De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 17 augustus pagina 3

17 augustus 1879 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AM S T E,E D A MME £, WE&KBLAD VOOB^NEÜEELANÖ. lïelbourne, Sidney, Newyork, woer/en overmorgen tegelijk ten tooneele. Uit' alle ouwïrargen der wereld stijgt de kreet ten er is maar n Drama en Sardou ijn profeet ?!? Hcderdaad neemt M. Sardou onder de schrijwier stukken zien op dit o ogenblik in den ijdsten kring grooten naam verwerven, een ?ste plaats in. Naast hem bemerkt men, ook liet voorste gelid M.M. Augier en Emile la; de eerste zoo niet verontwaardigd dan verwonderd hier zij aan zij te staan met in laatste.' Misschien heeft hij er reden toe. .ou. en Augier zijn in het zwart en hebben k bun arm geboden aan een dame. Het zijn ora, de 'fiere Créoolsche, en Madame BernarcJ, edele moeder. Zola is mede, in vrouwelijk lsehap. 13e hemel beware u van te zeg;n: in gezelschap van liet tzwak'ke geslaeMervaise en la grande Virginie zouden u dadek hun tobben met kokend zeepsop naar uw tofd werpen. Op dit oogenblik echter 2ijn dde vrij bedaard, misschien wat afgemat van it vele reizen en trekken, en nu hun geleider in een stevig glas genever aanbiedt, beginnen zelfs er vrij aardig uit te zien. Onder ons : n borreltje mag M. Zola wel voor de dames ?er hebben in ruil tegen de tonnen gouds e zij hem hebben laten verdienen. En nu n er nog mensehen- die zeggen dat de natulistische richting onzinnig is ! De oude Gasird . uit les Cloches de CorneviSle en de l ruïdjonkers van den Petit Due wanfc ook hebben recht op een plaats in het eerste lid, slaan dit zonderlinge drietal met verha ag gade. Het zou onbillijk zijn de eersten te' illen weren. Want tot de populairste onder e. jongste. Parijsche tooneelwerken,.behooren s Gloclies de Gornemlle ea Le petit Buc ? renzeer als Les Bourgeois de Pont-Arcey en' lora van Sardou, les Fourcham'bcmU van Au- ? ier en l' Assominoir van Emiie Zola. Van de genoemde eomédies, maakte in Envooral Hora* grooten opgang. Geheel mgewerkt en tot vier bedrijven ingekort, werd et gespeeld .onder den titel van - Diplomacy. Staatkunde..) Mes weet dat ook bij ons zich emmea verineven die deze inkrimping eisehten, El-ij merkwaardigerwijze werden dezelfde argu', enten er voor aangevoerd. [?Deze verminking volgens den schrijver i andere veranderingen vielen volstrekt niet , den smaak van M. Sardou, die er zelfs hevig trontwaardigd over was. Men hoorde spreken in een proces. De houding van d«ta talent>llea auteur vond in Engeland algemeen* 'keuring. Hem werd verweten^ de Engelsche iden en gewoonten niet te kennen, of althans r zich. niet over te bekommeren. Inderdaad moet Diplomacy nog al afwijken; au het oorspronkelijke. De bewerking wordt jrgens genoemd: een Engelsen stuk op Franhe grondslagen. Maar waar is dat verschil .au in gelegen? In deze hoofdpunten: mcy is korter en dus beter geschikt voor het riteehe tooneél, dat geen stukken gebruiken au die langer duren- dan drie uur. Dan woren Oostersche zaken het was Januari '7Horlogzuehtiger gedachtenis! in de plaats e^teld voor de Yersaillaansehe kuiperijen, De oofdkarakters zijn Engelsehen in stede van 'ranechen en worden voorgesteld als broeders 'Meji vertelt nog iets van Sardou. Door den moten bijval dien de Fransche stukken ok in Engeland genieten zijn sommige Parij;he seitrijvers in den waan gebracht dat het }or hunne beurs voordeeliger zou zijn hunne mdscaiiften onmiddelijk aan overzeesche tooseldirekteuren te verkoopen. Inderdaad schijnt jze betrekking winstgevender in Engeland in in Frankrijk. 'Het stelsel van exploitatie dat in feet eerste nd gevolgd wordt, werkt hiertoe mede. Men >ekt geen stukken voor zijn gezelschap, maar ten -vormt een gezelschap voor zijn stukken, ?beter .gezegd: voor n stuk. Yandaar dat i Londen de bestaande troepen zich elk oogeniik wijzigen. Langer dan voor n speeleisoen of vo@r een reis door de. provinciën een tooneelgezelsehap zelden bij elkaar. len behoeft niet te vragen wat er van de in spel en opvatting bij de voorstelingen overschiet. Door de Engelsche kritiek 'ordt dim ook dit stelsel als een bron van oortduresde ellende beschouwd. Men begrijpt dat de taak der managers (ondernemers) gebeel anders is als die kunner Hollandsere 'foeroepg-enooten. Een der eersten, vernemende dat M. Sardon een nieuw drama gereed had, bood hem een .aanzienlijke som gelds en ver schillende andere voorrechten en waarborgen aan wanneer hij het ter bewerking wilde af staan, Sardon was hiertoe bereid en zond hét ?handschrift naar Londen. Doc!i aldaar aange komen slaagde het niet om aan de betrokken beoordeelaars te bevallen en bleef de koop ongesloten. Om Diplomaat/ te spelen voor het eerst vertoond Januari 1878 ia heiPrinceof Wales's Tkeatre vormden zich verscheidene gezel schappen. Het geheele land door verwierf het stuk grooten bijval. Een der Diplomacy-troepen vertrok naar Noord-Amerika ert oogstte ook daar overvloedige toej-uichingen. Men weet dat op Dora, Sardou Zes Bour geois de jPont-Arcey liet -volgen. Wenden wij ons voor de afwisseling naar Frankrijks oostelijke grenzen, dan zien wij, dat geen ' driedubbele fortenkring oin Metz en Straatsburg helaas dat wij die grenzen reeds overgetrokken zijn, den voortgang der produkten van het vernuft hebben kunnen sluiten. Verleden jaar,' den 7den October, werd te Weenen in het Carl Theater de eerste voor stelling gegeven v&n.Frangö'sïsche Kleinstadter een bewerking der Bourgeois de Pont-Arcey. Twee- omstandigheden verhoogden de belang stelling der toeschouwers, een nieuwe -comédie van Sardou gespeeld onder een nieuwe direktie en voor een liefdadig doel; n. 1. ten gunste der gezinnen van de gemobiliseerde soldaten. .De bijval was dan ook algemeen en blijvend. Wat de verdeeling betreft is het misschien de moeite waard om op te merken dat de rol van Brochat, bij ons gespeeld door den heer Morin, te Weenen opgevat scheen te worden als behoorende bij het emplooi van den -eersten komiek. Na moeten de komische rollen het best gespeeld zijn, zoodat bij deze voorstellin gen het helderste, licht viel op de satirieke gedeelten en de ontwikkeling der intrige min der de aaldacht trok. ? Nemen wij Italië. Milaan was de eerste om Pont-Are&y ten tooneele te voeren. Aangemoedigd door den grooten opgang aldaar, naiaen de meeste plaat sen van belang in noordelijk .Italiëhet onmiddelijk over. Naar Kome afgezakt werd het de buit van drie ondernemers te gelijk. Maar de Dames en Heeren bepaalden zich niet tot ons 'werelddeel. Weldra sloegen zij hunne tenten op te New-York,. waar in Octo ber 1878 .zij het eerst voor de voetlichten tra den ora geen minderen bijval te genieten dan overal elders. Men 'kent verder hun succes hier télande; en ook- ia Engeland zijn de Burghers of Arcey-Bridge reeds sinds lang goede vrienden geworden met de schouwburgbezoekende menigte. Men ziet het: M. Sardon mag tevreden zijn. Want de schets die gegeven werd kan geenszins volledig genoemd worden, al maakt zij mel ding van zelden geëvenaarde belangstelling in zijne jongste drama's. Maar nog .inniger dan de hartelijke ontvangst die Dora en Pont-Arcey ten deel vielen . en nog algemeener was de bijval die ondervonden werd door Les FourchamlbmUs. - Over dit .meesterstuk, de volgende week. 14 Aug. 1879. F. v. d. G. Volgens de "belgisehe Ghronigue is een dag vaarding aan den heer Vicfor Biïessens, bestuur der van den nederlandschen schouwburg te Antwerpen gezonden in naam van de lieeren Emile Zola, Busnack en Gastineau schrijvers van het toóneelstuk l'Assommoir, getrokken uit den roman van dien naam. De zaak is, dat de 'heer Driessens meer dan tienmaal in een tent op de kermis dit stuk in het Vlaamsch heeft opgevoerd, zonder een kontrakt met de schrijvers te hebben'aangegaan, ofschoon de belgische wetten de fransche schrijvers daar tegen bescherming beloven. De schrijvers, zou den volgens den eischer in hun naam, recht hebben op tien percent der bruto ontvangst ea vorderen bovendien 2000 frs. schadeloos stelling. . Door het comité, belast met het beheer over den gtedelijken Vlaamschen . schouwburg .te Brussel, is tot dkecteur voor, hei speelzeisoen 1879/60 benoemd de heer Vietor Driessens, be stuurder van'den stadsschouwburg te Antwerpen. Beide schouwburgen zullen nu voortaan, ieder Smaal 's weeks, door hetzelfde gezelschap, dat te Antwerpen gevestigd' blijft ea met eenige krachten uit Nederland-versterkt wordtj wor den bespeeld, De .aandeelhouders van het Weener Stadttlieater hebben, ingevolge het ontslag van den neer Laube, het bestuur van dien. .schouwburg aan een kollege toevertrouwd, hetwelk bestaat uit de aan dit theater verbonden tooneelspelers Schonfeld, FriedmanrLobe en Tyrolt. Pauline Lucca, de beroemde zangeres, ge niet het voorrecht in de dagbladen haar levens beschrijving te kunnen lezen, en de treurig heid te ervaren, die er door haar afsterven zou ontstaan. Het is te Kopen, dat dit laatste de doodrerklaarde er toe zal aansporen, alles te doen wat in haar vermogen is, om haar be wonderaars dien wreeden slag te besparen. De feestviering van de liedertafel Oefening baart Kunst mag uitnemend geslaagd heeten, vooral de avond in het Paleis voor Volksvlijt was schitterend; doch ook de beide andere avonden wekten algemeene bewondering en bevestigde de overtuiging dat deze liedertafel een der eerste des lands is, waarvoor een goede toekomst is weggelegd. In het Paleis waar Collin dirigeerde, traden ook Mevrouw Collin-Tobisch en de Heer Blauwaert op, en wat genoeg zegt, zij handhaafden hun reeds verworven naam. De feestkaiitate maakte een machtigen indruk, die, misschien echter n-og overtroffen werd door het oratorium van Benoit. Niet minder dan 400 kinderen die onder leiding v'an Collin en de Leeuw geoefend waren, 'deden ons dit werk genieten, dat niet gemakkelijk uit de herinnering zal worden gewisclit. Het zou j-ammer zijn als voor. slechts nmaal al deze oefening dienst zou doen. Op het concert in Plancius,: waar ook nog Hollman en Dessau zich lieten hooren, was eer te veel dan te weinig te genieten.- Het publiek was voldaan en- dankbaar. Hoe kan dat ook andei-s. Alle moeite was door het bestuur ge nomen om.de feestviering in'elk opzicht te doen slagen en de hulde die het gezelschap en izijn bestuur' van verschillende zijde ont ving was volkomen verdiend. De hoofdstad heeft reden ook op het,bezit vaa deze liedertafel trotsch te zijn. Of bovenstaande titel door den vertaler, den heer H. T. Chappui?, gekozen is weet ik niet misschien komt de eer van de vinding toe aan de schrijfster, MTS. Eiiwardes. . ? Jet is geen mooie naam en de vraag: haar gelaat of haar fortuin'? klinkt hard ; aij her innert aan de onaangename waarfieid, dat het niet altoos uitgemaakt kao worden, waaraan schoone vrouwen hun succes te danken heb ben aan hun geld of aan hun bekoorlijkheden. Wel een onaangename waarheid voor beide geslachten evenzeer, hoewel o.m verschillende redeaen. > De titel ofschoon wat, ruw, past voor het boek en bevat den hoofdinhoud niet alleen, maar ook hét klein abuis, dat den knoop legde van de, intrige: de onderstelling, dat de mooie Jet nog een ander fortuin bezat dan haar lief gezicht. Hefc is mij onmogelijk, als ik .aan een mooi meisje denk, -':te spreken over haar lief GELAAAAT. Het intrigetje is doodeenvoudig; ik maak er geen gewetensbezwaar van het even te verklap pen, want ieder die meer een roman gelezen heeft, raadt het terstond; ook heeft de schrijf ster zelf het niet willen verbergen. De lieer Convngham is tweemaal getrouwd geweest: eerst met een rijke Afrikaansche, die hem een vrij knappe dochter Gora heeft nage laten met min of meer wollig haar, eenigszins dikke lippen, mitsgaders veertigduizend pond sterling en daarna met een Ameiïkaansche dame zonder. fortuin, uit welk huwelijk ge- sproten is de allerliefste, beeldsehoone.Jet, die natuurlijk part noch deel" heeft aan deJË40,000. - Mark Austen vraagt naar geen geld, hij is kaap, zal eenmaal als ingenieur zijn vrouw een. bekoorlijk bestaan kaïnneu aanbieden en heeft. Jet opredit lief; maar zij spot met zijn ver liefde gezicht, behandelt 3iem tamelijk hard en laat Jhem zonder hoop achter als zij Engeland verlaat met haar vader, die op 't vasie land genezing gaat -zoeken voor zijn .ingebedde.. kwalen. Niet onverdienstelijk is de teekening van het stille, maar grenzenloo^e egoïsme des ouden Corryagham's, die voor niets oogen en ooren heeft, wat niet in verband staat met zijn ge mak en genot. Was hij trouwens ook maar een middelmatig goed vader geweest, hij zou zijn argelooze dochter beter hebben bewaakt en tijdig gewaarschuwd. Hij had. 't wel mogen doen, want jonge meis jes zijn oms meer ingenamen met oude ge routineerde speculanten op vrouwelijke zwak heid dan met eerbiedige maar min handige minnaars; zoo was 't ten minste met Jet en zij kwam al spoedig in aanraking met Reverend Laurence Biron, een verloopen .Engelsch geestelijke, die al jaar en dag de meest be kende -badplaatsen had. afgereisd met j$ark Adsten's moeder. Deze belachelijke oude coq&ette schrijft aan haar erkenden cavalier^ van wieu zij tijdelijk geBefeeiden is, een enkel woord over den heer O. en diens erfdochter met de £> 4<3,ÖO. Zij is miet jaloersch overmits de dikke lippen en het wollige haar en boven dien de Reverend is niet gouden koorden aan liaar verbonden. Nu was er aan de heele Jet niets Afrikaansch te bespeuren, en had Laurence Biron acht ge geven op het signalement vaa de erfdochter, jhij zou zich gewacht hebben voor .schadei maar ook doortrapte booswichten hébbenliunne oogenblikken van verblinding; Jet, dacht hij, is een dochter van Mr. C-, een dochter van Mr. C. heeft veertigduizend pond, dus ik moet Jet het hof maken' om haar fortuin in banden te krijgen. Een slecht syllogisme zelfs Iroor een Engelsch godgeleerde! Het kwam hem duur te staan. Hij won het hart van Jet wat mij tegenviel, want ik meende dat zij vlug genoeg zou geweest zijn om. hem nog bijtijds te doorzien en zij zijn dol .gelukkig met elkaar totdat Lady Austen komt, die heel den mïnnehandel Terstoor-t, haar aanbidder opeischt ea met den. gouden tooverstaf aan hare voeten. brengt. Zij d.oet hem hare overmacht erken nen op een partij ie tegenwoordigheid van. Jet en een aantal gasten. Tableau! Het hart van Jet is gebroken. Ik had ge dacht, dat zij den niet alleen verachtelijken,. maar ook belachelijker! Keverend na zijn ont maskering sou hebben herdacht, met een ge voel van walging .en dankbaar zou ge weest zijn voor haar tijdig ontsnappen aan het dreigend gevaar, maar neen de auteur zegt .dat zij nog jaar en dag over hem getreurd heeft en eerst na een herhaald aanzoek zich. de hulde van Mark Aasten zwijgend, liet welgevallen. Ik loop nieto hoog met dit boek, het laat bij ?mij den indruk achter van een gezellige en niet zonder vernuft geschreven chroniqne scan'daleuse van een badplaats; maar ik kan mij zeer goed- voorstellen,, ja ik geloof zelfs, dat het door veel romanlezers een amusant werk zal genoemd worden. JVEen leest, 't gemakkelijk. De -vader met aijn medieijnkist, de oude coqniette, de badgasten die twisten over. ramen dicht of ramen open, zouden in een blijspel zeer goed op hun plaats zijn. Wie weet wat er nog van gemaakt wordt? V. H. Dat het letterkundig kongres hetwelk te Mechelen zal gehouden worden ook in de Dïetsch sprekende streken van Duitschland'de aandacht trekt, kan blijken uit onderstaande bekentmaking" die in het Plattd-ütseh VereensBlatt, dat te Leïpzig verschijnt, voorkomt: BEKISTMAKTHG. 'üp. den 24, 25, 26 un 27 August 1879 sal in de stad Mechelen de SYIIe iiederdütsehe Taal- en Letterkundig Congres" geholden wer den. Dat Bureel van de Congres-Commission begint al, den lidmaaten de ankimdigiagen to schikken. Nederdütschers, déan de nationale beweging andeel nemen, werden" up den Con gres by nse stambroeders gensyds den Rhyn wilkomeh geheten.' ' De ,den Congres denken mit .to maken, k nnén ook: gegenstandea, dése behandelt to seen /wünseken, vöó'ruut beandragen by dat Bureel der Regelings-Commissie van hetVÏe Taal- en Letterkundig Congres te Mechelen"; den se hechten aan vragen en stellingen -een bijzonder gewicht." We. de wichtige "bedüding kent, dédese Nederdüfcscliea Taal Congressen vooral den Vlaamschen volksstam, .gehad hebben, un we nog meer de iaternationaale belangstelling be denkt, dése meer1 un meer voor uns Platd fcschen krygen, ja wy kunnen wol seggen: d se reeds voor, uns hebben ?? we dit recht "be tracht, sal gewis nich -versümên, desen 17e Taalcosgres te besoeken. In eiken val hebben wij de verhandlingen van de Taaicongressen met alle aandacht un upinerksaamheïd to vervolgen; dat se dit ver dienen, bewijst wedder up 't vrisch de ank ndiging van dat Bureel der 'Regelings-Gornmissie", waarin ook dg,arup heengewesen is, dat de Congressen bijgedragen hebben om den broederbanêsteviger te maken, ivel'he nUen sainensnoert die de streken bewonen waar oase gemeenselmpgelfflve t&aJ? wordt gespro'ken.'" Un de vierde schikking" "besegt: . . Gteene onderwerpen .gullen behandeld en geene besluiten genomen worden, dan die het belang van beide deeleia van ^Nederland, in het bijzonder, en der Ned&rdmfscJt sprekende t>olfóeren, in Met algemeen, betreffen." De vertügirag, dat eene spraakkundige ver binding ttssehen alle Nederdütschen volksstammen uns Platdimtschen 'soowel ah den Nederlanders 'to baat kümt, grypt in NoordDütschland meer un meer m sïch, un d under uns dese 'Qvertüglng gewunnen hebben, maken sïch sek-er nich weenig m de nationale ,saak verdient, wen se de Congressen bereisen um met de Vlaamsehen patrioten de Nederdüfeche spraakeenigïng vermiddélen to helpen. 'Dat ook dit,XVIle to Mechelen anstaande Taaicongres daarto by-drage, um ns dichter .an dit groote maal heraan to bringen, un dat wy up. mse kant, ainee schuldigheid doen un den Congres recht talryk besoéken, dat w nschen wy met alle echten patrioten. Nieuwe uitgaven. C. P. J. van den Berg, De theorie -van liet arbeidsloon. Utreent, J, L. Beijers, F. 'Domela Nieuwenhuis, Algemeen Stem recht. Haarlem, W. G. de Grraaff. Salvatore Farjaa, Uit het scJmim der isee, Naar de tweede uitgave uit het -Italiaanscn vertaald door H. J, Wansink. Rotterdam, J. H. H. Uothmeijer. Jaeob de Haas 3?., ~P®,uperisme.en wetenschap, Rotterdam., J. H. H. Rothmeijer. Over liet wesen der &rondw.e.t, Haarlem, W. G. de Graaff. Edw. Rooze. Engelsche Schetsen. Sfcarvation. Women-Rights.' Huwbare dochters. Robbery Swindler & Co. Emily. Amsterdam, De Erven H. van Munster en Zoon. T. van Stempel; Ben schildwacht zonder knevels of een slecht verdedigde post. Kluchtspel in n bedrijf, voor- Rederijkers vrij be- ' werk'. Kampen, Lanr. van Hulst.' Zwitserland geeft in menig opzicht Op wet gevend gebied andere landen van. Europa een navolgenswaardig voorbeeld. Ook thans wordt daar door het Departement van Binnenlandsche Zaken een wet voorbereid,' die voor andere landen niet minder nuttig zou zijn. Het schromelijk misbruik dat er door den handel gemaakt wordt van den verkoop van geheimmiddelen, de nadeelige gevolgen dier zooge naamde medikamenten, die meestal van niet de minste waarde, voor hooge prijzen aan den man gebracht worden, zijn algemeen bekend. Allerlei personen, van niet de minste ontwik keling, spekuleeren op de licht- en bijgeloovigheid van bet domme publiek en duizenden zwakken en fcranken worden niet alleen in hun beurs getroffen, maar tevens het slacht offer van een handel, dien geen vrijheid van be staan behoorde te worden toegekend. ) zoo wederrechtelijke wyze verkregen ?arert. Hij wilde werken, toegang zien te ver krijgen tot ,de school voor schoone kunsten, lu'ïder worden, en geld verdienen om van te Sven, Tot zoo lang zou hij alleen het volstrekt Onontbeerlijke van zijn vader aannemen. " Hoe weinig ik ook van dat geld gebruik, zal altijd nog tfi veel wezen, en mij zwaar. snoeg wegen! murmelde hij, terwijl hij de' an naar den Varenberg insloeg, ??'Spoedig stond hij voor het huisje van Jacquet naar hij vernam geen geluid en de deur was ^'sloten, Alleen de kippen zaten zachtjes ka|elend op den mesthoop en een klein, in lomlën gehuld meisje dreef een troepje ganzen [oor zich, uit. l'Etienna klopte aan, en een zwakke stem jep: Binnen ! Door het heldere zonlicht verjlind kon hij eerst niets onderscheiden in het ialf duistere vertrek, maar eindelijk zag hij n de bedstede een uitgeteerde vrouw liggen, [ie, hem met angstigen, koortsachtigen blik aanta'arde- Hij vroeg of hij vader Jacquet eens [preken mocht. ;??-- Och, zei de zieke op klagenden toon, hij |;»iet thuis, de arme man! Hij is naar Saint'lémentïn. gegaan, om al den overlast dien ze hm. aandoen... Nu willen ze Zondag na de .is onze meubelen gaan verkoopen! En 'waar iullen wij arme zielen, heengaan? Endatterik. hier ziek lig; ik kan toch niet als een jrild dier in de heide slapen... En te moeten fenken dat een /man, die zich in zijn goud yentelt, ons zoo diep rampzalig maakt... Zeg, minneer, is dat rechtvaardig?.., arme hield Etienne klaarblijkelijk voor :n van de ^heeren van 't gerecht," en trachtte Sem'toi medelijden te stemmen. Hoe groot is de som waarvoor Jacquet vervolgd wordt? Drie honderd gulden, maar mijn beste mijnheer, die moeten wij aan dien Berïoquin betalen; inaar met den hoogeu in terest en de kosten, is het bijna vierhonderd geworden... En nu wordt Zondag alles ver kocht... Want hoe zullen wij 't ooit kunnen betalen?... Och, och!.,. Ziedaar, zei Etienne, terwijl hij het geld van zijn vader op tafel legde; hier is vijfhon derd gulden... Zeg aan Jacquet dat hij nu. morgen aan den. dag alles betalen moet, . Het goud rammelde terwijl het op de tafel viel. Moeder Jacquet, die er niets van begreep, ging in bed op zitten, en kon haar eigen oogen niet gelooven. ? . Goud! riep zij, en zooveel! VEijn goede mijnheer! is het waar? werkelijk waar dat al dat geld voor ons is?.,1, of spot gij met een arme zieke vrouw ? Hier, berg het maar, zei Etienne 't is voor w, En wie zijt gij, mijnheer! Zeg mij uw naam, dan zal ik Onzen Lievenheer morgen en avond voor u bidden?.,. Het geld is niet van mij, viel Etienne haar in de rede.... EK plotseling door een ge voel van teederheid voor zijn vader aangegre pen, liet hij er op volgen: .?M. Maugars zendt het u, op voorwaarde dat gij er met niemand over spreekt.... Goeden morgen! Hij snelde weg, nog lang achtervolgd dooi den dank en de zegenbeden der arme boerin. Die ? beiden zullen nu misschien wel zwijgen als alle mensclien ons vervloeken..... dacht Etienne met een diepen zucht. VI. Aan den voet van een rots, in de schaduw van de hooge Imdeboomen, zat Etienne stadïeën te maken, bij een smal beekje, dat met lieflijk gemurmel voortsnelde, om zich in de armen der Charente te storten, 't Was een heerlijke zomerdag; de zon speelde tusschen 't groen, en strooide allerlei grillige lichtjes op -het zacht voortstroomende water; in de verte klapperde het molenrad en een vrouwtje lag aan den oever geknield en spoelde haar linnen; rust en vrede schenen met het' uweeligo- licht van de boomen neder te dalen, en Etienne, geheel in zijn studie verdiept, voelde den weldadigen invloed van de kalmte om hem heen en vergat, voor een oogenblik al de zorg en smart van de afgeloopen week. Hij had zich zelven gedwongen om- den arbeid weer op te vatten, en die krachtsinspanning had haar eigen belooning meegebracht: hij was weer geheel onder den betooverenden invloed zijner kunst, "bezield met het vurig verlangen om op het doek weer te geven, wat er van al het. schoone om nem heen, in zijn eigen ziel was gedrongen. Zoo verdiept was .hij in zijn werk dat hij niet gehoord iad, hoe achter hem op het smalle rotswegje enkele kiezelsteentjes naar beneden 'waren gerold, onder een lichten voetstap. Maar toch was 't of 't werk niet meer zoo goed vlotten wilde; een tijd lang streed hij nog tegen de geheim zinnige macht, die hem tegenhield; toen wierp hij zijn penseel op het gras, rekte zich uit en door een instinktmatige nieuwsgierigheid ge dreven, keek hij om. Plotseling sprong hij op, want Thérèse Desrocbes, stond achter ,hem. Daar stond ze, op den hoek van 't smalle wegje. Met de eene nand steunde zij tegen de rots, en met de andere hield zij de linten van naar grooten strooien hoed vast, en zoo keek zij met alle aandacht, naar, de studie van Etienne Maugars. Tegen den achtergrond van frisch groen en donkere- rotsen stak haar aar dig slank figuurtje geestig af. De wandeling in de warmte had haar door gaans bleeke wangen rozerood getint, haar donkere oogen glinsterden, en het zoele windje speelde 'met haar lokken en met de strik op haar boezem. Vergeef me, sprak zij, Etienne aanziende-, ik vrees dat ik onbescheiden T^en... maar ik heb nog nooit iemand aan de beek gevonden,, en ik kom om waterkers te plukken... ZQO sprekende ging zij voor het doek. staan: Hoe mooi! riep zij uit, en wat lijkt het goed! alles s er, liet water en de blauwe lucht, en de "boomen, ja zelfs die witte waterlelie hebt ge niet vergeten. Etienne keek haar in _het openhartig ge laat, en toen hij zag hoe oprecht gemeend haar hulde was,- zei hij dat haar lof hem bij zonder aangenaam was. O, riep zij, ik heb er niets geen verstand van, en zeg maar wat ik denk,.. Is het niet erg moeielijk om al die dingen op zulk een klein doek te vereenigen, en er een waar af beeldsel van te maken? ~ Ja, nog al, gaf de jonge man lachend ten antwoord. . . . Maar later, als 't af is moet het ook een Heerlijk gevoel zijn!. Ja, een trooat voor' heel veel onaange naams ! zuchtte hij. Er volgde een oogenblik stilte'. Etienne dacht weer aan de droevige ontdekkingen, die hij in de afgeloopen week gedaan had, en die hem bij het zien van Mlle Desroehes met ver nieuwde levendigheid voor den geest traden. Er kwam een sombere trek op zijn 'gelaat, en Thérèse, die raadde wat er in hem. omging, voelde zich ook eenigszins verlegen over de rol, die zij gespeeld had. Zij-wendde de oogen af, en plukte aan de groene blaadjes tusschen de rots. Het waschvrouwtje liet haar arbeid rusten, en sloeg het paar nit de. verte nieuws gierig gade. t Etienne waa weer gaan zitten, en om Thérèses verlegenheid schijnbaar niet op te merken, begon hij zijn palet schoon temaken, en zijn pénseelen te bergen. Op 't oogenblik dat hij het schilderijtje weg: wilde nemen, Meld ze hem tegen met een haastige beweging. Och, laat ik ernog een poosje naar kijken l sprak zij vriendelijk, en bukte zich om alle bij zonderheden beter te kuimen zien. Gij Iiebt niets vergeten, vervolgde aij, -en de waschvrouw daar ginds lijkt sprekendIa het moeilijker om menschen te .schilderen dan boomen ? De moeilijkheid is dezelfde, zei hij. Een boom heeft even goed een uitdrukking :als een boerinnengéziclitje. Zoudt gij dus net zoo goed een mensen uit kunnen schilderen als deze wilg? ' Ik geloof het wel, gaf .hij ten antwoord, terwijl Hj de krachtige schoone lijnen van Th rèses profiel bewonderend aanstaarde, en eens klaps lachend zei: Zal ik eens probeeren om uw portret te mafeen, Mlle esroches. -?"Wezenlijk? riep zij terwijl er twee vroolijke sterretjes in haar oogen dansten, zoudt gij wezen lijk mijn portret willen maken,? Het zou mij eea groot genoegen zijn, als

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl