De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 19 oktober pagina 3

19 oktober 1879 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

iatBaaa>»B«g^amBi&^ DE AMSTEKÜAMMER, VE E K B L A D V O O B- ÏLE £>, E R L A N B. , ' ordt, en na een eeuw van onverdroten werk|m"beid nog even jeugdig en frhch is als den dag harer geboorte. lïs gevaarlijk geld in bewaring te geren aan de Stad AMSTERDAM I OPENBARE VERGADERING, ZONDAG, 28 OCTOBER E879, des middags l ure precies, ia het Gebouw ' van den tstet ddmsclien Wertcmansbond, Spuistraat ik Katten-gat/ ngdtellenden in het algemeen, maar ÜDERS.VAN SPAARBANKBOEKJES in )t bijzonder, worden in hun belang'uitge,K>d, op deze vergadering kennis te nemen p de nonchalante' handeling van da,t Bestuur, n de schadelijke gevolgen voor hen, wie zijn ld daAiaan toevertrouwd. Punten van behandeling: . Aanklacht' tegen genoemd Bestuur. ' j Mtddd ter voorkoming van schade. IL RIS., ' B Het Bestuur van de Spaarbank Is van deze Vergadering kennis gegeven, en wordt in de gelegenheid gesteld zich te verantwoorden. - ? . dekking dei1 kosten 10 cent Entree. Zegt- het voort... ~ Zoo luidt de oproeping, die het vermoeden a, kunnen wettigen, dat het bestuur der laarbank gelden verduisterde, of zich feevoortelde op kosten van den zuiüigen en ijverigen akman, die het zijn penningen toevertrouwt. Men weet wat oorzaak was van dien kreet, honderden schrik zal aanjagen en wantrouwekken, waai' niets dan erkentelijkheid goede zorgen verdiend is: een geschil ,ei het ïRontant dat een der deelhebbers van Bank te vorderen heeft, hetwelk door het ntougerecht, dat zich inkompetent ver klaarde, kon wordea beslist en nu aan de uitspraak in scheidsrechters onderworpen zal wordenMen mo.et al een zeer zonderlinge opvatting u plicliÈ als. raadsman en filantroop heb>n, om o}> zulk een wijs een instelling diö ij azenden .tot zegen verstrekt in opspraak te en^eo, waar da namen van een twintigtal 'S achtenswaardigste ingezetenen, die het beimr uitmaken, een meer dan voldoend bewijs .n üolidiieit en eerlijkheid zijn. -Jïet byzonderen -nadruk vestigen wij de aanieht vai> het publiek op een. buitengewoon! mot, dat het deze week wacht: de eerste op-1 mug \ ^n Eomeo en Julia namentlijk door! [e art-isten der vereeniging: Het Nederlandsch; oneel. De teedere en droeve liefdesg'eschiede- f s van KOHBO en JÜLIA, beider-tragische dood, Ï :e && elf ken moest om twee vijandelijke staia-j .uizen te verzoenen, zullen^ goed voorgesteld hofen -SUJ, niet nalaten diepen indruk te maken.' :De opvoering van genoemd treurspel is eep liffaie taak.-Alle rollen moeten goed doordacht ; ga, willen zij tot hun.recht komen. Deaktrice n re- JUIIA vertolkt, moet laten zien hoede slui- i Heiende reine maagdelijke liefde ontwaakt,! =1 be ^ erheven het is' als een maagd zich met kt en ziel aan haar' geliefde geeft; zij moet let publiek het samensmelten van twee zielen'' genieten geven zonder een oogenblik .ümenteel. te ' worden, en den overgang tot | ,ouw doeii gevoelen. Als dé liefde de hoogste ahgheid deelachtig is, -korat-air in strijd met ufet bestaande, met de ruwe werkelijkheid, onop onheil treft haar-,. . de aktriee heeft ,n te toonen, dat de liefde van Julia h'eroïk fordt, dat zij als mensch grooter wordt, naara late dp rampen haar treffen... . .en met vasteiadenheïd den dood te. geracet gaat. e i Niet minder zwaar en schoon is de rol van i tomeo. De akteur die in'deze rol optreedt, c loet van bmtengewonen aanleg zijn om al de if beielijkheden te overwinnen, waartoe datka« iakter aanleiding geeft. li :En 200 is het met alle rollen. En de voed\ ter, én de dartele Mercutio, én Tyb'alt, én Paï as, én de Torst, én de Monnik, ja, zelfs het yne JOÜetje van den apotheker moeten goed .001 dacht zijn om tot hun recht te komen. Bij sifte opvoeiing van Romeo en Julia zal blijken ue denkende kunstenaars. Kïjn, ^of wie tot de. onverschilligen behoorer, die te groot voor het kleine en te klem voor het groote zijn. Hier helpt geen deklameerea, geen valsch gevoel; Iner zijn natuur en waaraoid aan liet woord. laderdaad wordt deze voorstelling met be langstelling te gemoet gezien. Op tooneelgebied is het een gewichtige gebeurtenis. Wij verne men met bijaonder genoegen; dat de vereeni ging, trots alle vroegere verkrachting, hetzij die door Hollanders, Duitschers of Italianen geschiedde, gebroken heeft met de traditie en het bal, dat de gewichtigste scène in Romeo en Jtylia is, behouden heeft. Yerder'ïs het goed van haar gezien om het stuk niet te doen eindigen met den dood van beide-geliefdeu, maar met de verzoening van beide vijandelijke huizen. . \ Ds voorstelling wordt dubbel belangwekkend daar de rol van Julia door Mej. JÓSEPHINE DB G-BOOT, zal vervuld worden; de heer LOUIS BOUWMEESTER, l'eufant gaté van het publiek als .Romeo, Mevrouw STOETZ, de onver bete rlijk'e oude, sla De Voedster. zal optreden. Mijnheer 'de Eedakteur! Uw to oneel-recensent had volkomen gelijk, toen hij ia het vorige nummer van. dit .week blad de uitvoering van Vrouwen-Studenten, door de vereeniging _ïïö£ Nederlandsck Tooneel, buitengewoon goed noemde, al hadde' hij stel lig beter gedaan de mededeelingen, dat de dames Poolman en van 'BiQD.ea_aUerliefst waren en de jonge dames Touia Poolman ren A. Sablairolles er aller snoeper igst uitzagen, weg te laten, omdat wij-zulke confidenties eer ver wachten zouden uit den mond van eenige jonge heeren bij j;Kras" of Tan eenige oude lieeren in ?Bqetrina," dan in de kolommen van een nieuwsblad, dat met. ijver de belangen van de kunst pleegt voor te staan, en dan ook ineen tooneelverslag.het spel der tooneelisten alleen aan hare eischen te toetsen heeft. 1) Evenmin als uw criticus zal ik onderzoeken, of Vrouwen-Studenten een goed gebouwd blij spel zij ? ik ben er heen gegaan om mij te ver maken, en ik heb .er mij kostelijk vermaakt. Maar ik wensclï op iets te v/ijzen wat mij bij de voorstelling toch gehinderd heeft, en dat is de slechte vertaling van het stuk. De titel zelf is zoo houterig mogelijk, en vormt dus een goeden tegenhanger van de indertijd vertoonde Sckjjngoed'&n. Waarom niet frames die student &y-n, als men volstrekt een anderen titel dan de oorspronkelijke hebben wil? in ieder geval kan Vrouwen-Studewttnniet door den .beugel; verbeeld u een dame die zich zelve VrouwStudent nóemf,. want dat zal het enkelvoud wel moeten zijn!. . ^ ? Maar stappen wij van~ den titel af; onder eene slechte vlag kan wel eene goede lading schuilen, al zien wij het omgekeerde meer ge beuren. Wij bemerken spoedig dat het hier althans niet het geva-lis. Wat al onhollandsche uitdrukkingen! wat al opgeschroefde zinnen! wat al woorden, welke wij nooit in het dagelijksche leven gebruikers en die-dus in een kluchtspel ten eeneiiniale misplaatst zijn! Ik weet wel, dat dit verwijt o,ok andere stukken treft, maar het -is toch niet ongepast juist naar aanleiding van dit stuk den wensch nog eens uit te druk ken, dat er wat meer zorg gedragen worde voor het Hollandsche gewaad, waarin men zulke vreemdelingen kleedt. Ik heb bij de voor stelling allermerkwaardigste dingen gehoord : ik heb van zusterlijke bondgenooten ? b&nd~_ genootschappelyke zusters ware eigenlijk nog fraaier! ? hooren spreken,.van een uitisichi dat geopenbaard -werd -r- kent gy zulke openba.-? ringen?? van lamstmati'ge hinderpalen.... maar- dat is ~ het ergste -nog niet. Kunt gij mij gelooven, Mijnheer de Redacteur, ala ik ü vertel, ' dat er een professor 'op het tooneel geweest is, die ? als ware hij plotseling se cretaris van een gezantschap geworden ? verklaarde, een protokol te gaan stellen, ter wijl hij inderdaad niets anders doen ging ? dan notulen liouden van eëu 'examen ; een pSSfessor, die de nieuwe studenten niet in schreef, maar hen ïmvKatricule&rde? Nog taeer merkwaardigs heb ik ontdekt:'een jong meisje heeft mij verteld voor wie haar eerste. 'arbeid bestemd was.,., er was vaneen paar kousen sprake; ik heb in een gemeenzaam gesprek van Iterlterstraffen gehoord, ik heb twee Hollandsche dames elkaar den naam. van cousine hooren geven; ja, Mijnheer de Eedakteur, ik meen zelfs verstaan te hebben? al hoop ik dat mijne ooren mij toen bedrogen, want waarlijk liet zou te kras geweest zijn ? dat een oude majoor... Ficknk met lezer, van zijn bmidstaat sprak. Minder zonderling was de ui'drukking van eene dame, die zïrh het Tiof liet maken van een luitenant, waarmede ik echter evenmin vrede kan hebben als met de gewoonte om de woor den meer en. meest te gebruiken, waar men de bijvoegelijke naamwoorden zelve in den vergrootenderi of dgn 'bvertreffenden trap behoorde te brengen, een eigenaardigheid,,die, ook hier van meest hardmtykige in plaats van hardnekkigste deed spreken. . Stellig zijn er nog meer taaizonden begaan, doch. ik moét .bekennen dat ik ze mij'niet herinner. Heb medegedeelde is, dunkt mij, reeds voldoende om ..te bewijzen, hoe weinig zorg'er bij het overbrengen van vreemde stukken voor zuiverheid van taal gedragen wordt. Dat be hoort te veranderen. De taal is gan'sch het volk. Zij is hei .stevigste, -bolwerk voor ons volksbestaan. Het tooneel moet de taal ver edelen, niet verbasteren. Dat zij. .vooral het streven van da.vereeniging Het Ned&rlandseh Tooneel, die in haren secretaris een-bekwaam lettel-kundige bezit. En als zij goed voorgaat,. zullen de andere tooneelbesturen goed volgen. Mijnheer' d& Kedakteur, ik dank u voor de mij toegestaüe plaatsruimte. , - ? , Amsterdam, 16 Oct. '79. . GONST. B. 1) De geachte inzender Iiotide ons ten goeïle, dat vrij deze opmerking meer naïf dan juist vinden. Onze ver slaggever gebruikte deze bijvoegelijke naamwoorden na-. tmirlijk om het voorkomen en de houding der.genoonüde' dames als tobaeelspeleressen te prijzen, niet om haar vrouwelijk schoon te roemen. : RED.-(Naar Ging nau-vrlijks' een der onzen henen,. Dan voelt men no"g 't verlies, niet recht, En onder 't oog'.des doods te weenen, Wordt door -de "ontsteltnis ons gntzegd» Zoo' min aan 't droevig zwart der wade, Als aan den sonibren afscheidszang, ~ Kan onae wanhoop zich verzagen, . Verstomd ziju hart en lip voor lang. Men voelt maar half wat zal ontbreken, -Wanneer men in de groeve staart; Yerward weet slechts de> kist te spreken In 't dof geluid' der schoppen aard? Neen, eerst in huis, als onze blikken > Rondom den disch de stoelen? zien, Die men irat meer uiteen ging schikken, Pleegt werklijk nlen. 't vaarwel te biên. F. 'S. K. (Naar Sitlfy Prudhomme.) -Ligt me eenmaal onder de betoovriag, (Die jonge liefde in 't harte sticht, Dan hoedt men vruchtloos die verov'ring, - Zij treedt aan 't licht! Als 't goudj.dat onae hand laat glippen, Weerklinkt de zaligheid' nu. luid1, En roepen blikken,, schreden, lippen: ?Zij mint mij !" uit. Er vaart iets licbis, iets luehtigs tevens, ? Ons als bij stroomen de adren door, ? :Kiets geeft meer leed, het 'pad des levens Is vlak van spoor. ? Tevreden aien ze er uit de zaken, ? Zielsblij betreedt men nu zijn baan, 't Gezicht mag uit de plooi' geraken Door lach en traan. Bestormd door duizend zoete wenschen Zwaait men met 'arm en handen maar, Spreekt in zïchzelv', al-zien de-menschen Yerbaasd ''t misbaar. Men stelt in 't leven weer vertrouwen,, v Men zegent 't wolkenloos «bestaan, ' Zelfs. .. laat men over 't nestje bouwen Al droomen gaan. F. S. E. . ff(KLINKDICHT ) Vaak spreek ik tot mijzelv', Van welken stam zijt gij, Uw ziel Eoekt vruchteloos wat b°oeie of haar bekoore, Vergeefs gedachte of zin, iets wat hun woeling smore^ it Schijnt of 't volmaakt geluk uw recht op aurdezïj. En toch, welk paipdys liet u alt, balling vrij ? Aan welke grootsche zaak- mocht gij ooit toebehooren ? Om hier beneden slechts een valsch. akkoord te hooren, Welk is uw/znïvre toon, uw eigen harmonij ? ? i Wie deelt van'shartea zucht naar een gedroomde stede, "Wie deelt mij de afkomst van zija gereis weerzin mede? Want vrucMloos zoek ik hem ia mijne onreine borat3 En zelf het. meest verbaasd door 't geen mij smart komt v (brengen, Hoor i]ï een. e31en vreemde in' mij zijn' tranen plengen, - Wiens'vaderland., en naam hij nooit mij noemen dorst. naturaliatischen roman ?La dévouée," door Eggfman. Hans Wachenhusen, De Hdduk. Roman. Naar het Hoogduit&ch door Dr. J. A. Stamkart. 2 dln Met 2 platen. Alfied Ru&sel Wallage, De natimr der tr&pen en andere schetsen. (Uit het Engelsen). Ie afl. Naar Sully Prndhomme. ï, S. K. Eva door Golo Raimund. Naar het ïïoogduitsch. Arnhem, J. Minkman, ' . Aan sommige onzer dag-en weekbladen heb ben wij het te danken, dat meer dan één ver dienstelijke buitenlandsehe pennevruclit in een Holla-ndsch gewaad wordt gestoken en als feuilleton het Kederlandsche publiek wordt aange'boden. Het verhaal hierboven aangekon digd-mogen wij in vele opzichten. onder die verdienstelijke ? pennevruchten rekenen ; voor weinige maanden achtereenvolgens in het Set Nieuws van den Dag afgedrukt, verschijnt het nu als het vierde deel dei1 Kooian-bibliotheek. Hét verhaal ? roman mogen -wij dit werk niet noemen; daarvoor is de karakterteekening te nauw. en voor eene novelle'is het te veel afgewerkt ~ het verhaal is levendig en kan vooral in de dameswereld1 sympathie verwekken, de intrigue is niet onaardig gesponnen, al stoot men hier en daar op toevalligheden, die nie't altijd waarschijnlijk zijn ; de vertaling laat niet te wenschen over en het geheel is geschikt om mëiiig lezer en lezeres, die slechts voor uitspanning lezen, eem'ge aangename uren te verschaffen. Wij-weten niet in welken vorm .dit werk in Duitschland verschenen is, werd bet slechts vluchtig als voor feuilleton geschreven, dan is met het bovenstaande genoeg gezegd;heeft de auteur een kunstwerk willen leveren, dan valt het te bejammeren, dat dit verhaal niet meer is uitgewerkt. Eva's strijd tusschen haar liefde voor Waldamar en de roeping die zij gevoelde om het huwelijk met zijn verloofde tot een feest- te -maken, had een schildering kunnen leveren, die wij -nu moeten missen. Ook de .stijl geeft 'hier en daar stof tot aanmerking, vooral waar het 'plaatsbeschrijving geldt was de auteur niet-altijd even gelukkig. . De -Heer Mmkman' die de uitgave der'roraanbibliotheek waagde .heeft tot dusverre eer van zijn werk; , vaa de thans verschenen deelen i=. Eva het eerste niet-oorspronkelijke ; als. in het vervolg 'liet oorspronkelijke en het vertaalde dezelfde .verhouding heeft 'in quantiteit en qualiteit, hebben wy geen reden tot klagen. ?" ' ' -F. A-.' B. Nieuwe uitjaven: , Nicolaas Beets, Lecttmr .voor het éh) bijeengebracht uit de ?Stichtelijke uren" eri andere geschriften.. > '" Dr. F. W. Do.ck De invloed van- den arbeid 'op de gezondheid., Populaire voordracht. Uit het Hoogduitsch., _ . -Bróarren Ilalbertsma^, Mim&n. ind Teltjcs. Oarde printinge, op '& ny neisjoenr ind forbettere, tliroch G. .Colmjon. Earste- Jefte. De Brief' -V^ÏL. Z- E. .H. Prins Alesacder: zijn oorzaken en gevolgen.. Gerangschikt door een'Oranjeklant. L. 3. du Celliée Muller,, Nota-over "liet be vestigen van den Noorêely'keni Nedew$-a- en Lefodyk, tegen buitengewoon, hooge rivirrstanden bi/ open rivier en ^sgang^. In verband ge bracht met e&ne; verbeterde afwatering van De Linge.. ? . . Het -Dagblad, de Tijd, Eecht voor allen en Kiesrecht is Kiesplicht, door een Amsterdamsen Kiesgerechtigde. ? Léon Hennique, Michdle Jeoffrin. Naar diens Archibald Forbes, Flöggïng in -the Araiy. Hilléband, Eamiliar letters on, modern England. ? irtf Faweett, M. P. The new departure ia Indian iaance ? Sc//tós TFtlsoit, Lucrezia Borgia ?? Dean of We&tmttister, Baptism ? Prof Ha,xley> Recent science. ? lf~. E Gladstone, M P The Olympian systcm v^raus ;he 'solar tlieory. Fraude, Sonth A<ri«-a önce. more ? SJum Lefèore, M. ff The Channel island». ? Hot ace White, Pa^liamentary goTernmeüt:" in America. ? Edward Ditey, Antonu Scidlaio. ? E. L. Stanley, Ediicatioa and the London School board. ? Fiedfnclc Rarrison, The conflict of laws. ? John Mjrley A word with seme sritics. ? R. P. Courinfu, Tka British mnseum libraiy. The Venus of Müo, ? Aptkmp, 6iaLomo Mcijerbeer. ? W. G M. Foreign trada 00 cure for hard timea ? lincere demagoqy. ?^ Buras and Scotcii song before ,im ? Brown, Socialisia in Germany rtaöZ' JHiife, A da jat Wmdsor. In antwoord oj) Tiet ?Zeevaar fkundi g vanden O'id- Zeeman". In het nmümer 119 van d^t blad, 5 October .1, rond ik eene beoordeeling van deadiessen~ door de reeders van Amsteidam en Rotterdam^ aan den Minister van Waterstaat enz. ingediend, om' rent den tegenwoordigen toestand van het Zeevaartkundig Onderwijs. ? Met die beoor deeling stem ik volkomen in en het wa^ mij aangmaam te zien dat de redactie van dit ekhlad, ook voor wat betreft den tegenwoordigen toestand der scheepvaart onder Kederlandsche Vlag, over ee_n helderen Blik Toen ik vereerd werd mef- de aanvraag het adres der Amst reedergmedeteondeifceekenen viel mij op dat, daargelaten eenige andere m. i. ninder juist gestileerde stellingen, ook de wensch , naar eene , in de naaste toekomst ietere gelegenheid tot zeevaartluiudig onder wijs, niet in elk opzicht welgegrond \ias, maar op onbillijke wijs daarin over hè*1 veredene gesproken werd. Toch meende ik daar om mij^e instemming niet te mogen weigeren. laar het wen&chelijke van deze zaak in het algemeen ook door mij werd ingezien Zooals k reeds zeide was het redactie- artikel van 5. Oclober daarom vosr mij efne bijzondere vol-_ doening, en ik zon met de meeste berusting*1 den loop der zaken hebben afgewacht, ? ware iet niét, ? dat het artikel von een owl Zeeth, in het nummer van 12 October, mij noopte de pen op te vatten, om dien nog al;ijd zoo belangstellenden zeeman te ant woorden. Wanneer het woordje ,.oud" een groot doaijn jaren telt, dan spreken wij beide uit een vei gelullenden tijd van ondervinding, toen die van den eenen ophield en dié van den ander begon. Toch geloof ik behoeft sulks ^den tatp niefc te weerhouden betrouwbare ver gelijkingen tusfchen ?het toen en thans" te maken. D«e loop der zaken, de uitkomsten en eiviringen van vroegeren tijd, uit admimstrative boeken duidelijk, geven aan den dfskundige dikwerf een niefc minder jmst en helder inzicht als de ondervinding dergeoen, die dien tijd beleefden. De ?Oud-Zeeman" -vergunne mij dairom allereerst, den indruk weer te ge ven , die het vluchtig naslaan d«r deftige reederijboeken, uit den bloeitijd en de laatste periode van het volledig Consignatiestelsel en het Beurtvaren op onze Indische Koloniën, op den man in scheeps-zaken van den feegenwoordigen tijd moet maken. Wij zien dan hoe vrachtcijfers driemaal hooger dan men. zich nu durft voorstellen ooit weer te zullen verkrijgen, nauwelijks behoor lijk winstgevend' uitkwamen; wij bemerken hoe reederijen bij de gereduceerde thn is vi achten van ? 140, ? per ja va-last , hunne schepen een. Maugarö bewoog zich stuipachtig heen en. e peer. Eensklaps ontmoetten zijn oogen die van üjn zoon;, hij richtte zich op; ? Gevallen! asompelde hij, gevallen l ? En- hij viel'achterK )Ter om niet weer .op te staan. - Ik heb zelden zulk een hevige beroerte ^gewoond; zei de dokter kalmpjes; 't is afgeoopen. .. . Ja, het was afgeloopec. Bet sombere vertrek d zich ditmaal geopend voor een bezoeker, ,e zich niet laat terugwijzen; een bezoeker ielf stom en doof, en stilte verspreid-end waar lï 113 gaat. Het is afgeloopen. De winkeliers te Saint-Clémentin kunnen, zonder angst in. het tart den vervaldag hunner wissels té gemoet ateien, de boeren in vrede hun koren, zaaien. ? i innou Maugars is dood. 3LVH s Het is avond. Etienne loopt ^heen en weer n'het'enkèl door een flikkerend hóutvuur verichte atelier te Pressigny, waarheen hij sedert en paar dagen teruggekeerd is. Yan tijd tot er tijd staat hij stil, drukt het voorhoofd tegen e de kille vensterruiten, en slaat een droefgees?en blik op het.landschap, dat door de volle Soveinber-maan beschenen, voor hem ligt. De huilt en zucht rondom de woning' van . Mmique, en voert van tijd tot tijd het geP luid van de opgezweepte golven der Egronne & tot hem. Een uil krast in de bladerlooze boo11 (men en soms klmM het gezang van een paar boeienknapen hem in de ooren. Waarom zin« gen zij niet luider? Etienne huivert voor de BI om hem heeu.. . 'Be pas doorleefde tooneelen staan hem met akelige levendigheid voor den geest.. Hij weet dat de bank failliet is; dat Célistin met de regeling der zaken belast is. Simon Maugars onver wachte doqd, heeft wél het uitspreken van het vonnis onnoodïg gemaakt, maar de publieke', opinie heeft gesproken, en de naam. van Sïaugars is geschandvlekt. ,Toen hij £e Pressigny terugkwam,, heeft Etienne terstond gemerkt, dat men wist wie hij was, en wat zijn vader gedaan had. Martin Brossard, de notaris, M. Mmique zelfs, ^zijn anders geworden; Etienne kan het zich niet ontveinzen, het gebeurde is overal bekend en zijn naam hem tot een zwaren last geworden, ? zoo zwaar,, dat de jonge man terugschrikt voor het denkbeeld om een vrouw te vragen dien gevloekten naam met hem te deelen. Hij denkt aan Thérèse, maar met het plan om-'afstand, te doen van haar bezit.. Simon Maugars is tot het einde 'toe .noodlottig ge weest voor zijn zoon; hij heeft diens schoenen droom van geluk meegenomen in zijn -graf. ? Daar ginds in de verte woont Thérèse, wie weet of zij op ditzelfde oogenblik niet. zit te: denken aan hun afscheid op den avond' toen Célistin zoo onverwachts met de jobstijding tot hen kwam,, en hem belette haar antwoord te hooren. Als zij wist wat er gebeurd was, zou zij dan nog hetzelfde zeggen. Hij wil het niet gaan vragen;- zij zou zich misschien 'ge bonden achten door de halve belofte, uitge sproken toeü. zijn' naam nog niet openlijk te schande was gemaakt. Hij wil niet aan haar medelijden te danken hebben wat hij.zoo gaarne van haar liefde zou hebben ontvangen. -Neen, dacht bij, terwijl hij zich van het ven&ter ver wijderde, ik mag niet langer aan mijn lieveling denken,, ik moet dien schoonen droom vergeten en gaan werken voor mijn dagelijksch brood. Kom, ik wil met moed aan:het doorSchwartz bestelde stuk beginnen... dat is nu mijn. eerste plicht. - ' ? Etienoe stak de lamp', aan, nam een groot vel papier uit zijn portefeuille en begou-te teekenen. Buiten loeide de wind .en' zong zijn weemoedig lied van verloren hoop en teleur gestelde verwachtingen. .. Onder dien indruk werkte Etienne voort, uren achtereen bleef hij over .het papier gebogen, het vuur was uit-, gegaan en ook het lamplicht werd zwak ker. Eindelijk wierp hij zijn teekeüpen, weg en stond op met' gloeiende wangen en ijskoude voeten.' Zijn. schets was voltooid:? JDe begra fenis vevn een-jong'meisje,.^- ?Den volgeitden morgen'"gespte hij zijn sloï> kousen aan, en van zijn kleinen pakdrager ver gezeld, wandelde hij naar. een gehucht, op twee mijlen afstahds van Pressigny gelegen, en Ie Chatellier genoemd. Baai- wilde hij nrde open lucht zijn werk beginnen. Aangelokt, door de belofte vaa een scjiüifërij:¥oor de kerk, hielp de sakristijn hem. zooveel mogelijk voort en gaf zijn koorknapen; verlof: om dien schildertot model'te dienen. ;A1 te: ras vlogen-nu de korte winterdagen voorbij; hij leefde in zijn werk, en de dagen werden tot weken, -zonder dat hij hei bemerkte. Op Joubardière daarentegen kroop de tijd langzaam voorbij. De veldarbeid was afgedaan. Vader Baillargeon zat den heelen dag bij het vuur, moeder deed het huiswerk en 't was Thérèse's taak om ds groote wasch aan kant te maken en voor het verstelwerk te zorgen. Zoo zat Ke dan den lieven langen dag met baar naaimand voor hefe groeftachtiga venster, pikte en-: pikte en ? dacht aan Etienne. Zij vroeg, zich 'zelve af wat hem.; toch zsolang te Saint-Clémentin zou. ophouden^,, wat er toch met hem gebeurd ZOUZÏJD en of hij dan naait terug zou komen. Zij was alleen , op Allerheiligen naar de mis te- Pressigny geweest, en toen hadden haai: de-nieuwsgierige, spo.tach.tige blik ken, van: de .menschen indekerk.zoo gehinderd, dat zij zonder er iets van te begrijpen,, bedroefd naar huis teruggekeerd, was,, én 'sedert de kerk te Pressigny-- gemeden h-ad. Zij twijfelt niet aan Etienae,. maar ze is be zorgd en angstig., Eiken morgen staat zij op met de gedachte: . ; .? Tan daag zal hij misscidenf wel komen ! ? Langzaam-kruipen de. uren voorbij- en de avond éaalt zonder dat een enkele, bezoeker de stilte is komen verbreken. ." Jaubardière, 'in. den zomer zoo- vrooüjk en zonnig, ligt daar nu. eenzaam en. verlaten ïn wmternev&Leïi gehuld. Thérèse zingt niet meer onder 'b werk. Ze. is bleek. ën> stil geworden en de gla»s uit haar mooie- oogea verdwenen. Moeder Baillargeón, -merkt liefc weïy maar ze zegt niets en schudt het. hoofd met'.een uit drukking .van bezorgdheid, zoo dikwijls sij haar lief; pleegdochterke aanziet. 't Is nu geheel winter geworden, en het ver keer met de buitenwereld zoo- goed als afge sneden. Couranten en brieven zijn onbekende dingen op de boerdeiij en geen, enkele nietrwbtijding dringt in die aisondering door. Nie mand weet dat Etienne te Pressigny terugge keerd, maat terstond- daarop- Daar-Ie Chatellier vertrokken is; ook van het voorgevallene met Simon Maugars is den bewoners niets bekend geworden. ~Toch heoft een droevig voorgevoel Thérèse's ziel gebeel overmeesterd. Er moet ietc, beel ergs gebeurd zijn.... wie weet of Etienne niet ziek is en Baar baar verlangt.-. Eindelijk kan aij het niet langer uithouden en besluit om aan Célestm te &cnTijverï, Zij weet hoe hij aan de Maugars gehecht is, en dat hij haar d& waarheid zal zeggen, voor?oovpr dat mogelijk is. ? Toen de brief geschreven en aan den postbode, die dagelijks op eenigen afstand voorbij kwam, toevertrouwd was, werd zij kalmer en vatte Jjaar naald wepr op. Zg wacht, wacht met een angstig kloppend hart, de uren tellend, en berekenend hoe lang- het dnren moet eer zg h&t antwoord in handen hee£t.... Langzamerhand- nadert de Kerstweek; al wat Etienne in de opesa lacht aan eiju schilder^ doen kan is gereedj en het stuk m M. Miniquea woning temggebiae'ht. Etienne tracht het met een onpartijdig oog te beseïioaweB, en is tevreden over zifn wei k. En geen won der, vsant hij heeft het geschilderd met zijn gsjn^che ziel, Menige hittere zne-bt is hem ontsnapt bij het weergeven van zijn innigste gedachten. Had hij ook niet zijn liefde, zijn droomen van geluk ten grave moeten brengen? .Had hij ook geen afscheid moeten nemen van een dierbaarjong meisje, ea met haar van zijn deel aan de vreugde des levens. Alleen moet hij den\strijd aanvaarden, zonder zijne trouwe en krachtige Thérèse, die hem gesteund en geholpen zou hebben met haar liefde. Een oogeablik begeeft hem de moed. H$' wil naar de boerderg gaan, Thérèae nog een maal zien en spreken en zich rechtvaardigen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl