Historisch Archief 1877-1940
.a
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V Q-fl B NEDERLAND.
12 Augustus af was de nieuwe rente ter be
schikking van Het publiek aan de Caisse gén
rale te Parijs, en aan de bureaus der
rijksbetaalmeesters, en den 23sten September kon het
Journal Offöciel verklaren, dat liet bij de wet
bepaa1.de bedrag verkocht was, en de" nieuwe
leening van toen'af alleen aan de "beurs te ver
krijgen was.
' Heeft het jaar 1878 niet zeer veel op het
gebied der wetgeving m Frankrijk aan te wij
zen, de schreden die er gedaan zijn, kunnen
d_es te gewichtiger heetes, deels als eene nieuwe
richting op "het gebied der spoorwegpolitiek
aangewende, deels, als voorbereidende stappen
voor de groote hervormingen, die de eerste
jaren nog verder'brengen zullen. Indien slechte
de staatkundige verhoudingen, der Republiek
zoo gunstig blijven, dat hare bestuurders zich
ongestoord aan deze binnenlandsche verbete
ringen kunnen wijden.
II.
ONZE BKAHDWÏEE.
Er worden in elke gemeente
voldoende brandbluschmiddelen
aangeschaft en vóór een vol
doende bediening dier middelen
gezorgd.
De brandweer is een voor
werp van de .aanhoudende zorg
der gemeentebesturen.
op t
Aldorp bezit' onder meerdere nuttige instel
lingen ook een brandweer.
"Wie meent dat dit een zaak is die van zelf
spreekt, bedriegt zich. In de wét-regelende de
samenstelling, inrichting en bevoegdheid der
. gemeentebesturen, komen wel enkele bepalingen
'vóór'omtrent hefc toezicht op de
brandbluschmiddelen, het opperbestuur bij brand, de kos
ten der brandweer, maar een duidelijk voor
schrift dienaangaande, zooals -wij hierboven
ons veroorloofden er een te ontwerpen, wordt
ten' eenenraale gemist.
Wij willen heden een inspektie houden van
' da brandweer met al wat daartoe behoort.
Midden in het dorp staat «en huisje; een
oud, bouwvallig, onsierlijk gebouwtje, welks
bestemming men niet ligt raden zou, indien
. - niet boven- in den, gevel geschreven stond:
BEANDSPÜIT. Gij mist' het gebruikelijke No. 1.
Geen wonder, want Aldorp heeft maar n
Spuit. "Wel is de gemeente tamelijk groot; er
is een kom van het dorp en een tamelijke
/ bevolkte buitenwijk; maar de burgemeester
'" zegt: zoolang als ik bier gewoond heb, is er
slechts een enkele maal brand geweest; wij
hebben geen twee spuiten noodig." En de
Aldorpsche raadslieden zeggen: zooals bur
gemeester 'tzeit zal'twel goed zijn." Die Heden
zijn in den regel zeer volgzaam. In n op
zicht zijn zij erg halstarrig, nl. wanneer de'
"burgemeester een verhooging van ?uitgaven
voorstelt.
In dat hui-'je staat de brandspuit, Stel u
voor een hahdspuit van zeer kleine afmetingen
met een dito aaujagertje, zooals men die in't
begin dezer eeuw fabriceerde. Die spuit staat
.daar nagenoeg verveloos, niet gesmeerd, onder
stof begraven, "Want buitenen behalve dat het
instrument onvoldoende is om een flinken
waterstraal te geven, wordt het niet of zeer
gebrekkig onderhouden. Eens in 't jaar (éns!)
is er groot feest op 't dorp. Dan schoolt de
jeugd samen; daarachter enkele nietsdoeners;
daarvoor de burgemeester, n enkele brand
spuitmeester (de anderen hebben het veel te
... : dfuk met hun bezigheden) een paar
spuitgastén (l*1111 collega's komen eenvoudig niet op,
daar zij aan de spuit niet betaald worden en
"bij hun baas geld verdienen) en eindelijk de
k-andspuit. Men zal het werktuig beproeven.
Dit wordt, echter ook wel eens een jaar over
geslagen!. Tot niet geringe vreugd der school
jeugd geeft echter de spuit in 't eerste kwar
tier geen water; de' zuiger is .verdroogd en
sluit niet; de mechaniek werkt uiterst stroef
eu moeilijk. Nu wordt er gesmeerd, water aan
gedragen, nog eens gepompt, een wijle ge
wacht en eindelijk, onder een. algemeen hoerah
der jeugd begint er iets te komen dat naar
een waterstraal gelijkt; Fluks wordt de spuit
opgeborgen om wederom te verdrogen; de
brandweer rukt naar de herberg om het ge
bruikelijke glaasje tegen de nattigheid te
drinken en de jaarlijksche beproeving van
's dorps brandspuit is geëindigd.
Is het wonder dat na eenige maanden, ge
durende welke nimmer naar de spuit is om
zien, bij het .uitbreken van een brand de wer
king evea onvoldoende is en de gebrekkige
mechaniek spoedig defect wordt, zoodat het
instrument buiten dienst gesteld wordt ? Dan
is natuurlijk Holland in last. Alles raast en
tiert op zoo'n gebrekkige spuit; eenstemmig
besluit men den put alsnog te dempen al is het
kalf ook verdronken; maar morgen aan den
dag besluiten de machthebbendeïi de spuit
maar eens te laten nazien en repareeren; 't
.kan zoo wel! Tot de oorzaak, het onvoldoende
toezicht en onderhoud, klimt niemand op.
Yan de brandspuit tot de brandweer is. maar
eene schrede. Te Aldor_p staan deze ook in
geestelijken zin dicht bij elkander. Zoo ge
brekkig de spuit, 200 gebrekkig is hare be
diening. Niemand heeft er genoeg verstand
van het werk der brandblussching, dat zoo
uiterst veel overleg, vastberadenheid, bedaard
heid en kloekmoedigheid vereischt. De
brandmeesters zijn lieden, die naar het gevoelen van
den opperbevelhebber ook eens een postje
moeten hebben." Nu zijn er te Aldorp ver
schillende postjes" die wel begeven, maar niet
of zeer onvoldoende waargenomen worden; De
post van brandmeester schijnt een eerebetrek
king waarvan de eer bestaat, in het niet of
zonder kennis van aaken waarnemen. Natuur
lijk zijn de rechtenen verplichtingen aan dezen
post verbonden bij plaatselijke verordening
geregeld, maar de Aldorpsche verordeningen
schijnen gemaakt te zijn om niét nageleefd te
worden, .pa op^&rbiaüdmeester is nl. dikwgtjS
van huis en vergeet dan steeds de sleutels van
het brandspTiithuis aan een zijner
onderhoorigsn te geven; ea zoo al meer. E ven natuurlek
worden in het jaarverslag dat aan Gedepu
teerde Staten verzonden wordt de brandweer
en de bluschmiddelen vermeld als verkeerende
ia.de meest volkomene orde.: Maar verslagen
zijn geduldig, en Maarten Chuzzïewits heeft
ons geleerd dat er een groot verschil is tus
schen Eden zooals het zich i»p de kaart ver
toont en Eden zooals het werkelijk is. Wat
de spuitgasten aanbelangt,, wat zal men ver
wachten van eenige boerenarbeiders die nooit
in dit vak geoefend worden en voor hunne
a.an de spuit bewenen diensten niet of zeer
onvoldoende betaald worden, zoodat zij niet
dan met loome schreden zich op hun post be
geven, indien zij dit al doen en niet de
voox*keur' geven aan.hun arbeid?
Wat er in geval van brand geschiedt laat
zich raden; maai' wij wille» trachten er toch
een voorstelling van te geven. Dit is niet ge~
'makkelijk daar het een voorstelling is van een
eindelooze verwarring. -Totaal gebrek aan politie
(wat beteekent n veldwachter wiens gezag
zoo klein is bij een brand?) maakt in den
regel niet alleen het perceel ongenaakbaar
voor een behoorlijke blussching maar verhin
dert ook de zorg voor de \eiligheid der goe
deren. En daar de overigens 'tamelijk rustige
Aldorpers bij een brand wel losgelaten duivels
schijnen, ziet men hen dan ook de huizen als
razenden binnenstormen en hoort men straks
van schromelijke diefstallen, n dien warboel
schreeuwt de opperbevelhebber, de burgemee
ster; maar niemand bekommert zich om zijn
bevelen, indien zijn .stem al verstaan wordt.
Het eene bevel wordt gevolgd door een ander
tegenbevel. De brandmeesters roepen en wer
ken tegen elkander in; het is een warboel zon
der einde; ondertusschen woeden de vlammen
voort. Eensklaps weigeren de spuitgasten hun
dienst tenzij. . er eenige kruiken jenever aan
rukken. Men draalt,daar mee zóó la'ng mogelijk,
maar eindelijk verschijnt dat eenige middel
om de .manschappen aan het werk te houden.
Middelerwijl wordt er gewacht op hulp van
andere naburige dorpen; maar eer dat daar
heen boden afgezonden, daar alarm ge
maakt, een brandmeester opgezocht, de spuit
in' gereedheid gebracht en naar de plaats
des onheus afgezonden is, zijn er minstens e^n
drietal uren voorbijgegaan; aangenomen dat
de hulp .verleend wordt, en deze niet op grond
van aldaar bestaande plaatselijke verordeningen,
door het vervullen van allerlastigsfe formali
teiten onmogelijk gemaakt wordt. B. v. in de
Aldorpsche verordening staat geschreven dat
er geen hulp verleend wordt aaneen naburige
plaats tenzij de burgemeester dier plaats
schrifielyk daarom verzoekt en schrïfiely'k de kosten
waarborgt. Stel u een burgemeester voor te
midden,van een.brandblussing in alle "vormen
zulk een verzoek schrijvende! Meri spare OES
het overige; de^lezev kan er zich ligt een
voorstelling van maken. Gelukkig is er ten
platten lande zelden brand; maar als er brand
ontstaat is deze in den regel hevig.
Zoo ziet het er te Aldorp uit. Deze toestand
is allertreurigst. Sommige Aldorpers begrijpen
dit; in het algemeen belang laten aij zich
gaarne door de machthebbenden de geregelde
oppositie noemen." Wat zij wensehen ? Stel u
gerust lezer; zij verlangen n Jet het onbereikbare,
geen stoombi-andspuit, geen brandweerkorps
geschoeid op den voet van het Amsterdameche.
Maar eenvoudig een twee a drietal flinke spui
ten die voldoende b. v. elk?e maand of om de
twee maanden beproefd, .nagezien en in orde
gehouden worden; een bediening dier spuiten
door de flinkste mannen van het dorp die daar
in, welgeoefend en daarvoor goed bezoldigd
worden ; en eindelijk eeu kommandant en brand
meesters die zich, op kosten" der gemeente,
voortdurend op de .hoogte houden van alles
wat de brandweer betreft en al vast beginnen
zich het uitstekende werkje van den heer
Dijkmeester aan te schaffen, het met aandacht
te lüaen en zich. de daarin vervatte wensehen
eigen te maken.
BUEGEEMAN".
II.
Er zijn onder de jongste Fransche stukken
'rosseheidene, die het meeste boeien door den
loop dien de intrige niet neemt. De schrijver
legt er ,zich op toe zijne personen, onmerkbaar
maar zeker naar den zoom eener peillooze
diepte mede te sleepen. Met ongeëvenaarde
schranderheid gaat hij hierbij te werk. Schijn
baar onverschillige omstandigheden^ op het oog
toevallige gebeurtenissen zijn
met.voorbeeldeloozy scherpzinnigheid uitgedacht en met
onovertrefbaren, ,takt aangebracht om den held
voetje voor voetje naar den rand van den af
grond te voeren; onbewust, maar met vaste
hand. Sidderende sc'ioon wij de diepte van
den dreigende» val nog niet hebben gepeild
alen wij bet gevaar ieder oogeublik toenemen.
-Tot op eens het floers wordt weggerukt
tusschen den afgrond en den held en wij met ver
pletterende duidelijkheid ontwaren, dat de val
feven noodlottig zal zijn als xij onvermijdelijk
is. Om den indruk onaer gewaarwordingen te
verdubbelen bespeuren wij dat ook bij den held
zichdie zekerheid heeft-gevestigd. Haar ziet';
dezelfde hand, die .den nevel deed verdwijnen,
wijst den held een brug aan over de diepte,
die iem zou even dreigde te verslinden,
0e gewaarwordingen van dankbaarheid en
bevrediging onzer sympatkien, voorafgegaan
als silj waren door twijfel en vrees brengen een
geweldige aandoening te weeg in ons gemoed.
Het is op dio aandoening dat het succes van
Sardou gedeeltelijk berust. Neem Habagas ?
neem Pon-t-Arcey. Zonder in dat -welslagen
iets onverdiende te willen ziea,kan meii toege
ven, dat er nog andere trekken zijn dan de
genoemde, waaraan een groot tooneel-dichter
te erkennen is. ~
" Les Fotirchambault, want het is voor dit
meesterstuk, dat wij uwe aandacht verzoeken.
Les JfourcJiaynbattlt bevat niets van dat alles.
De handeling is eenvoudig. Geen intrige die
op aieh zelf reeds een boeiend vsrhaal zou
wezen. Potsierlijke charges, satire op
dagelijksche toestanden, treffend door actualiteit,
zoekt; ge te vergeefs. Het geheel maakt den
zelfden indruk als de salon in het tweede be
drijf: die van soberheid. Maar een soberheid
soöaantrekkelijk door den beerlijken, zuiveren
-dialoog, door depoé'tische behandeling van het in
krachtige en edele tooneelen uitmuntende werk,
e-?ea&eer voortreffelijk als dramatisch gewrocht
maar een eenvoud zoo rijk, dat ge grond vindt
voor sommiger bewering als zoude het Fran
onzer dagen' na la 3?ille de töland
geen dichterlijker produkt hebben aan te wijzen.
Parijs en de kritiek waren vrij wel eenstem
mig deze meening toegedaan. De geheele we
reld heeft getoond haar te deelen. De Comédie
Franchise had met vreugde hare poorten voor
Augiers werk geopend. De voortreffelijkste
harer leden hadden zich met de vertolking be
last: Grot, Coquelin, Agar, Croizette. Zelden ook
genoot aoo spoedig een stuk elks 'bewondering
als Les FourchambauU.
Behoeft er gezegd te worden, dat de roep
die van Les F<Mi'c]iamb<iult uitging, de op
merkzaamheid van tooneeldirekteuren
onmiddelijk tot zich trok V Waarschijnlijk ie dit even
weinig noodig alri de .herinnering aan de reeks
van voorstellingen, die de hoogst verdienste
lijke vertaling op het Leidsehepleïn alhier be
leefde. Door den heer Bossing bewerkt, die
aan de heerlijke taal van het tweede, bedrijf
de grootst mogelijke zorg had besteed, wer
den de Fourchcvnibaults te Amsterdam dertien
en in den Haag vijf keer gespeeld. Het aantal
voorstellingen in de hoofdstad wijkt alleen voor
het succes van Adrienne Lecouvreur en
PontArcey. Wel een bewijs, hoezeer het stuk in
den smaak viel, te meer daar twee andere ge
zelschappen eveneens met vertalingen Yan het
zelfde drama voor het Amsterdainschs publiek
verschenen, of dit voornemen aangekondigd
hadden.
Doch waartoe stil'te staan bij algemeen be
kende zaken?
Wenden wij ons tot onze westelijke naburen.
De bewerkingen, die de Fransche stukken
aan de overzijde van het kanaal ondergaan,
grijpen gewoonlijk dieper in dan bij ons het
geval is. Dit heeft verschillende gronden. Ten
eerste zijn de omstandigheden, waarin de
tooneeldirekteureu veikeeren anders in Engeland
dan bij ons. Verleden week hadden wij gele
heid dit onderscheid aan te stippen. Stellen
wij, om een- voorbeeld te nemen, dat de ma
nager van een gezelschap samengesteld met
het- doel om Jjora te'geven, het oog laat val
len op les Fourckambault. Hij heeft al den
tijd gedurende den langen run van Dora, om
na te denken op welke wijze hij Augiers drama
zal bewerken, 'of laten bewerken verkorten
en wijzigen, en welke krachten hij voor de
vertooning zal behoeven. In zulk geval men
gevoelt het kan zij dieper ingrijpend te werk
gaan dan zijn collega in Holland, die als van
daag een nieuw stuk uitgegeven wordt, rfieds
morgen dient uit te zien naar. een ander.
Daarbij Icomt, dat stukken als Dors, eai
PontArcey, die zich voor een deel bewegen op
staatkundig gebied, zich gemakkelijker leenen
voor h&t Engelsche toonael dan. voor het onze,
omdat hetpolitiekeleven Ecgelandopgewekter is
en de staatkundige toestanden grootscher ver
houdingen aannemen dan ten onzent. Of had
men hier van baron van der Kraft een hand
langer der Atc.hineez.en moeten maken?
Een anderen grond vindt men in de omstan
digheid, dat b. v. les JfourchambauH, na te
zijn overgebracht in de Engelsche taal zich
ook naar de Engelsche seden heeft moeten
schikken. Deze dulden namelijk niet, dat een
ongehuwde moeder de heldin is van een
tooneelstuk een heldin, die aller sympathie
wegdraagt, aller harten verovert Men be
merkt het belang dezer wijziging. Mad.
Bernard, die men heeft laten trouwen met een
M. X., die sterft vóór dat het stuk begint,
heeft nu ja, in haar jougd een faux-pas gedaan,
doch is door een goed huwelijk in haar eer
hersteld. Zij heeft geen reden om den verlei
der te beschouwen als den vergiftiger van haar
levensgeluk. Als zij hem vergeeft is het goed
hartigheid. Edelhartig daarentegen is Mad.
Bernhard van Augïer te noemen, die den man,
die haar bedroog een redder toezond in haren
en zijnen zoon. Velen, in Engeland schijnen
niet te willen begrijpen, dat edelaardige
aelfverloochenïng en ruimhartige menschenliefde
althans eenig.?zins opwegen tegen een misstap
als dio van Mad. Beruard, en dat zij, de onge
huwde moeder, die haar zoon groot brengt tot
een man als Bernard zedelijk oneindig hooger
staat dan Mad. Fourchambault, een
heerschzuchtige kwelaieke vrouw tegenover haar man
en een lichtzinnige koppelares als moeder al
vloeit zij over van biirgerstandefyhe deugd
gelijk Multatuli het ergens noemt.
De bewerker van the Crisis, zooals les
jFourcliatnbault gedoopt 'is in het Engelsche
gewaad, Mr. Aïbeiy, heeft het bij' de bedoelde
wijziging niet gelaten. De vijf bedrijven zijn '
tot vier ingekort; benevens meer veranderin
gen van minder belang.
Het bekende Kaymar'ket Theatre te Londferi
heeft met the Crisis goede zaken gemaakt;
niettegenstaande de kritiek op vele vlekken
wees, die débewerker had veroorzaakt. Zoo
als te verwachten was heeft het tweede bedrijf
het meesf.e voldaan. Deze tooneelen werd
er o. a. van gezegd zouden voldoende zijn
om in the Crisis een belangrijke aanwinst te
doen zien voor ons répertoire." De dialoog,
zegt een ander, laat die in Dora verre achter
zich.
Inderdaad brengt vooral het tweede bedrijf
snaren in beweging, die slechts zelden trillen.
Er ligt een waas van verheven poëzie over,
die aan de volmaaktheid niet vreemd is.
Wanneer er sprake is van een cömédie als
les -Fourchambault dan is de sprong van Lon
den naar Berlijn minder groot dan men mis
schien denkt.
Intusschen, als hel u te doen is 'om in laatst-,
genoemde stad de Duitsche bewerking van Les
FourchcmbauU te .gaan zien dan hebt gij geen
haast. Immers wij zijn mot the Crisis ia Jan.
1879, en het Residenz-Theater, hoewel reeds
meer dan twee maanden met de Dmtsche be
werking op het affiche, is van plan haar tot
Juni te behouden.
Over de vertooners schijnt men vrij goed
voldaan; de vertaling wordt minder geroemd.
Een week later dan in Berlijn gebeurde] kon
digde het Weener Staat-Theater a&ndasHau»
Fourchambault. Den bewerker hoorde men
nog al prijzen; niet in die mate het spel.der
artisten. Slechts kwam men op tegen het ver
zwakken van enkele kernachtige gezegden.
Zoo had men weinig vrede met:. Beseitlge
das" voor het beroemde effa-CR; met Es rni»s
sein, ich wiii es, du.solist" voor; II U faut,je
Ie veux, tu Ie dols. 's He er en Kössing: het
moet, ik wil het, liet is je PLICHT ; kwam zeker
het oorspronkelijke vrij wat nader.
Zeer spoedig vond les Fourchanibault zijn
weg naar het zuiden, naar Italië. Milaan en
Venetiëliepen minder hoog met het stuk; dan
Rome. In deze stad werd het binnen 14 dagen
acht maal gegeven; een merkwaardige omstan
digheid voor het Valte Theater, dat zijn pro
gramma gewoonlijk eiken avond verandert.
Om het schokkende van den overgang stel
len wij voor VAssommoir acht dagen te laten
wachten.
21 Aug. '79.
. v. d. G.
Ontegenzeggelijk waar is-het, dat de
studeerende jongelingschap op de straten onzer veste,
een zekere levendigheid aanbrengt, althans in
de drie vakantiemaanden komt men allicht tot
de slotsom, dat Leiden een stil plaatsje is.
't Is waar. Leiden is stil in vergelijking vaa
grootere plaatsen, waar meer vertier en meer
getier ia clan ten onzent; doch moge
het'oogenschijnlijk rustig zijn. . . 't heeft toch ouk -zijn
groote en kleine beslommeringen, en 't' heeft
ook zijn lief en leed. Men is er. kalmer en be
daarder ; alles gaat geleidelijk en zachtkens
voort als een beekje, dat eerst bij hevige win
den de oppervlakte rimpelt. Maar komt eens
op de Woensdagsche, Vrijdfigsche of beesten
markt en op de Zaterdagsche markt, dan voor
zeker zult ge uw oordeel wel eenigszim wijzi
gen, ja, mogelijk een tegenovergesteld.gevoe
len verkondigen.
Thans is alles nog in rustige ruwt"; men
maakt het zich niet druk... de
Gemeenteraadszitting was er verleden week Donderdag
nog getuige van, daar het voldoende aantal
leden niet aanwezig was, om de zitting door te
lateïi gaan. Daarop werd zij verdaagd tot Za
terdag en toen werd onder meer behandeld de
heffing op het belastbaar inkomen. Het bleek
dat dit inkomen ongeveer f 5,352.000 bedraagt,
en dat op de begrooting van 1879, als opbrenst
der plaatselijke directe belasting is uitgetrok
ken, een som van ?120,000. Hieruit blijkt dat
er meer dan 2 percent 2,011 moeten gelieven
worden, doch de uitgetrokken som als batig
saldo der stedelijke gasfabriek ad ?45,000, gal
Vader! riep- Etienne, zich tusschen K
Maugars en de deur plaatsend, vader, laat het
'niét uw laatste woord zijn!... Toon dat ge
rechtvaardig en goed zijt, zooals ik mij u al
tijd heb voorgesteld. Als ge mij lief hebt,
ga dan niet zoo heen! Maak mij niet wanho
pend door een weigering!... Ik heb u altijd
zoo hoog geacht, u bemind en bewonderd, ver
breek niet met een enkel woord al de banden,
die mij aan .u hechten... O, als gij in mijn hart
toyadt lezen, zoudt gij zien wat ik lijd... Ik
wil u al mijn plannen, al mijn droomen opof
feren, maar laat dan die wraakzucht varen:.
Ik smeek er u om, riep hij, hem bij de hand
grijpend, wees goed!... Ik smeek er u om,
teïwille Van ons huiselijk ge]uk, van mij
zelv-en, van moeder!
Hij bad en smeekte zóó innig, de arme
. Ettenne; toen zijn gloeiende handen, die van M.
Hangars aanraakten, scheen er zelfs in dia
vsrWlde borst een snaar van vaderlijk gevoel te
trillen, maar de wyze, waarop die man van zaken
,^Je ouderlijke liefde beschouwde, veroorloofde
em niet om aan een opwelling toe te geven,
die hy als een zwakheid beschouwde^ De naam
. 'van Mme. Maugars, door Etienne zoo
ver'trpu: svend uitgesproken, bracht een glimlach op
zijn lippen, en 't was gedaan met denlaatsten
.-zweem van teederheid. Simon Maugars kreeg
ai. zijn vroegere kalmte en vastheid terug, en
zijn. hand uit die van zijn zoon losrukkend,
rie£> hij: Gij raaskalt.... Ik heb geen tijd
meer ... Bonjour!
Haastig zette hij zgn koed op, schoof zijn
zoon op zijde en verdween door de kleine deur,
die naar de bureaux leidde.
-De .achtertrap dreunde onder zijn zwaren
tre'd. Hij giag neen, blij dat hij. zich. ;zoo
gemakkelijk uit dien oiiaangenamen toestand, bad
weten te bevrijden, en'hij vermoedde niets van
de vreeselijke omwenteling, die daar in alle
stilte plaats had in zijn burean, waar Etienne
alleen achterbleef. Terwijl de es-metselaar uit
ging, trotsch op zijn overwinning, in het volle
gevoel zijner vaderlijke macJit, stortte het ge
bouw vsan huisselijken Voorspoed met zooveel
2org en inspanning door hem opgetrokken,
plotseling onherroepelijk ineen, in zijn val de
achting, liefde en eerbied meeslepend van. den
eenigen zoon, voor wien hij zijn vorstelijk for
tuin had bijeenverzameld op de plek waar
de laatste overblijfselen^ waren weggezonken,
gaapte nu een onpeilbaren afgrond tusschen
vader en kind.... '
Op datzelfde oogenblik maakte Thér
seDes?roches de laatste toebereidselen tot haar over
haast vertrek* De mannen van het recht had
den geen Mjd verloren laten gaan, en niet
ZQ«dra was de -tijding van Dr. Desroches v&fcat
op het parket bekend geworden,, of er was be
vel gegeven om beslag te leggen op zijn be
zittingen. President Söurnenal was gekome
en had Thérèse zijn huis aangeboden; maar
het jonge meisje had geweigerd en hem het
plan meegedeeld om terstond naar haar pleeg
ouders te gaan. De President bleef niet langer
aandringen. Wel was In'j onafzetbaar, maar hij
had toch niet veel lust om zijn rust in gevaar
te brengen, ter 'wille van zijn ouden vriend,
voor wien hij, zoo meende hg, al meer dan ge
noeg gewaagd had.
= Alleea gebleven verzocht Thérèse de meid
om haar koffer naar de post te brengen. De
diligence naar Poitiers was al lang voorb^
maar zij wilde geen dag meer in Saint-Cl
mentm blijven en besloot om te twee mijlen tot
aan Maïsocs-blancbes te voet af te leggen, en
daar te wachten op den postwagen van
AngouièjüB, In een warmen chaïe gehuld, met haar
reistasje in de hand en door den trouwen
Das vergezeld, -verliet zij voor altijd het huis
in de straat Louis XIII.
Er viel een dichte fijne stofregen en
SaintCléraentin was al spoedig in de nevelen
gedwenen. Langs een smal zïjpaadje had zij den
weg bereikt, de eenige wijkplaats van hen, die
geen thuis meer hebben. Hoe veel ongelukkige
zwervers zouden voor haar tusschen die kale
boomeüzijn doorgegaan: landloopers,
moe.deriQ02e kinderen, arbeiders die geen werk en
brood meer hadden.
Dr. Desroches liep nu miseqhien langs de
slijkerige wegen, ieder, oogenblik meenend dat
hij de gendarmes van den 2 December achter
zich, hoorde. .. De nevel werd dichter, de avond
.bggQij te vallen. Thérèse trok den doek
dichté- om haa? schouders en voelde zich alleen
en verlaten in de doodelijke stilte 'om haar
heen. Aan den kruisweg tusschen Niort en
Bordëa.Mx gekomen, zette zij haar valiesje op een
steen en luisterde. Eensklaps begon Das te
blaffen, en in de duisternis hoorde-het jonge
meisje het gerinkel van de belletjes dei1 dili
gence, die haar ver weg zou voeren van
Samt'Clémentin,
De tentoonstelling der verschillende stukken
van jeugdige schilders, mededingende naar den
?sprix de Rome," was in het jaar 1857 vast
gesteld op 24 April. Op den morgen.van dien
dag, even voor elf uur,. stonden een aantal
kunstliefhebber op het mooie voorplein van
de Ecole des beaux arts," en verdreven zich
den tyd door met alle aandacht naar de leer
lingen van de school te kijken, die tegen de
deur van het hoofdgebouw gedrongen, met al
lerlei teekenen van ongeduld wachtten tot het
den portier behagen zou om den ingang vrij
te laten. Zij schreeuwden, bootsten allerlei
dierengeluiden na, stootten en duwden elkan
der en gaven ondertusschen hun opmerkingen
ten beste over de stukken, die naar hunne
meening voor de bekroning in aanmerking
zouden komen.
Het stuk van Laignier schijnt in den
smaak te vallen. v
Uu Jt is mijn smaak niet!
Er zijn toch heel veel menschen, die van
zijn manier van schilderen houden.
't Is alles even stijf en koud.... neen,
Maugars, dal; is wat anders!
Hebt gij zijn schets gezien?
Eon schets.... nu dat bewijst niets!
schetsehen kan ik ook.
Op hetzelfde oogenblik werden de beide
vleugeldeuren geopend en de heele troep storm
de naar binnen, de trap op en 200 naar de
salie des grands jprix. Achter hen aan kwam en
op eenigszins kalme manier de vrienden van
de mtededïrsgenden en het groote publiek. Op
het gedruisch van daar even was nu een bijna
eerbiedige stilte gevolgd,, en allerlei groepjes
vormden zich voor de tien stukken, die in
twee rijen geschaard, uitstekend verlicht wer
den door de twee hooge vensters, in. den naar
het noorden gerichter gevel;
Twee stukken trokken vooral in hooge mate,
de aandacht: n". 3,en n°. 7. Het laatste
vooralwas onophoudelijk omringd door een nieuwe
gierige menigte, zoo zelfs, dat de pasage aan
dien kant gedurig gestremd was.
Ruth en Boaa" was het door de jury be
paalde onderwerp* der tien schilderijen; die
van Maugars zonder inachtneming der zooge
naamd klassieke vormen, op geheel oorspron
kelijke, moderne wijze geschilderd, was vol
natuur en waarheid.
Wat .zegt ge daarvan? vroeg een der
leerlingen aan zijn medgezel, dat is eerst na
tuurlijk,, men zou zich. haast verbeelden dat
men het koren zag golven.
En wat is het.prachtig geschilderd! Zi'e
die honden eens, 't is verbazend! Die verstaat
de kunst van teekenen 't is er een.van de
nieuwe schooL
Hij krijgt den prijs zeker.
Dat zal ,nog te bezien staan!... Zijte ta
lent is te oorspronkelijk om n den smaak van
de -heerea van het Instituut te vallen.
Dat,doet er niet toe; hij staat zoo hoog
boven de negen overigen.?.. Enkele
nieuwgierigen liepen achter den ezel om, noemden den,
naain die achter op het doek stond: Etienne
Maugars." Verslaggevers maakten notities; lief
hebbers kwamen voor het stuk staan,,en liepen
dan met half toegeknepen -oogen achteruit, en
het verdere publiek bleef zich om u°7 ver
dringen. x
Gedurende al dien tijd liep Etienne Maugars
in zenuwachtige spanning de straat op en neer.
Hij durfde aich niet te dicht bij het gebouw
wagen en toch werd hij er omvederstaanbaar
heen getrokken.
(Wordt vervolgd).