Historisch Archief 1877-1940
aEagaaiB^^
DE A M STEEDAMMER, "WEEKBLAD V O O K HEDERLAHD.
f*
opnieuw te leeren is, mag wel dit zijn, dat
zij geroepen is recht te doen .wedervaren aan
den billijken wensch van duizenden dia 200
lang reeds te vergeefs op hervorming van ons
kiesstelsel aandringen.
? Zoolang aan dien.eïsch niet voldaan wordt,
aal de Tweede Kamer steeds een yalsch beeld
van de staatkundige ontwikkeling onzes volks
leveren, en de gelegenheid voor de reac
tionairen openblijven om zetels- te veroveren,
die hun niet toebehooren.
Ia ost-Rumelie openbaart zich de russïsche
invloed meer dan wenschelijk is. Terwogl de.
troepen aftrekken, toont Aleko, de nieuwe
wijs1 als verpjUcht vak, de laatste/ daarentegen
dit als een niet-verpljchtvak aangegeven zien.
Een ander punt waarin B. en W. afwijken
De dnitsene keizer heeft zijn gouden huwe
lijksfeest gevierd en de Staatkunde liet ge
durende deze week -weinig van zich hooren,
Be grijze vorst, ofschoon nog eenigszins lijdende
onder de gevolgen- van den val was in staat
de plechtigheden bij te wonen, die op het pro
gramma waren voorgeschreven, en Bet volk
gaf op de.duidelijkste wijs zijn ingenomenheid
met den zoo hoog bejaarden keizer te kennen.
Schitterend was de illuminatie, algemeen waren
de toejuichingen en de gelukwenschen ontelbaar.
De belangrijke vraag of er amnestie verleend
aou worden en zoo ja, aan wie,- i's op bevre
digende wijs beantwoord. Een achthonderdtal
zijn begenadigd. De bevrijding werd echter
niet, gelijk gewoonlijk geschiedt, over geheele
klassen van veroordeelden uitgestrekt, maar
oepeikt. tot hen die om die gunst hadden
gegoeverneür duidelijk, dat hij zich weinig om! in meenirtg van Curatoren, betreft de
prijsuitde wenschen van den sultan bekommert. Men j deeling. Het Dag. Bestuur ziet er geen gevaar
spreekt van een korps russisch-bulgaarsehe. in, dat gebruik-af téschaffen.
agenten, die doen wat in hun macht is om de j Het zegt in de Memorie van toelichting.
anti-turksche stemming onder de bevolking; Art.lS.Hetgeven'vanprijaenofbelooïimgen,
levendig te houden. Ook zou de afto.cht' vooral het in het openbaar uitreiken daarvan,
der russische bezetting thans niet met dien. kan zonder nadeel voor het onderwijs worden
spoed worden voortgezet, waarmee hij be-. afgeschaft.
gonnen is. Inmiddels bericht men uit Wee- het gemis
nen, dat de Mogendheden het met Rusland de
eena geworden zijn omtrent de werkzaam
heid der internationale kommissie., Deze
zal zich bepalen tot het waken voor de
toeOp de middelbare sc.holen wordt
passing van het organisch statuut. Zonder
toestemming der kommissie zal de goeverneur j ten. Werd,
de turksche troepen niet in het land ogea het nooger
roepen een bepaling,, die misschien later
van nut zal blijken te zijn, doch voor Aleko
zeker niet -geschreven behoefde te worden.
Te Athene nam men het hesluit weder een
paar heeren naar Koastantinopel Ie zenden,
ten' einde de onderhandeling over de grensr -e
geling te hervatten.
.?van niet gevoeld. Slechts op
lagere scholen wordt .dit stelsel hier nog
toegepast; en daar zelfs heeft de
prijsuitdeeling sedert geruimen tijd zonder eenig uiter
lijk vertoon plaats. De wetgever schijnt aan
die prijsuitdeelmg ook weinig waarde te
hechin het organiek beslmfc omtrent
onderwas van 2 Augustus 1815,
het in openbaar uitdeelen van prijzen, nadat
door de leerlingen gratiaruni actiones (dank
betuigingen) waren uitgesproken als eene
De minister van koloniën heeft bij zijn me
morie van. antwoord qp het voorloopig verslag
de beraadslagingen in dfe afdeelingen der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot regeling der
financieele verhouding t.usschen Nederland en
Indiëeen gewijzigd ontwerp gevoegd van den
volgenden inhoud:
Art. 1. De bijdragen van "Nederlandseh-Indi
aan de middelen tot dekking van 's rijks uit
gaven, ingevolge art. 4 der wet van 23 April
vraagd en wier invrijheidstelling niet gevaar
lijk voor de maatschappij" mocht heeten.
In de fransche Kamers was het rumoeriger j 1864 (Staatsblad no. 35) op het eerste
hoofddan ooit. De vraag of de Cassagnac vervolgd j stuk der begroeting van Nederlandsch-Indi
behoorde te -worden, gaf aanleiding tot tooueè-1 uit te trekken, worden gesteld op vier millioen
len zooals men die alleen in het fransche par- galden 's jaars.
lement'beleven kan.. De Bonapartisten betoo- Art. 2. De uitgaven, op de staatsbegrooting
Hen als volksvertegenwoordigers al de eigen- gebracht voor rentebetalihg, aflossing en
onschappen van een gedemoraliseerde staatkun-1 kosten van schulden, door den Staat ten be
dige fractie. Hoezeer' de straattaal door hen
daar gevoerd nadeelig moet zijn voor de
waardigheid van het wetgevend, lichaam zelf,
zij is dat zeker in nog veel sterker mate voor
hen die zich daarvan-bedienen om hun doel te
bereiken. De fransche natie wordt maar al te
duidelijk''herinnerd aan het gebrek van eer-1
bied voor de wetten, van den staat en de zedelijke
beginselen, die het Bonapartisme zoo lang
heeft gekenmerkt.
Aan Blanquïwerd gratie verleend. Hij be
vindt zich reeds te Parijs. Aan deze zaak is
alzoo een eind gekomen; als altbans.de kie
zers te Bordeaux niet nogmaals op dwaze wijs
van hun stemrecht gebruik gelieven te maken.
Met het wetsvoorstel tot wederinvoering van
de echtscheiding staat het gunstig. De meer
derheid der kommissie aa« "?wier onderzoek het
wordt opgedragen, behoort tot de voorstan
ders van die vrijheid. Natuurlijk is de tegen
stand van de kerk te verwachten, die eerst
daags haar ergernissen vermeerderd zal zien
door de ? verdediging der onderwijswet. Het
rapport door den heer Spulier over het laatste
ontwerp ingediend, bestrijdt al de grieven der
klericalen en werpt de beschuldiging van, ver
deeldheid te zaaien op hen terug.
Frankrijk heeft gelijk de overige mogend
heden zijn. protest bij den Khedive tegen
diens besluiten doen overhandigen. Wat er uit
al deze protesten groeien zal is niet te zeggen.
Doch uit het optreden van Duitschland blijkt
genoegzaam - dat de europeesche mogendheden
geen lust hebben aan Engeland de macht
over Egypte in handen te geven.
Sir Bartle Frère heeft naar Londen geseind
dat de oorlog met de Zulu's alleen ter verde
diging geschiedt en er geen aanvallen plaats
"hebben gehad. Engeland zal zich dus verde
digen tot de Kaffers zich
volkomen''onderworpen hebben. Dat er voorloopig van geen aan
vallen sprake kan aijn is bekend, zelfs al had
geen telegram van Frère het verzekerd. De
zomer .maakt elke operatie onmogelijk, daar
de transporten niet op groote schaal kunnen
uitgezonden worden. De Zulu's verontrusten,
inmiddels" Natal, aan welks grenzen hun ben
den zich vertoonen.
Aan -de Transvaalsche boeren is voorloo
pig een constitutie geschonken, in de hoop
dat zij hiermee tevreden Kullen zijn.
hoeve van Nederlandsen-Indiëaangegaan, wor
den ten laste der begrooting van
NederlandschIndiëterugbetaald.
Art. 3. Over overschotten van Indische dien
sten, wordt niet beschikt dan bij afzonderlijke
wet.
Zij,worden in de eerste plaats bestemd tot
dekking van tekorten-op andere Indische.dien
sten, in de tweede plaats tot 'voorziening in
Indische behoeften, en in de derde plaats tot
vermindering van de schulden, bedoeld in art.
2 dezer wet.
Art. 4.-' Art. 4 dezer wet wordt voor het eerst
toegegast op den dienst van 18T9.
De dagbladen bevatten:
Handelsblad'. Een Indische ef
Nederlandsche Brigade. De verkiezingen. Exploitatie,
geen toewijding. Spaarbanken.
Niewve Rott. Courant: Open brief van''den
generaal J. van Swieten aan den gen. Booms.
, Mott. Nieuwsblad: Verwaar loozia g van
gezondh eidsbelan gen.
Vaderland: De uitslag der verkiezingen.
N'ieuws v. d. Dag: Bij de gesloten stembus.
Set Dagblad: De verkiezingen. De quaestie
der bescherming.
)e Tijd: Eene eventueële Wetsbepaling over
den eed.
Amsterdamsche Courant: Het ontwerp-Wet
boek van Strafrecht.
De heer J. A, Levy schreef: Engelsen
kathederSocialisme.
Eindelijk is :de voordracht tot reorganisatie
van. het gymnasium, waarop zoo lang gewacht i
werd, verschenen.
Wie deze voordracht leest, zal misschien in
zijn hooge verwachting zich teleurgesteld zien.
Dit is zeer zeker het gevolg van het onvolledige
"der voorstellen, daar de voordrachten tot het
bepalen van schooltijden en van het getal der
leeraren en het bedrag hunner jaarwedde nog
ontbreeken. Zij zullen echter zoodra mogelijk
worden- ingediend, over de leervakken waarin
het onderwijs geplitst .wordt, bestaat tüsschen
Bïen W, en Curatoren slechts -op n punt ver
schil. De eerste willen het
gymnastiek-onderloffelijke oude gewoonte aan de Curatoren ter
handhaving aanbevolen (art. 32); en werd in
dat besluit (art. 33) voorgeschreven, dat de
beste leerlingen, -die .van de school ontslagen
zouden worden, eene_ proeve" zouden geven
van- Imnnëvorderingen, door het doen van
eene Latijnsche oratie, of het voordragen,
van een Latijnseh gedicht, door heazelven op
gesteld," in de wet op het hooger onderwijs
zijn aanbeveling en voorschrift niet opgeno
men. Burgemeester en Wethouders stellen
voor, dat aan de leerlingen alleen getuigschrif
ten zullen worden verstrekt. Zoodanige ge
tuigschriften omtrent een wel volbragt studie
jaar of goed besteden volledigen cursus, zonder
uiterlijk vertoon afgegeven, zullen een voldoende
helooning zijn vóór leerlingen, die het Gym
nasium bezoeken."
Hiertegenover beweren Curatoren: "Wij stel
len er grooten "prijs op haar te behouden, zij
het dan ookandersingericht en naar een anderen
maatstaf dan thans. Onze ondervinding doet
ons spreken vóór bet behoud dezer aloude
instelling, die, behoorende bij het Gymnasium,
juist door haar langdurig bestaan volstrekt
geene vergelijking of gelijkstelling toelaat met
andere inrichtingen van onderwijs, bij welker
regeling men van den aanvang af niet met
antecedenten ,had te rekenen."
"Waarschijnlijk zullen velen* nieuwsgierig zijn
naar de argumenten die uit de ondervinding,
waarvan curatoren gewagen, te putten zijn. Men
zou zeer goed kunnen gelooven aan den bloei
van eert, gymnasium zonder prijsuitdeelmg.
Het laat zich denken dat de verordening
door B. en W. voorgedragen, die in hoofdzaak
met de. weuschen van curatoren overeenstemt,
en rekening houdt -met de eisenen die aaneen
gymnasiaal onderricht gesteld kunnen worden,
geen krachtige bestrijding zal uitlokken.
Een punt echter zal zeker niet onbesproken
blijven.
In artikel 27 en 28 lezen wij gelijksoortige
bepalingen omtrent de vrijheid der leeraren
tot het, geven; van lessen "buiten het gymnasium
als voor die bij het Middelbaar Onderwijs zijn
vastgesteld.
Het Dag, Bestuur is het er nu.eenmaal over
eens dat een leeraar niet de noodige lust
en de gewenschte kracht tot lesgeven over
blijft, wanneer zijn werkzaamheid in een
schoollokaal het maximum van 24 uren per week
overschrijden. Privaatlessen kunnen desnoods
geduld worden maar het optreden in andere
dagscholen is^dan verboden.
Op dit oogenblik is er bij den Raad een
verzoekschrift van de leeraren- bij het
middelhaar, onderwijs aanhangig, waarbij zij hun be
zwaren tegen dergelijke bepalingen in het mid
den brengen.
billijke
Raad
Het Thé&tre Francais te londen.
n.
*
Men jnoet erkennen dat de Franschen zér
geestig zijn. Zóó geestig, dat hun geest hun
geduld'de hand reikt als het laatste dreigt te
bezwijken. Het thema van een aardigheid mag'
zoo oud zijn als het wil, als de variatie maar
vermakelijk is.
J'ai vu des Anglaises d'une maigreur! laat
de Charivari Mlle. Sarah Bernhardt aan haren
direkteur, den Heer Terrin, schrijven; terwijl
de Figaro zich verwondert, dat deze dame een
geheele loge alleen voor zich gekregen heeft.
Zij kon toeb. nog wel hier of daar een plaatsje
hij eenige kameraden ge'vonden hebben . ..
zonder de anderen erg hinderlijk te zijn.
Heerseht er dus nstemmigheid op dit punt,
ouder de banierdragers van het Parijsche ver
nuft, de pers aan de overzijde van het Kanaal,
is niet minder onverdeeld in de betuigingen
van lof en bewondering, toegebracht aan de
artisten der Coiaédie-Francaise. Times en
Daily-News leveren dagelijks kolommen over
hunne voorstellingen. De weekbladen wijden
insgelijks artikelen vol geestdrift aan de ge
speelde stukken, zoowel als aan de vertooners.
Aan afgunst grenzende bewondering, is de
grondtoon van enkele dezer opstellen. Men
kan zich voorstellen dat de Hollandsche
pers zich in gelijken geest zou uitlaten, wan
neer ons het voorrechtte beurt viel de Comédie
hier te zien optreden. Ofschoon iedereen zeer
goed weet waarom deze Staatsinstelling is,
wat zij is, doet het den Londenaars toch onaan
genaam aan, avond aan avond te moeten zien
wat zij missen. Dat zij vergeten hetgeen hun
eigen kunst aanbiedt mag- hier binnen de gren
zen van ons vaderland nooit tot een verwijt
gemaakt worden. Er moet overdrijving schuilen
in de woorden van den Spectator: het is een
Zoo goed als nieuw gevoel naar den schouwburg
te gaan om het stuk en niet omdat deze
of gene acteur of actrice er in speelt. Toch is
veel, van wat de bladen zeggen, voldoende om
ons te doen begrijpen wat den vreemdeling het
meestin de voorstellingen dezer artisten treft.
Het is de onvermijdelijke en oogenblikkelijk ver
kregen overtuiging dat hij te doen heeffc met
een gezelschap.letterkundig en artistiek ont
wikkelde lieden, die elk voor zich volmaakt
instaat zijn om de waarde van oet geheele
tres bien faits, ces articles, plëins de sens, c
gout et de bonne humeur."' Maar, gelijk \
reeds zeiden, de faam Keeft het hare gedaa
om de gemoederen ten opzichte van enke
artisten met vooringenomenheid te vervulle
In geheel Londen hoort men geen naa
dan die van Sarah Bernhardt. Niets kan ef
denkbeeld geven van de opgewondenheid d
zij teweeg brengt. C'est de la folie."
Een staaltje. - .
De heer Sarcêy is tüsschen twee bedrijvf
naast een vriead gezeten. Zijn andere buu
man merkt aan het gesprek dat de eerste et
ingewijde is. Hij Haalt een papier uit zijn za
en wendt zich ? zonder aan hem voorgeete.
te zijn (que no^us avons de préjugés) -^ t
den feuilletonnist van de Temps om hém i
vragen in welke van de stukken die hij z
kunnen bijwonen, Sarah Bernhardt optreed
Lees mij uw lijst maar eens voor."
Telkens als de andere zegt; pas de Sar£
Bernhardt, ziet de londenaar zijn vrouw m
een bedrukt gezicht aan, en haalt het aldi
veroordeelde stuk meteenpotloodstreepjeaa:
Maar dan zullen wij haar maar n kei
zien!"
Waarschijnlijk twee keer,. want als ik n
niet vergis, gaat Kuy-Blas in plaats' van <
Fourcbambaults. Het gelaat der dame helde
op. Haar ega w^eef zijne handen. Beiden z
gen mij aan, eindigt Sarcêy als ware ik de dui
Koachs geweest die met het groene takje
zijn hek kwam aanvliegen.
Toch schijnt de gevierde, vooral in den h
ginne, niet gegeven te Rebben, wat zij gev*
kan. Wellicht was de gedachte aan de buite
gewoon hoog gespannen verwachting van h
publiek der Thamesstad te sterk voor ha;
zenuwachtig gestel. Bij haar opkomst in Phèd:
overviel haar een hevige angst en verliet ha;
hei geheugen.-Zij werd koud als-^s en niet ds
met veel moeite tot zich zelf gebracht. Xi(
minuten duurde het voor dat zij -zich genot
hersteld had, om te kunnen voortgaan. M<
droeg haar bijna op het tooneel. Zij begon
hard, mankeerde derhalve de stijging en Z£
zich genoodzaakt om te schreeuwen. De to
juichingen deden desniettemin het gebouw tri
len op zijne grondvesten. Den volgenden avoi
in de Etrangère, had ^ zij weer een oogenbl.
van weifeling. Het tooneel stond. Toen redt
haar Mlle. Croizette.
Deze actrice vindt niet denzelfden bijval a
Mlle. Bernardt. Dit verwondert den heer Sarct
ten sterkste, die zich vruchteloos het hoo.
breekt met het zoeken naar een reden.. Dt
stuk, met een onbekrompen en smaakvpllen gen Juni speelde zij Les caprices de Mariam
Wij wezen dezer dagen op het
Wij hopen dat de
klachten niet doof
zal zijn en. dus weigeren zal de hand te
leenen om de docenten bij het gymnasium, op een
wijs aan -banden te leggen, die zeker voor het
eu daarom het geheel tot Verrukkelijk zegt de Temps; nmisgref
meent de Saterday Mevi&w. Ook verscheide]
kritici gaven persoonlijk hun koelheid t(
opzichte dezer dame te kennen. Mlle. Groizet
blik te genieten
zijn recht doen komen. Meer daarin dan in
het buitengewone talent der leden schijnt de
waarde dezer troep te bestaan. Zoo wel onder
van dat verzoek.
voor die gegronde
onderwijs
hebben.
zelf haar nadeelige gevolgen moet
Het Rijnvaart-komitéalhier heeft een adres
tot den minister van Waterstaat en Openbare
Werken gericht, om Z.E. dank te zeggen voor
de krachtige wijze, waarop hij getracht heeft
de sedert jaren onvoldaan gebleven wenschen
der hoofdstad tot werkelijkheid te maken.
gemaakt. Komaan; dat geeft stof genoeg1.'
Kaar Zwitserland geweest en dan Itali
laten liggen?" . .
Wat zal ik u zeggen! Geen tijd meer,. Ze,
moest naar school. De koek .was op."
Wel, ik had er een paar weekjes aange
knoopt,; vind je 't ook niet, lieve ?" en aller
vriendelijkst keek ;ze het onbekende meisje aan.
De school loopt niet weg! Italië, o Italië, mijn
Italië!" (hoe smachtend wierp zij de blikken
ten hemel, maar .'t stond. haar goddelijk)-.
B*t Land par excellence! Is iets daarbij te ver
gelijken...."
Ik .ben er niet geweest, mevrouw^"
8Met' geweest, o ga er heen, toe mijnheer,
doe mij plezier en.-ga er heen" (en ze bukte
&alf naar hem over en liet allercoquetst haar
halskuiltje, dat als een aanlokkelijk enzoo
voortsje uit haar gele japon kwam kijken, zien)
^Iemand die gevoel heeft voor 't schoone, weet
u" (en .ze keek hem snoeperig aan) voor
't ware schoon, inoet daar naar toe. Wat men
elders, vindt zijn snippers, daar is de taart l"
Terwijl zij bezig is een heer, die ze voor het
eerst ziet en met wien ze-niets te maken heeft,
in te pakken, stonden de beide meisjes, elk aan
eene oyergestelde zijde der tafel, zich te ver
velen, totdat Albertiue van Buurea naar haar
pa loopt,- opdat toch die laatste oogenblikken
haar niet .geheel ontstolen worden. Deze schudt
even het hoofd, hij wil er wel tüsschen ko
men, naan hoe? Om iets te doen, legt hij de
hand .op. de krullende -lokken, van 'het meisje,
Mevrpu,w van 't. Oord "bemoeit zich een
weidg met de andere pensionnaires, maar Augusta
zelve kan haar oog niet van het prachtig
Itaiaansch exemglaar afhouden. Dat mag niet,
se dient zich [toch ook wat met de nieuwe
leerlinge te bemoeien. -Oofe dat is, geen won
der bij zulk een ouderpaar, een verrukkelijk
kind.'
Hoeveel, mevrouw van Buuren in die weinige
oogenblikken al afgerammeld heeft....
Ja, ja, Frankfort is een lieve stad, eenheele
lieve stad. A propos, u -heeft toch de. Ariadne,
van Dannecker gezien,... een mooi beeld die
Ariadne..,. een mooie vrouw vind ik.... mooie
vormen!" (Ze zette haar. boezem vooruit en
maakte-, met de beide handen eene beweging
naar de schouders toe). En niets indecent,.
vindt u wel! Niets indecent.... Och de kunst
niet waar, maakt alles goed.,.. Vond u het
niet mooi!"
Zeker mevrouw, ofschoon...."
Weet u wat ik alleen naar vond? Dat roode
schijnsel, dat ze dan op dat beeld laten val
len, bederft het. Ze moeten geen natuurlijke
kleur op dat beeld leggen, 't Moet koel blij
ven. Veel decentër! Dat zegt mijnheer van
Buuren ook. U weet toch dat "hij artist is?
Ja?gelukkig een artist!-Aardig, als kind zei
ik al, jk wil niemand anders hebben,-als een
schilder,, en ik heb een schilder gekregen. Toe
vallig, niet waar?.... Ik heb kaar" (wijzende
op haar dochtertje) maar niet meegenomen
naar het museum. Wat hoeft dat? ik houd er
?niet van om kinderen.... enfin, men wil tegen
woordig dien weg wel op met hun Assotwmoirs
en zóó. Ze moeten b.et weten, ik vind hét niet
goed, vindt u het goed?"
Blijkbaar ergert van Buuren zich bij die
ratjetoe van praalzieke oppervlakkigheid. Ein
delijk zegt hij dan ook; maarFranQoise, weet
je wel dat het tijd wordt?.... Albertine, ga
eens naar je moeder!"
Bloost Frangoise? 't Is onzeker. Door dat
incarnaat van gezondheid en levenslust kan de
blos der schaamte, moeielijk heendringen.' De
vreemde heer krijgt werkelijk een kleur en gaat
zich dadelijk met zijn kind bemoeien.
En nu worden er toch eenige' woorden ge
wisseld over Albertine, die van ernst getuigen
eüwaarbij de mama wel weinig heeft in het
midden te brengen, maar tocli hare mondaine
afwijkingen- en woordenpraal staakt.
En nu. wordt Let tijd," herneemt Van Buuren.
??Jufvrouw Van 't Oord ik zal mijn kind niet
aan uwe aorgen aanbevelen, ik weet dat
dit niet behoeft." Waarom beeft zijne stem
zoo?
Nu het uur van scheiden daar is, blijkt het
wel dat mevrouw Van Buuren al heel erg veel
gevoel heeft, want ze schreit veel harder, veel
uitbundiger dan het kind, ja, 't is een kom
pleet tooneel, en hij moet er haast met ge
weld een einde aan maken. Toch heeft hij nog
n oogeiiblik meer' ook niet om zonder
dat zijne vrouw het bespeurt, der institutrice,
terwijl hij haar innig de hand drukt, zachtkens
toe te voegen: Augusta ik reken op je!"
Is het verbeelding van haar, of ziet zij een
traan in zijn oog? Heen, het is geen verbeel-,
ding. In die enkele traan liggen ruim tien jaren
van teleurstelling en huiselijk leed!
Ze komt in het salon terug. Wat zou ze
gaarne haar, vol gemoed voor moeder ontlas
ten ! Maar die papa zit er nog en eenige minu
ten lang moet zij nog de dwaze instructiën
over de wensehelijke 'behandeling zijner doch
ter aanhooren.
Iets kon 2e doen, en daar heeft ze ook be
hoefte aan. Ze neemt Albertine's hoofdje
tusscheu de handen en overlaadt het met kussen.
Eindelijk is zij met moeder alleen.
Moeder, moeder," roept zij uit toch heeft
hij mij niet vergeten, toch heeft Jiij woord
gehosiden."
onze acteurs die niet allen Faassens zijn als
onder de Londensche zou men wellicht ver
scheidenen vinden die zich met de zonen en
dochteren van Molière" op ne lijn konden
stellen. Men kan zich b.v. afvragen, wij be
roepen ons op den heer Dr. Jan ten Brink,
(Zondagsblad 24 Februari 1878) of de Madame
Bernardt van mevrouw Kleine, de warldesde,
Vïllemer van den Heer Moor, de Miss Clar&oon
vanMej. Beermans beneden de vervulling der
zelfde rollen van Agar, en Sarah Bernhardt
staan.
Nog iets anders verrukt de Londensche Pers.
Het is de uitmuntende régie. Dienstboden
spreken tot hunne heeren, als zij bezoekers
aandienen en niet tot de gallerij, zegt de
Spectator. De Parijsche kritiek stelt veel belang
in de artikelen der Engelsche organen, evenals
in de houding van het publiek. -Zij is beiden
dankbaar voor hunne welwillendheid. De heer
Fr. Sarcêy die de Comédie vergezelde, waar
deert niet alleen hunne hoffelijkheid, maar ook
hun smaak. Zoo vreesde hij dat de Misanthrope
de Londenaars misschien, vervelen, mocht. En
toch zijn vrees bleek ongegrond te zijn. Niet
alleen dat zij luide applaudiseerden maar zij
lachten ook op de goede plaatsen, en toonden
al de finesses te begrijpen. In n woord,
het was een effect prodigieus." De zelfde
kriticus bekent nog op een ander punt
gedwaald te hebhen: hij had het er n.l. voor
gehouden dat zijne Engelsche kollega's hem
in hunne artikelen niet weinig stof tot lachen
want M. Sarcêy lacht liever dan dat hij
sieh ergert zouden, verschaft hebben. Hij
heeft zich vergist: savez vous qu'ils sont
Lief kind1." stamelt de oude vrouw.
Heeft u zijn vrouw niet bewonderd! Heeft
u ooit zoo iets gezien? Wat ook die andere
heer aan haar lippen hing!" en plotseling
wrevelig wordende, roept ze ha, dat was niet
om wat die lippen zeiden, ondegelijk, coquet,
onwaardig schepsel, ongevoelige moeder... en
toch.... o, yrouwenschoonheid wat zijt gij
machtig!" en alweder na een poos zwygens:
, Alhertine, zijn naamgenoot l... Een heerlijk
kind!"
J; Waar schoonheid is, ie mooglijk stof tot danken,
Maar zekerlijk daar is tot bidden stof."
God schenk mij de kracht en als 't aan mij
ligt, dan zal dat kind althans in later tijd haar
echtgenoot gelukkig maken... Arme, arme
Albert! En toch heeft hij mij niet vergeten,
dat loone hem God!"
vindt een verdediger in the Spectator, die ha
in de Etrangère eenvoudig volmaakt" viac
Hoe dit zij, de verwachting schijnt geoorlooJ
dat een langduriger omgang tüsschen püblie
en artisten de huidige waardeering nog in e(
of twee opzichten moge wijzigen. '
Amstd. 13 Juni '79. F. v. D. G.
Omtrent deze jonge tooneelspeelster schrijft <
Engelsche Spectator, na over Sarah Bernhari
in Phèdre gesproken te hebben, het volgend
Sedert voor !t eerst het gezelschap, waarvf
Sarah Bernhardt thans de eerste tragédïem
is,
sonen voor
spreid, dat
vast aangenomen en overal ve
alle engelsch tooneelspel, m
Wat later had er een geeprekje plaats tüs
schen schoolmeisjes.
Juf is wel altijd rechtvaardig, maar nu vind
ik toch dat...."
Ze wel wat partijdig voor Alhertine is,
meen je."
Juist, wat heel lief ten minste."
Weet je hoe dat komt?" vraagt een derde.
Nu?"
Och, men moet maar een mooi gezichtje
hebben!"
Het drama.is afgespeeld. "Nu de morale.
Moraliseeren na de handeling! En 't is een
drama!
Morale en action dan, ? zoo Blijft het een,
drama met een naspel.
't Is middernacht. Een .auteur zitmeenko£
fransch vergeleken, volkomen waardeloos WE
Dit begrip is zoo onjuist als er misschien o(
een gekoesterd kan worden. Het is waar d.
inderdaad geen londensch tooneel met »
Fr.angais kan wedijveren in' volkomenheid t
harmonie van détails; evenmin kan men ,e<
engelsch tooneel er toe krijgen om, zóoa
sommige opgewonden liefhebbers schijnen .
meenea, binnen een minimum van tijd voo
stellingen te leveren, gelijk aan die van et
tooneel dat sedert eeuwen de vpordeelen,hee
genoten van staatssubsidie en technische tr;
ditie, en dat inderdaad even goed een hoog
school als een schouwburg is. Maar het
ook waar dat, wanneer -men eene zorgvuldig
keus deed uit de beste acteurs en actrices V
Londen, indien zij gezamenlijk n tijdlai
fiebuis van den tweeden of derden rang, in t
buurt aan het Leidscheplein.
Een endje van hem af zitten vier jonge lii
den. Of ze'studenten zijn of klerken weet l
niet, misschien wel leerlingen in de aestetik
Ik noem hen, om ze uit elkander te houde:
de zwarte, de bruine, de blonde en de rood
En wat zeg jij nu van de Zegepraal d<
schoonheid?" vraagt de zwarte.
Een gelegenheidstukje" zegt de bruine on
wijkend,
Mij bevalt het niet," zegt de blonde. I
ben het met Victor -Hugo eens: Ie laid c'ej
Ie beau!"
Dat is ook omdat een beroemd man hi
gezegd heeft," zegt de zwarte, 't is niets da
een paradox."
Heen, hervat de blonde er is een diep
zin in. Wat karakteristiek behandeld word
is mooi al schijnt het ook nog zoo leelijk. WE
het talent aanraakt wordt goud!"
Ik hen het niet eens. Ik zeg: Ie beau c'es
Ie beau."
Dat's een waarheid als een koe," meent d
bruine.
Ja, omdat ik het zeg, maar als een man va
naam.... Weet je wat ik bedoel? Dat h
mooie niet te beschrijven is. Daar is geen ander
reden te geven.' 't Is 'mooi omdat het mooi i
zooals Pheidias in Hamerlings Aspasia "
Ik zou er een andere zin aan hechten,
zegt de zwarte.
En welke ?" vraagt de blonde.
Ik denk aan het stokje van van avond, e:
dan wil het dit zeggen- dat de schoonheid va:
vorm met de schoonheid van ziel hand aai
hand gaat." '
Onzin!" roept, de blonde. ?
Natuurlek want die Vondel is eenvoudij