Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEEDA,MMEK, TfESKBLAD VOOR -NEDERLAND.
.Tegen bet najaar wacht óns weder de ge
wone tentoonstelling- van levende artisten
zoodat de nationale gaïlerij nog maar weinige
weken open zal zijn.
In het voorjaar van 1880 hoopt Arti, blij
kens eene cirkulaire die wij hlar laten volgen,
eene tentoonstelling te houden, die hoopt waar
schijnlijk zoowel iiit een historisch als'uit een
artistiek oogpunt, bijzonder veel belangstelling
te ondervinden.
Be maatschappij Arti ei Amicitiae te Am
sterdam heeft besloten tot het houden van
eene tentoonstelling van kunstwerken in vroe
gere eeuwen uit edele metalen vervaardigd,
welke zij in het begin van April 1880 in hare
zalen wenscht te openen.
Hoe langer zoo meer wint de overtuiging
veld, dat tentoonstellingen van
kunsthistorischen aard eerst dan goede vruchten kunnen
afwerpen,. als zij worden beperkt tot een be
paald deel dei- zooveel omvattende kunstge
schiedenis. Geen deel dier geschiedenis is
wellicht zoo weinig bestudeerd als 'de geschie
denis van de goud- en zilversmeden en hunne
werken. Vooral wat 'Nederland betreft is de
geschiedenis der kunstenaars, wier drrjfwerk
b. Y. terecht de bewondering van geheel
Europa wekt, een schier geheel onontgonnen
veld.
"Een eerste schrede te doen tot verbetering
van dien toestand is het doel dezer tentoon
stelling.
In menig stadhuis, kerk, gesticht of museum,
maar vooral ook in' partikah'er bezit, bevinden
.zich tal van voorwerpen, die bij elkaar ge
tracht (zij het ook voor korten tijd) bestu
deerd en beschreven, zonder twijfel eennieuw
licht zullen doen opgaan over een , tak van
kunstnijverheid en hare geschiedenis, die in
vroegere eeuwen hier te lande in hooge mate
Moeide, maar nu voorzeker aanmoediging
behoeft.,
Ofschoon uit den aard der zaak de
Kederlandsclie kunstvoorwerpen de hoofdgroep op
de tentoonstelling zullen vormen, wenscht de
Maatschappij de buitenlandscne kunstvoorwer
pen niet uit te sluiten en meent zij dat de
tentoonstelling zal moeten bestaan: :
lo. uit kunstvoorwerpen vóór 1800 uit goud
en zilver vervaardigd, als: voorwerpen van de
gilden afkomstig, kerksieraden, voorwerpen van
huiselijk gebruik, lijfsieraden, horloges, pen
ningen (zooveel mogelijk naar de vervaardigers
gerangschikt), enz. enz.
2o. voorwerpen en gedrukte stukken be
treffende de goud- en zilversmidsgilden, vooral
b.v. de koperen platen met de 'namen en mer
ken der kunstenaars.
3o. portretten van en herinneringen aan
goud- en zilversmeden uit vroegere eeuwen.
"Wat hier bij te voegen. Gevoelt niet een
ieder die weet hoeveel schoons onze voorva
deren op dat gebied hebben geleverd, dat ons
bij vermoedelijk niet te vergeefs ingeroepen
krachtige medewerking, iets heerlijks
wachtdat wellicht eenig in zijne soort zal zijn. Waar
lijk, Arti et Amicitiae heeft reeds vele lauweren
verkregen, maar zij rust er niet op!
? H. T. B.
He* Jaarverslag van het Koninklijk Oudheid
kundig genootschap te Amsterdam, is door den
voorzitter Mr. Herman J. van Lennep in de
vergadering van" 26 Mei 1879 uitgebracht en
thans^ in druk verschenen.
Het bestuur heeft dat jaar bestaan uit de
HH. Mr. Herman J. van Lennep, Voorzitter,
C. Schöffer, Vice-Voorzitter, E. W. P. de Vries
en A. 'D. de Vries, Sekretarissen, \
H.Maschhaupt, Penningmeester en Jhr. Dr. J. P. Sis
en P. J. H. Cuypers, Konservatoren. De heer
MaSchhaupt in den loop van. het jaar overle
den, is opgevolgd door den heer D.C.Meijer,
Jr., De aanwinst van elf lede1.; stond tegen
over het verlies van vier andere, waaronder de
heer Jacob de Vos, Jr., e:n der medeoprich
ters, en van het eerelid den 'minister van
Bosse.
Onder de werkzaamheden waarmede
hetgenootsehap zich. dit jaar verdienstelijk maakte,
behoorden twee adressen, helaas met geen uit
slag bekroond, ten gunste der kommissie van
Rijksadviseurs: voorts eene interventie ten
gunjte van de poort van het Easphuis aan den
Heiligenweg, die men onkundig wilde
restaureeren.
Het museum' vermeerderde dit jaar zgn
collectïen door geschenken eE door aankoop. Onder
de geschenken behoort: eene antieke
muurbekleeding van tegels, dóór den heer Franken
voor het museum aangekocht; eene collectie
schildersportretten voor den Atlas, van den
heer G. A. Heineken; een fraai schilderij
deibruiloft van Adriaan Ploos van Amstel, nïet
een aantal wapenborden, bekers en andere
merkwaardigheden de familie betreffende, door
de' Jonkheeren J. en J. A. G. Ploos van Amstel,
vroeger in bruikleen, thans in eigendom afge
staan; voorts tal van boeken, handschriften,
wapens, zegels, penningen en munten, portret
ten, gevelsteenen, medaillons, zelfs eene graf
kerk en een stoplap.
Voordrachten werden dit jaar gehouden,
met kunstbeschouwingen verbonden, door de
HH,: A. D. de Vries Az., C. Schöffer, W. J.
Hofdijk, F. H. Maschhaupt, Abraham Bredins,
J. A. Alberdingk Thijm, Dr. J. P. Sis, F.
Adama van Scheltema. D. C. Meijer Jr.,
Dr. J. A, Böhringer en Dr. H. C. Rogge.
Eene aanbeveling om het streven van het
Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te steu
nen, is overbodig; toch dunkt heton'sdat nog
velen, die sympathie gevoelen voor deze
vereeniging, waaraan kunst, geschiedenis en volks
bewustzijn zooveel verplichting hebben, daarvan
meer konden doen blijken. n het ledental n
de- kollekties zijn nog veel voor vermeerdering
vatbaar; menig oud familiestuk, slechts door
enkelen fc'huis bewonderd, door de huisgenooten
bijna vergeten, zou in de verzameling van het
museum beter tot zijn recht komen, bestudeerd
en besproken worden, en zoo meer nut doen
in enkele. weken, dan thans in jaren.
Men schrijft uit Brussel: Sincb de Kamers
voor de noodige kredieten tot het uitvoeren voor
openbare werken hebben gestemd, zijn over
eenkomsten gesloten tot het uitvoeren der de
coratie van het nieuwe paleis der schoone kunsten
in de hoofdstad. De groepen die moeten wor
den geplaatst op de'voetauilen aan den voor
gevel, zullen voorstellen: Het onderricht in de
kunst" en Beloonde kunst". De eerste dier groe
pen zal worden uitgevoerd door den heer
Vanderstappen, de tweede door den heer PauL de
Vigne; iedere groep zal ten minste drie figuren
bevatten in brons en voor elke groep zullen
déuitvoerders 60,000 fr. ontvangen.
Op de vier granieten kolommen zullen vier
bronzen standbeelden komen:- de muziek, de
beeldhouwkunst, de schilderkunst en de bouw
kunst, elke ten prijze van 19,000 fr.-uitgevoerd
door de heeren de Groote, G. Geefs, Melot en
Samaïn.
Het beeldhouwwerk en de marmeren
paneelen boven de vensters aan den achtergevel,
waarvan het een denijverheiclskunst, het. acder
de muziek sullen voorstellen, is toevertrouwd
aan de heeren Brunin en Vincotte, elk voor
23,500 fr.
De drie bronzen borstbeelden in de lijsten
boven de ingangpoorten, waarin zullen
wedergegeven zijn de gelaatstrekken van den bouw
meester van Ruysbroeek, den beeldhouwer
Jan Van Boulogne en den schilder P. P. Kubens,
zijn toevertrouwd aan de heeren Bouré, Cuy
pers en Van Kasbourg. Elk borstbeeld zal
5000 fr. kosten. De modellen in pleister van
al die verschillende beeldhouwwerken moeten
voltooid, in brons geschilderd en geplaatst zijn
voor den 15 Juni 1880.
Ka aldus tentoon te zijn gesteld geweest
tijdens de feesten van 1880, zullen de pleister
modellen worden weggenomen en naar den
gieter gezonden, nadat er, zoo noodig, die
wijzigingen aan gebracht zijn, welke goed
worden geoordeeld. De "bronzen beelden zullen
zes maanden later voor goed mosten geplaatst
zijn. Blijft nog de versiering in beeldhouw
werk, zooals transen met leeuwenkoppen,
naamcijfer, enz., de lijsten waarin de borst
beelden moeten komen, de kronen en palmen
welke in de vierkante witte marmeren platen
moeten worden aangebracht, de medaillons die
aan weerzijden der bronsgroepen komen, enz.
enz. Het geheel dier uit te voeren werken is
geraamd op 55,000 frank. " :
. Op verzoek van den minister van
binnenlandschézaken zullen 4 bronzen kandelabers
worden geplaatst voor de poortkolommeri, om
den ingang :te" verlichten. De heer Balet is
belast door het bestuur der burgerlijke ge
stichten, een onderwerp op te maken, ? dat ge
raamd is op 50,000 frank.
Het gouvernement heeft eene commissie aan
gesteld belast met de inrichting'voor te be
reiden van eene school van decoratieve kunst
in de academie van Schoone Kunsten te Brus
sel. Drie jonge kunstenaars, die door hunne
werken "bewijs hebben geleverd bijzonder be
gaafd te zijn, zijn door het gouvernement
aangeduid om te Parijs, gedurende drie jaren,
een cursus van decoratieve feunst te volgen,
die aldaar gegeven wordt, om na dat tijd
verloop bovengemelden cursus te Brussel in te
richten.
De beruchte brochure van liet zich noemen
de oud-kamerlid Mr. Nori, heeft hare bestrij
ding1 in brocliure-vorm gevonden in een open
brief van. Amphora Major, utriusque juris doc
tor, bil DuitscMand geannexeerd?" waarin de
verontwaardiging door al onze bladen uitge
drukt, nog eens onder woorden gebracht en
uitgewerkt is. De brochure is zeer lezens
waardig en bevat tal van feiten die bij ons
meer bedacht moesten worden; de schrijver
heeft, dunkt ons geen reden om zich Amphora
Major (grande cruche?) te noemen.
Nieuwe ^uitgaven:
Otto Frans Gensichen, lüuphros'iine.
Tooneelspel in n bedrijf. Vertaald door Jan C. de,
Vos. Leiden, A. W. Sijthoff. '
Adolf Glaser, Uit Ary Scheffer^s jongelings
jaren. Roman. -Arnhem, H. W* van Marie.
W. Gosler, Licht en schadiiw. Leiden, A.
W. Sijthoff.
"W. Heimburg, Liesje van aen lompenmolen.
Naar het Hoogduibsch. Arnhem, H. Vf. v. Marie.
,Th. J. I. Arnold, 8hakespeare-Éi~bliography
in the Ketherlands, 'Printed separately from
BïbliograpMsclie adversaria. IV, 4, 5, 's
Gravenhage, Mart. Nijhoff.
Hendrik Conscience, De Gr&lddui/vel, Leiden,
A. W. Sijthoff.
Hendrik Conscience, Mo&derUefde. Leiden,
A. W. Sijthoff.
Drakenstein, Tooneelen uithet leven in
Z^l^dAfrika. Door den schrijver van Legenden uit
den Elzas. Naar het Fransch door Elisabeth
Freystadt. Utrecht, J, Bijleveld.
Ds SpOOEWEGLEENIKCt.
Een aankoop van '2615 kilometer spoorlijnen
vorderde van de schatkist een "belangrijke som,
te meer daar de wet van 22 Maart 1877 had
voorgeschreven, dat, zonder te letten op den
treurigen toestand der maatschappijen, die mis
schien hunne lijnen wel voor een geringer prijs
hadden willen afstaan, de aankoop zou ge
schieden tegen de werkelijke jvaarde, na aftrek
van de door den Staat reeds verstrekte
subsidiën. De som bedroeg in 't geheel 331
millioen francs; wij hebhen thans na te gaan hoe
deze gevonden werden. Dit geschiedde door
het aangaan van amortiseerbare schuld a 3'pCt.
waarvan de uitgifte door de wet van 11 Juni
1878 werd bepaald. Deze wet bevat drie titels.
De eerste omschrijft den aard van de leening.
Zij is \*an 3 pCt. en in 75 jaar te
amortiseeren. Niettegenstaande dit verschil met de be
staande rsnte, die of perpétuelle of magere is,
zal ook 3eze rente eene bijzondere afdeeling
in het grootboek der openbare schuld hebben,
en dezelfde rechten genieten, .welke aan de
overige schulden van den Staat verzekerd zijn.
Ieder die eenig kapitaal bij, de spaarbank be
zit, kan kosteloos door bemiddeling van het
bestuur der spaarbanken deze rente koopen,
wanneer zijn inleg slechts 'groot genoeg is,- om
er lo francs rente voor te krijgen. De koers
van uitgifte, het tijdstip, het plan van
amortisatie, en de overige formaliteiten zullen later
bij dekreet "bekend gemaakt worden. De tweede
titel bevat het bedrag der eredieten, welke op
grond van deze wet aan den minister van open
bare werken tot aankoop voor de lijnen ter
beschikking gesteld worden. Deze bedragen,
zooals wij zeiden, 331 millioen francs, waarvan
270 millioen als schadeloosstelling voor de maat
schappijen voor-de werken, die zij nog ter vol
tooiing der lijnen moeten" laten uitvoeren, 18
millioen voor werken, die de Staat zelf nog
ter voltooiing der lijnen.' te maken heeft, en
eindelijk nog een millioen voor het geval, dat
de opbrengst ,van de lijnen niet toereikend
waren om de uitgaven der exploitatie te be
strijden. De derde titel eindelijk zegt, dat de
obligaties van 29 Deeember'1876 (a 4.pCt., in
30 jaar te amortïseeren) zoowel uitgegeven als
nog uit te geven, in de nieuwe rente geconver
seerd kunnen worden. -..
Gemotiveerd worden de afzonderlijke bepa
lingen van de leeningswet op de volgende
wijze. Wat de vorm der nieuwe rente aangaat,
de overeenkomst met de spoorwegobligaties
was als van zelf aangewezen, omdat de regee
ring de kapitalen der particulieren op dezelfde
wijze als zij steeds aan de spoorwegmaatschap
pijen aangeboden werden, wilde tot zich roe
pen. De spoorwegaandeelen geven 3- pCt. en
zijn amortiseerbaar tot het ophouden der
concessiën, hetwelk bij de meeste lijnen in onge
veer 75 jaar plaats vindt. Eene amortisatie in
75 jaar vordert daarenboven ieder jaar slechts een
ze:?r gering aflo.ssingsfondsj. zoodat het gezamen
lijk bedrag van interest en amortisatie niet
meer dan 5 pCt. 'sjaars bedraagt. Daar de
leeningen in ronde som thans 500 millioen
francs bedragen, is het nieuwe budget van
uitgaveüthans met 25 millioen francs aan inte
rest bezwaard. Om deze te dekken wordt eene
combinatie voorgesteld, steunend op de veran
deringen,, die in korten tijd bij twee posten van.
uitgave meeten plaats grijpen. .Dit' zijn voor
eerst de sommen voor rente en amortisatie van
het voorschot van de bank aan den Staat, ten
bedrage van 152,432,000 francs, en de som voor
interest van de schatkistbiljetten, welke voor
den Compte d6 liquidatïon zijn uitgegeven,
tesamen 170,437,000 - francs. In het jaar 1880
wordt vaa deze totaalsom het gedeelte dat tot
den interest en de aflossing van de schuldaan
de bank noodig is, vrij, aangezien
met.dattijdstip de gansene schuld aan de bank terugbe
taald is. De andere'uitgave-echter, die van den
compfe de liQuidation, \ivvmi van jaar tot jaar
toe; deze moet de hoogte van 1,416,195,143
francs 'bereiken en tot het jaar 1889 uit de be
lastingen worden voldaan. Wordt dit plan
doorgevoerd, dan bedragen de jaarlijksche uit
gaven' voor den Compte de liqttidation van
1880 af 170,500,000 francs, das juist zooveel
als de voor .1878 opgenomen kosten voor deze
schuld met de bankschuld er bij, zobdat de
nieuwe 25 millioen'nog altoos, niet gedekt zou
den zijn. Er wordt derhalve voorgesteld de
periode' voor aflossing van dien Compte de li~
quidaiion met 3 jaar te verlengen, zoodat de
interest en de amortisatie slechts 145,500,000
.francs bedragen, waardoor men de 25 müliöen
beschikbaar krijgt. Dit geldt echter eerst van
1880 af, als vranneer de schuld aan de bank is
terugbetaald, terwijl in de jaren 1878 en .1879
de uitgaven voor interest en aflossing nog'niet
vervallen. De memorie van toelichting voor
de amortisatiewefc neemt zelfs aan dat, daar de
uitgaven van den Compte de liquidation steeds
toenemen, ook nog vóór de aflossing van d
schuld aan de bank, het totaal v,m de posten
van uitgaaf in 1878 in plaats van op 1JO
mflHoen op 180, en in het, jaar 1879 ia plaats van
180 op 200 millioen francs zouden komen, het
geen in die twee jaren eene verzwaring van het
budget met 30 millioen francs geeft. Kernen
wij nog 50 millioen francs interest daarbij voor
de nieuwe schuld in die twee jaren, dan staan
wij reeds voor eene- ongedekte uitgave .van
80 millioen.
De minister Say heeft echter- ook hier raad
geweten. Tegelijk met de leeningSwet heeft
hij aan het Parlement eene overeenkomst van
den Staat met de Fransche bank voorgelegd,
dat ook door de Kamers is goedgekeurd. De
bank had namelijk reeds in het jaar 1857 den
Staat een kapitaal, van 60 millioen renteloos
voorgeschoten, als equivalent daarvoor, dat de
Staat zijne telkens beschikbare 'gekten bij de
bank deponeerde. Hieraan was als voorwaarde
verbonden, dat het deposito van den Staatniet
bene'd'en de voorgeschoten som zou dalen. Di&
voorschot van 60 millioen maakte nog vóór
1872 ongeveer 61 pCt. van het deposito vaa
den Staat uit, terwijl het sedert dien tijd slechts
36 pCt. daarvan vormt. De Staat verlangt
dus,, dat het voorschot van de bank ook
verhoogd worde in overeenstemming met dit
grootere deposito, en de bank heeft, het
re'qhtmatige van dezen eisch erkennend, zich bereid
verklaard, voorloopig voor 10 jaar nog een
:weede renteloos voorschot van 80 millioen te
geven. Door deze overeenkomst dus heeft de
Staat de middelen bekomen, om juist de zoo
even genoemde ongedekte 80 millioen francs
voor die twee jaren, 1878 en 1879 te. dekken.
Hier tegenover heeft ook de Staat zijnerzijds
aan de. bank iets moeten toesteinmen. De bank
beklaagde zich reeds lang over het
banknotenzegel, dat ook de geheel gedekte en dus voor
de bank onvoordeelige banknoten treft. Deze
stempel bedroeg l franc 50 centimes voor
iedere 1000. francs van het bedrag. aan bank
noten, die door elkander ieder jaar in circulatie
waren. De overeenkomst, die thans tot wet
verheven is, behoudt dezen timbre nog slechts
voor dat deel van de gemiddelde
banknotencirculatie, dat tot werkelijke bankzaken, als
disconteeren, "beleenen,, enz. gebruikt wordt,
terwijl het overige in het vervolg slechts aan
een zegelrecht van 20 centimes per 1000 francs
onderworpen zal zijn.
Deze finantieele operatie, door het
leeningsplan noodzakelijk gemaakt, Beeft de minister
Say zonder moeite door de Kamers doen aan
nemen. Thans blijft ons nog over uiteen te
zetten, hoe de leening zelve is aangegaan.
Reeds den 16den Juli 1878 verscheen een decreet
van den President. der Kepubliek, tot regeling
van de door het vroegere decreet overgelaten
formaliteiten, het afiossingsplan, de vervalda
gen van den interest, enz. Dit werd vergezel*!
door een stuk van den minister van financiën
van dezelfde dagteekening, volgens hetwelk
het totaal kapitaal, dat door de uitgifte van
de drie perceots aflosbare rente wordt gerea
liseerd, op 439,878,547 francs wordt gesteld.
Van deze som is slechts een klein gedeeltes
namelijk 1,013,460 francs rente, aan de beurs
makelaars ter negotiatie overgelaten, terwijl
voor het overige een andere weg werd
ingeslageïi. De minister Say wilde liefst de dure
tusschenkomst der; beurs ontwijken, hetgeen
hem natuurlijk de 'bittere vijandschap van deze
op den hals haalde. Hij nam het besluit de
stukken direct aan de hoofdkas te Parijs en
aan de kassen der trésoriers-payeurs in de
departementen te laten verkoopen, iets
ongenoords en dat hem door~de Fransche bankiers
nooit vergeven zal worden. Hij richtte dus
den Sden AugUstus 1878. aan. deze 'tr
sorierspai/eurs eene circulaire, waarin hij hun mede
deelde, dat 'hij. wel een klein deel van dj uit
gifte door de makelaars had laten aannemen,,
maar dit alleen had laten, geschieden om ten
naastenbij de natuurlijke koers van de nieuwe
rente door het publiek te laten vaststellen. De
rest intusschen moest rechtstreeks van uit de
Staatskassen verkocht worden, en dat wel niet
op de gewone wijze, dat de inschrijving op een
bepaalden dag geopend en gesloten werd, maar
integendeel was de operatie als eene voortdu
rende te beschouwen, waarbij het publiek ver
scheidene weken aaneen zich van de gewenschte
rente kon vooraien. De minister behoudt zich
voor, het gepaste tijdstip .voor den verkoop
der rente vast te stellen, en dien tijd te be
perken, te verlengen; te verschuiven, al lïaar
dat het -met het belang der schatkist overeen
kwam.'Het bedrag der obligatien, die te koop
aangeboden worden, zal naar gelang van de
welgesteldheid der "bevolking tusschen Parijs
ea de provinciën verdeeld worden. Ds koers
van uitgifte, waarvoor de trésoriers-paymrs de
rente mogen verkoopen, zal liun dagelijks per
telegraaf,bekend gemaakt worden.'Deze koers
zal natuurlijk eenigzins wisselen, ea zal door
den minister in verband mst de fluctuaties
van de .markt dagelijks worden vastgesteld.
Inderdaad is de inhoud dezer circulaire, niet
tegenstaande al de aanvallen, aan welkt; zij
den minister van. .den kant der Jiqute financs
heeft doen blootstaan, Volvoerd, gewordsn. Van
Waar is Dr. Desroches? vroeg hij.
Een snik was haar eenig antwoord.
Is hij gevangen genomen ?
Zij aijn hem komen halen, maar zij heb
ben hem niet gevonden, den armen man!
En' Mlle. Thérèse?
Die is boven.
'Haastig snelde hij '-de trap op en trad de
bibliotheek binnen, die de duidelijke sporen
droeg, van het, bezoek der politie, open gebro
ken laden en kasten, verschoven meubels, pa
pieren over den grond verspreid. Nadat hij het
geheele huis doorzoeken en het jonge meisje
een streng verhoor had doen ondergaan, was
de commissaris vertrokken, vol spijt dat zijn
moeite vergeefs was geweest.
Het' jonge meisje zat in een armstoel, Jbalf
wezenloos voor zich uitte staren. Voetstappen
hoerende, keerde zij zich langzaam om; maar
toen zij Etienne Maugars ontdekte, sprong zij
verontwaardigd op.
. Hoe durft gij u hier vertoornen ? riep zij.
Komt gij ook naar hem zoeken ?... Hij is ge
lukkig b,ij tijds ontsnapt, en ge zult hem niet
vinden, evenmin als de'politie.
Ik vreesde dat hij gevangen genomen was,
en ik ben zoo vrij geweest om hier te komen,
want ik wilde u aanbieden.. .
Hij stamelde en bleef steken, verschrikt door
den vreemden, "blik vol diepe verachting, dien
Thérèse op hem liet rusten.
Wat aanbieden ? vroeg zij met hittere
ironie. Uw goeden raad misschien? . ..
Gristeen hadt ge ons moeten komen zeggen wat gij
?wist.
Gisteren! riep hij verwonderd, maar toen
wist. ik het immers niet!,... Eerst nu op 't
oogenblik...
Waarom zegt gij de waarheid niet ? gaf
zij toornig ten antwoord; Célestin en gij hebt
beiden geweten van uw vaders verraad!
Mijn vader?. . . De schrik heeft u ver
bijsterd, Mlle. Thérèse: hoe is het mogelijk dat
ge mijn vader in staat acht. tot zulk een laag
hartige daad'?
Ik acht M. Maugars tot alles in staat. . .
Hij had een 'hekel aan mijn vader ; hij vond ons
lastig en wilde ons kwijt wezen...
Bedroefd zag Etienne haar aan, zoo als zij
daar 'bij de niet papieren bedekte schrijftafel
stond, en zenuwachtig een stuk courant tus
schen haar bevende vingers verfrommelde.
Bewijzen, fluisterde hij; hebt ge bewijzen ?
Gisteren heeft u vader den mijnen bij de
prefektuur aangeklaagd en Tifieneau meege
bracht om zijn getuigenis te bevestigen. Daarop
is het bevel tot in hechtenisneming gevolgd . ..
Vraag het maar aan Célestin, en als zijn pa
troon hem ook niet daartoe omgekocht heeft,
zal hij u de waarheid wel zeggen. x
Maar dat zou schandelijk wezen!
Dat is het ook!. . . En verder.liet zij er
bedroefd ~op volgen, waartoe dienen al die rede
naties? Laat' mij alleen, ik "ben doodmoe . ..
Ik verlaat morgen de stad en heb maar een
wensch meer, en dat is dat ik den naam
Maugars en allen, die hem 'dragen, zal kunnen
vergeten!
Als hetgeen gij zegt waar is, Mlle. Des
roches, dan heb ik geen recht om u die harde
woorden, te verwijten .... Toch 'durf ik er nog
aan twijfeïen; maar als het waar was, als mijn
vader werkelijk de noodlottige macht "bezat,
die gij hem toeschrijft, dan zweer -ik u bij al
wat heilig is, dat hij nog heden het gepleegde
kwaad herstellen zal. of dat hij en ik voortaan
niets meer met elkander gemeen zullen hebben...
Hij trachtte nog eenmaal Thérèses blik te
ontmoeten, maar zij had het hoofd afgewend ?
Toen verliet hij haastig de ka .n er en liep de
straat, op. Vijf minuten later was hij in zijn
eigen huls en driftig de deur openstoot'end,
trad hij zonder aan te kloppen het kabinet
vanzijn vader binnen. '
Op deaen somberen Decemberdag zag het
vertrek er nog akeliger uit dan gewoonlijk, al
was het dan sedert vier en twintig uren het
vertrek -van den nieuwen rnaire! Zijn hoed en
handschoenen lagen gereed, en hij scheen plan
te hebben om uit te gaan. Toen aijn zoon zoo
onverwachts binnentrad, keerde M.. Maugars
zich driftig om en fronste de wenkbrauwen.
? Is mijn bureau een koffiehuis, dat gij zoo
maar naar binnenstormt, zonder te vragen of
ik tijd genoeg heb om u te ontvangen!.?Ge
weet dat ik daar niet van houd!. . .
Vader, zei.Etienne, zonder den tijd met
antwoorden te .verspillen, de gendarmes zijn"
van morgen in het huis van Dr. Desroches ge
weest om hem gevangen te nemen.
De bankier keek zijn zoon met een onbewe
gelijk gelaat aan.
-?En verder? vroeg hij.
Men zegt dat Dr. Desroches door u aan
geklaagd is, op liet getuigenis van Célestin.
M. Maugars maakte een toornig gebaar.
Heeft die ezel van Tiffeneau dan toch zijn mond
niet gehouden! riep hij. Donder en "bliksem!
Ik zal hem leeren! ,
Dus is het waar l mompelde Etienne op
wanhopenden toon. Vervolgens hernam hij
met vaste stem: Célestin heeft mij niets ge
zegd; ik weet alles van Mlle. Desroches3 die
ik daareven verlaten heb.
Als "dat zoo is, dan heeft liet juffertje maar
de halve waarheid gezegd. Haar va^er heeft
zich zelven in verdenking gebracht, door zijn
oproerige taal... Hij stond al lang als revolu
tionair aangeschreven, en het was mijn plicht
als magistraat om een man, die gevaarlijk was
voor de publieke rust, te laten gevangen nemen.
Een leelijke zaak; gij ? hadt, dat dunkt mij-,
wel aan het gerecht kunnen overlaten,
Dat moet ik voor mijn eigen geweten ver
antwoorden. .. Ik ben slaaf van de
wetDe wet! riep Etienne verontwaardigd... .
Maar hij weerhield zich en vervolgde : Daaren
boven is hefc^nemen van dien ellendigen maat
regel overbodig geweest, want Dr. Desroches
is -bij tijds gewaarschuwd en heeft weten te
Dat heb ik vernomen, hernam M..
Mau-gars droog. Maar men is hem reeds op het
spoor en'hij zal'gauw genoeg achter 't slot
zitten.
Vader, ter wille van uw eigen eer en de
mijne, moest gij die bittere vervolging,stak en;
de eenige misdaad.-van den man is dat hij an
ders denkt dan gij'.
-r?Daar heeft mijn eer niets mee te maken.
En daarenboven, de justitie is nu gewaarschuwd
en ik, heb, geen recht om mij verder mefc de
zaak te bemoeien.
G-ij hebt er het recht en de macht toe,
hield Etienne vol; op dit oogenblik kunt gij
alles gedaan krijgen in Saint-Clémenfcin, en de
prefekt laat zich geheel door uw raad leiden..
Dat hebt gij gisteren nog aan moeder'en mi)
verzekerd. Het is uw plicht, om die macht te
gebruiken en het kwaad te herstellen, dat ge
gedaan hebt.
Mijn plicht, zei de bankier, terwijl hij zijn
jas toeknoopte, is om den goeden uitslag van
de reddende daad van 2 December te helpen.
bevorderen, en het land te bevrijden van
oproermakers, die alles- omver wilden werpen en
het land'verwoesten te,.vuur n te zwaard.
Dat was een der phrases, die hij denzelfden.
morgen in een redevoering aan zijn onderge
schikte ten beste had gegeveü. Zij klonk goed
meende hij, en hij wilde wel eens aien wat zij
op zijn.zoon zou uitwerken. Deze echter Weef
onbewogen.
.Het is geen zaak van politiek 'maar van
mensehelijkheld! riep hij. Bedenk dat de maïs
in de gevangenis gezet of gedwongen zal wor
den om het land te verlaten, als gij de vervol
ging niet tegenhoudt; in beide gevallen is hij
geruïneerd, om zijn dochter, een meisje van
zeventien jaar, blijft alleen en hulpeloos in de
wereld achter, blootgesteld aan allerlei ellende!
O, zei de bankier de schouders ophalend;
is dat de quaesfcie? Dat meisje schijnt u aan het
hart te liggen!
- Ja! bekende Etienne onvoorzichtig ge
noeg, ja, ik heb haar lief, en de slag, die op
haar gemunt is, treft ook mij.. *
M, Maugars lachte schamper. En gelooft
gij nu waarlijk dat ik ter wille van een kin
derachtige .liefdeshistorie, den loop van het
recht zal tegenhouden, mijn positie m gevaar
en weldoordachte plannen in de war brengen ? ...
Neen, jongen,' dan kent ge Simon Maugars
nog niet!... Als ik-jeenmaal een besluit geno
men heb, dan keer ik nooit halfweg terug. Het
'bevel' 'is uitgevaardigd,, en eens zult gij mij
dankbaar zijn dat ik u voor een dwaasheid
berwaard heb. .. Dat is mijn laatste woord. . . Ik
word op het raadhuis gewacht en'ik heb haast,
Zoo sprekende had hij zijn hoed opgezet.