De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 3 augustus pagina 2

3 augustus 1879 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD Y O O R H E D E R L A H D. dien werd reeds een vijandelgke geest tegen de internationale kommissie gewekt, die of zij wil ?of .'niet, de Porte.de hand hoven hst hoofd moet houden, wat zij dan ook deed, door bij den post- en .telegraafdienst tnrksche ambte naren aan" te stellen. Urne eent ontwerp ingediend tot opheffing het konkordaat met Home. ' ' Be italiaansche Kamer -en Senaat zijn naar huis gegaan, de laatste deed eerst nog, behalve de begrooting, het ontwerp op de gemaal_ belasting af, doch was tot verdere werkzaam.. En de halve maan zelf is meer bewolkt dan j heid niet te bewegen. Het verschijnen van .een ooit. De schatkist is ledig en het wanbestuur republikeinschepropoganda,heefteenigenschi'ik duurt voort. Kheredine pacha heeft in 'den teweeg gebracht en tot het doen van arrestaStrijd moeten bukken. De sultan staat onder tien aanleiding gegeven. ^ _ den invloed van zijn boos gesternte en schrikte Koning Alfonso die volgens zijn raadslieterug voor een 'grootvizier, die een eigen mi- den hertrouwen moet heet met de Aartsnisterie begeerde. Aarifi werd in zijn plaats ? hertogin Maria Ohristina van Oostenrijk verbenoemd en aan geen hervorming wordt ver- ? loofd te zijn. Een krankzinnige vrouw heeft Om eerlijk te zijn moeten wij echter erkennen .at er een fout. in deee redeneering schuilt. )e stemmen der Vereeniging: Bevordering en ?erdedigïag der bürgerbelangen" beteekeuen rolgens den Heer Waller niets. Q steun van lie zijde, kan toch volgens uwe zienswijze en ook volgens de mijne niet in aanmerking omen." Wij -willen gaarne aannemen dat de. Heer Waller. indien hij verkozen tot gemeenteraadslid, Begreep dit mede te danken te hebben aan den der gedacht, trouwens niemand gelooft aan j hem met een steen gegooid. De prins werd de mogelijkheid van een redding van het turk- j niet gewond. sche Rijk. Omtrent de egyptische zaken, die thans ge,heel onder de leiding van Frankrijk en Enge land staan, heeft Waddington, de minister van tuitenlandsche zaken te Parijs, de laatste me^edeelingen verstrekt. Hieruit bleek, dat de Porte op de voornaamste punten heeft toege geven. Wel is de vorm. voor den Sultan gered, maar in hoofdzaak moest hij den wil van Frankrijk en Engeland volgen. Yoor den nieu wen khedive zullen de oude firmans niet meer bestaan, maar de gewichtigste bepalingen die daarin voorkomen, zuilen in dennieuwen firman worden overgenomen. ' Zoo zal het ook ten opzichte van Grieken land gaan. Frankrijk heeft eenmaal het initia tief genomen, om aan te dringen op de ten.uitvoerlegging van het traktaat van Berlijn m du opzicht, en zijn eer gedoogt, niet dit punt weder te laten varen. Waddington heeft m de Kamer de verzekering afgelegd, dat het door In het distrikt Leiden werd tot lid van de Tweede Kamer gekozen Mr. P. J. Elout van Soeterwoude. De dagbladen bevatten: JV. Eott. Courant: Naar aanleiding van een brief in de Arnhemsehe Courant overwegende bezwaren (Schoolspaarbanken) door A. Kerdijk Arnh. Courant: Brief uit 'sHage over de Krisis Het Vaderland: De Krisis. Nieuws v. d. Dag: Waarheid en, Droomea (het geschrift van J. Scherp.enzeel.) ?UtrecMscli Dagblad: De Kanalen-wet en d Krisis. De Arnst. Courant: EenenieuweKombinatie De Standaard: De naderende val van h Liberalisme, De Tijd: De Krisis en de Meerderheid. A. M. Chumaceiro Az. schreef: Is Curago; te koop. te stade. Hij was inderdaad Burgemeester, ets meer dan voorzitter. Dit pleit te meer voor zijn persoonlijkheid, wanneer men weet dat alle welsprekendheid vette van hem was. Hij sprak niet sierlijk, hakte veeleer er dikwijls ruw op van uitvoering. Immers van zeer bevoegde zijde wordt ons medegedeeld, dat de maat schappij, welks de badplaats wil maken, geea ' of zoo goed als geen terrein aan de zee heeft; steun van katholieken, anti-revolutionairen of had meermalen iets kluchtigs; van zijne breede hetgeen voor een badplaats toch zeker wel ia, onparlementair was hij bij herhaling in de Jnoodig is. Er is over-aangrenzenden düingrond, hoogste mate, -?maar hij was iets, en dat noodig voor de levensvatbaarheid van het plan, zegt reeds veel. 'een proces aanhangig."Was de heer de Yriea nnmoristisch bij zijn] Yóór de definitieve uitwijzing van dat proces bestrijding van het Dag. Bestuur, vooral van heeft dus een badplaats te Umuiden wel iets den wethouder van Financiën, de heer den Tex' van een kasteel in de lucht. .eden der nieuwe vereeniging, voor zijn "benoe ming bedanken zou, zeggende: als ik.buiten lippen sprongen berstend en stootend zware zinnen, die den lachlust wekten en soms als rekening laat den steun van een zijde, die niet molensteenen op de hoofden zijner tegenstanaanmerking mag komen, behaalde ik de meerderheid niet ??maar dan zou hij toch zich zelf noodeloos kwellen, en zoo niet zichzelf, althans zijn kiezers ongelukkig maken. Beteekenen katholieken, anti-revohitionairen en de vereenigingsmannen als kiezers niets, wan neer zij een vurig liberaal boven een geloofs genoot stellen, -l?waarom zou men hen dan wel in het geheel medetellen? De Heer Hsineken werd door de Vereeniging" gesteld, ders neerploften. Bekend onder de Baaclsleden en Kaads-bezoekers, is zijn stereotyp begin: maar, wijn-e heeren, dan moet iklocji op een feit wygen..." een uitdrukking, die vol strekt niet bewees dat er werkelijk een feit was, waarop gewezen kon worden, maar wel dat des voorzitters fantaiaie steeds rijk genoeg was om het een of ander te vinden, dat voor het oogenblik als feit" dienst kon doen. Nu treedt met meer. klem weer de vraag op verscheidene Mogendheden in zijn streven on- j Mr. Hoomaer van Alkmaer: Een en ande derstennd verd. Engeland mag heimelijk of over art. 73, alinea I der Grondwet en d in het openbaar Turkije steunen, zijn tegen-. Krisis enz. stand zal niet veel baten. !,-__ ' .. Oostenrijk stelt zich voor 200 spoedig mo-; gelijk zijn troepen naar Sovi-Bazar te zenden, j Een kommissie bestaande uit -oostennjksche ; ^^__^^_ en turksche militairen zal naar de_ rivier de . Lim. vertrekken, ten einde de noodige opne- j)e uitslag van de herstemming voor den gemingen te doen met het opg op het verder ^ meenteraad was gelijk men mocht verwachten. oprukken der oostenrijksch-hongaarsehe troe- j Tegenover den Heer Bredius werd de Heer pen naar dat gewest. Men verwacht te ^Wee-j yan hierop, tegenover den Heer GUinderman aen een gunstig rapport, gemoet ziet, zal het ook . worden opgesteld. ofschoon hij zich "nooit tegen of voor de op- den voorgrond, wie den Tex vervangen zal. richting van een abattoir had uitgelaten en Men spreekt van den heer Luden en den heer als nu niet alleen liberalen, maar ook. andere ^ van Tienhoven. Waarschijnlijk anllen spoedig richtingen hem ondanks de bestrijding van nog andere namen genoemd worden, De keer Grondwet, totkandidaat kozen, zou men kunnen Luden schijnt inderdaad een ernstig kandidaat beweren, dat juist deze stemmen als een on- te zijn. Sedert hij als aanvoerder van den eerepartijdïg getuigenis, het meest gewicht in de'wacht een week lang Z.M. hier ter stede bege.schaal wierpen. leid heeft, moet hij ook ten paleize een gewild Doch als de Heer Waller, uit liefde voor de persoon zijn. Hoe de kansen van den heer van j waarheid of uit fpijt over een mislukte bestrij- Tienhoven zouden staan, als hij mededong, weten ding, weer op deze wijs aan het rekenen tijgt, wij niet. De resultaten van zijn financieel be stellen wij hem voor een weinig rationeeler te' heer zijn juist niet van dien aard, dat de ver werk te gaan. lo zouden wij hem aanraden wachting die men van zijn optreden koesterde, aan het oordeel der kiezers dat van zijn opinie vervuld zijn geworden. Ware hij bestemd den afwijkt althans eenig gewicht te hechten; de zetel van.,den Tex in te nemen, dan zou hij in gemeenteraadsverkiezing behoort niet louter | menig opzicht liet tegenbeèld van den laatste een kwestie van politieke richting te zijn.'. blijken te zijn. D.eze waarheid is dunkt ons eenvoudig genoeg, j Deu Tex is naar het uiterlijk Amsterdams En ten -'andere, als hij de stemmen aftrekt die' welvaren", en in onzen wethouder van Fihem niet behagen, behoort hij dat niet alleen : nanciën spiegelt zich veeleer de schraalheid van het getal der door den kandidaat verkre-! van de schatkist der hoofdstad, die hij en als men dat. te,(je Heer Bergsma gekozen, terwijl Dr. Heijnsius niet minder dan 2751 van de 2949 geldige wel in dien geest . Kumeniëbehandelt opnieuw de Joden-kwestie. AH. 44 van het traktaat van Berlijn moet op de een of andere wijs toegepast woeden. De regeering is voor. een individueele naturalisatie, zonder bepaalde kategoriën den voorrang te geven vraag of de dat maar De natie wengeht dit ook. Eet is alleen Mogendheden met zulk een Jober7Tpvatting van hun voorschriften vrede zullen hebben. Engeland komt weer te kort. Eerst werd de 'indische begrooting met slechts een geringe meerderheid van 12 stemmen aangenomen en nn moet het Huis nog de uitgaven voor den Zulu-oorlog goedkeuren. Een buitengewoon -krediet van 36 mülioen gulden wordt daarvoor aangevraagd, dit heeft tengevolge dat het saldo der begrooting verandert in een tekort van bijna H milboen. De Engelschen, zoo gevoelig voor hun beurs, liebben echter n troost, met de Zulu-oorlog niet meer zal vorderen, dat de Znid-afrikaansche koloniën de uitgaven-zullen terugbetalen en er dus slechts een tijdelijke dekking noodig is. De begroo ting voor Indiëondervond zooveel tegenstand, omdat de oorlog met Afghanistan gevoerd, grootendeels op de kolonie verhaald wordt, die toen reeds onchr geldelijke bezwaren ge bukt gaat. .Dat de-amc Afrikanen nu de dure .zegepraal, op de Kaffer, "behaald, zullen moe ten betalen, zal een niet :..inder scherpe kri tiek uitlokken. ~ , .De kommissie van de fransche Senaat, die Ferry's onderwijs wijswetten onderzocht, heeft die voordrachten verworpen. De kamer nam verschülende hoofdstukken der begrooting aan, doch hechtte haar goedkeuring niet aan een amendement om een bijzondere post vast te stellen voor de bezoldiging der bisschoppen. Dientengevolge" is het krediet voor de bezol diging der kapeïlaans, naar het voorstel der kommissie, met 200,000 fr. verhoogd en de jaar wedde der bisschoppen verminderd tot het be drag, dat bij het konkordaat is bepaald.. Ondertusschen is door een lid derrepublikeinsehe gen stemmen te doen, maar van het hoofdgetal en dan aal hem duidelijk worden, dat de Heer Heineken, ook na deze -kunstbewerking van het stemmental, wel -degelijk devereischte meerheid verkreeg. stemmen verkreeg. Buitengewoon streelend moet deze aitslag voor den dteer Heijnsius aijn. Eerst vergeten door Burgerplicht, blijkt hij nu de man te zijn, van wien men zonder overdrijving zeggen kan: dat ieder hem begeert, van de 29 kiezers roepen 27 hem tot hun vertegendiger nitl En toch.... het spijt ons het te moeten bekennen, maar, is de berekening juist die de Heer M- J. Waller ten beste .|heeft gegeven in een ingezonden stuk van het Handelsblad, dan mag men zonder omweg>en| verklaren; dat de Heer Heijnsius, ondanks de 2751 stemmen die op hem werden uitgebracht, uit een libe raal oogpunt beschouwd, eigentlijk niet ge kozen is. De Heer Waller schreef: Wanneer men van Het aantal stemmen, dat de heeren Heineken en Regtdoorzee verkregen, aftrekt de stemmen uitgebracht door de anti-abattoirmannenj'dan verkreeg de Keer Heineken niet eens de'vereischte ?meerderheid, slechts ongeveer 1450 stemmen en de heer Regtdo'orzee- ongeveer het aan tal van de vijf bovenvermelde heeren. De heeren Heineken en Kegtdoorzee warende eenige aftr. leden, die werden aanbevolen door de anti-abattoirraannen. De steun van die zijde kan toch volgens uwe aienswijze, en ook volgens mijne, niet in aanmerking komen. De _b ij z o n d e r e goedkeuring van de kiezers is dus, wat betreft de heeren Metelerkamp en Bechtdoorzee, niette vinden, terwijl de heer Heïneken seer stellig eene afkeuring ontving." Past men deze redeneermg op de verkiezing van den Heer Heijnsius toe, dan luidt zdj: Dr. Heijnsius verkreeg van de 2949 slechts 2751 stemmen. Daarvan ^kan men aftrekken eerst 1357 het getal dat de Heer Glinderman verwierf; zoodat hij eigenlijk uit een liberaal oogpunt beschouwd slechts 1394 stemmen veikreeg, of bijna honderd minder dan de volstrekte meerderheid. vruchteloos tracht te doen gedijen, af. Den Tex maakt in zijn onsamenhangende redeneeringen allerlei kromme sprongen, hij van Tienhoven gaat alles geleidelijk, hij begint niet ab ovo, maar houdt eerst nog eenige beschou wingen over den toestand vóór het ei gelegd was, giet vervolgens een breeden woordenstroom uit en komt altijd waar hij wezen wil, maar Het spijt ons deze voor den Heer Waller weinig troostvolle opmerking te moeten maken. Grondwet telt onder hare leden eenige per sonen van naam,aan wier bekwaamheid niemand ^oo dat ge u er volstrekt geen rekenschap van twgfelt. Het is de vraag of deze achtenswaardige leden' er wél aan doen, het bestuurslid, er den Heer Waller, als hun advokaat te laten optreden. Hetgeen door hem. zoo onbe suisd " omtrent de kandidatuur van den Heer Heineken op een vroegere vergadering in het midden werd gebracht, kan evenmin alsdebovenstaande proeve van rekenkunst kei' prestige van deze Kiesvereeniging verhoogen. kunt geven, hoe gij met hem er gekomen zijt. , T . . Gij kunt hem een jaar lang hooren spreken ? eiPf '^ eru£f zonder u zelf op n glimlach te betrappan, bleej£e terwijl gij bij den Tex telkens schatert. Van Tienhoven is niet grof, niet ruw, niet pikant, niet grappig, niet onordelijk, gelijk den Tex, maar "bezit een Boort van welsprekendheid die aan het eentonige grenst; de weg zijner eloquISArronge... wie kent dien naam niet, wie heeft zijn Dokimt KLAUS niet gezien of er niet van gehoord. Dit prettige blijspel, dat bijna iedereen aan 't lachen heeft gebracht kon slechts geschreven worden door iemand, die het tooneel door en door kent, door iemand, die als het ware op de planken" geboren is: en dat is l'Arronge. L'Arrongo is de zoon "van den beroemden komiek en tooneeldirecteur van dien naam. Hif werd den Ssten Maart 1838 te Hamburg gebo ren. Te Berlijn en te Aken bezocht hij het gymnasium. In laatstgenoemde stad wijdde hij zich onder leiding van Richard Gevée aan de muziek. Om zich in deze kunst verder te be kwamen, ging hij naar Leipzig. Weet ge wel 200 schreef l'Arronge aan Dr. Forster, den directeur van den stadsschouw burg te Leipzig, bij gelegenheid van de 50ste opvoering van DOKTER Kr,AT7S weet ge wel, dat ik aan het konservatoire te Leipzig drie jaar lang onder Rietz en Moscheles muziek gestudeerd . heb en ia die stad mijn tooneelloopbaan afs kapelmeester een. aapvang nam. Heb ik de muziek, of heeft de muziek mij slecht behandeld?.... ik weet slechts dat op een goejen dag Euterpemij in de armen van Thalia wierp, en mot die.schoone heb ik sedert een gelukkig huwelijk gesloten. Wij hebben ons zoo goed als niet over onze kin deren te beklagen, integendeel heel veel aar dige jongens en meisjes noemen wij met trots de onzen. Van geen onzer kinderen echter beleven wij zooveel. pleizier als van DOKTER KLATIS en dat over mijn Benjamin juist uit .Leipzig zooveel goeds gezegd wordt-is mij dubbel aangenaam. Ik denk altijd gaarne aan Ik 2Ïe mij er zelfs nog met en lange haren rondloopeü, verliefd tot over de ooren, dweepend. met muziek." Nadat l'Arronge zijn muzikale studiën had voltooid, was hij achtereenvolgens als kapel meester bij de opera te Danzig, Koningsbergen, CUCCJJ. JJ.ÜV JjfJJIAMJ-Ui "J tiit-LlÖtM '-1*-' ttit; fl J-lf i fJ-UULl? ff 1 1fT,. l' l TT l . ,. . n, 7 j .. T.T, i -, -1! ]Keulen en Wurzburgwerkzaam. Vandaar ging entie 13 effen en glad, zij glijdt zonder schok-1, TlJ 11,1 ^ , -,.. J t ff i_r f ?- l*,-. T-lQOI* MAC.*- QTÏTtTÉnH l Q f 01» Irni*, J71 *Vi fi rrit-stm* KM Omtrent onzen aftredenden burgemeester en de te vervullen vakature leest men njle Zulfensche Courant o. a, het volgende: Maar helaas! de poëzie en een raadszitting liggen gewoonlijk verder van elkaar dan het.,. , . -, , , Oosten en 'het Westen, althans hier in de ^ch ?emend gelaat, _ waarover de Donkere ken en stooten. . . maar zij glijdt langs en .over de zaken, zonder ze zoo vast te nouden of aan te grijpen, dat ge zelf bemerkt wat zij wil of bedoelt. Daar is m zijn stijl iets weifelends, het woordeke schijnt" ligt hem op de lippen bestorven, en ook hier is de stijl de man. Zijn zacht en bleek, naar 't mechanchohoofdstad. En vvij vreezen dat zelfs dat weinigje wat SOÏQS aan poëzie herinnert, uit onze Raadszaal weldra geheel wijken zal. De heer de Yries toch, die op humoristische wijs dik wijls een ernstigen strijd tegen het Dag. Best. voerde, heeft zich niet weer beschikbaar ge steld, en thans is het zeker dat ook de Bur gemeester, de heer den Tex, voor goed heen gaat. Dit is voor Amsterdam te betreuren, meer wellicht dan men vermoedt. We zouden niet mogen zeggen, dat de heer den Tex po pulair is; het tegendeel is veeleer waar. Hij is onder - de lagere volksklasse, ook bij de bur gerij, weinig bemind. De oorzaak hiervan is niet ver te zoeken. Hij heeft niet naar popu lariteit gestreefd. Hij is, mede ten gevolge van zijn groot vermogen, in de hoogste mate onafhankelijk, en heeft, zonder het daarom zoo kwaad te meenen, een brusque onvrien delijke , wijze van spreken. De groote forsche gestalte en de flinke oogopslag verraden meer zelfvertrouwen en geloof in eigen kracht, dan velen aangenaam kan zijn, doch in onzen Raad kwam zijn onafhankelijke geest hem zeer lievigheid, die allerminst aan geestkracht doet denken. Terwijl den Tex door 't leven wan delt op vervaarlijk krakende stevels met klet terende sporen, en ge hem overal hoort aan komen door 't dreunen van zijn stap, loopt de heer van Tienhoven veeleer op kousen, maar brengt het daarom niet minder ver. Het is te begrijpen dat men in dezen tijd een energiek man gaarne aan het hoofd der ge meente zou zien. De ontevredenheid die zich bij deze stemming heeft geuit, is een begin van oppositie, die wanneer zij niet door een wijs bestuur wordt opgeheven, spoedig in kracht zou kunnen groeien, wat slechts nadeeligvoor de belangen der stad kan zijn." In de laatste dagen wordt van verschillende kanten melding gemaakt van grootsche plan nen, om Umuiden tot eene badplaats van den eersten rang te verheffen. Hoe schoon die plan nen ook bij de lezing mogen schijnen, er bestaat een groote hinderpaal tegen de mogelijkheid hij naar Pest en werd later kapelmeester bij HOL -tOlL SCtXGt LLGcIjTicÏT T>Q JÖlïlH* neel schreef hij een kluchtspeï; Das Loos. De lust om voor het tooneel te arbeiden was voor goed vaardig over hem. Achtereen volgens kwamen van hem ten tooneele: G-erüder JSock, Spïtzenkönigin, Klaffer, der Re gistrator auf Reisen en Papa hat's erlatïbt^ dat hier te lande onder den titel van Papa, gaf permissie, zeer veel pleizier heeft ge daan en den tooneelkunstenaar Vink aan leiding gaf tot een zijner vele geestige creaties. Den 25 September 1873 verscheen van l*Arrong& Mijn Leopoïd, en ,van toen af had hij zijn naam ala blijspeldichter voor goed gevestigd. Ieder, groot tooneelspeler speelde in dit stut met voorliefde de rol van Weichelt. Ten onzent behoorde die. rol tot een der besten van den betreurden ALBBEGT. Hierin liet hij niet lachen, maar deed het publiek weenen, Kort na 1873 werd L'Arronge tooneeldirecteur te Breslau, ten nadeele van zijn werk zaamheid als tooneeldiehter. Niets anders ver scheen dan: Has&man's TöGhter ... doch na Haseman's TöcJiter kwara DOKTBK KLAUS, en aan de goede eigenschappen van dit stuk bleek, dat hij zijn tijd niet in ledigheid had doorgebracht. Om zich evenwel geheel aan zy'ne litterarische bezigheden te kunnen wijden, liet hij zijn directeurschap varen, verhuisde naar Berlijn en schreef DOCTOE KLAUS en daarin schiep hij de figuur van den koetsier Labowsky. jaan... te'meer omdat ik debruiloftsgasten een verrassing wil bezorgen. ..Ja.,, een echte verrassing, vervolgde Célestin glimlachend; niemand weet nog iets van de 'eer, die gij ons wilt aandoen... Zy wachten u volstrekt niet, en ge zult eens eien hoe ver eerd zij zich zullen gevoelen als ik hun den zoon van M. Maugars- als mijn bruidsjonker voorstel... 't Zal de .glorie van den dag zijn'. Etiehne was er niet erg over gesticht dat hy zoo als een officieel persoon vertoond zou worden. Maar Célestin was 200 met zijn plan Ogenomen dat hij hem zijn tegenzin maar niet wü'de laten merken. Samen klommen zij den heuvel op, waar tegen het dorpje Breuil gebouwd is, en al voortwandelend, barstte Céles tin eensklaps los: Ik heb ook een verrassing voor u, mijnheer Etienne! Wat, nog al een? riep Etienne. Ja, en een prettige ook, vervolgde Céles tin, met zijn naïf lachje; gij stuit een bruids meisje hebben, zooals er in Breuil maar weinig te -zien zijn... 't -Is geen boerinneiye, maar een raooi dametje, dat op kostschool geweest is en heel aardig met u zal weten te praten. Meer zeg ik niet... ge zult het zelf wel zien! ^ En hoe heet dat meisje? Keen, neen, dat zeg ik niet... Zij weet er ook niets van... Ik heb alles alleen be schikt, en ik wed dat ge mij uw kompHment .zult maken, mijnheer Etienne! .Mijn "beste Célestin, ik vrees dat gij u om mijnentwil veel te veel moeite gegeven hebt. Moeite? Hoe komt ge daar aan? 't Is nij een feest om den zoon van den man, aan Trien ik alles verschuldigd ben, op mijn bruiloft -te zien, den vertegenwoordiger van het groote kuis Maugars. Al word ik honderd jaar, menheer nooit zal ik den dag vergeten, waarop uw vader mij op zijn kantoor nam. Wat zou er zonder hem van my geworden zijn? Een klerkje bij een dorpsdeurwaarder l Mijnheer Maugars heeft mij tot een man van zaken .gemaakt... Wat is uw vader toch een bewonderenswaar dig man, mijnheer Etienne! Ja, gaf Etienne ten antwoord, getroffen door Gélestins oprecht gemeende- hulde, ja, mijn vader heeft veel doorzicht in zaken. Verbazend, mijnheer, verbazend! En welk een vasten wil! Welk een onvermoeide werk zaamheid!. .. Sa,, 'tïs waar, voor luiaards en slechte betalers" kan hij streng zijn, maar hij is rechtvaardig in 'zijn gestrengheid, en dat be wonder ik in hem... Laatst bijv. was onze kassier in onrust over zijn ziek kind, en hij was 200 dom geweest om zich ten nadeele van ons kantoor honderd gulden te vergissen... De .arme man was doodsbang en vreesde dat hij weggestuurd zou worden... En wat denkt ge dat uw vader gedaan heeft? Hij heeft zeker de vergissing bij de on voorziene uitgaven geboekt... Neen, dat mi juist niet; maar in plaats van. .Martin weg te zenden, zooals iedereen verwachtte, heeft hij hem alleen het geld maan delijks van zijn traktement afgehouden .,. vijfen-twintig gulden telkens.., Dat is rechtvaar digheid en menschlievendheid. tevens, ??Hm ! aei Etienne, eeniggains verbaasd over dat staaltje van vaderlijke barmhartigheid. . Men naderde de Haverkamp, en reeds klon ken uit de. verte de schelle tonen der muziek. Van tijd tot tijd knalde een geweerschot en een blauwe darnp verhief zich boven de kerseboomen,1 waar tusschen de boerderij verscho len lag, Célestin ging het voorplein over, waar een schaar sierlijk uitgedoste jongelieden rond_om de muzikanten stond, en bracht zijn gast naar de groote voorkamer, In dit vertrek waar de lauge bruiloftsdisch gedekt atond, waren de meeste gasten bijeen. Moeder Bardine, met een mooie nieuwe muts op,. liep met groote stapels borden af en aan; achter in de kamer stond de bruid een aardig deerntje met blauwe oogea en blozende wangen tnsschen een vijftal bruidsmeisjes, die den krans van oranjebloesem om dehooge kanten kap vastmaakten. Vader Bardin stond bij den schoorsteen in druk gesprek met de oudere menschen. -Een dof gemurmel van stem men vermengde zich met het gerinkel van het vaatwerk en tusschen beiden hoorde men het klokgelui in het.naburige Saiht-Saniol. Kom, Célestin, mijn jongen, aijt gij ge reed ? Dan kan de tocht naar het raadhuis beginnenDe bruid en de bruidsmeisjes stonden inder daad reeds op het voorplein te wachten en de muzikanten gaven het teeken tot het ver trek. . ??Een oogenblik! sprak ^de bruidegom vol blijde verrukking, hier is mijn bruidsjonker., Papa Bardin, ge hebt gevraagd wie mijn tweede getuige was? . .. Hier is hij, het is mijnheer Etienne Maugars, de zoon van mijn patroon! Terwijl de man op fleemenden toon Etienne bedankte, spelde Célestin een strikje van blauw en roselint op den jas van aijn jongen meester, en hem vervolgens bij de hand en mee naar het voorplein nemend, ging hij voort." ??? !Nn zal ik u aan uw bruidsmeisje voor stellen ... Mlle Thérèse, waar zijt gij ? riep hij, overal rondkijkend nu zult ge eens wat zien, mijnheer Etienne, nu ault ge eens wat zien ! Hier ben ik, antwoordde een welluidende stem. Etienne keek waar de stem van daan kwam, en ontstelde toen hij het meisje uit de kerk herkende: Mlle Desroches. Zij had hem blijkbaar ook herkend, want haar .gelaat betrok en zij greep een jongen met een bruine jas, die naast haar stond bij den arm. Gij vergist u, Mlle Thérèse, riep Célestin, gij gaat niet met Jouset naar de kerk .. . Hier is uw geleider, mijnheer Etienne Maugars, Dit bericht had een geheel andere uitwer king, dan Célestin gedacht had. Het jonge meisje fluisterde Jouset iets in en bleef hem vasthouden. Dank u wel, bruigom, riep zij op vasten toon; ik heb al een geleider, en wil Jouset liever houden. 't Is een vergissing, een misverstand, sta melde de arme Célestin, zich tot Etienne wen dend, die eenigszins met zijn figuur verlegen was blijven staan. Daau klonken geweer schoten en muziek; Célestin werd geroepen om zijn plaats in te nemen, n de lange bont gekleurde stoet, zette zich in beweging, den weg op naar Saint Saniol, tusschen geurige hagen van wilde rozen en kamperfoelie. Etienno was in de .achterhoede gebleven, en voelde zich niets op zijn gemak tusschen al die oude lui; bij het omslaan van een hoek zag hij het hoofd van Mlle Desroches tusschen beiden boven de heg uitsteken; hij kon haar gemakkelijk herkennen aan haar strooien hoed, de eenige tusschen al de witte mutsen. De jonge Maugars was erg uit zijn humeur dat de dubbele verrassing zoo droevig in het water was gevallen. De dochter van den dokter had hem ten tweede male haar afkeer te kennen gegeven, en de bruiloftsgasten schenen zich door zijn bijzijn veeleer bezwaard dan ver eerd te voelen, Etienne had altijd gedacht dat de heele streek Gélestins bewondering voor zijn vader deelde, en voelde zich door de koele j ontvangst, die hem ten deel viel, onaangenaam j getroffen. . j. .Toen de burgerlijke en kerkelijke plechtig heid afgeloopen was, begonnen de geweerscho ten weder te knallen, en met de muziek voorop, keerde de tocht naar Breuil terug, en zette ziek om den wel voorzienen bruiloftsdisch. Céles tin deed zijn uiterste best om een verschooning te zoeken voor het onbeleefd gedrag van Mlla Desroches, die door den gelukkigen Jouset in triomf teruggeleid was. Ga daar zitten naast mijn vrouwtje, mijn heer tienne- Het is mijn schuld; ik had mijn plan niet moeten verzwijgen; nu had Mlle al een keus gedaan, en wilde daarbij blijven; straks op het bal komt die zaak weer in orde. Dat de Poitevinsche boeren in den regel minder goede sier maken dan die van de noor delijke en zuidelijke provinciën, en dien ten gevolge zich zóó met hart en ziel aan het zei- , den voorkomende feestmaal wijden, dat zij geen ' tijd tot praten over houden, ondervond Etienne ten zijnen koste. Terwijl de jonggehuwden samen fluisterden en lachten, trachtte hij een gesprek aan te knoopen met de nijvere land bouwers, die naast en tegenover hem'zaten; maar hij merkte al spoedig dat de antwoor-den hem niet van harte gegeven werden, 't Was geen eerbied, maar een soort van achterdoch tige verlegenheid, die de woorden op hun lip pen terug hield; zij keken .rond als een kat;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl