De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 3 augustus pagina 3

3 augustus 1879 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T E K D A M M E Yf E £ K B L A D T O O NEDERLAND. Het bovengenoemde stuk heeft overal den grootsten bijval geoogst. In Berlijn werd.het ionderdvijftigmaal, in Hamburg, Brealau, Mii ichen en- Leipzig meer dan vijffcigmaal opge voerd, en in "Weenen even gaarne gezien als overal elders. Toen bij de honderdste opvoering in 't berlijnsche Walnerthsater Keizer Wilhelm van 't begïn tot het einde de voorstelling bijwoonde en zijne hooge tevredenheid betuigde aan den auteur en aan. de vertolkers, voornamelijk aan Lebrun als Doktor Klaas en Engels als ,Labowsky, dankte Doktor Klaas den Keizer 'voor zijn bijval met het volgende mpromptn: Toen 'k honden! teer recepten had geschreven, ! Kocht ik mijn Keizer eea visite geven. Zijn Majesteit heeft mijn recept gislifct . Ea vond het tegen zorg en smarten zepr geschikt. Dat was mijn loon, wat kon ik meer tegceren; 'k Verheugde mij, dat 'k- zoo mocht recepteeren. , Kollfga's hoort! al draag 'k geen kruis of orden, Toch beu 'k op eens des Keizers arts geworden. Tegenwoordig werkt de dichter aan een nieuw blijspel, '-getiteld Weldadige dames", waarschijnlijk zal het in 't najaar worden opC. A. J. K. Eet engelsche maandblad Tïie Theatre geeft in zijn laatste December-nummer het verhaal van een theater-kritikus die een verslag schreef "over eene voorstelling, welke geert plaats ge vonden had, dan alleen in een zeerlevendigen droom van den ijverigen beoordeelaar. Diep doordrongen van het gewicht zijner taak had deze heer den avond te voren het stuk aan de vertooning waarvan hij geroepen was zijne kritische gaven te besteden, nogmaals ter hand genomen, niaar was bij het lezen in slaap ge vallen. Misschien had de dikte der brochure hieraan -wel de meeste schuld. Zijn kollegadie gelijke plichten te vervullen heeft-tegenover het. Zangersfeest (Das Stiftungsfest, van Gr. von ?|d~oser, hollandsch van liever: vertaald door R. Larnot) loopt geen gevaar meteen dergelijk ongeval gestraft te worden voor zijn vermetel bestaan. En het werk zelf, n het spel der' artisten van het Ned. Tooneel, en niet in de minste plaats de beknoptheid van Het geheel behoeden hem voor aanvallen van eiken anderen aard dan van onteugelbaren lachlust. Maar er is toch niets moois in" werd er ge zegd alsof, in n woord, een Muchtspel niet mooi genoemd mag worden als het kluchtig is. En dit is het Zangersfeest onge twijfeld. Groot talent tot het te pas brengen van potsierlijke toestanden is den schrijver ge geven; hoewel verscheidene sterk herinneren aan dergelijke waar men bij vorige gelegen heden even hard om gelachen heeft. Intusscben hiermede heeft de toeschouwer zich niet in te "aten, die. alleen komt om een indruk te ont vangen gelijk iedereen zeer goed weet, maar helaas niet iedereen erkent. De kunst vanden dichter of die van zijn voorganger vindt men o. a. bewezen in de omstandigheid, dat vele-gedeelten .in dialoog- of handeling altijd dezelfde uitwerking hebben; de zelfde stilte, de zelfde uitgelatenheid, de zelfde toejuichingen, avond aan avond. Er is maar n menschelijk gemoed en dat in beweging te brengen zij de eenige, de heerlijke roeping den dichter w gDe inhoud van dit Muchtspel is genoeg be kend. Iedereen herinnert zich de'reeks van verwikkelingen ontstaan uit een oneeniglieid tusschen man en vrouw, over de vraag wie het eerste het zangersfeest zal bijwonen of niet. De behandeling van dit onderwerp is echt .duitsch "en verscheidene oude figuren worden er m op net tapijt gebracht', een bindenden, miuzieken student, een geringeloorden echtge noot, een bazige, schijnlustige vrouw, eenbab"belzuchtigen bode drukken wij als goede be kenden de hand. Wij zien elkaar aan. en den ken: wij zijn weer thuis. Eenigen maken zich ongerust of het verliefde paar uitblijven zal, zij worden echter spoedig bevredigd. Het ver liefde paar krijgt alles wat het verlangen kan, Zïj worden opgesloten te zamen door tant% die. niet weet wat zij doet, en oom die het heel wel wét, maar zijne handen in onschuld -wascht, valt half omver van het lachen; en zij worden verrast terwijl zij minnekoozen, en zij krijgen, eindelijk de toestemming, die wij al lang zagen aankomen, ofschoon wij toch pleizier hadden om de manier, waarop allen die zoo lang mogelijk zochten te doen uitblijven -en als allen ten slofte door verschillende deuren binnenkomen, en wij naar onze hoeden grijpen, vormen zij het gearmd, kussende tweetal links op den voorgrond. Wilt gij wel gelooven dat yele ordentelijke schouwburgbezoekers zonder de vergenoegde gezichten dezer gelukkige lieden geen goede nachtrust zouden hebben? Het Zangersfeest werd voortreffelijk gespeeld. Moor toont zich in alle détails de echte kunstenaar.'Hij is een uitstekend type vanden' opgeblazen winderigen student die alle vrou wen vóór zijne verliefde grillen geschapen denkt. Bigot' deed in de rol van Albrecht neen, niet den talentrijken doods vergeten, maar gaf ons, indien het iioodigware, de over tuiging, dat vele van diens rollen zeer voldoende te bezetten zijn. Ising was mede geheel in den geest zijner omgeving. Wij zijn in denlaatsten tijd gewoon iets goeds van hem te zien. Wat de dames betreft [zij slechts gezegd, dat Mej, E. Kapper, nn wij zoo korfc geleden Tonia Poolman in G-ëld zagen, een zware taak te' vervullen heeft, die het onbeleefd zou zijn te verzwaren, door aanmerkingen te maken. Mevrouw Albrecht, onzen dank voor hare bereidwilligheid, om zoo spoedig weder in ons midden te verschijnen, na den droevigen slag die haar getroffen heeft. Hoewel niemand dus het spel der artisten: onbevredigd zal laten, geeft de verdeeling sfcof! tot denken. In een enkel opzicht herinnert,zij aan treurige dagen toen goede stukken door een-te klein personeel niet naar den eisch konden bezet worden en het er zelfs toe moest komen jonge en noofdr»llen do.or perès-nttUes te doen spelen. Deze trek uit het verleden is hier van weinig belang, maar dergelijke tekort-; komingea moeten vooral ben onaangenaamj aandoen, die een nieuwe uiteenspatting- van goede elementen hebben teweeggebracht, hen, die ter kwader ure bekleed werden met een macht, waarvoor noch hun karakter noch hun talent berekend waren. l Aug. '79. Amsterdam. F. v. D. G._ Te Namen zal eerstdaags een wedstrijd plaats hebben tusschen zangmaatschappijen voor het lezen"op eerste zicht. Zulk een prijskamp geschiedt als volgt: De mededingende kringen worden, onder toezicht, zoo ver van de zaal verwijderd waar de uit voering geschiedt, dat zij er niets van hooren kunnen; beurtelings treden zij op het tooneel en ontvangen de muziek van onuitgegeven en geheim gehouden vierstemmig koor; de be stuurder geeft toon en maat aan en de samen zang begint. Het is echter de vraag of er ge noeg liefhebbers zullen verschijnen om een wedstrijd te houden. De Weenar critici over de internationale schilderijen-tentoonstelling in Munchen zijn vol van lof over de aquarellen van Bisschop, ter wijl zij als het glanspunt der expositie, de in zendingen van Alma Tadema beschouwen, waaronder voornamelijk een schilderij welke een Venus Esquilina voorstelt en die de hoogste bewondering wordt waardig gekeurd. De overige Nederlandsche schilderstukken worden zeer ongunstig beoordeeld en zij komen tot dezelfde slotsom als de Eransche kunstbe oordeelaars, namelijk dat de hedendaagsche Nederlandsche schüdersehool in het diepste verval verkeert. N. Mott, Gt, De bibliotheek van de Statistical Society te Londen heeft gedurende het laatste kwartaal niet minder daa 198 boekwerken ten geschenke ontvangen en er 13 aangekocht. Oader de eerste zijn alle natiën van de wereld vertegen woordigd, minstens door een Bulletin van het statistisch bureau; in geene der afdeelingen echter komt een Nederlandsch werk voor. In de Ecole des Beaux-Arts te Parijs is thans tentoonstelling van de zendingen uit Home" de proefstukken van de jonge kunstenaars die op kosten van den staat te Rome studeeren Algemeen is de klacht dat van zooveel kosten de resultaten zoo gering zijn; de studie duurt toch drie jaren en het subsidie is ruim genoeg. Het besluit van de tentoonstellings-kommissie van dit jaar, om de pensionnaires niet de drie jaar in Rome, maar ook elders te laten door brengen, vindt thans meer waardeering. Een nieuw stuk van Alm. Tadema, De aan roeping van Ceres" eene romeinsche ceremonie, voor de Tentoonstelling van Berlijn bestemd, vindt veel bewonderaars; terwijl het nog niet voor het publiek te zien is, verdringt zich in het atelier de pers _en de groote wereld van Londen. , , De fransche regeering laat afgietsels maken van al de Gallo-Romeinacbe oudheden en gedenkteekenen die in het museum van Cluny te zien zijn. De Academy stelt voor een stel van deze te trachten in te ruilen voor dergelijke Yan het South Kensington Museum; hoewel wij weinig van dien aard aantebieden hebben, zou ons Eijksinuseum ook met iets dergelijks niet slecht gebaat zijn. Van de 365 beelden, groepen en bas-reliefs, die de gevels van het nieuwe.stadhuis te Parijs zullen sieren, zijn er 106, de geheele voorgevel, op het budget van dit jaar gebracht, Eene som van 420,600 francs is voor deze uitgetrok ken ; de gezamenlijke beeldhouwwerken zullen 1,191,500 francs kosten. Parijs zal er in zijn beroemdste zonen en dochteren vertegenwoor digd wordeu. . Bastien Lepage, die het portret van Sarah Bernhardt vervaardigd heeft, en GustaveDor zijn uit Elzas-Lotharingen afkomstig. Met hen hebben nog zestig andere kunstenaars uit die provinciën geëxposeerd, waaronder Flameng, enner en Barillot. Te Parijs worden thans opgericht 153 jongens en 38 meisjesteekenscholen, 44 kursussen voor volwassenen, 3 scholen, voor mannen en 4 voor vrouwen. Aan deze inrichtingen zullen ook voordrachten over kunst verbonden worden. Het japansch genootschap te Londen waar van wij onlangs spraken, zal he'eten: Nipon [nstitute." De president heet sir RutËerford Alcock; de kontributie is 10 shillings (? 6.?) per jaar. de RedakUe van De Amster dammer, -Weekblad voor Nederland. . Heef en, Vergun mij een paar opmerkingen, naar aanleiding van uwe aankondiging van Jenkins, Duivelsketen,^ in de Amsterdammer van 15 Juni, welk weekblad mij nooit onder de oogen komt, waardoor ik eerst vier weken later bij toeval het bovengenoemde stuk heb gelezen. Als een schrijver, vertaler of omwerker een nieuw geesteskind de wereld' inzendt, is hij, hoe ook geblaseerd op dat punt;" toch nog al tijd nieuwsgierig naar het oordeel der pers. Al zijn zijne verwachtingen niet te hoog ge stemd, al weet hij dat zijn werk, schoon .naar de volmaaktheid strevende, deze op verre na niet bereikt, al is hij overtuigd dat de onver biddelijke kritiek ook hier niet zal zwijgen, toch ziet hij haar van eerlijke en "bevoegde "be oordeelaars met -belangstelling te gemoet. Zoo ging het ook mij, toen de schetsen uit het volksleven, naar Eduard Jenkins voor Ne derland bewerkt, het licht hadden gezien. Be halve de gewone (gunstige) aankondigingen in verschillende couranten, is dit werkje tot hier toe tweemaal een bespreking te beurt geval len. De eerste in het weekblad de Portefeuille van 7 Juni. De schrijver hiervan noemt die schetsen, onder den titel van de Duivelsketen bijeenverzameld, een "boeiend, aaneengeschakeld, verhaal, góó boeiend, dat waar men hefc boek ook opslaat en begint te lezen, het niet weer uit de handen gelegd wordt, voor dat de lezer alle schakels doorloopen heeft. Alles, zegt hij, staat onderling in een onafscheidelijk ver band: de zelfmoord van elena Arenberg, de val van Anna Merton, de vlucht van Hendrik Dikkers, de moord van Wiilem Kampman, de ondergang yan Lamaar; 't zijn allen scha kels van dezelfde ketens-in het helsehe vuur van. alcohol aaneengesmeed. Vooral op den oorsprong van het kwaad vestigt schrijver de aandacht; in de eerste plaats op de mede werking1 ten kwade van Segeering en Staat, zoo door het verleenen van patent om te tappen, als door den jeneveracc$ns tot een hoofdbron van inkomsten te maken. Niet minder nadruk echter wordt door hem gelegd op die schijn baar nietige oorzaken van de tallooze onhei len, die van het drankmisbruik een middellijk gevolg zijn: de bon-el als belooning voor kleine, ons bewezen diensten geschonken; het glas grog, aangeprezen als middel van opbeu ring, verwarming of opwekking; de morgen drank" tot bevordering van het gezellig ver keer; ze worden hier in het ware licht gesteld, den lezer tot een verwijt en -waarschuwing tevens. Hier- tegenover staat de beoordeeling van den verslaggever in uwe courant, die spreekt van smakelooze lectuur/' die betuigt er geen keten in te kunnen vinden," die beweert, dat men de onwaarheid der voorstellingen proeft en de bladzijden onbevredigd uit de hand legt," die zegt dat het werkje als letterkun- j dig product geen waarde heeft," dat er geen' eenheid in heerscht," dat het niet boeiend is," dat het er vooral niet beter op is geworden, nadat het voor Nederland is aangekleed." De personen mochten verdoopt worden, de toe standen bleven door en door Engelsen" enz. Hoe nu beide verslagen met elkander te rij men? Ziet de een dan zoo geheel anders dan de ander? Is-het -woord boeiend" dan voor verschillenden uitleg vatbaar? Is er dan niet een maatstaf voor Nederlandsche toestanden?" Kan een voorstelling dan door den een waar, door den ander omvaar worden gevonden? Eindelijk: welken toestand heeft Jeakma dan geschetst, die niet eiken dag in ons dierbaar Nederland zoo kan voorvallen, ja maar al te dikwijls voorvalt? Dat men dergelijke voorstellingen niet tot dageBjksche lectuur zou wenschen, is aan geen twijfel onderhevig; maar gaat er een dag voorbij dat men geen dronkaard ziet ook al acht men dit .minder wenschelijk? En daarin legt de schrijver, mijns inziens, juist zijn uitnemend talent aan den dag, dat hij vrij en onbewim peld den kanker durft aantasten, die aan de Engelsche en niet minder aan onze Nederland sche maatschappij knaagt. Hij is geen Zola, die het réalisme in zijn laagste uitingen huldigt; hij is geen Daudet die de zonde in verleidelijken vorm laat optreden; hij is de greote ze denmeester, die het kwaad kwaad- noemt en de gevolgen van dat kwaad niet verbloemt, maar als_een eindeloose keten van ellende ter waarschuwing van zijn land- en tijdgenooten in beelden brengt. Heeft de beroemde en ia zijn land zoo po pulaire schrijver dan zoo mis gezien in de keus zijner middelen, om dat groote volksgebrek bij hem en bij ons te bekampen? Is elk gesproken of geschreven woord ter waarschuwing tegen wering van .de dron kenschap dan niet een goede daad, die waar deering verdient in plaats van veroordeeling ook al wijkt het soms eenigszins af van de wijs waarop men haar bestreden wenscht te zien? Is er in een klein land als het onze, waar de belasting op het gedistelleerd jaarlijks ruim twee-en-twintig millioen in de schatkist doen vloeien, geen nheid, geen samenwerking noodig in de bestrijding van die grootste on zer Yolkszonden ? Was 't dan zoo verkeerd ge zien, het Forewarned, forewarned" ook op onze landgenooten toe te passen? Toen de uitgever en bewerker van The Devile Chain tot de hollandsche uitgaaf, daarvan besloten, wisten zij, helaas! voor elk feit, in het .oorspronkelijke vermeld, tal van holland sche personen en. hollandsche toestanden te noemen. En dat deindruk niet gering is, die het beeld van een Anna Merton, van een Kampman en Reinders op de zonen en doch teren uit het volk maakt ik zou er u ver scheidene Toorbeelden Yan kunnen aanhalen, indien ik geen misbruik vreesde te maken van de mij in uw blad toegestane ruimte. U dankzeggende voor de opneming dezer regels, noem ik mij WelEdelè. heeren! Uwe Bw. Dienaar, ii. N. Wij gunnen gaarne ieder, wie^zich ver ongelijkt waant, de gebgenheid 'zichtte be klagen en te rechtvaardigen. Dat een boek door twee personen zeer ver schillend beoordeeld wordt,;valt dagelijks voor. Keuren wij de Duivelsketen" .-af, daaruit behoeft volstrekt niet afgeleid te worden, dat het boek niemand bevallen zal, alleen dat het ons niet beviel. De Portefeuille" noemt dit werkje boeiend enz. misschien zon de Boekzaal der Ge leerde Wereld, als ze nog bestond, er mee ge dweept hebben, maar wat bewijst dat an ders, dan dat de smaken verschillen ? Verleden jaar bestreed een letterkundige'als de heer De Veer, dit boekske op de algemeene vergadering derMaatsch. tot. Nut van't Algemeen, en" juist deze week verscheen er in de Zutfenséhe Gourant een uitgebreide beoordeeling'der Duivels keten", die in hoofdzaak volkomen met het geen wij er van zeiden, overeenkomt." - Behoeft het wezentlijk, zelfs voor den ver taler, nog nadere uiteenzetting, dat dit boekje geheel engelsch bleef, onder de bewerking, dan vreezen wg dat hij nooit tot die overtuiging sal geraken. Lijkschouwingen in een.kroeg, enz. a. v. als een alledaagsche zaak, komen hier zeker niet voor. Hoe men van een .aaneengeschakeïd-verhaal kan spreken, bij een verteling, die met een hoofstuk eindigt, waarvan niemand ter .wereld, a? ware hij ook H. N. in aersoon, het verband met het voorgaande zal Inzien, begrijpen wij niet. Onwaar" blijven wij De Duivelsketen noe men, niet omdat elk deel van het verhaal on mogelijkheid is,- maar aangezien een serie Yan dergelijke verhalen tot een soort van eenheid verwerkt, onmogelijk een trouw beeld der wer kelijkheid kan zijn. Wie een boekje, leest, waarin bijna alleen aan diïnkebroers een rol -wordt toegedeeld, zegt aanstonds: gelukkig, zoo is de wereld niet!" Daarom mist zulk een werkje elk praktisch nut. En als H. N. beweert: En daaria legt de schrijver, mijns inziens, juist zijn uitnemend talent aan den dag. dat hij vrij en onbewim peld den kanker durft aantasten, die aan de engelsche en niet minder aan onze ned rlandsche maatschappij knaagt," dan vragen wrj verbaasd: Welk talent is er in 's hemels naam noodig, om w# en onbewimpeld" het jenevermisbruik te bestrijden? Zulke talentvollen le ven er gelukkig hier te lande bij duizenden. Dat Jenkins nog een ander talent: dat van romanschrijver bezit, erkennen wij gaarne, doch o. i. staat dat talent te hoog om hem niet toe te roepen: noblesse oblig-v!" EED. In Seyffardt 's boekhandel- verscheen; Het Rondscïirift, Systematische handleiding totzelfcmderricht en schoolgebruik, met de daarbij beooreude pennen, in 6 soorten, 75 cents. De afzonderlijk handleiding 25 cents.' Zij,- die een slechte hand schrijven, lieden die voor de pers werken, niet geheel Ontbloot van medelijden met -zetters en korrekters, mogen deze handleiding niet versmaden. De beoefe ning van het Eondschrift kan hun niet genoeg aanbevolen worden. ' Nieuwe uitgaven: J. Gronernan, Waar' of onwaar? Nieuwe. Indische schetsen. 2 dln; Dordrecht, J. P. Revers. Van de Schelde - tot de Weichsel. Nederdmtsche Dialecten in dicht en ondicht, uitgekozen en opgehelderd door Joh. A. Leopold n L, Leopold. 10e afiV.Groningen, J. B. Wolters. Verhandelingen rakende den natuurlijken en geopenbaarden godsdienst, uitgegeven door Teyler's Godgeleerd genoodschap. Nieuwe Serie. Vile deel. (Q-eschichte der ChrislicJien S ttenlehre in der Zeit des neuen Testamentes, von AWrecht Tlioma}. Haarlem, De Erven F. Bohn. The English Monarehy. ? Musïc and Musieians ? Cotint Cavour. Polybms and his times. ~?Glacial JDpochs and warm pok! regïoas. Wny is Sciotland radical? The Irish TJniTersity-Bill. Free trade, reciproeitVj and foreign Competition. The federation of the Engiish. Empire, A.ryau Socie ty. State papera; Charles I. The life of the princeconsort. - Theophrastus Such. ??.An nurecognised element in our educatioaal systema. die de ooren in den nek legt, en neerduikt, al rondglurende naar welke kant zij het ge makkelijkst sou kunnen ontsnappen. Zoodra Etienne zijn. aandacht uitsluitend aan dejonggehuwden wijdde^, werden de gesprekken om hem heen levendiger, maar als hij mee wilde praten volgde er een algemeen stilzwijgen, dat bijna beleedigend was. Eindelijk-begon Etienne genoeg te krijgen v-an zijn vruchtelooze pogingen om een gesprek aan te knoopen, en besloot hij om zich tot de rol van toeschouwer te bepalen. Onder de hand begon oud en jong wat luidruchtiger te worden, nu de eerste honger gestild was, en in de -verte zag Etienne het donkere kopje van Ther-êse en hoorde hij den gullen lach, waarmee zij de aardigheden van haar buurman scheen te beantwoorden. Dat hij haar zoo lief en bekoorlijk vond, vermeerderde nog zijn spijt over den afkeer dien zij hem zoo duidelijk ge toond had. Het dessert was op het stevig maal gevolgd en de jonge lui wachtten met ongeduld op het teeken om op te staan. Twee oude vr uw-tjes hadden met bevende stem het bruidslied gezongen, toen zich eensklaps in de aangren zende schuur het krassend geluid der viool .deed aooren. Dat was het signaal en alles stormde naar de tot danszaal ingerichte ruimte, behalve de oudjes, die liever aan de tafel bleven zitten. En nu, leve de-pret! riep Célestin, ter wijl hij Etienne meetrok naar de schuur, waar de muzikanten in de hanebalken troonden. Er was geen plaats genoeg voor al de gas ten, en ds paren dwarrelden dooreen-tot op het plein voor het. huis, waar de vroolijke zomerzon, het aardige tooneeltje bescheen. De meisjes hadden, om haar beste japonne tjes voor de warme handen van de knapen te beschermen, haar zakdoeken om het middel gebonden en zagen er met haar frissche blo zende gezichtjes onder de hooge witte mutsen allerliefst uit, zooals ze daar op een oude dans melodie, langzaam mét haar cavaliers rond draaiden. Een van de meest onvermoeide danseressen was Therèse Desroche9. 't Was of zij zich wilde schadeloos stellen voor 'het vervelende leven in de sombere woning van haar vader, en geen enkele dans sloeg zij over. Vlug en licht als een veder, scheen zij den grond nauwelijks te raken; er was iets kinderlijks in haar on bezorgde vroolijkheid; 't was haar klaarblijke lijk uitsluitend te doen om het pleizier van den dans, want zij toonde geen de minste voor-1 liefde voor den een of anderen cavalier; n slechts scheen zij met opzet te ontwijken, en die eene was Etienne. Meermalen had hij ge tracht haar te naderen, maar nauwelijks was het hem gelukt, of gij riep den onvermijdelijken Jouset aan haar zijde. Eindelijk begon het hem te vervelen; hij hield ook van dansen en de aardige boerinnetjes waren niet zoo bang voor hem, als die haatdragende Mlle Desroches. Hij vergat dus zijn knorrigheid, vroeg de liefste meisjes en vermaakte zich? kostelijk. De zon was eindelijk schuil gegaan, vermoeid van het toekijken, en had haar taak overge dragen aan de statige volle maan, die de rustelooze pretmakers bescheen. Therèse stond tegen een van de posten der schuurdeur ge leund om even adem. te scheppenden wuifde zich. koelte toe met een "bosje ?wrn.gerdbladeii, toen onverwachts Etienne's stem vlak naast haar zeïde: Ik heb .nog niet het pleizier gehad om met u?te dansen, Mlle Desroches. Zij keek hem'aan met haar donkere oogen, die in het maanlicht glansden en fronste de wenkbrauwen. Niet, - mijnheer ? gaf zij op afgemeten toon, en met schijnbare onverschil ligheid ten antwoord. ??De muzikanten beginnen, weer; wilt gij dezen dans met mij doen.? ??Dank u, ik heb mijn woord gegeven aan mijnheer Jouset. Alweer! hernam Etienne eenigzins spot tend. Alwear, gaf zij op denzelfden toon ten antwoord. Mijnheer Jouset is wel gelukkig. Vindt ge, mijnheer Maugars; men kan ook niet alles hebben. Ik zou mijn deel wel tegen het zijne willen ruilen, Het jonge meisje schudde ongeduldig het hoofd en zei minachtend: De ruil zou~hem misschien minder bevallen. ??En gij zoudt ze hem zeker niet aanraden, hernam déjonge man, wien het wonderlijk te moede werd. Zij keek hem met haar heldere, 'oprechte oogen vlak in het gelaat en antwoordde: Ik? neen, zeker niet, mijnheer Maugars. En daarop ging zij heen. Ditmaal was de bedoeling om hem te beleedigen zóó merkbaar, dat Etienne. niet lan ger aan de gevo.elens der spreekster kon twij felen. ? Onaardig,, onwelopgevoed kind! mom pelde hij terwijl hij zich verwijderde. Deze laatste teleurstelling had hem de lust om nog langer te dansen benomen. Hij liet zich de.iamer wijzen, die Célestin liem beloofd liad, en ging naar bed. Maar bij kon de slaap niet vatten ; het gekras van de viool verveelde mi en nog meer het geschreeuw van de knapen, die de kamer der jonggehuwden tracht ten te ontdekken, en hun allerlei plagerijen toeriepen. Met het aanbreken van den dag werd hij wakker, en hoewel hij Célestin half beloofd had om de nabruiloft mee te.vieren, besloot hij, om in alle stilte naar Saint-Cl mentin terug te keeren. Nadat hij een der dienstboden verzocht had om zijn groeten over te brengen, verliet hij de boerderij en begaf zich op weg naar huis. De zon was pas opgegaan over de bloeiende heide en de leeuwrikken zongen hun morgen lied. Etienne voelde zich niet recht prettigna den onriistigen. nacht,' en ging langzaam en droefgeestig gestemd verder. Tegen wil en dank keerden" zijne gedachten telkens terug tot de harde woorden van Mlle Desroches, en voor zijn half gesloten oogen' verrees,het won derlijke meisje met haar kindermond, haar vrijen, onschuldigen oogopslag, haar hoog ver standig voorhoofd, 't Was zeer zeker de eigen aardigste en aantrekkelijkste verschijning, die hij in Saint-Clémentin nog had ontmoet. Waar om moest zij nu juist zulk een zonderlingen afkeer koesteren voor de familie Maugars? Dat de dokter kwade vrienden was met zijn vader, kon licht gebeuren in zulk een klein stadje, maar dat zijn dochter een kind van zestien jaren de vaderlijke verbittering zoo geheel tot de hare en den onschuldigen nieuwe ling in dea kring tot haar slachtoffer maakte dat was toch wel wat heel erg. In zijn overpeinzingen verdiept, was hij het dorp Saint-Pierre doorgegaan, en naderde de stad, tuen hij plotseling bij het omslaan van en hoek tegenover zijn vader stond. -M. MHUfars zag er in zijn morgenkostuum met een rooten ronden .hoed en kaplaarzen, even o pgewekt en wakker uit als aijn zoon slapeng en verdrietig. . . ,?Zoo, zoo ! riep hij, terwijl -hij hem bij den arm greep. Zijt gij daar alterug? . . . Aan uw gezicht zou ik .zeggen dat ge den heelen nacht niet naar bed waart geweest, jongen! Neen, ik ben om elf uur gaan slapen ea nu pas op gestaan. Drommels, "hoe verstandig i Waren ei dan geen mooie meisjes op die bruiloft ?... Maar kom, als ge uw nachtrust gehad hebt, ga dan met me mee... Ik gal .u eens een koop laten kijken, dien ik in uw afwezigheid gedaan heb. Zij liepen het land door, in de richting Yafi de hoogten ^achter Saint-Clém'entin. Ja, ging M. Maugars voort, ik heb de Varenberg gekocht. Dat goedje stak mij al lang de oogen uit; de vorige eigenaar'heeft zijn zaken slecht bestuurd en daardoor heb ik het goedkoop kunnen krijgen. Zij waren nn in een laan van noteboomen gekomen, aan welks einde het hek van de boerderij zich vertoonde. Dat de oude Maugars bijzonder ingenomen was met zijn nieuwe be zittingen, bewees- hij door zijn zoon overal rond te leiden; het huis, de stallen, de hooizolders, alles moest hij zien. Ziet ge, sprak hij, er is hier van alles: wei en bouwland, boomgaarden en zelfs lieide, dank zij de slechte manier van huishouden hier .. * maar dat zal nu wel anders, worden.. . (Wordt vervolgd)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl