Historisch Archief 1877-1940
Verschijnt lederen Zondagochtend.
Uitgevers: ELLEÜMAN, HARMS & C°.
Kantoor: Rokin 2.
KWSJ3S3SBBKE
Abonnement per 3/m. ... 60 Ots. fr. p. p. 75 Cts.
Afzonderlijke Nummers 5
?Advertentiën per,regel...... . .? 15
INHOUD.
Nederland en Oranje. De Verkiezingen.
Feuilleton. Staatkundig Overzicht GE
MEENTEZAKEN. KUNST. Het Théatre
Framjaise te Londen. Miss Ellen .Ferry. ~
LETTEBKUNDE. Priesters zonder roeping door
Dr. J.'TEN BRINK. Twee -vreemdelingen.
Statistische en Industrieel^ Mededeelmgen.
De Tentoonstellings-Commissie.
Amsterdamsehe Gilden. Allerlei Ingezonden.
Handelsoverzicht der Week. Overzicht ?aa
déEffsctenmarkt. Veilingen. Burgerlijke stand.
Te huur zijnde "Woaingen. Advertentiën.
In de Kue Auber te Parijs is Ne
rlands troonopvolger, de Prins van Oranje,
overleden, in geen ander gezelschap
dan dat van zijn kamerdienaar Donker.
't Was omstreeks elf uur. Te acht uur
hadden de geneesheëren reeds alle hoop
opgegeven. - ?
Bij het lijk wordt de wacht gehouden
door den legatieraad Stuers en den adju
dant Bentinck. .
Er is wat tot weemoed stemt in die
mededeel ing.
Baar was een tijd dat het vaderland
van.zyn kroonprins veel verwachtte. De
geruchten omtrent zijne uitmuntende gees
tesgaven, wettigden, de hoop, dat "Willem
de'Tierde den naam van Oranje waardig
zon dragen, en eenmaal den luister zou
helpen vérhoogen van een troon, die eeuwen
lano- het zinnebeeld was van vrijheid, vrede
en welvaart.
Helaas! het mocht zoo niet zijn.
Op ruim SSjarigen leeftijd treft de dood
hem als een balling in vreemdeïingschap.../
en aan de historie heeft hij niets anders
vermaakt dan een naam zonder geschie
denis en aan het vaderland niet veel meer
dan zijn lijk.
De kroonprins was door zijn langdurig
verblijf in het buitenland als een vergeten
burger geworden. Men kende hem niet.
Nu de doodmare de ronde doet, rijst er
menige vraag op de lippen. doch men
begrijpt, dat het moeilijk is een oordeel
te vellen, men zwijgt en schudt deelne
mend het hoofd.
Tot 'een gevoel van deernis bestaat alle
reden. Al zien wij slechts een enkele vlag
ter halver stok neerhangen als hulde aan
den overledene, elk nederlandsch hart is
'geschokt.
Men weet het, hier ia een leven ten
ondergegaan, dat zijn doel niét bereikt
heeft. De krachten en gaven, die zij» volk
.toebehoorden, bleven werkeloos en brach
ten geen vrucht. Te midden der trouwe
Nederlanders zou hem een roemvol, nuttig,
heerlijk leven zijn beschoren geweest. Hier
had hij op de handen kunnen gedragen
worden. .Nederland zou, het zich eer en
plicht gerekend hebben zijn toekomstigen
vorst de weelde zijner positie te doeu sma
ken maar hij stierf eenzaam en ver
laten in de ue Anber.
Hoeveel heeft deze koningszoon moeten
ontberen, dat ieder hem van harte had
gegund!
Weer zal de stille doodenstad de poorten
openen voor een die deel uitmaakte van
het aloude roemrijke Huis.
Willem de derde moet zijn oudsten zoon
begraven.
Dat zal een moeilijke gang voor onzen
Koning zijn.
De een. na den ander valt van zijn
zijde weg. Daar zal hij zelf staan tusschen
zijn hoog bejaarden' oom, den grijzen
Frederik en zijn eenigen zoon. En zijn
eigen dagen tellende, gedachtig aan de
zwakke gezondheid van - Prins Alexander,
zal op zijn lippen, gelijk op die van het
geheele volk, de vraag rijzen: Wie zal
nog eens de erfenis yan den grooten Zwijger
aanvaarden?, dreigt ook het einde van dit
Vorstenhuis?
Het valt niet te ontkennen, dat dit de
grondtoon is van alle gesprekken, sedert
men reden had de doqdtijding van den
Prins tegemoet te zien. Juist net het
oog op de toekomst, gevoelt men de
beteekeuis van des troonopvolgers verseheiden.
Byzonder groote waarde heeft de neder-^
landsche natie te hechten aan de dynastie,
die de meer en. minder roemvolle dagen
van haar bestaan afspiegelt. Oranje en
Nederland . zijn in menig opzicht
indedaad^ n. En het is juist in die een
heid, dat men zoo gaarne een waarborg
voor beider toekomstig geluk gelegen ziet.
Vandaar dat men met zekeren angst
denkt aan de mogelijkheid van het na
deren der dagen, waarop slechts n man
den schoenen Oranjenaam zal dragen,
aan het gevaar dat' zou kunnen ontstaan,
wanneer die fiere naam voor goed ten on
derging. ?
Men mag het geen volk euvel duiden,
dat het zich bezorgd maakt, wanneer de
nationale hemel zich in nevelen hult en
men bovendien weet, dat men zich in een
tijd bevindt, waarin verwoestende stormen
over de kleinere volkeren maar al te veelvul
dig losbarsten. En zeker zal men het den
Nederlander kunnen vergeven, als hij met
het oog op den staatkundigen toestand
waarin zijn vaderland verkeert, niet al te
vroolijk de toekomst tegenblikt.<
Want waarlijk, het is nroeilijk blind, te
zijn voor de" gevaren, die ons dreigen. .
De inwendige verdeeldheid, waaraan ons
volk lijdt, is gro'oter daü^ooit'te voren.
De kerkelijke hartstochten zijn ontwaakt
.en voorspellen een ,"strijd;'; die langen tyd
zal voortduren, alle ontwikkeling en:bloei
belemmerende, de eenheid verscheurende
en den vrede verachtende als het schande
lijkst kwaad. De tweedyachtsfakkel' ont
vangt den priesterlijken zpgen en wordt
geslingerd iu het staatsgebouw. -Alom
weerklinken ' de leuzen, waaronder tot
redding der verloren maatschappij, gestre
den wordt met onverzoen"!ijken haat. Men
behoeft niet scherp te «ien, de laatste
verkiezingen hebbeu op nieuw, maar nog
luider dau te voren, gepredikt: een zeer
groot deel van het nederlaudsche volk
verwacht van het dogma hunner kerken
de aardsche zaligheid. Waartoe kan zulk
een streven leiden?
En niet van deze zijde alleen dreigt
bet gevaar.#Tegenover die hartstochtelijke
bedrijvigheid der onverzoenlijken staat een
leger van conservatief-liberalen, dat niet
den vrede, maar de rust vertegenwoordigt,
dewjjl het alléveerkracht mist. Zonder
een deugdelijk beginsel dat tot eendrach
tige werkzaamheid aanspoort, behalve dat
negatieve: dévrees voor de kerkelijke par
tijen, 'leeft 'een deel des volks in
het vaste geloof-aan zijn eigen voortref
felijkheid en? in de genoegelijke overtui
ging, dat het. eigenbelang de beste raads
man is in de staatkundige wereld. Bij
elke arootft. zaak die stoffelijke voordeelen j
o ?, . ?? **?**?
afwerpt, treedt de naijver op met valken- j
oogen gewapend, en bewast deze partij in
het wetgevend lichaam, dat vaderland en
.volk niet veel van haar verwachten mag.
Het algemeen belang is voor een aantal;
hunner een woord, waarover 'zij gaarne rede-!
kavelen, een vaandel dat zij verheffen om
de oogen te verblinden, want overal waar
dat belang werkelijk' ligt, vindt men ze
niet op hun post aanwezig. Zedelijkheid,
eerlijkheid, mogen door anderen op den
voorgrond geplaatst worden, hoezeer nood
zakelijk, wil men de natie vooruit breng-
n,zij moeten het doen buiten hun bescher
ming.'Wat men ook aanwijze als schan
delijk of schadelijk, zij zullen zich niet
opmaken om het aan ie tasten, want
elke beweging die niet door ie omstan
digheden onvermijdelijk is geworden, achten
zij een te groote inspanning, dan dat men
die vaa hen zon mogen vergen. t
De politiek is een rustige stroom, waarin
eigenlijk- zij alleen zich 'gerechtigd achten
te spelevaren, een stroom zonder golven
als ultramon tanen en antirrevolutionairen
er geen steeneüin wierpen en die louter
geneugten aanbood, wanneer1 er niet een
vierde stand bestond die dreigde dit water
troebel en "onveilig .te maken...
Doch deze drie1,-zij n er - en zij werken
ieder op hun wijs. .Ook-de.laatste vertoont
steeds meer t eek enen van le^en.
rln' alle beschaafde landen, bereidt d
^zoogenaamde vierde stand zich op een strijd
;voor, ten einde .de rechten te verwerven,
waarop hij meent aanspraak te kunnen
maken. We behoeven niet te zeggen; hoe
overdreven ' deze .lieden 'in .hun eischen
veelal' zijn, en boe gemakkelijk zij te ver
leiden zijn, andere dan wettige middelen
te bezigen om hun doel te bereiken.
Daar staan dan de Ultramoatanen, de
Anti-Revolutionairen, de zoogenaamde Ra
dicalen, ieder met hun beslist .programma,
dat ^ de wereldhervormiug bevat, en voor
welks verwerkelijking', zij alles ovei-heb
ben, als drie groote gevaarlijke machten
tegenover elkander, of verbinden zich
aanvankelijk om op de ?overigen de over-^
winning te behalen. Eene' overwinning die
zeker niet moeielijk zal zijn, wanneer het
liberalisme niet het volk zich tot vriend
weet te maken, door het die weldaden te
bezorgen, welke daaraan .te lang. reeds
werden, onthouden. "
Wanneer in: 's lands vergaderzaal bij de
behandeling der gewichtigste onderwerpen
gespot wordt met de hoogste belangen des
volks, de zedelijke ? beginselen ? in de wet
geving niet meer eer worden bewezen dan
tot heden in den regel het geval is,
ons parlement hoe langer hoe meer af
daalt tot een debatteer- of dispuut-kollege,
waarbij aan liet eigen-. of plaatselijk be
lang ^bij voortduring *het woord wordt
verleend, verkeert Nederland: in groot' ge
vaar.
De partgen, die met. ongeduld naar den
ommekeer van het bestaande streven., was
sen aan in kracht in gelijke mate als het ge
brek aan ernst en overtuiging hun tegen
standers verzwakt. En wat kan onder die
gegevens het lot worden van ons land, dat
alle krachtsinspanning noodig heeft om
zich staande te houden in de'rij der me
dedingende volken, terwijl het door som
mige reeds overvleugeld wordt op stoffelijk
en verstandelijk gebied?
De toekomst ligt in het duister, doch
het valt o. i. niet'te ontkennen, dat er
op staatkundig terrein zeer ongunstige tee
kenen zijn waar te nemen..
Men is zich daarvan bewust en juist
met het oog daarop treft de tijding van
den dood des prinsen in dubbele mate.
Meer dan ooit, niet alleen gedachtig aan
de geschiedenis van Europa, gedurende de*
laatste tien of twintig jaren, maar ook
aan die van ons eigen vaderland ge
voelt men, dat die eene naam, waaronder
ieder, wien neêilandsch bloed door de
aderen vloeit, tot eendracht kan geroepen
worden, onmisbaar is. En daarom is bij
het heengaan van dezen koningszoon, ,de
verzuchting, n elk vaderlandsch hart met
meer kracht nog dan gewoonlijk gerezen:
dat nog lang op Hollands troon Oranje
leve!
Be Verkiezingen.
De verkiezingen die in de afgeloopene week
gehouden werden, hebben in den stand der
partijen geen noemenswaardige verandering ge '
br,acht.. Naar den invloed te lekenen, dien zij
op /hei staatkundige kven, zooals zich .dit in
de.Tw.eede Kamer der Staten-Generaal open-,
baart, zal.uit oefenen, kan men ze van
weinig".gewicht achten.
.Alleen de anü-revolutionairen, wonnen. Zij
behielden wat .zij bezaten. Te Goos -moge een
herstemming noodig zijn. hun" Lohraan wordt
zoo goed als zeker verkozen, gelijk te Leiden
van Wassenaar Catwijck. Gorcum werd hun
deel: Gouda zuilen zij hoogstwaarschijnlijk met
hulp der katholieken herwinnen en Dokkum
is ter nauwernoöd aan hun handen ontkomen,
terwijl met kans van 'de meerderheid te be
halen hun. kandidaat in het district Steenwijk
in 'herstemming komt.
Dat de altramontane en auti-revolutionaire
hoofdleiders over een aanzienlijk getal trouwe
volgelingen kunnen beschikken is duidelijker
dan vroeger nog gebleken.
Het is zo 3, men moge het willen ontkennen
of niet, een zeer groot gedeelte van het
Nederlandsche volk is bereid de kerkelijke leuzen
als de eenige te erkennen, ?waarmede op poli
tiek teirein gestieden moet worden,?en ver
wonderen mag'ons dit niet, als men in aanmer
king neemt op welk standpunt van ontwikke-"
ling de natie..staat.
Doch Boezeer men dit ook erkenne, evenmin
mag men het oog gesloten houden voor de'
waarheid, dat ons kiesstelsel van zelf tot resul
taten moet leiden, die nadeelig voor het libe
ralisme zijn. Door voor het platteland den
census aanmerkelijk lager dan voor de steden
te stellen, en een census als eenigen maatstaf
van ^lesbevoegdheid aan te nemen, wordt juist
dat gede.elte der natie, waaronder 'men het
grootst aantal ontwikkelde lieden kan tellen,
van het kiesrecht buitengesloten, terwijl de,
landbouwende bevolking in groote getalen'
wordt opgeroepen om door het kiesrecht in-
vloed uit, te oefenen op de samenstelling der
volks vertegen wo ordigmg.
Wanneer de liberale partij zich tevreden blijft
stellen met een toestand te handhaven, die '
evenzeer onbillijk, als voor haar eigen toekomst
noodlottig'is, heeft zij allereerst het zichzelf
te-wijten, wanneer de Tweede Kamer hoe lan
ger hoe meer wordt bezet door hen, die zich
de afgevaardigden van het minst intellectueele
deel der natie mogen noemen.
Wat voor de liberale partij, indien zij het
nog niet geleerd heeft, uit deze verkiezingen
DOOB
3EÏ. Th. BOELEIV.
(Slet).
Slechts de kluizenaar, die de eenzaaamheid
"zoekt nadat hij in de wereld heeft verkeerd,
kan menschenvriend zijn. De dweeper, die zich
met zijne idealen wil opsluiten, beschouwt zich
zelf als het middelpunt der schepping en wordt
egoïst. Al valt niet te ontkennen, 'dat bij den
?omgang der menschea, juist die menscJwn ons
vaak tegenvallen, toch' blijft het waar, dat
alleen hij. die omgaat met zijne natuurgenoten
zijn naaste werkelijk liefhebben kan, evenzeer
als het eeuwig waar blijft dat men, hoe ver
dorven het mensehdom ook wezen moge, toch
exemplaren, aantreft, die ons met ons zelven
en. ons geheele geslacht verzoenen.
: Wij beweren slechts dat gevoelens, zooals
'in het .voorafgaande van Buuren heeft aan den
dag gelegd, eer zijn egoïsme bewijzen als bet
tegendeel, maar wij gaan niet zoo ver onzen
schilder als kluizenaar voo'r te stellen. Ilssont
passés ces jours de fête. Om lang eenzaam te
blijven, lag niet in zijn karakter.: Ontwaakt
uit die kalme soezerigheid van het zijkamertje,
verlost uit de omgeving te 's Hage, die hij in
zijn stemming, vervelend vond, werd hij spoe
dig verplaatst in een nieuw leven van heerlijk
heid, poëzie en levenslust. NU was alles hem
vreemd en daarom trok het hem dubbel aan.
Daar vond hij harmonie tusschen de menschen
en de natuur, waar hij, als van zelf, alles slechts
bekeek met de oppervlakkigheid van den vreem
deling. Wat was hij een dwaas dweeper met
gewone dingen geweest! Het buitengewone
vormt den artist! Weg dan met het verleden!
Vooruit, vooruit! Altijd verder!
Altijd verder! Nu. eerst arme dweeper....
altijd verder, en nimmer, nimmer dieper! Al
tijd het treffende naloopen en zichzelf geen tijd
gunnen het op te nemen in het hart. De wensch
uwer moeder, dat versierde knoopsgat, gij zult
het bereiken, uw wensch om waarachtig arfcist
te worden,,....nimmer, nimmer!
En in die weelde ,vau natuur en kunst, in
die weelde van een gloeienden hemel, vas gloeien
de blikken en weelderige schoonen,... o, wie
kan' artis't wezen'?artist zooals hij, en daar
niet zijne" keuze vinden!
Behoeven wij nog te verklaren, datAugusta
in dat zelfzuchtig. kunstenaarshart geen hoekje
meer kon innemen. En zij had zooveel ver
trouwen ! O, hier was geloof meer dan weten
(zoo meende zij) en innig geloofde zij inhem!
Arme Augusta, daar is niemand die laat
staan beschrijven zelfs gevoelen kan wat gij
geleden hebt. Zelfs uwe moeder heeft meer
gegist dan'geweten. Daar was een tijd dat men
bezorgd wezen moest voor uw leven en wie u
thans zoo kalm, zoo gelaten, zoo heilig in-uwe
roeping aanschouwt, hij beseft niet welk een
ideaal van wilskracht en zelfoverwmnïng hi
voor zich ziet! ....... ... . .
En nu zijn wij in de school zelve, vol jeug
dige toonbeelden van frischheid en levenslust
Alle klassen kriggen les in die luchtige loka
len. Wat schaadt het ons, dat de kalkwitte
muren slechts hier en daar even prozaiespb. af
gewisseld worden door-eenzwart bord of bont
gekleurde kaart de pözy vindt men bij
al. dat dartele go'ed, dat scÜertsenderwijze stu
deert, dat bloeit van gezondheid en ?tevreden
heid, met uitzondering van een enkel senti
menteel' figuurtje, dat over vader en moeder
suft! .Daar zijn, buiten de Massë, die de
institutrice voor haar rekening heeft genomen, nog
beel wat secondantes werkzaam. Zie'rond en
luister! Hier de zarteV blikken en toonen, de
sehnsuchf'klanken van de "blonde duitsche,
ginds de opgewekt levendige opslag der ros
sige engelsche, daar de guitige, zwarte kijkers
der zwitsersche brunet, en al die secondantetjes
ook eene frisch gezonde Nederlandsche
aardig jong goed, en toch hoe komt het
dat geen klasse ons zóó aantrekt, geen klasse
zóó ingespannen -en met ingenomen gezichten
zit te -luisteren, als juist -die, waar Augusta
aan: het hoofd staat !?-'Daar ? was haast geen
.meisje,- dat*niet van.haar: hield, n de eenige
dat er was, dorst het toch niet te bekennen!
Augusta wordt midden in hare bezigheden
dóór haar moeder gestoord met het verzoek
om even .met haar'mede te gaan. Dit mocht
niet anders dan ~ om gewichtige redenen plaats
hebben! ?:?...-,
Gekomen - in, - het stille, lieve, salon van me
vrouw begint deze. ' " ' ;
Er zijn nog" al brieven, Augusta."
Welnu, mama, die opent u. immers altijd.'
Ja en dat heb ik ook nu gedaan. Er is een
"bij die mij toch ontstelde...., ik weet niet, maar
misschien wet...."
Nu dan?"
Misschien^ wel van" (en zij nam: Augusta bij de
hand) van....-de vrouw van hém, althans een
fransche brief van eene mevrouw *an Buuren.'
j,Laat zien...."
De brief was nog al eenvoudig. Ze dacht er
over haar kind aan mejufvrouw van 't Oord,
voor eenige jaren toe te vertrouwen en wenschte
se weten of er plaats zou zijn, een prospectus
ontvangen enz.'' . - -
Lang bleef, Augusta, als in gepeins verlo
ren "staan.
En wat nu?" vroeg mevrouw eindelijk.
Plaats zal ik'wel dienen te maften moeder...
zou zij dan waarlijk.... in ieder geval moet het
meisje komen."
Zij beantwoordde den brief, en de zaak was
spoedig klaar....
De dag is aangebroken dat de ouders
haar kind ' komen brengen. Nu eerst zal het
raadsel of hij wérkelijk haar van Buuren is,
wórden opgelost. Meer dan. waarschijnlijk is
dat zoo. Hoe-popelt haar hart!; Hoe1 ziet-zij
tegen het ?oógenblik -op, dat. zij ; hem einde
lijk, n dat wél zóó, aan -de ? zijde eener an
dere vrouw en als père de farnilje, (eene
familj'e, die haar. niet .aangaat) weder zal
zien. De moeder vindt het te kras en wil
onpasselijkheid voorwenden, de receptie kan
dan door mevrouw worden waargenomen,
maar Augusta antwoordt met fierheid: moe
der dat zou de eerste keer wezen,'dat ik. on
waar tegen hém was." . . ? -' " ? ?
Ook de vrouwelijke nieuwsgierigheid duldt
dat niet. Die vrouw wil zij kennen!'Zij'wil "w
.teri wie Haar beeld 'uit "zijn hart verstopten
heeft. Zij wil.... zij wil 'alles"wat men irtzulke
opgewonden óogénblikken wil! " - -;
't Is even na,de groote vacantie, 'de tijd
dat de nieuwe leerlingen meestal, de oude sok
wel eens, door de ouders of den vader wor
den naar sehool gebracht. Terwijl men'met
een, blozend heer en diens dochtertje in het
salon praat, worden de heer en merrouw van
Buuren aangemeld. Natuurlijk worden zij in "
hetzelfde vertrek ontvangen. '
Oógenblikkelijk herkent zij van Buuren, die,
hoewel wat gezetter en kleuriger geworden
daar overigens net zoo staat als toen hij haar
vêrlieti Zelfs tot haar verwondering heeft hij
den pijnlijken trek, dia zij aan zijne ziekte
toeschreef, nog niet verloren, of misschien.... ?
dat kan'ooh wezen.... later terug gekregen! '
Maar nu mevrouw: Frangoise van Buuren, '
nee Bosuti," zopals zij onderteekend had. Welke,,
prachtige vrouw! Die glanzend zwarte lokken,
die vonkelend koolzwarte oogen, dat onbe
schrijfelijk véloutéin den tint, die fijn besne
den neus, die vriendelijk glimlachende en hel- '
der witte 'tandenvertoonende, kersroode lippen,
die klassieke'vormen en dan ... dat alles ver-1'
höbgd door bevallige manieren en 't moge dan
zijn wat opvallende, volgens onze begrippen
coijuettte; -tö'chv met smaak gekozen, zwierige
kleeding.... Wat gevoelde Augusta zich klein,
wat-was zij ooit geweest in vergelijking van
déze? En is dan de artist niet een aanbidder
der schoonheid!.... '
Ook de heer, die zijn dochter gebracht heeft,
is een en al" bewondering! Heeft hij eerst'
met langwijligén ernst over de belangen van
zijn [kind- 'gesproken, nu houdt hij zijne blik
ken, met, onbescheidenheid zelfs, op deze ver- ,
schijning gericht.
- "Met 'een' gemakkelijk flu de bouehe 'en niet
zonder' "llëftalligheid, vertelt mevrouw van
Buu-ren dat'-haar- dochter ATbertine heet. Haar'
mijnheer, die heet AibeH" voegt ze er bij. J ,
In den aanvang mocht het onderhoud wat l
traag gaan, dat duurt niet lang, daarvoor z'orgt'
mevrouw van Buuren! Ze hoort van deirvreem^ ?':
den heer, dat'hij iu de vacantie een-reisj