De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 9 november pagina 2

9 november 1879 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTSEDA TOOR NEDEBLAND. iYolseley tracht in Zuid-Afrika alle vruchte oogsten die zijn overwinning op Cetayo kan afwerpen. Tu het eene kafferhoofd onttroond heeft hij ziek tot het andere ge it en Cecocoeni de les gelezen. De Transers zijn in 't minst niet meer te vreezen, 3 zij 't al ooit geweest zijn! Waarschijnlijk len thans de konfederatie-planneh welspoef voor den dag komen . die onder de onnstige omstandigheden, -voor een tijd lang rden.weggeborgen. . . ., moiie- voorgelezen. Het zal nu spoedig woe den behandeld. Nog moet vermeld worden dat Engeland thans met Frankrijk aandringt op de regeling der grieksch-tuiksehe grensscheiding. Enge land had tot dusverre geen s>poed. Het schijnt dat h'et den Porte toonen wü, hoeveel zijn vriendschap waard is. De Dagbladen bevatten, : , Het Handelsblad:. Een 'Britsch- Indisch, b«De beteekenis van het. Bondgenootschap' tusschen Oostenrijk ea Duitschfand wordt nog niet zeer duidelijk. Als het wezentlijk, gelijk de Kölnisehe Zeitung beweert, voornamentlijk m'oest strekken om Rusland tot de orde te roepen en een reeds,half e,n,half voorbereiden oorlog te voorkomen, heeft het wonder lijk snel zijn. doel getroïen. Immers "de ver standhouding tusschen den russischen en duitschen keizer laat op eens niets te wenschen over. De grootvorsten vertoefden aan het duitsche Hof, de russische gezant maakte een jacht partij mee en men beweert reeds dat Rus1 land ' het drie gron'dvësten. keizersverbond op nieuw wil De voordeelen die van Bismafck . met zijn "bezoek aan Weenen beoogden, zullen nog wel elders gelegen zijn, dan waar de Eolnische haar tracht aan te wijzen. Dat Rus land zich in zijn uitgeputten toestand gereed zou maken om Duïtschland, dat'zeker alleen tegen hem opgewassen' zou zijn, aan té, grijpen kan men moeilijk aannemen, en de fransche natie zal onder haar tegenwoordige leiÖsïieden zeker niet naar de duitsche grenzen gevoerd worden. In Frankrijk valt mét den terugkeer van een 'aantal geamnestiëerden,' eenïge beweging waar te nemen. De verkiezing Van Blanqni, geJvolgcl door die van Humbert voor den parijscheii gemeenteraad, de toespraken der bevrijde hel den op de feestmalen, en 4e" taal op het ar beiderscongres te Marseille 'gevoerd, bewijzen dat net aan woelzieke lieden in de Republiek niet ontbreekt. Van dit alles wordt door hen, die het gemeenebest vijandig zijn een dankbaar gebruik gemaakt, en zoo wordt het gedruisch zooveel mogelijk -versterkt, maar niemand lang. Oorzaken en gevolgen, (de Staatsbegrooting.) Het adres.der Werklieden... Een-valsche Diagnose. Nieuws v. d.- Dag: De ontwerp:vestingb'egrootïng voor 1880., De tucht op de-Koopvaardij schepen. - ?N. lêoit.-Courant: Naar aanleiding van het oorlogs-budgêt van- 1880. Partieele Wetsherzieiiing. Onze nïtvoereïi naar Indië. Het Vaderland: .Het artikel van Houten. Een noodzakelijke verbetering. Arnhemsche Courant ^ Over de onbeduidend heid van het voprloopig verslag over-Hoofd stuk l der Begrooting. . Amsterdamsche Courant: Eene, belangrijke discussie. (Werkzaamheden der Wethouders.) Curagaoenonderhoprigeeilanden^Atjeh-Borneo.: ; Dagblad van Z.-Holl. en 's Gravenhage: Een j bescheiden Staatshulp, -(Ned. Z.-,Oosterspcor- \ weg-maatschappij.) Een zonderling feit,-enz. (Theologie en politiek in de Kamer.) De Standaar-d.: Confederatief. DeTyd: De geest der conservatieve partij, De G-ids :? Engelsehe en Hollandsche Yrijheidsplannen, door 'Mr. W.. H. de Beaufort.. | des Tjjds: Een politieke diagnose, door Mr. S. v. Houten. DB BEURS. Aan den Gemeenteraad van Amsterdam, werd door 242 handelsfifma's, waaronder de voor naamste <der hier ter stede gevestigde Huizen voorkomen, onderstaand adres-verzonden. ??? Geven met verschuldigden eerbied te keimen 3e dndergeteekenden, kooplieden te Amsterdam ea aldaar ter benrae dagelijks vertegenwoordigd wordende, dat zij nit vreest iets kwaads. De natie is de les, die aij j de voordracht ran Burgemeester en Wethouders aan van de kommune ontvangen heeft, nog niet j den Gemeenteraad sub No. 208, gewijzigd bij voordrachvergeten en de Kepublikeinèn zullen door deze; ** Sllb No' 38S eö364 en uiÈde beraaddugingen van teekenen van opgewondenheid in liefde voor het welbevestigd gezag toenemen. -Laat ons hopen, dat zij niet iri. een "ander, uiterste, zul len vervallen en uit afkeer, van een misplaatst of ongegrond enthousiasme degeamnestieerden jiöodeloos tegen zich ia het harnas jagen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken den 22stco as en 5den September j.\. gehouden, ontwaard b.ebb_en: . dat hét voornemen bestaat" om ter vervanging van de gebouwen, waarin tegenwoordig de groote koopmans- en graanbearzea gehouden wordöa, een nieuw, gebouw te stichten op het aan te plempen Damrak ter plaatse geKaad van het Legioen van Eer begaf zich op legentusschendenubestaaadePapen-enOadebruggea; ?een bedenkelïjken weg door de verloste hal- l ^af de eerste verdieping van dafc gebouw lang ruim JÜgen van hun broederschap .der orde ver- 200 meters bij eea breedte van slechts 40 meters vallen te verklaren. Su is men wel .niet eer- j bestemd is voor Beurs, voor hulppost en telegraaikanloos als men geenridder van dat legioen mag hee- toor-eu restauratie, terwijl de 2e verdieping voor kan ten, doch het behoeft, geen betoog dat der- toorlokalen-ingericht en gelijkstraats een rondgaaade gelijke besluiten voor de gedekoreerden der'be- -rij lokalen gemaakt zal worden ter verhuring'aait (de broeders krenkende! is dan kerker- meestbiedende) winkeliers en andere neringdoenden; dat die 'Beurs te bereiken, zal zijn langs n of meer dere trappen elk*-van 24 of 23 ireden; . dat dit. gebouw zal worden gesticht en geëxploiteerd Straf. \ Bismarck zoekt een opvolger voor den ge storven staatssecretaris von Bülow. Dit is een . ,..-. -i -n- __ -^ j-?3 _?i door Coneesssionarissen (of een hen vervangende Naammoeiehik werk. Een zoo eigenaardig, .despos- L - ? \ v . , , , ,11 -n--i i T T j looze vennootschap), en het -bezoek van die .Beurs zal tisch diplomaat als de Rijkskanselier, die de , , ,.-'[' ', i ,. , ,-.,.... , * , , ,.,. ^ . , T , n , worden toegestaan tegen betaling hetzij bil wijze van eeheele duitöche politiek met alleen beheerscht, l , . ^ ,OE , f ,. g^jicvii- «.«iiw r '.abonnement a ? 25 s jaars, voor hem die op eigen naam maar schept en vormt, kan. met ZOO licht l rf ? ak deelgenoot Of als .besteurder eener Vennootschap iemand vinden, die als zijn alter ego durft op- U^^ driiftj of ^ wijK6 YaiL ^geKjksch entreegeld treden. Hotfenlohe door Bismarck zelf de eer waardig gekeurd, biedt aan de verleiding of aandrang weerstand. Over de werking der . nieuwe tariefwetten verneemt men nog weinig bemoedigends. Wel heeft de Regeering in de troonrede de ver wachting doen uitspreken dat het volgende -jaar de ontvangsten ruimer zullen, vloeien, voorloopig echter bemerkt men ,er niet veel van. Integendeel. Men staat voor de noodzakelijk heid, vroeger door Bismarck .ontkend, het Douanen-corps met 700 man te .vermeer- voor .,..,-,. . , i , , .-, ... . - a-route sommen moes besteden. deren ten emde het sunken, dat op groote 5 schaal gedreven wordt, .tegen te gaan. Hu moeten met Januari 1880 de graanrechten ge heven worden en de oogst was zeer sober. a ? 0.25. ?' ? . ? Ondevgeteekenden erkennen, dat aet stichten vön een nieuw beursgebouw ter vervanging, van de bestaanden hier tei' stede eea groote behoefte is, zoodat zij dan ook langen tijd geleden met groote belangstelling veraa.men, det h~t Stedelijk Bestuur ontwerpen daarvoor in gereed heid liet brengen en met chefs van eenige voorname handelshuizen over het stichten daarvan door en voor rekening van de Gemeente gesproken had. Zij gevoelen zeer wel dafc zoodanige stichting belang rijke uitgaven eischt voor de Gemeente, ,die intussehen andere groote werken van openbaar nut nog Reden, waarom alle hoop, dat deze nieuwe ta rieven met ingenomenheid ontvangen zullen worden, moet worden prijsgegeven. Spanje's koning zal den Isten.December in Zij zijn echter bepaald van oordeel dafc de nu voor gestelde oplossing van het be-rs-vraagstuk eene niet weüschelijke is.. Zonder een oordeel te willen uitspreken over de aanAadei deels, oordeeïen. zij het ia esploitatïe g^veo van de fie'trs aan. Coueesaïonarissen 2sesr verwerpeljjb^ en bozij of hq reglement iüaE«S 200 kan voorzien dat tod niet de mogelijkheid blijft bestaan dat oak. 3e beursheZflekers, op een ojf aadere wijze geexploitejerS woiden, t Terder aelrtea z§3fen toegaag tot de Beurs langs-hooge trappen niet alleen een-.misstand, maar daarenboven allerbezwaarlijkst en voor menig besirsbeaoeker een belet sel <aa. ter beurze te komen, vooral in den winter, wan neer sneeuw ea'slïk-d.qor dluiïenilén beurshezoekers ftasrop wordt meegedragen en gelijktijdige vor&t iet beetijgca of het algaan van die hooge trappen hspaald gevaarlijk kan maken. 'T'" Huns inziens is eert heütsbelasting ad/2o.?per per soon voor een dergelijke inrichting zeer bezwarend en zeer sekeir zouden -srj hetrbetalen daarvan niet dan noode overgaan. Gaarne eehtei; willen^ zij aan een beursbelastiug bijdragen, ZOQ de Gemeente een beursgebouw sticht, (Jet zooal niet een ,prachtig,, toch VKH spre&end ts& indrukwekkend mottwmenf,w.oT&.è, dat ook aan den nazaat eer bied voor het tegenwoordige geslacht zal inboezemen en het niet blootstellen 'aan een welverdienden spotkch. Zij veroorloven ziek te wijze-Q. op het gesprokeae door een lid van de Kamer via Koophandel in 'hare Verga dering den 5dea September 1.1. gehoaden, waarbij in derdaad aanzienlijke middelen werden aangewezen, waar op vroeger niet was gerekend en die den geldelijken last, welke de Bonw van n Beurs aan de Gemeente zoude opleggen, belangrijk zouden vermeerderen. Eedenen waarom de Ondergeteekenden den Gemeen teraad ,van -Amsterdam ten dringendste verzoeken de boYeaveimelde voordracht tot 'het stichten en in Con cessie geven van een beursgebouw niet goed te keuren, doch; . me.t voorloopige instandhouding van de tegen woordige zij het ook gebrekkige lokalen, te fe'aehten middelen te .vinden, waardoor liet der gemeente mogelijk zal zijn.een beursgebouw te stichten, dat den handel yan de hoofdstad des Rijks waardig is. Amsterdam, 31 October 1879. Het behoeft ter nauwernood gezegd te wor den1 dat -wij ons verheugen over de verschij ning van dit adres.-Van den aanvang af hebben wij de Beursplannen. bestreden op gronden, die door de 242 handelshuizen worden aangevoerd. Het' doet ons genoegen dat thans de arasterdamsene handelstand zijn stilzwijgen verbreekt en fier genoeg is om-te verfelarer, dat hy lie ver nog op betere dagen blijft wachten, dan aich te vrqdén te stellen, met een Beursgebouw dat- geen $$>re&end en indruJewékkmd monu1 ment is.' De gemeente zelf heeft een Beursgebouw te 'stichten, dat ook aan den nazaat eerbied voor het tegenwoordige geslacht zal inboezemen en ' het niet blootstellen aan een welverdienden ' spotla^h. Zoo spreken adressanten en onze lezers weten dat wij dit beamen. Amsterdam, het Yenetie van het "Noorden, heeft in 1845. zijn tradities verloochend en lan ger dan dertig jaar een Beursgebouw geduld, dat in de schoonste der steden als het afzich telijkst gewrocht een ergernis was voor ieder, die er aan dacht, dat der kunsten God aan 't IJ eens met geestdrift werd aangebeden. De handel' vaa Amsterdam weet, dat men toeii het spoor bijster is geworden en wil niet, dat men in 1879 noe vertleïzal afdwalen, maar vraagt r? ? t^ ST^. , . - ? ' . ' met aandrang 'dat men terugkere tot den weg, waarop onze rijke patriciërs der 17de eeuw ge wandeld hebbend De handel eischt weder eer bied voor zich 'zelf gelijk het voorgeslacht dit gedaa,n lieeft, hij gevoelt dat hij zich ook aan den nazaat-te verantwoorden zal hebben. , Te midden-van zooveel flauwheid en.hekrompenhéid, als waarvan de geschiedenis der heursplanne.n getuigt, is zulk een. flink woord goud waard. Wat er ook geheüre, ook als de Baad, wat wij niet verwachten, te eeniger tijd zijn zegel aan de voordracht van B, en W. zal schenken mag men althans met ingenomen heid er op wijzen, dat de schoonheid onzer -stad niet op nieuw onteerd is geworden en de handel, zich' niet ten tweede male heeft laten beleedïgen. zonder, een krachtig protest. , De Maatschappij voor den Werkenden Stand B^l op Donderdag a. s., des avonds ten. 8 ure precies (lokaal Eensgezindheid, Spui) een ver gadering houden, waarop de heer J. H. Leliman, de bespreking De Meurs", zal inleiden. de> Amstetetraafe ZOQ moedig zijn plicht vervult, ooVop l^t Leulmhfr Tlein, de Draken begin nen., te teinzen, Na.Feu41et's ,jArrete jonge Edelman," is Sarit's Nog Intimes" ten tooneele- gevoerd en het laatste op een wijs die slechts lof verdient. Het was in zijn -soort een- overwinning, dat het ge zelschap onder direlttie: Van Ollefen, Moor en Yeltman, ofschoon het bijna alle rollen met nieuw personeel bezetten moest, zoo gelukkig slaagde, ; ' ' Dit geestige stuk werd, goed bestudeerd, weder voor de eerste maal g,egeven. Yos, de goedhartige, naive en trouwe Caussade, speelde uitmuntend. Zelden zagen wij hem een rol vervullen met zooveel liefde, aoo natuurlijken nu en dan zoo echt hartstochtelijk, als verleden Woensdagavond. 'Moor, was, gelijk men ver wachten kon, een onberispelijke Dr. Tholosan en Bigot een onovertreffelijke Marécat. Dégrime van Bigot en Yeltman, de laatste als A^bdallah, wekte evenzeer bewondering, als hun keu rig spel. toejuichingen. Kafaël, Söhlke, ^ waa misschien meer overdreven daunoodigen-wenschelijk was; 't kon een graadje minder geweest zijn, maar zijn idioten-gezicht liet niet na effekt te maken. Mevr. Ellenberger speelde voor treffelijk als Cecile; alleen Ma urice, v. WesterhoveH, had niet altijd even gelukkige oogenblikken.. Een weinigje meer hartstocht zou hem niet schaden. De rol Yïgneux was aan M. van Beerüj die van Mevr. Yignenx aan Mej. Ruffa opgedragen en beiden bevonden zich in goede handen. Ook de ondergeschikte rollea van Benjamine -en Jenny, de eerste door Mej. Yink, de laatste door Eveliue Kapper, lieten niet te wen schen over. 1 Wij hopen dat Nos Intimes" nog dikwijls zal opgevoerd worden. Het stuk gaat de krachten ia Ket ee.a groote verdienste niet geheel on sympathiek, te zijn; zijne gebaren, soms een weinig overdreven, mochten aan zijn spaansch bloed geweten woiden, een volgende voorstel ling zal ons zijn talent nader leeren kennen. De kleine Jeanne zeide haar rol zeer lief./ "Het nastukje was La G-rowmaire, een van. die dolle comédies van Labiche, die opgevoerd^alleen op het tooneel schijnen te behooren, eir toch werkelijk "bij de lektnur niet zooveel ver>. liezen als men verwachten zou. , De komische* krachten van het gezelschap, de heeren MëriéV hand, Chamhly en'Y. Léon, deden ons harte-" lijk lachen. Mej. Delisle had misschien hefc^ eenvoudige van haar toilet wel wat Over-, dreven. Om kwart over tienen was de voorstelling afgeloapen; de volle trams bewezen hoe mea. dit op prijs stelde. Wanneer dit altoos h'efo geval kan wezen, zal men er gaarne te half-v L. acht voor komen. In de kolommen van een algemeen w cLe aandacht der lezers te. verzoeken, eenige levensbijzonderheden eener tooneelspeel-ster, is, dunkt mij, alleen te rechtvaardigen'^ wanneer bekendheid met diékunstenares/ bij de lezers verondersteld mag worden- Hoe'' groot de artiste ook moge geweest zijn, het"' ware anders nuttelooze moeite in een wijden.kr ng-haar tot het voorwerp eener levensbeschrijving^1 te willen maken. Men kan niet wijzen op wer-h ken die de pogingen van den biograaf wettigen."; De welsprekendste beschrijving der uitstekend-'! ste, doch onbekende gaven, laat ons koud. Als'; het gordijn na de voorstelling gevallen is, kan: van het gezelschap niet te boven. En het pi- men alleen belangstelling voor de tooneelliskante geestige Blijspel moet de aangenaamste oogenblikken verschaffen aan allen, die zeli' niet tot een -^soort van vrienden behooren, als die welke door den genialen Sardon wordt geschetst. gewezen plaats, vfelke nit ec.n handelsoogpnat niet on geschikt scbijot, maar wel als men.let op het aldaar toenemend drukke verkeer en op den schoenen toegang welke de stad daar bezit en die door dat beursgebouw het hu'welijk treden. Op Cuba wordt bij tusschenpoozen gestreden. De ? minister van 'koloniën heeft in den Senaat het Ontwerp tot wellicht wyu1- en bierlokalen den handel van afschaffing der slavernij ingediend en de tn'e- stad dss Rijks ten eeneninaal onwaardig. opgeofferd wordt,:?achten zij het houden van de han delsbeurs van Amsterdam hoven een rij van winkels en de hoofdHet doei; ons genoegen tékunnen mededeelen, dat terwijl het Nederlandsen Tooneel" in d'mie De zaak is dan eindelijk weder in orde, en we hebben een fransch tooneelgezelschap, dat op dien naam mag aanspraak maken. Het slechte weer op Donderdagavond en de teleuretelling van de vorige premiere, had1 niet zooVele bezoekers van de Plantage afgeschrikt. als we gevreesd hadden; de zaal, vooral-in de stalles, was vrij goed bezet. Laty had voor zijne rentree een stuk geko zen, waarin zijn talent, zijn leeftijd, zijne stem het best op hun plaats zijn. De Girardin's suppUee d'une femme eischt een ernstig, krach tig man, imposant genoeg om te mogen ver geven, eenvoudig ? genoeg om eerbiedwaardig te zijn. Laty was .dat alles; wij zien hem lie ver, in deze rollen, dan b.v. als vicomte de in. Jj&s BenoUon. De krans, hem ?Yrijdagavond toegeworpen, de herhaalde en hartelijke applaudissementen waren getuigen, dat een getroffen publiek zich dankbaar be toonde. Het stuk is genoeg bekend; reeds vaak heb ben reizende gezelschappen het als proefstuk gekozen. Het is zoo dankbaar, vordert zoo weinig personen en doet ze zoo goed uitkomen. De intrigue, kunstig gesponnen, speelt zich schijnbaar eenvoudig af; de ontknooping, ver rassend nieuw, schijnt geheel natuurlijk; een succes 'de larmes, te midden van de septische stukken van de laatste jaren kan geen kwaad. Mad. Drège, die ons bij het vorige gezel schap reeds een der minst .onverdienstelijke leden scheen, vervulde hier voldoende de rol van de schuldige vrouw; heeft haar spel van tijd tot tijd iets mats, hare geste soms iets eeutoonigs, men.kan zeggen, dat zg niets be derft, en dat het toch ook niet vaak gebeuren zal, dut ons eeae tragische kracht als die van Mm. Mondelet, te genieten gegeven wordt; De coquette, Mm. Marguérite Yillers, bab belde, als aan haar emplooi past, en droeg een allerelegantst costuum; het zézayeeren, voor een enkele maal niet onaardig, moet echter op den duur vervelen; misschien is het eene kleine nuance,- die de actrice.in enkele rollen te pas, brengt, en in andere nalaat. De verleider Alvafez, de heer Vienne, vol deed ook bij eene eerste kennismaking vrij goed; wanneer men alles behalve Ie temt, role heeft, ten vorderen van hen die. in de zaal waren. En' als voor .-goed de loophaan van. de toq--' neelartiste. gesloten is, dan kan slechts de her innering aan hare gaven, en oiet nieuwe ken nismaking er mede, den naam der .kun-' stenares doen voortleven. Het groote publiek-.: heeft recht om -te verlangen, dat de actrice waarover men tot het spreken wil, deel uit-' maakt van den,voorraad tooneelh'erinneringen; die lk gewoon mensch geacht kan worden bij' zich te dragen.' Het is dan ook met minder schroom dat iku nitnoodig eenige oogenblikken stil te staan bij het verleden van Miie. Agar, dan ik: wellicht gevoelen zou wanneer ik op hét punt stond u hetzelfde te verzoeken ten opzichte van. v. Rachel hare groote voorgangster. > Mlle. Florence Léonide Gharvin, .genaamd. Agar, werd geboren te St. Cla-ude (Jura) den 8sten September 1836. Zij ging- in 1853 naar Parijs, waar zij- hoopte met hare muzikale gaven haar brood te verdienen. Nu en dan trad zij op voor het publiek van cates-'concertsj. waar zij met een zeker tragisch vuur liederea zong die met het oog op hare bekwaamheden . gedicht werden. In 1859 bezong zij yoót het eerst op het groote tooneel de pveiS winning van Solferino in het theatre marchais. Op het voorbeeld van Rachel deed .professor Ricourt die zich met hare verdere ontwikkeling, belastte, haar van naam deren. Mlle. Gharvin verdwijnt om plaats-te maken voor Agar. , Nog hetzelfde jaar debuteerde zij (theatre de la tour d'Auvergne) in Don César de Baz'an, spoedig daarop in Phèdre. Agar deelt met de gebroeders Coquelin, de HH. Woeius, Laroche, allen sociètaires van de Gomédie franrai&e, de bijzonderheid van in dit schoawburgje te heb ben gedebuteerd. Langen tijd.bleef zij er de voornaamste aantrekkingskracht van, Vooral, bare Phê&re (Maart 1803} trok-s eler aandacht. Nog had haar spel te lijden van oner varenheid, gebrek aan zelfkennis en ?elfbeheersching, ruwheid, kortom, de gebreken die door een merkwaardige overeenkomst niet vreemd zijn aan de. meeste jonge autuces. Even als dat te dikwijls geschiedt, bi ach ten haar de toejuichingen van het dank bare publiek, dat om het weinige uitstekende het vele middelmatige vergat, te spoedig vcor de gezonde, en geleidelijke ontwikkeling van haar talent -naareen groot tooneel waar de eerste rollen van het ? klassieke repertoire haar wéldra te beurt vielen. In 1863 verliet Agar l'Odéon voor la Comé~ die frangaise waar zij andermaal n hetzelfde 'hier en daar met rose strikken gegarneerd. Zij is opgestaan om nuij te gemoet f e gaan, enter"wijl zij haar japon opneemt,- komt er een keur rig roozerood schoentje uitkijken. Karel, die naast haar ptaat, heeft dat schoentje ook ge zien. ' '" ??Ik hoop dat ge u vandaag heter voelt, zfegt zij, terwijl zij nijüheide handen hartelijk drukt. Gij ziet er ten minste allerliefst uit. Het - waa ook zoo gloeiend warm gisteren; ik'-had -?er zelfs last van, en ik', ben toch'aan de Oostersche temperatuur gewend. Kom, mevrouw Balfour, zullen wij gaan? zegt onze gastheer, terwijl hij Karel naar haar toeduwt, en mij zijn arm .'aanbiedt. Wij zullen de optocht openen, lacht hij, dan hebben die twee wat te kijken, terwijl zij ons volgen. Ver trouw u maar gerust aan den ouden heer toe ! ' "Wij gaan rondom de .keurig met bouquetten versierde tafel zitten, en het gesprek is spoedig algemeen. De glazen deuren zijn wijd geepend, en gunnen ? ons den vrijen blik in de bree.de cederalïee en door het groote koepelvormig vooruitstekende venster aan den anderen kant van de eetkamer zien wij het cro (piet-plein on der de zware beuken; die de plaats haar naam hebben gegeven. Het zachte hebt der onder gaande zon hult alles in gouden gloed; de ischaduweri worden langer; een. lieflijke geiir van bloemen en bloesems vervult de lucht, ook in de kamer, en veikwikt de ziel, terwijl heerIqfce koele dranken en friseche spijzen het lichaam laven en voeden. Zelfs de pikzwarte mijnheer Balfour schijnt den invloed dier aangename omgeving ? te ontdooien, en verwaardigt zich om ons het een en ander te vertellen van zijn drie kinde ren, -waaraan%ij innig gehecht schijnt te zijn. Hii deelt mij mee hoe oud zij zijn en hoe ze. er uitzien, en onze goede mevrouw Sroythe met haar echt moederlijk hart, begint natuurlijk mee te praten, want geen onderwerp is haar liever dan dat der olijftakken". "Wij hebben het. dus heel druk met ons drieën, tot een luid gesproken opmerking, van den gastheer onze aandacht trekt. ' .?Op'mijn woord, zegt'hij, dat is déstout ste'.bewering, die ik dbit door een-dame heb hooren uitspreken. , . Ik ben van de waarheid overtuigd,'her neemt mevrouw Balfour lachend. .Men zou haast gaan denken, mevrouw, dat gij uit persoonlijke ondervinding spreekt, zegt mijnheer Smythe met verhoogden blosen op eenigszins heftïgen toon. ? Vergeet niet, waarde mijnheer Smythe, zegt mevrouw Balfour-, op een ? toon alsof ze iets goed -wilde maken, vergeet niet dat ik gezegd heb gewetenloos^ gewetenloos genoeg.. O ja, zeker, (fat hebt ge gezegd; n 'dat is goed ook! . ; Wel, Arnpld, beste, wat is er? Wat hebt ge beweerd, Mevrouw Balfonr, daar mijn roan zoo van geschrikt is? vraagt mevrouw Smythe lachend. Welk een verschil met het lachje van mevrouw Balfour! Ik heb enkel een overtuiging uitgespro ken, die k al jaren lang gehad heb, zonder dat ik ooit aanleiding gekregen heb om haar te laten varen. Aldus spreekt laatstgenoemde dame, terwjjl allen haar aanzien. Ik durf liet gerust herhalen, omdat ik overtuigd ben dat het de waarheid is. Hoor hoor; stilte voor den spreker roept Karel lachend, terwijl hij de schoone vol be langstelling aankgkt. Zij( richt zich zeer bepaald'tot b.em. ? Gij weet wat ik gezegd heb: wilt gij dat ik het,herhalen zal? vraagt zij hem. ^- Zekerlijk,-.He.t is mij bijna te hoog, en. als ik het nog eens hoor, zal ik 't misfchien beter begrijpen. Ik ben 'alijd traag van begrip ge weest, zooals gij weet, maar toch niet geheel onvatbaar voor origineele denkbeelden. Ik heb dan tot. deze beide heeren gezegd die intusschén. veel te groote waarde hechfen aan roijn .woorden :?dat iedere vrouw, die een zekere mate van bekoorlijkheid en ver stand bezit, lederen man dien zij verkiest, harts tochtelijk op aich verliefd kan maken, onder voorwaarde altijd dat zij ook gewetenloos ge noeg is. Terwijl zij sprak ontmoetten haar oogen de mijnen, en het was mij of er, naar mate van de verbazing die zij in mijn blik ge lezen moét hebben^ een uitdrukking van diepe minachting en uittartendén haat over haar ge laat vloog. Zou dat ook verbeelding geweest aijn V Later .als wij dames samen in de laan zitten, terwijl de heeren met hun sigaren den straat weg een eind opwandelen, denk ik weer dat ik overdreven gevoelig geweest ben, en mij toegegeven heb aan mijn kinderachtige hersen schimmen, want nu is mevrouw Balfour weer allerliefst en vriendelijk. Onze gastvrouw heeft het een of ander excuus gemompeld over-haar dichtbevolkte kinderkamer boven, en ons jonge dames" alleen gelaten om over onze pretjes" te spreken, terwijl zij haar ernstige plichten" gaat vervullen. Na een paar hartelijke woor den over de vrouw des huizes, zegt mevrouw Balfour op haar vertrouwelijken toon: Wat hebt gij een aardigen, vreemden naana ??Fee'! Feh'cia zeker ? Ik; verlang om u ook zoo te mogen noemen. Wij zijn ,al zulke oude vrienden door Karel. Ik heb zoo verlangd om kennis met: u te maken, en ik heb hem giste ren zoo veel van u laten Vertellen, toen gij zelve zoo \veiniglusttotpratenhad.Dewarmte Hinderde u geducht schud nu maar niet van neen met uw wijs, hoofdje! Karel zei dat gij heel anders waart gewoonlijk, en hy wilde mij toch zoo graag een goeden indruk van u ge ven, omdat Iiij natuurlijk hoopt dat wij groote vrienden zullen worden ! En dat .zullen wij ook, niet waar, lieve Fee? Zij heeft haar stoel dicht b'ij den mijne geschoven en streelt mijn beide handen, terwijl zij op half peiszenden toon voortspint,: Gij komt mij nog zoo heel jong voor, Fee! Bedenk eens wat ik al niet doorleefd heb, hoe ik her- eu 'derwaarts geslingerd ben! Toen die goede Marie en ik samen op.school wa ren, zwoeren wij dat wij nooit van elkander zouden scheiden. Schoolmeisjes-eeden niet de eenige die uitgesproken en verbroken werden ; Helaas, helaas !.. . Ik bracht al mijn vacanties bij déAlleyne's door, en zoo kwam het dat. Karel en ik elkaar zooveel ont moetten, zooveel, dat.., hier zwijgt zij eens klaps, niet met een zucht, maar als -om even na te-denken; daarna heeft zij. klaarblijkelijk het besluit opgevat om de een of andere ver trouwelijke mededeeling voor zich- te houden, en zonder dat ik een woord geantwoord heb, gaat zij voort: -^ Toen. het bericht kwam dat ik Engeland moest vaarwel zeggen, dacht ik dat ik' sterven zou. Karel en Marie gingen beiden mee naar Southampten om'mg weg .te brengen., Och, wat. schreiden wij bitter, kinderen, .die wij waren, alle driel Ik deed de reis onder het geleide van Sir James Balfour en zijn vrouw, een broer van Jan, en in Hong-Kong een hóoge betrekking bekleedend. Jan kwam ons afhalen, bij onze aankomst, en bracht mij be richten van mijn ouders, die hem gezonden hadden om verder voor mij te zorgen. Reeds bij die eerste ontmoeting had ik een diepen in druk op hem gemaakt. Hij wa's oud genoeg om mijn vader te zijn, maar dat was gp^n be zwaar in zijn oogen. Tweemaal vroeg hij mij om. zijn vrouw te worden, en tweemaal wei gerde ;ik. Maar gedrongen door mijn ouders, en gehoor gevend aan het gevoel van hoogach-, ting, dat mijnheer Balfour mij inboezemde, 3af ik eindelijk mijn toestemming, en een half par na mijn' vertrek uit Engeland, was ik goed en wel getrouwd ! Ik vond het niet piettig om Marie Alleyne over al die dingen te fcchryven', omdat ik dan 'tevens haar verlangen naar een spoedig" wederzien zou hebben moeten teleuistellen. Ik had beloofd om over twee jiar te rug te "komen, en" nu was ik natuuilnk ver plicht om bij mijn man te blijven.. MJ^U moe der zond een communicatie aan de Alleyne's en tevens een verslag van de htiwelijkspleehtigheid, die met alle mogelijke pracht en staatsie plaats had. En verbeeld u, wij kregen n het geheel geen antwoord! Vindt gij dat met onhartélijk van zulke oude vrienden ? Eeist zes jaar later schreef mevrouw Alleyne' aan mijn moeder om haar KarePs huwelijk medetedeelen, en' zg zong uw lof, beste, zooals, men dat van schoonmoeders maar zeer zelden hoort. (Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl