Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Het mag een treffende inkonsekwentie van
den Staat. genoemd worden, dat hij blijkens j
zijn wetten op de uitoefening der geneeskunst:
zich geroepen acht de "burgers tegen kwak
zalverij te beschermen en hij tegelijkertijd de
handen vrij laat aan allerlei oplichters, die
niets anders doen, dan op de grofste wijs
opentlijk diezelfde kwakzalverij in stand te
houden.
De zwitsersche Kegeering begrijpt het an
ders, -?en naar wij meenen beter. Zij be
noemde eene kommissie, die beramen zou,
welke bepalingen er in een wet behooren voor
te komen, die toezicht voorschrijft op den
verkoop van zoogenaamde geheime genees
middelen. De Regeermg zelf heeft baar ont
werp nu gereed, en de genoemde kommissie
zal aanstaanden Maandag hare beraadslagin
gen over dat koncept openen. De hoofdpun
ten daarvan zijn: dat alle zoodanige
medikamenten onder toezicht geplaatst worden, ter
wijl de aankondiging en verkoop zal verboden
zijn van middelen: lo. die wegens vergiftige
of sterkwerkende bestanddeelen voor de ge
zondheid nadeelig kunnen zijn ; 2o. die wegens
den prijs in verhouding tot de werkelijke
waarde van goede bestanddelen kenbaar zijn
als bedrog: So. wier aankondiging kan worden
beschouwd als eene schending der openbare
zedelijkheid; 4o. _die worden aangeboden ter
genezing van ziekten en kwalen, waaromtrent
uit het oogpunt van gezondheidspolitie de be
oordeeling en behandeling alleen aan er
kende -geneeskundigen behoort te worden
toe- vertrouwd. De uitverkoop van speciale ge
heime middelen, die naar het oordeel der open
bare autoriteit niet in de termen van verbod
vallen, zal alleen mogen plaats hebben in de
openbare, .of, voor zoover het .dienstig wordt
geacht, ook deels in paxtikuliere apotheken.
Overtreding dezer wet wordt gestraft met
boL-te van 10 tot 100
gldWanneer zullen er in Nederland dergelijke
bepalingen worden ingevoerd?
tin
De Commercial and financial Clironiclev&n
New- York zegt hierover :
In de konservatieve -kringen maakt men zich
eenigszins ongerust over onlangs uitgevaardigde
besluiten van secretaris Sherman, met betrek
king tot de uitgifte van zijn voorraad zilveren
dollars. Eerst werd het bevel aan de admini
stratie van financiën gegeven, ze te gebruiken
voor het inwisselen van de kleine zilveren
munten. Deze week werd een algemeene order
openbaar gemaakt. 17 Juni, ter begeleiding van
eene circulaire aan de depothouders der Nati
onale Bank. Het volgende is de tekst van deze
order.
Departement van financiën. Bureau van den
Secretaris.
Washington, 17 Juni 1879.
Aan den heer James Gilfillan, schatmeester
van 'de Vereenigde Staten.
? Mijnheer !
Hiermede ontvangt U machtiging en bevel
tot het doen uitbetalen van publieke obligatiën
en voorschotten aan uitbetalende ambtenaren
ia .standard zilveren dollars, gelijkelijk als in
andere wettige munt van de Vereenigde Staten.
Tot uw naricht en leiding sluit ik hierin een
exemplaar van eene circulaire omtrent hetzelfde
onderwerp, die dezen dag aan al 3e agenten
der Nationale Bank worden verzonden.
- JOHN SHERMAN, Secretaris.
De tekst van de aangehaalde circulaire luidt
als volgt:
Hiermede ontvangt U machtiging en bevel
tot het doen uitbetalen van publieke
obligatien en voorschotten aan uitbetalende amb
tenaren in stanüard zilveren dollars, ge
lijkelijk als in andere wettige munt van de
Vereenigde Staten, daar er op dit oogenblik
ruime voorraad daarvan in de schatkist aan
wezig is. Ten einde U een voldoenden voor
raad daarvan te verzekeren, zal de schatmees
ter van de. Vereenigde Staten, op ontvangst
van een certificaat dat de som van 500 dol
lars of eenig veelvoud daarvan hiertoe is ge
crediteerd, U vrachtvrij een gelijk'bedrag in
zilveren dollars doen toekomen.
JOHN SHERMAN, Secretaris.
Door -hen wier angst door deze bevelen is
opgewekt, wordt aangevoerd dat wanneer het
bovengenoemde naar de letter wordt opgevat
en uitgevoerd,,. in 't vervolg iedere obligatie
van de regeering gedeeltelijk in zilver betaald
zal worden. Zij zeggen dat het tot nog toe de
financieele staatkunde geweest is, niemand
eenig bepaald betaalmiddel op te dringen.
Het was reeds een afwijken van deze staat
kunde, toen als inwisseling van de zilveren pas
munt alleen zilver werd aangeboden, en het is
eene nieuwe afwijking, waarvan de strekking
nog niet te berekenen, is, difc nieuwe hevel
uittevaardigen. Dit is de redeneering van onze
meer konservatieve kringen; en evenals het lek
dat de doorbraak van' den dijk te Holyoke
voorafging eerst zoo klein was, dat een vinger
van een kind het had kunnen tegenhouden,
zijn deze eerste openbaringen klein en, uit dat
oogpunt beschouwd, onbeteekenend; ra aar de
vraag die men weifelend 'doet, is deze: gaan
zij een stormvloed vooraf?
In antwoord op deze natuurlijke vraag, zou
den wij zeggen dat wij geneigd zijn veel min
der belang te hechteüaan dit nieuwe bevel
schrift dan men er op het eerste gezicht aan
zou toeschrijven. ledere daad van den heer
Sherman, moet,1 naar onze meening, uitgelegd.
worden in het licht van zijne vroegere welbe
kende en goedgevestigde staatkunde. Hij heeft
toch niet den loop der schatkist gericht naar
een gouden standaard, alleen om aan te toonen
hoe gemakkelijk het is, ons weder op een zil
veren te laten terugkomen. Hij heeft onze
financiën niet 200 gestuurd dat ons crediet
kon afgemeten worden naar onze vier percents
boven pari, om nu zich zelven en het volk te
mystifieeren door 88 cents dollars op te dringen
waar hij 100 cents beloofd heeft. Ieder onzer
lezers moet wel overtuigd zijn van deze feiten;
dat zoolang hij aan het bewind zal zijn, goud
en papier tegen elkaar inwisselbaar zullen zijn
en alleen deze "twee voor interest zullen worden
uitbetaald.
. Maar, zeggen onze angstige vrienden, kan
dit kwaad niet komen zonder dat hij het zoo
bedoeld heeft? Zal het niet komen, als hij het
kleine lek nog iets wijder maakt ? Zilveren dol
lars, zeggen zij, hebben nu reeds een klein
disconto. Gij kunt er geen schuld in Europa
mede betalen en gij kunt er hier geen
privaatschuld mede betalen dan par force, dat wil
zeggen dat de schuldenaar nooit de kans heeit
er een ander mede te betalen. Deze omstan
digheden, het natuurlijk gevolg van hun min
dere innerlijke waarde, zijn, zeggen zij, net
begin van het lek, dat als. de toevoer groot
genoeg is, wijder moet worden, tot de breuk
alleen te meten is door de waardevernoudmg
tusschen de twee metalen op de wereldmark,.
Wij geven al deze beweringen toe, en aouden
ook de conclusie toestemmen, als er niet n
feit nog noodig was, een schakel die schijnt te
ontbreken, en dat is de verzekering,, of ten
minste de grond voor een redelijk vermoeden,
dat de uitgifte groot genoeg zal zijn om tot
a-ulk een uitkomst te leiden. Wij meenen dat
de heer Sherman veilig als een goed beoor
deelaar daarvan vertrouwd mag worden, en
dat wij met berusting gelooven mogen dat hij
wel den loop der zaken in. 't oog-zal houden er
den toevoer regelen zoo die hem te groot schijnt.
Er is vraag naar deze dollars en naar de
certificaten waarop zij betaald worden, ter be
taling van belastingen. Er is, ook al houdt
men er niet van, geneigdheid er een aanzien
lijk bedrag van op te nemen in het land, voor
wisselgeld, en deze behoefte groeit aan met
het verdwijnen der kleine papieren munt. Deze
feiten vooropgesteld, wat kunnen wij dan, als
de bedoeling van den secretaris vermoeden.
Het congres heeft hem eene wet achtergelaten
die medebrengt dat hij twee millioen's maands
bij zijn voorraad voegt. Hij verliest nu steeds in
terest op zijn opéngehoopt zilver, en zooals wij
eenige weken geleden aantoonden, zijne be
voegdheid om eene reserve te houden is beperkt.
Daarenboven kan de omvang werkelijk lastig
worden; 534 kubieke \oeten, 120,000 Ainer. pon
den voor den toevloed van iedere maand, kon
een schatkamer op de proef stellen. Oin deze
reden vinden wij den heer Sherman steeds er
op uit maatregelen te vinden om zijne gewel
ven te ledigen. En wij onderstellen dat hij
thans in de kanalen dier er behoefte aan heb
ben, zooveel van deze dollars .wil storten als
zij noodig hebben om zich te vullen en niet
meer.
Wij weten natuurlijk allen wel dat er een
grens is voor deze beweging, dat is, dat er
een punt is, waarna zij niet veilig meer zou
zijn, omdat een zilveren dollar niet zooveel
waard is als een gouden. Maar het land kan
39 millioen dollars aan zilveren pasmunt op
nemen, behalve de onbekende millioenen
hulpmunten die hier voor 1876 gemunt zijn ge
worden en nog bestaan; het schijnt ons dus
onnoodig, zich zenuwachtig te maken, over de
tegenwoordige uitgifte van zilveren dollars.
wetgeving
. 1878.
Ds A^CHAWISG VAN
De economische wetgeving in Frankrijk, welke
omnïddelijk na den laatsten oorlog, vooral op
het gebied der belastingen zeer omvangrijk ge
worden was, heeft langzamerhand een kalmer
aanzien gekregen, en isinhet jaar 1878 gemak
kelijk te overzien. Vooreerst is op te merken,
dat de financieele toestand der republiek een
zoo gunstige is, dat men reeds begint een deel
van de belastingen, die in de eerste helft dezer
eeuw noodig schenen, weer op te heffen. De
financieele wetten van 1878 beginnen met twee
afschaffingen, namelijk die van--de belasting op
de zeep en die op de transporten.
Het droit sur' les savons werd ingevoerd
door de wet van 30 December 1873, welke
daarenboven de meeste der toenmaals be
staande indirecte belastingen nog aanzienlijk
verhoogde. Zeep van allerlei soort aou een
belasting van 5 francs per 100 kilogram
op?breijgen. De zeepfabrikanten moesten
declareeren en nog 20 francs 'sjaars voor admi
nistratiekosten betalen. De seepen, welke bij
de zijde-, wol- en katoenfabrikatie gebruikt
werden, waren vrij. De opheffing van deze
belasting vóór andere, werd door den. minister
van financiën, Léon Say, daardoor gemotiveerd,
dat de belastingen op de fabrikatie, die de wel
vaart aan zijne bron aantastten, het meest den
openbaren welstand benadeelden; daarenboven
gaf de belasting op de zeep aanleiding tot vele
ontduikingen. De vermindering op het budget
is overigens niet zoo groot als men denken
zou; op de ontvangsten van 1877 komt deze
post slechts voor 5,744,000 francs voor.
De traïisportbelasting, ook in 1878 afge
schaft, dateerde van 21 Maart 1874. De be
lasting hief 5 pCt. van alle vracht, die aan de
spoorwegen betaald werd voor expeditie,, be
waren, overladen van de goederen, die
per^etite vitesse geëspedieerd werden. De spoorweg
maatschappijen moesten of mochten dit vinden
door verhooging van hun tarief. Deze wet
was alleen een aanhangsel van een van 16 Sep
tember 1871, die nog van kracht is en 10 pGt.
eischt van den prijs van het vervoer van rei
zigers en grande vitesse-goederen. De opge
heven belasting bracht 22,546,000 francs op,
en drukte vooral op de groote handelsplaatsen
in het midden van het land, waar al de goe
deren meest per pettie vitesse verzonden wer
den. Behalve door deze wetten werd het budget
van inkomsten ook nog verminderd door een
"belangrijke vermindering in het briefport en
den prijs der telegrammen, die wij thans be
spreken.
Verlaten wij het gebied der finantien en be
treden wij dat der economische wetgeving in
engeren zin, dan is het uitsluitend het ver
keerswezen, waarmede zich in 1878 de wetge
ver heeft bezig gehouden. Een gewichtige, zij
het ook meer administratieve daad was hier
vooral de vereeniging -van pesterij en telegra
fie, waardoor Frankrijk eerst laat het door
België, Engeland en andere landen gegeven
voorbeeld navolgde. Deze vêreenigïng werd
gemakkelijk gemaakt door dat reeds bij een
decreet van 22 December 1877 de
postadministratïe, die vroeger onder een directeur ge
neraal stond, onder den onder-secretaris van
het ministerie van financiën geplaatst werd.
De gedachte lag voor de hand, dezen ook de
telegrafie toe te vertrouwen, die tot dusverVe
aan het ministerie van binnenlandsche zaken
had toebehoord. Inderdaad volvoerde de pre
sident van de republiek op voorstel van de
ministers van binnenlahdsche zaken en van
finantien, die hem van dezen maatregel groote
bezuinigingen beloofden, de beraamde vereeni
ging door een decreet van 22 Februari 1878.
Het ministerie van binnenlandsche zaken be
hield echter nog een bevoegdheid, die er bij de
wet van 29 November 1850 aan verleend was,
namelijk het achterhouden van onzedelijke en
voor de rust van den Staat gevaarlijke de
pêches. De vereeniging betreft voorloopig nog
slechts de bovenste klassen der administratie i
het doel is echter haar zooveel mogelijk tot
eene geheele samensmelting door te voeren.
Den 20sten Maart 1878 is er een cönseil
d'administration aan den sous-sécrétaire d'Etat
voor 'deze takken van bestuur toegevoegd.
Deze raad bestaat voor de telegrafie uit drie
administrateur^, voor de posterijen uit den
directeur des postes en twee administrateurs.
De twee raden kunnen echter ook gezamen
lijk beraadslagen en leden van deneenen kun
nen benoemd worden om hunne bevoegdheden
n den anderen uit te oefenen.
Verder is op dit gebied belangrijk de ver
mindering van briefport, die in'p het voorjaar
is doorgevoerd. Dadelijk na den oorlog was
de briefport verhoogd (24 Augustus 187]}.
Deze maatregel werd in 1875 wat verzacht
doordat men als minimum 15 in plaats van 10
gram voor het gewicht van een brief toestond.
Eerst 6 April 1878 kwam de wezenlijke ver
mindering, toen een uniformport voor geheel
Frankrijk werd ingevoerd van 15 centimes per
15 gram voor de gefrankeerde en 30 centimes
voor de ongefrankeerde brieven invoerde. Ook
voor couranten en drukwerk onder kruisband
werd vermindering toegestaan.
Na het tarief van de brieven was ook dat
van de telegrafische .depêches verhoogd, den
23sten Maart 1872; namelijk voor depêches in
'tzelfde departement met twee tiende per franc,
voor depêches in verschillende departementen
met 4 tiende per franc. Het tarief werd nu
voor n telegram beneden de 20 woorden 60
centimes en l franc 40 centimes. Voor iedere
10 woorden roeerSOpCt. opslag. Met de nieuwe
wet van 21 Maart 1878 is men tot het tarief
per woord overgegaan. De prijs is nu voor
geheel Frankrijk 5 centimes per woord, maar
50 centimes is het minimum, dat. men beste
den kan.
Ook ten gevolge van het internationaal post
en telegraafcongres van 1878 zijn er nog vele
veranderingen in het fransche tarief gekomen.
het mogelijk was. j
Maar het is heel goed mogelijk,, riep zij
op levendigen toon, en we kunnen beginnen
wanneer ge maar wilt.
Waar en wanneer? vroeg Etienne, wel
eenigszins met de zaak verlegen.
? Hier, alle dagen als het mooi weer is.
Maar, zei de jonge man, zal men u laten
gaan, en zal het niet vreemd gevonden worden?
Och, hernam zij, ik wandel zooveel alleen
in de bosschen, 't is nog een gewoonte uit
mijn boerinnenleven, en niemand verbiedt het
mij.... Papa is bijna den heelen dag uit, en een
moeder, die voor mij-zorgt, heb ik al lang niet
meer.... Ge ziet dus, vervolgde zij eenigszins
weemoedig, dat ik zoo vrij ben als ik zelve
maar wil.
De droevige toon, -waarop zij die laatste
woorden zei, trof Etienne, en hij herinnerde
zich alles wat er vóór haar vlucht niet Mme.
Desroches gebeurd was. Ook op haar familie
rustte dus een vlek, en het jonge meisje moest
evenals hij, boeten voor de schuld van haar
ouders. Deze overeenkomst in hun omstan
digheden trof en verteederde Etienne. Hij zag
haar met hartelijkheid aan en zei:
??Welnu dan, als dat zoo is, ben ik geheel
Ier uwer beschikking; zullen wij morgen al
beginnen?
Heel gaarne, riep zij vroolijk.
Tot morgen dan; na den middag zult gij
mij hier vinden.
Hij stak Thérèse de hand toe, die ze harte
lijk drukte, en Etienne verwijderde zich in de
richting van den molen. ..
Den volgenden dag tegen n uur was hij
al bezig om bij de beek alles voor de eerste
zitting in orde te maken, met een ijver en
belangstelling, die hij na den morgen van C
lestins bruiloft, nog niet meer had gevoeld.
De belofte aan (Mlle. Desroches gedaan, had
weer geur en kleur aan zijn leven geschonken.
Hij achtte het een groot voorrecht om weken
lang een mooi, verstandig meisje tot model te
hebben, en wachtte vol nieuwsgierigheid op
Thérèses Itomst. Zij liet zich niet lang wach
ten; een vlugge tred en het ruischen van haar
kleedje langs de takken, lieten zich hooren,
op het steile ;voetpaadje, en een oogenblik
later stond zij voor hem in hetzelfde toiletje
van den vorigen dag.
Haar oogen schitterden als het vroolijke
Augustuszonnetje door de blèren, en lachend
vroeg zij:
Kom ik te laat?
Neen, hernam hij; wij hebben drie volle
nren voor ons, en kunnen terstond beginnen,
Hij plaatste haar zooals hij'haar dien
vorigen dag gezien had, blootshoofds, bij de rots
staande, en begon te schetsen op het nieuwe
doek.
Zij volgde gehoorzaam al zijne aanwijzingen,
hoewel het stilstaan haar spoedig verveelde,
en zij groote moeite had om zoolang in dezelfde
houding te blijven. Vreezende haar te
ver.moeien, wisselde hij de zitting met herhaalde
pauzen af, en dan zaten zij gezellig naast
elJkander te babbelen aan den rand van de beek,
en keken naar de sierlijke bewegingen van de
watermuggen. Toen het op den kerktoren
van Sanigny vijf uur sloeg, en het oogenblik
van scheiden daar was, was het hoofd ter
nauwernood geschetst.
Des anderen daags begon het spelletje op
nieuw, en zoo werden de zittingen voortgezet
gedurende de geheele maand Augustus, die
Be vaart op' de Theems.
De commissie voor den handel op de Theems,
the Thames traffic committee," heeft een rap
port uitgegeven, dat hoe goed ook gesteld,
geen zeer fraai denkbeeld geeft van het ge
regelde van de Engelsche handels-admini
stratie.
In -1876 kwamen er in de haven van Londen
44,822 zeeschepen aan, gezamenlijk 9,211,889
ton inhoudende; in 1877 steeg dit getal tot
47,691,' van 9,706,180 ton; in 1878 werd het
47,706, gezamenlijk 9,415,873 ton metende. Deze
cijfers vertegenwoordigen nog niet eens de ge
heele vaart, daar behalve de zeeschepen, een
geheele vloot van rivierschepen steeds den
overvollen stroom op en neder vaart. Deze
enorme massa is van zeer verschillenden aard,
en ook in de behoeften van de verschillende
klassen van schepen die den Theems bevaren
is gtoote verscheidenheid. Men zou dus wel
mogen denken dat in spijt van de
ouderwetsche en weinig geregelde administratie die in
Engeland nog in vele opzichten .gehuldigd
wordt, men reeds lang de noodzakelijkheid
zou ingezien hebben het bestuur over de rivier
te plaatsen in handen van een verantwoorde
lijk lichaam, met juist omschreven rechtsge
bied en alle noodzakelijke bevoegdheden, be
nevens de macht om zich te doen gehoorzamen.
Dit is echter nog niet het geval geweest.
Geen werkelijk bestuur is eigenlijk nog inge
steld. Vreemde oude privilegiën blijven nog
altoos bestaan, en nieuwe rechten zijn inge
steld geworden die er natuurlijk telkens mede
in conflict komen.
Op het oogenblik bestaan er, naar het schijnt,.
vijf lichamen die op de Theems rechtsmacht
uitoefenen; de Conservators; het Trïnity House;
de Watermen's Company; <le Metropolitan
Police; en de Board of Trade. Een van deze,
de Watermen's Company, is een gild, dat ten
voordeele va» zijne leden alleen, een tal bui
tengewone privilegiën bezit, die in de Midden
eeuwen t'huis behooren. De rechten die de
andere lichamen bezitten, zijn, wel is waar van
een geheel anderen aard, daar ze ten
algemeene nutte zijn ingesteld; maar uitgeoefend
als ze worden door departementen die geheel
van elkaar onafhankelijk zijn, welke nooit
samenwerken, en geen behoorlijke verantwoor
ding schuldig zijn, helpen ze weinig tegen de
verwarring, en inderdaad wordt er maar zeer
weinig gedaan tot regeling van de vaarfe op
dat lange, nauwe kronkelend kanaal, waarlangs
omstreeks 48 duizend schepen jaarlijks op en
neer gaan.
Het belangrijkste van de lichamen die d
Theems regeeren, althans wat regelen der vaart
betreft, is de Thames Cons&rvancy, aan welke
is opgedragen het maken van regelen voor
de vaart op den Thames". Om dit lichaam recht
te doen wedervaren, moet men erkennen dat ,
het regels heeft uitgevaardigd, en zelfs eene
kleine pogiog gewaagd heeft ze bekend te doen
zijn en gewicht bij te zetten: maar hetzij de
Conservaney de middelen niet heeft om een
van deze dingen uit te voeren, hetzij zij zich
niet werkelijk verantwoordelijk acht voor de
vaart op de rivier, de pogingen zijn zeerzwak
geweest, en hebben zoo .goed als niets uitge
werkt. Zoo als gebleken is bij de enquête
omtrent het vergaan van de Princess Alicet
zijn deze regels onbekend aan velen die de
Thames bevaren, en het is gewoonte-ze inden
wind te slaan. Deze groote ramp heeft eerst
de aandacht gevestigd op een staat van zaken
die zoo niet langer blijven kan. Dat er regle
menten moeten zijn en dat deze door eene straf
bepaling moeten gesanctionneerd worden, is
even duidelijk als dat er straffen moeten be
staan tegen het moedwillig in gevaar "brengen
van iemands leven of het beschadigen van zijn
eigendommen. Of de reglementen die uitge
vaardigd zijn moeten blijven gelijk ze zijn, dan
of ze in hun voordeel zouden kunnen veran
derd worden, is eene andere vraag. Dit laatste
is aangenomen door de stellers van het uitge-:
komen rapport, en zij zijn tot eene conclusie
gekomen lijnrecht tegen een dei* tegenwoordige
reglementen, in zooverre het de stoomvaarfc
betreft, eene meening die waarschijnlijk gedeeld
zal worden door allen die hunne argumenten
lezen. De reglementen toch zija bijna eens
luidend met die welke dienen om botsingen op
zee te voorkomen. De Conservaney besloot
maar haastig en onbedacht dat wat voor de
'zee paste, ook voor den Theems paste, en nam
in haar geheel de wetten van tlie Board of
Trade over. De belangrijkste van deze zijn
verreweg de welbekende edicten die betrek
king hebben op schepen die elkander ontmoe
ten of elkander kruisen. Het eerste "beveelt
dat als twee zeilschepen of twee
stoomschepen elkander zoo ontmoeten dat er gevaar
kan bestaan voor botsing, beider roer links
zal gewend worden, zoodat zij elkander links
zullen kunnen passeeren." Met betrekking tot
kruisende schepen, d. i. schepen die elkaar zoo
ontmoeten dat hun koersen elkaar moeten
kruisen, en er gevaar is dat op het kruispunt
eene botsing ontstaat, zijn er weder geheel
andere rebels, die het onnoodig is te noemen.
Het comiténu zet uiteen, dat hoewel op zee
het ontmoeten en kruisen van de schepen goed
te onderscheiden is, dit onderscheid op de
Theems dikwijls moeielijk moet worden wegens
de bochten van de rivier,'t getij en de ondiepten
De kapiteins zullen dan soms niet weten welke
regels zij zullen moeten .volgen. Zijwenschen
dus aan te bevelen dat, althans voor
stoomschepen, worde bepaald dat: wanneer twee
stoomschepen, het eene stroomop- het andere
stroo maf waar ts gaan, zoodanig dat zij gevaar
loopen van "botsing, zij altoos elkander links
zullen"passéeren." Dit voorstel is beter.dande
thans geldende regel. Toch werd er indertijd
door het hof dat de enquête omtrent de
Princess Alice en de Byivell Castle in handen had,
dat jaar bijzonder mooi was. Het portret
vorderde niet hard, want Etienne kon
zichzelven maar niet voldoen en krabde alles weer
uit, wat hem 'niet naar den zin was.
Natuurlijk ontstond 'er tusschen de jonge
lieden een vertrouwelijke verhouding, want
beiden waren zij mededeelzaam. van aard, ter
wijl het samenzijn in de vrije natuur, en de
betrekking van schilder en model, hun vriend
schappelijke stemming nog meer bevorderden.
Zij deelden elkander hun herinneringen uit
den kinder- en schooltijd mede, hun opmer
kingen over de bewoners van 't kleine stadje
en dergelijke dingen meer. Eén punt echter
werd door beiden zorgvuldig vermeden: Etienne
zweeg over alles wat zijn vader betrof, en
Thérèse sprak nooit over haar moeder.
Langzaam en ongemerkt mengde zich een
greintje van teederheid in hun vriendschap,
en dat kon ook wel niet anders tusschen een
jongman van -twee-en-twintig en een mooi
meisje van zestien jaren; toch was het woord
liefde nog niet tusschen hen genoemd, en er
was ook niets gebeurd, wat hun die verande
ring in hun gevoelens had kunnen doen "be
seffen. Etienne was te nobel en te goed om
misbruik te maken van het vertrouwen, hem
door het jonge meisje betoond, en Thérèse va,n
haar "bant, was van een door en door gezonde,
oprechte natuur, zonder de minste dwaze sen
timentaliteit, waarbij van preutschheid of ko
ketterie geen sprake kon wezen. Maar hoe
beter zij elkander-leerden kennen, hoe liever
zij samen waren, en hoe meer zij de gelegen
heden opzochten om elkaar te ontmoeten.
?Menigmaal Berden palet en penseel Jn den
steek gelaten, en deden zij samen verre wan
delingen lange de kronkelende oevers der
Charente, en keerden naar het plekje bij de
beek terug, "beladen met bloemen, die zij samen
schikten. Zij dachten aan geen gevaar, en de
vrees dat ze iets verkeerds deden, kwam niet
eens in hen op. Zij waren gelukkig omdat zij
bij elkander waren in de heerlijke vrije natuur,
en dat was alles.
En dat zou ook werkelijk geluk geweest
zijn, als zij samen op een onbewoond eiland
en niet in een klein stadje hadden gewoond,
waar honderd oogen niets anders te doen had
den, dan'elkanders doen en laten te bespieden.
Voordat Augustus voorbij was, wist de heele
wereld dat zij elkander bijna dagelijks bij den
molen ontmoetten, en 'het duurde niet lang of
Keel Saint-Clémentin sprak over de
rendezvous van Mlle Desroches en den jongen
Maugars, en de besten beklaagden den dokter.
De dochter was al niet veel beter dan de
moeder, meenden anderen. Etienne werd
ook niet gespaard en de moeders met volwas
sen dochters noemden zijn gedrag onverant
woordelijk. Ook Mme Maugars werd
al spoedig ingelicht omtrent het wangedrag
van haar zoon.
Daar heb ik wat moois gehoord, sprak
zij thuiskomende haar man, 't schijnt dat
Etienne verliefd is geworden op dat meisje
van Desroches.
En zij deelde hem de loopende geruchten mede.
De bankier lachte eens. Het was hem niet
onwelkom te vernemen dat Etienne wat min
der puriteinsch begon te worden en zijn raad
in praktijk scheen te brengen,
Welnu, wat zou dat? Hij amuseert zich,
daar is hij jong voor Hadt gij gedacht
dat hij altijd aan uw rokken zou blijven hangen?
Maar hij brengt dat meisje in opspraak.
Des te erger voor haar en voor haar
vader!.. In plaats vari zich met de'politiek
te bemoeien, moest hij maar wat beter op zijn
dochter passen. Etienne is een jongen, en loopt
de mooie meisjes na, dat spreekt van zelf. . .
Maar dat is verkeerd en gevaarlijk bo
vendien. ,. Verbeeldt u eens dat Etienne het
in 'ernst meende en u misschien om uw toe
stemming kwam vragen tot een huwelijk met
die boerin!
De bankier lachte spottend. Dat zou.ik ?
w el eens willen zien! En daarenboven, voegde
hij er bij, terwijl zijn gelaat een hardvochtige
uitdrukking aannam, als dat meisje ons lastig
mocht worden, dan heb ik altijd nog een mid
del om haar onschadelijk te maken.... Laat
de jongen niets merken en bemoei er u niets
mee ... Ik ben er ook nog en gij behoeft u
niet ongejust te maken.
Mme Maugars was toch nog wel eens be
zorgd dat het gerucht ook Dr. Desroches ter
oore zou komen, en dat hij Etienne rekenschap
zou vragen van zijn gedrag. Maar totnogtoe'
was hij de eenige in heel Saint-Clémentin, die
nergens van wist. Den heelen dag wijdde hij
aan zijn praktijk in de omliggende dorpen;
verder men schreef het jaar 1851 ~~ ver
diepte, hij zich in de politiek en "bekommerde
zich bitter weinig om hetgeen zijn dochter ge
durende zijn afwezigheid uitvoerde.
't Was langzamerhand October geworden,
de dagen werden korter en hei weer minder
vast. Eens op een namiddag, terwijl Etienne
de laatste hand aan Thérise's portret legde,
werden zij door een stortbui overvallen, en
moesten de zitting opheffen. .
(Wordt vervf&gd).