Historisch Archief 1877-1940
Verschijnt, lederen Zondagochtend.
ELLERMAN, HARMS & C".
Kantoor: Kokin 2.
ZONDAG 16 NOVEMBER.
Abonnement per 3/m. .
Afzonderlijke Nummers.
Advertentiëü per regel .
60 Cts. fr. p. p.
75 Cts.
5 » ,
15 >
INHOUD.
Een Doodvonnis. ? -BUITE&LAKDSCH OVER
ZICHT. ? FEUILLETON. ? GEMEENTEZAKEN.
KUNST Het Nederlandsen Tooneel. De
fransche Opera. ? LET.TEBKUNDE. Het verloren
LKind door Dr. Jan -ten-? Erink> DOOK ALB.'TH.
Hand in hand. Van een Spoedstuk". Ook ver
scheen een Se goedkoop© druk. De Catalogus
Bar van Alderwerelt - STATISTISCHE £N
'INDUSTBÏËBLE MEDEDEELINGEN. Eeii Spoor
weg, van .de Middel!. 5üee naar Eng'. Indien. Uit
een vergelijkend .Overzicht. Een Italiaansch
militair' Tijdschrift. ? Finantieële Brieven. ?
Overzicht 'van 'de Effekiëitmarkt. ?. Allerlei. ?
Ingezonden. ? Handelspverzicht der Week. ?
.Veilingen. ? Schepen-, in lading. ?-Onbestel
bare brieven. ? Burgerlijke Stand. ? Te'huur
zijnde woningen. ? ADVERTENTIE^.
Schouw., enz. ? . .
MSJS
In het ISTovember-nummer van de Vragen
des Tijds, komt voor een artikel. van Mr. .S..
'van Houten, getiteld sEene Politieke diag
nose." Dat artikel heeft veol bestrijding uit
gelokt. Er wordt allerwegen beweerd, dat
Mr. van Houten thans het liberale
Ministerie-Kappeyne tracht op te rapen, dat hij
zelf- heeft omvergeworpen. ï)it verwijt is on
gegrond. De 'heer van- Houten, die hot op
treden van den minister Kappeyne heeft be
vorderd, omdat bij van de onder zijne leiding
gereorganiseerde liberale partij de hervormin
gen verwachtte, welke noodzakelijk zijn, heeft
denzelfden minisUr "bestreden, toen deze zijne
verwachtingen niet vervulde. Toen daaren
tegen ? naar zjjne meening ? de minister
Kappeyne een beteren weg insloc'g en
grondswetsherziening instelde, was de oorzaak van
bestrijding voorbij en het oogenblik van on
dersteuning aangebroken. Door die houding
is Mr. van Houten niet met zichzelven in
strijd gekomen, maar integendeel zichzelven
gelijk gebleven. De oppositie, die door hem
gevoerd werd, is zeker wel de ? men Ver
geve- het woord"' ? onpersoonlijkste- en
zakelijkste welke -men wenschen kanv.
Er bestaat echter naar onze meening tegen
"zijn laatste artikel, eene geheel andere grief.
Was het mogelijk, dat de minister Kap
peyne de man kon zijn voor .zoo gewichtige
maatregelen, als dóór Mr. van Houten; en
vele hei vormingsgezinden met hem worden
gewenscht ?. Was he.t mogelijk met het
oog" o.p de persoonlijkheid van Mr. Kap
peyne ? Was het -mogelijk met het oog op de
partij vorming in de Staten Generaal?
En dan zeggen wij neen.
Het' heeft menigeen vrij wat moeite ge
kost mee te gaan met de hoopvolle ver
wachtingen, welke plotseling van Mr.
Kappeyne werden-gekoesterd. Bij .de algèmeeue
populariteit echter, welke hem ten deel viel,
nebben' zij gezwegen en gehoopt, dat
Kappeyne's politiek beleid-èeter zou blijken te zijn,
dan zij vermoedden. Maar de proef is nog er
ger uitgevallen, dan zij . ooit hadden ge
vreesd. Het Ministerie Kappeyne was noch
geacht bij de natie, noch geacht bij dé
kroon; van liefde wordt niet eens. gespro
ken. Bij zijn'. uiteinde had het bijna geen
andere vrienden, dan de zeven amsterdamsche
afgevaardigden. ,
Er werd te Amsterdam in*(zckeie klingen
ocloofd, dat hot Ministerie Kappeyne voor
Ie hoofdstad een bion van weldadighf«l^n
was. Wij kunnen nog altijd niet vinden,
f} it de Minister Kappeyne vooi de
hooM^ad ? welker rechtsgeleerde raadsman Inj
v/as geweest voor casbatiezaken ? vo l meei
gedaan heeft, dan haar bestuur behulpzaam
te zijn in zekere rechtens zeer betwistbare
maatregelen, zooals de geheimhouding van
kohieren, de goedkeuring van het straaige,lcl
Wanneer iuen nu dergelijke diensten niet
hoog aanslaat, dan is er geen reden om het
.Ministerie Kappeyne als een gelukzon vooi
Amsterdam te beschouwen.
Doch dat de amsterdamsche afgevaar
digden hem hebben gesteund en nog zijne
keurbende uitmaken is zeker. Dat weet
ieder die met de haagsche politiek een
weinig bekend is. Zal nu iemand willen
beweren, 'dat .die ? amsterdamsche afge
vaardigden ? hetzij men ze telt, hetzij
men ze wöegt ? ons aan een grondwets
herziening zull-jn. heipen, ons bevrijden van
geldaristocratie, waartegen de heer 'van
Houten zoo krachtig te ? velde trekt?
In de Staten-Generaal is geene meerder
heid voor denkbeelden van hervorming
.Grondwetsherziening is daar slechts een motief
voor redevoeringen, 'maar geen stof voor een
degelijk voorstel, dat op aanneming rekenen
kan. Ten minste'ZBO zal het blijven, zoo
lang de dwang daarvoor niet van buiten
komt. En' nu Heeft de heer van Houten
zeker grcote verdienste, wanneer hij in
de Kamer, dat punt aan de orde stelt en
houdt, maar het kan geen middel zijn om
een ministerie weg te jagen. Immers het is
zeker, dat wanneer. het ministerie van
Lynden valt, dit ni,et zal gebeuren door eene
meerderheid welke grondwetsherziening wil,
maar alleen door eene koalitie; van
klerikaleh, welke over het jninlsterie ontevreden
zijn, wellicht van enkele konservatieven, en
de'vrienden van den-heer Kappeyne. Bij die
koalitie zich aansluitende, zal de heer van
Houten -misschien de. e'enige' zijn, die een
grondwetsherziening ? althans eene
wenschelijke ?- verlangt, en' deze zal van de
koalitie wel schade doch geen voordeel hebben.
Wanneer men niet gelooft aan de. hervor
mende kracht van Kappeyne en van zijne
vrienden, dan verliest ook hetgeen in de
laatste dagen tusschea het ministerie Kap
peyne en de kroon, en de wijze waarop het
ministerie van Lynden in het leven kwam,
veel van zijn gewicht. Het i^ wel te den
ken, dat grondwetsherziening en gi'oote uit
breiding van kiesrecht, in democratische rich
ting, niet dadelijk in genade zijn bij de kroon.
Doch het is ook onbillijk en onhistorisch dat
te verlangen. De kroon geeft gewoonlijk het
laatst toe, en werpt zij zich spoedig in de
armen der democratie, dan zijn hare
beweeg?redenen niet het best te ' vertrouwen. De
kroon heeft de laatste beslissing te geven.
Zij doet haar plicht wanneer zij--zich tegen
den drang der natie niet verzet. Maar wij
kunnen niet aannemen, dat haar antwoord
aan den minister Ka^ppoyne, die ieder had
teleurgesteld, én door wat hij niet deed, én
Vooral door wat hij wél deed, die vooral
tegen m1! de kiooa zel-re nooit eene waardige
houding heeft ?»tit«ai in te nemen, ? wg
kunnen nut topg^vPEslat de kroon een onver
diend, antwooid gaf'^n den miui&ter Kap
peyne, toen hij ? en- hoe ! ? plotseling met
zyjne gi oudwetsherziening voor den dag kwam.
Ei zijn wellicht ook onedele imloeden bi] rk
kioon. weikzaam g weest, ma r dat zy
/ooveel veriuot.ht'-n, zou alwedei bcwrjzm dit
hit rninistei-ie K-ippeyne met van het gehalte
was om die altijd in den omtiek van een
hof wtik/ame invloedenf te weei staan
En nu het Minibteiae van Lynd^n' I1'
dit te besrh:>uwen alb fen K-ib.nct ddt aan
> paleis-ievulutie han oidstain te danken
heeft9 W?uncei men Zegt dat htt gten
p niemendallen ooispiosg heeft, d in i^ dit
jui^t Maar waaja in ligt dit andeis d-in
d 111 aan, dat m liet pailemenfc geen aange
wezen paity is om het loei 111 handen te h
fabeu ? Het was (xn dei veidiensteu van de
kombinatn*\a,n Lynlan, dat zy vu schillende ele
menten lewt, welLei tegenstelling alhtniu
het veileden h u e veiklaung vindt Het is
nu eemm l niet anders bH imm^teiie van
Lynden is samingeoteld uit peisonen, welt e
behoudene enkek scïukeeimgen, hH bestaande
vooi lief nemen, esi de werkelijk
konservatxeve paiiy voimen De Tweede Kcunei ib
ook konsPivatief, en het mmibteiie Kappeyne
vooi de grondwetshemenmg ook was vrij wd
hiai u,fbeeldbel Htt gioote verschil tusschen
de beide mmisteuen is dat hit eene mi en
het andeie Ijniten de Kamei is gevoimd , en
natuuilyl, dat het minibtene van Lynden
dit liatvte tegen zich heeft, in,de Kamei be
schouwt men htt als een indringer
In dien zin is het minibte,ne van Lynden
dan ODk een «koninklijk" kabinet, een kabinet
tiouwens zooah vooi heb mrai&terie
Kctppeynp altijd bestonl Doch ook ditstiookt
met het konseivatief ka^^ter, dat wy aan
het mimiteiip van Lynden toekennen en znlk
een Konmklrjk Kabinet is geheel iet-= andeis
dan een Kabinet ontstaan uit een »Paleis
revolutie." Het moet werkelijk den misister
Vissering vreemd in de óorén klinken, van
zulk een ministerie deel uït te maken!
De slotsom, .is, dat het verkrijgen van
noodlgo 'hervormingen en een doodvonnis
over het Ministerie van Lynden niet het
zelfde' is. Wanneer dit vonnis zal ten. uit
voer gelegd zijn, wat moet er dan gebeuren?
Zullen wij dan . weer Kappeyne krijgen met
zijn 7 amsterdamsche volgelingen, vermeer
derd met enkele vrienden en diegenen, welke
gewoonlijk zich bij een nieuw Ministerie
aansluiten? Zullen wij dan ,'prineipiëele
hervormingen krijgen ? Er behoort een goed
geloof toe om het te vertrouwen! Onze raad
zou daarom zijn,' (Ut de hervormingen, welke
verlangd worden, buiten de Staten-Gen er aal
aan de orde ? worden gesteld; deze laatste
zullen wel volgen, evenals ook ongetwijfeld
de kroon, welke vóór eene nationale behoefte
altijd het hoofd buigt. ? ,
De groots vraag te Berlijn is of de
russische troonopvolger (Jen keizer eru bezoek zal
brengen. Dit -schijnt-.nog .niet zeker te zijn.
Men viee^t dit er \nnmWeI afs elzalkomen
ïïimïddels is de Caiewiichen zynegemilm met
den komng ert den koi mgm van Denemaikbn te
Weenen aaB^ekomen, en dooi den kei*sei en
de gezanten der beide Kijken ontvingen De
rncs ontvingen van Fians Jozei een hand
kus, dp koning van Denemaiken moest zich
met een haiiddiuk te Meden stpllen, doch de
grootvorst genoot de eer meer dan eens om
armd en gpkust te wolden, m a w de ont
vangst was waim
Ovei de beteeken^ vtn de?e o itmoetrug en
de Ëfpspiekken die binnenkamers gehouden
zullen \ioiden kan men naiuuilifk met
oordeelen Zij zd eem^zins blijken, -wanneer de
Ciiewitch Berlijn al of met bezoekt. Komt
de giootvoi&t ook m Dmtsehlands hoofdstad,
dan zil de viiend^chnp aan Fians Jozef be
^en, \olb'iekt nipt als een bewijs mogen
gelden \an -veimeeideide koelheid ttgeuotei
keuei Wilhelm, PD heeft de i-ns van den
iuselien tioonojtvol^ei ongetwijfeld de betee
ni,, dat Rusland het dmtï,cVoo4enrijk=ch
"Vcibond niet als openlijk te en z ch gencht
beschouwt en eikent Gaat, -«at men vieest,
de gart van Fians Jozef van "Wepuen naar
Petersbuig teiug, ^ondei Beihjn aan te doen,
dan zal ei geen eind zjn aan de redeneei
ngen o\ei de spanning tu Oehen het dmt'die
en rus=i che hof, een '-panrnn^, die natuurlijk
nipt tot de hoven "bepeikt blijft, miai ook op
de be^de H ilen zal ovei slaan
Toch geloo^en wij, heeft de PUIOJ ee_che \iede
weinig \an deze voi Mijke be-ioeVn te hopen
of te duchten De gioote S Ut en m het
Oobteu zijn \ooiloop,!g-tot ooi log. voeren
onmachti1, willen zij met zich zelf^aan de
jammerlykite gevolgen blootstellen De volkeien
beei ix in t, opdat zij zi<h heistellen en tot
ontwikkeling gei aken 'lot gioofe
woistelf.tii)den ZP\ het zekei eenmaal komen, maar
een aanleiding daartoe, .wordt door niet één
hunner op dit oogenblik gezocht- :
Bïsmarck weeft aan hét protectionistische kleed,
waarmee .hij zijn arme Staten wil dekken en
verwarmen. De spoorwegwet wordt in den
pruisischen landdag behandeld. De algemeene
beschouwingen zijn reeds geëindigd én de voor
dracht werd in handen van een kommissie ge
steld. Stemmen uït de Forts.chrïtts-partij en'het
centrum verhieven zich tegen het ontwerp,
maar de wet wordt aangenomen. De-, Staat ^al
zich meester maken van dé groote
Spoorweglijhen; hij zal.ze in handen hebben oin ze al
lereerst in 'hét. belang van het milit-airfëmé en
de landsverdediging te beneeren, om door wil
lekeurige _' tarieven de beschermende rechten op
hun' beurt te/beschermen en misschien ook pm
zich een, bron van inkomsten te verschaffen,
die de' regeering meer" onafhankelijk van de
volksvertegenwoordiging maakt. De
StaathuiShoudkundige wereld, .voor zoover zij niet zeker
is van het stelsel dat gevolgd behoort, te'wor
den, mag Bisinarck'daakbaar zijn; want'afge
zien van al het overige, neemt hij.op kolos
sale schaal'zulk .een kpnsekwent doorgevoerde
proef, dat men na verloop van eenige jaren zeker
met meer kennis van zaken over het beschermend
stelsel zal kunnen oordeêlen, dan tot heden het
geval is. Alleen de dmtsche natie die gevaar
loopt de dupe van deze proefneming te worden,
heeft minder reden den Rijkskanseher toe te
juichen.
JEen ambtenaren-oorlog aan den Nicmen
heeft een bevelschrift van het pruisische
miiiistei ie ten gevolge had, waarbij, als maati egel
van weerwraak, aan russlsche schepen verbo
den wordt het pruisische deel van den Niemen
te bevaren.
,Het wetsvoorstel om het budget van liet
keizerrijk voor twee jaren vasttestellen werd,
door den .Bondsraad £bed ontvangen. Dit is
te ^begrijpen. Alleen vond'men het te eng.'
Men wilde er nog de bepaling bijgevoegd
ii^ dat ook de Rijksdag slecht^, om de twee
jaren brjeengerooepen zou worden.
Beacon^field hield aan het diner bij gelegen
heid der installatie van den nieuwen lord
Mayor van Londen een toespraak, die alge
meen besproken wordt om haar onbeduidend
heid. De rol echter, die Engelands eerste
minister speelt, neemt met den dag toe in"
belangrijkheid. In den laatsten Hijd zendt
Beacon&field bevelen aan de vloot, die
Konstantinopcl in opschudding brengen. Nogmaals
bevatten de bladen de mededeeling dat
admiraal Hornby zich gereed moet houden om
dadelijk naar het Oosten te stoomen. Wat
de britsclie vlag d<tar moet uitwerken kan men
zelfs niet gissen. Hervormingen zijn van de
Porte niet te verwachten; tot een aanval kan
het .onmogeLjk komen zonder toestemming
der overige mogendheden; en dat Engeland
oorlogschepun bezit, weet men te Koustan-^
tinopel zeer goed, ook zonder dat zij zich
vertóoneiï. '
Niet onnatuurlijk brengt men deze manoeuvre'
van' de vloot met een aanstaande ontbinding
van het parlement in verband. Het ontslag
van . Schouwaloff is thans eeir voldrongen feit.
Xot -welke_ beti ekking de ontslagen gezant ge
roepen zal worden, ligtj nog in het duister.
Telen zien -in hem" clen aanstaanden opvolger
van Gortschakoff. i ? ' " "'
Het hongaarsclie Huis houdt zich bezig met
het voorstel tot regeling van het bestuur voor
Bosnië en de Herzegowina. De oppositie be
strijdt de annexatie, doch door de regeering ver
dedigd, wordt zij ten slotte ongetwijfeld nogmaals
goedgekeurd en door de voorgestelde regeling
bevestigd. De konservatieven in -
het-oostenrijksche Huis toonden bij de benoeming vaneen
president en een vice-pi evident de meerderheid
te bezitten. t
Een gerucht wil dat het italiaausche
ministerie bij Cairoli op het' nemen A an ontslag
aandringt. De verandering zou ten voordeéle?
van-de frakties der linkerzijde zijn.
Madrid bereidt zich voor op de feesten ter
ëere van het huwelijk des konings. De senaat
stelde de jaarwedde van de aan&taande ko
ningin _ vast op 450,000 peseta's. Volgens 'den
minister van buiten landsche zaken heeft dit
huwelijk geen staatkundige beteekenis.
Men beweert dat Grévy en Gambetta in een
onderhoud tott de slotsom zijn gekomen, dat
zij'. ten opzichte van alle punten der buiten- en
binnenlandscbe staatkunde, eensgezind zijn.
Dé Belgische kamers werden geopend. De
liberalen behaalden de meerderheid bij de ver
kiezing van een president voor kamer en
.senaat.
(Vervolg.)
?Korten tijd daarna kwam het bericht dat
de arme Marie .gestorven was. En ik was al
zes jaar getrouwd geweest, en mijn beide oudste
kinderen heetten Kar el en Marie en zij had
mij nooit een enkel woord geschreven. "
Mevrouw Balfour zwijgt weder "en ik .zie dat
de herinnering aan 'Marie haar heeft aange
daan. Daarop gaat, zij op geheel veranderden
toon voort:1 ?Ik vertel u dat alles omdat gij
anders licht verwonderd zoudt'zijn over den.
xvriendschappelijken toon tusschen uw man en
mij, die tot gisteren toe een vreemde voor u
was. Karels stillen en terughoudenden aard
kennende, wist ik heel goed dat hij de moeite
niet zou nemen ora u , het onbeduidend' ver
haal van onzen vroegeren vertrouwelijken om
gang te doen; misschien zelf heeft hij er nooit
1 meer aan gedacht tot wij elkander gisteren
zoo onverwachts ontmoetten! En 't is voor
een jong, liefhebbend vrouwtje altijd veel beter
om alles van die oude, histories -te weten.
Maar nu ik u .zooveel gezegd heb, moet gij
mij wederkeerig vertrouwen. Kom, kleine Fee,
trek uw hand niefc weg. Laat ik haar vasthou
den en vertel mij -dan uw heelë liefdesgeschie
denis eens; ik"weet dat gij uw knappen man
aanbidt! Wees mijn vriendin,' liefste, schenk
mij uw vertrouwen en denk geen kwaad van
.mij, zooals gij gisteren gedaan hebt." Zij heeft
innemende manieren, dat is zeker; haar vrien
delijk dringen blijft pok, niet zonder uitwer
king''en de ijskorst om mijn hart begint weg
te smelten, in spyt van den instinkt matigen
afkeer dien zij zoo goed geraden heeft. Zij
heeft daarenboven de teederste. snaar in mijn j
gemoed weten aan te roereu, en ik praat soo
graag over mijn besten Karel-en.over zijn groo
te goedheid jegens mij. ?Gy deedt een
zeiltocbtje op de Frausche kast, niet waar, en toen
de boot omsloeg kwam onze moedige Karel ?"
begint zij op :vragenden toon.
. ? Omsloeg? Ohé,neén, zoo romantisch, was
het niet. Wij waren aan het haring vangen in
een klein Fransen visscbersbootje, en hoewel
wij met een talrijk gezelschap waren, was er
maar één zeeman bij om ons te belpen. Mijn
beer Alleyiie was er bij en nog'meer vreem
delingen, en wij betaalden.ieder twee francs
om mee te mogen .gaan,- Wij zeilden uit te
Vettles, waar wij allen gelogeerd waren, en we
raakten wat ver in zee, en konden -niet terug
omdat bet landen daar zoo moeilijk is, en de
eb was te sterk, zoo waren wij verplicht bm
tot Dieppe door te gaan. Mijn stiefmoeder was
ook meegegaan; zij is erg vreesachtig van aard
en kreeg'het op haar zenuwen, hoewel er geen
reden was om zoo. 1-ahg te zijn. Fransche
dames zijn geloof ik heel ilicht angstig op het
water. Mijnheer Alleyne 'was zoo vriendelijk
en behulpzaam! Hij bezorgde ons een. rijtuig
en onderhandelde roet den koetsier en reed
toen met ons terug naar Yeules. Het was een
lange rit,' maar wij praatten den heelen weg
over en de tijd-was ons heel kort gevallen.
Daarna kwam hij lederen dag bij' ons ? hij
logeerde- ook te .Yeules ? en wij zaten veel
aan het strand samen. En toen wij weer in
Tarijs terug waren, waar mijn stiefmoeder een
school heeft, en ik dacht dat hij ons al lang
vergeten zou hebben te midden van. zijn deftige
Engelsche vrienden, kwam hij. ons een bezoek
brengen. Dat was met Kerstmis, en hij was zoo
goed en zoo lief en zoo vriendelijk. .En toen
bij weg was dacht ik dat mijn hart zou bre
ken, en toen wist ik dat ik hem meer beminde
dan mijn leven; maar ik wist toen ook dat bij
mij niet zon vergeten, dat voelde ik, en hij had
mij beloofd dat hij met de groote Tentoonstel
ling terug zou komen. Dat zou in Mei zij».
?Dan kom ik op den 12den Mei, had hij
gezegii, op uw verjaardag, en dan zullen wij de,
gewone orde. van zaken eens omkeergn, want
gij moet mij een geschenk geven bij die gele
genheid." En hij kwam.?" Hie;r blijf ik steken
en herinner mij nog eens wat er toen gebeurd
was, en mevrouw-Balfour laat mijn hand los,
die zij tot .op dat oogenblik vast was blijven
houden. ' '
? Ga voort, zegt zij ..op koelen toon; nu
komt juist het interessantste -eindje, van het
derde deel.
1 ? Vergeef mij, zeg ik met een blos
van.verlegenheid; het zal'u,wel vervelen om haar mijn
verhalen te luisteren.
? Daar vergist gij u zeer in, zegt zij met
hernieuwde belangstelling; in tegendeel,'ik luis
ter met alle aandacht. Maar ik ben koud ge
worden; laat ons wat op en neer loopen en
vertel mij dan alles. Hoe oud waart gij op dien
12ö? Mei?
? Zeventieü.
-?? En hij hield zijn woord, en hij kwam
terug ?
? Ja; en hij bracht Marie mee om kennis
'mot mij te maken. En terwijl zij bij mij zat
sprak hij met Madame Grancour, mijn (stief
moeder, en ? en zoo hoorde ik welk ge-'
schenk hij van,mij ver-langde. Madame was blij
dat zij. van isij af was, dat weet ik, want zij
md zelve dochter^ die veel ouder waren, en~
laar konden helpen in de school,"en ik kon
maar zoo weinig doen,-niets
danEngelschspreten en ? muziekles .geven. Marie Alleyne was
ngelachtig lief.voor mij.? van niemand had
k ooit aooveel hartelijkheid ondervonden. En
wat had zij haar .broeder innig lief! Telkens
en telkens smeekte zij mij om hem toch'trouw
e blijven, en nooit te veranderen! Alsof dat
mogelijk zou zijn! Mijn liefde is ,mija leven, en
ik' ben het gelukkigste schepsel. op de wereld,
o&dat ik zijn vrouw ben." Als gij ons eens wilt
komen opzoeken zal ik u dat prettig, gezellig
tehuis laten zien, dat hij mij gegeven heeft, en
dan kunt gij zelve beoordeelen of ik niet alle
reden heb om gelukkig en tevreden te zijn,
? Dank 'u, lieve,.is haar antwoord. Ik be
loof u dat ik de eerste de beste gelegenheid
zal aangrijpen om uw aardig nestje te komen
zien. Gij. zult er in wonen als een paar
tortelduif jes denk .ik.. -.- : .''.-'?
Dat zegt zij niet een vriendelijk .lachje, en
ik hoor niet dat er iets spottends in haar toon
is, maar herneem terstond: ? Wij zullen-het
u niet lastig maken met ons .gekir,., wees daar
gerust op! Wij zijn oude getrouwde menschen
en houden niet meer van die lievigheden in
het publiek.
? Des te beter; ik zou anders wel eens
jaloersch kunnen worden; want wij ? Jan en
ik ? zijn een erg prozaïsch paar natuurlijk.
Ik heb al byna berouw van mijn al te gulle
uitnoodiging, maar troost mij, zonderling ge
noeg, met de gedachte dat Karel met pleizier
zal hooren, dat ik ttyn vriendin bij ons ge
vraagd heb. Juist keert Mevrouw Smythe te
rug, duizend-maal verschooning vragend voor
laar langdurige afwezigheid; daarna
wandeén . wij samen de heeren te gemoet, die door
iet hekje aan den straatweg naar ons toeko
men. Mevrouw Balfour is allervriendelijkst je
gens mij. en ik doe mijn be&t om daaraan ie
Beantwoorden, of eigenlijk om iets te voelen,
dat naar dankbaarheid zweemt. Als hcfar rij
tuig vooikomt gaan wij allen naar de voor
deur om haar te zien vertrekken. Karel en
Mijnheer Balfour, loopen natuurlijk om de
paarden heen, en geven al kijkend hun denk
beelden ten beste over de mooiste soorten,
over bouw, kleur, enz., en mevrouw roept uit
het portier: ? Fee! Ik ga naar haar toe, en
zij zegt op eenigszins pleentigen toon: Ik zal
mijn belofte houden, deze week nog. Dan kom
ik tegen den tijd van het tweede ontbijt en
wij kunnen den langen voormiddag gebruiken
om over onze afwezige echtgenooten te pra
ten, en gij laat mij meteen al uw schatten zien.
Ik ben toch SOO blij dat wij elkander eindelijk
ontmoet hebben.
,', Terwijl Karel en ik naar huis wandelen, is
hij vroolijk en spraakzaam, en ik geef hem
even opgeruimd antwoord. Het verdriet van
gisteren is mij als een droom, ver af en ondui
delijk. Levendige en onaangename droomen
laten dikwijls een drukkend gevoel van angst
achter, al zijn wij ontwaakt, en ten volle van
hun onwaarheid overtuigd. De herinnering aan
zulk een dr oom en verdriet leeft nog wel iu 't
diepst van mijn ziel, maar ik kan er nu héél
goed over heen praten. Ik zeg zelfs allerlei
dingen ten gunste van mevrouw Balfour, en
vertel mijn man met een zeker gevoel van vol
doening dat zij mij de'heele geschiedenis van