Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTSEDA
TOOR NEDEBLAND.
iYolseley tracht in Zuid-Afrika alle
vruchte oogsten die zijn overwinning op
Cetayo kan afwerpen. Tu het eene kafferhoofd
onttroond heeft hij ziek tot het andere ge
it en Cecocoeni de les gelezen. De
Transers zijn in 't minst niet meer te vreezen,
3 zij 't al ooit geweest zijn! Waarschijnlijk
len thans de konfederatie-planneh
welspoef voor den dag komen . die onder de
onnstige omstandigheden, -voor een tijd lang
rden.weggeborgen. . . .,
moiie- voorgelezen. Het zal nu spoedig woe
den behandeld.
Nog moet vermeld worden dat Engeland
thans met Frankrijk aandringt op de regeling
der grieksch-tuiksehe grensscheiding. Enge
land had tot dusverre geen s>poed. Het schijnt
dat h'et den Porte toonen wü, hoeveel zijn
vriendschap waard is.
De Dagbladen bevatten, : ,
Het Handelsblad:. Een 'Britsch- Indisch,
b«De beteekenis van het. Bondgenootschap'
tusschen Oostenrijk ea Duitschfand wordt nog
niet zeer duidelijk. Als het wezentlijk, gelijk
de Kölnisehe Zeitung beweert,
voornamentlijk m'oest strekken om Rusland tot de orde
te roepen en een reeds,half e,n,half
voorbereiden oorlog te voorkomen, heeft het wonder
lijk snel zijn. doel getroïen. Immers "de ver
standhouding tusschen den russischen en
duitschen keizer laat op eens niets te wenschen
over. De grootvorsten vertoefden aan het
duitsche Hof, de russische gezant maakte een jacht
partij mee en men beweert reeds dat
Rus1 land ' het drie
gron'dvësten.
keizersverbond op nieuw wil
De voordeelen die van Bismafck
. met zijn "bezoek aan Weenen beoogden, zullen
nog wel elders gelegen zijn, dan waar de
Eolnische haar tracht aan te wijzen. Dat Rus
land zich in zijn uitgeputten toestand gereed
zou maken om Duïtschland, dat'zeker alleen
tegen hem opgewassen' zou zijn, aan té, grijpen
kan men moeilijk aannemen, en de fransche
natie zal onder haar tegenwoordige leiÖsïieden
zeker niet naar de duitsche grenzen gevoerd
worden.
In Frankrijk valt mét den terugkeer van een
'aantal geamnestiëerden,' eenïge beweging waar
te nemen. De verkiezing Van Blanqni,
geJvolgcl door die van Humbert voor den parijscheii
gemeenteraad, de toespraken der bevrijde hel
den op de feestmalen, en 4e" taal op het ar
beiderscongres te Marseille 'gevoerd, bewijzen
dat net aan woelzieke lieden in de Republiek
niet ontbreekt. Van dit alles wordt door hen,
die het gemeenebest vijandig zijn een dankbaar
gebruik gemaakt, en zoo wordt het gedruisch
zooveel mogelijk -versterkt, maar niemand
lang. Oorzaken en gevolgen, (de
Staatsbegrooting.) Het adres.der Werklieden... Een-valsche
Diagnose.
Nieuws v. d.- Dag: De
ontwerp:vestingb'egrootïng voor 1880., De tucht op
de-Koopvaardij schepen. -
?N. lêoit.-Courant: Naar aanleiding van het
oorlogs-budgêt van- 1880. Partieele
Wetsherzieiiing. Onze nïtvoereïi naar Indië.
Het Vaderland: .Het artikel van Houten.
Een noodzakelijke verbetering.
Arnhemsche Courant ^ Over de onbeduidend
heid van het voprloopig verslag over-Hoofd
stuk l der Begrooting. .
Amsterdamsche Courant: Eene, belangrijke
discussie. (Werkzaamheden der Wethouders.)
Curagaoenonderhoprigeeilanden^Atjeh-Borneo.:
; Dagblad van Z.-Holl. en 's Gravenhage: Een j
bescheiden Staatshulp, -(Ned. Z.-,Oosterspcor- \
weg-maatschappij.) Een zonderling feit,-enz.
(Theologie en politiek in de Kamer.)
De Standaar-d.: Confederatief.
DeTyd: De geest der conservatieve partij,
De G-ids :? Engelsehe en Hollandsche
Yrijheidsplannen, door 'Mr. W.. H. de Beaufort.. |
des Tjjds: Een politieke diagnose,
door Mr. S. v. Houten.
DB BEURS.
Aan den Gemeenteraad van Amsterdam, werd
door 242 handelsfifma's, waaronder de voor
naamste <der hier ter stede gevestigde Huizen
voorkomen, onderstaand adres-verzonden. ???
Geven met verschuldigden eerbied te keimen 3e
dndergeteekenden, kooplieden te Amsterdam ea aldaar ter
benrae dagelijks vertegenwoordigd wordende, dat zij nit
vreest iets kwaads. De natie is de les, die aij j de voordracht ran Burgemeester en Wethouders aan
van de kommune ontvangen heeft, nog niet j den Gemeenteraad sub No. 208, gewijzigd bij
voordrachvergeten en de Kepublikeinèn zullen door deze; ** Sllb No' 38S eö364 en uiÈde beraaddugingen van
teekenen van opgewondenheid in liefde voor
het welbevestigd gezag toenemen. -Laat ons
hopen, dat zij niet iri. een "ander, uiterste, zul
len vervallen en uit afkeer, van een misplaatst
of ongegrond enthousiasme degeamnestieerden
jiöodeloos tegen zich ia het harnas jagen. De
Kamer van Koophandel en Fabrieken den 22stco
as en 5den September j.\. gehouden, ontwaard
b.ebb_en: .
dat hét voornemen bestaat" om ter vervanging van de
gebouwen, waarin tegenwoordig de groote koopmans- en
graanbearzea gehouden wordöa, een nieuw, gebouw te
stichten op het aan te plempen Damrak ter plaatse
geKaad van het Legioen van Eer begaf zich op legentusschendenubestaaadePapen-enOadebruggea;
?een bedenkelïjken weg door de verloste hal- l ^af de eerste verdieping van dafc gebouw lang ruim
JÜgen van hun broederschap .der orde ver- 200 meters bij eea breedte van slechts 40 meters
vallen te verklaren. Su is men wel .niet eer- j bestemd is voor Beurs, voor hulppost en
telegraaikanloos als men geenridder van dat legioen mag hee- toor-eu restauratie, terwijl de 2e verdieping voor kan
ten, doch het behoeft, geen betoog dat der- toorlokalen-ingericht en gelijkstraats een rondgaaade
gelijke besluiten voor de gedekoreerden der'be- -rij lokalen gemaakt zal worden ter verhuring'aait (de
broeders krenkende! is dan kerker- meestbiedende) winkeliers en andere neringdoenden;
dat die 'Beurs te bereiken, zal zijn langs n of meer
dere trappen elk*-van 24 of 23 ireden; .
dat dit. gebouw zal worden gesticht en geëxploiteerd
Straf. \
Bismarck zoekt een opvolger voor den ge
storven staatssecretaris von Bülow. Dit is een
. ,..-. -i -n- __ -^ j-?3 _?i door Coneesssionarissen (of een hen vervangende
Naammoeiehik werk. Een zoo eigenaardig, .despos- L - ? \ v
. , , , ,11 -n--i i T T j looze vennootschap), en het -bezoek van die .Beurs zal
tisch diplomaat als de Rijkskanselier, die de , , ,.-'[' ', i ,. , ,-.,....
, * , , ,.,. ^ . , T , n , worden toegestaan tegen betaling hetzij bil wijze van
eeheele duitöche politiek met alleen beheerscht, l , . ^ ,OE , f ,.
g^jicvii- «.«iiw r '.abonnement a ? 25 s jaars, voor hem die op eigen naam
maar schept en vormt, kan. met ZOO licht l rf ? ak deelgenoot Of als .besteurder eener Vennootschap
iemand vinden, die als zijn alter ego durft op- U^^ driiftj of ^ wijK6 YaiL ^geKjksch entreegeld
treden. Hotfenlohe door Bismarck zelf de eer
waardig gekeurd, biedt aan de verleiding of
aandrang weerstand.
Over de werking der
.
nieuwe tariefwetten
verneemt men nog weinig bemoedigends. Wel
heeft de Regeering in de troonrede de ver
wachting doen uitspreken dat het volgende
-jaar de ontvangsten ruimer zullen, vloeien,
voorloopig echter bemerkt men ,er niet veel van.
Integendeel. Men staat voor de noodzakelijk
heid, vroeger door Bismarck .ontkend,
het Douanen-corps met 700 man te .vermeer- voor .,..,-,.
. , i , , .-, ... . - a-route sommen moes besteden.
deren ten emde het sunken, dat op groote 5
schaal gedreven wordt, .tegen te gaan. Hu
moeten met Januari 1880 de graanrechten ge
heven worden en de oogst was zeer sober.
a ? 0.25. ?' ? . ?
Ondevgeteekenden erkennen, dat aet stichten vön een
nieuw beursgebouw ter vervanging, van de bestaanden
hier tei' stede eea groote behoefte is, zoodat zij dan ook
langen tijd geleden met groote belangstelling veraa.men,
det h~t Stedelijk Bestuur ontwerpen daarvoor in gereed
heid liet brengen en met chefs van eenige voorname
handelshuizen over het stichten daarvan door en voor
rekening van de Gemeente gesproken had.
Zij gevoelen zeer wel dafc zoodanige stichting belang
rijke uitgaven eischt voor de Gemeente, ,die intussehen
andere groote werken van openbaar nut nog
Reden, waarom alle hoop, dat deze nieuwe ta
rieven met ingenomenheid ontvangen zullen
worden, moet worden prijsgegeven.
Spanje's koning zal den Isten.December in
Zij zijn echter bepaald van oordeel dafc de nu voor
gestelde oplossing van het be-rs-vraagstuk eene niet
weüschelijke is..
Zonder een oordeel te willen uitspreken over de
aanAadei deels, oordeeïen. zij het ia esploitatïe g^veo van
de fie'trs aan. Coueesaïonarissen 2sesr verwerpeljjb^ en
bozij of hq reglement iüaE«S 200 kan voorzien
dat tod niet de mogelijkheid blijft bestaan dat
oak. 3e beursheZflekers, op een ojf aadere wijze
geexploitejerS woiden, t
Terder aelrtea z§3fen toegaag tot de Beurs langs-hooge
trappen niet alleen een-.misstand, maar daarenboven
allerbezwaarlijkst en voor menig besirsbeaoeker een belet
sel <aa. ter beurze te komen, vooral in den winter, wan
neer sneeuw ea'slïk-d.qor dluiïenilén beurshezoekers ftasrop
wordt meegedragen en gelijktijdige vor&t iet beetijgca
of het algaan van die hooge trappen hspaald gevaarlijk
kan maken. 'T'"
Huns inziens is eert heütsbelasting ad/2o.?per per
soon voor een dergelijke inrichting zeer bezwarend en
zeer sekeir zouden -srj hetrbetalen daarvan niet dan noode
overgaan. Gaarne eehtei; willen^ zij aan een
beursbelastiug bijdragen, ZOQ de Gemeente een beursgebouw sticht,
(Jet zooal niet een ,prachtig,, toch VKH spre&end ts&
indrukwekkend mottwmenf,w.oT&.è, dat ook aan den nazaat eer
bied voor het tegenwoordige geslacht zal inboezemen en
het niet blootstellen 'aan een welverdienden spotkch.
Zij veroorloven ziek te wijze-Q. op het gesprokeae door
een lid van de Kamer via Koophandel in 'hare Verga
dering den 5dea September 1.1. gehoaden, waarbij in
derdaad aanzienlijke middelen werden aangewezen, waar
op vroeger niet was gerekend en die den geldelijken
last, welke de Bonw van n Beurs aan de Gemeente
zoude opleggen, belangrijk zouden vermeerderen.
Eedenen waarom de Ondergeteekenden den Gemeen
teraad ,van -Amsterdam ten dringendste verzoeken de
boYeaveimelde voordracht tot 'het stichten en in Con
cessie geven van een beursgebouw niet goed te keuren,
doch; . me.t voorloopige instandhouding van de tegen
woordige zij het ook gebrekkige lokalen, te
fe'aehten middelen te .vinden, waardoor liet der gemeente
mogelijk zal zijn.een beursgebouw te stichten, dat den
handel yan de hoofdstad des Rijks waardig is.
Amsterdam, 31 October 1879.
Het behoeft ter nauwernood gezegd te wor
den1 dat -wij ons verheugen over de verschij
ning van dit adres.-Van den aanvang af hebben
wij de Beursplannen. bestreden op gronden, die
door de 242 handelshuizen worden aangevoerd.
Het' doet ons genoegen dat thans de
arasterdamsene handelstand zijn stilzwijgen verbreekt
en fier genoeg is om-te verfelarer, dat hy lie
ver nog op betere dagen blijft wachten, dan
aich te vrqdén te stellen, met een Beursgebouw
dat- geen $$>re&end en indruJewékkmd
monu1 ment is.'
De gemeente zelf heeft een Beursgebouw te
'stichten, dat ook aan den nazaat eerbied voor
het tegenwoordige geslacht zal inboezemen en
' het niet blootstellen aan een welverdienden
' spotla^h. Zoo spreken adressanten en onze
lezers weten dat wij dit beamen.
Amsterdam, het Yenetie van het "Noorden,
heeft in 1845. zijn tradities verloochend en lan
ger dan dertig jaar een Beursgebouw geduld,
dat in de schoonste der steden als het afzich
telijkst gewrocht een ergernis was voor ieder,
die er aan dacht, dat der kunsten God aan 't
IJ eens met geestdrift werd aangebeden. De
handel' vaa Amsterdam weet, dat men toeii het
spoor bijster is geworden en wil niet, dat men
in 1879 noe vertleïzal afdwalen, maar vraagt
r? ? t^ ST^. , . - ? ' . '
met aandrang 'dat men terugkere tot den weg,
waarop onze rijke patriciërs der 17de eeuw ge
wandeld hebbend De handel eischt weder eer
bied voor zich 'zelf gelijk het voorgeslacht dit
gedaa,n lieeft, hij gevoelt dat hij zich ook aan
den nazaat-te verantwoorden zal hebben.
, Te midden-van zooveel flauwheid
en.hekrompenhéid, als waarvan de geschiedenis der
heursplanne.n getuigt, is zulk een. flink woord goud
waard. Wat er ook geheüre, ook als de Baad,
wat wij niet verwachten, te eeniger tijd zijn
zegel aan de voordracht van B, en W. zal
schenken mag men althans met ingenomen
heid er op wijzen, dat de schoonheid onzer
-stad niet op nieuw onteerd is geworden en de
handel, zich' niet ten tweede male heeft laten
beleedïgen. zonder, een krachtig protest.
, De Maatschappij voor den Werkenden Stand
B^l op Donderdag a. s., des avonds ten. 8 ure
precies (lokaal Eensgezindheid, Spui) een ver
gadering houden, waarop de heer J. H.
Leliman, de bespreking De Meurs", zal inleiden.
de> Amstetetraafe ZOQ moedig zijn plicht vervult,
ooVop l^t Leulmhfr Tlein, de Draken begin
nen., te teinzen,
Na.Feu41et's ,jArrete jonge Edelman," is
Sarit's Nog Intimes" ten tooneele- gevoerd en het
laatste op een wijs die slechts lof verdient. Het
was in zijn -soort een- overwinning, dat het ge
zelschap onder direlttie: Van Ollefen, Moor en
Yeltman, ofschoon het bijna alle rollen met
nieuw personeel bezetten moest, zoo gelukkig
slaagde, ; ' '
Dit geestige stuk werd, goed bestudeerd,
weder voor de eerste maal g,egeven. Yos, de
goedhartige, naive en trouwe Caussade, speelde
uitmuntend. Zelden zagen wij hem een rol
vervullen met zooveel liefde, aoo natuurlijken
nu en dan zoo echt hartstochtelijk, als verleden
Woensdagavond. 'Moor, was, gelijk men ver
wachten kon, een onberispelijke Dr. Tholosan en
Bigot een onovertreffelijke Marécat. Dégrime
van Bigot en Yeltman, de laatste als
A^bdallah, wekte evenzeer bewondering, als hun keu
rig spel. toejuichingen. Kafaël, Söhlke, ^ waa
misschien meer overdreven
daunoodigen-wenschelijk was; 't kon een graadje minder geweest
zijn, maar zijn idioten-gezicht liet niet na effekt
te maken. Mevr. Ellenberger speelde voor
treffelijk als Cecile; alleen Ma urice, v.
WesterhoveH, had niet altijd even gelukkige
oogenblikken.. Een weinigje meer hartstocht zou hem
niet schaden. De rol Yïgneux was aan M. van
Beerüj die van Mevr. Yignenx aan Mej. Ruffa
opgedragen en beiden bevonden zich in goede
handen. Ook de ondergeschikte rollea van
Benjamine -en Jenny, de eerste door Mej. Yink, de
laatste door Eveliue Kapper, lieten niet te wen
schen over.
1 Wij hopen dat Nos Intimes" nog dikwijls zal
opgevoerd worden. Het stuk gaat de krachten
ia Ket ee.a groote verdienste niet geheel on
sympathiek, te zijn; zijne gebaren, soms een
weinig overdreven, mochten aan zijn spaansch
bloed geweten woiden, een volgende voorstel
ling zal ons zijn talent nader leeren kennen.
De kleine Jeanne zeide haar rol zeer lief./
"Het nastukje was La G-rowmaire, een van.
die dolle comédies van Labiche, die
opgevoerd^alleen op het tooneel schijnen te behooren, eir
toch werkelijk "bij de lektnur niet zooveel ver>.
liezen als men verwachten zou. , De komische*
krachten van het gezelschap, de heeren MëriéV
hand, Chamhly en'Y. Léon, deden ons harte-"
lijk lachen. Mej. Delisle had misschien hefc^
eenvoudige van haar toilet wel wat Over-,
dreven.
Om kwart over tienen was de voorstelling
afgeloapen; de volle trams bewezen hoe mea.
dit op prijs stelde. Wanneer dit altoos h'efo
geval kan wezen, zal men er gaarne te half-v
L.
acht voor komen.
In de kolommen van een algemeen w
cLe aandacht der lezers te. verzoeken,
eenige levensbijzonderheden eener
tooneelspeel-ster, is, dunkt mij, alleen te rechtvaardigen'^
wanneer bekendheid met diékunstenares/
bij de lezers verondersteld mag worden- Hoe''
groot de artiste ook moge geweest zijn, het"'
ware anders nuttelooze moeite in een wijden.kr
ng-haar tot het voorwerp eener levensbeschrijving^1
te willen maken. Men kan niet wijzen op wer-h
ken die de pogingen van den biograaf wettigen.";
De welsprekendste beschrijving der uitstekend-'!
ste, doch onbekende gaven, laat ons koud. Als';
het gordijn na de voorstelling gevallen is, kan:
van het gezelschap niet te boven. En het pi- men alleen belangstelling voor de
tooneelliskante geestige Blijspel moet de aangenaamste
oogenblikken verschaffen aan allen, die zeli' niet
tot een -^soort van vrienden behooren, als die
welke door den genialen Sardon wordt geschetst.
gewezen plaats, vfelke nit ec.n handelsoogpnat niet on
geschikt scbijot, maar wel als men.let op het aldaar
toenemend drukke verkeer en op den schoenen toegang
welke de stad daar bezit en die door dat beursgebouw
het hu'welijk treden. Op Cuba wordt bij
tusschenpoozen gestreden. De ? minister van
'koloniën heeft in den Senaat het Ontwerp tot wellicht wyu1- en bierlokalen den handel van
afschaffing der slavernij ingediend en de tn'e- stad dss Rijks ten eeneninaal onwaardig.
opgeofferd wordt,:?achten zij het houden van de han
delsbeurs van Amsterdam hoven een rij van winkels en
de
hoofdHet doei; ons genoegen tékunnen
mededeelen, dat terwijl het Nederlandsen Tooneel" in
d'mie
De zaak is dan eindelijk weder in orde, en
we hebben een fransch tooneelgezelschap, dat
op dien naam mag aanspraak maken. Het
slechte weer op Donderdagavond en de
teleuretelling van de vorige premiere, had1 niet
zooVele bezoekers van de Plantage afgeschrikt.
als we gevreesd hadden; de zaal, vooral-in de
stalles, was vrij goed bezet.
Laty had voor zijne rentree een stuk geko
zen, waarin zijn talent, zijn leeftijd, zijne stem
het best op hun plaats zijn. De Girardin's
suppUee d'une femme eischt een ernstig, krach
tig man, imposant genoeg om te mogen ver
geven, eenvoudig ? genoeg om eerbiedwaardig
te zijn. Laty was .dat alles; wij zien hem lie
ver, in deze rollen, dan b.v. als vicomte de
in. Jj&s BenoUon. De krans, hem
?Yrijdagavond toegeworpen, de herhaalde en
hartelijke applaudissementen waren getuigen,
dat een getroffen publiek zich dankbaar be
toonde.
Het stuk is genoeg bekend; reeds vaak heb
ben reizende gezelschappen het als proefstuk
gekozen. Het is zoo dankbaar, vordert zoo
weinig personen en doet ze zoo goed uitkomen.
De intrigue, kunstig gesponnen, speelt zich
schijnbaar eenvoudig af; de ontknooping, ver
rassend nieuw, schijnt geheel natuurlijk; een
succes 'de larmes, te midden van de septische
stukken van de laatste jaren kan geen kwaad.
Mad. Drège, die ons bij het vorige gezel
schap reeds een der minst .onverdienstelijke
leden scheen, vervulde hier voldoende de rol
van de schuldige vrouw; heeft haar spel van
tijd tot tijd iets mats, hare geste soms iets
eeutoonigs, men.kan zeggen, dat zg niets be
derft, en dat het toch ook niet vaak gebeuren
zal, dut ons eeae tragische kracht als die van
Mm. Mondelet, te genieten gegeven wordt;
De coquette, Mm. Marguérite Yillers, bab
belde, als aan haar emplooi past, en droeg
een allerelegantst costuum; het zézayeeren,
voor een enkele maal niet onaardig, moet
echter op den duur vervelen; misschien is het
eene kleine nuance,- die de actrice.in enkele
rollen te pas, brengt, en in andere nalaat.
De verleider Alvafez, de heer Vienne, vol
deed ook bij eene eerste kennismaking vrij goed;
wanneer men alles behalve Ie temt, role heeft,
ten vorderen van hen die. in de zaal waren.
En' als voor .-goed de loophaan van. de toq--'
neelartiste. gesloten is, dan kan slechts de her
innering aan hare gaven, en oiet nieuwe ken
nismaking er mede, den naam der .kun-'
stenares doen voortleven. Het groote publiek-.:
heeft recht om -te verlangen, dat de actrice
waarover men tot het spreken wil, deel uit-'
maakt van den,voorraad tooneelh'erinneringen;
die lk gewoon mensch geacht kan worden bij'
zich te dragen.'
Het is dan ook met minder schroom dat
iku nitnoodig eenige oogenblikken stil te staan
bij het verleden van Miie. Agar, dan ik: wellicht
gevoelen zou wanneer ik op hét punt stond
u hetzelfde te verzoeken ten opzichte
van. v. Rachel hare groote voorgangster. >
Mlle. Florence Léonide Gharvin, .genaamd.
Agar, werd geboren te St. Cla-ude (Jura) den
8sten September 1836. Zij ging- in 1853 naar
Parijs, waar zij- hoopte met hare muzikale
gaven haar brood te verdienen. Nu en dan
trad zij op voor het publiek van cates-'concertsj.
waar zij met een zeker tragisch vuur liederea
zong die met het oog op hare bekwaamheden .
gedicht werden. In 1859 bezong zij yoót
het eerst op het groote tooneel de pveiS
winning van Solferino in het theatre
marchais. Op het voorbeeld van Rachel deed
.professor Ricourt die zich met hare verdere
ontwikkeling, belastte, haar van naam
deren. Mlle. Gharvin verdwijnt om plaats-te
maken voor Agar. ,
Nog hetzelfde jaar debuteerde zij (theatre
de la tour d'Auvergne) in Don César de Baz'an,
spoedig daarop in Phèdre. Agar deelt met de
gebroeders Coquelin, de HH. Woeius, Laroche,
allen sociètaires van de Gomédie franrai&e, de
bijzonderheid van in dit schoawburgje te heb
ben gedebuteerd. Langen tijd.bleef zij er de
voornaamste aantrekkingskracht van,
Vooral, bare Phê&re (Maart 1803} trok-s eler
aandacht. Nog had haar spel te lijden van oner
varenheid, gebrek aan zelfkennis en
?elfbeheersching, ruwheid, kortom, de gebreken die
door een merkwaardige overeenkomst niet
vreemd zijn aan de. meeste jonge autuces.
Even als dat te dikwijls geschiedt, bi ach
ten haar de toejuichingen van het dank
bare publiek, dat om het weinige uitstekende
het vele middelmatige vergat, te spoedig vcor
de gezonde, en geleidelijke ontwikkeling van
haar talent -naareen groot tooneel waar de
eerste rollen van het ? klassieke repertoire haar
wéldra te beurt vielen.
In 1863 verliet Agar l'Odéon voor la Comé~
die frangaise waar zij andermaal n hetzelfde
'hier en daar met rose strikken gegarneerd. Zij
is opgestaan om nuij te gemoet f e gaan,
enter"wijl zij haar japon opneemt,- komt er een keur
rig roozerood schoentje uitkijken. Karel, die
naast haar ptaat, heeft dat schoentje ook ge
zien. ' '"
??Ik hoop dat ge u vandaag heter voelt,
zfegt zij, terwijl zij nijüheide handen hartelijk
drukt. Gij ziet er ten minste allerliefst uit. Het
- waa ook zoo gloeiend warm gisteren; ik'-had
-?er zelfs last van, en ik', ben toch'aan de
Oostersche temperatuur gewend.
Kom, mevrouw Balfour, zullen wij gaan?
zegt onze gastheer, terwijl hij Karel naar haar
toeduwt, en mij zijn arm .'aanbiedt. Wij zullen
de optocht openen, lacht hij, dan hebben die
twee wat te kijken, terwijl zij ons volgen. Ver
trouw u maar gerust aan den ouden heer toe !
' "Wij gaan rondom de .keurig met bouquetten
versierde tafel zitten, en het gesprek is spoedig
algemeen. De glazen deuren zijn wijd geepend,
en gunnen ? ons den vrijen blik in de bree.de
cederalïee en door het groote koepelvormig
vooruitstekende venster aan den anderen kant
van de eetkamer zien wij het cro (piet-plein on
der de zware beuken; die de plaats haar naam
hebben gegeven. Het zachte hebt der onder
gaande zon hult alles in gouden gloed; de
ischaduweri worden langer; een. lieflijke geiir
van bloemen en bloesems vervult de lucht, ook
in de kamer, en veikwikt de ziel, terwijl
heerIqfce koele dranken en friseche spijzen het
lichaam laven en voeden.
Zelfs de pikzwarte mijnheer Balfour schijnt
den invloed dier aangename omgeving
? te ontdooien, en verwaardigt zich om ons het
een en ander te vertellen van zijn drie kinde
ren, -waaraan%ij innig gehecht schijnt te zijn.
Hii deelt mij mee hoe oud zij zijn en hoe ze.
er uitzien, en onze goede mevrouw Sroythe met
haar echt moederlijk hart, begint natuurlijk
mee te praten, want geen onderwerp is haar
liever dan dat der olijftakken". "Wij hebben
het. dus heel druk met ons drieën, tot een luid
gesproken opmerking, van den gastheer onze
aandacht trekt. '
.?Op'mijn woord, zegt'hij, dat is déstout
ste'.bewering, die ik dbit door een-dame heb
hooren uitspreken. ,
. Ik ben van de waarheid overtuigd,'her
neemt mevrouw Balfour lachend.
.Men zou haast gaan denken, mevrouw,
dat gij uit persoonlijke ondervinding spreekt,
zegt mijnheer Smythe met verhoogden blosen
op eenigszins heftïgen toon. ?
Vergeet niet, waarde mijnheer Smythe,
zegt mevrouw Balfour-, op een ? toon alsof ze
iets goed -wilde maken, vergeet niet dat ik
gezegd heb gewetenloos^ gewetenloos genoeg..
O ja, zeker, (fat hebt ge gezegd; n 'dat is
goed ook! . ;
Wel, Arnpld, beste, wat is er? Wat hebt
ge beweerd, Mevrouw Balfonr, daar mijn roan
zoo van geschrikt is? vraagt mevrouw Smythe
lachend. Welk een verschil met het lachje van
mevrouw Balfour!
Ik heb enkel een overtuiging uitgespro
ken, die k al jaren lang gehad heb, zonder
dat ik ooit aanleiding gekregen heb om haar
te laten varen. Aldus spreekt laatstgenoemde
dame, terwjjl allen haar aanzien. Ik durf liet
gerust herhalen, omdat ik overtuigd ben dat
het de waarheid is.
Hoor hoor; stilte voor den spreker roept
Karel lachend, terwijl hij de schoone vol be
langstelling aankgkt. Zij( richt zich zeer
bepaald'tot b.em.
? Gij weet wat ik gezegd heb: wilt gij dat
ik het,herhalen zal? vraagt zij hem.
^- Zekerlijk,-.He.t is mij bijna te hoog, en. als
ik het nog eens hoor, zal ik 't misfchien beter
begrijpen. Ik ben 'alijd traag van begrip ge
weest, zooals gij weet, maar toch niet geheel
onvatbaar voor origineele denkbeelden.
Ik heb dan tot. deze beide heeren gezegd
die intusschén. veel te groote waarde
hechfen aan roijn .woorden :?dat iedere vrouw,
die een zekere mate van bekoorlijkheid en ver
stand bezit, lederen man dien zij verkiest, harts
tochtelijk op aich verliefd kan maken, onder
voorwaarde altijd dat zij ook gewetenloos ge
noeg is. Terwijl zij sprak ontmoetten haar
oogen de mijnen, en het was mij of er, naar
mate van de verbazing die zij in mijn blik ge
lezen moét hebben^ een uitdrukking van diepe
minachting en uittartendén haat over haar ge
laat vloog. Zou dat ook verbeelding geweest aijn V
Later .als wij dames samen in de laan zitten,
terwijl de heeren met hun sigaren den straat
weg een eind opwandelen, denk ik weer dat
ik overdreven gevoelig geweest ben, en mij
toegegeven heb aan mijn kinderachtige hersen
schimmen, want nu is mevrouw Balfour weer
allerliefst en vriendelijk. Onze gastvrouw heeft
het een of ander excuus gemompeld over-haar
dichtbevolkte kinderkamer boven, en ons jonge
dames" alleen gelaten om over onze pretjes"
te spreken, terwijl zij haar ernstige plichten"
gaat vervullen. Na een paar hartelijke woor
den over de vrouw des huizes, zegt mevrouw
Balfour op haar vertrouwelijken toon:
Wat hebt gij een aardigen, vreemden naana
??Fee'! Feh'cia zeker ? Ik; verlang om u ook zoo
te mogen noemen. Wij zijn ,al zulke oude
vrienden door Karel. Ik heb zoo verlangd om
kennis met: u te maken, en ik heb hem giste
ren zoo veel van u laten Vertellen, toen gij
zelve zoo \veiniglusttotpratenhad.Dewarmte
Hinderde u geducht schud nu maar niet van
neen met uw wijs, hoofdje! Karel zei dat gij
heel anders waart gewoonlijk, en hy wilde mij
toch zoo graag een goeden indruk van u ge
ven, omdat Iiij natuurlijk hoopt dat wij groote
vrienden zullen worden ! En dat .zullen wij
ook, niet waar, lieve Fee? Zij heeft haar stoel
dicht b'ij den mijne geschoven en streelt mijn
beide handen, terwijl zij op half peiszenden
toon voortspint,:
Gij komt mij nog zoo heel jong voor,
Fee! Bedenk eens wat ik al niet doorleefd heb,
hoe ik her- eu 'derwaarts geslingerd ben! Toen
die goede Marie en ik samen op.school wa
ren, zwoeren wij dat wij nooit van elkander
zouden scheiden. Schoolmeisjes-eeden niet
de eenige die uitgesproken en verbroken
werden ; Helaas, helaas !.. . Ik bracht al
mijn vacanties bij déAlleyne's door, en zoo
kwam het dat. Karel en ik elkaar zooveel ont
moetten, zooveel, dat.., hier zwijgt zij eens
klaps, niet met een zucht, maar als -om even
na te-denken; daarna heeft zij. klaarblijkelijk
het besluit opgevat om de een of andere ver
trouwelijke mededeeling voor zich- te houden,
en zonder dat ik een woord geantwoord heb,
gaat zij voort:
-^ Toen. het bericht kwam dat ik Engeland
moest vaarwel zeggen, dacht ik dat ik' sterven
zou. Karel en Marie gingen beiden mee naar
Southampten om'mg weg .te brengen., Och,
wat. schreiden wij bitter, kinderen, .die wij
waren, alle driel Ik deed de reis onder het
geleide van Sir James Balfour en zijn vrouw,
een broer van Jan, en in Hong-Kong een
hóoge betrekking bekleedend. Jan kwam ons
afhalen, bij onze aankomst, en bracht mij be
richten van mijn ouders, die hem gezonden
hadden om verder voor mij te zorgen. Reeds
bij die eerste ontmoeting had ik een diepen in
druk op hem gemaakt. Hij wa's oud genoeg
om mijn vader te zijn, maar dat was gp^n be
zwaar in zijn oogen. Tweemaal vroeg hij mij
om. zijn vrouw te worden, en tweemaal wei
gerde ;ik. Maar gedrongen door mijn ouders, en
gehoor gevend aan het gevoel van hoogach-,
ting, dat mijnheer Balfour mij inboezemde, 3af
ik eindelijk mijn toestemming, en een half par
na mijn' vertrek uit Engeland, was ik goed en
wel getrouwd ! Ik vond het niet piettig om
Marie Alleyne over al die dingen te fcchryven',
omdat ik dan 'tevens haar verlangen naar een
spoedig" wederzien zou hebben moeten
teleuistellen. Ik had beloofd om over twee jiar te
rug te "komen, en" nu was ik natuuilnk ver
plicht om bij mijn man te blijven.. MJ^U moe
der zond een communicatie aan de Alleyne's
en tevens een verslag van de
htiwelijkspleehtigheid, die met alle mogelijke pracht en staatsie
plaats had. En verbeeld u, wij kregen n het
geheel geen antwoord! Vindt gij dat met
onhartélijk van zulke oude vrienden ? Eeist zes
jaar later schreef mevrouw Alleyne' aan mijn
moeder om haar KarePs huwelijk
medetedeelen, en' zg zong uw lof, beste, zooals, men dat
van schoonmoeders maar zeer zelden hoort.
(Wordt vervolgd.)