Historisch Archief 1877-1940
iatBaaa>»B«g^amBi&^
DE AMSTEKÜAMMER, VE E K B L A D V O O B- ÏLE £>, E R L A N B. , '
ordt, en na een eeuw van onverdroten
werk|m"beid nog even jeugdig en frhch is als
den dag harer geboorte.
lïs gevaarlijk geld
in bewaring te geren aan
de Stad AMSTERDAM I
OPENBARE VERGADERING,
ZONDAG, 28 OCTOBER E879, des middags
l ure precies, ia het Gebouw ' van den
tstet ddmsclien Wertcmansbond, Spuistraat
ik Katten-gat/
ngdtellenden in het algemeen, maar
ÜDERS.VAN SPAARBANKBOEKJES in
)t bijzonder, worden in hun
belang'uitge,K>d, op deze vergadering kennis te nemen
p de nonchalante' handeling van da,t Bestuur,
n de schadelijke gevolgen voor hen, wie zijn
ld daAiaan toevertrouwd.
Punten van behandeling:
. Aanklacht' tegen genoemd Bestuur. '
j Mtddd ter voorkoming van schade.
IL RIS.,
' B Het Bestuur van de Spaarbank Is van
deze Vergadering kennis gegeven, en
wordt in de gelegenheid gesteld zich
te verantwoorden. - ? .
dekking dei1 kosten 10 cent Entree.
Zegt- het voort... ~
Zoo luidt de oproeping, die het vermoeden
a, kunnen wettigen, dat het bestuur der
laarbank gelden verduisterde, of zich
feevoortelde op kosten van den zuiüigen en ijverigen
akman, die het zijn penningen toevertrouwt.
Men weet wat oorzaak was van dien kreet,
honderden schrik zal aanjagen en
wantrouwekken, waai' niets dan erkentelijkheid
goede zorgen verdiend is: een geschil
,ei het ïRontant dat een der deelhebbers van
Bank te vorderen heeft, hetwelk door het
ntougerecht, dat zich inkompetent ver klaarde,
kon wordea beslist en nu aan de uitspraak
in scheidsrechters onderworpen zal
wordenMen mo.et al een zeer zonderlinge opvatting
u plicliÈ als. raadsman en filantroop
heb>n, om o}> zulk een wijs een instelling diö
ij azenden .tot zegen verstrekt in opspraak te
en^eo, waar da namen van een twintigtal
'S achtenswaardigste ingezetenen, die het
beimr uitmaken, een meer dan voldoend bewijs
.n üolidiieit en eerlijkheid zijn.
-Jïet byzonderen -nadruk vestigen wij de
aanieht vai> het publiek op een. buitengewoon!
mot, dat het deze week wacht: de eerste op-1
mug \ ^n Eomeo en Julia namentlijk door!
[e art-isten der vereeniging: Het Nederlandsch;
oneel. De teedere en droeve liefdesg'eschiede- f
s van KOHBO en JÜLIA, beider-tragische dood, Ï
:e && elf ken moest om twee vijandelijke staia-j
.uizen te verzoenen, zullen^ goed voorgesteld
hofen -SUJ, niet nalaten diepen indruk te maken.'
:De opvoering van genoemd treurspel is eep
liffaie taak.-Alle rollen moeten goed doordacht
; ga, willen zij tot hun.recht komen. Deaktrice
n re- JUIIA vertolkt, moet laten zien hoede slui- i
Heiende reine maagdelijke liefde ontwaakt,!
=1 be ^ erheven het is' als een maagd zich met
kt en ziel aan haar' geliefde geeft; zij moet
let publiek het samensmelten van twee zielen''
genieten geven zonder een oogenblik
.ümenteel. te ' worden, en den overgang tot |
,ouw doeii gevoelen. Als dé liefde de hoogste
ahgheid deelachtig is, -korat-air in strijd met
ufet bestaande, met de ruwe werkelijkheid,
onop onheil treft haar-,. . de aktriee heeft
,n te toonen, dat de liefde van Julia h'eroïk
fordt, dat zij als mensch grooter wordt,
naara late dp rampen haar treffen... . .en met
vasteiadenheïd den dood te. geracet gaat.
e i Niet minder zwaar en schoon is de rol van
i tomeo. De akteur die in'deze rol optreedt,
c loet van bmtengewonen aanleg zijn om al de
if beielijkheden te overwinnen, waartoe
datka« iakter aanleiding geeft.
li :En 200 is het met alle rollen. En de
voed\ ter, én de dartele Mercutio, én Tyb'alt, én
Paï as, én de Torst, én de Monnik, ja, zelfs het
yne JOÜetje van den apotheker moeten goed
.001 dacht zijn om tot hun recht te komen. Bij
sifte opvoeiing van Romeo en Julia zal blijken
ue denkende kunstenaars. Kïjn, ^of wie tot de.
onverschilligen behoorer, die te groot voor het
kleine en te klem voor het groote zijn. Hier
helpt geen deklameerea, geen valsch gevoel;
Iner zijn natuur en waaraoid aan liet woord.
laderdaad wordt deze voorstelling met be
langstelling te gemoet gezien. Op tooneelgebied
is het een gewichtige gebeurtenis. Wij verne
men met bijaonder genoegen; dat de vereeni
ging, trots alle vroegere verkrachting, hetzij
die door Hollanders, Duitschers of Italianen
geschiedde, gebroken heeft met de traditie en
het bal, dat de gewichtigste scène in Romeo
en Jtylia is, behouden heeft. Yerder'ïs het goed
van haar gezien om het stuk niet te doen
eindigen met den dood van beide-geliefdeu,
maar met de verzoening van beide vijandelijke
huizen. . \
Ds voorstelling wordt dubbel belangwekkend
daar de rol van Julia door Mej. JÓSEPHINE DB
G-BOOT, zal vervuld worden; de heer LOUIS
BOUWMEESTER, l'eufant gaté van het publiek
als .Romeo, Mevrouw STOETZ, de onver bete rlijk'e
oude, sla De Voedster. zal optreden.
Mijnheer 'de Eedakteur!
Uw to oneel-recensent had volkomen gelijk,
toen hij ia het vorige nummer van. dit .week
blad de uitvoering van Vrouwen-Studenten,
door de vereeniging _ïïö£ Nederlandsck Tooneel,
buitengewoon goed noemde, al hadde' hij stel
lig beter gedaan de mededeelingen, dat de
dames Poolman en van 'BiQD.ea_aUerliefst
waren en de jonge dames Touia Poolman ren
A. Sablairolles er aller snoeper igst uitzagen, weg
te laten, omdat wij-zulke confidenties eer ver
wachten zouden uit den mond van eenige jonge
heeren bij j;Kras" of Tan eenige oude lieeren
in ?Bqetrina," dan in de kolommen van een
nieuwsblad, dat met. ijver de belangen van de
kunst pleegt voor te staan, en dan ook ineen
tooneelverslag.het spel der tooneelisten alleen
aan hare eischen te toetsen heeft. 1)
Evenmin als uw criticus zal ik onderzoeken,
of Vrouwen-Studenten een goed gebouwd blij
spel zij ? ik ben er heen gegaan om mij te ver
maken, en ik heb .er mij kostelijk vermaakt.
Maar ik wensclï op iets te v/ijzen wat mij bij
de voorstelling toch gehinderd heeft, en dat is
de slechte vertaling van het stuk. De titel zelf
is zoo houterig mogelijk, en vormt dus een
goeden tegenhanger van de indertijd vertoonde
Sckjjngoed'&n. Waarom niet frames die student
&y-n, als men volstrekt een anderen titel dan
de oorspronkelijke hebben wil? in ieder geval
kan Vrouwen-Studewttnniet door den .beugel;
verbeeld u een dame die zich zelve
VrouwStudent nóemf,. want dat zal het enkelvoud
wel moeten zijn!. . ^
? Maar stappen wij van~ den titel af; onder
eene slechte vlag kan wel eene goede lading
schuilen, al zien wij het omgekeerde meer ge
beuren. Wij bemerken spoedig dat het hier
althans niet het geva-lis. Wat al onhollandsche
uitdrukkingen! wat al opgeschroefde zinnen!
wat al woorden, welke wij nooit in het
dagelijksche leven gebruikers en die-dus in een
kluchtspel ten eeneiiniale misplaatst zijn! Ik weet wel,
dat dit verwijt o,ok andere stukken treft, maar
het -is toch niet ongepast juist naar aanleiding
van dit stuk den wensch nog eens uit te druk
ken, dat er wat meer zorg gedragen worde
voor het Hollandsche gewaad, waarin men
zulke vreemdelingen kleedt. Ik heb bij de voor
stelling allermerkwaardigste dingen gehoord :
ik heb van zusterlijke bondgenooten ? b&nd~_
genootschappelyke zusters ware eigenlijk nog
fraaier! ? hooren spreken,.van een uitisichi dat
geopenbaard -werd -r- kent gy zulke openba.-?
ringen?? van lamstmati'ge hinderpalen....
maar- dat is ~ het ergste -nog niet. Kunt gij
mij gelooven, Mijnheer de Redacteur, ala ik ü
vertel, ' dat er een professor 'op het tooneel
geweest is, die ? als ware hij plotseling se
cretaris van een gezantschap geworden ?
verklaarde, een protokol te gaan stellen, ter
wijl hij inderdaad niets anders doen ging ?
dan notulen liouden van eëu 'examen ; een
pSSfessor, die de nieuwe studenten niet in
schreef, maar hen ïmvKatricule&rde? Nog
taeer merkwaardigs heb ik ontdekt:'een jong
meisje heeft mij verteld voor wie haar eerste.
'arbeid bestemd was.,., er was vaneen paar kousen
sprake; ik heb in een gemeenzaam gesprek van
Iterlterstraffen gehoord, ik heb twee Hollandsche
dames elkaar den naam. van cousine hooren
geven; ja, Mijnheer de Eedakteur, ik meen
zelfs verstaan te hebben? al hoop ik dat mijne
ooren mij toen bedrogen, want waarlijk liet
zou te kras geweest zijn ? dat een oude majoor...
Ficknk met lezer, van zijn bmidstaat sprak.
Minder zonderling was de ui'drukking van eene
dame, die zïrh het Tiof liet maken van een
luitenant, waarmede ik echter evenmin vrede
kan hebben als met de gewoonte om de woor
den meer en. meest te gebruiken, waar men de
bijvoegelijke naamwoorden zelve in den
vergrootenderi of dgn 'bvertreffenden trap behoorde te
brengen, een eigenaardigheid,,die, ook hier van
meest hardmtykige in plaats van hardnekkigste
deed spreken. .
Stellig zijn er nog meer taaizonden begaan,
doch. ik moét .bekennen dat ik ze mij'niet
herinner. Heb medegedeelde is, dunkt mij, reeds
voldoende om ..te bewijzen, hoe weinig zorg'er
bij het overbrengen van vreemde stukken voor
zuiverheid van taal gedragen wordt. Dat be
hoort te veranderen. De taal is gan'sch het
volk. Zij is hei .stevigste, -bolwerk voor ons
volksbestaan. Het tooneel moet de taal ver
edelen, niet verbasteren. Dat zij. .vooral het
streven van da.vereeniging Het Ned&rlandseh
Tooneel, die in haren secretaris een-bekwaam
lettel-kundige bezit. En als zij goed voorgaat,.
zullen de andere tooneelbesturen goed volgen.
Mijnheer' d& Kedakteur, ik dank u voor de
mij toegestaüe plaatsruimte. , - ? ,
Amsterdam, 16 Oct. '79. . GONST. B.
1) De geachte inzender Iiotide ons ten goeïle, dat vrij
deze opmerking meer naïf dan juist vinden. Onze ver
slaggever gebruikte deze bijvoegelijke naamwoorden na-.
tmirlijk om het voorkomen en de houding der.genoonüde'
dames als tobaeelspeleressen te prijzen, niet om haar
vrouwelijk schoon te roemen. :
RED.-(Naar
Ging nau-vrlijks' een der onzen henen,.
Dan voelt men no"g 't verlies, niet recht,
En onder 't oog'.des doods te weenen,
Wordt door -de "ontsteltnis ons gntzegd»
Zoo' min aan 't droevig zwart der wade,
Als aan den sonibren afscheidszang, ~
Kan onae wanhoop zich verzagen,
. Verstomd ziju hart en lip voor lang.
Men voelt maar half wat zal ontbreken,
-Wanneer men in de groeve staart;
Yerward weet slechts de> kist te spreken
In 't dof geluid' der schoppen aard?
Neen, eerst in huis, als onze blikken >
Rondom den disch de stoelen? zien,
Die men irat meer uiteen ging schikken,
Pleegt werklijk nlen. 't vaarwel te biên.
F. 'S. K.
(Naar Sitlfy Prudhomme.)
-Ligt me eenmaal onder de betoovriag,
(Die jonge liefde in 't harte sticht,
Dan hoedt men vruchtloos die verov'ring,
- Zij treedt aan 't licht!
Als 't goudj.dat onae hand laat glippen,
Weerklinkt de zaligheid' nu. luid1,
En roepen blikken,, schreden, lippen:
?Zij mint mij !" uit.
Er vaart iets licbis, iets luehtigs tevens,
? Ons als bij stroomen de adren door, ?
:Kiets geeft meer leed, het 'pad des levens
Is vlak van spoor. ?
Tevreden aien ze er uit de zaken,
? Zielsblij betreedt men nu zijn baan,
't Gezicht mag uit de plooi' geraken
Door lach en traan.
Bestormd door duizend zoete wenschen
Zwaait men met 'arm en handen maar,
Spreekt in zïchzelv', al-zien de-menschen
Yerbaasd ''t misbaar.
Men stelt in 't leven weer vertrouwen,,
v Men zegent 't wolkenloos «bestaan, '
Zelfs. .. laat men over 't nestje bouwen
Al droomen gaan.
F. S. E. .
ff(KLINKDICHT )
Vaak spreek ik tot mijzelv', Van welken stam zijt gij,
Uw ziel Eoekt vruchteloos wat b°oeie of haar bekoore,
Vergeefs gedachte of zin, iets wat hun woeling smore^
it Schijnt of 't volmaakt geluk uw recht op aurdezïj.
En toch, welk paipdys liet u alt, balling vrij ?
Aan welke grootsche zaak- mocht gij ooit toebehooren ?
Om hier beneden slechts een valsch. akkoord te hooren,
Welk is uw/znïvre toon, uw eigen harmonij ? ?
i
Wie deelt van'shartea zucht naar een gedroomde stede,
"Wie deelt mij de afkomst van zija gereis weerzin mede?
Want vrucMloos zoek ik hem ia mijne onreine borat3
En zelf het. meest verbaasd door 't geen mij smart komt
v (brengen,
Hoor i]ï een. e31en vreemde in' mij zijn' tranen plengen,
- Wiens'vaderland., en naam hij nooit mij noemen dorst.
naturaliatischen roman ?La dévouée," door
Eggfman.
Hans Wachenhusen, De Hdduk. Roman.
Naar het Hoogduit&ch door Dr. J. A.
Stamkart. 2 dln Met 2 platen.
Alfied Ru&sel Wallage, De natimr der
tr&pen en andere schetsen. (Uit het Engelsen).
Ie afl.
Naar Sully Prndhomme.
ï, S. K.
Eva door Golo Raimund. Naar het
ïïoogduitsch. Arnhem, J. Minkman, ' .
Aan sommige onzer dag-en weekbladen heb
ben wij het te danken, dat meer dan één ver
dienstelijke buitenlandsehe pennevruclit in een
Holla-ndsch gewaad wordt gestoken en als
feuilleton het Kederlandsche publiek wordt
aange'boden. Het verhaal hierboven aangekon
digd-mogen wij in vele opzichten. onder die
verdienstelijke ? pennevruchten rekenen ; voor
weinige maanden achtereenvolgens in het Set
Nieuws van den Dag afgedrukt, verschijnt het
nu als het vierde deel dei1 Kooian-bibliotheek.
Hét verhaal ? roman mogen -wij dit werk
niet noemen; daarvoor is de karakterteekening
te nauw. en voor eene novelle'is het te veel
afgewerkt ~ het verhaal is levendig en kan
vooral in de dameswereld1 sympathie verwekken,
de intrigue is niet onaardig gesponnen, al
stoot men hier en daar op toevalligheden, die
nie't altijd waarschijnlijk zijn ; de vertaling laat
niet te wenschen over en het geheel is geschikt
om mëiiig lezer en lezeres, die slechts voor
uitspanning lezen, eem'ge aangename uren te
verschaffen.
Wij-weten niet in welken vorm .dit werk in
Duitschland verschenen is, werd bet slechts
vluchtig als voor feuilleton geschreven, dan is
met het bovenstaande genoeg gezegd;heeft de
auteur een kunstwerk willen leveren, dan valt
het te bejammeren, dat dit verhaal niet meer
is uitgewerkt. Eva's strijd tusschen haar liefde
voor Waldamar en de roeping die zij gevoelde
om het huwelijk met zijn verloofde tot een
feest- te -maken, had een schildering kunnen
leveren, die wij -nu moeten missen. Ook de
.stijl geeft 'hier en daar stof tot aanmerking,
vooral waar het 'plaatsbeschrijving geldt was
de auteur niet-altijd even gelukkig. .
De -Heer Mmkman' die de uitgave
der'roraanbibliotheek waagde .heeft tot dusverre eer van
zijn werk; , vaa de thans verschenen deelen i=.
Eva het eerste niet-oorspronkelijke ; als. in het
vervolg 'liet oorspronkelijke en het vertaalde
dezelfde .verhouding heeft 'in quantiteit en
qualiteit, hebben wy geen reden tot klagen.
?" ' ' -F. A-.' B.
Nieuwe uitjaven: ,
Nicolaas Beets, Lecttmr .voor het
éh) bijeengebracht uit de ?Stichtelijke uren"
eri andere geschriften.. > '"
Dr. F. W. Do.ck De invloed van- den arbeid
'op de gezondheid., Populaire voordracht. Uit
het Hoogduitsch., _ .
-Bróarren Ilalbertsma^, Mim&n. ind Teltjcs.
Oarde printinge, op '& ny neisjoenr ind
forbettere, tliroch G. .Colmjon. Earste- Jefte.
De Brief' -V^ÏL. Z- E. .H. Prins Alesacder:
zijn oorzaken en gevolgen.. Gerangschikt door
een'Oranjeklant.
L. 3. du Celliée Muller,, Nota-over "liet be
vestigen van den Noorêely'keni Nedew$-a- en
Lefodyk, tegen buitengewoon, hooge
rivirrstanden bi/ open rivier en ^sgang^. In verband ge
bracht met e≠ verbeterde afwatering van
De Linge.. ? . .
Het -Dagblad, de Tijd, Eecht voor allen en
Kiesrecht is Kiesplicht, door een Amsterdamsen
Kiesgerechtigde. ?
Léon Hennique, Michdle Jeoffrin. Naar diens
Archibald Forbes, Flöggïng in -the Araiy.
Hilléband, Eamiliar letters on, modern England. ?
irtf Faweett, M. P. The new departure ia Indian
iaance ? Sc//tós TFtlsoit, Lucrezia Borgia ?? Dean of
We&tmttister, Baptism ? Prof Ha,xley> Recent science. ?
lf~. E Gladstone, M P The Olympian systcm v^raus
;he 'solar tlieory.
Fraude, Sonth A<ri«-a önce. more ? SJum Lefèore,
M. ff The Channel island». ? Hot ace White,
Pa^liamentary goTernmeüt:" in America. ? Edward Ditey,
Antonu Scidlaio. ? E. L. Stanley, Ediicatioa and the
London School board. ? Fiedfnclc Rarrison, The
conflict of laws. ? John Mjrley A word with seme
sritics. ? R. P. Courinfu, Tka British mnseum libraiy.
The Venus of Müo, ? Aptkmp, 6iaLomo Mcijerbeer. ?
W. G M. Foreign trada 00 cure for hard timea ?
lincere demagoqy. ?^ Buras and Scotcii song before
,im ? Brown, Socialisia in Germany
rtaöZ' JHiife, A da jat Wmdsor.
In antwoord oj) Tiet ?Zeevaar fkundi g
vanden O'id- Zeeman".
In het nmümer 119 van d^t blad, 5 October
.1, rond ik eene beoordeeling van deadiessen~
door de reeders van Amsteidam en Rotterdam^
aan den Minister van Waterstaat enz. ingediend,
om' rent den tegenwoordigen toestand van het
Zeevaartkundig Onderwijs. ? Met die beoor
deeling stem ik volkomen in en het wa^ mij
aangmaam te zien dat de redactie van dit
ekhlad, ook voor wat betreft den
tegenwoordigen toestand der scheepvaart onder
Kederlandsche Vlag, over ee_n helderen Blik
Toen ik vereerd werd mef- de aanvraag het
adres der Amst reedergmedeteondeifceekenen
viel mij op dat, daargelaten eenige andere m. i.
ninder juist gestileerde stellingen, ook de
wensch , naar eene , in de naaste toekomst
ietere gelegenheid tot zeevaartluiudig onder
wijs, niet in elk opzicht welgegrond \ias,
maar op onbillijke wijs daarin over hè*1
veredene gesproken werd. Toch meende ik daar
om mij^e instemming niet te mogen weigeren.
laar het wen&chelijke van deze zaak in het
algemeen ook door mij werd ingezien Zooals
k reeds zeide was het redactie- artikel van 5.
Oclober daarom vosr mij efne bijzondere vol-_
doening, en ik zon met de meeste berusting*1
den loop der zaken hebben afgewacht, ? ware
iet niét, ? dat het artikel von een owl
Zeeth, in het nummer van 12 October, mij
noopte de pen op te vatten, om dien nog
al;ijd zoo belangstellenden zeeman te ant
woorden.
Wanneer het woordje ,.oud" een groot
doaijn jaren telt, dan spreken wij beide uit een
vei gelullenden tijd van ondervinding, toen die
van den eenen ophield en dié van den ander
begon. Toch geloof ik behoeft sulks ^den
tatp niefc te weerhouden betrouwbare ver
gelijkingen tusfchen ?het toen en thans" te
maken. D«e loop der zaken, de uitkomsten en
eiviringen van vroegeren tijd, uit
admimstrative boeken duidelijk, geven aan den
dfskundige dikwerf een niefc minder jmst en helder
inzicht als de ondervinding dergeoen, die dien
tijd beleefden. De ?Oud-Zeeman" -vergunne
mij dairom allereerst, den indruk weer te ge
ven , die het vluchtig naslaan d«r deftige
reederijboeken, uit den bloeitijd en de laatste
periode van het volledig Consignatiestelsel en
het Beurtvaren op onze Indische Koloniën, op
den man in scheeps-zaken van den
feegenwoordigen tijd moet maken.
Wij zien dan hoe vrachtcijfers driemaal
hooger dan men. zich nu durft voorstellen ooit
weer te zullen verkrijgen, nauwelijks behoor
lijk winstgevend' uitkwamen; wij bemerken hoe
reederijen bij de gereduceerde thn is vi achten
van ? 140, ? per ja va-last , hunne schepen een.
Maugarö bewoog zich stuipachtig heen en.
e peer. Eensklaps ontmoetten zijn oogen die van
üjn zoon;, hij richtte zich op; ? Gevallen!
asompelde hij, gevallen l ? En- hij
viel'achterK )Ter om niet weer .op te staan.
- Ik heb zelden zulk een hevige beroerte
^gewoond; zei de dokter kalmpjes; 't is
afgeoopen. ..
. Ja, het was afgeloopec. Bet sombere vertrek
d zich ditmaal geopend voor een bezoeker,
,e zich niet laat terugwijzen; een bezoeker
ielf stom en doof, en stilte verspreid-end waar
lï 113 gaat. Het is afgeloopen. De winkeliers te
Saint-Clémentin kunnen, zonder angst in. het
tart den vervaldag hunner wissels té gemoet
ateien, de boeren in vrede hun koren, zaaien. ?
i innou Maugars is dood.
3LVH
s Het is avond. Etienne loopt ^heen en weer
n'het'enkèl door een flikkerend hóutvuur
verichte atelier te Pressigny, waarheen hij sedert
en paar dagen teruggekeerd is. Yan tijd tot
er tijd staat hij stil, drukt het voorhoofd tegen
e de kille vensterruiten, en slaat een
droefgees?en blik op het.landschap, dat door de volle
Soveinber-maan beschenen, voor hem ligt. De
huilt en zucht rondom de woning' van
. Mmique, en voert van tijd tot tijd het
geP luid van de opgezweepte golven der Egronne
& tot hem. Een uil krast in de bladerlooze
boo11 (men en soms klmM het gezang van een paar
boeienknapen hem in de ooren. Waarom
zin« gen zij niet luider? Etienne huivert voor de
BI
om hem heeu.. .
'Be pas doorleefde tooneelen staan hem met
akelige levendigheid voor den geest.. Hij weet dat de
bank failliet is; dat Célistin met de regeling
der zaken belast is. Simon Maugars onver
wachte doqd, heeft wél het uitspreken van het
vonnis onnoodïg gemaakt, maar de publieke',
opinie heeft gesproken, en de naam. van
Sïaugars is geschandvlekt. ,Toen hij £e Pressigny
terugkwam,, heeft Etienne terstond gemerkt,
dat men wist wie hij was, en wat zijn vader
gedaan had.
Martin Brossard, de notaris, M. Mmique
zelfs, ^zijn anders geworden; Etienne kan het
zich niet ontveinzen, het gebeurde is overal
bekend en zijn naam hem tot een zwaren last
geworden, ? zoo zwaar,, dat de jonge man
terugschrikt voor het denkbeeld om een vrouw
te vragen dien gevloekten naam met hem te
deelen. Hij denkt aan Thérèse, maar met het
plan om-'afstand, te doen van haar bezit.. Simon
Maugars is tot het einde 'toe .noodlottig ge
weest voor zijn zoon; hij heeft diens schoenen
droom van geluk meegenomen in zijn -graf. ?
Daar ginds in de verte woont Thérèse, wie
weet of zij op ditzelfde oogenblik niet. zit te:
denken aan hun afscheid op den avond' toen
Célistin zoo onverwachts met de jobstijding
tot hen kwam,, en hem belette haar antwoord
te hooren. Als zij wist wat er gebeurd was,
zou zij dan nog hetzelfde zeggen. Hij wil het
niet gaan vragen;- zij zou zich misschien 'ge
bonden achten door de halve belofte, uitge
sproken toeü. zijn' naam nog niet openlijk te
schande was gemaakt. Hij wil niet aan haar
medelijden te danken hebben wat hij.zoo gaarne
van haar liefde zou hebben ontvangen. -Neen,
dacht bij, terwijl hij zich van het ven&ter ver
wijderde, ik mag niet langer aan mijn lieveling
denken,, ik moet dien schoonen droom vergeten
en gaan werken voor mijn dagelijksch brood.
Kom, ik wil met moed aan:het doorSchwartz
bestelde stuk beginnen... dat is nu mijn. eerste
plicht. - ' ?
Etienoe stak de lamp', aan, nam een groot
vel papier uit zijn portefeuille en begou-te
teekenen. Buiten loeide de wind .en' zong zijn
weemoedig lied van verloren hoop en teleur
gestelde verwachtingen. .. Onder dien indruk
werkte Etienne voort, uren achtereen bleef hij
over .het papier gebogen, het vuur was uit-,
gegaan en ook het lamplicht werd zwak
ker. Eindelijk wierp hij zijn teekeüpen, weg
en stond op met' gloeiende wangen en ijskoude
voeten.' Zijn. schets was voltooid:? JDe begra
fenis vevn een-jong'meisje,.^-
?Den volgeitden morgen'"gespte hij zijn sloï>
kousen aan, en van zijn kleinen pakdrager ver
gezeld, wandelde hij naar. een gehucht, op twee
mijlen afstahds van Pressigny gelegen, en Ie
Chatellier genoemd. Baai- wilde hij nrde open
lucht zijn werk beginnen. Aangelokt, door de
belofte vaa een scjiüifërij:¥oor de kerk, hielp
de sakristijn hem. zooveel mogelijk voort en
gaf zijn koorknapen; verlof: om dien
schildertot model'te dienen. ;A1 te: ras vlogen-nu de
korte winterdagen voorbij; hij leefde in zijn
werk, en de dagen werden tot weken, -zonder
dat hij hei bemerkte.
Op Joubardière daarentegen kroop de tijd
langzaam voorbij. De veldarbeid was afgedaan.
Vader Baillargeon zat den heelen dag bij het
vuur, moeder deed het huiswerk en 't was
Thérèse's taak om ds groote wasch aan kant
te maken en voor het verstelwerk te zorgen.
Zoo zat Ke dan den lieven langen dag met
baar naaimand voor hefe groeftachtiga venster,
pikte en-: pikte en ? dacht aan Etienne. Zij
vroeg, zich 'zelve af wat hem.; toch zsolang te
Saint-Clémentin zou. ophouden^,, wat er toch
met hem gebeurd ZOUZÏJD en of hij dan naait terug
zou komen. Zij was alleen , op Allerheiligen
naar de mis te- Pressigny geweest, en toen
hadden haai: de-nieuwsgierige, spo.tach.tige blik
ken, van: de .menschen indekerk.zoo gehinderd,
dat zij zonder er iets van te begrijpen,, bedroefd
naar huis teruggekeerd, was,, én 'sedert de kerk
te Pressigny-- gemeden h-ad.
Zij twijfelt niet aan Etienae,. maar ze is be
zorgd en angstig., Eiken morgen staat zij op
met de gedachte: . ;
.? Tan daag zal hij misscidenf wel komen !
? Langzaam-kruipen de. uren voorbij- en de
avond éaalt zonder dat een enkele, bezoeker
de stilte is komen verbreken. ."
Jaubardière, 'in. den zomer zoo- vrooüjk en
zonnig, ligt daar nu. eenzaam en. verlaten ïn
wmternev&Leïi gehuld. Thérèse zingt niet meer
onder 'b werk. Ze. is bleek. ën> stil geworden
en de gla»s uit haar mooie- oogea verdwenen.
Moeder Baillargeón, -merkt liefc weïy maar ze
zegt niets en schudt het. hoofd met'.een uit
drukking .van bezorgdheid, zoo dikwijls sij haar
lief; pleegdochterke aanziet.
't Is nu geheel winter geworden, en het ver
keer met de buitenwereld zoo- goed als afge
sneden. Couranten en brieven zijn onbekende
dingen op de boerdeiij en geen, enkele
nietrwbtijding dringt in die aisondering door. Nie
mand weet dat Etienne te Pressigny terugge
keerd, maat terstond- daarop- Daar-Ie Chatellier
vertrokken is; ook van het voorgevallene met
Simon Maugars is den bewoners niets bekend
geworden. ~Toch heoft een droevig voorgevoel
Thérèse's ziel gebeel overmeesterd. Er moet
ietc, beel ergs gebeurd zijn.... wie weet of
Etienne niet ziek is en Baar baar verlangt.-.
Eindelijk kan aij het niet langer uithouden en
besluit om aan Célestm te &cnTijverï, Zij weet
hoe hij aan de Maugars gehecht is, en dat hij
haar d& waarheid zal zeggen, voor?oovpr dat
mogelijk is. ? Toen de brief geschreven en
aan den postbode, die dagelijks op eenigen
afstand voorbij kwam, toevertrouwd was, werd
zij kalmer en vatte Jjaar naald wepr op. Zg
wacht, wacht met een angstig kloppend hart,
de uren tellend, en berekenend hoe lang- het
dnren moet eer zg h&t antwoord in handen
hee£t....
Langzamerhand- nadert de Kerstweek; al wat
Etienne in de opesa lacht aan eiju schilder^
doen kan is gereedj en het stuk m M.
Miniquea woning temggebiae'ht. Etienne tracht
het met een onpartijdig oog te beseïioaweB,
en is tevreden over zifn wei k. En geen won
der, vsant hij heeft het geschilderd met zijn
gsjn^che ziel,
Menige hittere zne-bt is hem ontsnapt bij
het weergeven van zijn innigste gedachten.
Had hij ook niet zijn liefde, zijn droomen van
geluk ten grave moeten brengen? .Had hij ook
geen afscheid moeten nemen van een
dierbaarjong meisje, ea met haar van zijn deel aan de
vreugde des levens. Alleen moet hij den\strijd
aanvaarden, zonder zijne trouwe en krachtige
Thérèse, die hem gesteund en geholpen zou
hebben met haar liefde.
Een oogeablik begeeft hem de moed. H$'
wil naar de boerderg gaan, Thérèae nog een
maal zien en spreken en zich rechtvaardigen