Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD Y O O R H E D E R L A H D.
dien werd reeds een vijandelgke geest tegen de
internationale kommissie gewekt, die of zij wil
?of .'niet, de Porte.de hand hoven hst hoofd
moet houden, wat zij dan ook deed, door bij
den post- en .telegraafdienst tnrksche ambte
naren aan" te stellen.
Urne eent ontwerp ingediend tot opheffing
het konkordaat met Home. ' '
Be italiaansche Kamer -en Senaat zijn naar
huis gegaan, de laatste deed eerst nog, behalve
de begrooting, het ontwerp op de
gemaal_ belasting af, doch was tot verdere
werkzaam.. En de halve maan zelf is meer bewolkt dan j heid niet te bewegen. Het verschijnen van .een
ooit. De schatkist is ledig en het wanbestuur republikeinschepropoganda,heefteenigenschi'ik
duurt voort. Kheredine pacha heeft in 'den teweeg gebracht en tot het doen van
arrestaStrijd moeten bukken. De sultan staat onder tien aanleiding gegeven. ^ _
den invloed van zijn boos gesternte en schrikte Koning Alfonso die volgens zijn
raadslieterug voor een 'grootvizier, die een eigen mi- den hertrouwen moet heet met de
Aartsnisterie begeerde. Aarifi werd in zijn plaats ? hertogin Maria Ohristina van Oostenrijk
verbenoemd en aan geen hervorming wordt ver- ? loofd te zijn. Een krankzinnige vrouw heeft
Om eerlijk te zijn moeten wij echter erkennen
.at er een fout. in deee redeneering schuilt.
)e stemmen der Vereeniging: Bevordering en
?erdedigïag der bürgerbelangen" beteekeuen
rolgens den Heer Waller niets. Q steun van
lie zijde, kan toch volgens uwe zienswijze en
ook volgens de mijne niet in aanmerking
omen."
Wij -willen gaarne aannemen dat de. Heer
Waller. indien hij verkozen tot gemeenteraadslid,
Begreep dit mede te danken te hebben aan den
der gedacht, trouwens niemand gelooft aan j hem met een steen gegooid. De prins werd
de mogelijkheid van een redding van het turk- j niet gewond.
sche Rijk.
Omtrent de egyptische zaken, die thans
ge,heel onder de leiding van Frankrijk en Enge
land staan, heeft Waddington, de minister van
tuitenlandsche zaken te Parijs, de laatste
me^edeelingen verstrekt. Hieruit bleek, dat de
Porte op de voornaamste punten heeft toege
geven. Wel is de vorm. voor den Sultan gered,
maar in hoofdzaak moest hij den wil van
Frankrijk en Engeland volgen. Yoor den nieu
wen khedive zullen de oude firmans niet meer
bestaan, maar de gewichtigste bepalingen die
daarin voorkomen, zuilen in dennieuwen firman
worden overgenomen. '
Zoo zal het ook ten opzichte van Grieken
land gaan. Frankrijk heeft eenmaal het initia
tief genomen, om aan te dringen op de
ten.uitvoerlegging van het traktaat van Berlijn m
du opzicht, en zijn eer gedoogt, niet dit punt
weder te laten varen. Waddington heeft m de
Kamer de verzekering afgelegd, dat het door
In het distrikt Leiden werd tot lid van de
Tweede Kamer gekozen Mr. P. J. Elout van
Soeterwoude.
De dagbladen bevatten:
JV. Eott. Courant: Naar aanleiding van een
brief in de Arnhemsehe Courant overwegende
bezwaren (Schoolspaarbanken) door A. Kerdijk
Arnh. Courant: Brief uit 'sHage over de
Krisis
Het Vaderland: De Krisis.
Nieuws v. d. Dag: Waarheid en, Droomea
(het geschrift van J. Scherp.enzeel.)
?UtrecMscli Dagblad: De Kanalen-wet en d
Krisis.
De Arnst. Courant: EenenieuweKombinatie
De Standaard: De naderende val van h
Liberalisme,
De Tijd: De Krisis en de Meerderheid.
A. M. Chumaceiro Az. schreef: Is Curago;
te koop.
te stade. Hij was inderdaad Burgemeester, ets
meer dan voorzitter. Dit pleit te meer voor zijn
persoonlijkheid, wanneer men weet dat alle
welsprekendheid vette van hem was. Hij sprak
niet sierlijk, hakte veeleer er dikwijls ruw op
van uitvoering. Immers van zeer bevoegde
zijde wordt ons medegedeeld, dat de maat
schappij, welks de badplaats wil maken, geea '
of zoo goed als geen terrein aan de zee heeft;
steun van katholieken, anti-revolutionairen of had meermalen iets kluchtigs; van zijne breede
hetgeen voor een badplaats toch zeker wel
ia, onparlementair was hij bij herhaling in de Jnoodig is. Er is over-aangrenzenden düingrond,
hoogste mate, -?maar hij was iets, en dat noodig voor de levensvatbaarheid van het plan,
zegt reeds veel. 'een proces
aanhangig."Was de heer de Yriea nnmoristisch bij zijn] Yóór de definitieve uitwijzing van dat proces
bestrijding van het Dag. Bestuur, vooral van heeft dus een badplaats te Umuiden wel iets
den wethouder van Financiën, de heer den Tex' van een kasteel in de lucht.
.eden der nieuwe vereeniging, voor zijn "benoe
ming bedanken zou, zeggende: als ik.buiten
lippen sprongen berstend en stootend zware
zinnen, die den lachlust wekten en soms als
rekening laat den steun van een zijde, die niet molensteenen op de hoofden zijner
tegenstanaanmerking mag komen, behaalde ik de
meerderheid niet ??maar dan zou hij toch
zich zelf noodeloos kwellen, en zoo niet zichzelf,
althans zijn kiezers ongelukkig maken.
Beteekenen katholieken, anti-revohitionairen
en de vereenigingsmannen als kiezers niets, wan
neer zij een vurig liberaal boven een geloofs
genoot stellen, -l?waarom zou men hen dan
wel in het geheel medetellen? De Heer
Hsineken werd door de Vereeniging" gesteld,
ders neerploften. Bekend onder de
Baaclsleden en Kaads-bezoekers, is zijn stereotyp
begin: maar, wijn-e heeren, dan moet iklocji
op een feit wygen..." een uitdrukking, die vol
strekt niet bewees dat er werkelijk een feit
was, waarop gewezen kon worden, maar wel
dat des voorzitters fantaiaie steeds rijk genoeg
was om het een of ander te vinden, dat voor
het oogenblik als feit" dienst kon doen.
Nu treedt met meer. klem weer de vraag op
verscheidene Mogendheden in zijn streven on- j Mr. Hoomaer van Alkmaer: Een en ande
derstennd verd. Engeland mag heimelijk of over art. 73, alinea I der Grondwet en d
in het openbaar Turkije steunen, zijn tegen-. Krisis enz.
stand zal niet veel baten. !,-__ ' ..
Oostenrijk stelt zich voor 200 spoedig mo-;
gelijk zijn troepen naar Sovi-Bazar te zenden, j
Een kommissie bestaande uit -oostennjksche ; ^^__^^_
en turksche militairen zal naar de_ rivier de .
Lim. vertrekken, ten einde de noodige opne- j)e uitslag van de herstemming voor den
gemingen te doen met het opg op het verder ^ meenteraad was gelijk men mocht verwachten.
oprukken der oostenrijksch-hongaarsehe troe- j Tegenover den Heer Bredius werd de Heer
pen naar dat gewest. Men verwacht te ^Wee-j yan hierop, tegenover den Heer GUinderman
aen een gunstig rapport,
gemoet ziet, zal het ook
. worden opgesteld.
ofschoon hij zich "nooit tegen of voor de op- den voorgrond, wie den Tex vervangen zal.
richting van een abattoir had uitgelaten en Men spreekt van den heer Luden en den heer
als nu niet alleen liberalen, maar ook. andere ^ van Tienhoven. Waarschijnlijk anllen spoedig
richtingen hem ondanks de bestrijding van nog andere namen genoemd worden, De keer
Grondwet, totkandidaat kozen, zou men kunnen Luden schijnt inderdaad een ernstig kandidaat
beweren, dat juist deze stemmen als een on- te zijn. Sedert hij als aanvoerder van den
eerepartijdïg getuigenis, het meest gewicht in de'wacht een week lang Z.M. hier ter stede
bege.schaal wierpen. leid heeft, moet hij ook ten paleize een gewild
Doch als de Heer Waller, uit liefde voor de persoon zijn. Hoe de kansen van den heer van j
waarheid of uit fpijt over een mislukte bestrij- Tienhoven zouden staan, als hij mededong, weten
ding, weer op deze wijs aan het rekenen tijgt, wij niet. De resultaten van zijn financieel be
stellen wij hem voor een weinig rationeeler te' heer zijn juist niet van dien aard, dat de ver
werk te gaan. lo zouden wij hem aanraden wachting die men van zijn optreden koesterde,
aan het oordeel der kiezers dat van zijn opinie vervuld zijn geworden. Ware hij bestemd den
afwijkt althans eenig gewicht te hechten; de zetel van.,den Tex in te nemen, dan zou hij in
gemeenteraadsverkiezing behoort niet louter | menig opzicht liet tegenbeèld van den laatste
een kwestie van politieke richting te zijn.'. blijken te zijn.
D.eze waarheid is dunkt ons eenvoudig genoeg, j Deu Tex is naar het uiterlijk Amsterdams
En ten -'andere, als hij de stemmen aftrekt die' welvaren", en in onzen wethouder van
Fihem niet behagen, behoort hij dat niet alleen : nanciën spiegelt zich veeleer de schraalheid
van het getal der door den kandidaat verkre-! van de schatkist der hoofdstad, die hij
en als men dat. te,(je Heer Bergsma gekozen, terwijl Dr. Heijnsius
niet minder dan 2751 van de 2949 geldige
wel in dien geest
. Kumeniëbehandelt opnieuw de Joden-kwestie.
AH. 44 van het traktaat van Berlijn moet op
de een of andere wijs toegepast woeden. De
regeering is voor. een individueele naturalisatie,
zonder bepaalde kategoriën
den voorrang te
geven
vraag of de
dat
maar
De natie wengeht dit ook. Eet is alleen
Mogendheden met zulk een
Jober7Tpvatting van hun voorschriften vrede
zullen hebben.
Engeland komt weer te kort. Eerst werd de
'indische begrooting met slechts een geringe
meerderheid van 12 stemmen aangenomen en
nn moet het Huis nog de uitgaven voor den
Zulu-oorlog goedkeuren. Een buitengewoon
-krediet van 36 mülioen gulden wordt daarvoor
aangevraagd, dit heeft tengevolge dat het saldo
der begrooting verandert in een tekort van
bijna H milboen. De Engelschen, zoo gevoelig
voor hun beurs, liebben echter n troost, met
de Zulu-oorlog niet meer zal vorderen,
dat de Znid-afrikaansche koloniën de
uitgaven-zullen terugbetalen en er dus slechts
een tijdelijke dekking noodig is. De begroo
ting voor Indiëondervond zooveel tegenstand,
omdat de oorlog met Afghanistan gevoerd,
grootendeels op de kolonie verhaald wordt,
die toen reeds onchr geldelijke bezwaren ge
bukt gaat. .Dat de-amc Afrikanen nu de dure
.zegepraal, op de Kaffer, "behaald, zullen moe
ten betalen, zal een niet :..inder scherpe kri
tiek uitlokken. ~ ,
.De kommissie van de fransche Senaat, die
Ferry's onderwijs wijswetten onderzocht, heeft
die voordrachten verworpen. De kamer nam
verschülende hoofdstukken der begrooting aan,
doch hechtte haar goedkeuring niet aan een
amendement om een bijzondere post vast te
stellen voor de bezoldiging der bisschoppen.
Dientengevolge" is het krediet voor de bezol
diging der kapeïlaans, naar het voorstel der
kommissie, met 200,000 fr. verhoogd en de jaar
wedde der bisschoppen verminderd tot het be
drag, dat bij het konkordaat is bepaald..
Ondertusschen is door een lid derrepublikeinsehe
gen stemmen te doen, maar van het
hoofdgetal en dan aal hem duidelijk worden, dat de
Heer Heineken, ook na deze -kunstbewerking
van het stemmental, wel -degelijk devereischte
meerheid verkreeg.
stemmen verkreeg. Buitengewoon streelend moet
deze aitslag voor den dteer Heijnsius aijn. Eerst
vergeten door Burgerplicht, blijkt hij nu de man
te zijn, van wien men zonder overdrijving
zeggen kan: dat ieder hem begeert, van de
29 kiezers roepen 27 hem tot hun
vertegendiger nitl
En toch.... het spijt ons het te moeten
bekennen, maar, is de berekening juist die de
Heer M- J. Waller ten beste .|heeft gegeven
in een ingezonden stuk van het Handelsblad,
dan mag men zonder omweg>en| verklaren; dat
de Heer Heijnsius, ondanks de 2751 stemmen
die op hem werden uitgebracht, uit een libe
raal oogpunt beschouwd, eigentlijk niet ge
kozen is.
De Heer Waller schreef:
Wanneer men van Het aantal stemmen,
dat de heeren Heineken en Regtdoorzee
verkregen, aftrekt de stemmen uitgebracht
door de anti-abattoirmannenj'dan verkreeg
de Keer Heineken niet eens de'vereischte
?meerderheid, slechts ongeveer 1450 stemmen
en de heer Regtdo'orzee- ongeveer het aan
tal van de vijf bovenvermelde heeren. De
heeren Heineken en Kegtdoorzee warende
eenige aftr. leden, die werden aanbevolen
door de anti-abattoirraannen. De steun van
die zijde kan toch volgens uwe aienswijze,
en ook volgens mijne, niet in aanmerking
komen.
De _b ij z o n d e r e goedkeuring van de
kiezers is dus, wat betreft de heeren
Metelerkamp en Bechtdoorzee, niette vinden,
terwijl de heer Heïneken seer stellig eene
afkeuring ontving."
Past men deze redeneermg op de verkiezing
van den Heer Heijnsius toe, dan luidt zdj:
Dr. Heijnsius verkreeg van de 2949 slechts
2751 stemmen. Daarvan ^kan men aftrekken
eerst 1357 het getal dat de Heer Glinderman
verwierf; zoodat hij eigenlijk uit een liberaal
oogpunt beschouwd slechts 1394 stemmen
veikreeg, of bijna honderd minder dan de
volstrekte meerderheid.
vruchteloos tracht te doen gedijen, af.
Den Tex maakt in zijn onsamenhangende
redeneeringen allerlei kromme sprongen, hij van
Tienhoven gaat alles geleidelijk, hij begint niet
ab ovo, maar houdt eerst nog eenige beschou
wingen over den toestand vóór het ei gelegd
was, giet vervolgens een breeden woordenstroom
uit en komt altijd waar hij wezen wil, maar
Het spijt ons deze voor den Heer Waller
weinig troostvolle opmerking te moeten maken.
Grondwet telt onder hare leden eenige per
sonen van naam,aan wier bekwaamheid niemand ^oo dat ge u er volstrekt geen rekenschap van
twgfelt. Het is de vraag of deze
achtenswaardige leden' er wél aan doen, het bestuurslid,
er
den Heer Waller, als hun advokaat te
laten optreden. Hetgeen door hem. zoo onbe
suisd " omtrent de kandidatuur van den Heer
Heineken op een vroegere vergadering in het
midden werd gebracht, kan evenmin
alsdebovenstaande proeve van rekenkunst kei' prestige
van deze Kiesvereeniging verhoogen.
kunt geven, hoe gij met hem er gekomen zijt. , T . .
Gij kunt hem een jaar lang hooren spreken ? eiPf '^ eru£f
zonder u zelf op n glimlach te betrappan, bleej£e
terwijl gij bij den Tex telkens schatert. Van
Tienhoven is niet grof, niet ruw, niet pikant,
niet grappig, niet onordelijk, gelijk den Tex,
maar "bezit een Boort van welsprekendheid die
aan het eentonige grenst; de weg zijner
eloquISArronge... wie kent dien naam niet, wie
heeft zijn Dokimt KLAUS niet gezien of er niet
van gehoord.
Dit prettige blijspel, dat bijna iedereen aan
't lachen heeft gebracht kon slechts geschreven
worden door iemand, die het tooneel door en
door kent, door iemand, die als het ware op
de planken" geboren is: en dat is l'Arronge.
L'Arrongo is de zoon "van den beroemden
komiek en tooneeldirecteur van dien naam. Hif
werd den Ssten Maart 1838 te Hamburg gebo
ren. Te Berlijn en te Aken bezocht hij het
gymnasium. In laatstgenoemde stad wijdde hij
zich onder leiding van Richard Gevée aan de
muziek. Om zich in deze kunst verder te be
kwamen, ging hij naar Leipzig.
Weet ge wel 200 schreef l'Arronge aan
Dr. Forster, den directeur van den stadsschouw
burg te Leipzig, bij gelegenheid van de 50ste
opvoering van DOKTER Kr,AT7S weet ge
wel, dat ik aan het konservatoire te Leipzig
drie jaar lang onder Rietz en Moscheles
muziek gestudeerd . heb en ia die stad mijn
tooneelloopbaan afs kapelmeester een.
aapvang nam. Heb ik de muziek, of heeft de
muziek mij slecht behandeld?.... ik weet slechts
dat op een goejen dag Euterpemij in de armen
van Thalia wierp, en mot die.schoone heb ik
sedert een gelukkig huwelijk gesloten. Wij
hebben ons zoo goed als niet over onze kin
deren te beklagen, integendeel heel veel aar
dige jongens en meisjes noemen wij met trots
de onzen. Van geen onzer kinderen echter
beleven wij zooveel. pleizier als van DOKTER
KLATIS en dat over mijn Benjamin juist uit
.Leipzig zooveel goeds gezegd wordt-is mij
dubbel aangenaam. Ik denk altijd gaarne aan
Ik 2Ïe mij er zelfs nog met
en lange haren rondloopeü,
verliefd tot over de ooren, dweepend. met
muziek."
Nadat l'Arronge zijn muzikale studiën had
voltooid, was hij achtereenvolgens als kapel
meester bij de opera te Danzig, Koningsbergen,
CUCCJJ. JJ.ÜV JjfJJIAMJ-Ui "J tiit-LlÖtM '-1*-' ttit; fl J-lf i fJ-UULl? ff 1 1fT,. l' l TT l .
,. . n, 7 j .. T.T, i -, -1! ]Keulen en Wurzburgwerkzaam. Vandaar ging
entie 13 effen en glad, zij glijdt zonder schok-1, TlJ 11,1 ^ , -,..
J t ff i_r f ?- l*,-. T-lQOI* MAC.*- QTÏTtTÉnH l Q f 01» Irni*, J71 *Vi fi rrit-stm* KM
Omtrent onzen aftredenden burgemeester
en de te vervullen vakature leest men njle
Zulfensche Courant o. a, het volgende:
Maar helaas! de poëzie en een raadszitting
liggen gewoonlijk verder van elkaar dan het.,. , . -, , ,
Oosten en 'het Westen, althans hier in de ^ch ?emend gelaat, _ waarover de Donkere
ken en stooten. . . maar zij glijdt langs en
.over de zaken, zonder ze zoo vast te nouden
of aan te grijpen, dat ge zelf bemerkt wat zij
wil of bedoelt. Daar is m zijn stijl iets
weifelends, het woordeke schijnt" ligt hem op de
lippen bestorven, en ook hier is de stijl de
man. Zijn zacht en bleek, naar 't
mechanchohoofdstad. En vvij vreezen dat zelfs dat
weinigje wat SOÏQS aan poëzie herinnert, uit onze
Raadszaal weldra geheel wijken zal. De heer
de Yries toch, die op humoristische wijs dik
wijls een ernstigen strijd tegen het Dag. Best.
voerde, heeft zich niet weer beschikbaar ge
steld, en thans is het zeker dat ook de Bur
gemeester, de heer den Tex, voor goed heen
gaat. Dit is voor Amsterdam te betreuren,
meer wellicht dan men vermoedt. We zouden
niet mogen zeggen, dat de heer den Tex po
pulair is; het tegendeel is veeleer waar. Hij is
onder - de lagere volksklasse, ook bij de bur
gerij, weinig bemind. De oorzaak hiervan is
niet ver te zoeken. Hij heeft niet naar popu
lariteit gestreefd. Hij is, mede ten gevolge
van zijn groot vermogen, in de hoogste mate
onafhankelijk, en heeft, zonder het daarom
zoo kwaad te meenen, een brusque onvrien
delijke , wijze van spreken. De groote forsche
gestalte en de flinke oogopslag verraden meer
zelfvertrouwen en geloof in eigen kracht, dan
velen aangenaam kan zijn, doch in onzen
Raad kwam zijn onafhankelijke geest hem zeer
lievigheid, die allerminst aan geestkracht doet
denken. Terwijl den Tex door 't leven wan
delt op vervaarlijk krakende stevels met klet
terende sporen, en ge hem overal hoort aan
komen door 't dreunen van zijn stap, loopt de
heer van Tienhoven veeleer op kousen, maar
brengt het daarom niet minder ver.
Het is te begrijpen dat men in dezen tijd een
energiek man gaarne aan het hoofd der ge
meente zou zien. De ontevredenheid die zich
bij deze stemming heeft geuit, is een begin
van oppositie, die wanneer zij niet door een
wijs bestuur wordt opgeheven, spoedig in kracht
zou kunnen groeien, wat slechts nadeeligvoor
de belangen der stad kan zijn."
In de laatste dagen wordt van verschillende
kanten melding gemaakt van grootsche plan
nen, om Umuiden tot eene badplaats van den
eersten rang te verheffen. Hoe schoon die plan
nen ook bij de lezing mogen schijnen, er bestaat
een groote hinderpaal tegen de mogelijkheid
hij naar Pest en werd later kapelmeester bij
HOL -tOlL SCtXGt LLGcIjTicÏT T>Q JÖlïlH*
neel schreef hij een kluchtspeï; Das
Loos. De lust om voor het tooneel te arbeiden
was voor goed vaardig over hem. Achtereen
volgens kwamen van hem ten tooneele:
G-erüder JSock, Spïtzenkönigin, Klaffer, der Re
gistrator auf Reisen en Papa hat's erlatïbt^
dat hier te lande onder den titel van Papa,
gaf permissie, zeer veel pleizier heeft ge
daan en den tooneelkunstenaar Vink aan
leiding gaf tot een zijner vele geestige creaties.
Den 25 September 1873 verscheen van l*Arrong&
Mijn Leopoïd, en ,van toen af had hij zijn
naam ala blijspeldichter voor goed gevestigd.
Ieder, groot tooneelspeler speelde in dit stut
met voorliefde de rol van Weichelt. Ten
onzent behoorde die. rol tot een der besten
van den betreurden ALBBEGT. Hierin liet hij
niet lachen, maar deed het publiek weenen,
Kort na 1873 werd L'Arronge
tooneeldirecteur te Breslau, ten nadeele van zijn werk
zaamheid als tooneeldiehter. Niets anders ver
scheen dan: Has&man's TöGhter ... doch na
Haseman's TöcJiter kwara DOKTBK KLAUS, en
aan de goede eigenschappen van dit stuk
bleek, dat hij zijn tijd niet in ledigheid had
doorgebracht.
Om zich evenwel geheel aan zy'ne
litterarische bezigheden te kunnen wijden, liet hij zijn
directeurschap varen, verhuisde naar Berlijn
en schreef DOCTOE KLAUS en daarin schiep hij
de figuur van den koetsier Labowsky.
jaan... te'meer omdat ik
debruiloftsgasten een verrassing wil bezorgen.
..Ja.,, een echte verrassing, vervolgde Célestin
glimlachend; niemand weet nog iets van de
'eer, die gij ons wilt aandoen... Zy wachten
u volstrekt niet, en ge zult eens eien hoe ver
eerd zij zich zullen gevoelen als ik hun den
zoon van M. Maugars- als mijn bruidsjonker
voorstel... 't Zal de .glorie van den dag zijn'.
Etiehne was er niet erg over gesticht dat
hy zoo als een officieel persoon vertoond zou
worden. Maar Célestin was 200 met zijn plan
Ogenomen dat hij hem zijn tegenzin maar niet
wü'de laten merken. Samen klommen zij den
heuvel op, waar tegen het dorpje Breuil
gebouwd is, en al voortwandelend, barstte Céles
tin eensklaps los: Ik heb ook een verrassing
voor u, mijnheer Etienne!
Wat, nog al een? riep Etienne.
Ja, en een prettige ook, vervolgde Céles
tin, met zijn naïf lachje; gij stuit een bruids
meisje hebben, zooals er in Breuil maar weinig
te -zien zijn... 't -Is geen boerinneiye, maar
een raooi dametje, dat op kostschool geweest
is en heel aardig met u zal weten te praten.
Meer zeg ik niet... ge zult het zelf wel zien!
^ En hoe heet dat meisje?
Keen, neen, dat zeg ik niet... Zij weet
er ook niets van... Ik heb alles alleen be
schikt, en ik wed dat ge mij uw kompHment
.zult maken, mijnheer Etienne!
.Mijn "beste Célestin, ik vrees dat gij u
om mijnentwil veel te veel moeite gegeven hebt.
Moeite? Hoe komt ge daar aan? 't Is
nij een feest om den zoon van den man, aan
Trien ik alles verschuldigd ben, op mijn bruiloft
-te zien, den vertegenwoordiger van het groote
kuis Maugars. Al word ik honderd jaar, menheer
nooit zal ik den dag vergeten, waarop uw
vader mij op zijn kantoor nam. Wat zou er
zonder hem van my geworden zijn? Een klerkje
bij een dorpsdeurwaarder l Mijnheer Maugars
heeft mij tot een man van zaken .gemaakt...
Wat is uw vader toch een bewonderenswaar
dig man, mijnheer Etienne!
Ja, gaf Etienne ten antwoord, getroffen
door Gélestins oprecht gemeende- hulde, ja,
mijn vader heeft veel doorzicht in zaken.
Verbazend, mijnheer, verbazend! En welk
een vasten wil! Welk een onvermoeide werk
zaamheid!. .. Sa,, 'tïs waar, voor luiaards en
slechte betalers" kan hij streng zijn, maar hij
is rechtvaardig in 'zijn gestrengheid, en dat be
wonder ik in hem... Laatst bijv. was onze
kassier in onrust over zijn ziek kind, en hij
was 200 dom geweest om zich ten nadeele van
ons kantoor honderd gulden te vergissen...
De .arme man was doodsbang en vreesde dat
hij weggestuurd zou worden... En wat denkt
ge dat uw vader gedaan heeft?
Hij heeft zeker de vergissing bij de on
voorziene uitgaven geboekt...
Neen, dat mi juist niet; maar in plaats
van. .Martin weg te zenden, zooals iedereen
verwachtte, heeft hij hem alleen het geld maan
delijks van zijn traktement afgehouden .,.
vijfen-twintig gulden telkens.., Dat is rechtvaar
digheid en menschlievendheid. tevens,
??Hm ! aei Etienne, eeniggains verbaasd over
dat staaltje van vaderlijke barmhartigheid. .
Men naderde de Haverkamp, en reeds klon
ken uit de. verte de schelle tonen der muziek.
Van tijd tot tijd knalde een geweerschot en
een blauwe darnp verhief zich boven de
kerseboomen,1 waar tusschen de boerderij verscho
len lag, Célestin ging het voorplein over, waar
een schaar sierlijk uitgedoste jongelieden
rond_om de muzikanten stond, en bracht zijn gast
naar de groote voorkamer,
In dit vertrek waar de lauge bruiloftsdisch
gedekt atond, waren de meeste gasten bijeen.
Moeder Bardine, met een mooie nieuwe muts
op,. liep met groote stapels borden af en aan;
achter in de kamer stond de bruid een
aardig deerntje met blauwe oogea en blozende
wangen tnsschen een vijftal bruidsmeisjes,
die den krans van oranjebloesem om dehooge
kanten kap vastmaakten. Vader Bardin stond
bij den schoorsteen in druk gesprek met de
oudere menschen. -Een dof gemurmel van stem
men vermengde zich met het gerinkel van het
vaatwerk en tusschen beiden hoorde men het
klokgelui in het.naburige Saiht-Saniol.
Kom, Célestin, mijn jongen, aijt gij ge
reed ? Dan kan de tocht naar het raadhuis
beginnenDe bruid en de bruidsmeisjes stonden inder
daad reeds op het voorplein te wachten en
de muzikanten gaven het teeken tot het ver
trek.
. ??Een oogenblik! sprak ^de bruidegom vol
blijde verrukking, hier is mijn bruidsjonker.,
Papa Bardin, ge hebt gevraagd wie mijn tweede
getuige was? . .. Hier is hij, het is mijnheer
Etienne Maugars, de zoon van mijn patroon!
Terwijl de man op fleemenden toon Etienne
bedankte, spelde Célestin een strikje van blauw
en roselint op den jas van aijn jongen meester,
en hem vervolgens bij de hand en mee naar
het voorplein nemend, ging hij voort."
??? !Nn zal ik u aan uw bruidsmeisje voor
stellen ... Mlle Thérèse, waar zijt gij ? riep
hij, overal rondkijkend nu zult ge eens wat
zien, mijnheer Etienne, nu ault ge eens wat zien !
Hier ben ik, antwoordde een welluidende
stem.
Etienne keek waar de stem van daan kwam,
en ontstelde toen hij het meisje uit de kerk
herkende:
Mlle Desroches.
Zij had hem blijkbaar ook herkend, want
haar .gelaat betrok en zij greep een jongen
met een bruine jas, die naast haar stond bij
den arm.
Gij vergist u, Mlle Thérèse, riep Célestin,
gij gaat niet met Jouset naar de kerk .. . Hier
is uw geleider, mijnheer Etienne Maugars,
Dit bericht had een geheel andere uitwer
king, dan Célestin gedacht had. Het jonge
meisje fluisterde Jouset iets in en bleef hem
vasthouden.
Dank u wel, bruigom, riep zij op vasten
toon; ik heb al een geleider, en wil Jouset
liever houden.
't Is een vergissing, een misverstand, sta
melde de arme Célestin, zich tot Etienne wen
dend, die eenigszins met zijn figuur verlegen
was blijven staan. Daau klonken geweer
schoten en muziek; Célestin werd geroepen
om zijn plaats in te nemen, n de lange bont
gekleurde stoet, zette zich in beweging, den
weg op naar Saint Saniol, tusschen geurige
hagen van wilde rozen en kamperfoelie.
Etienno was in de .achterhoede gebleven, en
voelde zich niets op zijn gemak tusschen al
die oude lui; bij het omslaan van een hoek
zag hij het hoofd van Mlle Desroches tusschen
beiden boven de heg uitsteken; hij kon haar
gemakkelijk herkennen aan haar strooien hoed,
de eenige tusschen al de witte mutsen. De
jonge Maugars was erg uit zijn humeur dat
de dubbele verrassing zoo droevig in het water
was gevallen. De dochter van den dokter had
hem ten tweede male haar afkeer te kennen
gegeven, en de bruiloftsgasten schenen zich
door zijn bijzijn veeleer bezwaard dan ver
eerd te voelen, Etienne had altijd gedacht dat
de heele streek Gélestins bewondering voor
zijn vader deelde, en voelde zich door de koele j
ontvangst, die hem ten deel viel, onaangenaam j
getroffen. . j.
.Toen de burgerlijke en kerkelijke plechtig
heid afgeloopen was, begonnen de geweerscho
ten weder te knallen, en met de muziek voorop,
keerde de tocht naar Breuil terug, en zette ziek
om den wel voorzienen bruiloftsdisch. Céles
tin deed zijn uiterste best om een verschooning
te zoeken voor het onbeleefd gedrag van Mlla
Desroches, die door den gelukkigen Jouset in
triomf teruggeleid was.
Ga daar zitten naast mijn vrouwtje, mijn
heer tienne- Het is mijn schuld; ik had mijn
plan niet moeten verzwijgen; nu had Mlle
al een keus gedaan, en wilde daarbij blijven;
straks op het bal komt die zaak weer in orde.
Dat de Poitevinsche boeren in den regel
minder goede sier maken dan die van de noor
delijke en zuidelijke provinciën, en dien ten
gevolge zich zóó met hart en ziel aan het zei- ,
den voorkomende feestmaal wijden, dat zij geen '
tijd tot praten over houden, ondervond Etienne
ten zijnen koste. Terwijl de jonggehuwden
samen fluisterden en lachten, trachtte hij een
gesprek aan te knoopen met de nijvere land
bouwers, die naast en tegenover hem'zaten;
maar hij merkte al spoedig dat de
antwoor-den hem niet van harte gegeven werden, 't Was
geen eerbied, maar een soort van achterdoch
tige verlegenheid, die de woorden op hun lip
pen terug hield; zij keken .rond als een kat;