ophetwordeeligst laat uien en eenige min of meer ne
velachtige bijfiguren" maar hoeveel hooger
is de letterkundige waarde als we 't kunstwerk
besckomcen afgescheiden van den vorm.
Als de heer Ino dit kunstwerk afgescheiden
van den vorm beschouwt", alleen het oog op
taal en inhoud" vestigt, komt bij tot de niefc
JUKftKIL
(I-EAGMBNT.)
Vertaald door J. L. WERTHEIM.
V I E. E D E B E D E IJ F.
DEftDE TOOWÏCEL.
De oude IORATIÜS,,
De oude HOEATIUS
OmiHa, docliter, kom, hei hoofd omhoog gebeurd!
Bij zooveel- eerbetoon is 't schande, dat gij treurt.
Elk burger oftre zijn belangen aan zijn plichten:
Voiv 't welzijn van den staat moet eigen welzijn zwichten
Op AlbaM grondgebied is Rome's vaan geplant,
't Geldt hier geen huisHjk leed, maar't heil van 't vaderland
Tn Curiatius verliest ge slechts een miansar:
Heel Rome's jonglingsehap verheerlijkt d'óvorvrïniïaar,
En aclit het roemrijk met de zuster van den held'
In d'echt te treden. Doe daaïom uiv smart geweld,
En tracht uw zwakheid voor uw broeder te Verbergen,
Wanneer hij straks verschijnt. Zijn zege durft het vergen!
Toon dat dezelfde^ borst u beiden heeft gelaafd,
En dat nw CT gemoed uwe edeïe afkomst staaft,
(af.)
dat hij bij vergissing op -zijn kamer had la
ten branden; - daarna wendde hrj zich tot
SDU oom en praatte en schertste zoo luid
hij kon. .....
Mai-ie durfde nauwlijks a-dem halen van
ang^t,; toen zij het schuurtje voorbij
kwa2aen had zij aan de. beweging van het rijtuig
gemerk , dat er iemand achterop sprong.
Hendrik was onuitputtelijk 'in aardige anek
doten, en toen zij de halfduistere citadelpoort
docu-rëden, lachte de kommandant dat hij
zehaterde.
Snel vervolgde Tiet rijtuig zijn weg naar de
atad. Bij de Kroonprins" aangekomen, opende
Hendrik haastig het portieren keek naar het
schterbankje"?het .was ledig.
Hij is gered !" fluisterde hij Marie in 't oor,
ler\vijl hij .haar uit het rytuig hielp.
Het was alsof er een zware last van haar
Iverst» af werd genomen, en innig dankbaar
^mkte'zij Hendrik de hand.
Het bal begon, en Hendrik en Marie von
den nog menig oogenblikje waarin zij
konAun spreken over hetgeen hun, gausohe ziel
Wat aal vader toch wel zeggen, als hr
Markt dat wij Hichter geholpen, hebben ? Hij
s&l het weïspoedig ontdekken" zei Marie
Bezorgd.
Zeker zal hij -het merken. Ik zou mets
Imng zijn om de verantwoordelijkheid alleen
sp mij te nemen, maar ik weet toch dat bij
op u niet ernstig boos kan'worden!"
Marie': zweeg. Zij wist wel dat haar vader
goedhartig en toegevend was, maar zij had
sem ook nog nooit zulk een reden gegeven
m toornig te zijn. Terwijl zij nog samen
stonien te praten, kwam Pletger naar hen toe.
Goddank," sprak hij, eindelijk houdt de j
muziek nu eens op en krijgen verstandige
menschen hun beurt van de pret. Ik rammel van
den honger en' heb plan om mij eens heerlijk
te goed te doen. Ik verlang naar een stuk
vleesch en eeu glas wijn': al die liflafjes kun
nen ze voor mijn part houden! 't Zal wel
vroolijk worden aan -tafel, want Klein heeft
den apotheker overgehaald om een toast te
drinken . en nu draaft de onde papa den
tuin op en neer, zonder hoed nog wel, om zijn
redevoering in te studeeren. Ik wed om een
fijae ftescii dat hij blijft steken, en verkouden
wordt,er bij. 'Elein wrijft al in de handen van
pret; het is een ondeugd, die advokaat! Hoe
durft hij onzen onschuldigen apotheker zoo in
de val jagen.l"
Het souper begon, en tevens de algeraeene
vroplijklieid. Pletgers lachen klonk boven alles
uit en vergenoegd keek hij uit naar
zijnlieveKngsschotel, die juist" in aantocht was. Plot
seling weergalmde er een dof gedru-lsch door
de zaal een kanonschot! Toen nog een
en nog een. Verschrikt keken de
feestgenoöten elkander aan.
Watis dat?"'vroeg rentenier Löblich, met
bleek bestorven kaken.
Pletger was reeds bij het eerste schot
opDat zijn signaaïschoten van de citadel!"
riep hij. Een van de gevangenen moet ont
snapt, zijn,"
Hij ijlde uit de zaal naai* de garde-robe, om
zijn overjas te halen.
? Verschrikt had Marie Hendrik aangekeken.
-' 't Is niets," fluisterde hij; maak u niet
ongerust; hij is te ver vooruit. Het zal we]
terecht komen,"
Kom, laat ons vader' volgen," antwoordde
Marie.
Daar had Hendrik niet veel zin in, maar ook
Marie's moeder drong er op aan, en dus verlie
ten zij samen, de zaal, juist toen de apothe
ker opstond om met zijn toast van wal te
steken.
Pletger was reeds op weg naar de citadel,
en zij volgden hem. Hendrik .schertste en
lachte zooveel hij vermocht, maar noch bij
Marie, noch bij haar moeder vond zijn stem
ming weerklank.
Toen zij.de citadel bereikten vonden zij de
geheele bezetting op de been, en reeds uit de
verte vernamen zij de toornige stem van den
kommandant.
Sidderend klemde Marie zich aan den arm
van haar verloofde.
Laat den moed niet zinken, liefste," fluis
terde deze haar toe. Uw vader koelt zijn
eerste, woede' aan de wacht, en als de beurt
aan ons komt, is de hevigste storm voorbij.
Laat .ons nu.maar uit zyn oogen blijven; de
soldaten zijn. niet zoo bang voor een enkele
onweersbui."
Zonder door Pletger opgemerkt te worden.
bereikten zij het huis. Johan ontving hen met
een bleek en verschrikt gelaat, en vertelde hun
met horten en stooten, dat Richter ontvlucht
was in een livereipak en dat zijn mooie
spullen weg waren. Bij zijn ziel en zalig
heid zwoer hij dat "hij onschuldig was dat
hij niets wïfet.
Hendrik trachtte hem gerust te stellen, en
Marie's moeder zag het jonge paar onderzoe
kend aan. Zij-scheen iets van de waarheid te
vermoeden.
De kommandant liet haar echter geen tyd
om een enkele vraag te doen. Toornig, met
hoogrood gelaat snelde hij uaar binnen, trad
naar Hendrik toe en vroeg met een van woede
bevende stem:
Weet gij wie ontvlucht is?"
Johan heeft ons zooeven verteld dat Bichter
die gelukkige is," gaf Hendrik kalm ten ant
woord.
Ja, jat" "bulderde de overste, hij is bet,
hij! Gij weet het even goed als ik, en gij weet
ook wie hem geholpen heeft!"
? Ik weet niets beste oom!" zei Hendrik, om
tijd te winnen. Nog nooit had hij den ouden
heer zoo toornig gezien.
Gij weet het wel, en ik ben uw beste oom
niet ik wil niets meer met u te maken
hebbeu!" vervolgde Pletger. Gij hebt Richter
helpen ontsnappen kwade jongen! Beken
het o ogenblikkelijk ! of ik laat u in dezelfde
kasemat werpen, waar hij in gezeten heeft!"
Gij weet, oom, hoever ik in het ontsnap
pen ben!" gaf Hendrik hem lachend ten ant
woord.
Mij zoudt gij niet ontkomen! Mij waar
achtig niet, al moest ik er vijftig schildwachten
voor zetten! (jij hebt hem dus geholpen ?
Beken het maar!"
Ik had medelijden mefc den armen jongen.
Zijn straf was veel te hard en hij was mijn
vriend!"
Ik had het dus niet mis! Gij zijt het ge
weest !" riep de kommandant met doffe stem,
terwijl hij Hendrik in de borst greep en
heenen weerscbudde.
Hendrik verdroeg het met de meeste kalmte.
Maar, oom," begon hij eindelijk.
Zwijg ("bulderde de overste. Ik zal u kennis
laten maken met de kasematten! De slechtste
zal ik voor n uitzoeken, en voor mijn part
mogen de ratten u den eersten nacht op
eten!1'
Met klimmenden angst had Marie de drei
gementen van haar vader aangehoord. Zij kon
niet langer zwijgen.
Vader vader! ik heb Richter ook ge
holpen !"
Pletger keerde zich om en keek haar onder
zoekend aan.
Gij ook! gij ook!" riep hij. Die bekentenis
scheen hem zoo te treffen, dat hij niet terstond
woorden kon vinden om aan zijne verontwaar
diging lucht te geve». Gij ook!" herhaalde
hij eindelijk nogmaals.
Ja, ik heb evenveel' schold!'' verzekerde
Marie met tranen in de vriendelijke oogerj.
Dan zal ik u ook?Neen, het is onge
hoord! Ongehoord!" riep Pletger eensklaps.
Zie, op u had ik gebouwd als op mii zelven!
Maar nu wil ik niets meer van u wéten
niets meer! Nu begrijp ik. waarom ik dien
kerel een andere kasemat moest geven. Beken
liet maar," zoo wendde hij aieh tot Hendrik,
daarom hebt gij er mij zoo dringend om
verzocht!" :
wJa, oom, dat is zoo."
Zoolang de wereld staat, is nog nooife een
mensch zoo bedrogen als ik, en voor dien tijd
ook niet! En waar zit de schelm nu? Beken
het, waar zit hij?"
Dat weet ik niet," antwoordde Hendrik.
Gij weet het wel waar is hij heen ge
vlucht? Ik moet hem . terug hebbeu van
nacht nog zeg ifc u ??ik wil het! Zeg het
mij o ogenblikkelijk, of ik laat u over een uur
doodschieten!"
Vader! Vader!" snikte Marie.