Historisch Archief 1877-1940
DE AM S T E,E D A MME £, WE&KBLAD VOOB^NEÜEELANÖ.
lïelbourne, Sidney, Newyork, woer/en
overmorgen tegelijk ten tooneele. Uit' alle
ouwïrargen der wereld stijgt de kreet ten
er is maar n Drama en Sardou
ijn profeet ?!?
Hcderdaad neemt M. Sardou onder de
schrijwier stukken zien op dit o ogenblik in den
ijdsten kring grooten naam verwerven, een
?ste plaats in. Naast hem bemerkt men, ook
liet voorste gelid M.M. Augier en Emile
la; de eerste zoo niet verontwaardigd dan
verwonderd hier zij aan zij te staan met
in laatste.' Misschien heeft hij er reden toe.
.ou. en Augier zijn in het zwart en hebben
k bun arm geboden aan een dame. Het zijn
ora, de 'fiere Créoolsche, en Madame BernarcJ,
edele moeder. Zola is mede, in vrouwelijk
lsehap. 13e hemel beware u van te
zeg;n: in gezelschap van liet tzwak'ke
geslaeMervaise en la grande Virginie zouden u
dadek hun tobben met kokend zeepsop naar uw
tofd werpen. Op dit oogenblik echter 2ijn
dde vrij bedaard, misschien wat afgemat van
it vele reizen en trekken, en nu hun geleider
in een stevig glas genever aanbiedt, beginnen
zelfs er vrij aardig uit te zien. Onder ons :
n borreltje mag M. Zola wel voor de dames
?er hebben in ruil tegen de tonnen gouds
e zij hem hebben laten verdienen. En nu
n er nog mensehen- die zeggen dat de
natulistische richting onzinnig is ! De oude
Gasird . uit les Cloches de CorneviSle en de
l ruïdjonkers van den Petit Due wanfc ook
hebben recht op een plaats in het eerste
lid, slaan dit zonderlinge drietal met verha
ag gade. Het zou onbillijk zijn de eersten te'
illen weren. Want tot de populairste onder
e. jongste. Parijsche tooneelwerken,.behooren
s Gloclies de Gornemlle ea Le petit Buc ?
renzeer als Les Bourgeois de Pont-Arcey en'
lora van Sardou, les Fourcham'bcmU van Au- ?
ier en l' Assominoir van Emiie Zola.
Van de genoemde eomédies, maakte in
Envooral Hora* grooten opgang. Geheel
mgewerkt en tot vier bedrijven ingekort, werd
et gespeeld .onder den titel van - Diplomacy.
Staatkunde..) Mes weet dat ook bij ons zich
emmea verineven die deze inkrimping eisehten,
El-ij merkwaardigerwijze werden dezelfde
argu', enten er voor aangevoerd.
[?Deze verminking volgens den schrijver
i andere veranderingen vielen volstrekt niet
, den smaak van M. Sardou, die er zelfs hevig
trontwaardigd over was. Men hoorde spreken
in een proces. De houding van d«ta
talent>llea auteur vond in Engeland algemeen*
'keuring. Hem werd verweten^ de Engelsche
iden en gewoonten niet te kennen, of althans
r zich. niet over te bekommeren.
Inderdaad moet Diplomacy nog al afwijken;
au het oorspronkelijke. De bewerking wordt
jrgens genoemd: een Engelsen stuk op
Franhe grondslagen. Maar waar is dat verschil
.au in gelegen? In deze hoofdpunten:
mcy is korter en dus beter geschikt voor het
riteehe tooneél, dat geen stukken gebruiken
au die langer duren- dan drie uur. Dan
woren Oostersche zaken het was Januari
'7Horlogzuehtiger gedachtenis! in de plaats
e^teld voor de Yersaillaansehe kuiperijen, De
oofdkarakters zijn Engelsehen in stede van
'ranechen en worden voorgesteld als
broeders
'Meji vertelt nog iets van Sardou. Door den
moten bijval dien de Fransche stukken
ok in Engeland genieten zijn sommige
Parij;he seitrijvers in den waan gebracht dat het
}or hunne beurs voordeeliger zou zijn hunne
mdscaiiften onmiddelijk aan overzeesche
tooseldirekteuren te verkoopen. Inderdaad schijnt
jze betrekking winstgevender in Engeland
in in Frankrijk.
'Het stelsel van exploitatie dat in feet eerste
nd gevolgd wordt, werkt hiertoe mede. Men
>ekt geen stukken voor zijn gezelschap, maar
ten -vormt een gezelschap voor zijn stukken,
?beter .gezegd: voor n stuk. Yandaar dat
i Londen de bestaande troepen zich elk
oogeniik wijzigen. Langer dan voor n
speeleisoen of vo@r een reis door de. provinciën
een tooneelgezelsehap zelden bij elkaar.
len behoeft niet te vragen wat er van de
in spel en opvatting bij de
voorstelingen overschiet. Door de Engelsche kritiek
'ordt dim ook dit stelsel als een bron van
oortduresde ellende beschouwd. Men begrijpt
dat de taak der managers (ondernemers)
gebeel anders is als die kunner Hollandsere
'foeroepg-enooten. Een der eersten, vernemende
dat M. Sardon een nieuw drama gereed had,
bood hem een .aanzienlijke som gelds en ver
schillende andere voorrechten en waarborgen
aan wanneer hij het ter bewerking wilde af
staan, Sardon was hiertoe bereid en zond hét
?handschrift naar Londen. Doc!i aldaar aange
komen slaagde het niet om aan de betrokken
beoordeelaars te bevallen en bleef de koop
ongesloten.
Om Diplomaat/ te spelen voor het eerst
vertoond Januari 1878 ia heiPrinceof Wales's
Tkeatre vormden zich verscheidene gezel
schappen. Het geheele land door verwierf het
stuk grooten bijval. Een der Diplomacy-troepen
vertrok naar Noord-Amerika ert oogstte ook
daar overvloedige toej-uichingen.
Men weet dat op Dora, Sardou Zes Bour
geois de jPont-Arcey liet -volgen.
Wenden wij ons voor de afwisseling naar
Frankrijks oostelijke grenzen, dan zien wij, dat
geen ' driedubbele fortenkring oin Metz en
Straatsburg helaas dat wij die grenzen
reeds overgetrokken zijn, den voortgang der
produkten van het vernuft hebben kunnen
sluiten.
Verleden jaar,' den 7den October, werd te
Weenen in het Carl Theater de eerste voor
stelling gegeven v&n.Frangö'sïsche Kleinstadter
een bewerking der Bourgeois de Pont-Arcey.
Twee- omstandigheden verhoogden de belang
stelling der toeschouwers, een nieuwe -comédie
van Sardou gespeeld onder een nieuwe direktie
en voor een liefdadig doel; n. 1. ten gunste
der gezinnen van de gemobiliseerde soldaten.
.De bijval was dan ook algemeen en blijvend.
Wat de verdeeling betreft is het misschien de
moeite waard om op te merken dat de rol
van Brochat, bij ons gespeeld door den heer
Morin, te Weenen opgevat scheen te worden
als behoorende bij het emplooi van den -eersten
komiek. Na moeten de komische rollen het
best gespeeld zijn, zoodat bij deze voorstellin
gen het helderste, licht viel op de satirieke
gedeelten en de ontwikkeling der intrige min
der de aaldacht trok. ?
Nemen wij Italië.
Milaan was de eerste om Pont-Are&y ten
tooneele te voeren. Aangemoedigd door den
grooten opgang aldaar, naiaen de meeste plaat
sen van belang in noordelijk .Italiëhet
onmiddelijk over. Naar Kome afgezakt werd het de
buit van drie ondernemers te gelijk.
Maar de Dames en Heeren bepaalden zich
niet tot ons 'werelddeel. Weldra sloegen zij
hunne tenten op te New-York,. waar in Octo
ber 1878 .zij het eerst voor de voetlichten tra
den ora geen minderen bijval te genieten dan
overal elders. Men 'kent verder hun succes
hier télande; en ook- ia Engeland zijn de
Burghers of Arcey-Bridge reeds sinds lang
goede vrienden geworden met de
schouwburgbezoekende menigte.
Men ziet het: M. Sardon mag tevreden zijn.
Want de schets die gegeven werd kan geenszins
volledig genoemd worden, al maakt zij mel
ding van zelden geëvenaarde belangstelling in
zijne jongste drama's.
Maar nog .inniger dan de hartelijke ontvangst
die Dora en Pont-Arcey ten deel vielen . en
nog algemeener was de bijval die ondervonden
werd door Les FourchamlbmUs. - Over dit
.meesterstuk, de volgende week.
14 Aug. 1879. F. v. d. G.
Volgens de "belgisehe Ghronigue is een dag
vaarding aan den heer Vicfor Biïessens, bestuur
der van den nederlandschen schouwburg te
Antwerpen gezonden in naam van de lieeren
Emile Zola, Busnack en Gastineau schrijvers
van het toóneelstuk l'Assommoir, getrokken
uit den roman van dien naam. De zaak is,
dat de 'heer Driessens meer dan tienmaal in
een tent op de kermis dit stuk in het Vlaamsch
heeft opgevoerd, zonder een kontrakt met de
schrijvers te hebben'aangegaan, ofschoon de
belgische wetten de fransche schrijvers daar
tegen bescherming beloven. De schrijvers, zou
den volgens den eischer in hun naam, recht
hebben op tien percent der bruto ontvangst
ea vorderen bovendien 2000 frs. schadeloos
stelling. .
Door het comité, belast met het beheer over
den gtedelijken Vlaamschen . schouwburg .te
Brussel, is tot dkecteur voor, hei speelzeisoen
1879/60 benoemd de heer Vietor Driessens, be
stuurder van'den stadsschouwburg te Antwerpen.
Beide schouwburgen zullen nu voortaan, ieder
Smaal 's weeks, door hetzelfde gezelschap, dat
te Antwerpen gevestigd' blijft ea met eenige
krachten uit Nederland-versterkt wordtj wor
den bespeeld,
De .aandeelhouders van het Weener
Stadttlieater hebben, ingevolge het ontslag van den
neer Laube, het bestuur van dien. .schouwburg
aan een kollege toevertrouwd, hetwelk bestaat
uit de aan dit theater verbonden
tooneelspelers Schonfeld, FriedmanrLobe en Tyrolt.
Pauline Lucca, de beroemde zangeres, ge
niet het voorrecht in de dagbladen haar levens
beschrijving te kunnen lezen, en de treurig
heid te ervaren, die er door haar afsterven zou
ontstaan. Het is te Kopen, dat dit laatste de
doodrerklaarde er toe zal aansporen, alles te
doen wat in haar vermogen is, om haar be
wonderaars dien wreeden slag te besparen.
De feestviering van de liedertafel Oefening
baart Kunst mag uitnemend geslaagd heeten,
vooral de avond in het Paleis voor Volksvlijt was
schitterend; doch ook de beide andere avonden
wekten algemeene bewondering en bevestigde de
overtuiging dat deze liedertafel een der eerste
des lands is, waarvoor een goede toekomst is
weggelegd.
In het Paleis waar Collin dirigeerde, traden
ook Mevrouw Collin-Tobisch en de Heer
Blauwaert op, en wat genoeg zegt, zij handhaafden
hun reeds verworven naam.
De feestkaiitate maakte een machtigen indruk,
die, misschien echter n-og overtroffen werd
door het oratorium van Benoit. Niet minder
dan 400 kinderen die onder leiding v'an Collin
en de Leeuw geoefend waren, 'deden ons dit
werk genieten, dat niet gemakkelijk uit de
herinnering zal worden gewisclit. Het zou
j-ammer zijn als voor. slechts nmaal al deze
oefening dienst zou doen.
Op het concert in Plancius,: waar ook nog
Hollman en Dessau zich lieten hooren, was eer
te veel dan te weinig te genieten.- Het publiek
was voldaan en- dankbaar. Hoe kan dat ook
andei-s. Alle moeite was door het bestuur ge
nomen om.de feestviering in'elk opzicht te
doen slagen en de hulde die het gezelschap
en izijn bestuur' van verschillende zijde ont
ving was volkomen verdiend.
De hoofdstad heeft reden ook op het,bezit
vaa deze liedertafel trotsch te zijn.
Of bovenstaande titel door den vertaler, den
heer H. T. Chappui?, gekozen is weet ik niet
misschien komt de eer van de vinding toe aan
de schrijfster, MTS. Eiiwardes. . ?
Jet is geen mooie naam en de vraag: haar
gelaat of haar fortuin'? klinkt hard ; aij her
innert aan de onaangename waarfieid, dat het
niet altoos uitgemaakt kao worden, waaraan
schoone vrouwen hun succes te danken heb
ben aan hun geld of aan hun bekoorlijkheden.
Wel een onaangename waarheid voor beide
geslachten evenzeer, hoewel o.m verschillende
redeaen. >
De titel ofschoon wat, ruw, past voor het
boek en bevat den hoofdinhoud niet alleen,
maar ook hét klein abuis, dat den knoop legde
van de, intrige: de onderstelling, dat de mooie
Jet nog een ander fortuin bezat dan haar lief
gezicht. Hefc is mij onmogelijk, als ik .aan een
mooi meisje denk, -':te spreken over haar lief
GELAAAAT.
Het intrigetje is doodeenvoudig; ik maak er
geen gewetensbezwaar van het even te verklap
pen, want ieder die meer een roman gelezen
heeft, raadt het terstond; ook heeft de schrijf
ster zelf het niet willen verbergen.
De lieer Convngham is tweemaal getrouwd
geweest: eerst met een rijke Afrikaansche, die
hem een vrij knappe dochter Gora heeft nage
laten met min of meer wollig haar, eenigszins
dikke lippen, mitsgaders veertigduizend pond
sterling en daarna met een Ameiïkaansche
dame zonder. fortuin, uit welk huwelijk
ge- sproten is de allerliefste, beeldsehoone.Jet, die
natuurlijk part noch deel" heeft aan deJË40,000.
- Mark Austen vraagt naar geen geld, hij is
kaap, zal eenmaal als ingenieur zijn vrouw een.
bekoorlijk bestaan kaïnneu aanbieden en heeft.
Jet opredit lief; maar zij spot met zijn ver
liefde gezicht, behandelt 3iem tamelijk hard en
laat Jhem zonder hoop achter als zij Engeland
verlaat met haar vader, die op 't vasie land
genezing gaat -zoeken voor zijn .ingebedde..
kwalen.
Niet onverdienstelijk is de teekening van het
stille, maar grenzenloo^e egoïsme des ouden
Corryagham's, die voor niets oogen en ooren
heeft, wat niet in verband staat met zijn ge
mak en genot. Was hij trouwens ook maar
een middelmatig goed vader geweest, hij zou
zijn argelooze dochter beter hebben bewaakt
en tijdig gewaarschuwd.
Hij had. 't wel mogen doen, want jonge meis
jes zijn oms meer ingenamen met oude ge
routineerde speculanten op vrouwelijke zwak
heid dan met eerbiedige maar min handige
minnaars; zoo was 't ten minste met Jet en
zij kwam al spoedig in aanraking met Reverend
Laurence Biron, een verloopen .Engelsch
geestelijke, die al jaar en dag de meest be
kende -badplaatsen had. afgereisd met j$ark
Adsten's moeder. Deze belachelijke oude
coq&ette schrijft aan haar erkenden cavalier^ van
wieu zij tijdelijk geBefeeiden is, een enkel woord
over den heer O. en diens erfdochter met de
£> 4<3,ÖO. Zij is miet jaloersch overmits de
dikke lippen en het wollige haar en boven
dien de Reverend is niet gouden koorden aan
liaar verbonden.
Nu was er aan de heele Jet niets Afrikaansch
te bespeuren, en had Laurence Biron acht ge
geven op het signalement vaa de erfdochter,
jhij zou zich gewacht hebben voor .schadei
maar ook doortrapte booswichten hébbenliunne
oogenblikken van verblinding; Jet, dacht hij,
is een dochter van Mr. C-, een dochter van
Mr. C. heeft veertigduizend pond, dus ik moet
Jet het hof maken' om haar fortuin in banden
te krijgen. Een slecht syllogisme zelfs Iroor
een Engelsch godgeleerde! Het kwam hem
duur te staan. Hij won het hart van Jet
wat mij tegenviel, want ik meende dat zij vlug
genoeg zou geweest zijn om. hem nog bijtijds
te doorzien en zij zijn dol .gelukkig met elkaar
totdat Lady Austen komt, die heel den
mïnnehandel Terstoor-t, haar aanbidder opeischt
ea met den. gouden tooverstaf aan hare voeten.
brengt. Zij d.oet hem hare overmacht erken
nen op een partij ie tegenwoordigheid van.
Jet en een aantal gasten. Tableau!
Het hart van Jet is gebroken. Ik had ge
dacht, dat zij den niet alleen verachtelijken,.
maar ook belachelijker! Keverend na zijn ont
maskering sou hebben herdacht, met een ge
voel van walging .en dankbaar zou ge
weest zijn voor haar tijdig ontsnappen aan het
dreigend gevaar, maar neen de auteur zegt .dat
zij nog jaar en dag over hem getreurd heeft
en eerst na een herhaald aanzoek zich. de hulde
van Mark Aasten zwijgend, liet welgevallen.
Ik loop nieto hoog met dit boek, het laat bij
?mij den indruk achter van een gezellige en niet
zonder vernuft geschreven chroniqne
scan'daleuse van een badplaats; maar ik kan mij zeer
goed- voorstellen,, ja ik geloof zelfs, dat het
door veel romanlezers een amusant werk zal
genoemd worden. JVEen leest, 't gemakkelijk.
De -vader met aijn medieijnkist, de oude
coqniette, de badgasten die twisten over. ramen
dicht of ramen open, zouden in een blijspel
zeer goed op hun plaats zijn.
Wie weet wat er nog van gemaakt wordt?
V. H.
Dat het letterkundig kongres hetwelk te
Mechelen zal gehouden worden ook in de
Dïetsch sprekende streken van Duitschland'de
aandacht trekt, kan blijken uit onderstaande
bekentmaking" die in het Plattd-ütseh
VereensBlatt, dat te Leïpzig verschijnt, voorkomt:
BEKISTMAKTHG.
'üp. den 24, 25, 26 un 27 August 1879 sal in
de stad Mechelen de SYIIe iiederdütsehe
Taal- en Letterkundig Congres" geholden wer
den. Dat Bureel van de Congres-Commission
begint al, den lidmaaten de ankimdigiagen to
schikken. Nederdütschers, déan de nationale
beweging andeel nemen, werden" up den Con
gres by nse stambroeders gensyds den Rhyn
wilkomeh geheten.' '
De ,den Congres denken mit .to maken, k
nnén ook: gegenstandea, dése behandelt to
seen /wünseken, vöó'ruut beandragen by dat
Bureel der Regelings-Commissie van hetVÏe
Taal- en Letterkundig Congres te Mechelen";
den se hechten aan vragen en stellingen -een
bijzonder gewicht."
We. de wichtige "bedüding kent, dédese
Nederdüfcscliea Taal Congressen vooral den
Vlaamschen volksstam, .gehad hebben, un we
nog meer de iaternationaale belangstelling be
denkt, dése meer1 un meer voor uns Platd
fcschen krygen, ja wy kunnen wol seggen: d
se reeds voor, uns hebben ?? we dit recht "be
tracht, sal gewis nich -versümên, desen 17e
Taalcosgres te besoeken.
In eiken val hebben wij de verhandlingen
van de Taaicongressen met alle aandacht un
upinerksaamheïd to vervolgen; dat se dit ver
dienen, bewijst wedder up 't vrisch de ank
ndiging van dat Bureel der
'Regelings-Gornmissie", waarin ook dg,arup heengewesen is,
dat de Congressen bijgedragen hebben om
den broederbanêsteviger te maken, ivel'he nUen
sainensnoert die de streken bewonen waar oase
gemeenselmpgelfflve t&aJ? wordt gespro'ken.'" Un
de vierde schikking" "besegt: . .
Gteene onderwerpen .gullen behandeld en
geene besluiten genomen worden, dan die het
belang van beide deeleia van ^Nederland, in het
bijzonder, en der Ned&rdmfscJt sprekende
t>olfóeren, in Met algemeen, betreffen."
De vertügirag, dat eene spraakkundige ver
binding ttssehen alle Nederdütschen
volksstammen uns Platdimtschen 'soowel ah den
Nederlanders 'to baat kümt, grypt in
NoordDütschland meer un meer m sïch, un d
under uns dese 'Qvertüglng gewunnen hebben,
maken sïch sek-er nich weenig m de nationale
,saak verdient, wen se de Congressen bereisen
um met de Vlaamsehen patrioten de
Nederdüfeche spraakeenigïng vermiddélen to helpen.
'Dat ook dit,XVIle to Mechelen anstaande
Taaicongres daarto by-drage, um ns dichter
.an dit groote maal heraan to bringen, un dat
wy up. mse kant, ainee schuldigheid doen un
den Congres recht talryk besoéken, dat w
nschen wy met alle echten patrioten.
Nieuwe uitgaven.
C. P. J. van den Berg, De theorie -van liet
arbeidsloon. Utreent, J, L. Beijers,
F. 'Domela Nieuwenhuis, Algemeen Stem
recht. Haarlem, W. G. de Grraaff.
Salvatore Farjaa, Uit het scJmim der isee,
Naar de tweede uitgave uit het -Italiaanscn
vertaald door H. J, Wansink. Rotterdam, J. H.
H. Uothmeijer.
Jaeob de Haas 3?., ~P®,uperisme.en wetenschap,
Rotterdam., J. H. H. Rothmeijer.
Over liet wesen der &rondw.e.t, Haarlem, W.
G. de Graaff.
Edw. Rooze. Engelsche Schetsen. Sfcarvation.
Women-Rights.' Huwbare dochters.
Robbery Swindler & Co. Emily. Amsterdam,
De Erven H. van Munster en Zoon.
T. van Stempel; Ben schildwacht zonder
knevels of een slecht verdedigde post.
Kluchtspel in n bedrijf, voor- Rederijkers vrij be- '
werk'. Kampen, Lanr. van Hulst.'
Zwitserland geeft in menig opzicht Op wet
gevend gebied andere landen van. Europa een
navolgenswaardig voorbeeld. Ook thans wordt
daar door het Departement van Binnenlandsche
Zaken een wet voorbereid,' die voor andere
landen niet minder nuttig zou zijn. Het
schromelijk misbruik dat er door den handel
gemaakt wordt van den verkoop van
geheimmiddelen, de nadeelige gevolgen dier zooge
naamde medikamenten, die meestal van niet
de minste waarde, voor hooge prijzen aan den
man gebracht worden, zijn algemeen bekend.
Allerlei personen, van niet de minste ontwik
keling, spekuleeren op de licht- en
bijgeloovigheid van bet domme publiek en duizenden
zwakken en fcranken worden niet alleen in
hun beurs getroffen, maar tevens het slacht
offer van een handel, dien geen vrijheid van be
staan behoorde te worden toegekend.
) zoo wederrechtelijke wyze verkregen
?arert. Hij wilde werken, toegang zien te ver
krijgen tot ,de school voor schoone kunsten,
lu'ïder worden, en geld verdienen om van te
Sven, Tot zoo lang zou hij alleen het volstrekt
Onontbeerlijke van zijn vader aannemen.
" Hoe weinig ik ook van dat geld gebruik,
zal altijd nog tfi veel wezen, en mij zwaar.
snoeg wegen! murmelde hij, terwijl hij de'
an naar den Varenberg insloeg,
??'Spoedig stond hij voor het huisje van Jacquet
naar hij vernam geen geluid en de deur was
^'sloten, Alleen de kippen zaten zachtjes
ka|elend op den mesthoop en een klein, in
lomlën gehuld meisje dreef een troepje ganzen
[oor zich, uit.
l'Etienna klopte aan, en een zwakke stem
jep: Binnen ! Door het heldere zonlicht
verjlind kon hij eerst niets onderscheiden in het
ialf duistere vertrek, maar eindelijk zag hij
n de bedstede een uitgeteerde vrouw liggen,
[ie, hem met angstigen, koortsachtigen blik
aanta'arde- Hij vroeg of hij vader Jacquet eens
[preken mocht.
;??-- Och, zei de zieke op klagenden toon, hij
|;»iet thuis, de arme man! Hij is naar
Saint'lémentïn. gegaan, om al den overlast dien ze
hm. aandoen... Nu willen ze Zondag na de
.is onze meubelen gaan verkoopen! En 'waar
iullen wij arme zielen, heengaan?
Endatterik. hier ziek lig; ik kan toch niet als een
jrild dier in de heide slapen... En te moeten
fenken dat een /man, die zich in zijn goud
yentelt, ons zoo diep rampzalig maakt... Zeg,
minneer, is dat rechtvaardig?..,
arme hield Etienne klaarblijkelijk voor
:n van de ^heeren van 't gerecht," en trachtte
Sem'toi medelijden te stemmen.
Hoe groot is de som waarvoor Jacquet
vervolgd wordt? Drie honderd gulden, maar
mijn beste mijnheer, die moeten wij aan dien
Berïoquin betalen; inaar met den hoogeu in
terest en de kosten, is het bijna vierhonderd
geworden... En nu wordt Zondag alles ver
kocht... Want hoe zullen wij 't ooit kunnen
betalen?... Och, och!.,.
Ziedaar, zei Etienne, terwijl hij het geld
van zijn vader op tafel legde; hier is vijfhon
derd gulden... Zeg aan Jacquet dat hij nu.
morgen aan den. dag alles betalen moet,
. Het goud rammelde terwijl het op de tafel
viel. Moeder Jacquet, die er niets van begreep,
ging in bed op zitten, en kon haar eigen oogen
niet gelooven. ? .
Goud! riep zij, en zooveel! VEijn goede
mijnheer! is het waar? werkelijk waar dat al
dat geld voor ons is?.,1, of spot gij met een
arme zieke vrouw ?
Hier, berg het maar, zei Etienne 't is
voor w,
En wie zijt gij, mijnheer! Zeg mij uw
naam, dan zal ik Onzen Lievenheer morgen en
avond voor u bidden?.,.
Het geld is niet van mij, viel Etienne
haar in de rede.... EK plotseling door een ge
voel van teederheid voor zijn vader aangegre
pen, liet hij er op volgen: .?M. Maugars
zendt het u, op voorwaarde dat gij er met
niemand over spreekt.... Goeden morgen!
Hij snelde weg, nog lang achtervolgd dooi
den dank en de zegenbeden der arme boerin.
Die ? beiden zullen nu misschien wel zwijgen
als alle mensclien ons vervloeken..... dacht
Etienne met een diepen zucht.
VI.
Aan den voet van een rots, in de schaduw
van de hooge Imdeboomen, zat Etienne
stadïeën te maken, bij een smal beekje, dat met
lieflijk gemurmel voortsnelde, om zich in de
armen der Charente te storten, 't Was een
heerlijke zomerdag; de zon speelde tusschen
't groen, en strooide allerlei grillige lichtjes
op -het zacht voortstroomende water; in de
verte klapperde het molenrad en een vrouwtje
lag aan den oever geknield en spoelde haar
linnen; rust en vrede schenen met het'
uweeligo- licht van de boomen neder te dalen, en
Etienne, geheel in zijn studie verdiept, voelde
den weldadigen invloed van de kalmte om
hem heen en vergat, voor een oogenblik al de
zorg en smart van de afgeloopen week. Hij
had zich zelven gedwongen om- den arbeid
weer op te vatten, en die krachtsinspanning
had haar eigen belooning meegebracht: hij
was weer geheel onder den betooverenden
invloed zijner kunst, "bezield met het vurig
verlangen om op het doek weer te geven, wat
er van al het. schoone om nem heen, in zijn
eigen ziel was gedrongen. Zoo verdiept was
.hij in zijn werk dat hij niet gehoord iad, hoe
achter hem op het smalle rotswegje enkele
kiezelsteentjes naar beneden 'waren gerold,
onder een lichten voetstap. Maar toch was 't
of 't werk niet meer zoo goed vlotten wilde;
een tijd lang streed hij nog tegen de geheim
zinnige macht, die hem tegenhield; toen wierp
hij zijn penseel op het gras, rekte zich uit en
door een instinktmatige nieuwsgierigheid ge
dreven, keek hij om. Plotseling sprong hij op,
want Thérèse Desrocbes, stond achter ,hem.
Daar stond ze, op den hoek van 't smalle
wegje. Met de eene nand steunde zij tegen
de rots, en met de andere hield zij de linten
van naar grooten strooien hoed vast, en zoo
keek zij met alle aandacht, naar, de studie van
Etienne Maugars. Tegen den achtergrond van
frisch groen en donkere- rotsen stak haar aar
dig slank figuurtje geestig af.
De wandeling in de warmte had haar door
gaans bleeke wangen rozerood getint, haar
donkere oogen glinsterden, en het zoele windje
speelde 'met haar lokken en met de strik op
haar boezem.
Vergeef me, sprak zij, Etienne aanziende-,
ik vrees dat ik onbescheiden T^en... maar ik
heb nog nooit iemand aan de beek gevonden,,
en ik kom om waterkers te plukken... ZQO
sprekende ging zij voor het doek. staan:
Hoe mooi! riep zij uit, en wat lijkt het
goed! alles s er, liet water en de blauwe lucht,
en de "boomen, ja zelfs die witte waterlelie
hebt ge niet vergeten.
Etienne keek haar in _het openhartig ge
laat, en toen hij zag hoe oprecht gemeend
haar hulde was,- zei hij dat haar lof hem bij
zonder aangenaam was.
O, riep zij, ik heb er niets geen verstand
van, en zeg maar wat ik denk,.. Is het niet
erg moeielijk om al die dingen op zulk een
klein doek te vereenigen, en er een waar af
beeldsel van te maken?
~ Ja, nog al, gaf de jonge man lachend
ten antwoord. . . .
Maar later, als 't af is moet het ook een
Heerlijk gevoel zijn!.
Ja, een trooat voor' heel veel onaange
naams ! zuchtte hij.
Er volgde een oogenblik stilte'. Etienne
dacht weer aan de droevige ontdekkingen, die
hij in de afgeloopen week gedaan had, en die
hem bij het zien van Mlle Desroehes met ver
nieuwde levendigheid voor den geest traden.
Er kwam een sombere trek op zijn 'gelaat,
en Thérèse, die raadde wat er in hem. omging,
voelde zich ook eenigszins verlegen over de
rol, die zij gespeeld had. Zij-wendde de oogen
af, en plukte aan de groene blaadjes tusschen
de rots. Het waschvrouwtje liet haar arbeid
rusten, en sloeg het paar nit de. verte nieuws
gierig gade. t
Etienne waa weer gaan zitten, en om
Thérèses verlegenheid schijnbaar niet op te
merken, begon hij zijn palet schoon temaken,
en zijn pénseelen te bergen. Op 't oogenblik
dat hij het schilderijtje weg: wilde nemen, Meld
ze hem tegen met een haastige beweging.
Och, laat ik ernog een poosje naar kijken l
sprak zij vriendelijk, en bukte zich om alle bij
zonderheden beter te kuimen zien.
Gij Iiebt niets vergeten, vervolgde aij,
-en de waschvrouw daar ginds lijkt
sprekendIa het moeilijker om menschen te .schilderen
dan boomen ?
De moeilijkheid is dezelfde, zei hij. Een
boom heeft even goed een uitdrukking :als een
boerinnengéziclitje.
Zoudt gij dus net zoo goed een mensen
uit kunnen schilderen als deze wilg? '
Ik geloof het wel, gaf .hij ten antwoord,
terwijl Hj de krachtige schoone lijnen van Th
rèses profiel bewonderend aanstaarde, en eens
klaps lachend zei: Zal ik eens probeeren
om uw portret te mafeen, Mlle esroches.
-?"Wezenlijk? riep zij terwijl er twee vroolijke
sterretjes in haar oogen dansten, zoudt gij wezen
lijk mijn portret willen maken,?
Het zou mij eea groot genoegen zijn, als