Historisch Archief 1877-1940
V O O B N E D E-R Ir A'N D.
in afwachting van eene wet tot regeling van
het zeevaaitkuadig onderwijs.
De staat mocht, zoo noodig, nog in zijn
meenïng, dat het tijd werd de hand aan het
Salisbury preken; Birmarck Andrassy; "Wil- g«as de liberale dagbladen hoorden boeren en
helm en Alesander zagen elkaar te Alexan- j burger*, zelfs kinderen, niets liuver dan deze
drowo, Bismarck kvram te Weeaea, Cairoli en verklaring.
von Haymerle hadden een onderhoud, zeer; BelgiëTertoont aan de wereld het bekende
werk te slaan, versterkt worden door het rap- eordïaal van karakter" en nu. spreekt men' schouwspel, de .oude geschiedenis die steeds
port dief rïjks-examen-lrömmissie. Immers, gij \ schier van niets anders dan van een,bezoek: nieuw is van den strijd tusschen kerk en
sprak een zeer ongunstig oordeel uit .over de j door den grijzen Gortschakoff bij den -ouden , staat. De hoogere geestelijkheid doet wat zij
resultaten bij de examens verkregen en drong Bismarck af te leggen. ' ' .,;ka» om de uitvoering dei' onderwijswet tegen
? ' " Of het daartoe wezenlijk komen zal, weet te werken. Yoorloopïg weet, men niet met welk
^n niet, Het wordt verzekerd en tegenge- j gevolg. Wel is de banbliksem tegen de aan de
op de wensehelijklieid van een wet tot regeling
van het zeevaartkundig onderwijs aan.
Doch het is de oude geschiedenis. ,
Aan de behoefte twijfelt men niet, met
de vervulling der behoefte wacht men tot
uitstel onder den drang der omstandigheden
niet nieer mogelijk is. Al ziet mea het kalf
?aaa den rand van den put, men draalt met
te dempen totdat het zija offer heeft gevraagd.
Het is niet meer dan de plicht van
den-.nederlaadschea Staat te zorgen,, dat het'onder
wijs voor zeeliedea niet het aitst-ekeadste wat
andere lande» aanbiedea we.dijvere, opdat de
goede naam van den vaderlandschea zeemaa
geea schade .lijdéea de reederijea niet ge
dwongen worden in -het buitenlaad de gezag
voerders te zoeken die 2Ïj "noodig hebben.
Met hoe grooten bijval wij echter dit adres
begroeten, wij meenen, dat er ia het amst
rdamsche verzoekschrift eea argument voor
komt dat men in het rotterdamsehe niet aan
treft, en ook miader ter zake doet
Dat het gebrekkig zeevaartkundig onder
wijs een "oorzaak van verval onzer
scheepvaartbewegiag is, zou men moeilijk kunnea
aantooaea.
Wel kan men beweren dat het, au de scheep
vaart in de laatste .jaren een nieuwe richting
heeft geaomea, Haar herleving zou kuahea ia
dea weg staan. Doch de oorzaak dat het getal
der jongelieden, hetwelk, zich aan de zeevaart
wijdt, met het jaar afneemt, ligt niet in het
gebreVkig onderwijs, en evenmin wordt door
het laatste het Verschijnsel verklaard, dat het
gehalte der stuurlieden
schèn overlaat.
sproken. Doch de mogelijkheid vaa'zulk- een | wet gehoorzame onderwijzers geslingerd, doch
ontmoeting schijnt algeïceen aangenomen te
In de gemeenteraadszitting, verleden Woens
dag, 'werd een voordracht "behandeld die een
warm debat ten gevolge had.
Ze betrof het bouwen van een physisch la
het ia de vraag of deze bliksem schicht brandiboratomua , waarvan de kosten geraamd
werzal stichten. De liberalen beijveren zich in de ? den op 90.000 gld.
verdediging der nieuwe wet, en trachten zich In n opzicht heerschte er een
merkwaarRusland en Italiëzien. beiden met jaloersch- ? op den tegenstand der kerkelijken te wreken, dige overeenstemming in de vergadering. Ieder
beid de overeenstemming die tusschen Duitsch-[ door te' dreigen met. afschaffing van het ge- begreep, dat nu wij eenmaal de Universiteit
land en Oostenrijk heerscht., Natuurlijk, een j zantschap by het Yatifcaao en intrekking der bezitten', aan de behoefte van het Hooger
Onworden, de wenschelijkheid er van wórdt niet
betwist.
krachtig Oostenrijk, is voor beide staten eeri g'ru- (jaarwedden, die de staat den geestelijken
toewel, en als. Bismarck; en'Andrassy of Haymerle j legt,
niet eensgezind zijn is Oostenrijk zwak. Want j De sultan héft zich weder bezig gehouden
als dese staat op zijn eigen beenen moet staan^met de overdenking der financiën van zijn'
ontwankelt hij.
' Rusland, begrijpt, dat al wat hij Duitschlandj heeft. Z. - M. den/wensch
aan vriendschap weigert, dit zijn mededinger j A'leko, den gouverneur van
reddèrd rijk. De geldnood is drukkend. Voorts
te kennen gegeven
aan den Balkan ten goede komt, en het is te j zetten, dodi
denken, dat met of zonder een ontmoeting van | daarmee 'niet
Oost-Kumelie, af te
de. mogendheden kunnen zich
vereenigen. Yan de
greasscheiGortschakoff en Bismarck te Berlijn, het twee-, diags-kwestie dat wil zeggen van zijn, weerzin
keizersbond weer tot een vernieuwing van het om aan Griekenland een deel van zijn
grondsteeds meer te
wendrie-keizersbond aal leiden, voor zoolang noo
dig zeer hartelijk van karakter." .
Of Bismarck hoofdzakelijk
etaathuislioudkundige belangea te "Weenen besproken, en zoo niet
gebied weg te schenk'en verneemt 'men weder
Weinig of niets. .
De nederlaag der Rassen in Azië, bij een
gevecht met de Tnrkomannen, waarin men te
derwijs voldaan .behoort te wolden: men. er
kende het: een physisch laboratorium is noodig.
De meeningen echter verschilden omtrent
de plaats waar zulk gebouw te stichten, en
over de noodzakelijkheid om nu reeds een
afzonderlijk gebouw tot het geraamde bedrag
daartoe in het 'aanzijn te roepen.
De heer Gosscbalk achtte het niet
wenschelijk thans reeds tot de uitgaaf van 90,000 gld.
voor het stichten van zulk een gebouw over
Hij vond het beter te wachten tot
szins ^ekerheid had, dat de
"Omverte gaan.
mea eenk
Doeh wij achten het zeerwei mogelijk, zelfs j
waarschijnlijk dat de Staat, inziende 'de be
langrijke voordeelen die de medische faculteit/
van Amsterdam voor het land afwerpt, in zijn./
welbegrepen belang zich eenmaal de
behoeftenonzer Universiteit aantrekt en een zoo schoone
inrichting, als hier uit gemeentefondsen werd,.
gesticht, een flnaacieelea steun jverleent, op,-.,
dat .de behoorlijke verpleging van deze vóór-,
stad en land onmisbare inrichting niet boven
de krachten der gemeente ga, of (.en gevolge,
van liet beperkte vermogen der gemeente
schade lijde.
Daarom gelooven, wij dat de Baad der ge-,
meente verstandig handelt door op oabekrom-,
'pen wijs allereerst die fakulteit te helpen, die
bewezen heeft levensvatbaarheid te bezitten,,
bepaald ook in het belang des lands onmis
baar te zijn, en voor de andere'fakulteiten
pf voor de Universiteit in 't aigemeen alleen
de meest onontbeerlijke uitgaven toe te staan.
Op die wijs schijnt ons het behoud der Uni
versiteit, die wy niet gaarne zouden missen,
het beat gewaarborgd.
Een physisch laboratorium moet verrijzen.
Een gebouw dat noodzakelijker wijs op zich
zelf moet staan, geïsoleerd en voor-de
zonnerstralen toegankelijk, kan opgericht worden,
zonder dat het op latere bouwplannen eenigen
siteit door een grooter aantal studenten dan ! invloed uitoefent.
nu bezocht werd. Tot zoo lang meende hij] Zoo. verschillen wij in gevoelen met den heer
uitsluitend besproken, althans bedoeld heeft, kan ! Simla idch verleden week zoo bovenmate'ver-j.huis gevestigd worden.
kon het physisch laboratorium wel in Let
armHeide daadzakea bewijzen alleea, dat de han
del en scheepvaart kwijnen en men mitsdien
twijfelt, dat de laatste tot een goed middel
van bestaan kaa leiden. i
Doch de adressanten,' het .verleden latende
voor hetgeen het is, mogen op de toekomst wij
zen en als zij dat doea zijn zij sterk. Een ver
betering in dea toestand van handel en
scheepvaai-t staat misschien voor de deur. Uit Amerika
komea goede voorteekenen. Nu zal Nederland
zich die betere toekomst, als zij aanbreekt, ten
nutte moetea maken en dat is onmogelijk zon
der het bezit van eea flink korps zeelieden, die
in staat zijn als gezagvoerders op te tredea.
De aederlaadsche reederijen, die haar schepe»
naar andere oorden zullen moeten zenden
dan tot aog toe meestal het geval was
om nieuwen relaties aan te knoopea, zullen
alleea slagen, als zij hun bodems kunnen toe
vertrouwen aan mannen die ontwikkeld genoeg
zijn om. zelf mede de wegen te ontdekken,
die zij in b.et belang hunner patroons hebben'
in te hlaan. Yan hen wordt oneindig veel meer
geveigcl dan van de oude Oost-Indievaarders,
die een tamelijk rustig beurtveer tusschea Ne
derland en Indiëonderhielden:
Daarom is juist nu, eea zeevaartschool, in
gericht aaar de eischen des tijds, een behoefte.
De Staat wete hier xoüd te zijn, in. de hoo'p
van later rijk'te kunnen oogsten. In ieder ge
val de handelsvlag. heeft aiet "minder recht op
zijn sympathie daa.de oorlogsvlag
eenkrulmeltje van het budget voor Marine. zou reeds
genoeg zijn.
raen thans niet zeggen. Dat een vriendschap
pelijke verhpuding tusschen beide statea,. wier;
industrie en handel zoo vél belangen gemeen
aebbsn, ? gewenscht is, wil Dvdtschlaiid .niet op
eens al de nadeelige gevolgen der nieuwe tarief
wetten ondervinden, laat zich hoorea. In Ok
tober komen - oostenrijksche gedelegeerden
daartoe te "Berlijn in kommissie bijeea. De
duitsche Kijkskaaselier zou, zegt men, zich
hebben verklaard voor vermindering
vaarech'tea op voorwerpen,, die ter verdere bearbeiding
worden uitgevoerd om veredeld terug te
keerea. 't Is mogelijk, doch ter wille van de duitsche
industrie zullen een groot aantal bepalingea ge
maakt moeten worden, die Oostenrijk tegenover
andere staten bêvoordeelen. En hoe
deprotektionistea daarover zullen oprdeelen, wier koorn
thans zoo heerlijk bloeit, laat zich afleiden uit
deresolatiëndie zij op hun vergadering genomen
hebben, waarbij zij o. a. verklaarden-, dat- er
heugde, schijnt niet zoo ernstig geweest te zijn.
als de engelsche telegrammen deden vermoe
den. Althans de regeering1 te Petersburg vond
er geen bezwaar in .van een schitterende over
winning gewag te maken. 20,000 of 30,000
Turkomannen werden door een deel der russische
legermacht 'uit hun sterkte verdreven en op
de vlucht gejaagd.
Tri Spanje doen zich teekenen voor van een
ontkiemende revolutie. De gematigde republi
keinen willen ditmaal buiten de kroon om het
?van naburen sprake
land redden.
Naar. Guba worden steeds troepen gezonden.
DO Minister van Waterstaat, Handel en
KijGossehalk, waar hij zulk een laboratorium, op
De
gevaar af' van het onvoldoend in te richten,elders
onder dak wiL brengen.. Doch wat het beginsel
Universiteit is voor Raad en gemeente j zijner oppositie betreft, zijn wij het met hem
een teedere kwestie. Misleid door minder
juiste berekeningen werd indertijd de her
schepping van liet Athaaaeum in eene Uni
versiteit met vreugde begroet. Doch toen het
voorrecht, waarnaar 'men gestreefd had, een
maal verworven was, kwamen de bezwaren
van geldelijken aard, die natuurlijk dubbel
wegen nu Amsterdam in een periode van geld
gebrek komt te verkeeren.
eens. Ook wij gelooven, dat het oogenblik niet
gekomen is om gebouwen in te richten voor
de Universiteit in het algemeen, voor de biblio
theek en wat dies meer zij.
In difc opzicht is geduld, hoe moeilijk het
ook te oefenen valt, noodig, Noodig, zullen wij
niet naar de wijae onzer vaderen, wij zeggen
niet voorvaderen uit onverstandige
zuinigheid allerlei gebouwen vertimmeren, waarin
het gedruisch van den hamer periodiek terug
keert, totdat zij Ba veel geld verslonden te
hebben, ondoelroatig blijken te.zijn. Noodig
bovenal opdat in dezen tijd van financieele
moeilijkheid de afkeer van e.en groot dee
,,der Amsterdam echo burgerij jegens. Minerva
verheid heeft zijne goedkeuring gehecht aan ; kunnen bevroeden wat zij aanvaardde,-toen j niet in verontrustende mate toeneme en er
het plan voor. de werken, die benoodigd zijn '- haar het recht tot het stichten der Universiteit; een beweging tegen het Hooger Onderwijs
De iï'ejjduiaeriden, waarvan men gesproken
had, werden /iow^er^duizeadea en de tegen- !
stand bleef niet uit.
1fc Spreekt van zelf, had de Raad van'Am-.
sterdam, behoorlijk toegerust met gegevens
Het drie-keizersbond doet weder meer van
zich spreken, nu het begint te blijken dat er
op dit oogerjblifc slechts een twee-keizersboad
bestaat. Alles is piet duidelijk, maar uit de
bewegingen van het diplomatisch heir valt het,
een en ander af te leiden. De kanseliers en
ministers van buitenla-ndsche zaken hebben
het in dezen nazomer buitengewoon druk ge
had en -nog zijn ze niet aan 't eind hunner
uitstapjes en .ontmoetingen. Waddington moest
van geen begunstiging
mocht zija.
'De Afghanen die liet Engeland lastig maken,
leveren der oppositie in het koningrijk scherpe belast.
wapenen. Ia menige vergadering wordt de
buitealandsehe staatkunde van. BeacoEsfield c. s.
hevig gegispt.
Gelukkig voor het kabinet, dat aan het roer
staat, beschikken de Engelschen ia Indiëover
uitmuntende .bevelhebbers en laat het zich
aanzien, dat de voortvarende Roberts, die
reeds naar Kaboel oprukte, spoedig den op
stand zal" dempen. Wel Verdwijnen daarmee niet
de bezwaren aan een voortdurende bezetting
van des Emirs land en hoofdstad verbonden,
maar de schijn is' dan .minder sterk tegen
Lytton en ?ijn grafelijken vriend. De Emir
stelde zich-,'in verbinding met het
eugelschindisch leger en beloofde zïja roofzuchtige be
schermers alle hulp. Inmiddels kwam het be
richt, dat vier -turkomanische regimenten zich
bij de opstandelingen hebben aangesloten.
Uit Pruisgeu verschijnen op trage wijs de
berichten omtrent 'den uitslag der verkiezin
gen voor den Landdag. Het blijkt dat de
liberalen de verliezende- partij zijn. Zij wer
den o. a. te Keulen overwonnen door de
ultramontanen eii konserratieven.
Manteüffel nam op l Okt. zijn plaats als
stadhouder van ? Elaas-Lotharingen in.' Hij
sprak bij die gelegenheid slechts enkele woor
den, en drukte de hoop uit, dat God zijn ar
beid mocht zegenen.
In Frankrijk hielden de vrienden van
Chainbord maaltijden ter eere van diens geboorte
dag. Den stijl van Victor Hugo versmaadde de
voor .het medegebruik van den Oosterspoorweg ' werd verleend, zij zou zich ernstig hebben be
te Amsterdam, ten behoeve der &hijn- en dacht, misschien ten slotte het geschenk niet
Staa-tssp oor wegen. Met de uitvoering dier wer- _ hebben aangenomen.
ken is de Holl. Ijzeren Spoorweg-Maatschappij
: De inlichtingen van dea Minister
nenlaadsche Zaken door de Tweede Kamer
gewaagd omtrent de kiezerslijst te Harmelen
zijn bij de Kamer ingekomen.
Doch gedane zaken nemen geen keer. Het is
op dit oogenblik slechts de vraag: hoe zullen
wij van de Universiteit voor Amsterdam op de
i beste wijs de vruchten plukken?
van Bin- En dan ligt het antwoord voor de hand.
Zeker niet door dat gedeelte er van te ver
woordvoerders bij. het
heïldrohken niet. Dit
uitspreken van
is echter het eenise
De dagbladen bevatten:
Handelsblad: 'Licht en duisternis. Een,
pogintïtot concessie in verkeerde richting. Het
ministerie en .de onderwijswet. De mdische
financiën,
Vaderland: Klachten in. Indië. Het a
nisteriéen het adresdebat.
Nieuws van den Dag: De minister van finan
ciën over het vrijhandelstelsel.
Hott. NietttvsUad: Een openbaar ministerie.
De Standaard: Yerzekert onderwijs 's volks
toekomst ?
De G-ids van Oktober bevat een opstel van
den heer P-N- Muller over de konsulaire
versla<ren, onder den titel: Verre ffandelswienden:
Het Oktober-nommer van de Tijdspiegel bevat
o.-a. J- Domela Nieawenhuis, Sociale studiën!;
Nooraïan, Geschiedenis van den dag- Eenebij
drage tot de geschiedenis der .Gro
dwetslierontsta, die gevaarlijker, voor
den" bloei der Universiteit is,
van zekere lokalen.
het behoud en
dan het gemis .
wat zij vaa de republikeinen leenen wülén. In
middels heeft Ferry zijn reis door de depar
tementen voortgezet en overal' luide verkon
digd, dat art. 7 der onderwijswet, zoo fel door
de ultramontanen en Jules Simon bestreden,
het zwaartepunt van dat ontwerp is.
Volhim ziening. (De .geschiedenis der
zeven-en-twintig ontwerpen van wet tot herziening der
Grondwet in 1847?48, toegelicht door mr.
A. J- Graaf van Ra-ndvrijek)-, onze iftütaire bij
eenkomsten dó°or een plattelander VIL
J)e. Vragen des Tijds: Een
ir. Yeegens.'
grafschrift, door
waarloozeïi wat de meeste kans van slagen heef!:.
Of de andere fakulteiten op dea duur levens
vatbaarheid zullen toonea te bezïttea, mag
men tot dusver een kwestie achten. De medische
heeft dat zeker. Geea stad ia oas land biedt
zulk een materiaal voor het oaderwijs ie de
geneeskunde aan als Amsterdam. Tot heden
is dan ook die fakulteit de eenige die een
groot aantal studenten lokt.
Het is zeker niet te deaken, dat het Rijk op
den. duur drie akademies zal handhaven. En
men raag er zich over verwonderen dat in onze
dagen, au voor allerlei hoogstnoodzakelijke
uitgaven de gelden aiet te vinden zijn, de
Staat met alle mogelijke kalmte zijn geldver
spilling blijft voortzetten, door in oas land,
aa&st een gemeente Universiteit, drie akademies
te voedea, waar ea reeds voldoende zou zijn.
Eenmaal zal het, er toe moeten komen, dat
de Staat met ernst aan bezuiniging gaat den
ken, niet slechts gelijk tot dusverre op noodige,
maar ook op niet bepaald noodige uitgaven,
en dat te eer, daar even goed voor het Hoo
ger Onderwijs als voor alle andere zaken, de
spreuk geldt: dat eendracht macht maakt.
Of de tijd zal aanbreken, waarop de andere
fakulteiten aaa onze Universiteit, gelijk de
medische tot bloei zullen geraken, kan men
niet voorspellen, het is te h,op^n, doch niet
zeker. Want wat de medische, in een stad als
Amsterdam, vóór heeft: de hulpmiddelen,, mis
sen iuist hier de andere fakulteiten, aangezien
bibliotheekea en laboratoria in den loop der
tijden en onder Staatszorg elders minder on
volledig en gebrekkig werden dau zij hier zijn.
| en vrij langen tijd zullen blijven..
Wij ziea zeer1 goed in dat velen, vooral zij._
die rechtstreeks bij een uitstekende inrichting
onzer Universiteit belang hebbea, zich moei
lijk zullen kunnen neerleggen bij dezen raad.
Voor. hen de verzekering, dat wij niets
lieverzouden zien dan onzeakademie intoenemeuden
vooruitgang. Men moet echter rekening hou
den met den toestand, .waaria, wij verkeeren..
En het is een daadzaak dat. bij het klimmen.
der lasten, die de burgerij heeft opvte bren-'.
gen, er nog eenige tijd zal moeten verloopenj
eer de meerderheid behoefte' gevoelt om -mét
een zweem van fierheid te getmigen: Ziedaar
ons Universiteitsgebouw!
Over de plaats waar het physisch laborato
rium zal opgericht worden, werd nog geen
beslissing genomen- De heer Schmite wenscht
dat liet bij de Muiderpoort gebouwd zal worden.
Zeker is het onmogelijk alle bestaande akadè- '.
miscbe iarichtiügea op eens te verplaatsen.
We weten nu dat er een. nieuw gasthuis moét
komen, een physisch laboratorium, een biblio
theek-, een universiteitsgebouw, enz,; zou het nu'
niet raadzaam zijn, als men uitgaat van de
meening, dat onze Universiteit een toekomst
heeft, een'vast plan voor ons quartier-latin te
ontwerpen en zulk een plaats te kieaen, waar
men later andere inrichtingen in de nabijheid
kan zien verrijzen. Zouden b.v. bij het nieuwe
Rijksmuseum niet. gronden daarvoor beschik
baar gehouden kunnen worden ? Men heeft
door de benoeming van eea. hoogleeraar in
de aesthetica trecht erkend dat kunst en we
tenschap bij elkaar behooren.
Moeten we ook .nu de bestaande wanorde
in de hand werken, of wordt het tijd allereerst1
de lijnen vast te stellen, die men heeft te vol
gen om in de toekomst tot een beteren toestand
te eeraken?
zweeg hij en drukie het door de' zon ge
bruinde handje aan zijn lippen'. Tot weer
ziens! riep hij plotseling, en Het haar wel
eenigszins uit het veld geslagen staan, terwijl
h§zich met snelle schreden verwijderde, ? in de
richting van Pressigny. i..
Den volgenden middag liep Jiij in zijn ate
lier op en neer, en verschikte de verschillende
studies, die tegen den wand geleund, stonden,
toen er zacht aan zijn deur geklopt werd. Hij
gaf antwoord en Martin Brossard trad binnen.
Eindelijk vind ik n dan eens thuis, mijn
heer de schüder! riep deze op eenigszins
spottenden. toon... Ik heb van de week
tweedriemaal mijn-hoofd gestooten .tegen' uw deur,
toaar .de vogel was gevlogen... Waar zit gij
toch altijd?
Ik ben acht dagen te Joubardière geweest,
en heb veel geteekend.
Naar de natunr zeker? vroeg Martin met
een dubbelzinnig lachje.
Ja, hernam Etienne; maat waarom lacht
gij ? ... Ik heb buiten allerlei studies gemaakt
ea ben nog al ingenomen met mijn werk.
Dat; wil ik wel gelooven met zulk een
Biodel! ,
Hoezoo? Wat bedoelt ge? .
Niets, niets, dat weet ik zelf wel!... .Gij
hebt mij heet willen nemen, mannetje, maar
papa Martin laat zich geen knollen voor ci
troenen verkoopen. Hij kwani dicht bij
Etienne staan, greep zija hand en schudde die
met komische deftigheid: Ik maak u mijn
compliment, ondeugd! fluisterde hij :hem in, zij
is om te stelen, die kleine" van Joub'ardière.
Etienne'was vuurrood geworden.
Wat beteekent dat, 'stotterde hy, over
wie spreekt gij?
Over wie?... Niet over moeder Baillargeau
natuurlijk.
Mijnheer Brossard, pas op, gij gaat te ver!
-?Kom, kom, niet boos worden, zei Martin
op luchtigen toon, terwy'l hij zijn hand op
Etiermefs schouder legde; uw achterhoudend
heid is het, die te ver gaatl Gij'kunt mij ge
rust in uw kaarten laten kijken, oude joiigen..,
Heb ik zooveel complimenten gemaakt, voor
dat ik bekennen wou dat de dame hier
tegeaover mijn lidle was?
Maar dat is al te erg!... riep Etienne,
wiens geduld ten einde'liep, denkt ge misschien
dat Ml'" Thérèse....
Uw liefje .is ? ... Zeker denk ik dat, en
wat steekt daar voor kwaad ia ?... Maar als
het eea staatsgeheim is, voegde hij er lachend
bij, terwijl hij op zija hielen roaddraaide, als
bet een staatsgeheim is, spreken wij er niet
verder over!.... Ik moet u echter waarschu
wen dat' het Ie secret de PolicMnelle is...
Heel Pressigny weet het, en acht dagen gele
den hebben de 'dames Duvigneau het mij al
verteld. ;
Dan hebben, si) gelogen.. - Het is een laf,
boosaardig verzinsel^ anders-niet!
Neem mij niet kwalijk, maar als het een
leugea is, daji hebt gij er toch allen schijn, van
waarheid aan gegevea ... Ia de eerste plaats
hebt gij mij] dien avoad, tosn wij te Joubar
dière geweest zija, voor dea gek gehouden. . .
Gij kendet hét juffertje toen al laag,, men zegt
zelfs dat gij jenkel met het doel om haar weer
te zien, te Pressigny gekomen, zijt.,.
Yervol'geas hebt gi| de kamers van Miaique gehuurd,
en' nauwlijksj zijt gij .er, of gij'gaat naar de
boerderij van* Baillairgeau, en brengt er dagen
en weken door met het mooie meisje, t kan
doen wat zij wil,. . Een heilige zult gij ook
wel aiet zija, ea dus.. ,
Zwijg, riep Etienne woedend, Mlle
Desroches is een fatsoenlijk meisje, waar ik hoog
tegen opzie, ea ik verzoek u om dat te zeggen
aan degenen die haar belasteren.
*?Dat wil ik met plezier doen, hernam de
andere knorrig, terwijl hij de schouders op
trok; ik, zal het van de daken verkondigen
.als gij dat wilt.... Maar geen mensch zal het
gelooven! Wordt gij nu al weer boos? Gij zijt
vervelend van daag... Adieu ik groet u!
Hij verliet de kamer en terwijl zijn-zware,
regelmatige stap' de trappen deed kraken,
hoorde Eüeane hem neuriën:
HTïet s mij niet om dea.'dans te doen
Maar om mijn aardig liefje,
En als k haïa- onder de hand eens zoen,
Dan lacht het faartediefje. ,
En dan praten' wij samen heel zoetjes,.
Heel zoetjes... Heel zoetjes!..."
Etienne bleef 'onbewegelijk midden in de
kamer staan; hij beet zich op de lippen en
frommelde een stuk teekenpapier in elkaader.
Wat Martin Brossard gezegd had, was waar.
In de oogen van de measchea in 't kleine
stadje, die zoo dol waren op eea scKaadaaltje,
en 'de diagen alleen aaar dea schijn beoordeel
den, moest zijn verblijf te Pressigny wel een
voorwendsel zijn om Thérèse terug te aiea.
Ziju herhaalde bezoeken op de boerderij .hadden
de praatjes nieuw voedsel gegevea/ ea de dames
'Duvigaeau zoudea wel haar best gedaan heb
bén om' ze zooveel mogelijk te verspreiden.
Door zija1 schuld dus was Thérèses
oabesproken naam nu op aller lippen. Het scheen wel
of hij veroordeeld was om het jonge meisje ia
moeielijkhede'n te brengen, zoo dikwijls hij haar
ontmoette! Ditmaal echter kon hij goedmaken
wat hij onwillens bedorven had. Hij keek op
zijn horloge, het was pas vier uur en hij kon
nog voor den avoad Joubardière bereiken.
Zonder zich te bekommeren, oni de glurende
blikken van Martin Brossard,. die voor het
open Yenster zat te rooken, sloeg hij den weg
naar 'de boerderij ia. Daar aankomende hoorde
hij dat Thérèse vader Baillargeau hielp aard
appelen rooien op een veld aan den zoom van
het bosch gelegen.
Haastig "begaf bij zich derwaarts, en kreeg
weldra Thérèse in het oog; zij was bezig om
een mand aardappelen in een reeds half
gevulden zak te schudden. Haar profiel teekende
.zich scherp af tegen den achtergroad van donkere
denaea, en de avondwind speelde met het los
omgeslagen, witte doekje. Etienne kwam recht
op haar af. Verrast en eenigszins verlegen keek
zij op, en de geironste wenkbrauwen gaven iets
strengs aan haar mooi gezichtje.
Wat, zijt gij daar? sprak zij, wij haddea
u van daag aiet meer gewacht.
Ik ben teruggekomen, zei Etienne even
ophoudeade om adem te scheppen, ik bea enkel
teruggekomen om iets te zeggen, dat ik
gisterèa niet durfde en dat gij toch weten moet....
Hebt gij tijd om even naar mij te luis
teren?
Ik luister, sprak zij, terwijl zij dea mand
op dea grond Het vallen, en met de haad op
dea gevuldea zak leaade, wat is er?
? Thérèse, vervolgde de jonge man, herin
nert gij a dien regendag nog, lang geleden,
toea wij samen schuilden .in die hut bij den
watermolen ?
Zij knikte toestemmend. Ach ja, -zuchtte
zij, die dag is te droevig voor mij geëindigd
om hem obit te kunaen vergeten.
Ea herinnert gij u ook ons gesprek nog
in dat armoedige kamerlvje?... Wij vonden dat
alles er' even somber en akelig uitzag, en toch
zei ik dat ik daar gelukkig zou kunnen leven
met u.
Ja, dat weet ik ook nog, vervolgde zij,
de oogea aederslaaade.
Thérèse, ik denk er aog eyeazoo over....
ik bea nu even arm als de bewoaers vaa die
hut, en ik kom u vragen of ge mijn vrouw wilt
worden, om als eenvoudige boerenmeaschen
met elkander te leven.
Thérèse ontroerde; werlctmgelïjk speelde zij
met de zanderige aardappels en keekhetn aan:
Gij vergeet, sprak zij, dat mija toestand ver
anderd is, terwijl gij dezelfde gebleven zijt;
wij nebben andere gewoonten, andere manie
ren ea levensbeschouwingen. Er zou een dag
kunnen komen waarop gij u over mij
schaamdet.... Neen, neen, flat nooit'.
Ea waarom zou ik mij over u schamen?
Omdat gij werkt? Ledigheid alleen is schande,
Th-érèse. Gij hebt een groot en. goed hart, een
helder verstand, dat zijn de eigenschappen die
eea man verlangt in zijn vrouw.
Ja, fluisterde zij, terwijl zij op nieuw het
hoofd boog; maar die vrouw moet haar man
ten minste eea onbesproken naam kuaaea
meebrengen, die haar deugdelijk toebehoort... En...
ik moet het u zeggen, hoe zwaar het mij ook
valt,- ik heb mijn moeder... Haar geschiedenis
kent gij, niet waar?
. (Wordt vervolgt.)