De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 28 september pagina 2

28 september 1879 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

-D E STERDAMMER, EEK BLAD VOOK NEDERLAND. maatschappelijk gevaar, wanneer men de klas sen, voor wie deze scholen bestemd zijn, .van onderwijs in staathuishoudkunde verstoken laat. Laten wij toch het groote voorrecht, dat wij hoven sommige "naburige landen heb ben, van onze volksklassen te kunnen opleiden tot politieke zelfstandigheid, niet ongebruikt laten! Met maar al te veel sukces zou anders eeninaal de volksmenner de taak opnemen, die de onderwijzer bad verzuimd,, en de politieke invloed, die zeker komt, zou komen als een domme vijandige macht, in plaats van, waar aan nog niet behoeft gewanhoopt te worden, als ?verlichte samenwerking in aller belang. Daar is meer toe noodig, dan onderwijs alleen, wy weten het: maar onderwijs allereerst. Veel kan buiten de school tot verspreiding-van juiste .ekonomische* denkbeelden 'worden gedaan; in de jeugd., in de school het meest. Enmimogen wfl betreuren het ingewikkelde van wat ons het naast ter harte gaat, het noodzakelijk ge brekkige Van ons streven; wij mogen ons daar door niet laten weerhouden, ook dat gebrek kige te doen." . Het springt in het oog, dat de beide ge noemde bezwaren niet uit de lucht gegrepen zijn, maar tevens dat zij in meerdere of min dere mate even- goed op andere takken van onderwijs drukken. D e wetenschap is niet alleen op staathuishoudkundig gebied zwevend, on vast van vorm en mitsdien oorzaak van on juiste leerstellingen. Het' is' voorzeker een feit, dat waar de hoofdmannen nog over methode, omvang en resultaten twisten, de leerlingen gemakkelijk dwaalbegrippen kunnen inzuigen, die hen tot verkeerde oordeelvellingen leiden, en oppervlakkige leermeesters kunnen gevaar lijk zijn. - ' . Doch onder deze gegevens hangt toch bijna alles van de bezadigdheid en onpartijdig heid van den leermeester af,, die er zich voor heeft te wachten als uitgemaakt voor te stel len, wat nog een kwestie dient te heeten, en gelijk de opstellers der verklaring terecht te kennen geven, nu de staat ook een doktoraat voor de staatswetenschappen heeft inngesteld, zal bij het aanbieden van een goede bezoldi ging, het bezwaar, dat er geen geschikte leeraars voor verdwijnen. te vinden zijn, meer en meer droombeelden, de opruiende taal der volkslei ders. Zij zijn de burgers, aan wie binnen een niet te lang tijdsverloop het stemrecht zal worden geschonken, dat hun thans ten on rechte'onthouden wordt. Het bomt er op aan de meest begaafden onder hen te winnen. Het zijn juist zij, die niet behoorlijk onderwezen sn geleid, het gemakkelijkst worden ineegeileept door schoonfclinkende theoriën,.en die op hunne beurt, de blinde leidslieden der blin den worden. Het verdient opmerking, dat juist in onze da gen, nu de socialisten te midden der kleine bur gers en de arbeiders optreden met alles behalve onschuldige theoriën, die zij als mathematisch bewezen stellingen prediken, een zeker aantak leeraars bij het middelbaar onderwijs de be spreking van staathuishoudkundige vraagstuk ken voor de leerlingen onnoodig en ondoenlijk achten. Juist de positieve wijs waarop dé socia listen handelen, zou de meer wetenschappelijk ontwikkelde leeraars de oogen moeten openen voor de noodzakelijkheid, om. in onzen tijd de leerlingen althans toe te rusten met die mate van bedachtzaamheid ' en wetenschappelijken zin, als onontbeerlijk is om dergelijke theoriën te wantrouwen en te toetsen. Het is zeker waar, dat de socialisten tot-nog toe slechts zeer sporadisch in de onderste lagen der maat schappij voorkomen, doch het valt niet te ont kennen, dat hier, even als in'Duitschland, dit ge tal vermeerderen kan en de rekruten even goed in de hoogere als in de lagere kringen geworven kunnen worden, wanneer een degelijk onder wijs geen tegenwicht geeft. , . Het onderwijs der docenten in de staat huishoudkunde zal toch niet de strekking heb ben, om den leerlingen een soort van stelsel te ..geven, waarin aan al de staathuishoudkundige verschijnselen een bepaalde afgepaste plaats zijn -'aangewezen, zoodat er weinig of niet te vra,gen overblijft, ? maar het moet dienen om de jongelieden in kennis te stellen met algemeene, waarheden, hen, voor zoover hun vat baarheid reikt, een 'blik te doen slaan op het veld dat onderzocht moet worden, opdat zij overtuigd, van de veelheid der meeningen en de ? moeilijkheid om tot de waarheid door te drin gen, zich ,voor het vellen van een oppervlakkig oordeel leeren wachten, m. a. w., het moet zich tot doel stellen om hun wetenschappelijken zin o'p staathoudkundïg gebied te ontwikkelen. En dan achten wij dit onderwijs, hoe beHoewel nog' steeds voor een groot gedeelte de europeesche politiek buiten de grenzen van Europa speelt, is er toch deze week ook bin nen deze grenzen 't een en ander op te nierten geweest. Het bezoek van prins Bismarck aan Graaf Andrassy, en bij die gelegenheid ook aan de keizerlijk koninklijk oostenrljksche fa milie, die tafel en rijtuig ter zijner beschikking telde, heeft de aandacht van alle .bladen op zich gevestigd. Het scheen zooveel eenvoudi ger voor diplomaten dis iets met elkaar te verhandelen hebben, dat per post of per tele graaf te doen, zonder de oogen van ? duizende nieuwsgierigen ieder hunner bewegingen te zien bespieden; de -twee mannen die Duitschland's en Oostenrijk's politiek vertegenwoordigen, hebben het laatste verkozen. Bismarck is naar Weenen gekomen, en iedere zijner schredenis opgenomen, uitgelegd en van kommentaren voorzien, de wereld rondgebazuind. Yan wat er verhandeld is, zal niets uitlekken, al zouden de mannen van de beurs er ook millioenen voor over hebben; wat de diplomaten aan het pu bliek hebben willen toonen, is enkel vriendschap en vrede geweest. ?Oostenrijks belang en dat van Duitschland, was telkens de uitspraak, dulden slechts vrede en oprechten steun voor 't oogenblik; beide volkeren mogen zich ver-heugen, en dat zonder dat de overige (dit tot den Franschen gezant) zich ongerust behoeven te maken." Het bezoek werd zoo aangenaam ge vonden, dat men er nog een dagje aanknoopte. Dat Bismarck na. de invoering .van de nieuwe tariefwet er prijs op stelt, zich van Oostenrijks vriendschap op staathuishoudkundig gebied te verzekeren, laat zich deuken. . Het is thans zeker, dat baron von Haymerle Andrassy's opvolger is. Hij heeft vele van de gesprekken der twee Kanseliers bijgewoond; men beweert, dat Koningin Victoria aan Keizer Frans Jozef een brief geschreven heeft om hem met het - optreden van Baron van Haymerle geluk te wensehen. Graaf von Beust zal op zijn post te Parijs terugkeeren, en alles zoo goed blijven als ooit. , De werkzaamheden waren zeer verdeeld in Duitschland. Terwijl de Keizer zich. op de hoogte ging stellen van den geest in den Elzas en Lotharingen, en er den nieuwen gou verneur, graaf von Manteuffel, aan de sympa thie der bevolking aanbeval, schreef de oud minister van Eeredienst, Falk, een brief, die als een half-officieel verkiezingsmanifest, ge schreven door een man van grooten invloed, aan ds regeering veel steun zal "verschaften; tegen de tijden dat de nieuwe, belastingen en het beschermend stelsel zich in hun kracht zullen doen. gevoelen, heeft de Duitscheregeering aan een krachtigen steun van hare vrien den behoefte. In hoeverre de houding der kanseliers aan Rusland belang kan inboezemen, is niet twij felachtig. Van binnenlandsche onlusten in af wachting van de _ buitenlandsche verwikke lingen, heeft men de laatste dagen weinig ge hoord. De russische regeering heeft naar zoovele kanten tegelijk te zien, naar den kanseliersbond, naar het oude Polen, naar het Panslavisine, naar de nihilisten, naar den korenoogst, naar Bulgarije, naar den sultan, naar de Turkomannen, naar de Chineesche grens, en lest best Afghanistan en naar Engeland, dat zij dan de vorige week. - Bij al de moeite die ge daan wordt om kameelen en muilezels te krij-gen, en ze op de eindelooze tochten fïisch te houden, is ieder verlies te tellen; zoodat een nachtelijke aanval -als eenige dagen geleden geseind werd, waarbij een zestiental personen gedood en 84 muilezels geschaakt werden, niet zonder belang is. De Eagelsche bladen beschul digen Rusland van in Kaboel te stoken; of Kusland zooveel meer dan een andere staat aan gewetensbezwaren zijn voordeel opoffert, is niet bekend; maar waar het toch van stoken beschuldigd wordt, en het straffeloos doen kan en er. veel heil bij kan vinden, zou het welxts verwonderen zijn, indien het van de kans niet profiteerde. . Heeft de Emir schuld in deze, heeft hij geen schuld? De feiten zijn niet daar om een van beide te bewijzen; wanneer eenmaal de Engelschen meester zijn van zijn rijk zullen zij waar schijnlijk genoeg bewijzen vinden om dat van beide uit te maken, wat hun bet gemakkelijkste voorwendsel geeft. Voorloopig trachten zij op een goeden voet met hem te blijven. Wat de overige staten van Europa betreft, in Engeland heeft het Parlement vakantie, en in Frankrijk het wetgevend lichaam. De man nen van den dag brengen dus hun talenten in de provinciën aan den man. De speech van ^en minister Ferry, te Perpignan voor de on derwijswet, die van den markies van Hartington te Newcastle over Afghanistan, die van Grant Duff over Beaconsfield, die van Lepere te Montbéïiard, allen meesterstukken van par lementaire welsprekendheid, bereiden reeds de campagne -van den. aanstaanden winter voor. Een onderhoud tussehen den franschen minis ter Waddington en den Engelschen graaf Sa lisbury heeft- ten opzichte van de verhouding der beide regeeringen in de Grieksche en Egyp tische aangelegenheden meer overeenstemming gebracht. Cetawayo 'is wel degelijk gevangen; nadat alle beschrijvingen van zijn persoon, zijn vrou wen, zijne vangst, zijne gedenkwaardige woor den reeds overgeseind zijn, vraagt men, wat er nu niet hem gebeuren zal. Punch bevat een zoogenaamden brief van den Amerikaanschen impresario Bamum waarin deze presen teert den Zoeloe-oorlog te betalen, door Cetiwayo met zijne Jcraal alsmede Lord Chelms ford en kapitein Carey tegen een shilling de persoon te laten kijken. Het opperhoofd had dadelijk gefusilleerd willen , worden; hij ia echter naar Kaapstad overgebracht in afwach ting van verdere besluiten, Spanje heeft" met zijn koloniën nog steed geen vrede. Deze week zijn weder 5000 man naar Cuba gezonden. Op de koloniën zelve schijnt men energieker te zijn dan in het moe derland. Drie groote plantage bezitters, 'van welke er een 4000 slaven bezit, hebben aan a hunne slaven de vrijheid geschonken, en hun voorbeeld zal navolging vinden. InEümeniëza de Joden-kwestie thans tot eenebeslissing komen Hoe ook de .afloop zijn. zal, het blijkt da de bevolking' nog niet rijp is voor een zoo eenvoudig beginsel als de gelijkheid voor de wet van alle menschen. Zelfs al neemt de ver tegenwoordiging deze gelijkheid aan, hetgeen nog te betwijfelen is, dan zal toch de positi der Joden er tegenover het volksvooroordee niet beter op worden. Het thans ingediend) ontwerp wil hen .laten naturaliseeren of al maar alleen geweigerd heeft die tot voorwaarde voor het behoud van het ministerie aan te nemen. Voorts is gebleken, dat hetgeen om trent deze zaak bekend werd gemaakt, onvol ledig en ten deele onjuist was. De stukken betreffende de krisis zullen nu voor de leden der Kamer tes inzage wórden gelegd. Het spreekt wel van zelf dat de natie met dit ?half licht" volstrekt niet tevreden kan zijn. Een ander punt bij de diskussie eenigszins verduidelijkt is de toezegging omtrent de in voering der onderwijswet. De woorden vanden minister die geen twijfel overlaten, zullen met genoegen zijn vernomen. Ook de overlegging van het kon. besluit van 6 Sept. jl. waarbij het bekleeden van het ambt van minister en hoogleeraar tegelijk aan den heer Modderman wordt toegestaan, door den minister bij deze beraadslaging toegezegd, is gewenscht, daar zij vooraf dient te gaan aan een beoordeeling van deze zonderlinge regeling. Het ontwerp-adres van antwoord ia ten slotte aangenomen met 44 tegen 28 stemmen. Ingetrokken is het wetsontwerp betreffende de kostelooze overmaking van spaarpenningen door middel der posterijen; doch gehandhaafd dat betreffende de instelling van postspaarbanken. Uit de memorie van beantwoording op het oorloopig verslag omtrent het ontwerp tot ipaling van een nieuwen termijn voor de volooing van het Noordzeekanaal en uitstel van erugbetaling van door den Staat aan de amerdamsche Kanaalmaatschappij ter leen vertrekte gelden, blijkt o. a., dat naar aanleiding an het door de maatschappij aan de regeering eopperd voorstel, om op billijke voorwaarde l hare werken met.al hare baten en lasten an den Staat over te doen, door de be.troken ministers een onderzoek is ingesteld, dat og niet is afgeloopen. knopt en onvoldoende het ook zij, niet minder! rust en stilte meer dan noodig heeft. Een be- - -? d.er burgerdag- en avond-j richt omtrent een hevig geschil tussehen den de H. B. met vijfjarigen Czarewitach en den Duitschen Kroonprins .kursus'aanbevelenswaardig. Tot hen richt zich wordt gelukkig tegengesproken. Uit Afghalater in de eerste plaats de prediker van voor de leerlingen scholen, dan voor nistan komen de berichten al niet gunstiger burgers erkennen op dezelfde voorwaarden al de overige Rumenen. Deze vereischten zijn dat zij of in het leger gediend hebben, of eei akademischen graad bezitten, of met een bui tenlandschen graad eene Eumeensche betrek king vervullen, of instellingen Yan weldadig heid gesticht hebben, óf inrichtingen van han del en nijverheid opgericht hebben, of eindelij werken in het Bumèensch geschreven hebben In Bulgarije heeft eene ministerieele krisis voo de oude onbekende namen, niéuwe onbekend in de plaats gesteld. De algemeene strekking van.het ontwerp adres van antwoord op de troonrede wer door de Tweede Kamer met 51 tegen. 22 stem men aangenomen. Het belangrijkste wat de diskussie heeft op geleverd is de mededeeling dat Z.M.zichnie tegen grondwets-herziening verklaard heef De dagbladen bevatten, behalve beschouwin?en over den brief van Z. K. H. den Prins van )ranje, de volgende artikelen; Handelsblad: Een verkiezing bij vergissing. ? )e nnancieele voornemens der Regeering. ? iet grondcrediet van Nederland, N. R'ott. Cbïirant: Onze financiën. Set Vaderland: De milHoenen-rede. Arnh. Courant: De bevoegdheid des Konings om de kiezerslijst te casseeren. Amsterdamsche Courant: De tekorten-speech. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's G-ra> venhage: Verdediging tegenover het Handelsuitstekende orde en zonder ongevallen afge loopen. Het Bestuur der Amstelclub kan met zelf voldoening, op dezen dag terug 7,100., Het feest werd besloten met muziek en bal in Maïson Stroucken en mocht uitmuntend geslaagd heeten. In het bijvoegsel van het Handelsblad van Woensdag 24 Sept. komt een ingezonden stuk voor van H., waarin gewezen wordt op het ontstaan van een moeilijkheid voor H.H. notarisssen, makelaars en het kooplustig.publiek. We vernemen daaruit dat de vennootschap Frascatie den verkoopavond op Maandag gesteld heeft,den avond dien ook door?deBrakkeGrond" werd gekozen. ?Nu zal," zegt de inzender, ?het publiek'zich noodzakelijk moeten verdeelenen hij die in ?de Brakke Grond" is, zou misschien een. perceel koopen dat juist dienzelfclen avond, ja wellicht op hetzelfde tijdstip in ?Frascati" wordt geveild, of omgekeerd, zoodat hij huis waarts keert mei; niets te hebben gekocht." Misschien is dit laatste gevaar zoo groot niet, doch zeker is het waar wat hij er op laat volgen: ?Voor notarissen is de toestand niet van de aangenaamste, omdat het zal gebeuren dat of in ?de Brakke Grond" óf in ?Frascati" op den afwezigen notaris gewacht, of met een volgend perceel voortgegaan moet worden, waarmede de verkooper zeer slecht gediend zal zijn. ?Voor makelaars staat schade voor de deur, uithoofde niemand op twee plaatsen te gelijk kan zijn en mogelijk een makelaar op een en denzelfden avond in verschillende lokalen twee patroons moet bedienen, waardo.or groote moeielijkheden zullen ontstaan." Zooveel is zeker het is te wensehen dat ?De Brakke Grond" en ?Frascati" niet op zulk een wijs de konkurrentie zullen voeren. Dit toch zou niet alleen voor de beide Vereenïgingen, maar evenzeer voor. het publiek schadelijk zijn. De regeling door H. voorgesteld schijnt ook ons nitnemendtoe; wordtin de genoemde ver kooplokalen alleen om de 14 dagen, dus door elk bij beurte Js maandagsavonds verkocht ? dan behoeft niemand zich over de nadeelige gevolgen te verontrusten. De Standaard: De koorden van de beurs. De Tijd: Het adresdebat. De onderwijsparagraaf. Laatstleden Zondag vierde de Roei- en Zeilvereeniging De Atnstel haar gewoon jaarlijksuh huishoudelijk feest met eenen wimpeltocht naar Ouderkerk. Het was een allerpleizierigst en op wekkend gezicht al die boeien,-jachten, sloe pen, gieken enz. met vlaggen en wimpels versierd zich op de door de Amsterdammers zoo gelief den Amstel te zien voortbewegen en het bracht menigeen de dagen van vroeger te binnen toen dergelijke echt nationale feesten veelvuldiger plaats hadden. Het weder was uitmuntend en genoegzame wind aanwezig om de zeil vaar tui gen in staat te stellen het doel van den tocht tijdig te bereiken. Ten lOVs ure vertrok de stoomboot Mercuriws met muziek en tal van genoodigden aan boord en kwam ongeveer ten IVa ure te Ouderkerk aan. Recht aange naam en joviaal werden daar een paar uren doorgebracht en begaf men zich, na eenen optocht met nïuziek door het dorp, ten 4 ure weder aan boord. De wind, hoewel gun'stig, was iutusschen zoo zwak. geworden, dat de meeste vaartuigen den stoom tot bondgenoot namen en de Mercurïus weldra eenen geheelen vloot achter zich had. Behalve dat een tjotter in botsing kwam met een houtvlot is alles in De Afrikaan. 't Is altijd aangenaam wanneer men prijzen kan en mag, thans mogen wij dat inderdaad. Met ingenomenheid maakten we kennis met het drama van Charles Edmond, dat onder bovengenoemden titel door de artisten van de Vereeniging ?Het Nederlandsch Tooneel" in Van Lier's Theater wordt opgevoerd. De naam van Dr. Jan ten Brink, als vertaler op't affiche vermeld, is genoeg om te bewijzen, dat we De Afrikaan in een passend en keurig hollandsch kleed ten tooneele zien voeren. Ch. Edmonds drama behoort tot die soort van tooneelwerken, welke van 't begin tot het einde boeien en nu eens een jglimlach op de lippen, dan weer een traan in 't oog lokken. In tegenoverstelling van zooveel Fransche stukken zien we in De Afrikaan geen gevallen vrouwen met een aureool van hemelsch licht omgeven, er komt zelfs geen enkele dame der demi-monde in voor. De toestanden zijn waar en helder voor 't oog gebracht en de hartstochten die er in voorkomen, zuiver menschelijk. 't Geheel ia een drama, dat roerend en treffend, zeer mogelijke omstandigheden te zien geeft en met veel kunst in elkaar is gezet. Wel is de karakterschildering van enkele personen hier en daar wat luchtig opgenomen en is vooral 't eerste en tweede bedrijf in 't begin wat mat, maar de volgende bedrijven zijn zoo vol handeling en leven, dat men dit foutje gaarne over 't hoofd ziet. De inhoud is kort.elijk deze; Graaf Leone Mattheï was op zijn achttiende jaar getrouwd met Giovanna, een meisje van 17 jaar. Al spoedig ging- de zon van hun huwelijksgeluk in een zee van. schulden onder, en vluchtte Graaf Leone, zijn vrouw hulpbe?de avondwind suisde door de denneboomenen 't was alsof dat zacht klagende geluid;een stem was, sprekende van dat ver verleden... ? Laat ik u nog een eindweegs vergezellen, zei Etienne; ik ben zoo blij dat ik u van avond ontmoet heb U... Het speet mij zoo dat ik u op de weide niet aangesproken had;. wat hebt gij toch wel van mij gedacht? ? Ik dacht dat ge mij waarschijnlijk mets ' bijzonders te zeggen had, of.... dat gij het liet ter wille van de dame, die naast u stond. Etienne haalde de schouders op. . ? Die dame is' mij totaal onverschillig en het kan mij volstrekt niet schelen of ik haar aangenaam of onaangenaam ben. . ? Dat.is heel anders dan men wel zegt. ? Zoo? vrat zegt men dan? . '? Dat gij haar trouwen wilt. ? Dan heeft men . 't mis! riep hij knorrig. ik heb nooit zulk een dwaas plan gehad, Er volgde een oogenblik stilte. Het was te donker onder de boomen anders zou Etienne gezien hebben, dat Thérèses gelaat na zijn laatste woorden opgeklaard was, en een veel vroolijker. uitdrukking gekregen had. Een oogen blik bleef zij stilstaan om adem- te scheppen, en. aei toen op veel vriendelijker toon: ? Maar al hebben de menschen verkeerd geraden, gij hebt toch wel uw best gedaan om hen op het dwaalspoor te brengen, door 200 veel met die dame om te gaan. ? Dat was niet goed, ik beken het... Ik heb ket van avond eerst ingezien... en ik ben dezen weg gegaan om een uitnoodiging van den no taris te ontloopen. , * . ' ' Daar klonk weer Thérèses oude vroolijke kinderlach: ? En moet ge nu vasten van avond? Dat noem ik eerst boete doen voor uw zouden! ? Zoo is het goed, zei Etienne; nu zijt ge weer net zoo als vroeger... Het hinderde mij dat ge zoo stug en onvriendelijk waart. ? Dat komt omdat ik boos was. ? En nu ? . '.. . ? Nu lach ik weer, dat ziet ge wel. ? Ik hoor u zoo graag lachen. ? Ik ben blij omdat ik zie dat, mijn vrees ongegrond was. Oprecht gesproken, dat meisje lijkt u niet... Zij is uwer niet waardig, en als ge trouwen wilt.... ? Trouwen! viel Etïenne haar in de rede, daar mag ik immers niet eens aan denken. Hij bleef stilstaan, en tegen een boom leunend, de armen over de borst gekruist en de oogen omhoog geslagen naar de sterretjes, die door het dichte loover gluurden, zuchtte hij: ^- Er is een tijd geweest, waarin ik droomde van een vredig en gelukkig samenleven, van een huisje, met een lieve vrouw en lieve kin deren,... Mijn vader heeft dien zoeten droom verjaagd.... Wat kan ik een vrouw aanbieden ?... een onzekere toekomst, een naam, gehaat en geminacht in de streek, waar de man woont, die haar schoonvader zou -worden. ? Ziet gij uw vader niet meer? vroeg Thérèse. ? Ik heb hem na den dood mijner moeder niet weergezien, maar wat ik van tijd tot tijd verneem, is niet geschikt om mij veel van de toekomst te doen verwachten. Ik ben innig overtuigd dat iedere slechte daad haar eigen straf meebrengt, en ik vrees dat de storm eenmaal losbarsten z'al.,. ?? Laat ons van iets anders spreken, stamelde hij, weder voortwandelend; van u en van uw toekomst, Thérèse? *- Mijn toekomst! gaf au glimlachend ten antwoord, die ligt besloten in dit verborgen hoekje van Tourdine. Zij hadden nu het bosch' achter zich gelaten, en op honderd passen afstands lag Joubardière met zijn duiventü, zijn strooien daken en hooimijten. De honden blaften op het erf, en een helder vuurtje glinsterde door de ruiten van de keuken. ' . ? Kijk, zei Thérèse, terwijl zij met haar arm- een rondgaande beweging maakte; daar ginds in de hoogte het bosch en hier in de laagte het dal van Etableau; dat is mijn we reld sedert vijf jaren; daar hoop ik mijn leven tot den einde toe door te brengen. Etienne antwoordde niets. Hij benijdde die boerderij, daar aan den zoom vali 't bosch, zoo kalm en rustig onder den helderen sterren hemel. Hij zag er tegen op om van het jonge meisje te scheiden en alleen naar de duffe donkere woning van M. Minique terug te keeren. Met echt vrouwelijken takt raadde Thérèse wat er in hem omging. ? Mijnheer Etienne, sprak zij, te gelijk het hek openstootend, dat toegang gaf tot het erf; ge krijgt op dit UUT niets meerte eten te Pressigoy, en ge moogt toch niet met een leege maag gaan slapen omdat ge mij hebt thuis gebracht. Wilt gij met ons meeëten? ? Etiennes oogen glinsterden. ? Heel graag natuurlijk, riep hij maar ik vrees dat het onbescheiden, van mij is. ? Kom, kom, Het zal een mager soupé voor ü zijn, dat is alles... Volg mij maar! Zij greep zijn hand; samen beklommen zij de booge stoep en langzaam opende zij de keukendeur. Bijzet licht der kleine lamp overzag Etienne het gezellig vertrek 'met zijn ouderwetscbe meubels; de zware eikenhouten tafel was aan éénen kant voor twee personen gedekt; in het midden stond een smakelijk rooskleurig hammetje, met salade en gekookte eieren. Bij het vuur zat moeder Baillargeau ijverig te spinnen; achjter den haard zong een krekel haar eentoonig lied en de poes lag rustig op een stoel te slapen. ? Moeder, zei Thérèse tot de goede vrouw, die verwonderd opzag, hier is M. Etienne Maugars, van wien ik u dikwijls verteld heb... Hij heeft mij thuis gebracht en blijft by ons eten. XIV. . ?. Mijnheer Etienne, de soep is klaar! Als in den vroegen morgen die woorden van Thérèse tot het met wingerdloof omkranste, hoog openstaande venster van Etienne Maugars opklommen, dan gespte hij zijn slobkou sen dicht en ging naar beneden. De soepterrine stond op tafel in het zonnig vertrek, en als moeder Baillargeau het deksel wegnam en hem een vol bord opschepte^ drong4e lekkere versterkende geur hem in den neus, en met smaak nuttigde hij zijn krachtig ontbijt, ter wijl hij metïnnig welgevallen Thérèse's gaan en komen gadesloeg. Sedert den avond van het oogstfeest was hij altijd een welkome gast geweest te Joubar dière. Hij had het hart der brave Baillargeons gestolen door hun sprekend gelijkende por tretten te schilderen, terwijl zijn vroolijkheid en zijn eenvoudige manieren al de bewoners der boerderij tot zijn vrienden gemaakt had; hij schilderde in de open lucht, en vond mo dellen zooveel hg maar wilde: gedurig verliet bij voor drie of vier dagen zijn logement te Pressigny, om aga intrek te nemen op de boer derij ? waar hij zijn kost ruim betaalde en nog nooit had luj. zich zoo gelukkig gevoeld als op dit stille verborgen plekje, waar hij het zelfde leven leidde als Thérèse. Zij was de ziel van de Joubardière. Zij hield op alles het oog en werkte mee als de beste. Vroolijk, gezond en sterk, vervulde zij de oude boerderij met een geur van jeugd en gezellig heid. Haar pleegouders, die al hun kinderen vroeg verloren hadden, beminden haar alsof zij hun eigen dochter was. Zij vergoodden haar byua en lieten zich te des gemakkelijker door haar lelden, omdat zij telkens ondervonden hoe haar helder inzicht en goede raad den bloei der boerderij deden toenemen. Hoe meer Etienne Thérèse in haar dagelijksch leven gade sloeg, hoe beter hij haar leerde kennen en verstaan. In den eersten tijd van zijn verblijf te Preasigny, had hjj haar diep beklaagd, omdat zg, aan den omgang met de betrekkelijk beschaafde burgers van Saint-Clémentin gewend, nu boeren werk moest doen en samenleven met onont wikkelde menschen. De vooroordeelen, die luj van kind af aan gekoesterd had, deden hem die verandering als een soorfc van vernedering beschouwen; maar toen hij de dingen wat meer van nabij bekeek, begon hij al spoedig zijn dwaling in' te zien. ? Thérèse was niet uit haar stand gerukt, maar eenvoudig terug ge keerd tot den kring, waarin zij thuis hoorde. In het klooster en in haars viders huis had zij zich nooit recht op haar gemak gevoeld. Haar onafhankelijk karakter en haar behoefte aan werkzaamheid en beweging hadden gemaakt dat de dames te Saint-Clémentin .haar als een halve wilde beschouwden. (Wordt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl