De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 6 juli pagina 4

6 juli 1879 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T S R D A'M'M E B} .WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. 'Stroomingen der [gedacbte in Europa niet merkbaar hadden doen keeren, terwijl hem de \ hoop overbleef, dat hij nog zijn meesterstuk "niet geleverd had, ma'ar. nóg eens iets zou voortbrengen, dat - zijn jeugd nog merkwaar>, diger en opvallender zou maken. Ik kende bem een weinig in zijne jong elings, periode, in den tijd toen .zijne, weelderige bruine lokken niet door eene zichtbare witte .lijn, maar'door een schaduwrijke greppel'gescheiden werden, vanwaar zij 'in ? volle golven rechts en 'links vielen. In deze dagen zag'tijj er des te jonger uit, omdat, hij iets beneden de middel bare 'lengte was; - en hoewel men eindelijk kon bespeuren, dat hij. zich laatsuitdrukking '.eigen eene bestudeerde ge maakte, . eene ; lichte overdrijving van de gebaren, ,de houdingen, de kleine aanwensels, de .fantaisieboordjes van t .iemand, die niettegenstaande zijne bekwaam'heden, nog zoo bijzonder jong was, kon ' men toch onmogelijk zeggen, dat hij zich toen ?" belachelijk aanstelde. Hij onderging alleen een er althans wat leeftijd betrof geen twijfel moest bestaan, was inderdaad niet moeielyker medemenschen. Wanneer een opperhoofd stierf, werden vrouwen en slaven met hem begraven. te verklaren, dan. b. v. de voorname , plaats j Wanneer het huis van eert opperhoofd gebouwd die katoen in,onze fabrieken bekleedt.. Gany-j werd,' liet men .iederen heipaal op een slaaf mead was'in de letterkundige wereld ingeleid rusten. In hoeverre hier het menscheneten met als merkwaardig jong" en deze eerste inïich- godsdienst of bijgeloof; in .verband stond, is ting . omtrent hem "bleef stand houden, vooral 'j mpeielijfc af te meten. De Fiji-eilander had of omdat, hoewel door de feiten bestreden, irie-jheeft. een vast .geloof omtrent den -toestand mand er aan dacht zich er moeite voor te j waarin de persoon van den stervend zalvoortgeven. Het is niet zoo gemakkelijk met al j leven. Hij blijft zooals;.hij stierf.-Zoo werd een onze .belastingen en kosten en behoefte aan |jongman die slecht at, op zijn eigen verzoek spaarzaamheid, een bijvoegelijk naamwoord of ( door zijn vader levend, hegraven, uit vrees dat eene opmerking op, te geven die ons goedkoop'.hij zwak en mager zou-worden. Kleiuzeerig uitkomt, en een kostbaar onderzoek te gaau , naar het schijnt, verzocht hij eerst geworgd te beginnen naar iets meer echts en waars. in de j worden, maar hij werd beknord enmenzeide .plaats er van.Zelfs de groote Homerus was blij ; hem dat hij zich stil moest houden en zich wanneer hij een epitheton had, en paste 't onder (laten begraven zooals een ander en niet lastig alle wisselende omstandigheden toe ;'. en zoo kwam het dat de vlugge schrijver van de zyn; en, zoo werd hij dan ook begraven." . Dat deze eilanden, hunne menschen-, dierenVergelijken déschatting" zich inde letterkun-'. en plantenwereld omstandig en nauwkeurig dige wereld steeds, de jonge Ganymeed" hoorde .beschreven worden, is hoog noodig, want alle noemen; terwijl ieder ongeletterd toeschouwer drie verdwijnen snel. ^Dagelijks sterven er bloevorm van een vrij algemeene zedelijke kwaal; aan een spoorwegstation hem op zijn minst men- en dïerengeslachten uit en maken plaats daar t hy in de opmerkingen van, ander en, ziJQ 40 jaar zou gegeven hebhen. Daarenboven voor de' sterker 'georganiseerde, uit Europa in jagen beeld eenzijdig teruggekaatst zag, begón^ hadden gewichtige oude heeren, de orakels van gevoerde soorten, zooals de Maoris zelf zeg' hij zijn' werkelijk karakter als een dramatischeTde"" clubs en de openbare vergaderingen, dS"~ gen: Gelijk de rat van den blanken man onze : rol, een type te beschouwen, "waarmede hij! oprechte overtuiging* dat hij jong genoeg was rat .heeft doen uitsterven, gelijk de Eurooeelangzamerhand al-zijn doen en laten in even- om tot. zwijgen gebracht te worden, wanneer sghévlieg onze.vlieg verdrijft, gelijk de vreemde redigheïd bracht. Door mijne., reizen^en. an dere omstandigheden, jaren lang afwezig ge bleven, had ik hem uit hét oog verloren, maar zulk eene scheiding tusschen twee .menschen j die elkaar niet gemist hebben, schijnt, in onze "?eeuw van drukte slechts eene aangename'aan leiding dat, wanneer zij-elkaar weder ontmoe, ten op een oud bekend plekje, de thuisgeblevene den ander veel'meer over zicb zelf vertelt - dan Hj aan zijne gewone buren doen kan. 1 Hij was intusschen getrouwd, ea, als om in alles jeugdig te blijven, met eene vrouw die veel ouder was dan hij. Het zou hem waarschijnlijk eene storende inbreuk op den gang.der natuur hij zich veroorloofde om te spreken over dingen klaver onze varen verdringt, zoo zal ook de die zij, reeds .verkeerd ingezien hadden toen Maorizelf verdwijnemvoor den. blanken man." hij nog. in zijn .wieg lag; terwijl daarenboven ' Zoo is er een geheel geslacht van vogels zonzijn krullend baar, in het .midden gescheiden, der vleugels, waarvan nu.nog sïechts ne soort hetwelk'onder Engelsche commissieleden niet over is, en ook ;deze verdwijnt. Evenzoo de zoo dagelijks voorkomt, ook alniet getuigde uilpapegaai,- die eerst met den-invoer van voor de rijpheid van zijn oordeel; dit laatste schapen en lammeren in het eiland ontaard is, zou alleen .een spoedig invallende kaalheid thans veel van vleèsch houdt, dat 'hij vroeger Facderaga, De $rüvoor de Amsterdamsvlie belachelijke geometristen. Eene bijdrage tot de geschiedenis der wiskunde. Jan Courage, De telephoon, Oorspronkelijk .blijspel met zang in een bedrijf. "Zaandijk J. Heynis. Cagliostro's geest. Blijspel met zaag in een bedrijf. 'Zaandijk J. Heynis. .Salvatore Farina, Verhalen en Schetsen, Uit het Italiaansch door Dr. E. Epkema. Amster dam, Y Rogge. Eer liy geboren werd. Novelle uit het Itali aansch, door Mej. C. E. v. D. Amsterdam, Y. Eogge. W. von Hillern-Birch, De jonge monnik,. Uit het Hoogd. door C. J. van Bemmel Suyck. Deventer, A. ter Gunné. H. E. Kleyn, Over het bevorderen van offi cieren. Breda, P. B. Nieuwenhuys. "W. Metz Tz., De strandroovers of leer om leer. Oorspronkelijk blijspel in twee bedrijven, (zonder damesrollen). Zaandijk, J. Heynis. Klassiek letterkundig Pantheon. No. 107 en 108. Gonst. Huygens, Korenbloemen. Nederl. gedichten. Met inleiding en aanteekeningen Van J. van Vloten. (7e en 8e deel). Schiedam, H. A. M. Roelants. H. Pierson, Prostitutie van de wetenschap. Antwoord aan Dr. A. P. Fokker op diens brochure: De prostitutie-kwestie." 's Gravenhage,'W. A. Beschoor. (Firma S. v. Velzen Jr.) hebben kunnen verhelpen. niet kende, en groote ? gaten in den rug van' Het is niet meer dan billijk al deze redenen het wolveébijt. Het land kent slechts weinig te noemen die er toe bijdragen om Ganymeed soorten van .boomeh, maar onder deze reus zijne' illusie te doen behouden, en er is dan achtige: ook boomvarens.en groote bosschen ook geen vrees dat bij haar vooreerst verliezen van kolossale fuchsia's. worden er gevonden. zal. Het is 'waar, hij verneemt geen uitdrukking Bijna alles wat er groeit of leeft, meer dan geschenen hebben- wanneer iemand in zijn na- van verbazing over zijn.jeugd meer, bij zijn twee derde althans wordt nergens anders gebijheid jonger dan hij geweest was, behalve eerste kennismaking met den bewonderenden vonden. Al wat er ingevoerd is echter, dieren, misschien zijn kinderen, die hoe jong ook, zijne ; lezer; maar.' dit uiterlijk bewys is hem thans en planten, tièrter metvoorbeeldelooze tracht gewone jeugdigheid niet in den weg stonden, onaoodig, hij heeft inwendige overtuiging, die en rijkdom. Van zoogdieren 'kende NieuwIndien mijn blik mijn eersten indruk vertolkt hem voldoende is, Zijn manieren, .zijn kleeding, Zeeland vroeger, alleen" den: hond en de rat, had toen ik hem weder zag, zou bij misschien zijne gedachte van den indruk dien bij op thans hebben van bijna'alle soorten die er een zeer onaangenamen schok ontvangen hebben anderea maakt, komen allen, als vroeger, over- ingevoerd zijn, wilde exemplaren zich over het die in't geheel niet nT mijn bedoeling lag. Ik een met dit Ophouden van de rol van jeugdig eiland verspreid. ... ,. : een vrij duidelijke voorstelling van zijriygeme. Wat betreft het-weinige overeensteira*-"^,;' ^ . . vroegere verschijning behouden, en merkte nu mende van zijn omvang en andere kleine.phy--' ,njj^urad-Effendi/ minister-resident aan bet allerlei van die. kleine veranderingen op, diésiekéomstandigheden, hiermede, hij is er zicb hof van Zweden en Noorwegen, heeft een bun-^ - een schilder zeker niet op het portret zou aan- evenmin bewust van dat dit anderen als on- del Balladen und Bilder uitgegeven bij Schultze brengen als bij.zijn model vleien wilde. Zijn evenredig moet treffen, als Armida er over te Oldenburg. De onderwerpen zijn zoowel aan -islankheid was verdwenen, e'n hij bad nu die. denkt dat haar blanketsel de aandacht ves- het Oosten als aan de Noordscbe mythologie 'teenigziiis gebogen stevigheid, die een langen, tigt op hare .rimpels, en ons spottend doet ontleend, Het bosk. is' opgedragen aan den ' man niet slecht zou gestaan, hebben, maar bij : spreken over haar moederlijken leeftijd, dien koning van Zweden. zijn korte gestalte slecht paste. De Engelsche wij anders zouden liefhebben en eerbiedigen. | . tak van het Teutonisch ras brengt niet veel Maar .laten wij rechtvaardig zijn, en tóegedikke jonge lieden voort, en ik heb <zelfs eene ven .dat er even goed' oud-jonge fatten, als Amerikaansche dame hooren zeggen dat bet oud-jonge coquettes zijn. L \, ? Kr\£*T-nf\ nHTl-fal fin rtnrtrlfïtti- f\-rtir£tv* rtïl^lrj-, *vi n in n n-n l n . SV^'-^ --i.""irV'V, \f f~J __.,. _ ' van Wallace: Anstraldsia kleine aantal en gewicht 'onzer dikke mannen -haar teleurstelde," hunne reputatie...in de. Ver. Staten in aanmerking genomen; een vreemde ling had thans dus eer kunnen'opmerken dat j heden? De heer Wallace heeft gebruik gemaakt h.of:.te Kozendaal bij -het graf'van P. A. de Ganymeed buitengewoon log, dan buitengewoon van al wat er tot heden over de volken die hij Génestet, verder bevatten, zij Feest-en Vreugbeschryft vermeld is, en .hét met de nieuwste deklanken,. voor het meerfendee} gelegenheidsreizenebijgewerkt. Hij plaatst, wat verstandelijke dichten; Reisherinneringeh:. Blik op Parijs van vermogens betreft, de Papoes.boven de Maleiers, het. Kerkhof Père la Ghaiëe, Afscheid van T ofschoon deze laatste, door verkeer met hoogere plitz; ~ Uit de Kinderwereld; _Huibert" en rassen, meer uiterlijke beschaving verkregen Klaartje; Eliza's vlucht, enz. Deze uitgaaf die bebben. De Papoes hebben kunstzin en smaak bij 'inteekening hoogstens ? 7.50 zal kosten, in opsiering van hun persoon, hoewel deze wensehen wij vele lezers toe. De poëzie van kunstzin zich nog op eenigzins excentrieke Ter Haar "behoort, onder de Taeste'van den tewijze uit, zij hechten b. v. aan bun neus twee genwoordigen tijd. '* slagtanden van een zwijn met de punten om- - ' hoog. Zij eten velerlei groote insecten. In De oud-hoogleeraar en. dichter B. ter Haar plaats van bedwelmende dranken, winden aij is totkommandeur der orde van de Eikenkroon Van de kompleete gedichten van Bernard ter Haar,. uitgegeven te 's Gravenhage D. A. Thieme, is de 7de en .8ste aflevering versche nen. Zij behelsen o. a. de Abdy te Rijnsburg, Aan mijn kleinzoon.-In de afdeeliug: Tonen van weenjoed en rouw," vindt men: Op het kerk?Ma-ar was voor een. beroemd letterkundige. hoe zou hij dat,zelf ingezien hebben? Dergelijke lang geloofde wanbegrippe-n. kunnen. niet gemakkelijker verbeterd worden dan een lang gebruikte verkeerde uitspraak, waar tegen de vaste wil en- de duidelijke ondervinding.van oog en oor dikwijls machteloos is. Ik bemerkte ,dan ooli spoedig, dat Granymeed's aangekweekt bewustzijn van, zijn verrassende jeugdigheid krachtiger was geweest dan het tellen zijner jaren en het duidelijk getuigenis van. zijn spie ? gel. Hij bekleedde thans eene ambtenaarsbe-trekking, en zag. 'niet' alleen, zooals de meeste ondergeschikte ingelicht is, maar ambtenaren, hoe slecht alles ook welke veranderingen een bekwame amiirïstratieve autoriteit: er in zich op hunne feesten op met iets dat zij mu- benoemd. ziek noemen. Zij hebben niet de minste ken- ?: . ? ~ nis van metalen en de-kustbewoners kunnen . Niet Dr. C. J. Daniels, zooals in ons vorig zelfs geen vuur .maken. Als hun vuren bij on- No. werd meegedeeld, maar Dr. C. E. Daniels, ' ,, zou kuunen aanbrengen;-.en nadat hij mij zijn geluk uitgegaan zijn moeten' zij'van de berg- praktiseerend geneesheer alhier, heeft de prijseigen- poginaen en die van anderen tot het bewoners een kooltje bedelen, koopen of ste- verhandeling over Petrus Camper, die,metgoud ^ verspreiden van ; hervormingsdenkbeeldén in len; deze' verkrijgen het door op de bekende bekroond werd,' geschreven. 'zijn departement had uitgelegd, eindigde hij j wijze twee stukken hout tegen elkaar te wrijven. , door zijn toon te veranderen in een sentimen-.Toch yerdeelen deze kustbewoners het jaar in De Nederlandsche KimstÜode, onder leiding .teele klacht en te zeggen:. "Traaan-maanden en hebben namen gevonden voor van Dr.-Jan ten Brink, beeft met No. 15 een Maar ik ben zoo jong; men kan niet dulden de ster re beelden. Een van.de stammen, de nieuw hoofd" gekregen. Het'melancholische ' dat ik mij vooraan plaats; ik 'kan mij alleen Hema's telt bijna een mïllioen. De Papoes op boerinnetje, dat op'haar toonen.stond en het onbekend doen hooren, en -wanneer op zoo iets \Nieuw^Zeeland hebben eene-gewoonte waarbij zeeuwsche boertje, dat blijkbaar niets van haar - de aandacht valt komt bok spoedig de naam'die der sérails nog niets is. De mooie meisjes wetenwilde, zijn met de heide werkzame engeltjes "? -aan. .'t licht. Men weet dan dat de schrijver -van zes of acht jaar worden, voor den tijd van verdwenen en hebben plaatègemaakt voor een -een jong menscb .is, en de. zaken zijn jiiets eenjaar of vijf opgesloten in kooien van palm- groepje jeugdige artisten in 'paradijskostuum , vooruit geholpen. bladen, op dompers gelijkende, en mogen'daar De'figuurtjes zijn veel bevalliger dan de vorige, Maarge weet,'zeideik, de jeugdishet eenige niet uitkomen, voor dat ze.zullen trouwen.De ofschoon.een weinigje meer losheid aan het gevoorwendsel dat 'van zelf'uit den weg geruimd! kooien staan binnenshuis met-oude vrouwen heer niet zou geschaad hebben. >wordt; we zijn toch ook al zeven jaar mindereer bij om ze-te bewaken. .Eenmaal daags mo- De inhoud biedt aangename lektuur: De jong dan toen we ontmoet hebben, Och?" autwoorde Ganymeed, zoolosmogelijkjterwijl hij tegelijker tijd een onderzoekenden blik op mij wierp, alsof hij even wilde zien elkander de laatste maal gen zé. er.even' uit om gewasschen te worden,, koorbanken van Bolsward door Victor de maar het huis mogen ze niet verlaten. Toch Stuers; Rapporten over het kunstonderwijs schijnt de gezondheid dezer jonge dames er in Engeland'en bet South-Kensington Museum niet onder te lijden. . . te Londen (vervolg); De tentoonstelling van ! De inboorlingen van de Salomons-eilanden Westfa'alsche oudheden te Munster, gaan voorverschil 'zeven jaren maakten op j' zijn dwergachtig en eten menschenvleesch. Toch af aan Binnenlandache Berichten. iemand,'die er waarschijnlijk van;'zijn geboorte ' bouwen ze kano's die wonderwerken" zijn, en < -? , af oudachtig had uitgezien, en reeds als kind; hebhen veel gevoel voor zang en muziek. De Dé7de aflevering van de Aarde en haar 1 zijn gezicht had geleend voor de beteekenïsvolle bewoners van.de nieuwe Hebriden hebben nog VoWen geeft het vervolg van eene beschrijving leer, de verhuizing van oude zielen in jonge meer smaak: voor menschenvleesch dan deze van Canada, een profeet in Israël («aar Karl lichamen. ' ; , muziekliefhebbers. Het is, zooals 'de heer Wal- Emil Franzos) in Amsterdam, benevens een Ik nam afscheid, van hem zonder eenig treurig !lace zegt zonder te merken dat hij zichzelven aantal gravures,-^waaronder de' Nieuwezijdsvoorgevoel dat ooit zijn zinshegoocheling pijn-: tegenspreekt: een onverzadelijke begeerte die Voorburgwal, het Paleis op den Dam en een lijk of plotseling zou worden verstoord. Ikzag-'-raoet voldaan worden." Op .een van de eilanden . gezicht Op den Munttoren, dathijgoedgenoeggeproviandeerdenverschansC+SSeiteum, zijn de inboorlingen door zendelm-; Mgen Haard, aftv 6 bevat o. a. Dooronder' was om het zelfs tegen een tienjarig beleg tegen gen van deze slechte, gewoonte genezen; maar^vinding wijzer, door Johanna (Vervolg). 'Het ^de onverbiddelijke werkelijkheid uit te houden,! de moeite die men voor hen gedaan heeft, is Bad- en Herstellingsoord Bethesda te Laagen in verloop van tijd bemerkte ik dat waar-' slecht. beloond geworden, want nu sterven ze Soeren. (Met afbeelding) Alleen in de wereld, 'lijk thans nog zijn'tegenstand aanzienlijken als muizen. De bevolking is van twaalf-op twee- door J. H. Hooyer. Onze dranken door prof. ^ steun van alle- kanten ontving. :Ieder zijner ? duizend geslonken. Epidemische ziekten, en als D. Huizinga. Hoe'Focke Sjoerts schoolmeester ^'geschriften werd, zoodra ? het uitkwam, nog : overal; 'de plotselinge overgang van barbaarsch- werd, door W:. P. Wolters. De opening van steeds als bet werk van een gongmensch ge- J heid tot beschaving zijn .de oorzaken.- De heer den! -spoorweg Arnhem-Nijmegen, door B. ter 'recenseerd. De eene beoordeelaar, die degelijk-; Wallace klaagt er over dat er zeker iets ver-. Haar Bzn. (met afbeelding). Iets over de garheid bij hem miste, spralt verschoonend van! keerds moet zijn in eene. methode van bescha- nalenvisscherij in Zeeland, door A. Walrasen. zijn"jeugd. Een ander, verblind door zijn ving 'die onveranderlijk deze uitwerking beeft. "Zomërnacht door-J. H. Hooyer. Oudheden Bchitterendenstijl,beschouwdezijnjéugdalsaoo- Zoueene tijdelijke dispensatie tot't eten van wat' van Java door P. J* Veth. Voorts de gravures: '"""wonderbaar, dat allé'andere schrijvers in ver- ? de bewoners der Fiji-eilanden, het lange vargelijking afgeleefd schenen, en hun stijl als de ken" noemen, hunnen ondergang kunnen tegen, mode eener verouderde school. Bekwame houden?, Moeielijk: zou een der zendelingen -van' Kinderportret door Dirk van Santvoort; een herinnering aan 'het gouden feest der Maat schappij tot bevordering der Toonkunst. Bovenpennen" (als deze gewone beeldspraak gebruikt zijn Genootschap v machtiging, verkrijgen tot j dien wórdt reeds, bij 'deze maand-aflevpring 'mlig worden) bielden; aieh ? als schudden zij- deze concessie. ^Op'de Fiji-eilanden zelve scnijn't verzonden de -plaat, voorstellende Z. 'K. H. goedmoedig vergevend het hoofd,' terwijl'zébet overgangstijdperk gelukkig doorstaan te de Prins van Oranje op het döodböd, welke eerst ^ te kennen gayen dat Ganymeeds sterke uit- zijn, althans ze zijn tegenwoordig in bloeien- ia de Aagustus-afl.ever.ing aal verschijnen. drukkingen in zulk een bijzonder jeugdig mensch den toestand en waren vroeger onverbeterlijke t ; met'?zoo hard moeten gevonden worden. Zulk kannibalen; bij gastmalen kwamen er twintig Nieuwe uitgaven. ,;';een overeenkomst in verscheidenheid, die een man tegelijk op schotel.Niet alleen voor spijs j Moaye Blommen, fenus Frysce^letterkroane. '. =vér nageslacht zeker zou overtuigd hebben,da,t was men zoo kwistig met .het vleèsch der , Ie afl. Lemmer, L, D. Landmeter. S >J > ' ? ' \ - E5. _ \ ^ l ' l ^ l - -. \ " De Suinatra-expeditie. . ' L ' l De eerste Nederlandsche Sumatra-expeditie, in den aanvang van 1877 begonnen, is in Ja nuari 1879 geëindigd; de tijd is genaderd om de verkregen resultaten te verzamelen, te rang schikken eu te verwerken. Het Comité, dat zich met de uitvoering dezer nationale onder neming had belast, deelde dat gevoelen, en droeg daarom aan de ledea der Sumatraexpeditie de samenstelling van een uitgebreid werk op, waarin de verkregen uitkomsten in haar: geheel zullen worden opgenomen en door talrijke kaarten, teekeningen, photographiën enz. verduidelijkt. De uitvoering evenwel van dit plan, dat op grootsche wijze, der expeditie zelve waardig, wordt opgevat, zal nog geruimen tijd kosten. Het kwam ons daarom niet ongepast voor in het kort in een vorm, voor dit blad geschikt, de geschiedenis der expeditie na te gaan, om ten slotte, voor zoo -veel thans reeds mogelijk is," de resultaten te vermelden en aan een beschouwing te onderwerpen. De statuten van het Aardrijkskundig Genoot schap, dat, n 1873 opgericht, zich op het oogenbliJk in een bloeienden toestand eübuiten gewone belangstelling mag verheugen, vermel den onder het doel .van het Genootschap" o. a. de ondersteuning" van geografische expeditiën en van reizigers, bij voorkeur Nederlandsche," geen wonder derhalve, dat toen, de Gepens. Schout-bij-Nacht Jhr. de Casembroot de aan dacht van het bestuur op de vele rijke bron nen 'van het binnenland van Sumatravestigde, en eeu voorstel deed om door heti-nitatief van het Aardr. Genootsch. de ontginning dier rijkdommen te bevorderen, dat denkbeeld ernstig in overweging genomen en op eene wijze uitgevoerd werd, welke voorzeker de verwachtingen van den heer de G. verre over trof. Hulde evenwel aan hem, die het-denk beeld opvatte eu uitte! In' de algem. vergadering van het Aardr, Genootschap., van 20 Juni 1874, trad kolonel "W. F. Versteeg met eene, redevoering op,, ge titeld : Het zenden eener wetenschappelijke expeditie naar Sumatra," waarin hij er op wees hoe weinig ons van Sumatra, nadat Java zeker belangrijkste eiland onzer overzeesche bezittingen," nog bekend was. Hij ging na wat wij op dat tijdstip ;van Sumatra wisten, wees aan, welk terrein hem voor een .wetenscbappelijken onderzoekingetocht bet geechikste. voorkwam, en zette uiteen, welk doel die on derneming in hoofdzaak zou moeten beoogen. Zoo iemand, dan was voorzeker Versteeg bevoegd tot de verklaring, dat bijna alles, wat de .kaarten van de binnenlanden van Sumatra opgaven, grootendeels nog louter: figuratief' was. Ten .slotte beval bij de te volgen route aan: de discussiën ? liepen voornamelijk over dat punt, waarbij onze onvergetelijke Prins Hendrik, als beschermheer van het Aardr. Genbotsch., een woord van vurige belangstel ling voegde, eene belangstelling, welke hij ook later zoo treffend metterdaad toonde. De conclusie van een en ander was; dat het be-r sluit werd genomen om van wege het Aardr. Genootsch. een expeditie naar de binnenlanden van Sumatra te ondernemen, en wel bepaal delijk naar de Korintzivallei en omliggende streken, d. i. het gebied ten O. van de Padangsche Bovenlanden en ten N. van B ngkoelen en wel op ongeveer 2 graden Z.B. eu 101 graden 40 minuten O.L. v. Greenwich. Het bestuur zou verder de noodige stappen. tot -voorbereiding doen. Men zond een adres aan den minister van koloniën, terwijl buitendien de belangen der onderneming persoonlijk door den voorzitter van het Aardr. Genootsch., prof.. P. J. Veth., bij ZExc. werden aanbevolen. Ook de steun van den nieuwbenoemden gouverneur-generaal van Landsberge werd gevraagd en verkregen. Verder beijverde zicb het bestuur om alle mogelijke inlichtingen te verkrijgen, terwijl toezegging van hulp van vele wetenschappe lijke personen en instellingen erlangd werd, zoodat op de algem'. vergadering van het Aardr. Genootsch.. van 4'December 1875 de heer Versteeg in zijne, rede: De wetenschap pelijke espeditie naar Midden-Sumatra," op : vele gunstige voorteekenen kon wijzen. In die belangrijke redevoering, waarbij spreker eene voor dat tijdstip uitstekende kaart, op^flinke .schaal uitgevoerd, gevoegd had, was alles in het kort samengevat, wat men tot voorberei' ding verricht .had en van het; te onderzoeken gebied als bekend en onbekend kon en moest 'aannemen. De voornaamste punten van onder zoek werden aangegeven; ook werd een defini tief plan .voorgesteld, "waarbij voornamelijk het volgende op den voorgrond t werd gesteld. Een zuiver- aardrijkskundig onderzoek, in het be lang der wetenschap, maar tevens' met het. oog op den afvoer der tallooze. producten, uit de binnenlanden, bepaaldelijk van de steen kolen" der Ombüien-kolenvelden (waarover later . meer), gelegen in de Padangsche.Bovenlanden, in de nabijheid van het meir van Singkarak, en eindelijk in verband met de mogelijkheid . eener rechtstreeksche verbinding tusschen de West- en Oostkust van Sumatra. Zoo was de onderneming ingeleid en kon men ernstig aan de uitvoering.gaan denken. . Van alle zijden verschafte men zich inlichtinr... gen, werd hulp toegezegd en verleend, terwijl ook de natie hare belangstelling door geldelijken steun toonde. Ofschoon ook de regeering door talrijke ' kaarten, rapporten en adviezen hare medewerking niet onthield en men alom sympathie mocht verwerven, begreep toch het comité, dat uit het Bestuur van het Aardr. Genootschap gekozen gevormd werd door prof. Veth, kolonel Versteeg, dr. Hubrecht, prof. Kan, en dr. van Otterloo, niet te haastig te mogen handelen, door thans d? beslissende maatregelen, b. v. het .aanstellen van het per- . soneel, in de eerste plaats van den chef, het opstellen der instructie enz., moesten getroffen worden. De -luitenant ter zee, 2de klasse, J. Schouw Santvoort -werd uit een 6tal candidaten, die. zich hadden aangeboden, tot chef der Sumatraexpeditie, en in overleg met hem, de heer D. D. Veth, zoon van prof- Veth, tot topograaf, mineraloog en photograaf benoemd. De regeering beloofde nu verdere.ondersteu ning, hoewel geen officiëele, daar de onderne.r ,ming steeds een particulier en wetenschappe lijk, en nimmer een politiek karakter moest aannemen. Dit hoofdbeginsel werd voortdurend in acht genomen met het oog op de gezïndr heid van de bevolking der te onderzoeken streken, en de ontvangst, welke der expeditie bij haar zou ten deel vallen. Bij een billijk* beoordeeling der resultaten mag. dit punt mm- . mer.uit het oog verloren worden. Intusschen. ging men voort met het inzamelen der gelden, terwijl de heer Versteeg in Eigen Haard' en prof. Kan in een rede, te Utrecht,. 'gehouden en. getiteld De Nederlandsche expe ditie naar de Boven-Djambi en Korintgi-vallei," het doel nader uiteenzetten en belangstellenden daarvan in populairen vorm op de hoogte brachten. Ook in het buitenland vond het plan veel 'toejuiching, niet bet minst van de zijde van Petermann. Eeeds thans echter ontbrak het niet aan kritiek, al werd zij ook zeer humaan geuit. In de Economist van November 1876 n. 1. ver scheen een beschouwing over de voorbereidende maatregelen van de hand van Mr. J. K. W. Quarles van'Uiford. Veel wat behartiging ver diende werd in het artikel aangetroffen, en het comitéheeft voorzeker de wenken van den schrijver niet onopgemerkt gelaten. O. a.'had deze gewezen op de benoeming van Schouw Santvoort, en zijn bevreemding daarover te kennen gegeven: hij vreesde toch, dat deze jeugdige officier, van wien men niets wist en vroeger nimmer gehoord had, niet aan de ge stelde eischen zou voldoen, en achtte.de keuze | wat gewaagd. Spoedig maakte de veelbelovende chef, wiens groote verdiensten later nog glansrijker aan het licht kwamen, elk wantrouwen te schande door de uitgave van'zijn Plan van ^ een ondêrzoekings-tocht in Midden-Sumatra." j .Dit zaakrijke geschrift, voorzien van eene 'kleine doch. nauwkeurige en op dat tijdstip [volledige kaart, verspreidde veel licht over | den te ondernemen tocht, en verdient zeer ^ de aandacht .? het werd een onmisbare handlei ding bij het opstellen der instructie. , 1 Gaan. wij thans in gedachten terug tot de gedenkwaardige vergadering van het Aardr. Genootsch. van 6 Januari 1877. Wederom. zien wij kolonel Versteeg optreden, en wel als verslaggever.-der Handelingen van. het Comitétot voorbereiding en uitrusting, der 1 wetenschappelijke expeditie naar Midden-Su matra." Wij vernemen, dat de inschrijvingen 'reeds een belangrijke som bedragen, dat de regeering een stoornbarkas, 'v.oor het rivier' onderzoek vereischt, had afgestaan en geheel. ingericht, en dat het personeel der expeditie 1 aldus was samengesteld: de ir. Schouw Sant! voort, chef; D. D. Veth, mineraloog, topógraaf jen photograaf; Job. F. Snelleman, zoöloog;.de controleur van Hasselt, . ethnograaf en leider 'van hetagricultuur-onderzoek; F.A.Hermans, ; machinist; J. H. Makkink, stuurman, .voor de barkas. De expeditie werd, ook op aandrang van Schouw Santvoort, in 2 gedeelten gesplitst: de personen, bestemd voor het rivieronderzoek, onder den chef; de overigen, voor het onder zoek der binnenlanden, voornamelijk dat der zuidelijke Padangsche Bovenlanden, onder van Hasselt. De. inmiddels opgetreden Min. van Koloniën ! Alting Mees, volgde het :voorbeeld zijns voor gangers, Baron van Groltstein .(thans lid van het bestuur van het A. G.), en toonde allezing de onderneming te. willen , voorthelpen. De Staten-G-eneraal hadden op .voorstel der regee ring een subsidie van f 20.000 toegestaan, ter-. wijl ook de Indische regeeriug.meer en .meer. ! blijken van belangstelling -gaf. j Prins Hendrik bleef .niet. achter enidro.eg voor een groot deel bij tot de goede uitrusting; der esp editie-led en. . . De definitieve instructie werd nu-ook opge steld ; wij ontleenen daaruit - het volgende, (Algemeen doel der expeditie: meerdere en ? nauwkeuriger kennis van dat gedeelte -van Midden-Sumatra,. hetwelk- door de^Djambi^ rivier in haren ;,geheele omvang wordt be-r ! sproeid, en zulks wel van af de bronnen, gelegen op de bergreeksi die de hooggelegen binnen landen van de Westkust afscheidt, tot aan de mondingen van. deze rivier. De eigelijke vallei van Korintji werd, op uitdrukkelijk verlangen der Indische regeering, welke wensch waarschijnlijk op politieke gron den steunde5 uitgesloten, hetgeen weder kritiek uitlokte, o. a. van de zijde van Mr. Quarles

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl