Historisch Archief 1877-1940
-D E
STERDAMMER,
EEK BLAD VOOK NEDERLAND.
maatschappelijk gevaar, wanneer men de klas
sen, voor wie deze scholen bestemd zijn, .van
onderwijs in staathuishoudkunde verstoken
laat. Laten wij toch het groote voorrecht,
dat wij hoven sommige "naburige landen heb
ben, van onze volksklassen te kunnen opleiden
tot politieke zelfstandigheid, niet ongebruikt
laten! Met maar al te veel sukces zou anders
eeninaal de volksmenner de taak opnemen, die
de onderwijzer bad verzuimd,, en de politieke
invloed, die zeker komt, zou komen als een
domme vijandige macht, in plaats van, waar
aan nog niet behoeft gewanhoopt te worden,
als ?verlichte samenwerking in aller belang.
Daar is meer toe noodig, dan onderwijs alleen,
wy weten het: maar onderwijs allereerst. Veel
kan buiten de school tot verspreiding-van juiste
.ekonomische* denkbeelden 'worden gedaan; in
de jeugd., in de school het meest. Enmimogen
wfl betreuren het ingewikkelde van wat ons
het naast ter harte gaat, het noodzakelijk ge
brekkige Van ons streven; wij mogen ons daar
door niet laten weerhouden, ook dat gebrek
kige te doen." .
Het springt in het oog, dat de beide ge
noemde bezwaren niet uit de lucht gegrepen
zijn, maar tevens dat zij in meerdere of min
dere mate even- goed op andere takken van
onderwijs drukken. D e wetenschap is niet alleen
op staathuishoudkundig gebied zwevend, on
vast van vorm en mitsdien oorzaak van on
juiste leerstellingen. Het' is' voorzeker een feit,
dat waar de hoofdmannen nog over methode,
omvang en resultaten twisten, de leerlingen
gemakkelijk dwaalbegrippen kunnen inzuigen,
die hen tot verkeerde oordeelvellingen leiden,
en oppervlakkige leermeesters kunnen gevaar
lijk zijn. - ' .
Doch onder deze gegevens hangt toch bijna
alles van de bezadigdheid en onpartijdig
heid van den leermeester af,, die er zich voor
heeft te wachten als uitgemaakt voor te stel
len, wat nog een kwestie dient te heeten, en
gelijk de opstellers der verklaring terecht te
kennen geven, nu de staat ook een doktoraat
voor de staatswetenschappen heeft inngesteld,
zal bij het aanbieden van een goede bezoldi
ging, het bezwaar, dat er geen geschikte
leeraars voor
verdwijnen.
te vinden zijn, meer en meer
droombeelden, de opruiende taal der volkslei
ders. Zij zijn de burgers, aan wie binnen een
niet te lang tijdsverloop het stemrecht zal
worden geschonken, dat hun thans ten on
rechte'onthouden wordt. Het bomt er op aan
de meest begaafden onder hen te winnen. Het
zijn juist zij, die niet behoorlijk onderwezen
sn geleid, het gemakkelijkst worden
ineegeileept door schoonfclinkende theoriën,.en die
op hunne beurt, de blinde leidslieden der blin
den worden.
Het verdient opmerking, dat juist in onze da
gen, nu de socialisten te midden der kleine bur
gers en de arbeiders optreden met alles behalve
onschuldige theoriën, die zij als mathematisch
bewezen stellingen prediken, een zeker aantak
leeraars bij het middelbaar onderwijs de be
spreking van staathuishoudkundige vraagstuk
ken voor de leerlingen onnoodig en ondoenlijk
achten. Juist de positieve wijs waarop dé socia
listen handelen, zou de meer wetenschappelijk
ontwikkelde leeraars de oogen moeten openen
voor de noodzakelijkheid, om. in onzen tijd de
leerlingen althans toe te rusten met die mate
van bedachtzaamheid ' en wetenschappelijken
zin, als onontbeerlijk is om dergelijke theoriën
te wantrouwen en te toetsen. Het is zeker
waar, dat de socialisten tot-nog toe slechts
zeer sporadisch in de onderste lagen der maat
schappij voorkomen, doch het valt niet te ont
kennen, dat hier, even als in'Duitschland, dit ge
tal vermeerderen kan en de rekruten even goed
in de hoogere als in de lagere kringen geworven
kunnen worden, wanneer een degelijk onder
wijs geen tegenwicht geeft. ,
. Het onderwijs der docenten in de staat
huishoudkunde zal toch niet de strekking heb
ben, om den leerlingen een soort van stelsel te
..geven, waarin aan al de staathuishoudkundige
verschijnselen een bepaalde afgepaste plaats zijn
-'aangewezen, zoodat er weinig of niet te
vra,gen overblijft, ? maar het moet dienen om
de jongelieden in kennis te stellen met
algemeene, waarheden, hen, voor zoover hun vat
baarheid reikt, een 'blik te doen slaan op het
veld dat onderzocht moet worden, opdat zij
overtuigd, van de veelheid der meeningen en de
? moeilijkheid om tot de waarheid door te drin
gen, zich ,voor het vellen van een oppervlakkig
oordeel leeren wachten, m. a. w., het moet zich
tot doel stellen om hun wetenschappelijken zin
o'p staathoudkundïg gebied te ontwikkelen.
En dan achten wij dit onderwijs, hoe
beHoewel nog' steeds voor een groot gedeelte
de europeesche politiek buiten de grenzen van
Europa speelt, is er toch deze week ook bin
nen deze grenzen 't een en ander op te
nierten geweest. Het bezoek van prins Bismarck
aan Graaf Andrassy, en bij die gelegenheid ook
aan de keizerlijk koninklijk oostenrljksche fa
milie, die tafel en rijtuig ter zijner beschikking
telde, heeft de aandacht van alle .bladen op
zich gevestigd. Het scheen zooveel eenvoudi
ger voor diplomaten dis iets met elkaar te
verhandelen hebben, dat per post of per tele
graaf te doen, zonder de oogen van ? duizende
nieuwsgierigen ieder hunner bewegingen te zien
bespieden; de -twee mannen die Duitschland's
en Oostenrijk's politiek vertegenwoordigen,
hebben het laatste verkozen. Bismarck is naar
Weenen gekomen, en iedere zijner schredenis
opgenomen, uitgelegd en van kommentaren
voorzien, de wereld rondgebazuind. Yan wat
er verhandeld is, zal niets uitlekken, al zouden
de mannen van de beurs er ook millioenen voor
over hebben; wat de diplomaten aan het pu
bliek hebben willen toonen, is enkel vriendschap
en vrede geweest. ?Oostenrijks belang en dat
van Duitschland, was telkens de uitspraak,
dulden slechts vrede en oprechten steun voor
't oogenblik; beide volkeren mogen zich
ver-heugen, en dat zonder dat de overige (dit tot
den Franschen gezant) zich ongerust behoeven
te maken." Het bezoek werd zoo aangenaam ge
vonden, dat men er nog een dagje aanknoopte.
Dat Bismarck na. de invoering .van de nieuwe
tariefwet er prijs op stelt, zich van Oostenrijks
vriendschap op staathuishoudkundig gebied
te verzekeren, laat zich deuken.
. Het is thans zeker, dat baron von Haymerle
Andrassy's opvolger is. Hij heeft vele van de
gesprekken der twee Kanseliers bijgewoond;
men beweert, dat Koningin Victoria aan Keizer
Frans Jozef een brief geschreven heeft om hem
met het - optreden van Baron van Haymerle
geluk te wensehen. Graaf von Beust zal op
zijn post te Parijs terugkeeren, en alles zoo
goed blijven als ooit. ,
De werkzaamheden waren zeer verdeeld in
Duitschland. Terwijl de Keizer zich. op de
hoogte ging stellen van den geest in den
Elzas en Lotharingen, en er den nieuwen gou
verneur, graaf von Manteuffel, aan de sympa
thie der bevolking aanbeval, schreef de oud
minister van Eeredienst, Falk, een brief, die
als een half-officieel verkiezingsmanifest, ge
schreven door een man van grooten invloed,
aan ds regeering veel steun zal "verschaften;
tegen de tijden dat de nieuwe, belastingen en
het beschermend stelsel zich in hun kracht
zullen doen. gevoelen, heeft de
Duitscheregeering aan een krachtigen steun van hare vrien
den behoefte.
In hoeverre de houding der kanseliers aan
Rusland belang kan inboezemen, is niet twij
felachtig. Van binnenlandsche onlusten in af
wachting van de _ buitenlandsche verwikke
lingen, heeft men de laatste dagen weinig ge
hoord. De russische regeering heeft naar zoovele
kanten tegelijk te zien, naar den
kanseliersbond, naar het oude Polen, naar het
Panslavisine, naar de nihilisten, naar den korenoogst,
naar Bulgarije, naar den sultan, naar de
Turkomannen, naar de Chineesche grens, en lest best
Afghanistan en naar Engeland, dat zij
dan de vorige week. - Bij al de moeite die ge
daan wordt om kameelen en muilezels te
krij-gen, en ze op de eindelooze tochten fïisch te
houden, is ieder verlies te tellen; zoodat een
nachtelijke aanval -als eenige dagen geleden
geseind werd, waarbij een zestiental personen
gedood en 84 muilezels geschaakt werden, niet
zonder belang is. De Eagelsche bladen beschul
digen Rusland van in Kaboel te stoken; of
Kusland zooveel meer dan een andere staat
aan gewetensbezwaren zijn voordeel opoffert,
is niet bekend; maar waar het toch van stoken
beschuldigd wordt, en het straffeloos doen kan
en er. veel heil bij kan vinden, zou het welxts
verwonderen zijn, indien het van de kans niet
profiteerde. .
Heeft de Emir schuld in deze, heeft hij geen
schuld? De feiten zijn niet daar om een van
beide te bewijzen; wanneer eenmaal de
Engelschen meester zijn van zijn rijk zullen zij waar
schijnlijk genoeg bewijzen vinden om dat van
beide uit te maken, wat hun bet gemakkelijkste
voorwendsel geeft. Voorloopig trachten zij op
een goeden voet met hem te blijven.
Wat de overige staten van Europa betreft,
in Engeland heeft het Parlement vakantie, en
in Frankrijk het wetgevend lichaam. De man
nen van den dag brengen dus hun talenten in
de provinciën aan den man. De speech van
^en minister Ferry, te Perpignan voor de on
derwijswet, die van den markies van
Hartington te Newcastle over Afghanistan, die van
Grant Duff over Beaconsfield, die van Lepere
te Montbéïiard, allen meesterstukken van par
lementaire welsprekendheid, bereiden reeds de
campagne -van den. aanstaanden winter voor.
Een onderhoud tussehen den franschen minis
ter Waddington en den Engelschen graaf Sa
lisbury heeft- ten opzichte van de verhouding
der beide regeeringen in de Grieksche en Egyp
tische aangelegenheden meer overeenstemming
gebracht.
Cetawayo 'is wel degelijk gevangen; nadat
alle beschrijvingen van zijn persoon, zijn vrou
wen, zijne vangst, zijne gedenkwaardige woor
den reeds overgeseind zijn, vraagt men, wat
er nu niet hem gebeuren zal. Punch bevat
een zoogenaamden brief van den
Amerikaanschen impresario Bamum waarin deze presen
teert den Zoeloe-oorlog te betalen, door
Cetiwayo met zijne Jcraal alsmede Lord Chelms
ford en kapitein Carey tegen een shilling de
persoon te laten kijken. Het opperhoofd had
dadelijk gefusilleerd willen , worden; hij ia
echter naar Kaapstad overgebracht in afwach
ting van verdere besluiten,
Spanje heeft" met zijn koloniën nog steed
geen vrede. Deze week zijn weder 5000 man
naar Cuba gezonden. Op de koloniën zelve
schijnt men energieker te zijn dan in het moe
derland. Drie groote plantage bezitters, 'van
welke er een 4000 slaven bezit, hebben aan a
hunne slaven de vrijheid geschonken, en hun
voorbeeld zal navolging vinden. InEümeniëza
de Joden-kwestie thans tot eenebeslissing komen
Hoe ook de .afloop zijn. zal, het blijkt da
de bevolking' nog niet rijp is voor een zoo
eenvoudig beginsel als de gelijkheid voor de
wet van alle menschen. Zelfs al neemt de ver
tegenwoordiging deze gelijkheid aan, hetgeen
nog te betwijfelen is, dan zal toch de positi
der Joden er tegenover het volksvooroordee
niet beter op worden. Het thans ingediend)
ontwerp wil hen .laten naturaliseeren of al
maar alleen geweigerd heeft die tot voorwaarde
voor het behoud van het ministerie aan te
nemen. Voorts is gebleken, dat hetgeen om
trent deze zaak bekend werd gemaakt, onvol
ledig en ten deele onjuist was. De stukken
betreffende de krisis zullen nu voor de leden
der Kamer tes inzage wórden gelegd.
Het spreekt wel van zelf dat de natie met
dit ?half licht" volstrekt niet tevreden kan zijn.
Een ander punt bij de diskussie eenigszins
verduidelijkt is de toezegging omtrent de in
voering der onderwijswet. De woorden vanden
minister die geen twijfel overlaten, zullen met
genoegen zijn vernomen.
Ook de overlegging van het kon. besluit van
6 Sept. jl. waarbij het bekleeden van het ambt
van minister en hoogleeraar tegelijk aan den
heer Modderman wordt toegestaan, door den
minister bij deze beraadslaging toegezegd, is
gewenscht, daar zij vooraf dient te gaan aan
een beoordeeling van deze zonderlinge regeling.
Het ontwerp-adres van antwoord ia ten slotte
aangenomen met 44 tegen 28 stemmen.
Ingetrokken is het wetsontwerp betreffende de
kostelooze overmaking van spaarpenningen
door middel der posterijen; doch gehandhaafd
dat betreffende de instelling van
postspaarbanken.
Uit de memorie van beantwoording op het
oorloopig verslag omtrent het ontwerp tot
ipaling van een nieuwen termijn voor de
volooing van het Noordzeekanaal en uitstel van
erugbetaling van door den Staat aan de
amerdamsche Kanaalmaatschappij ter leen
vertrekte gelden, blijkt o. a., dat naar aanleiding
an het door de maatschappij aan de regeering
eopperd voorstel, om op billijke voorwaarde
l hare werken met.al hare baten en lasten
an den Staat over te doen, door de
be.troken ministers een onderzoek is ingesteld, dat
og niet is afgeloopen.
knopt en onvoldoende het ook zij, niet minder! rust en stilte meer dan noodig heeft. Een
be- - -? d.er burgerdag- en avond-j richt omtrent een hevig geschil tussehen den
de H. B. met vijfjarigen Czarewitach en den Duitschen Kroonprins
.kursus'aanbevelenswaardig. Tot hen richt zich wordt gelukkig tegengesproken. Uit
Afghalater in de eerste plaats de prediker van
voor de leerlingen
scholen, dan voor
nistan komen de berichten al niet gunstiger
burgers erkennen op dezelfde voorwaarden al
de overige Rumenen. Deze vereischten zijn
dat zij of in het leger gediend hebben, of eei
akademischen graad bezitten, of met een bui
tenlandschen graad eene Eumeensche betrek
king vervullen, of instellingen Yan weldadig
heid gesticht hebben, óf inrichtingen van han
del en nijverheid opgericht hebben, of eindelij
werken in het Bumèensch geschreven hebben
In Bulgarije heeft eene ministerieele krisis voo
de oude onbekende namen, niéuwe onbekend
in de plaats gesteld.
De algemeene strekking van.het ontwerp
adres van antwoord op de troonrede wer
door de Tweede Kamer met 51 tegen. 22 stem
men aangenomen.
Het belangrijkste wat de diskussie heeft op
geleverd is de mededeeling dat Z.M.zichnie
tegen grondwets-herziening verklaard heef
De dagbladen bevatten, behalve
beschouwin?en over den brief van Z. K. H. den Prins van
)ranje, de volgende artikelen;
Handelsblad: Een verkiezing bij vergissing. ?
)e nnancieele voornemens der Regeering. ?
iet grondcrediet van Nederland,
N. R'ott. Cbïirant: Onze financiën.
Set Vaderland: De milHoenen-rede.
Arnh. Courant: De bevoegdheid des Konings
om de kiezerslijst te casseeren.
Amsterdamsche Courant: De tekorten-speech.
Het Dagblad van Zuid-Holland en 's G-ra>
venhage: Verdediging tegenover het
Handelsuitstekende orde en zonder ongevallen afge
loopen.
Het Bestuur der Amstelclub kan met zelf
voldoening, op dezen dag terug 7,100., Het feest
werd besloten met muziek en bal in Maïson
Stroucken en mocht uitmuntend geslaagd heeten.
In het bijvoegsel van het Handelsblad van
Woensdag 24 Sept. komt een ingezonden stuk
voor van H., waarin gewezen wordt op het
ontstaan van een moeilijkheid voor H.H.
notarisssen, makelaars en het kooplustig.publiek. We
vernemen daaruit dat de vennootschap
Frascatie den verkoopavond op Maandag gesteld
heeft,den avond dien ook door?deBrakkeGrond"
werd gekozen. ?Nu zal," zegt de inzender, ?het
publiek'zich noodzakelijk moeten verdeelenen
hij die in ?de Brakke Grond" is, zou misschien
een. perceel koopen dat juist dienzelfclen avond,
ja wellicht op hetzelfde tijdstip in ?Frascati"
wordt geveild, of omgekeerd, zoodat hij huis
waarts keert mei; niets te hebben gekocht."
Misschien is dit laatste gevaar zoo groot niet,
doch zeker is het waar wat hij er op laat
volgen:
?Voor notarissen is de toestand niet van de
aangenaamste, omdat het zal gebeuren dat of
in ?de Brakke Grond" óf in ?Frascati" op den
afwezigen notaris gewacht, of met een volgend
perceel voortgegaan moet worden, waarmede
de verkooper zeer slecht gediend zal zijn.
?Voor makelaars staat schade voor de deur,
uithoofde niemand op twee plaatsen te gelijk
kan zijn en mogelijk een makelaar op een en
denzelfden avond in verschillende lokalen twee
patroons moet bedienen, waardo.or groote
moeielijkheden zullen ontstaan."
Zooveel is zeker het is te wensehen dat ?De
Brakke Grond" en ?Frascati" niet op zulk een
wijs de konkurrentie zullen voeren. Dit toch
zou niet alleen voor de beide Vereenïgingen,
maar evenzeer voor. het publiek schadelijk zijn.
De regeling door H. voorgesteld schijnt ook
ons nitnemendtoe; wordtin de genoemde ver
kooplokalen alleen om de 14 dagen, dus door
elk bij beurte Js maandagsavonds verkocht ?
dan behoeft niemand zich over de nadeelige
gevolgen te verontrusten.
De Standaard: De koorden van de beurs.
De Tijd: Het adresdebat. De
onderwijsparagraaf.
Laatstleden Zondag vierde de Roei- en
Zeilvereeniging De Atnstel haar gewoon jaarlijksuh
huishoudelijk feest met eenen wimpeltocht naar
Ouderkerk. Het was een allerpleizierigst en op
wekkend gezicht al die boeien,-jachten, sloe
pen, gieken enz. met vlaggen en wimpels versierd
zich op de door de Amsterdammers zoo gelief
den Amstel te zien voortbewegen en het bracht
menigeen de dagen van vroeger te binnen toen
dergelijke echt nationale feesten veelvuldiger
plaats hadden. Het weder was uitmuntend en
genoegzame wind aanwezig om de zeil vaar tui
gen in staat te stellen het doel van den tocht
tijdig te bereiken. Ten lOVs ure vertrok de
stoomboot Mercuriws met muziek en tal van
genoodigden aan boord en kwam ongeveer
ten IVa ure te Ouderkerk aan. Recht aange
naam en joviaal werden daar een paar uren
doorgebracht en begaf men zich, na eenen
optocht met nïuziek door het dorp, ten 4 ure
weder aan boord. De wind, hoewel gun'stig,
was iutusschen zoo zwak. geworden, dat de
meeste vaartuigen den stoom tot bondgenoot
namen en de Mercurïus weldra eenen geheelen
vloot achter zich had. Behalve dat een tjotter
in botsing kwam met een houtvlot is alles in
De Afrikaan.
't Is altijd aangenaam wanneer men prijzen
kan en mag, thans mogen wij dat inderdaad.
Met ingenomenheid maakten we kennis met
het drama van Charles Edmond, dat onder
bovengenoemden titel door de artisten van de
Vereeniging ?Het Nederlandsch Tooneel" in
Van Lier's Theater wordt opgevoerd.
De naam van Dr. Jan ten Brink, als vertaler
op't affiche vermeld, is genoeg om te bewijzen,
dat we De Afrikaan in een passend en keurig
hollandsch kleed ten tooneele zien voeren.
Ch. Edmonds drama behoort tot die soort
van tooneelwerken, welke van 't begin tot het
einde boeien en nu eens een jglimlach op de
lippen, dan weer een traan in 't oog lokken.
In tegenoverstelling van zooveel Fransche
stukken zien we in De Afrikaan geen gevallen
vrouwen met een aureool van hemelsch licht
omgeven, er komt zelfs geen enkele dame der
demi-monde in voor.
De toestanden zijn waar en helder voor 't
oog gebracht en de hartstochten die er in
voorkomen, zuiver menschelijk. 't Geheel ia
een drama, dat roerend en treffend, zeer
mogelijke omstandigheden te zien geeft en met
veel kunst in elkaar is gezet.
Wel is de karakterschildering van enkele
personen hier en daar wat luchtig opgenomen
en is vooral 't eerste en tweede bedrijf in 't
begin wat mat, maar de volgende bedrijven
zijn zoo vol handeling en leven, dat men dit
foutje gaarne over 't hoofd ziet.
De inhoud is kort.elijk deze;
Graaf Leone Mattheï was op zijn achttiende
jaar getrouwd met Giovanna, een meisje van
17 jaar. Al spoedig ging- de zon van hun
huwelijksgeluk in een zee van. schulden onder,
en vluchtte Graaf Leone, zijn vrouw
hulpbe?de avondwind suisde door de denneboomenen
't was alsof dat zacht klagende geluid;een stem
was, sprekende van dat ver verleden...
? Laat ik u nog een eindweegs vergezellen,
zei Etienne; ik ben zoo blij dat ik u van avond
ontmoet heb U... Het speet mij zoo dat ik u
op de weide niet aangesproken had;. wat hebt
gij toch wel van mij gedacht?
? Ik dacht dat ge mij waarschijnlijk mets
' bijzonders te zeggen had, of.... dat gij het liet
ter wille van de dame, die naast u stond.
Etienne haalde de schouders op.
. ? Die dame is' mij totaal onverschillig en
het kan mij volstrekt niet schelen of ik haar
aangenaam of onaangenaam ben.
. ? Dat.is heel anders dan men wel zegt.
? Zoo? vrat zegt men dan?
. '? Dat gij haar trouwen wilt.
? Dan heeft men . 't mis! riep hij knorrig.
ik heb nooit zulk een dwaas plan gehad,
Er volgde een oogenblik stilte. Het was te
donker onder de boomen anders zou Etienne
gezien hebben, dat Thérèses gelaat na zijn
laatste woorden opgeklaard was, en een veel
vroolijker. uitdrukking gekregen had. Een oogen
blik bleef zij stilstaan om adem- te scheppen,
en. aei toen op veel vriendelijker toon:
? Maar al hebben de menschen verkeerd
geraden, gij hebt toch wel uw best gedaan
om hen op het dwaalspoor te brengen, door
200 veel met die dame om te gaan.
? Dat was niet goed, ik beken het... Ik heb
ket van avond eerst ingezien... en ik ben dezen
weg gegaan om een uitnoodiging van den no
taris te ontloopen. , * . ' '
Daar klonk weer Thérèses oude vroolijke
kinderlach: ? En moet ge nu vasten van avond?
Dat noem ik eerst boete doen voor uw zouden!
? Zoo is het goed, zei Etienne; nu zijt ge
weer net zoo als vroeger... Het hinderde mij
dat ge zoo stug en onvriendelijk waart.
? Dat komt omdat ik boos was.
? En nu ? . '.. .
? Nu lach ik weer, dat ziet ge wel.
? Ik hoor u zoo graag lachen.
? Ik ben blij omdat ik zie dat, mijn vrees
ongegrond was. Oprecht gesproken, dat meisje
lijkt u niet... Zij is uwer niet waardig, en als
ge trouwen wilt....
? Trouwen! viel Etïenne haar in de rede,
daar mag ik immers niet eens aan denken.
Hij bleef stilstaan, en tegen een boom leunend,
de armen over de borst gekruist en de oogen
omhoog geslagen naar de sterretjes, die door
het dichte loover gluurden, zuchtte hij:
^- Er is een tijd geweest, waarin ik droomde
van een vredig en gelukkig samenleven, van
een huisje, met een lieve vrouw en lieve kin
deren,... Mijn vader heeft dien zoeten droom
verjaagd.... Wat kan ik een vrouw aanbieden ?...
een onzekere toekomst, een naam, gehaat en
geminacht in de streek, waar de man woont,
die haar schoonvader zou -worden.
? Ziet gij uw vader niet meer? vroeg
Thérèse.
? Ik heb hem na den dood mijner moeder
niet weergezien, maar wat ik van tijd tot tijd
verneem, is niet geschikt om mij veel van de
toekomst te doen verwachten. Ik ben innig
overtuigd dat iedere slechte daad haar
eigen straf meebrengt, en ik vrees dat de
storm eenmaal losbarsten z'al.,. ?? Laat ons
van iets anders spreken, stamelde hij, weder
voortwandelend; van u en van uw toekomst,
Thérèse?
*- Mijn toekomst! gaf au glimlachend ten
antwoord, die ligt besloten in dit verborgen
hoekje van Tourdine.
Zij hadden nu het bosch' achter zich gelaten,
en op honderd passen afstands lag Joubardière
met zijn duiventü, zijn strooien daken en
hooimijten. De honden blaften op het erf, en een
helder vuurtje glinsterde door de ruiten van
de keuken. ' .
? Kijk, zei Thérèse, terwijl zij met haar
arm- een rondgaande beweging maakte; daar
ginds in de hoogte het bosch en hier in de
laagte het dal van Etableau; dat is mijn we
reld sedert vijf jaren; daar hoop ik mijn leven
tot den einde toe door te brengen.
Etienne antwoordde niets. Hij benijdde die
boerderij, daar aan den zoom vali 't bosch, zoo
kalm en rustig onder den helderen sterren
hemel. Hij zag er tegen op om van het jonge
meisje te scheiden en alleen naar de duffe
donkere woning van M. Minique terug te
keeren. Met echt vrouwelijken takt raadde Thérèse
wat er in hem omging.
? Mijnheer Etienne, sprak zij, te gelijk het
hek openstootend, dat toegang gaf tot het erf;
ge krijgt op dit UUT niets meerte eten te
Pressigoy, en ge moogt toch niet met een leege
maag gaan slapen omdat ge mij hebt thuis
gebracht. Wilt gij met ons meeëten?
? Etiennes oogen glinsterden.
? Heel graag natuurlijk, riep hij maar ik
vrees dat het onbescheiden, van mij is.
? Kom, kom, Het zal een mager soupé voor
ü zijn, dat is alles... Volg mij maar!
Zij greep zijn hand; samen beklommen zij
de booge stoep en langzaam opende zij de
keukendeur.
Bijzet licht der kleine lamp overzag Etienne
het gezellig vertrek 'met zijn ouderwetscbe
meubels; de zware eikenhouten tafel was aan
éénen kant voor twee personen gedekt; in het
midden stond een smakelijk rooskleurig
hammetje, met salade en gekookte eieren. Bij het vuur
zat moeder Baillargeau ijverig te spinnen;
achjter den haard zong een krekel haar eentoonig
lied en de poes lag rustig op een stoel te slapen.
? Moeder, zei Thérèse tot de goede vrouw,
die verwonderd opzag, hier is M. Etienne
Maugars, van wien ik u dikwijls verteld heb... Hij
heeft mij thuis gebracht en blijft by ons eten.
XIV. .
?. Mijnheer Etienne, de soep is klaar!
Als in den vroegen morgen die woorden van
Thérèse tot het met wingerdloof omkranste,
hoog openstaande venster van Etienne
Maugars opklommen, dan gespte hij zijn slobkou
sen dicht en ging naar beneden. De
soepterrine stond op tafel in het zonnig vertrek, en
als moeder Baillargeau het deksel wegnam en
hem een vol bord opschepte^ drong4e lekkere
versterkende geur hem in den neus, en met
smaak nuttigde hij zijn krachtig ontbijt, ter
wijl hij metïnnig welgevallen Thérèse's gaan en
komen gadesloeg.
Sedert den avond van het oogstfeest was
hij altijd een welkome gast geweest te Joubar
dière. Hij had het hart der brave Baillargeons
gestolen door hun sprekend gelijkende por
tretten te schilderen, terwijl zijn vroolijkheid
en zijn eenvoudige manieren al de bewoners
der boerderij tot zijn vrienden gemaakt had;
hij schilderde in de open lucht, en vond mo
dellen zooveel hg maar wilde: gedurig verliet
bij voor drie of vier dagen zijn logement te
Pressigny, om aga intrek te nemen op de boer
derij ? waar hij zijn kost ruim betaalde en
nog nooit had luj. zich zoo gelukkig gevoeld
als op dit stille verborgen plekje, waar hij het
zelfde leven leidde als Thérèse.
Zij was de ziel van de Joubardière. Zij hield
op alles het oog en werkte mee als de beste.
Vroolijk, gezond en sterk, vervulde zij de oude
boerderij met een geur van jeugd en gezellig
heid. Haar pleegouders, die al hun kinderen
vroeg verloren hadden, beminden haar alsof
zij hun eigen dochter was. Zij vergoodden haar
byua en lieten zich te des gemakkelijker door
haar lelden, omdat zij telkens ondervonden
hoe haar helder inzicht en goede raad den
bloei der boerderij deden toenemen. Hoe meer
Etienne Thérèse in haar dagelijksch leven gade
sloeg, hoe beter hij haar leerde kennen en
verstaan.
In den eersten tijd van zijn verblijf te
Preasigny, had hjj haar diep beklaagd, omdat zg,
aan den omgang met de betrekkelijk beschaafde
burgers van Saint-Clémentin gewend, nu boeren
werk moest doen en samenleven met onont
wikkelde menschen. De vooroordeelen, die luj
van kind af aan gekoesterd had, deden hem
die verandering als een soorfc van vernedering
beschouwen; maar toen hij de dingen wat meer
van nabij bekeek, begon hij al spoedig zijn
dwaling in' te zien. ? Thérèse was niet uit
haar stand gerukt, maar eenvoudig terug ge
keerd tot den kring, waarin zij thuis hoorde.
In het klooster en in haars viders huis had
zij zich nooit recht op haar gemak gevoeld.
Haar onafhankelijk karakter en haar behoefte
aan werkzaamheid en beweging hadden gemaakt
dat de dames te Saint-Clémentin .haar als een
halve wilde beschouwden.
(Wordt