Historisch Archief 1877-1940
Verschijnt iedereii Zondagochtend.
uitgevers:'ELLEBMAN, HARMS & ex
Kantoor: Rokin 2.
- <* -W i v" > M£ "
*-* K * * --.??/**/ i!, * ,
T*4Ï^^M>T
?^'V '?<*!
-*?-?'-?_,k
, f£
j''gW'£"Maia^6a«eB&?3isaK%^'3zm3^^ 'aagjo^ 'KSj^/.e^jEeiaBBissirMBEssBiSiOTiïSTO
Abonnement per 3/in. ... GO Ct=. -fr. p. p. 75 Cts.
Afzonderlijke Nummers '. . . . . 5 »
Advertentie p^r regel ....'....._ ,/. ". 15 >
INHOUD
?Het Verloren Proces; Het Schandaal n de
- Feuilleton. Publiciteit der Kohieren.
Staatkundig overzicht. Gemeentezaken.
Kunst. Letterkunde. Parrjsche Brieven '
Statistische en industrieele mededeelingen.
Allerlei. Ingezonden. Hahdelsovèrzicht der
week. Overzicht van de Effecteumult.
Cargalijsten. Schepen ia ladmg:. Veilingen Burger
lijke staixï. Onbestelbare Brieven Publieke
Vermakel ijk heden. Te huur aijnde Woningen.
Advertentiën.
. Het pleit is beslist. Althans voorloopij?.
Art, I der Kanalenwet werd verworpen met
40 tegen 39 stemmen. Diepen, zeer diepen in
druk heeft dat teleurstellend beiicht op Am
sterdam gemaakt.
Achtte men zich hier ter stede zeke^ van
zijn- zaak ?
Geenszins. Wie de advokaten in hun plei
dooi tegen het voorstel gevolgd had, kon
uit de soort van bewijsgronden, die gebezigd
werden, genoegzaam opmaken, dat ereen stiijd
als op leven en dood -\\erd gevoerd.
.Misschien is er zoolang het Binnenhof onze
gedeputeerden een kampplaats aanbiedt niet
met zooveel zelfbewustheid gespot met wei
kelijke, met de hoogste belangen der natie, dan
gedurende de laatste twee weken.
Voor het eerst is er in het parlement van
een. land, dat door handel groot werd, met
een - lichtzinnigheid, over die voorname bron
y.an volkswelvaren gesproken, als ware wij een
natie, van v/elke Heije % vergissing gezongen
heeft:
Uit zee hebt Gij uw grond gewrocht
o Nederland, en wat onze oogen
- I,n uw Lindsdouw bewbndren mogen ;
Uw rijkdom hebt ge in zee gezocht,
En uit haar diepe, wilde golven
De reinste paieh opgedohen.
;Naar zef, naar zee het oog geteerd:
Al wat er groots was in 't Verleden,
AI wat gij groots hoopt van het Heden,
Zij daar geleerd, vereerd, verweerd!
Weer blink da,t Blad van uw Historie'
Van wijsheid, geestkracht, welvaart, glorie!
Wat heeft de grootste helft onaer volksver
tegenwoordiging met die Zee te maken V Spot
tend roept zij haar toe, houd uw, schatten,
breng ze naar Antwerpen, voer ze naar
Bremeii en Hamburg. Ga heen en leid ons niet in
verzoeking geld voor u uittegeven, om n te
vriend te houden.- Vermeerdering van handel:
een chimère, illuzie en fantazie! Gun ons de
vrijheid ons budget naterekenen. Neem. ons
niet kwalijk we zijn zuinig.. . behalve in woor
den, we hebben er geheele regimenten van,
maar overigens zijn we zoo arm als de mieren;
we verzoeken u vriendelijk uw goederen ons niet
langer te zenden, we kunnen het transport
niét meer betalen, a het is altijd beter den
hongeidood te sterven, dm geld teleeienom
brood te koopen. ...
Weer blink dat blad v.iu uw histoiie
Van vrijheid, geestkracht, welvaart, glorie T
Met verlof, mijn goede dichter, gij zijt dich
ter en weet niet wat gij zegt: geestkracht,
welvaart, glorie! chimère, illuzie... fantazie!
Het historieblad dat onze pracüsche volksver
tegenwoordiging daar juist geschreven heeft,
blinkt, neen 't is zoo dof mogelijk: van be
krompenheid, partijzucht, tweedracht, bejagup
kiezersgun&t en politieke zelfzucht dat de ge
heele Oceaan het niet kan afwasi=chen of
uitwi&schen... wijs het volk niet langer naar de
Zee.
Met -il tegen 37 stemmen viel het amende
ment Sandberg om uit art. l der kanalenwet
het ontworpen kanaal naar de Geldersche val
lei te lichten. Men zou op deze cijfers afgaande
kunnen beweren, dat dit kanaal dus eigentlijk
niet gevallf-u is. Doch we beminden ons in het
land der politiek Toen dit
amendement;_verwoipen werd _ wisten de stemmers dat over
ai t. I in zijn geheel nog een beslissing zou
moeten genomen worden, en het is bekend,
als men eens aan de hoogere politiek doet.
dat wil zeggen: de allerlaagste soort van po
litiek die denkbaar is, dan berekent men of
men niet door voor een deel op zichzelf te
stemmen, het zeker&t meewerkt om dat deel,
met het geheel te gelijk te doen vallen. En in
den Haag op het Binnenhof is men gansch
niet onbedreven in de kunst dier hoogere
politiek.
In Amsterdam verneemt men slechs een stem
over dezen afloop. Men acht zich verongelijkt
Millioenen bij millioenen werden door stad
en inwoners gegeven om de zeehaven te ver
werven, die men terechfe de heeren
Saaymans Vader en de Casembroot vergeven het
ons!?beschouwde als de eerste voorwaaiden
ter herleving van den handel.
Terwijl Rotterdam evenveel millioenen van
den Staat ontving om zijn waterweg naar zee
te verluijgen, een werk dat misschien,nog
een aantal millioenen aal verslinden eer het
\oltooid is, heeft Amsterdam, zonder Rijnweg,
nooit geaarzeld dergelijke uitgaven goed te
keuren. Mocht men de tweede koopstad een
concurrente van de eerste noemen, bij de
mededinging verloor de Amstelstad de belan
gen van den Nederlandschen handel geenszins
uit het oog.
En nu, terwijl het zijn eigen ha\en
grootendeeb bekostigd heeft, Durtschland dieigt
met inkomende rechten en nadeelige
spoorwegtaiie^en, terwijl overal eikend wordt dat
onze havens het gunstigst liggen voor den
transit o-handel, die ons moet vergoeden wat
tv ij elders veiloren nu ing enieurs van naam
schier zonder uitzondering dit kanaal warm
verdedigd hebhen, nu de militaire specialiteiten
liet aanbevalen, een man als mmi&ter Tak het
onontbeerlijk acht, nu alle amsterdam^che
handelaren het de conditio sine <jua non dei
uitbreiding van ons handol verkeer noemen
staat een afgevaardigde der 2e koopstad op
om te hetoogpn dat Amsterdam het niet
noodig heeft, daar het de &toomvaartlijnen op het
buitenland mist en de overige rotterdamsche
afgevaardigden, zwijgen.
* -\ > ' "-r
Daar verschijnt' de heerfey^Q. Linden die
voor geen ^getoeter, yervaa^das^en
nij'veikondigt
de stelling ,da4 zjïUenlf beide stede;.
naar eisch cpncuireeren,*1- zeerst' in alle op
zichten gelijk ??gemaalfet^moéjln -worden ....
en de afgevaardigden ^ya'ri'^t'Weede kóop&tad,
des rnks sjjrekén geen lw.oö:uel! ~ "- ' / "'
Daar komt -'de jSpp^nsclie' '?róiïcsvet tegen-j
waardiger" met h'et'illu7sti;e idee, dat de
amsterdam^he handel' zéer^ wek zijn weg'J]angs
Rotterdam kan'nemen,1p'en''a^e dat meerderen
bij uitstek, gèzondrvelbtAndrg-S:oes1chijnt,eii--
otterdam kat zonder eeuïg proest die taal zich.
welgevallen.'; -? _ %<|^ - j' ;
Dit is zekert afgeyairm|ö|en -van een
handelstad als R'otterdant-'kunn^i^weten dat elke
groothandelaar ziilk'e.Ted&ilgeiïigetn met onzin
gelijk stelt. Waren, zij^^-jMjjreken hier geer
open doófr amsterd'am^cW-^afge^aardigdê'ii
gehouden iêge'noVërXé;f)éT||fgen van den rot*
damsehefl" handel,, de a^kem^ng zou 'zich- daar
ter stede niet rüiixder jyjfasjftfegpi'ekeri dan thans
hierï? *' '^Hlï--. '"' s* ' ' i'\
Waarom waren'- 'de jo^telr^m&iflie
afgevaairdigden met de eefstèn^pin^at g*e,ne';j;e" v
idedigen, wat ^ij ook vpor^z^cftzelf , als ioogno^o^
dig hegeeid zouden the&fènl indien hun^siH
tjren en pakhuizen aamJffïJ in", plaats vah,
7" ,- 4-fr"5= ^m^"n' i i * j *? *
aan de- Maas. gelegen" wöreüW- - l "* , £<
^ ?",>§£- ' ,>v«
» " , -s ? - * ?<
" ' E J J^T Z '
Men doet in onst ya%*l*Hy! veel^taupplitiek.
Nu de verkiezingen weeE^^&anden'Zijn, snellen
de partijen zich in slajgïcnfle'" en 'aan -.fijne "on
derschei diHgetn, ontbreèlït^|eft Anet. De regen
boog is minder rijk^ifekjeuren dan ónze
kiezerswereld aan ^aafekundige \nuancen,
maar n kleur' *w,oMt^,ooralsnog' gemist.
Terwijl mpn om " allerlei Begrippen' te doen
tiiomieereit zjch ' tuw ^atföe,ii, aaneensluit/
_allè';2ed\iMë%n:stoffelijke
voordeelen verdacht. 'blij|b^^eéne, dat het meest
rechtstreeks \ bijdra^g^Jom^èp^bloei der _natie
te verhoogeni'Onopgenflï'ktr " *? "c
De haadeTsbelangeiij^ïndt'^men op niet n
der politieke,- piogratt^a's vooraan. , Ze .wor-"
den ter i^1iwernoüd^,em|ÖTeén op een
oogenbhk van sj>annïn-g/,,ïalè;]|«^èn, bedacht. "
Waar 13 .in 'gn's jparle^nt de. handelapa^tij?
Die vei ^enigmg ^,'van afgevaaidigden'^di
'metelkander in -verbond zijn getieduiom allei eerst
te zorgen voor watt de hoofdbron onzer
welvaait behoeft; die als een ,welgeslotenphalanx
zelf voor die -beliöigen s-trijdt, ea m de
oveitui.>ing, dat alleen '^eendi acht macht, maakt,
met elkander oveilegt-wat noodig ennutti&is?
Behoorden onze koops^eden jniet'veeleei m
plaats van elkander te -bestujdeu, zich met
elkaar te vereenigen, om tegenover' dat deel
der volksveitegenwoordiging, dat niet bekend
is met of geen. hart heeft voor den handel^ in
het belaag van geheel 'Nederland gezamenthjk
alles te verdedigen wat hem bevorderen kan?
Woidt do naijver, die thans tus&chen de
rijke hoofdstad en de bediijvige handeLtad
heeischt, eenmaal een raadsman in de
vergadeiing, niet Amsterdam alleen, maar evenzeer
Rotteidam en geheel Nederland zullen er 'de
schade van ondervinden.
In onze dagen, een \oor den handel zoo
ernstigen en gewichtigen tijd, is samenwerking
meer dan ooit gewen.'-cht.
Wie hier -verdeelt om' te heersenen onder
mijnt zijn eigen tioon.
Zou het proces' voor Amsterdam verloren
zijn geweekt, als de tweede koopstad, voor de toch
waarlijk zeer duidelijke belangen .der eer&te
ridderlijkin de bres was,gesprongen?j'We
gelooven het niet. Zijn stem aan een ontwerp
niet te onthouden, is nog geheel iets anclers
dan op zijn pas een woord teiT gunste ""daar;
van ^ te spreken, dat' m dit geval zeker'veel
monden zou hebben gesnoerd, die nu bij
dendag welsprekender weiden. ,.
Bestond sulk een veieemging, e_eri menigte
,yan de nu nog uit te voeien werken zouden
.mis^caien i eeds voltooid, althans onder handen
ziJnT genomen, en aeker'zoïi meö'het kanaal
naar, den Rijn, dat gereed had_, moeten zijn te
gelijk-met de haven, niét in, 1879H,n'og hebben
uitgejp eten als iets, waarop men nog zeer wel
eenigen tijd*kan wachtec*, ie°ts-'wat met-geld-'
vei-«pillirig gelijk staat. "' , '
' ^ Met ^zeldzame,' eenparigheid hebben"Jiêfc
p)ibliek; en',de coiii'anten de rotterdamscKe btaS-sri
verobrdeeld, omdal zjg niet uitvoeriger waren
over do vreeselijke ramp die den handel aldaar"
door_ Let faillissement der Afrikaan&che
Ilandelsvpreenigiag getroffen "heeft".
wil men liever: i oorzichtigheidj h 'op andei e
wijs -zich schadeloos gesteld, door namelijk een
'aantal berichten de/wereld in te zend =nf die
even slecht gewaarborgd- als treurig, van
inr-v , i -.. n
houd waren. j; , v <?
In' het bijzonder heeft oUtmaal het, Dagllacl
van Zutdholland *en Is G,ravenhage z'ich ondei;
scheiden.', Dit -orgaan," dat' het in 'den regel
bijzonder druk héft over MORALITEIT en
alleraaudoerdijkst over gebrek aan waarheidsliefde
Meet te klagen, wa^ zoo,kwiatigten voorbarig
met aij'n mededeelmgen datv het wel sch-een of
het,meende, dat kiesehheid de grootste zo^de
was, waaraan-een dagblad zich kan schuldig
I ' ,* ,' U' - - ' , 1 H '
?maken: j * ," . t ' *
= Dat het. dit deed verwonderde ons 'niet zoo
zeer- als déontevredenheid. die men" over de
rotï?ei-dambche bladexLAan, den dag legde. De
pers toch heeft zeker een hoogere~roepmg"dajn
als een gier op het schandaal neer te vallen
en ten aanschouwen, of onder de toejuiching van
het publiek te bmullen aan alles wat afschu
welijk is.
Wanneer een stad als Rotterdam door Kulk
een onheil wordt getroffen, dat door
zwaarmoedigen onherstelbaar, en door de
luchthartigaten zelfs als een ernstige ramp beschouwd
woiüt, zal het toch wel de plicht der pers
zijn, in de eerste plaats haar kalmte bewaien
en alles te doen wat mogelijk en voegzaam i^
om der ontstelde burgerij moed in te spreken,
het geschokte crediet te steunen en de gevol
gen vau den slag zooveel mogelijk binnen de
perken van het noodzakelijke te houden.
Duizende lieden zijn benadeeld door de be
driegerijen der directeuren van de Afrikaan&che
Handelsvereeniging, zij verloren rechtstreeks
ten gevolge van dit schandaal. Maar in een
koopbtad, waar het ciediet zulk een onmis
bare factor is voor handelsopeiatien, werkt
zulk een catastrofe vanzelf in zeer breeden
kring na En hoeveel kwaad onder dergelijke
gege^ ens de pert. fcaw stichten, wanneer zij
allerlei zwarte vermoedens, niet béhooilijk ge-^
controleeide' geruchten^helpt verspreiden,
be"hoèft niet gezegd te VQrden. Zeker bestaat er
b.v. geen beter* miTidel>qm 'de fiaaneieele
in?stéllingen, die tocli leedsitf-moeüijke
omstan,dighedeai'Yèrkéren; in"'de grootste ongelegen
heid ie""brengen effhaar een schade
te'berok?kenen, waarvan' op'nieu w, duizenden de'treurige
gevolgéjf-óndérvind'eó, daa dooi\geheèl Nedéri
land ' n ."Europa rond tël'Dazuiuen,.dat half,
Rotterdam dn' een staat -van^?ailïissemeiit ver-'
keeit. Wij achfèn dat weinig menschlievend.'dei'
nederlimdschp pers"'on waardig.
Toen het 'Niemvs van den "Dag eenigen tijd
gelecleu, misleid dóbr een berichtgever, een
faillissement aankondigde, en het weldra jjleek
dat h t onjuist was_ ingelicht, ontbi ak het niet
aanbeen hai de kritiek over deze handelwijs. Dit
was^ echter een opzichzelfstaand feit, waarvan,
, indien het bericht^,,waarheid''had bei at, de
gevolgen t oor he'fc algemeen niét zeer
beteekenend zouden zijn geweest. Thans - echter
wordt er over de gevolgen van liet faillisse
ment der Afrikaansche handels v ereemving
gesprpken en geschreven met een lichtvaardig?
heid^die zou kunnen doen doen-denken, dat
men veor de bedreigde belangen van duizen
den geen oog had.
Is dit louter uit zucht om de waarheid te ,
spreken ?*
- Of, zou het ook gebrek aan kiesehheid kun
nen zijn en een toegeven aan den lust'om' het
publiek te behagen,' waarvan men bewust of
onbewust de dupe woïdt?
- Wij willen de rotterdam«che bLiden niet als
toonbeelden van waarheidsliefde en kiesehheid
aan de overigen tot voorbeeld stellen. Het past
otfs niet in hei algemeen de nedeilandsche
peis uit dat oogpunt te beschouwen en te
rangschikken.
"Wij erkennen tevens dat het yo'or de bladen,
die in d*e Maasstad^ uitkomen, in dit geval
geen bijzondere verdienste is, dat zij voorzich
tiger en kalmer, ook waardigefczich gedragen,,
dan velen hunner collega's die elders het licht
zien. De kring waarin zij", verkeerèn stemt hen
meei 'tot ernst, zij gevoelen' dieper de belan
gen die b'edreigd worden, en de eer van velen
die hier op het spel staat gaat hun natuurlyk
meer ter haite.
Maar wij gcksme-n, dat de pers.en_het pu
bliek beiden niet minder toejuiching zouden
verdienen, indien zij hun nieuwsgierigheid iets
beter in toom wistea te houden en men bij alle
zaken, waarmee de belangen van een groot
aantal personen verbonden zijn, en waarbij
voorbarige publiciteit onberekenbaie schade
kan veroorzaken, zich op het standpunt plaat
sten van die bladen en die personen, die meer
van nabij bij zulk een ramp betrokken zijn.
Het is waar het groote publiek kent in den
regel geen aangenamer versnapering tu&schen
zijn vaak eentonige werkzaamheden in, dan een
hoogst tragisch voorval. Een faillissement, een
mooid, een brand, een oploop zijn voor zijn
verstompte ge-oel&senuwen een opwekkehjfce
kitteling. Ia de loggo ma^sa brengt dat aan
stonds zekere beweging en zij ku&fc dankbaar
de hand, die zich tot dat werk veiledigen wil.
Van daar dat de zwakke pers, die van de
gumt moet leven, tot dergelijke hulpmiddelen*
gereedekjk haar toevlucht neemt. Doch niet al
leen de zwakke, zelfs zij, die zich in de voorste
gelederen wen^cht gerangschikt te zienl
Wie herinnert zich niet den edelen wedstrijd
DOOR
Tii. J30ELE1V.
(Vervolg).
't Is pikdonker. Een sneeuwjacht proest haar
in het gelaat. Ze kijkt wel rond maar ziet niets,
' Ze hoort de worsteling van een m'ensch met
het vloeibaar element. Ze hoort ook telkens
het wegbrokkelen van het ijs. Ja ze hoort alles,
maar God, ze giet niets! Al is er geen tijd te
verliezen, toch aoet ze bet huis wér/in om
een lantaarn aan te steken. Dat is de derde
lucifer die, in de agitatie, weer uitgaat, en
hoe i" het mogelijk neer een..., gindb bezwijkt
een mon^ch! Eindelijk is ze klaar. Ze laat
hét schijnsel vallen over de ijsvlakte. Dair
ginder merkt ze iets, wat, kan ze niet onder
scheiden, maar daar moet het toch zijn! Hoe
hier echter te redden! .,0 God, waarom ben
ik zoo alleen, alleen! als -vrouw alleen!"
roept ze uit, maar toch.. . daar ginds loopt
iets .over de brug. Ze wenkt met de lantaarn,
ze schreeuwt, ze loopt het te gemoet... God
.dank, ze wordt opgemerkt! Ja, ja twee man
nen .. . aar die mannen knapen!...
G-e: rechte hemel, ze hoort niets meer van de wor
steling des drenkelings.... Nu eerst schijnen
zij het rechte te begrijpen want hollende komen
ze aan.. . Goed getroffen! Fiksche
varen^gezellen, die aanpak hebben en hun hacbje dur
ven wagen ! Een end driestreng wordt van een
schuit, die aan den wal ligt, met moeite
afgesjord en om het lijf gebonden. Nu gaat eeu
van beiden zoo lang hij is over het ijs liggpn,
en kruipt voort alt, een worm. Weldra is hij
aan de plaats en woelt met den arm in het
water tot zesmaal toe al verder en verder. De
inspanning is onbeschrijfelijk. Eindelijk roept
hij: ik heb een arm, gauw hier, help mij nu,
ik heb al moeite hem te houden," en de andere
vliegt om te helpen
Op je buik, het ijs is hier zwak," wordt hem
toegeroepen en zoo kruipt ook de tweede op
handen en voeten, ala ware bij een schildpad,
naar het open graf. Die ook, maar nu wat
zekerder in zijn richting, grijpt naar den dren
keling, 't Duurt lang, neen 't duurt in Augu&ta's
oogen eene eeuwigheid voor dat er een, naar
allen schijn, levenloos lichaam op het ijs ligt.
Ze hoort duidelijk zeggen: ik vrees dat hij
al eeu lijk is" en 't gaat haar door merg en
been. Sneeuwen doet het niet meer. Thans be
schijnt de maan dit winterlandschap, enwcipt
haar vaal licht over een lijk! Toch doen de
mannen alle mogelijke moeite en biengen ze
weldra het verstijfde lichaam op een ru^thank
in de z'jkamer van den predikant.
Wat dat vertrekje in langen tijd niet was
gebruikt!
En n n een dokter," roept Augusta.
Een dokter, goed" zegt een der mannen
maar wij moeten dadelijk aan den gang. Heeft
u een borstel? Ook fiksche, warme dekens:
Kan er vuur woiden aangelegd? Geef ons
maar alles. Wij zullen er het loven wel in
wrijven als er nog een sprank van over is.
Laat ons begaan. Wie zal den dokter halen ?"
Wie? Ik!"
U, in dat weer?"
Wie anjers? Maar spoedig nu" en ze vliegt
den gang in, waar ze haar moeder tegen het
lijf loopt, die zij verzoekt om de mannen in alles
behulpzaam te zijn. Nu gauw hoed en doek aan
en zoo gaat ze even naar de slaapkamer, waar
haar vader onrustig door hel veitrek schuift,
terwijl hij zich aan de tafel steuneu moet.
Lieve vader,'n ga zitten, maak u niet ziek !'K
Gered?" stamelt d'e predikant.
Ik vrees van iieen. k vlieg naar den dokter J"
Nu grijpt de man de beide handen zijner
dochter, terwijl hij nederzmkt op zijn fauteuil,
kust haar op het' voorhoofd, en zegt: God
zegen je mijn kind!"} Daarop laat hij haar los
en wenkt haar met de hand, als om haar weg
te drijven. '
En door stormgeloei heen, ijlt Augusta op
de vleugelen der menschenmin. ,
En de varensgezellen zeggen tegen elkander:
een ferme meid hoor!"
Maar de vader kijkt naar buiten en denkt:
ach God, dat ^mijn kind door at weer gaal
en ik hier blijven moét!"
We zijn eenige weken verder. De drenkeling
is door de dadelijk aangebrachte poging-en der
mannen, en later door de zoigen van den dok
ter en Augusta, - mevrouw toch, had haar
echtgenoot voor haar rekening wel in het
leven gespaard. Dat hij niemand anders is als
Albeit van Buuren, heeft ieder lezer, vooral
iedere lezeres, begrepen. Hij had het, niettegen
staande de natuurstudiën, die hij toch slechts
overdag kon maken, 'o avonds nog al vervelend
te Oudewater gevonden. Daar kwam hem voor
den gee&t, dat er te Woerden hal zou zijn.
't Had sedei't hard gevroren, waarom zou hij
dan de stoute... schaatsen met maar eens aan
trekken, 't Was al wat laat voor hij er aan
dacht, maar wat hindert dat, men kan ook in
den maneschijn ^rijden en 't weer scheen goed
te zijn, voor zoover dat van zijn kamer in de
niet zeer breede straat van dit oude stadje was :
op te merken. Pas had hij een kwartier ge-!
reden, of hij werd door een sneeuwstorm over-;
vallen. Terugkeeren lag niet in zijn karakter,
en had nu ook niet veel gebaat. Hij schaatste
dus -stevig door. Nu wilde het ongeluk, dat
door de dikke sneeuw op het ijs, en de duister
nis om hem heen, de geheele natuur een zóó
valsch aanschijn Jkreeg, dat volslagen donkerte
nog verkieslijk zou zijn geweest. De vaart
werd reeds een paar dagpn door jong en oud
bereden, maar ae had hier eri daar een
-waaigat, volstrekt niet 'gevaarlijk, mits men zijn
eigen oogen maar tot zijn wil had, maar zóó
bedriegeiijk was dat nachtelijke ?neeuwschïjnsel
met allerlt-i zv, artigheden er tusschen door.
dat hij juist om een gewaand \v aaigat te wil
len onl iijden,' in een wezenlijk waaigat stortte.
Ja, men had van Buuren het leven gered,
maar voor hoe lang ? Zoo al voor lang, kon
dat leven toch voor immer bedorven zijn. Die
verschrikkelijke avond, die vrij langdurige
doodstrijd in dat ijskoude water, had een al
te diepen indruk op hem gemaakt. Had het
lichaam geleden, dat had zich, door
zweetmiddelen en uitvieren, spoedig hersteld, maar dat
arme hoofd, dat kun&tenaarsbrein van den
vurigen jongeling was dien nacht op al te
zware pi oef gesteld! Schoon weken reeds zijn
vooibijgegaan, is een wezenlijk verstandig woord
nog maar zelden zijn mond ontglipt. Van daar
dan ook, dat niemand die hier komt, iets van
den drenkeling weet. Voorzeker, als die luite
nants hem hadden gezien, zou allicht ten minste t
n van hen den toen zoo blozenden nu '
doudsbleeken jongen man hebben berkend,
maar zij wisten immeis niet eens dat hij, met
wien ze vroeger een los praatje hadden ge
houden, van de halve uitnoodiging om op het
bal te komen, gebruik zou maken, laat staan
dat die persoon juist door het ij-j zou zijn
gevallen. Zoo zij al ergens in het stadje verkeer
den, zeker niet bij een ziekelijken emeritus, die!
een leelijke dochter had.
Daar lag dus onze kunstenaar in zijn
ongelukkigen toestand als neergevallen^ in een
vreemd nest!
^ En toch was hij waarlijk niet slecht
nedergekomen," want zelfs'de beste moeder kon. niet
met meer zorg voor haar kind waken, als hier
Augusta deed voor hem, die immers sy had
helpen redden en die gg nu ook aan' démaat
schappij, misschien wel aan zijne ouders; mis
schien ook aan zijn meisje, terug mOe=t geven!
En 't.was een groot offer, dat Augusta bracht,
want, de vrouwelijke natuur brengt dat mede,
de zieke en al wat zij voor hem vermocht, ver
vulde haar geheele ziel, zoodat van studere,n
?t oor he,t laatste examen, dat zij nog doen
moest, niett, kwam.
Meer nog. Zij zat aan het krankbed niet
alleefc al^ zij er noodig was, neen ook dan als
het niet behoefde.
Die jongeling was schoon, schoon vooral als
hij bij dat Kalf licht met zijn bleek, sympathiek
gelaat, en half ,omkran^d met weelderig krul
lend zwarte l^kJii^Qp. dat heldere kussen
*?> v'?^&4'