De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 14 september pagina 3

14 september 1879 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSÏJEEÖAMSISH, Tf E K K B L A TOOE NEDEBLAHD. Nu de geruststellende feiten voor Rusland. De Duitsche scbrijver heeft twee elementen vergeten, die. toch ook mee mogen tellen in zijn beschouwing. De zedelijke kracht der pu blieke opinie doet zich ra onze dagen van journalismej in niet geringe mate gelden, ©n het zou misschien niet ten voordeele van Duitsehland zijn, indien het zich in den oorlog verbond met eene beidensche, onparlementaire, onverantwoordelijke, onzedelijke, wreedaardige en troawelooze natie. Meer kracht heeft, het andere, argument, de mogelijkheid, bijna de zekerheid, dat het prestige van Rusland in Oost-Aziëop meer berust dan op de Russische troepen. De overheersching heeft reeds zoolang geduurd, de omkqoperij zou met kleinigheden zooveel uitwerken, het vooruitzicht de rijke Chiöeesche 'steden te plunderen zou zoo uit.okkend zijn, dat Rusland gansche stammen op Peking zou kunnen afzenden, die op zijn minst even goede soldaten, en allicht even goed lewapend zouden zijn, als de Chineezen. Eenige van die zwervende stammen die onder Rus sisch beheer staan Kijn al zeer te duchten, en ofschoon ze meer voor zichzelven dan. voor Rusland zouden vechten, zou de Russische regeerïng, als za voor haar bestaan in Europa streed, niet op gewetensbezwaren in de keuze der middelen mogen zien. Men weet nog te weinig- van de feiten om zich eene goede opiBie te kunnen vormen, maar de Diiitsche stra,egen rekenen te veel op officicele berichten omtrent geregelde troepen, en vergeten dat in deze afgelegen hoeken 'aan het eind van de ?wereld iedere stam min of meer een leger is, en Rusland nu getoond heeft het geheim te ken nen om van Baskieren, Kirgiezen en Kozakken joede soldate-n te maken, zelfs trouw aan hare zaak. Zij zijn dikwijls genoeg bij gedeelten opgestaan, maar tegen een ambtenaar, niet .egen Rusland, en in geen geval voor China; ij zullen ook allicht even bevreesd zijn voor iet juk van Peking als voor dat van Rusland,' , niet zeer zw.aar drukt, en hoe weinig zacht soms, niet als het Ghineesche sonis totale uit moording als straf uitspreekt en volvoert, en ;ooh ook reeds twee eeuwen lang zich voort durend doet gelden. De hand van Rusland neemt niet veel en drukt niet zwaar, terwijl de ChineezeB, alles regelend, alles met ambtenabezettend, zich gehaat maken ; alleMahouie» daansehe stammen zouden zich zeker het eerst aan Rusland onderwerpen, en het lot van lashgar ia -ook geene aanmoediging geweest im naar de bescherming van China te doen wenschen. mengd met eene rijke parvenn-maatschappij van allerlei natiën die zich om de groote namen heen beweegt, probeert kennissen te maken, en als een glorie naar huis de herinnering medeneemt, dat zij naast Lord B heeft gezeten, of eene krant toegereïkt aan den markies -van C. Kissingen is iets geheel anders; de natuur geeft er niet geheel wat Homburg geeft; toch heeft de had-administratie door aanleg van een woud" en het exploiteeren van cascades" het hare er toe gedaan. De Curtase is er dan ook hoog, 30 Mark. Het publiek is er geheel anders. Hier hebt gij ware zieken; met-tamme, zwaarmoedige gezichten komen ze 's morgens aan de bron, warmen hun glas boven een spirituslamp, drinken het leelijke water, ver tellen elkaar van hun genezing, en gaan brood koopen. Daar toch de boter verboden is, heb ben de bakkers van Kissingen er hun heil in ge zien, het brood zoo lekker mogelijk temaken, en spreiden ieder op een tafeltje hunne etalage langs de promenade uit. Men gaat daar uit zoeken, maar mag het eerst aan tafel opeten. De dokters zijn er onverbiddelijk. Behalve de wezenlijk erge zieken, vindt men er de groote ernstige diplomaten die liever niet in de groote wereld gaan; Bismarck en eenige anderen: voorts een enkele Engelschman, zeer weinige Franschen, en kleine Duitsche farailiën uit de burgerstand, die het er niet duur, en ongege neerd vinden. Het schijnt dat het 'bier niet verboden is, althans de eene Bock na den ander wordt verorberd in de avondbijeeuko'msten dezer matige burgers, om hen te troosten over den onaangenamen nasmaak van het bron water van.'s morgens. De Duitscho plaatsjes waar men 's zomers jezondheid en berglucht gaat inademen, kun nen gevoeglijk verdeeld worden in Genusa" laden- en Geschaft" baden. Homburg mag als een der vele typen van de eerste, Kissingen lis de meest in 't oogvallende der laatste bechouwd worden. Hoewel naar 't schijnt, de jeneeskrachtïge eigenschappen der baden zoowat overeen komen, daar ze beide als een middel ,egöri tallooze verwante kwalen worden aan geprezen, staan deze wateren zoozeer op den achtergrond, dat hunne overeenkomst niets :ot het karakter der plaatsen afdoet. Al zijn de gouden dagen van de speelbank, die Hommrg's reputatie gevestigd hebben, voor altoos voor'bïj, de roem dei- badplaats is gebleven. t Is nog1 steeds klaarblijkelijk een stadje ran genot; de sierlijke villa's en uitlokkende 'arni's met groote openslaande deuren en leerlijke balcons au premier, die in de laatste .wintig jaren door speculanten aan elkaar geilazen zijn, worden blijkbaar nog eren goed verhuurd als tijdens de bank. Déhotels zijn n het badseïzoen zoo overvol, dat de kasteeins zich,'als zij het verkiezen, de weelde kan nen veroorlooven doof te blijven voor alle wenschen en klachten hunner gasten. Maar,1 aten ook soms de diners te Homburg iets of veel te wenschen over, men heeft althans het recht zich te beklagen: de patiënten worden er niet door eeu spartaansch régime onder den duim gehouden. Te Kissingen wordt daarróegen het dieet zoo streng gereglementeerd, dat de kellners beginnen met zich te verzetten als men 'om boter vraagt, en de kastelein (indigt met er een extra post voor op uw nota te zetten, -als gij eigenzinnig genoeg zijt e toch. te willen hebben. Te Homburg kan men alles krijgen wat men wil, maar het is dikwijls een' groot beawaar het fatsoenlijk :oebereid te krijgen. Men ziet wel gezelsekapes die" zich vereenigen om den eenen dag na den anderen op etenstijd uit fourrageeren te ifaa'n, en de variatïen in de keukens der verschilende hotels te gaan bestudeeren; ook pic-nics naar de herberg op den topman den Feldsberg l zijn dikwijls aan de orde. De Engelschen die Londen hun season meegemaakt hebben, lomen te Homburg uitrusten; afgemat, verlenst, na de zware diners en de zware debat ten; hunne dochters, af gedanst en geblaseerd, komen er wat frische lucht en kalme "bewe ging zoeken. De doktoren van de plaats weten precies welk een soort van behandeling zij voor dit. soort zieken moeten voorschrijven. Verveling 7en plotselinge stilte zouden juist dienen om de afgematte naturen voor goed het boekje om te doen gaan. De doktoren laten 2e dan wandelen, zout water slurpen in den verkwikkenden morgenwind die van de frissche lioogten van het 'Tannusgebergte. de vroolijke tuinen doorwaait. !Ze laten ze op behoorlijken föjd naar bed gaan, daaT er'toch geen reden is om op te blijven, en opstaan,'vroeg genoeg om honger te krijgen voor een behoorlijk ontbijt. He.t bergbeklimmen, de wandeling en de muziek leiden tot een lunch en .een mid dagmaal; voor welke de eetlust, niet ontbreekt, en zonder te weten hoe ver de natuur acliteruitgeholpen was, hrengt men haar weer in staat voor een volgende campagne.' Het publiek van Homburg is dan "ook licht te herkennen. Engelsche pairs, advokaten, politieke personen niet hunne vrouwen, die er een schyn van hare groote manieren en groote toiletten uit Londen 'niet kunnen afwennen, maar er toch 200 min mogelijk aaa toegeven, zrjn er verIn het nauwste verband met de opheffing der slavernij in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, staat de naam van een mauT die niet onvermoeiden ijver, door woord en schrift voor de vrijmaking der slaven gestre den heeft, en aan wien, als aan een der hoofd leiders, de oplossing van dit gewichtig vraag stuk mede te danken is; een naam, die na ange jaren nog met hoogachting en dank-' baarheid genoemd zal worden: William Ll'oyd Garrison heet de m en s ch en vriend, wiens over lijden te New-York onlaügs door de Amerikaansche bladen vermeld werd. : Den 12deu December 1804 te Newburyport, in Massachusetts, als de zoon van 'arme, wei nig bekende ouders geboren, verloor hij zijn vader op zeer jeugdigen leeftijd; zijn moeder, die tot de sekte der Baptisten behoorde, gaf hem een streng godsdienstige opvoeding. Nadat hij gedurende korten tijd bij een schoenmaker in de leer was geweest, werd hij in een druk kerij geplaatst en ondernam op zijn 21ste jaar de uitgave van een te Newburyport verschij nende krant The fre-e -Press; het stadje was toen echter reeds oud en in verval en de "on derneming mislukte. Daarop begaf hij zich naar Boston, werkte daar eenige maanden in een drukkerij en gaf vervolgens een blad uit, dat de -matigheidsbeweg'ing ondersteunde 'The naiional PhUanthropist. Reeds in 1828- liet hij echter die onderneming varen, om in Benning (Yermout) de leiding van een nationaal republikeinsch blad The Journal of the Times op zich te nemen. Deze krant ondersteunde de herkiezing van John Quincy Adams tot president der Yereenigde Staten, en trachtte tegelijkertijd het streven' der matigheidsapostels, de anti-slavernijbewegÏHg en andere her vormingsplannen te begunstigen. Vooral be vorderde Garrison het in omloop brengen en de onderteekening van adressen, waarin "bij het kongres op de afschaffing der slavernij in den Staat Columbia werd aangedrongen. Toen ech ter Adams voor zijn tegen-kandidaat Andreas. Jackson, wijken moest en de emancipatie-be weging in Yermout weinig ondersteuning vond, leidde The Journal of fhe Tilnes esn zeer'kommerlijk bestaan. Door een vriend en geestver want, Benjamin Lurrdy overgehaald om zich te Baltimore te vestigen, werd hij daar in 1829 me de-uitgever van den Grenius, een blad geheel aan de afschaffing der slavernij gewijd. Zijn krach tige, soms heftige artikels eischten onmiddelijke en onvoorwaardelijke "vrijmaking der ne-' gerslaven, als het recht -van de slaven en de plicht van de meesters"; van uitstellen en halve maatregelen wilde hij niet ho-oren; van zijn standpunt uit veroordeelde hij fconsequent het kolonisatieplan, om buitenslands neger-koloniën te 'stichten, en verklaarde elke handel wijze, die eenige sympathie voor de slavenhouders verried, voor een groote misdaad. Taan lij later den slavenhandel langs de kust tusechen Baltïmore en Kew-Orleans, met den naam van binnenlandsche zeerooverij bestempelde en verscheiden inwoners van Baltimore, die aan dezen handel deelnamen, met name noemde, -werd hij door. die lieeren wegens grooten las ter" aangeklaagd, en veroordeeld tot 50 Doll. boete en de kosten; toen hij zich daarin niet wilde schikken, werd hij in de gevangenis ge-, zet. Dit geval baarde groot opzien n de Yereenïgde Staten, en de emancipatie-maatschappij van Noord-Carolina teekende zelfs protest tegen deze handelwijze aan. Toch bleef hij een week of zes in de gevangenis, totdat een rijk NewTorksch koopman het noodige geld voor hem betaalde. Toen hij vrij was, nam hij afscheid van Lundy en de Qr'enms en begaf zich naar "Washington, de hoofdstad der Unie, met het plan om een anti-slavemijblad int te geven. Ten gevolge van allerlei tegenkanting in de groote steden bij gelegenheid zijner openbare voorlezingen ondervonden, besloot hij zijn blad liever te Boston uit te geven. Hét eerste nommer van Jie Liberator kwam den Isten Jan. 1831 "uit. In dit blad, dat tot motto had ge kozen de'spr-euk: De wereld is mijn vader-r laad en alle mênsehen zijn-mijn medeburgers", voerde hij gedurende een-en-dertig jaren, een waren verdelgingsoorlog tegen de .negerslavernij, nooit , kwartier aannemend óf gevend. Hij verbond 'zich met gelijkgezinde mannen en stichtte liet Amerika,ansche Aixti-slavernijverl ^ -bond, welks voorzitter hij gedurende twintig jaren geweest is. In .verscheiden streken der Unie -vormH-en zieïi vertakkingen\ van dat verr bond en de zaak der emancipatie werd door' boeken, vlugschriften en openbare voorïezin-, gen bevorderd. Ook naar Engeland begaf hij zich en stelde zich daar met Wilberforce, Breugham en andere vrijzinnige mannen in verbinding. Smaadredenen noch. bedreigingen korxien hem den eenmaal ingeslagen weg doen verlaten; zijn Overtuiging bracht hem meei'dan eens in levensgevaar; bijv. ie'Boston, waar bij door een woeste völksmenïgte langs de siraten voortgesleurd werd en ter nauwenaood aan den dood ontkwam. Bij het uitbarsten van den oorlog tu'sschen Koord- en Zuid-Amerika in 1861 trok een zijner zonen als officier, met het Unie-leger tegen de rebellen en slavenhouders te velde, en streed dapper mede voor het behoud der Unie en de vrijmaking der negerslaven. Toen de telegraaf op den Isten Januari 1864, te Boston de tijding bracht, dat president Lincoln de bekende emancipatie-proklamatie uitgevaar digd had, waarbij aan de negerslaven de vrij heid geschonken werd, had aldaar een groote volks verzameling plaaÈs, waarvan Grarrison een der meest gevierde helden was. Op den Isten Januari 1865 verscheen het laatste nummer van den Jjïberator,.waarin Garrison van zijn lezers afscheid nam, omdat zijn doel, de uit roeiing der slavernij, bereikt was. 'Later bracht hij nogmaals een bezoek aan Engeland, waar j hij met allerlei eerbewijzen ontvangen werd. De kracht en energie, waarmede Garrison j het eenmaal gekozen doel vervolgd heeft, is boven allen lof verheven, en zijn naam is. met de geschiedenis der Vereenigde Staten samengeweven, maar .aan den anderen kant valt het niet te loochenen, dat hij en zijn aanhan- j gers zich dikwijls te ver hebben laten vervoe ren door den dweepzieken ijver, waarmee zij hun'plannen wilden doorzetten. BUD. DOEHS. 't Is sinds onheugelijke jaren de gewoonte geweest, dat men. op 't Leidsche plein in de j maaod .September een zoogenaamd"kermisstuk vertoonde, en ofschoon de kermis reeds sedert i eenige jaren is afgeschaft, is 't tot nog tóe in de tooneelwereld zóó gebleven. Daarom opende de nieuwe Direktie, de heeren van Olldfen, Moor en Veltman den Stads-' schouwburg ook. ditmaal met een stuk a grand , spectacle, dat in rijkdom van dekoratiën en \ Jtostumes, een waardig, tegenhanger van de j Keis om de "Wereld" mag worden genoemd. Ge- ; woonlijk valt in dergelijke stukken meer schoons te zien dan te hooren, en zullen daarom lief hebbers van salonstukken er hun gading niet in vinden. Zij echter die van een kermisstuk j houden, zullen zich een gang naar 't Leidsche' plein niet beklagen. Er zijn zeer Teel vermake- j lijketooneeltjes n De atlantic-pacific-company" en menigmaal schaterden de "engelen, zoowel als de minder hooggeplaatste bezoekers om de benauwde toestanden waarin de Professor in de Chirurgie, de reiziger tegen wil en> dank .zich bevindt. De heer Bigot vervult die rol, inet een eigenaardig komisch talent, en heeft door de jolige koepletten die hij in 't achtste tafereel zingt, menig voorhoofd ontrimpeld. Zoek ^geen aangrijpende tooneelen, noclii treffende toestanden in de Pacific Gompa'ny, maar ga er heen om te lachen en te genieten van de prachtige dekoratiën en optochten, de vroolijke quodlibets, zangnomnie,rs en kostumen, en g-e zult tevreden zijn. De Chineesche straat is waarlijk alleraardigst, en de zaal der hoogste gelukzaligheid, is schit terend. Het maaneffect in 't laatste tooneël en inde haven van Dover met de vertrekkende stoombooten is buitengewoon fraai. Over 't algemeen verdient de régie een woord van lof voor de keurige mise en scène vooral omdat, naar men ons verzekerd heeft, hetgeheele stuk in nog geen week werd ingestu deerd. ^Ve -hopen binnen kort over de krachten van 't nieuwe gezelschap een grondiger oordeel te kunnen -vellen, dan men door 't zien van eem kermisstuk zich vormen Tsan. i tooners. Het kluchtspelachtige trad ook daar | sterker op den voorgrond dan men wenschen 12011. . Vooral de dames-artisten seitenen van ? -Dokter Klatts als blijspel geen zeer hoogen - dunk te bezitten. De zwakke zijde van het. | Rotterdamsche gezelschap kon kwalijk duide1 lijker worden aangetoond dan door de bezet ting der vrouwenrollen in dit werk. Mevr. van Offel-Kley miste het gemoedelijke en een, voudige en ook het gedistingeerde dat' de opJY-atting en het spel van Mevr. Sluiters ^onderscheidde. De mevrouw Ktaus van de eerste was vinnig en hard vergeleken' "bij die van de laatste. Mevr. Faassen scheen ons toe evenmin Mevr. Stoetz te evenaren in de voor stelling dier trouw-e en goedige schaon wat driftige ziel als de oude Marianne. Integen deel herinnerde het voorkomen, de gebaren en voordracht van de Eotterdamschèhuishoudster aan de teedere wederheli't van Jan Klaassen. Men scheen geneigd deze anders verdienstelijke artiste een zoodanige opvatting te betwisten. Het is niet de schuld van Mej. E. van Kijk j dat wij voor goed bedorven zijn ten opzichte van jonge meisjes nu Anna Sablairolles en Tonia Poolman elkander in die rollen de eerepalm betwisten, (laat .ons overtuigd zijn: in overdrachtelijken zin). Het;aarcüge dienst meisje van Mej. Bourette konden wij evenmin vergeten. Yan de darnes scheen ons Mevr. Egener-van Dam de beste toe. Yooral in de ernstige too neelen voldeed zij ten zeerste. ' In het algemeen lag in het spel der dames iets kards en schriels en dat kan aen stuk als Doltter Klmts waarlijk niet velen zonder heel veel ongenietbaars te,krijgen. Yoor een-deel echter is dit wellicht toeteschrijven. aan de vrij ruwe en slordig' bewerkte vertaling. Nog ver weet .men den vertolker van Larronge iets an ders. En wel het gemis aan puntigheid, efl pittigheid. Vele uitdrukkingen en gezegden die door de Amsterdamsche vertaling een on gemeen sukees hadden, gingen bij de Rotter dammers verloren. Door dergelijke tekortko mingen hadden wat de mannen betreft vooral geleden de partijen van Dr. Klaus en zijn knecht Lubowski. Het spel der heeren D. Haspels en van Zuyleüwas o. i. met het zelfde gebrek behebt. Naar ons toescheen miste de eerste die zeggingskracht en dien'rijken hu mor die vooral in deze rol den heer Morin stempelen tot een voortreffelijk artist. De heer Haspels vertoonde een fatsoenlijken geneesheer die door drukke bezigheden wel eens te kort schoot als echtgenoot en vader maar in uiter lijk zoowel als in manieren een net mensch" was en bleef. Het klonk bijna onverklaarbaar toen ~hy zich noemde: een oude brommige va der. Het .kortaahgebonde., ietwat burgerlijke en overdrevene ,door den heer Morin met zoo veel entrain weergegeven konden wij in Dr. Klaus uit Rotterdam niet terugvinden. Kleur loos'was zijn spel vergeleken bij dat van. Morin. let schoqne tooneeltje,i om iets te noemen, tnsschen Emma en haren vader voldeed zoo wel wat betreft de vertaling als de mise-enscène en het. spel vrij wat minder dan bij het Nederl. TooneeL De heer Jacques de Boer heeft mede met zijn Lubowski o. i. meer gewoekerd dan de heer van Zuylen. Het stijve en pedante van den would-be assistent werd bij den laatsten ^oo goeo! als niet opgemerkt. De lieer van Zuylen is een gewone knecht die eenige donimigheden debiteert. Ook- hem was- de taal der' bewerking tot weinig, voordeel. Een lichtpunt in de Rotterdamsche voor stelling was de oude heer Griesinger van den "heer Faassen. "Wij meenen hem veilig uitmunr tend te kunnen noemen in alles wat hij zeide en deed. Opmerkelijk genoeg -was er eveneens niets hinderlij'ks n de vertaling van zijn rol. De bewering lag voor de hand dat de akteur den bewerker veel verbeterd had. Indien dit zoo is zijn wij hem er grooten dank voor schuldig. i De heer Ohrispijn-waseen voortreffelijke Max, es de heer van oclaar een zeer goede Paul. 11 Sept. :79, F, v. d. G. Vergelijken men weet het is bij elke studie een belangrijk hulpmiddel. Vergelij kende tooneelkritiek bekleedt ..op .dramaturgisch gebied wellicht een even voornam© plaats als vergelijkende taaistudie op dat der philiológie. 't Is inderdaad even vermakelijk als leerzaam liet zelfde stuk door twee gezelschappen kort na elkaar te zien spelen. Zoo was het te verwachten dat de Rofcterdamsche voorstelling 'van Doïeter Klaus vele punten van vergelijking zon aanbieden mei di van het Nederlandsck Tooneël. Reeds idadelijk scheen het dat de vertaling van het blijspel in de Maasstad aan iemand'was opgedragen welke die taak met minder vaardigheid had uitge voerd dan de Jimsterdamëc'he bewerker. Daar door viel op een der zwafeste eigenschappen van 'het geheel sterker lickt 'das deoog-eüvan vele Hü'ïas4ers ferdmgen. iunuen: n. 1. op de grof-boertige zijde. Om niet te spreken va& vele germanistische uitdrukkingen .en volain,nen, waren enkele Duitsche grollen met al de kracht of liever, met al de platheid van het oorspronkelijke 'teruggegeven. De heer Rössing had. met oordeel veel hiervan gewijzigd of geheel geschrapt. Door dit. natelaten was de Rotterdamsche vertaling wellicht woor$elijker maar indien wij. ons niet vergissen van minder waarde vo>ür óns publiek. De onze was beschaafder van toon en taal. - De gebreken die 0. i. de vertalinguankleef' den spiegelden zich weer m het spel der verWij stonden vóór d& marM te G-oslar in den Oberliarig, eene groote schilderij van G. Sprin ger, op de jongste tentoonstelling te Ilotterdam. Het sprak ons'reeds van verre aan, zoo om'de natuurlijkheid van het geheel als het schilderachtige en belangwekkende der afbeel ding. Zonder sterke tegenstellingen te .zoeken, en zie-h evenzeer beijverende om het portret van een stadsgezicht te leveren als een beval lig kunstwerk te scheppen, bereikt Springer zijn doel voortreffelijk. Zijn keurig, bijzon der vaardig penseel weet alles uitmuntend te voltooien zonder in kleingeestigheid te ver vallen. Men ziet het de correcte lijnen der gebouwen, aan, dat er foouwmeestersbloeddoor de aderen1 van dezen schilder stroomt, -en dat Hj met gr-ooter kennis en^conscientie dan velen zijner Tpakgeno-oten' de architectonische schoon heid der gebouwen doet uitkomen. Daarbij bevolkt Springer .gijne aonnige stra-. ten, grachten en pleinen met eene reeks aar dige, bezielde figuren. Juist 4ie stoffage vol verscheidenheid, altijd migt smaak en vernuft bijeengebracht, schenkt groote levendigheid aan ^zijne, schilderijen, en de leek, die eerst op eenigen afstand het geheel, liet .stadsgezicht heeft -aanschouwd, treedt met vernieuwde, belangstelling nadea-by om zich in al het aardige bijwerk te vermeien. Daarvoor behoeft Sprin ger het talent van anderen niet te "borgen, en met|dezelfde bekwaamheid als hij de pittoreske gebouwen van Holland en Duitsehland' afj beeldt., brengt hij den Noordhollandschen boer of Westfaalschen landman ten tooneele. Springer's kunst is niet overweldigend en aangrijpend als een koor van Wagner of een tooneel uit Shakespeare's drama; zij is liefelijk en harmonieus als^een. lied van Klieken, ijitvoerig en boeiend .als eene beschrijving van Dickens. Zoo men -wil, is het eene biïrgerl^ke kunst, die zich er toe bepaalt, de getrouwe afbeeldisg, het welgeiijkend portret van het dorp onzer inwoning of de sÈad onzer geboorte te coïiterfeiten; maar. jnist omdat ,zij onder een ieders bereik blijft, is zij in hooge mats populair. Honderden en duizenden herkennen in de voor stelling van het Stadhuiste Alkmaar, «eaa.buurtje te Hoorn, Neurenberg of het raadhuis te Paderborn, het huis dat zij bewonen, de buurt hunner vrienden, de heerlijke plek, waar zij genotvolle opgenblikkea doorbrachten. Aan dat feest der oogen ontbreekt niets; alles is met bewonde renswaardige nauwgezetheid weergegeven, 'fc Schijnt ons alleen nu nog .schilderachtiger toe dan we -het in de -werkelijkheid vonden. Dat is liet geheim van den kunstenaar, die kefc juiste oogenbiik- gekozen heeffc, -waarop het stadsgezicht zieh het schoonste voordeed, ea die daarenboven hefc pittoreske sterk weet te doen spreken. Men herinnert zich o. a. het stadiinis te Paderborn, eea van de m. i. voor treffelijkste .schildergen, die Springer gewrocht L heeft. Met eeiae vaardigheid, die n doet ver moeden, dat dB sehildeïzijn penseel als -eese schrijfpen hanteert, is dit rijke stadsgezicht 3n al zijüe iUgzünderüieden op het doek gebracht, bijna had ik gezegd:.geschreven. Springer staat derhalve in zijne opvatting lijnrecht tegenover de zoogenaamde impressio nisten. BJg -behoort tot die kunstenaars, dia meenen dat decoraüe-schildei-werk .des avonds op groot en -afstand, en eene schilderij op .doek of paneel van meer nabg bezien moet worden. Als het schilderachtige, van een dorps-of stads gezicht hem treft, en hij er zich'toe zet, daar van de getrouwe af beelding te maken, dan be hoort z, i. de aansehoiiwer. niet naar debedoeling van den kunstenaar te raden, maar heeftmen het recht, dezelfde duidelijkheid en . nauwkeu righeid als in de natuur zelve te verlangen. Uit Springer's werk spreekt1 die meening vol komen. Van raadsels en .logogryphenmefc pen seel of potlood is hij een vijand. .Der .nieuwere richting, die schetsen voor schilderijen geeft,keert hij blijkbaarden rug toe.Zoodxa deleek het waagt de voortbrengselen dezer nieuwere richting vaa nabij te beschouwen, clan blijkt het dat alles nog in een zeer primitief scheppingstijdvak verkeert; Springer daarentegen wenscht niets liever dan dat men, 2£Jne vlug' getoetste schilderijen van nabij beziet. '. Gemeenlijk Iaat Springer over zijne straten en grachten een' vroolijk .zonnetje .schijnen, dat de teekenachtige gevels des te meer doet uit komen, het groen der hoornen tintelen doet en, het licht en bruin des te verrassender maakt. Zoo herinnert men zich ongetwijfeld zijne stads gezichtenvan Amsterdam ,van debreede grachten der ^hoofdstad,- gestoffeerd met figuren uit de 17de eeuw en zoo levendig, tintelend en bezield, als men zich de fiere Amstelstad - van destijds denken kan. Is het wonder, dat een jongman van aanleg, te Amsterdam' geboren, zich aangetrokken ge voelde door het uitnemend schilderachtige van de stadsgezichten zijner geboorteplaats, " door de typige woonhuizen en de geestige ?stoffage, de nevelige luchten en het water met ' zijne schepen. Motieven tot in aet oneindige biedt Amsterdam daartoe aan, en Springer heeft het zijne er toe bijgedragen om de pitto reske hoofdstad in het buitenland te doen waardeeren. Al zijn er op 25 Mei 1879 62 jaren verloopen, sedert C. Springer in de boeken van den burgerlijken stand werd ingeschreven, men ziet des kunstenaars ijver en geestkracht geenszins verminderen. Op bijna iedere ten toonstelling is een proeve zijner kunst, en de liefhebbers 'betwisten elkaar- zijne schilderijen niet zulk een vuur, dat den kunstenaar steeds voor twee, drie jaren doekenbesteld zijn. Van het buitenland is. het vooral Duitsehland, dat in zijne voornaamste kabinetten werken van Springer bezit. Ofschoon Springer een leerling van den .stads gezichtschilder Karssen is, vindt men niets van > de opvatting van dezen laatste in Springer's kunst terug. Als zelfstandig kunstenaar heeft deze zijn eigen weg geb'aand. Hij heeft zelfs hetgeen onder schilders eene bijzonderheid mag heeten zijn eigen huls gebouwd. Toen ik Springer onlangs in zijne woning, Vondelska de 141, bezocht om den kunstenaar eens in zijne werkplaats te ontmoeten, vernam ik dit toevallig. Gelijk Springer daar -voor zijn ezel zat, in een net, ruim vertrek, met eenige uitvoerige studiën aan den wand en een paar antieke meubelen versierd, .was de omgeving' geheel in - overeenstemming' met den eenvoudigea mnstenaar en zijne smaakvolle kunst. Even ordelijk en net, als schilder" en -werkplaats waren, "is ook zijn penseel. Kalmte en opge ruimdheid spreken uit het werk en den kun stenaar. Byron's' hartstochtelijke poëzie heeft lier nimmer den drempel overschreden, maar Poot's gedichten en De Bull's binnènhuisjens sunnen er inheemsch zijn. Springer teekent in waterverf zijne studiën naar de natuur. Daarnaar schildert' hij zijne doeken; nu en dan ziet men obk van zijne aand teekeningen in Bapverf en in houtskool, met zulk eene virtuositeit uitgevoerd, dat men. ook daarin den vaardigen meester herkend. Zulk eene vruchtbaarheid is alleen verklaar baar door groote -vlijt en liefde: voor zijne kunst, en even als Thomas a Eempis slechte rust vond in 'een Jtoëkjg met 8yvb boefje, kan men aannemen, dat Springer n zijn rustig atelier aan de vriendelijke Y ondelskade, de aangenaamste uren van zijn leven doorbrengt. 1 . JOEA.» GRAM. De gemeenteraad van Solothurn heeft op zieh genomem de som van 12;OOQ francs te be talen voor den aankoop van de edele Ma donna van Hoibekt, .die vroeger aan de kapel te Grenehen behoorde, op. konditie dat de Knnstverein van de plaats aijnegansche kollektie, op ongeveer 80,000 francs geschat, aan de inwo ners van Solotnum zou ov^/doen. De Kunstverein zal het toezicht en het bestuur .over de ?verzameling behouden.Deze .Madonna heeft eens.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl