De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 15 juni pagina 4

15 juni 1879 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

&SgêaaroBg3ai3BiiBig&a3Kfcalag^^ DE AMSTERDAMMER, 'WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Twee vreemdelingen. Een '-roman van Francisca G-allé. Dit is het tweede, deel der .érste serie van de bibliotheek van Nederïandsche schrijfsters. -Mogen er nog vele''deelen en vele serieën vol gen! Wij zullen het niet moede worden kennis te nemen van de pennevruchten" der Neder1 landsche dames. Als ik zeg: wij, dan bedoel ik niet, wij recensenten, maar wij Nederlanders. Het is niet eens noodig, dat die boeken'uitmun ten zijn, wil willen ze lezen ook omdat wij belang stellen in het werk onzer zusters. Getuigt haar arbeid van genie of ook maar van talent zoo veel te beter! "Wij maken'haar wat gaarne ons compliment; maar natuurlijk zeggen wij bij gelegenheid ook wat we aan te merken heb ben, openhartig en vrijmoedig, zooals broeders dat plegen te doen. De zusters die pittig zijn en werkelijk- wat' beteekenen nemen een vrij moedig woord niet kwalijk; zij kunnen er tegen,' omdat zij wel weten, dat de jongens" het | goed meenen. . , ' l * "Wanneer een mensen, Heer of Dame, een j roman weet te schrijven van meer dan 20 ,yel \ druk? zoo,als de ' Twee Vreemdelingen dan is' hij in mijn oogen iets meer dan de groote; vmassa der stervelingen, al laat het werk veel' 'te wen&chen over. Zoo iemand heeft een zeker} talent dat door oefening en studie te volmaken j is. Hoe weinigen hebben de gave een vertel-; seltje te maken, waarmee ze een' kind ook' maar 10 minuten kunnen bezig houden! l En nu ligt hier voor mij een roman van' 342 pag. Ik zeg niet, dat het een afgewerkt! kunststuk is, n geheelj waarvan alle deelen i samenwerken om een grootschen indruk te weeg; te brengen. O neen! Het is een roman met! romannetjes erin, die men ook wel achterwege had kunnen - laten, vol van personen die ver- ? schijnen en zonder door den loaer betreurd te worden verdwijnen; maar door het heele ver-j , haal loopt toch een draad, die de lossen stuk ken ongeveer bijeenhoudt. , | ' Het spijt mij, dat er zooveel aan dien draad' geregen is. De schrijfster kon het niet laten. van alle menseden, die met de vreemdelingen | in aanraking komen de levensgeschiedenis ge heel of ten deele te vertellen. Ja ik vrees, dat zij ontmoetingen heeft bedacht om over'som' mige onderwerpen'hare. meening te zeggen. Een piotest tegen de vrije liefde", meende zij, mocht in haar boek niet ontbreken; welnu zij geeft aan. een dame uit den kring der vreem, delingen een broer en aan een meisje nit die zelfde omgeving een dwaze goeverrïante. Deze twee worden bijeengebracht en het romannetje Karel en Freia of de gevaren van de vrije lief.Ie, kan in het groote werk wordeu te pas gebracht. Op dergelijke wijze worden ingeschoven: Eulalia of' Moeder en Dochter, Frau Romer of een schets uit het huwelijksleven van een kun.stenaar enz. enz. Al de/e tusschenverhalen geven aan het ge heel'iets "boeligs en Ixmts, zoodat men er .nau welijks verslag van geven kan. Ik wil even ! de hoofdpersoon voor den dag halen. Wie is de jonge vrouw die te Holterp den trein veiliet in. gezelschap van een twaafjarigen knaap m wiens diepe'en donkere oogen een blik van vreêmdelingschap" was? Zij heet Hagar en haar broertje.(?) Ismaël. Zij is zeer schoon; de stationschef ziet haar aan met een blik, die haar een treurigen blos" op de wan gen veroorzaakt.- Oo.k in haar oogen ligt een uitdrukking van vreemdelingschap." Dat jon gentje en. deze vrouw zijn de Twee Vreemde lingen. Op ' den weg van de station naar het dorp worden zij aangerand door den Baron Leo Wmfried van .Holterp, die vlagen heeft van -waanzin en zich Kaïn noemt.- Ismaël die' zijn zuster tegen den woestaard verdedigt met een moed boven zijn leeftijd, voelt al spoedig door een zeker instinct, dat er tusschen dien man en hem een geheimzinige band bestaan moet. ? De vreemdelingen maken een gunstigen in' druk. Geen trek" op hun gelaat droeg eeiiig spoor van hun' Israëlitsche afkomst, waarvan Hagar dan ook nooit iets tegen Ismaël gezegd had." Mocht iemand dat zonderling vinden, 'aangezien de Israëliten zeer aan hunne tradi ties plegen gehecht te zijn, de auteur heldert alles op door deze zielkundig*'verklaring: de smart haars levens was te groot om zich te voegen in de eene. of-andere geloofsbelijdenis, te werkelijk voor eenig afgetrokken begrip, te diep ook..voor aardsche tempelen (pag. 79.) De burgemeester die. Hagar naar hare lidmaatsattestatie vroeg, hij deed dat zoo maar eengj_ was aeer verwonderd toen hij -vernam dat zij eens jodin wais. Hij waagde evenwel geen poging om haar tot zijn protestantsche kerk te bekeeren, overmits hij als man van zijn tijd aan alle kerkgenootschappen ontgroeid was an zeer , goed begreep dat zij, door hare. vele zorgen, de- leer, harer vaderen bijna vergeten en er nooit aangedaeht had, Ismaël in. eenig kerkgenootschap te laten opvoeden." Natuur lijk! men kan'niet alles onthouden als men' veel zoig heeft en dan nog die smart welke o.a. te diep .was voor aardsche tempelen. Maar de zorgen doen 't hem toch voornamelijk, want zoodra deze maar opgaan in ne groote versuchtmg .{pag- 9'®) denkt Hagar eensklaps aan den'godsdienst hare^ vaderen. Is onze heldin niet rechtzinnig, poëtisch is zij m hooge mate en niet minder naïf. Van den briefj waarin de burgemeester haar zijne liefde verklaart* leest zij alleen den volzin, die zijn huwelijksvoorstel bevat dat was trou wens 't essen'tieele ^- maar ze wil als Ismaël naar bed-is, dat schrijven nog eens in zijn ge heel lezen om er ongestoord van te genieten. Een prozaïsch mensch zou te dien einde de pit van den lamp wat. opgedraaid hebben, 'ey blaast het licht totaal .uit en pookt het vuur'op om bij de grillige vlammen het geliefde schrift te ontcijferen.... -, ? ' Daar staat hét: uw. lot. . te verbinden aan het mijne. ' Keen, neen', dat mag niet: Zijn lot mag niet verbonden worden aan het hare! Om haar te 'begrijpen moet men zich ver plaatsen in Kaar verleden, Vaartoe de auteur tegen het einde van het boek gelegenheid geeft.' Zie hier de hoofdpersonen: Mevrouw v. Aren..'Haar moeder.had zij vroeg verloren n haar -berg, zich noemende Helena Bellens springt vader, de rijke , bankier -.Mohr, leeide alleen uit' het raam der bovenste verdieping is aan voor het geld. Het meisje met haar vreemde den drank. De heer Arenberg, haar echtgesehponheid" wekte in hem geen liefde,'Vooral noot, van wie zij gescheiden leefde* is aan den ook omdat hij in haar zijne grootste teleur- drank. De lijkschouwing vindt plaats in een stelling verwezenlijkt" zag (hij had een zoon kroeg waar natuurlijk allen aan den drank gewenscht). Reeds. vroeg zond hij haar naar zijn. De heer Dekkers is de groo.te likenrstode beste scholen want de hoop eenmaal met ker en drinkt zelf -niet, maar maakt de liehaar te-schitteren en haar tot een voornaam den aan den drank.... Zijn zoon sterftaaneen huwelijk op te leiden was het eenige wat hij als delirium tremens- Willem Kampman een vader, voor haar overhad." (pag. 321). Deze smid, die er zijn beroep van maakt booswichscholeu waar een vader zijne dochters, voor ten schuilplaats te verleenen is aan den -wie hij de hoop overhad om ze tot een voor- drank; slaat in de kroeg met zijn klonip zijn naam huwelijk op te leiden, met succes kon vrouw dood, en later thuis gekomen, zijn 5 kin heen zenden, vond men destijds te Amsterdam, deren. Johan Mei-ton geraakt aan den drank, Hagar leerde daar goed, maar werd stil en zijn dochter Anna, ergens in betrekking, geeenzelvig, want niemand bemoeide zich te-huis raakt aan den drank, Cilia de dochter van met haar dan eene ruwe huishoudster, en nog mevr. Arenberg, drinkt brandewijn en rhum, droeviger werd haar lot, toen de Heer Mohr Anton Reinders, een gewezen officier desgena zijn vermogen verloren te hebben op kamer,s lijks. Aan boord van de Johanna .Maria is op ging wonen en haar toevertrouwde aanzijnnicht, een enkele uitzondering na, de geheele bemaneene poolsche weduwe te Amsterdam, die een ning stomdronken, 's nachts nadat zij in den nijdige dochter .had, genaamd "NaomL Ook vroegen morgen zijn uitgezeild, en tot slotdeze oude jonge jufvrouw wasjaloersch enge- scène van deze verschrikkelijke dronkemansvoelde, dat Hagar's donkere schoonheid ge- tafereeten aanschouwt ge de -Johanna Maria vaarlijk voor haar kon worden, daarom werd in brand, 't gevolg van ean gebroken flesch het kind zoo onbehaaglijk mogelijk gekleed; ' met spiritus, die vlam vatte en ziet -haar met maar geen smakeloos gewaad kon hare beval- ' man en_ muis vergaan, daar de okshoofden lïgheid verduisteren. , ' geestrijk vocht ontploften de onmeedooToen zij 15 jaren oud was smachtte het gende oceaan, verzwolg schuldigen en oiiscluilschoone onschuldige kind naar .een' weinig digen, allen te samen slachtoffers van-den ster liefde en maakte kennis met zekeren Leo i,den ' ken drank!" : jongsten zoon van Baron Winfried. De oudste De uitgever deelt mede dat na de verzending zoon was gesproten uit. een eerste huwelijk zijner vorige circulaire, waarin h>j zijn voorne met eene adelijke dame en heette Ralph ; Leo's j men om van $& W6rkje een zeer goedkoope, moeder was vóór zij baronnes werd een Ita- | voor ons jan(j opzettelijk bewerkte Volks-uitliaansche operazangeres. Zij stierf zoo spoedig na de geboorte van haar zoon, dat hij op lateren leeftijd, alleen onmogelijke herinneringen aan zijne moeder waande te bezitten." Had hij een ridderlijk karakter, spaansche oogen en veel- muzikaal gevoel,; Ralph was zijn tegenbeeld. Door ongehuwde tantes opgevoed in onmogelijke begrippen die in haar tijd van kracht waren geweest" was hij een zonderling voortbrengsel" geworden. Bovendien washem een comische verachting" ingeprent voor zijn halven broeder pag. 326, 327. Dat die twee broeders in botsing kwamen en wat daarvan de gevolgen waren, behoef ik niet te vertellen ; "er was voor deze twee te gelijk geen plaats gaaf het licht te doen zien, "bekend maakte, onderscheidene Departementen terstond voor een grooter of kleiner getal hebben ingeteekend, en betuigt hun ter wille der goede zaak zijn dank. Wat departementen van de maatschappij tot Nut van 't Algemeen willen doen, moeten zij zelf weten, maar-wij geloo'ven dat zij hun geld nuttiger kunnen besteden.. Men kan hun doel even als dat van den verdienstelijken uitgever toejuichen, zonder echter het middel te prijzen dat. zij aanwenden? . Wat toch is het geval. Ieder wie dit boekske leest, groeft zoo sterk de onwaarheid der voorstelling, dat men on op de wereld. Denkt maar na: de een, een J Bevredigd de bladzijden uit de hand legt. ridderlijk karakter met onmogelijke herinne- \ Elk verhaal op zich zelf kan waar zijn, ringen en de ander een zonderling voortbreng maar door deze schetsen aaneen te rijgei, en sel met onmogelijke begrippen, die vroeger van j het te doen voorkomen, alsof zij in hun geheel kracht waren, daar'gelaten nog die comische.een eenigszins trouw beeld der werkelijkheid verachting ! ' Verder wordt van Leo verhaald dat hij een lion was de auteur heeft aan de verzoeking om die woordspeling te maken geen weerstand kunnen bieden. Met oogen vol van harts tocht ofschoon volstrekt niet onbescheiden, zag hij Hagar aan en' toen zij haar zielvolle oogen neersloeg viel er een traan op haar wang, ' Nu volgde er een oude geschiedenis." Hagar half jonkvrouw, half kind leerde voor 'teerst de liefde kennen n welk een liefde ! Zij volgde haar drang, zonder recht te weten. of die drang een verzoeking was of een heilige aandrift" pag. 328. Nauwelijks is ze 16 jaar, of zij heeft een zoon, dus, n jaar na de aller eerste kennismaking en dat zonder van den zijn, bederft men zijn eigen arbeid. B.ovendien, dit werk heeft als letterkundig product geen waarde. Daar is geen eenheid in, het is niet boeiend, de schrijver behandelde een onaesthetische stof op de meest ruwe wijs de duivelsketen is in den waren zin des woords samengeflanst." En vooral is het er niet beter op geworden nu de bewerker het voor Nederland heeft aan gekleed. De personen : konden verdoopt ?wor den, de toestanden bleven door en door engelsch dit maakt soms een vreemden indruk. De heer Gouda Quint is een achtingswaardig" uitgever, ^oofe zonder dat hij zijn pers ge bruikt, om op deze wijs de dronkenschap te bestrijden. vader van haar kind iets anders-te weten dan j Be Durvelsketen kost voor de departementen dat hij Leo heette, pag. 328, want nooit was van het Nut 15 ets, zeker een lage prijs 'Voor. het in haar opgekomen hem naar zijn familie-; een werkje van 82 bladzijden druks. naam te vragen." Ik vertel maar niet meer. 'Het -geschrevene is voldoende om te doen zien, hoe ik over den roman denk. Er is zooveel overspannens en cjuasi verhevens in het boek, dat men 't niet kan lezen zonder telkens te lachen, waar de schrijfster niet bedoelde hilariteit te veroorza ken. Zij heeft weinig oog voor hetgeen be spottelijk is en gevoelt niet dat tusschen het het In de 6de aflevering van De Aarde en haar wordt vervolgd: Het Fransche gezant schap naar Elvéin 1875, Schetsen en beelden uit Zwitserland en Het Engelsch gezantschap naar Kashgar. Eigen haard?' afl. 5 bevat, o. a.: Door on dervinding wijzer, door Johanna, Een hollandsche Juffer op bezoek bij de Vorstin van Atjeh Tadjoe l'-alum 1644, door P. A. Leupe, sublieme en het ridicule maar ne schrede ligt. Daarbij heeft aij kennelijk baar lijvig j Het. Ooft onzer Voorvaderen door Mr. L." A. manuscript niet overgelezen en of geen of een \ J. W. Baron Sloet, Onze dranken, door Prof. slechten corrector gehad. Tal van dwaasheden] D. Huizinga, Oudheden van Java door P. J. had men in de drukproeven nog kunnen uitschrappen, b. v. van den majoor die vertrekt Veth, Een reisje naar het eiland Jersy, en het aldaar op ' te richten zoölogisch Station door met zijn garnizoen (bedoeld is zyn bataillon) ! j}^ j. {£ de Man, Over Tramwegen (met afvan den heer wiens oogen waterachtig rollen, j beeïdingen), Een Zonnestraal door Cora, De van iemand diéniets ziet dan de grenzen van het oog enz. enz. Telkens weer stuit men op incorrecte uit Maatschappij tot bevordering deg Toonkunst door W. F. Loman. Voorts de gravures; Een reizend kunstenaar en In het Roefje met bij schriften en eene plaat, voorstellende de plech tige ontvangst van H. H. M. M. in de Nieuwe Kerk naar eene teekening van P. A. Schipperus. De ffederlandsche Kunstbode, onder leiding van Br. Jan ten Brink, uitgegeven bij W. C. heeft en niet spoedig naar de drukkerij te j de Graaff te Haarlem, bevat in haar laatste zenden, wat haar uit de vlugge pen gevloeidi& j 3^^ e^a beschrijving' van het kasteel BredeHet zou mij verwonderen, wanneer uit dezen j rode bij Haarlem en een teekening van Brederode naar mijn gevoelen niet welgeslaagden roman jn welstand. In het algemeen behelst deze door een man van smaak niet drie vrij aardige Bode aeer belangrijke mededeelingen omtrent drukkingen. De schrijfster heeft zeker koste lijke gaven van verstand en hart en hoogst waarschijnlijk zal zij eenmaal een goed boek schrijven, maar; daartoe is het noodig, dat zij leert zichzelve , te beheerschen en te ren, eenvoudig te zeggen wat zij te zeggen verhalen te knippen waren. V. H, DE DurvELSKETis. Schetsen uit het volks leven. Voor Nederlanders bewerkt naar Ed. Jenkins. P. Gouda Quiüt, Arnhem 1879. Verleden jaar op de algemeene vergadering der Maatsehappy tot Nut van' het Algemeen deed, als wij ons- niet, bedriegen de afdeeling Arnhem het voorstel, dat de Maat schappij bovengenoemd boekje zou verspreiden ten einde mede te werken tot beteugeling van het misbruik van sterken drank. Hevig werd dat voorstel bestreden. Men begreep, o. i. terecht, dat de jeneverdrinkers niet door het lezen van een "boekske te bekee ren zijn, en dan, beweerde men, allerminst door zulke schetsen als in De Duivelskejten" gege ven worden. . , Wij hadden destijds nog geen kennis gemaakt met -het werkje van Jenkins, maar thans, na lezing beamen wij volkomen het" af keurend oordeel. Men kan zich moeilijk een smakeloozer lec tuur denken dan deze veertien schakels", die bovendien zoo onregelmatig zijn aaneen ge smeed, dat ge er met den besten wil ter we reld geen keten" in kunt vinden. kunst .en beschouwingen over zaken die op kunst betrekking hebben. Op het internationaal letterkundig congres te Londen is nopens .het vertaalrecht de vol gende motie aangenomen: Het uitsluitend recht tot het toestaan van vertaling, behoort aan den schrijver van het oorspronkelijke werk krachtens denzelfden titel en" voor denzelfden tijd als het rechfc tot het | toestaan 'van reproductie, met deze reserve -echter, dat de toegestane, vertaling geheel zal moeten verschenen zijn, vijf jaren na het uit komen van het oorspronkelijk werk." Opdat de bestemming van dit recht ver zekerd worde, zal het voldoende zijn, dat men j in hét land waar het oorspronkelijk werk het l eerst verschijnt, voldaan hebbe aan de gebruiI kelijke formaliteiten." In het Portugeesch is eeue reis naar Zuid'Patagonie verschenen, door den heer Ramon Lïsta, die zijn werk noemt: Het 'land der Tehuelcen. Illustraties en eene kaart versieren ; het werk, dat te Buenos-Ayres uitgekomen, wel spoedig vertaald zal worden. Van de sage van Tristram en Isolde in haren Skandinavischen vorm zijn te gelijk twee uit gaven verschenen. Beide Scandinavische be werkingen schijnen direct uit het Fransche origineel te zijn overgezet, beide dateeren wat tekst betreft uit het begin der dertiende eeuw, wat handschrift betreft uit de 16de en1 17de. De eene, van prof. Kölbing is van Duitsche vertaling voorzien; de andere is met eenige Deensche volksliederen, en een tekst der M ttulsaga, evenzeer uit het Fransch afkomstig, verrijkt. Francois Coppée, de dichter van La grève des forgerons en Le passant, heeft een nieuw lang gedicht onder handen, waarvan echter de uitgave nog niet spoedig te gemoet gezien kan worder, daar hij het wil lezen en herlezen tot in het negende jaar, naar het voorschift van den Romeinschen. dichter. Hefc zal tot onderwerp hebben een reeds meermalen behandeld thema, de miskende liefde van een vrouw uit den burgerstand yoor een man, die zich in knnst of letteren eene hooge plaats heeft weten te verwerven. Sarah Bernhardt heeft aan den G-aulois hare reisindrukken beloofd, Impressions cFune socié' taire en voyage. De heeren Paul Dreyfus en A. Lucy zullen een Annuaire général des sociétés de G ogra%>hie uitgeven, waaraan behoefte schijnt te be staan. Het zal zich niet alleen met Fransche maar ook met alle buitenlandsche reizigers en vereenigingen in betrekking stellen. Het is opmerkelijk zooveel sympathie als sedert eenige jaren al het nieuws op geographisch gebied bij het publiek gevonden heeft. Onze eigene Sumatra- en No o r dp ooi-esp edities, de aandacht die de verrichtingen van het Aardrijkskundig genootschap opwekken, zijn bewijzen voor ons land, maar ook de geheele wereld door is de richting dezelfde. Een jong Argentijnsch dichter, Carlos y Spano doet in Braziliëen geheel Zuid-Amerika veel van zich spreken. De JRevista de Buenos Ayres heeft eenige gedichten en let terkundige artikelen over hem geplaatst, die thans te Buenos Ayres verzameld en uitgegeven,'zeer de aandacht op hem gevestigd hebben. De titel is Hojas el Viento, bladeren in den wind. De geheele natuur van het zuiden die de dich ters van het noorden zoo dikwijls inhundroomen zagen, heeft hij uit de werkelijkheid in zijne zangen overgebracht. Met meer harts tocht doet hij denken aan Leconte de Lisle, een zijner meest geliefde meesters is Victor Hugo. Hij heeft niets van de metaphysische beeldspraak der Spaansche liefdedichters, dat redeneeren en uitpluizen der gedachte buiten den hartstocht om ; zijne verzen, wat realistisch gekleurd misschien, zijn frisch en zuiver. Hij weet de weelderige pracht zijner tropische om geving juist zoover te beperken dat zij al haren rijkdom geeft zonder te vermoeien. Nieuwe uitgaven: M. L. .van Deventer, De hwyning van den Nederlandschen handel, 's Gravènhage, Martinus Nijhoff. De nationale Tentoonstelling te Arnhem in 1879. Eenig officiëele gids voor de bezoekers. Orgaan voor de belangen der Inzenders. No. 1. Amsterdam, A. van Oosterzee. Mr. J. A. Levy, Engelsch Kaiheder-Socialisme." 's Gravènhage, Gebr. Belinfante. Florence Montgomery De Familie Seaforth. Naar ' het Engelsch door Alma. Amsterdam, W: H. Kirberger. en indaastriëele igen. Eeu TentoonsteUingskoiiimissie. De Nederlandsche Nijverheid heeft in de laatste dagen kennis genomen van een be droevend feit Was het reeds algemeen bekend, dat de belangen der vaderlandsche nijverheid bij de jongste tentoonstelling te Parijs, zeer slecht waren behartigd, men wist voorzeker niet dat de voorzitter der kommissie, aan wie de Staat de zorg voor hare belangen had opgedragen, met zoo onverantwoordelijke luchthartigheid zich van haar taak heeft gekweten. In onzen tijd, nu de mededinging zoo fel is, zal het toch zeker wel de plicht zijn van hen, die dat op dit gebied vermogen, die inrichtingen te steunen eix te beschermen, welke nog met roem'onze nijverheid in den vreemde/i kunnen vertegenwoordigen. Zij zijn helaas niet vele in getal. Onder die bekleedt de koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen, onder leiding van den heer v, d. Made, zeker eene eerste plaats. Van het welslagen harer pogingen hangt niet alleen voor een zeer belangrijk deel onze naam als industrieelen in het buiten land af, maar evenzeer het lot van een groot aantal nijvere huisgezinnen, die aan deze fabriek werk vinden. Welnu uit het verslag, door deze maat schappij over 1878 uitgebracht, bleek,, gelijk wij reeds vroeger mededeelden, dat zelfs de concurrenten de voortreffelijkheid der tentoon gestelde machineriën hadden erkend, doch dat het publiek niet op dit uitnemend fabrikaat gewezen werd, daar de vervaardigers slechts een eervolle 'vermelding verwierven, terwijl hun mededingers zelf de gouden medaille en nog hooger onder'scheiding'en werden geschonken. Hoe ontmoedigend een dergelijke bejegening moet zijn, behoeven wij niet in het licht te stellen, al herhalen wij onzen'wensch: dat toch de genoemde Koninkl. Maatschappij de moed er niet bij moge verliezen. Ondertusschen heeft de heer v. d. Made een goed werk gedaan met open en rond de ge dragslijn van de tentoonstellingskommissie met name van haar voorzitter: Jbr. G. J. G. Klerek aan den kaak te stellen. Nadat de heer Klerek zijne beweringen als onjuist had gebrandmerkt heeTt de directeur der Kon. Fabriek twee brieven meegedeeld men vindt ze .ook onder onze advertentiën waardoor zijn. woorden volkomen bevestigd werden. Halot en Beyerinck, beiden mededingers, doen hun woord gestand, beide verklaren dat de Kon. Fabriek een hooger belooning of be kroning verdiend had, terwijl de tweede rid derlijk er yoor was uitgekomen, dat het een schandaal zou zijn, dat, indien zulks mogelijk ware, niet alle moeite werd aangewend om de fout te herstellen.. ." De heer Klerek heeft op dit alles niet ge antwoord. Men weet dus nu wat er van deze zaak aan is. De Nederïandsche nijverheidsmannen erge ren zich. Deze geschiedenis is inderdaad een schandaal.. Maar gelukkig dat zij bekend is geworden. Op de regeering rust de plicht aan ons velk te toonen dat het niet aan haar moet geweten worden, wanneer, déindustrie van ons land onrecht wordt aangedaan. Zij heeft haar fout te herstellen. En dit feit zal, hopen wij, spo rslag genoeg voor haar zijn, om bij de eerste gelegenheid de beste te bewijzen, dat zij, al heeft zij gedwaald door aan iemand als den heer Klerek de belangen der nijverheid toe te vertrouwen, zij zelf voor die belangen doen wil wat zij kan, . ? . 't Is waar, het blijft mogelijk dat Jhr. Kler.ck geen fransch verstond, of dat de voorzitter onzer commissie doof was, veel is denkbaar. Niets zouden wij liever wenschen dan dat de heer Klerek zich zoo verantwoordde, dat nie mand er aan kon denken dat -hier plichtverzuim van zijne zijde in het spel was. De Nederlandsch . Westfaalsche SpoorwegMaatschappij schrijft een leening nit van 4,000,000. tot den koers'van'92% rente 4V2 pCt. De aandeélen zijn nominaal 1000 gld. Aan vankelijk wordt 3,000,000 uitgegeven. Deze leening zal strekken ter bestrijding der kosten der nog uit te voeren werken voor den spoorweg Zutfen?Gelsenkirchen, (Bismarck) en van de zijlijn Winterswijk?Bocholt over eenkomstig de machtiging, verleend door de algemeene vergadering van aandeelhouders,, gehouden den 4 Maart 1876'. Zij is aflosbaar a pari door jaarlijkschej trekkingen te beginnen met 15 Januari 1882. De rente en aflossing dezer leeniüg zijn ge waarborgd door de huurcontracten,'gesloten met de Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maaten de Bergisch-Markische Spoorweg-Maat schappij. De inschrijving is geopend den .16 en 17 Juni 1879 ten kantore van de ASSOCIATÏB GA.SSA te Amsterdam, de Heeren L. H. DE BAS, te Zutfen en J. G- TEN HOUTEN & Co. te Winterswijk; De inschrijvers zijn bevoegd tot dadelijke volstorting, in welk geval over dévervroegde storting een korting, berekend tegen 4%'s.jaars zal worden vergoed. De; storting moet plaats hebben.50% 15 Juli en 50% 15 Oktober 1879. Óver de soliditeit der Ned. Westfaalsche Spoorweg-Maatschappij geeft de Raad van Administratie der Hoil. IJzereir SpoorwegMaatschappij de volgende verzekering. De Raad kan op grond van ingesteld on derzoek met de meeste zekerheid verkaren ; 1°. dat het bedrag der leening volgens pros pectus ruimschoots voldoende is,om degenoemde spoorwegen geheel te voltooien; 2°. dat, on voorziene voorvallen voorbehouden, die spoor wegen pp . l Mei 1880 gereed zullen kunnen zijn, om in exploitatie te worden genomen: 3°. dat de huur door de Hollandsche IJzeren Spoor we g-Maatschappij en de Bergisch-Mar kische Spoorweg-Maatschappij verschuldigd, als in de toelichting vermeld, de door de Maat schappij aangegane geldelijke verplichtingen verre overtreffen. De Raad van Administratie durft daarom ver klaren, dat de waarborgen, welke aan de deelnemers in deze leening gegeven worden, naar zijne overtuiging niet alleen ruim voldoende, maar bovendien door de huurcontracten aan, geene risico onderhevig zijn. De Raad van Administratie voornoemd, (Gei.) J. MESSQHERT VAN VÖLLENHOVEN, Commissaris- Presiden f, (Gei.} W. VAN LOOtt, De nieuwe russische buitenlandsche leening van 300 millioen roebels is .eenigzins eigenaar dig ,m de omschrijving harer voorwaarden. Volgens de keizerlijke ukase wordt zij uitge geven ten einde aan de openbare schatkist de middelen te bezorgen om de buitengewone uit gaven door den oorlog veroorzaakt, te dekken," maar hoe aij tot dit doel zou dienen is niét geheel duidelijk. In de voorwaarden van inschrijving, als dooi de Russische Bank uitgeschreven, wordt mede-' gedeeld dat de leening zal worden uitgegeven tegen den prijs van 921/* en dat in betaling zullen worden genomen óf banbnoten óf de 4 percents schatkistbiljet-ten die den Isben Mei 11. zijn uitgegeven. Het zou hieruit schij nen dat de bedoeling van de leening niet was, de hulpmiddelen van den staat te vermeerderen, maar alleen xien vorm van de schuld te ver anderen door een gedeelte van de buitensporige uitgifte] van banknoten terug te nemen waar mede de kosten van den oorlog reeds voor een groot gedeelte bestreden zijn geworden. Znlk een operatie zou gemakkelijk te begrijpen'. zijn, en zonder twijfel zou de uitslag een voordeelige wezen. Maar de mededeeling van de Bank verklaart verder dat van den datum waarop de tijdelijke certificaten der leening' worden uitgegeven tot op l Mei 1880, de Rus sische Bank te St. Petersburg en in al hare filialen zal in-pand ontvangen, deze certificaten en de bewijzen .van de leening zelve, tot. een bedrag van 90 percent der gedane betalin gen, een maximum disconto van. 5 percent in rekening brengende." En deze voorziening verandert het geheele aanzien der /leening. Wanneer de Bank verplicht zal wordjen voor schotten te geve;i op de bewijzen der leening, zal zij dat doen ia papieren geld. Dus terwijl

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl