De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 10 augustus pagina 2

10 augustus 1879 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEEDAMME K, E E KB L AB Y O O R E D E K L A K D. waren onze "betrekkelijke armoede ie doen ; strekken tot middel ora te voorkomen, dat we'"niet 30,000 gld; wegwerpen ter normaliseerinfj, dat wil m gewoon, hollandsch zeggen: tb't verminking van" den schoenen Buitensingel, we zouden hen zeker bijzonder dankbaar zijn. Men versta óns wél. Had de stad over geld te beschikken,, veel van het bovenge.noemde, schoon in anderen vorm, zouden wij .wensehelijk achten. . Maar daar is inderdaad geldgebrek en daarmee behoort men rekening te honden. o. i. is het de ,plicht van gelden toe te staan dan Wij herhalen: den Baad . geen voor werken die waarlijk onontbeerlijk zijn. Daarom mag hij dit lijstje, dat zonder eenig beginsel .is opgemaakt, niet goedkeuren. In plaats van 9 miïlioen, zullen wij 7 l/a" leenen, doch de vermindering is schijn, want noodzakelijke, werken worden in de memoiie of niet genoemd of uitgesteld, niet noodzakelijke komen op de voordracht voor. Zoodat over een paar jaar weer een leening noodig zal zijn en we ten slotte meer uitgeven dan verdedigbaar -is. Dat er "besloten is tot het oprichten van een abattoir, een groenmarkt enz. is geen "bezwaar. Die "besluiten kunnen gehandhaafd blijven, alleen het tijdstip van uitvoering worde verschoven tot er- "betere dagen aan. breken. hoeft; naar onze overtuiging, gesloten is, dat deze oorlog nog1 veel zal kosten, ?tenzij' de Engelschen lust een enkel uur deze zoo hoogst geYQordraeht af te handelen, maar -vrede bloed mogen gevoelen meer te moorden dan noodig is. De Transvaal, die wellicht onder deze troe belen 'eenige kans had tot op zekere hoogte herstel van grieven te verkrijgen, zal nu voor goed aich moeten buigen onder het engelsclie juk. "Wolseley zal de. staatkunde van Frère .piet ontrouw worden. Het parlement keurde* het kr«diet OTQ de kosten .van dezen oorlog te bestrijden tot een bedrag van 36 millioen gulden goed. Engeland stelt zich, voor ook deze gelden grootendeels op Natal te verhalen, een vooruitzicht echter dat wel mgszïns duister is, daar genoemde kolonie over niet meer dan 3 millioen gld. aan inkomsten jaarlijks te beschikken heeft. Frankrijk heeft te Nancy hulde gebracht aan de nagedachtenis van Thiers. Redevoeringen werden er uitgesproken door Martel, president van den Senaat, Lepere minister van b nnenlandsche zaken, verschillende autoriteiten en. ook door Jules Simon, die namens Mevr. Thiers optrad. Demonstraties tegen de republiek of tegen de onderwijswetten van Ferry vonden niet plaats. Op waardige wijs gedroeg zich de republikemscue partij hij dit ernstige werk. Nu de" senaatskommissie Ferry's- wetten ver worpen heeft aal eerst na de vakantie, dat is in het eind van November, de beraadslaging over deze voordracht in den.Senaat gehouden wor den. Oredurende den tijd van het reo.es kunnen de kommissieleden de kwestie overdenken. Niet onwaarschijnlijk zal net met deze zaak gaan als met het vraagstuk over den terugkeer der Kamers naar Parijs. Ook ten opzichte van dit punt wilde de Senaat eerst niet met de Kamers om den strijd te heslissen, Iquiquëwerd vol gens de laatste berichten weer gebombardeerd. Omtrent de samenstelling van het nieuwe kabinet, valt'nog niets met zekerheid te zeggen. Dat het hoogst moeilijk is een kotiservatief ministerie bijeen te brengen blijkt o. a.'uit het feit, dat aan. Jlir. Klerk de portefeuille van Waterstaat, Handelen Nijverheid s aangeboden. Wanneer men aanxlen voorzitter van de kom missie die de belangen. der nederl. Nijverheid te Parijs moest behartigen, doch zoo schromelijk verwaarloosd heeft, de zorg voor dit departe-ment wil toevertrouwen, en de Heer Klerck zélf niet schroomt zija handen naar zulk een portefeuille uit te strekken, moet de politieke toestand al zeer verward zijn! Van anti-revolutionaire zijde is te Dokkum kandidaat voor de Tweede Kamer gesteld de Heer Dr. A. Kuyper, van liberale zijde de Heer Mr. J. 3?. Humalda van Eysinga, een gewichtig punt te beslissen, alle mogelijke moeite behoort te doen om zich vooraf te ver gewissen van het oordeel der burgerij en van allen die kennis van bouwkunst bezitten, of be langstelling in zulke zaken aan den da g leggen. Het Dag. Bestuur zou, zoo meenen wij, niet beter hebhen kunnen doen, dan vóór zij den een abonnement te verstrekken, waaraan -het, ontvangen van onderricht ver bonden was ?, later stelde zij eenen instrukteur aan in de gemeente-, lijke Badinricliting in den Buitensingel. Thans: heeft zij eenen instrukteur aangesteld in de Openbare Kostelooze Gemeente-Zwem- en Badinrichting aan den Westerdokdijk alhier. HoeRaad opriep om over zulk een zaak te beslis- j wel het seizoen eerst, sind lo Juni geopend is, sen, en tot nu waarlijk niet gunstig voor het beoefenen der zwemkunst is geweest, zijn toch reeds ongeveer 300 jongens als leerlingen inDe dagbladen bevatten: Handelsblad: Het veldleger. Mijmeringen, van een O. L oudgast. Liberale zelfmoord. N. Mott. Courant: De Octrooien. (Redevoe ring van Dr. J. Th. Mouton.). Arnhemsche Couranl: Over de oplossing der krisis. Vaderland: De liberale partij en de krisis. Nieuws y- d. Dag: "Wat ieder raakt. (Krisis). Mott. Nieuwsblad: Een nationaal belang. (Polderbesturen), Ansterda/msehe Courant: Met voorbedachte medegaan, doch eenige weken tijds waren vol- rade. (Het gebruiken van 's konings naam door De niet in wichtige op nieuw met den meesten ernst een over-[ doende hem tot een ander gevoelen te brengen. i Fransen v. d. Putte en Cremers.) zicht te nemen van al: de werken, die j Inmiddels heeft de parijsche gemeenteraad i, ' __ , ?' , men weet dat in de eerstvolgende jaren (in den geest van het wetsontwerp Ferry benoodig zullen zijn, en daarna te beslissen sloten, om bij het heropenen van de scholen, voor welke men thans reeds leenen zal. - alle onderwijzers en onderwijzeressen, die tot abat- i eene kongregatie benooren, te vervangen door leeken. De egeering zal zulke hesluiten met genoegen vernemen en niet nalaten van den tijd gebruik te maken om de wensohelijklieid De vraag dient beantwoord: is een toir noodiger d-an bv. de "bruggen over den' Overtoom; moet er nu bijna een millioen voor onderwijs geleend , worden, terwijl de i nieuwe wét, die 30 pCt vergoeding belooft, j "^T elk oogenblik kan ingevoerd worden? Waar .bestaat, nu en in de eerstvolgende jaren, meer. behoefte aan: aan een groenmarkt of aan de volledige voltooiing der houthaven? In het algemeen : welke uitgaven zijn er nog in het' verschiet? Aanstaanden Woensdag zal de Raad de derde leeningsvoordraeht behandelen. Wij open dat hy in dit voor Amsterdam hache YOOrsteUen.doo, de en net liberale doen uitspreken. lijk tij dsge wicht sluiten. niet lichtvaardig zal be-De oorlog met Afghanistan behoort nu. ge lukkig tot liet verleden. De rekening werd op gemaakt, het parlement keurde haar na, de noodige debatten en opmerkingen goed en het slot van de geheele zaak was een schitterend vuurwerk ter eere van DisraeH, Lytton, het leger, Indie, enz. 't Ging wel niet zonder luide tegenspraak van de tegenstanders van het jmaïsterie, maar 't gelukte toch en waarom ook niet? De oorlog moge onrechtvaardig zijn geweest, de wetenschappelijke grens werd be2 Toen Vrijdagavond de Kamer van Koopde plannen met teekeningen, allee wat openbaarmaking geschikt is, algemeen verkrijgbaar te stellen, opdat de publieke opinie zich duidelijk hebbe uitgesproken vóór ' geschreven, ierwijl daarvan ongeveer twintig n TJ- J "11 'l L ' de ixaaa zijn besluit neemt. a]s geoefende zwemmers van het onderricht En wat zien wij hier geschieden ? ' ! 2jjn ontslagen. Hieruit mag de gevolgtrekking Zelfs zij die allereerst recht hebben zich te j worden gemaakt, dat . bij het einde van het doen booren, de Kamer van Koophandel, gaat ^ seizpen de zoo noodige en nuttige zwemkunst men stil voorbij. Waarom ? Was men bevreesd voor een afkeurend votum; schuwde men liet onderzoek, wilde men den Raad bij verrasing winnen ? Het heeft er inderdaad allen schijn van. Dat is te betreuren. Zulk een plan moet langs den koninklijken weg tot stand komen. "Wij gelooven dat de Heeren Martin Wolffc. s. zelven zulk een wijs van handelen zullen.af' keuren. Voor wat men wezenlijk gced acht schroomt men de kritiek niet. . ? Het ia waar in de Kamer van Koophandel i door toedoen der Amsterdamsche Zwemclub :b_et deel zal zijn geworden van een betrekke lijk groot aantal personen, Gedurende tijdperken gelijk de tegenwoor dige, dat de noodige middelen ontbreken,hield het Bestuur zich onledig met het bevorderen der" zwemkunst zooveel dit gonder g&ldel^ke hulpmiddelen mogelijk was. Het drong bij hét Gemeentebestuur aan op verbetering van be-. staande, en op aanleg' van nieuwe inrichtingen; en er mag met voldoening op gewezen worden dat die pogingen niet vruchteloos zijn geweest, Op onbekrompen wijze is door de stad eenê. hebben een paar leden zitting, die zelf een Zwem- en Badinrichting aan den Westerdokdijk plan tot het stichten van een nieuwe beurs -voordroegen. Zij zouden dus niet onparUjdsg zijn zal men beweren, Zn, dat is zeer wel gebouwd, terwijl plannen aanhangig zijn dit getal zoo spoedig mogelijk te vermeerderen. Ook door het uitschrijven van wedstrijden men? En is niet juist, nu de Kamer onder hare leden er waarschijnlijk enkelen telt, die afkeerig zijn van het voorgedragen beursplan, zij des te meer het aangewezen kollegie om de voordracht te beoordeelen, mag men van met bevriende zijde niet het eerst een kritiek verwachten die wij-jfc op leemten of gebreken die in het plan kunnen voorkomen? Reden om in dit geval de Kamer, die bij voorkeur omtrent zeer onheteekenende zaken schijnt gehoord te worden, voorbij te gaan mogelijk; maar is daarom de GBÏIEELE KAMSE heeft-de Zwemclub verscheidene malen getracht partijdig geworden? Wie zou dit willen aanne- | zoowel het groote uut der'Zwemkunst aan te toonen en in grooteren kring bekend te ma ken, als haren leden een aangenaam feest aantebieden, waarin zij meermalen goed is geslaagd, Thans nu deze 200 nuttige Yereeniging uit geldgebrek niet in staat is haar programma in alle deelen te vervullen, heeft zij recht op den steun van allen die het nut der zwemkunet erkennen. Voor slechts ?2.50 wordt men ala lid, voor f2 als donateur ingeschreven. De Secretaris, de heer Hugo Muller is steeds be reid de noodige inlichtingen te verschaffen. Duïtschland levert weinig nieuws. Men wordt echter schadeloos gesteld met allerlei berichten omtrent liet vorderen der onderhandelingen tusschen Bis mar ck en het Vatikaan. Hoe lang die nog zullen aanhouden weet niemand. Men mag het er echter voor houden dat een op lossing dezer kwestie nog eenigen tijd zal duren. Voorts redeneert men over nieuwe partij formatie, of liever, over de ontbinding der bestaande partijen. Het gerucht wilde, dat ook Lasker het politieke leven moede was geworden. Dit is echter iet het geval. Behalve de voorstellen tot aankoop van ver schillende partikuliere spoorwegen, heeft het ministerie van* openbare werken ook een ont werp doen samenstellen tot reorganisatie van de administratie der Pruissische Staatsspoor wegen. Het ontwerp heeft ten doel het-spoor-" wegwezen meer dan" tot ra toe- geschiedde, te centraliseeren. In plaats der talrijke direkties en kommissies zal slechts een kleiner aantal direkties treden, die elk gemiddeld ongeveer 2000 km. te beheeren zullen hebben. Bovendien zal er een niet onbelangrijke wijziging worden gebracht in de bevoegdheden der nieuw in te stellen besturen. In 't bijzonder zal liet reent van beslissing in tariefaaken alleen aan 't centraal-bestuur worden toegekend. De Egyptische kwestie is-geeindigd en ten genoegen der Mogendheden afgeloopen. De reikt. Het einde heeft het werk gekroond, wat ] nieuwe firman, waarbij de Khedive wordt aan gesteld, bevat alles wat de oude inhield. Het geschil over de grensregeling tusschen was er tegen omnuLytton, en in hem Disraeli, te danken voor hun gehoond beleid l .. Van dezen aziatischen rooftocht zal men nu Griekenland en Turkije zal weldra wér'van vooreerst niet meer aooren, de afrikaansche zieb, doen spreken. De Porte "benoemde aoglevert nog stof tot spreken op, doch het schijnt j maals kommissarissen en de mogendheden dat hij ook weldra van de lijst der parlemen- dringen weder op de behandeling der zaak handel en fabrieken vergaderde, vroeg de heer J. C. van Leeuwen het woord, om zijne be vreemding tiittespreken dat op de agenda voor de gemeenteraadszitting van aanst. Woensdag de voordracht stond, nopens het bouwen van. een nieuwe beur,?, , Dit verrassend nieuws maakte op de Verga dering blijkbaar een hoogst onaangenamen in druk. Verscheidene sprekers verklaarden dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken, het orgaan van den handel in de eerete plaats, volstrekt niet over de voorgedragen plannen was gehoord. _ . Het is waar de heer Tromp, wethouder voor publieke werken, ter vergadering aanwezig, ' meende dat, gelijk men hem verzekerd had, reeds in 1873 de Kanier over het heffen van een beursgeld was gehoord, De heer Hartzen bevestigde dit, doch andere leden herin nerden zich, dat de bedoelde vergadering wel werd, bijgewoond door de meeste leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, maar eigentlijk een bijeenkomst van eenige door het Dag. T Bestuur daartoe uitgenoodigde firma's was geweest. Weldra bleek uit de diskussie, dat er zelfs dit jaar nog zulk een gemengde geheime vergadering was gehouden, maar op beide, luidde de slotsom, werd wel over het algemeen hét heffen van beursgeld goedgekeurd, doch volstrekt geen bepaald plan aan het oor deel der aanwezigen onderworpen en boven dien werd de instemming met het heffen van beursgeld, volkomen afhankelijk gesteld van een goede, voor den handel gewensclite inrich ting der te bouwen "beurs. Dit aan. De italiaansche minister van zaken heeft een nota aan de taire onderwerpen geschrapt zal worden. De overwinning blijkt vollediger geweest te zijn, dan de eerste berichten deden verwachten. Verscheidene Zul u-legerhoofd en boden hun on derwerping, aan. Oetawayo trok terug naar een .schier onbereikbaar oord, doch men tracht hem van deze nota zal waarschijnlijk zijn, de .sa "te zetten n inmiddels worden andere stam.- mogendheden het bewijs te leveren dat Itali men opgehitst om hem te bestrijden. Een prijs ook een groote mogendheid is. was seleer over een PLATT voor (Ie VER VOL liet beursgebouw was de Kamer NIET gehoord. Men mag inderdaad niet zeggen dat onze Kamer blijken van prikkelbaarheid geeft, als buitenlandsche (zij zich voorbijgegaan, verwaarloosd acht, dooi mogendheden het Stedelijk Bestuur. yan-5000 stuks vee werd op het hoofd van den dapperen Zulukoning gesteld. Het is niet te denken, al duurt het.nog eenigen tijd voor de gezet. De zeeslag bij Iquiquëwas niet voldoende gezonden, nopens de ten uitvoerlegging van Het bouwen van de nieuwe beurs is een zaak. het traktaat van Berlijn. De p.olitieke strekking; waarin, naar wij gelooven, ieder Amsterdammer belang stelt; wat er van don Dam worden zal vraagt, elk burger en. gaat ons allen aan, Misschien hebben wij een verkeerd begrip .van hetgeen een gepaste mate van publicitei inag heeten; maar wij zouden ineenen dat een gemeentebestuur, hetwelk gereed staat over zulk De oorlog tusschen Peru en Chili wordt voor zoover de krachten reiken met woede voortbestond er zekev niet. De Kamer scheen zich dan ook te willen Loen gelden. Wat zij besloten heeft is ons onbekend, want toen de voorzitter de vraag stelde of de Kamer zich tot het gemeentebetuur zou wenden ??stelde hij tegelijk voor, de kwestie verder in komitégeneraal" te belandelen. De hamer viel ten teeken dat de openbare zitting gesloten was en de deuren' dicht gingen. Dit laatste voldeed OBS bij uitstek. Welke gedachte toch zouden wij moeten, voeden van een Amsterdamsen, kollegie, dat niet het ge wicht zijner gewichtigste beraadslagingen over een zaak die allen aangaat, met den sluier van liet geheim dekte ? Zoo lang het neder.andsch bloed van vreemde smetten vrij door onze aderen vloeit, zullen "wij de zittingen met gesloten deuren liefhebben. Dat is bijzonder aeilzaam. voor het behoud van ons prestige. Want als het publiek eens bemerkte, dat wij persoonlijke zaken onder de publieke mengden, waar bleven wij ? Nu bespeurt het daar niets van! Wij zijn den heer v. Leeuwen dankbaar, dat hij in de publieke zitting van de Kamer de beuïsplarmen heeft ter sprake gebracht. Wij vinden nu dubbel aanleiding de aandacht onzer lezert op deze zaak te vestigen. Het [ geldt hier een hoogst belangrijke kwestie. Zullen wij den Dam tot een sieraad der stad zien verheffen, door een schoon beursgebouw tegenover het paleis te stichten of zal men het Damrak ontwijden en Amsterdam alweder een van die schoone stadsgezichten ontrooven, welke een erfenis zijn van de vaderen, die "elke vreemdeling ons benijdt? Indien de Kamer van Koophandel haar red dende hand hier uitstrekte, r?wat zouden wij haar veel vergeven! Naar aanleiding van het bericht dat er voor eerst ' van een groot Badhuis te Ymuiden, moeielijk sprake kan zijn, omdat over den grond een proces aanhangig is, verneemt het Vaderland, dat de heer Bert Brouwer bij het ontwerpen zijner plannen juist de gronden, waarover het proces loopt, buiten rekening heeft gelaten om in de uitvoering van het project door niets te worden belemmerd. Mea mocht niet anders van den Heer Brou wer vermoeden, maar juist is het te betwijfe len of iets de toegang tot het zeestrand voor de bedoelde achtergelegen gronden niet breeder is dan 25 meter. Een badhuis dat niet aan zee ligt, zal zeker nog wel eenigen tijd op zich laten wachten. er voor de beslissing van dat proces van een groot badhuis zal komen, daar Het Nederlandsch Tooneel voerde verleden in den nieuwen schouwburg: A. van Lier: Dokter Klïras van l'Arroiige, vertaald door den beer J. H. Rössing, op. ' Het stuk, dat de bekeeiïng van een bonvivant, een jongen baron, die met de dochter van een ryk juwelier is getrouwd, ? tot een werkzaam landedelman bevat, kan niet geteld worden onder de blijspelen, die om de voor treffelijkheid hunner samenstelling, of descherpte van karakterteekeniug, zich een blijvenden naam verzekeren, - ' ,jDr. Klaus" is uit een oogpunt van kompo sitie, zeker een van de zwakste voortbreng? ! selen, die men zich denken kan. Het is veeleer De Amsterdamsche Zwemcluh, die welhaast > een samenvoeging van allerlei tooneeltjes, dan haar tienjarig bestaan zal herdenken, stelt zich \ een tooneelstuk, en de persoon, aan wie het ten doel de zwemkunst zooveel mogelijk te l zijn naam ontleent, treedt veel te weinig op bevorderen. Ter bereiking van dit doel houdt zij bijna regelmatig jaarlyksche zwemwedsfcrijden, en verstrekt onderricht in het zwemmen aan minvermogenden. Vroeger voorzag zij in dit laatste deel harer taak door aan de bestaande partikuliere Zweminrichting een zeker getal jongens kosteloos voorgrond, OÏQ. recht op zooveel eer te kunnen doen gelden. Doch Dr. Klaus" al is de Dr. zelf niet. bijsonder geestig voldoet het publiek zeer goed. Het blijspel biedt een aantal tooneeltjes aan, die op zichzelf beschouwd, geer aardig zijn en den lachlust in hooge mate wekken. hij wat al te weinig belang ia hetgeen niet met geldverdienen in verband stond; maar .dat was immers het gevolg van zijn werkzaam 'leven: zijn eerlijkheid, verstand en goede trouw waren in Etienns's oog altijd ongesehonden gebleven. De woorden van den boer op den Varenherg hadden aas die- kinderlijke bewondering den eersten slag toegebracht, en 't was een ge voelige slag geweest: Honderden Her in't ?rond hebt gij op zwart zaad gezet!" die woor den klonken hem gedurig in de ooren. En zijn vader had niets geantwoord. ??Was er iets waars in die beschuldiging? Was 't -onrecht vaardig' verkregen goed, waarvan hij leefde'? 't Was een vreeselijke verdenkiog, en Etienne voelde dat nij geen rust zou hebben voor dat , die. martelende twijfel was opgeheven. Aan .wien. zou'Mj. inlichting vragen? Aan zijn vader ? "Daar was geen- denken aan. Bij liet eerste woord zou deze hem het zwijgen opleggen. En Mme Maugars die geloofde natuurlijk ook aan de onkreukbare eerlijkheid Yan het hoofd des huizes, en die overtuiging wilde Etienne niet schokken, 't Was al erg genoeg dat de twijfel in zijn ziel was binnengeslopen. Al zoekende naar de oplossing van het droe vig raadsel,, hermuerde hij zich enkele bijzon? derheden van het bruiloftsfeest: de wantrou wende blikken van de boeren, de plotseling afgebroken gesprekken, de wenken die zij el kander gaven, zoodra hij in hun nabijheid kwam; hij .bracht al de opmerkingen in ver band met den vreemden tegenzin van Therèse Desroches, en vroeg zich met een gevoel van epe vernedering- af, of zij misschien ook al iets gehoord zou hebben van de geruchten, door Jacquet verspreid. Ongetwijfeld, de roenschen te Brenil moesten er iets van weten, en in weerwil van zijn vereeiïtig voor M. Maugars zou Célestin ook wel van die lasterpraatjes gehoord hebben. Want lasterpraatjes waren het, dat bleef Etieune gelooven, en zijn vader moest ze kunnen te genspreken. Het plan om Célestin te onder vragen kwam eensklaps in hem op en bij be sloot om het nog dienselfden dag ten uitvoer te brengen. Hij stond op en keek naar. de pendule. Drie uur.. Het feest te Breuil zou nog den .heelea avond duren en hij had dus nog tijd genoeg. Hij dompelde zijn hoofd in een kom niet frisch water, verkleedde zich, zei toen aan zijn moeder dat hij bij nader in zien besloten had om zijn rol van bruidsjon ker tot liet einde toe vol te houden, enkeerde toen de grootste hitte voorbij was, naar de Haverkamp terug. Langzaam en in droeve gepeinzen verdiept, vervolgde hij -den weg, dien ht} den vorigen dag -in zulk een gelukkige stemming had af gelegd, en 't was acht uur toen hij op de boerderij aankwam. De zon ging ^vuurrood onder en spiegelde zich in de heldere glas ruiten; hij trad het huis binnen, verbaasd over de stilte, en vond in de groote kamer niemand dan de boerin en een paar meiden, die de tafel weer in orde maakten. .?Kijk! riep moeder Bardine toen zij Etienne gewaar werd, zijt. gij daar toch nog, M. Maugars! Célestin vreesde al dat ge niet meer komen zoudt. Hij is met de jongelui kreeften gaan visspnen in de rivier, en heeft mij verzocht u den weg ' te wijzen als .gij 't goed vondt. Wilfc ge mij'volgen? Een minuut of wat ging zij hem voor door de boomgaarden, tot zij Itenr een smal voetpad wees dat lange den. Keuvel naar beneden voerde. Etienne volgde liet klipgeitenpaadje, en be vond zich weldra, aan den oever der Oharente, die door de ondergaande zon met rozeroode tinten overgoten werd, en al spoedig kreeg liij de kreeftenvisschers in, net gezicht. De avondwind voerde hun vroolijk gezang ver over het. water, en tusschen de "hoornen door zag hij de jonge paren in 't rond dansen op de wijs van een oud Poitevinsch deuntje: In de lente nestjes bouwenDoen de vogels en doen wij, Ja, doen wij! .En de beurt om 't eerst te trouwen, Is aan mij! Ja, aan mij l . Midden in den kring onderscheidde hij Ket witte kleedje van Mlle Desroches, dat helder afstak tegen de groene weide, tusschen al de bonte hoerinnepakjes. Bij het hek, dat de weide afsloot zette hij zich een oogenhlik neder, en nu hij Célestin daar voor zich gag, vreesde hij voor de inlichtingen, die deze hem misschien geven zou. Hoe, indien zijn droevige twijfel eens zekerheid werd! Hy benijdde de on schuldige en onbezorgde -vroolijkheid dier jonge boeren, en zou op dat oogenhlik gaarne zijn lot tegen het hunne geruild hebben. Luide kretea van dansers stoorden hem in zijn overdenkingen, en hij gag hen naar den rivierkant ijlen om de kreeften op te halen, en naar huis terug te keeren. Nu was het tijd om Oëlestïn aan te spreken; met een kloppend hart sprong Etienne over het b.ek, het bruidspaar te gemoet, dat aan het hoofd van den .optocht liep. Zoodra de jonge man hem in het oog kreeg, riep hij ver heugd; . Welj dat is goed, mijnheer Etienne, dat ge nog gekomen zijt, en juist bij tijds voor het avondeten! Wij hebben heerlijke kreeften gevangen,^ en moeder Bardine heeft slag van het koken. Daarop keerde hij zich tot de gas ten, Z^jn al de netten opgehaald? Een ontbreekt nog, riep een knaap waarin Etieune den eeuwigen Jouset herkende... Mme Desroeb.es heeft het uitgezet, en zij kent da plek, zij is het gaan halen... Ik heb wel lust om. haar te gaan helpen. Neen, blijf gij nu eens hier, Jouset, a-iep Oélestin met'én zekere waardigheid; gij draait altijd om Mlle Therèse heen, en dat zou haar wel eens kunnen gaan vervelen. Ik zal haar wel even helpen... of nog beter, ging hij zacht tegen Etienne gewend voort... doe gij het mijnneer Etienne, toon haar dat gij niet boos op haar zijt. Ik heb haar van morgen eens flink onderhanden genomen, en zij heeft spijt over haar gedrag van gisteren. Vooruit, kinderen! M. Maugars en Mlle Desroches zullen ons volgen. De paren verwijderden zich en Etienne volgde het riviertje dat zich in allerlei bochten langa de weilanden kronkelde, en op eenigen afstand een klein groea eilandje gevormd had. Weldra zag hij het witte kleedje tusschen het elzenhout schemeren, en hij merkte dat het jonge meisje nog altijd te vergeefs naar haar kreef ten zocht. Plotseling bleef zij staan, en trachtte in 't halfdonker te ontdekken, wie men naar achterna zond; aan gang en houding scheen zij Etienne te herkennen; zi) zette Ket ten minste op een loopen, .en verborg zich half achter een heuveltje in het weiland. Maar Etienne liet zich zoo niet beetnemen; hij nam een korteren weg en was haar weldra op zijde. Vergeef mij dat.ik 't u lastig maak, zei hij, maar ik heb order gekregen om u te hel pen, en u met de kreeften naar de Haverkamp terug te brengen, Geef u geen moeite, M. Maugars, stamelde zij; ik weet nu waar ik ze vinden kan; mijn aet staat bij het eilandje en ik zal het gaan halen. Opheteilandje? Maarisliierdaneen schuit? Neen, geen schuit maar een bruggetje; maak u maar niet bezorgd. Toen Etienne naderbij was gekomen/ zag hij dat het eilandje door- een omgevallen boom met den oever ver bonden was. Deze zeer onvoldoende brug lag bijna vlak op het water, dat bier "vrij diep en snelvlietend was; een elzentak aan weerskan ten atia een paaltje bevestigd diende voor leuning. , Gij zult u daar toch niet op wagen, hoop ik, ,zeïEtienne; pas op, ge zult uitglijden, ea een minder aangenaam bad nemen als gij het doet. Zij had haar japon opgenomen, en zonder naar gijn raad te luisteren stapte zij op bet glibberige bruggetje. Etienne was niet gestemd tot praatjes maken; hij haalde de schouders op, en bleef het kop pige jonge meisje met de oogen volgen. Bijna had zij de overzijde bereikt, toen hij eensklaps plof! .en een val in het water hoorde. In een oogwenk was Etienne aan den overkant van de brug-, en daar zat Mlle Desroches zich krampachtig vastklemmende aan de zwakke leuning, terwijl haar beenen en rokken in het water hingen. Zij begon zenuwachtig te lachen. De jonge man greep haar bij den arm, hielp haar opstaan en aette haar veilig maar druip-" nat op het eilandje aan wal.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl