De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 23 november pagina 4

23 november 1879 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

,.^^ DE.AMSTEBDAMMEB, WEKKBLAD VOOR NEDEKLAND. P. A. DE GÉNESTET. 1829?1879. 21 NOVEMBER Ja, u wijd ik het. lied, ~ Dat mijn veder ontvliet, Mijner dankbare ziel ten behoeve; En ik voel mij de tolk Yan mijn land, van mijn. volk, Bat erkentelijk staart op uw groeve! Met uw innige taal Zonder pronk, zonder .praal, Hebt gij 't hart der eenvoud'gen veroverd; Met Uw glimlach en traan, Met uw komen en gaan Ons de lieflijkste beelden getooverd. Gij, poëtische ziel! Die, hoe 't lot op u viel, Steeds met moed hebt gedragen, gestreden, Soms vermoeid van den strijd, H-ebt ge u^zelf weer bereid En gesterkt door de vroomste gebeden. O, in de ure van rouw Stondt ge vast in 'de trouw Yan uw goeden, uw hemelschen Vader, Ook in 't uur van genot . Boogt gij dankend, voor God, "En "bracht vreugde u den Gever nog nader! Met een hoopvol gemoed "Was u 't leven nog zoet, Ook als,weemoed uw harte doorgriefde; Als een-broederlijk "vrind Hebt ge uw vrienden bemind En uw Jezus met heilige liefde! G. WAAIEER. Uit het V.olk, Amsterdamsche Novellen en Schetsen, door .Jusorcs VAN MAUKIK JE. Am sterdam, Scheltema & Holkema. Uit het Volk!" Het zou ook goed geweest zijn, als er geetaan had Voor het Volk," want alle gezonde, frissche, vroolijkèlektuur, waar een mensch ook nog wat beter van wordt is goed voor het Volk. Maar wat men bepaald aan' de lieden, die zich daartoe reke nen, adresseert, wordt gewoonlijk door hen geweigerd," omdat een zeker instinkt hun zegt: wat de geletterden voor pnsbestemmen, zal wel vervelend zijn. Zij trachten om onzent wil laag bij den 'grond te .blijven, wat hun akelig veel inspanning kost; zij zetten er zich toe om vooral stichtelijk, leerzaam en nuttig te ? zijn. Zij dalen zoo vriendelijk t.ot ons af t en dan zijn zij in den regel onuitstaanbaar. ' Ook plegen vele' beschaafden zich niet'tot het volk te rekenen en meenen dus: een boekje voortdie klasse van mëaschen g schre-ven, is minder voor ons ontwikkelden geschikt, wij moesten het maar liever ongelezen laten. Daarum doet het mij genoegen, dat de heer Justus van Maurik op het titelblad van zijn boekje maar niet heeft laten drukken: Voor het Volk," want dat zou jammer geweest zijn, n voor de ;mannen des volks" n voor de "beschaafden." . , Zijne Amaterdamsche , novellen en schetsen behooren door het grootst mogelijk aantal menschen-gelezen en genoten te worden. ' Zij heeten met recht Amsterüamsclie novel len en schetsen. Eén van de vijf: Mie .de Porster. behoeft nauwelijks meer aangekon digd te worden. Dit verhaaltje is reeds door velen gelezen als feuilleton in deAmster dammer: en het oude vrouwtje, dat de titelrol vervult, is voor hen als een oude kennis. "Wanneer een kunstenaar met de teekenpen haar portret maakte in klein formaat, naar de gegevens van den schilder van Maurik, wij zouden het afbeeldsel gaarne een plaats geven in ons al bum. ' Ze heeft er eeii in ons hart. Interessant zijn de personen, die de auteur ten tooneele voert, want zij zijn hoe nederig oö'k, of hoe diep gezonken, menschen die hij zelf hier of daar gezien heeft, misschien alleen met het oog der verbeelding, maar gezien heeft hij hen, anders was het hem niet mogelijk ge weest hen zóó te beschrijven, dat wij .lezers hen ook als voor oogen hebben. Ook is de omgeving, waarin zij geplaatst zijn, zoo naar de natuur geteekend, dat de Bchiijm- ons een gids wordt door Amsterdam, waarvan hij ons bij voorkeur de minst'aan zienlijke buurten laat kijken. Hij brengt u door vuile straten, en morsige stegen in ver blijven, waar gij nauwelijks durft gaan zit ten, en woningen" die gij alleen niet zoudt ge vonden hebhen,. \ in'een schouwburg, waar ge voor 10 cents een .gewone en voor 15 een ge reserveerde 'zitplaats kunt krijgen, ja zelfs in de Stad-.Siugapoer". op den Zeedijk; :Gij zoudt zeker - maar liever terugkeeren, indien gij niet reeds lang ontdekt-hadt, dat uw ge leider een fatsoenlijk 'mau is die wel weet wat hij doet. Een realist ? ja zeker, maar niet een zooals er velen z$n, hij is een fatsoenlijk man zei ik, en een artist; als hij u in een morsige steeg brengt is 't hein niet te doen om u door 'de modder te laten loopen, veel minder om -u vuil te maken, hij heeft ook geen behagen in tabaksrook en brandewijnlucht, maar hij wil u menschen voorstellen die gij misschien nog nooit gezien hebt of niet zóó als hij ten z.ag. Evenals in Mie de Porster, ja meer nog, wekken in Een Mensohenleven en in Zoo'n Vrek de hoofdpersonen deernis en sympathie; er is in die verhalen, hoe vroolijk hier en daar ook de toon aij, veel wéemoedigs. Een avond vol Kunstgenot en Een Vrien^dendienst hebben geen andere pretensie dan ' de lezers eens hartelijk te laten lachen, wat ook een gezonde "bezigheid is in deae wereld TO! brandende vragen" en moeielijke gevallen. Zoo iets ais Een Vriendendienst had van Zeggelen indertijd wel kunnen en willen be zingen; hij hield ook wel van goedaardige grappeïv en was tevreden als hij zijn lezers wat onschuldige pret kon bezorgen. Nu goedhartig is van Maurik's Muze altijd,: ook waar ze de malste dingen vertelt,, en het} is deze ? eigenaardigheid vooral, diéhaar po-, pulair zal maken in den goeden zin des woords.,, Een staaltje nog. In een tapperij en slijterij, waar men Wijn, Punsch, Liqueren, Hollands' en Beijers Bier" verkoopt, zooals het uithang bord annonceert, zal kemédie" gespeeld wor-; den, een fijn stuk van avond,'zegt de baas. Het tooneel lijkt een ontruimde bedstede, de] zaal is vol tabaksrook, maar de entree bedraagt ook slechts 10 cents. Gij verlangt, dat het scherm zal worden opgehaald; gelukkig! daar klinkt de schel, 't Is pas het tweede gelui, zegt een zwarte sraidsjongen naast u. Einde lijk na het derde gelui b'egirit het stuk; het j is inderdaad afgerazend mooi, er komt een gemeene verraaier in voor,"met rood haar ,en een rooie sik, en hij draait met zijn oogen dat! j'er naar van wordt; Veldman van 't Leidsche: plein is er niks niemendal bij, volgens 't jonge smidje. Dat er 4 lijken op 't tooneel. liggen als het scherm valt, behoeft niet gezegd te worden.- ,, Jammer maar dat het genot bijna bedorven wordt door het geschreeuw van zuigelingen, die door kunstlievende moeders zijn meege bracht, tot ergernis van het publiek, dat zijn ongenoegen. dan ook in vrij krasse termen uitspreekt. Een man, die mede zeer sterk geprotesteerd had, kon in de pauze niet na laten zijn buurvrouw nog even toe te voegen: Hoe ken je nou met zoo'n wurm in de ko medie komen ?" Ach!" zegt ze, ik doe 't niet voor mijn plezier, maar .-.ziet uwe, mijn man speelt mee en ziet uwe, anders een beste man, maar als ik -hier kom, gaan we samen naar huis." Zie je moeder, dat wist ik nou niet," ant woordt hij, anders had ik je daar strakkies geen complement over gegeven. Zeg, als ik je niet affronteer, wil je een kop koffie ?" en zonder 't antwoord af te wachten, roept hij : Jan! een kop koffie met suiker voor de juf frouw." Om zulk een tooneeltje bij te wonen in de pauze, zou men waarlijk naar een schouwburg willen gaan, waar gereserveerde plaatsen zijn te krijgen voor 15 centen. 1 V. H. * Van de Jcompleete G-edichten van BEBNAKD. TEE HAAK ('s Gravenhage D. A. Thieme 1879, is het dot Supplement) verschenen. Deze. aflevering bevat Laatste gedichten (ï^a de uitgave van den prachtbundel vervaar digd)" en Toegift." Gelukkig dat de heer ter Haar op zijn laatste gedichten nog een toe gift" laat volgen, anders had men in den waan kunnen verkeeren,, dat de laatste dichterlijke ontboeze,ming van den Zanger Aan een Ba viaan" ware gewijd geweest. Toegift" ? bevat een drietal gelegenheidsverzen; waarvan . liet eerste Amsterdam"?.de bewoners der hoofdstad bijzonder welkom zal zijn. We nemen de vrijheid de eerste twee coupletten er van hier over te drukken. *k Zend n mijn heilgroet, Stad mijner vaderen! "Wie uwer zustren werd u nog gelijk? 't Levess bloed stroomt van uw hart uit. ia de aderen, 't Lichaam, bezielend, 6 Hoofdstad van 't Rijk! Sehittrend verreest ge uit een droomrig verleden; Kom.t u de Hofs.tad of Maasstad nabij Grootvorstin "blijft ge van Nederlands steden l GeeH toont meer.groeikracht en leven dan gij! Straten na straten ontloken ais bloemen; Kerken, paleizen riept ge op uit den grond l Gy, de misdeelde in natuursehoon te noemen, Schiept u een Instpark met villa's in 't rond l Gordel na gordel sloegt ge uit om uw leden, Gij, die de Noordzee verbondt met het IJ! Grootvorstin lilijft ge van Nederlands steden! Geen uwer zusteren streeft a voorbij! Onder den titel: Four Books of Song, English Poetry Chiefly modern, selected and arranged bij C. Honigh, verscheen bij H. D. Tjeenk Willink te Haarlem een bloemlezing uit de Engelsche dichtkunst die zeker de keurigste is, die wij in Nederland bezitten. Ook uit dezen, met zooveel zorg en smaak gekozen bundel blijkt het, dat Potgieter na zijn dood nog leeft. Hij toch was het die Honigh boeken zond en als onder zijn leiding", schrijft de laatste, heb ik ook de engelsche letterkunde beoefend. Doch nog iets anders, dat men met belangstel ling zal vernemen, deelt Honigh a&n zijn vrien delijke lezer en lezeres" mee. Het bestudeeren der engelsche diehtkunst, waaraan deze Bloem lezing haar bestaan te danken heeft, wasvoor den dichter voorbereiding tot eigen arbeid. Eindelijk is, na lang zwijgen, mijn geest weer gaan getuigen en zal binnen korten tijd een nieuwe bundel gedichten van mijn hand het licht zien."?Deze belofte en de aanbieding der Four Books of Song, zijn voor het publiek twee aangename verrassingen tegelijk.. Een Verhaal zonder Titel, door W. B. VAN GROEHENDAEL. Utrecht, J. L. Beijers 1879. Dat de auteur van bovengenoemd werk voor zijn verhaal geen passenden titel vond zal na de lezing minder verwondering baren, dan dat hij er een uitgever voor heeft kunnen vin den. Keurig en duidelijk op hollandsch papier gedrukt, lokt het nette boeksken tot lezing uit, helaas, de letterkundige waarde staat verre heneden de typogiafische. Hoevele personen Jn dit werk ook van top tot teen worden beschreven de auteur kan geen "buffetjuffrouw of nachtwacht zien, al hebben dese personen., met het verhaal ook niets te maken, of hij beschrijft ze bezit het vérliaal zonder titel noch intrige, noch karakterteekening, n vruchteloos1 vraagt men zich af: "Wat heeft' de auteur bij het schrijven van dit verhaal zich voorgesteld? Wel voert dit ge schrift tot motto: Een saeck verheft tot goön de sterfelijke menschen, Dat's op te helpen hen die slibterden op 't glad;" doch honderde andere pennevruchten kunnen met evenveel recht dat motto, vo.eren. Ondanks .dat alles belooft de schrijver veel gpëdSj .sommige trekken bewijzen dat hij fijne schilderingen kan leveren; hier en daar treft men goede, bladzijden aan; hi] wanhope daarom niet. Zet hij zich weder tot schrijven neer, dan Blijve een groote zelfbeper king hem aanbevolen; met flinke trekken schetse hij zijn hoofdfiguren en groepeere de nevenfiguren daarom .heen, hij vergete daarbij niet om langzamerhand zijn verhaal te ont wikkelen zonder al te zeer in detail-teeken mg te vallen, en.zich van allerlei onwaarschijnlijk heden te bedienen. F. A. B Als aanstaande uitgaven1 worden in Duitschland genoemd: Parolina Sauer^s volledige ge denkschriften (Haar bundel Op de planken verscheen ook in het Hollandsch); een- nieuw werk over den söciaal-detuokraat Ferdinand Lassalle en zijn noodlottigen dood, door A. Kuijtschbach, en een Göthe Jakrbuch met mede werking van de voornaamste Göthe-geleerden. Nieuwe Uitgaven: , Alexander, Prins der Nederlanden, Nadere toelichting van ' mijnen brief van den 17den September 1879. Leiden P. Engels & Zoon. J. C. C. den Beer Poortugasl, De noodzake lijkheid tot grondwetsherziening voor de de/en-. sie. Mart. Nijhoff. ... P. Grpotes,De Vlasvinken. Novelle. Enschedé, M. J. van der Loeff. " . ? Israëliet Contra Ultramontaan, door een Oosmopoliet. Rotterdam, J. H. H. Rothraeijer. Wilhelm Jensen, Na Zonsondergang. Kaman in twee. boeken. Vertaling van N. D. Doedes. 2 dln. Nijmegen, Blomhert en Tim merman. Dr. Theod. Jorissen, Overzicht der Algemeene Geschiedenis^. 4e druk, herzien en tot op den tegenwoor.digen tijd bijgewerkt door Dr. Gr." J. Dozy. Schoonhoven, S. & W. N. van Nooten. Algemeen Stemrecht, door P. Sneek. H. Pijttersen Tz. ... Agatha, Tooneeltjes uit het- Familieleven Met 3 plaatjes. H. ,£J. H. Campagne. Beelden der toekomst. Twee Novellen uit de 24e en 39e eeuw. Uit het Hoogduitsch door Dirk van Delft. Rotterdam, J. H. H. Rothmeijer. .. ~ Ernst Böhme, Hoe worden onze Jongens degelyke mannen? Tiel, H. C. A.'Campagne. Dr. M. Cohen Stuart, Zes maanden in Amerika. 2e druk. Haarlem H. D. Tjeenk Willink. Four boolcs of song. English poetry chiefly modern, selected and arranged by C. Honigh. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink. Dr. Herman Kïenoke, Het sieJce Mnd. Tiel H. C. A. .Campagne.. B. ter Haar, Bz. Gerrit en Hanna. Met 3 plaatjes. Tiel, II. C. A. Campagne. William ten Hoet, Het Woud -van de vier Perken, Fantazier-Rpman. Toegewijd aan Prin ses Marianne der Nederlanden. 2 dln.' Tiel, H. C. A. Campagne. " ' Charles Lever, Tony Butler. Uit het Engelsch. 2 dln. Maassluis, J. van-der Eud't '& Zoon. ' ";' ' ;'" Mannen ' van Beteekenis in onze dagen. Levensschetsen en portretten, bijeengebracht door N. C. Balsein. (10e serie).'Haarlem, H. D. Tjeenk Willink. P. Vergers, Haaflem in 1673. Met 3 plaat jes. Tiel, H. C. A. Campagne. Jules Yerne, Wönderreizen X.YII. (De schip breuk van de .Chanchellor. gevolgd dborJKariin ,Pa0. Geïllustreerd. Rotterdam, Jac. G. Robbers. Jules Yerne, De schipbreuk van 'Vhancellor. Gevolgd door Martin Pan. Geïllustreerd. (No. 5YII van de Wonderreize). Als voren. De heer R. J., Schierbeek R.Jzn. zal een publieke verkooping .houden van ene prach tige verzameling "boeken, prentenboeken en kinderwerkjes, plaat- en prachtwerken, engelsch en fransch kinderspeelgoed, oleo- en chromolithographiën, staalgravuren, spiegels, verscheidenheden, kantoor-, schrijf- en teeken behoeften, op Vrijdag 28 November?Dinsdag 2 December 1879, telkens des avonds ten 6 uur, Heerengracht 197, ingang hoek der Drie koningenstraat, .te Amsterdam. De verzame ling is te bezichtigen; Dinsdag, Woensdag en Donderdag, 25, 26 en 27 November 1879, van 's morgens 10 tot 's namiddags 3 uur. door . . J. R. DE.KRUIJFl1. , Door Direkteuren der Nederlandsche Maat schappij tot bevordering van Nijverheid ia dezer dagen een uitnoodïging gericht tot: diegenen onzer landgenooten, wier maat schappelijke rang hen hiertoe allereerst aan wijst, n wier kunstliefde en^ zin tot het be vorderen van het schoone en goede van algemeene bekendheid zijn," om het Lidmaatschap te willen aanvaarden van een Raad van Bestuur over het Kunst-Nij ver held Museum der genoemde Maatschappij," als wederdienst voor een'gift van ?1000 in eena of een jaarlijksche bijdrage van ?100 met en benevens het geven van persoonlijk advies en het oefenen van invloed naar buiten in 't belang->van 't Museum. De Maatschappij voornoemd, wenacht dien Raad van Bestuur, respectievelijk hunne bij dragen bestemd te.zien tot: lo. De aanstelling van een bezoldigd" Ambte naar, die zich geheel aan het Museum toewijdt en al zijne zorgen' besteedt aan de praktische strekking daarvan; 2ó. Een aanzienlijke jaarlijk'sehe som voor reiskosten en voor de vermeerdering van de rubrieken van het Museum: gips-afgietsels, galvanoplastieken, terra-cotta'Sj meubels, weef sels, aardewerk, porcelein, glaswerken, boek en plaatwerken; 3o. Een som tot aanmoediging van plaatse lijke of bijzondere vakken van YaderlandscheKunst-Nijverheid; en eindelijk 4o. De aanschaffing van doubletten voor Leenverzamelingen" ter uitzending naar alle steden, die ze verlangen, en waar zij nut kun nen stichten. Alleen op deze wijze kan het Museum het MIDDELPUNT worden, van waar een gansclie. ?verbetering van onze Nederlandsche KunstNijverheid ooer het gehe.le Vaderland uitgaat.'' Het getal Leden van den Raad mag een nader te bepalen cijfer niet overschrijden." De eerste keuze geschiedt door het Hoofd bestuur van de Maatschappij voornoemd." Daarna kiezen de Raadsleden, in of met onderling overleg en bij wijze van eeretitel, de personen, die zij als Medeleden wenschen opgenomen te zien." Ten slotte volgt de persoonlijke u tnoodiging vol vertrouwen op de bekende bereidvaardige hulp enz. waarvan men zich vleit, eerlang het bewijs, te mogen zien in de terug ontvangst van een in te vullen iiiteekeningsbiljet, waarbij; de ondergeteekende tot wederopzeggens toe het lidmaatschap, aanvaardt van den RAAD VAN BESTUUR over het Museum in kwestie met een bijdrage van Honderd gulden 'sjaars of Duizend gulden in een-«." Ik ben niet ijverzuchtig op de bevoorrech ten, welke die circulaire ontvingen. Want indien ze raij gezonden ware, zou. ik mij verplicht hebben gezien, voor de daarin vervatte uitnoodiging te bedanken; Op grond; DAT HET GEENSZINS WENSCHELIJK IS dat het Haarlemsche Museum voor ?kitnst-ni/verheid het middelpunt worde, van waar een gansclie verbetering van onse Nederlandsche 'kunst nijverheid over het geheele vaderland uitgaat." OMDAT : der regeering daardoor een voorwendsel sou gegeven worden, om aan anderen een taak over te laten, voor welker vervulling zij de regee ring?alleen en uitsluitend de aangewezeamacht is. ? Ik heb het vóór dezen gezegd, en herhaal het ook nu weer: dat het tot de plichten van den STAAT be hoort, om zich de verbetering van"onze Nederlandsche kunst-nijverheid aan te trekken. Alleen den Staat zal het mogelijk zijn, om werkelijk dat MIDDELPUNT te stichten, van ,waar een gansche verbetering uitgaat. De maatschappij van Nijverheid heeft het vol ste recht op onze waardeering, waar het geldt, te erkennen, dat zij naar vermogen heeft trach ten mede te werken aan de bevordering ook harerzijds van-de belangen onzer kunsit-industrie; maar ?,y vordere niet van ons, dat wij haar competent zullen verklaren, om met de haar ter beschikking staande krachten en middelen het hooggestelde programma uit te voeren, dat ze ons thans voorlegt. Daartoe is alleen de Staat bij machte. Het bïijft een ieder vrij, de juistheid dezer bewering te wantrouwen. Maar alvorens een eindoordeel uit te spreken, herinnere hij zich wat in dezen in het buiten land werd gedaan: In Engeland, in Oostenrijk, in Pruïssen, in Saksen,' in Beieren, in Wurtemberg. Thans ook in Frankrijk, in Belgiëen elders. Daar overal was het de regeering die de meest algemeen erkende specialiteiten des lands op artistiek en industrieel gebied, voor de be langen der nijverheid wist te vereenigen; hen in de gelegenheid stelde, om tientallen vanjaren zich onafgebroken aan de regeling van het kunst-industrieel onderwijs te wijden, en voort durend hun de middelen verschafte, om hunne met de meeste zorg uitgewerkte denkbeelden, te verwezenlijken. Wat zijn wy daartegen KLEIN in onze op vatting van zulk een Nationaal belang! Terwijl Frankrijk trots zijn Louvre en zijn Cluny, trots zijn Sèvres en zijn Gobelin ateliers, nog uitsluitend voor de speciale kunstnijverheidsstudiën, een Musée des arts d coratifs" tot stand brengt; terwijl-Oostenrijk in navolging van 't voorbeeld door Engeland gegeven, doch het op meer praktische wijze nog toepassend genoodzaakt is, zijn uitgebreide Rijks-centralestichting, waaraan de beste kunstenaars des lands verbonden zijn, voortdurend uit' te brei den, om te voldoen aan de eischen van een steeds en daardoor alleen zich ontwik kelende nationale industrie; terwijl het kleine Saksen, nog wel in het bezit van zijn kunstverzameling in het G-rune GetcöWe, van de onschatbare porceleïn-collectie en de onuitputtelijke voorbeelden van wapenversiering in het Joaunéum, nog bovendien een geheel nieuw Kunst-Nijverheid Museum tot stand brengt, niet een uit onbekrompen mid delen, gestichte en daarmee verbonden Centrale Rijksschool, voor de belangen harer kunst nijverheid; . . . Zouden wij in Nederland maar dank baar behooren genoegen te nemen met het hooge programma, dat het Haarlejusche Mu séum of de Amsterdamsche Quellinusschool der Hollandsche Natie voorleggen, en met de be perkte krachten en middelen waarmede zij zich voorstellen dat programma uit te voeren?! Het Haarlenuche Kunst-Ny verheid Museum of de Amsterdamsche Quellinusschool kunnen een of andere tak der Nationale Nijverheid ten goede strekken of invloed oefenen in beschei den kring ik ben de laatste, om het vele goede te miskennen, dat beiden kunnen tot stand brengen Maar: het MIDDELPUNT worden, van waar een gansche -verbetering van onze Nederlandsche Kunst-Nij verheid over het geheek Vaderland uitgaat, dat acht ik soomin mogelijk als 'wensóhelyk. 't Is mijne overtuiging, dat het hooggestelde programma, tot welks uitvoering onze lanctgenooten door direkteuren der Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid genoodigd wor den mee te werken, met kans van slagen, allén .door 's Lands Regeering kan worden voorgelegd. 20 November. 1879. PARIJS, 18 November., De markt is nog steeds tot op hare grond vesten geschokt en de afgeloopen week be hoort tot de moeielijkste tijdstippen die onze beurs sedert jaren had door te maken. Den 14den. alzoo slechts vier dagen geleden, zag het er een oogenblik w&nhopig uit, en na de ongehoorde verliezen door kapitalisten zoo wel als speculanten reeds sedert zes weken geleden, scheen het alsof alles geheel ten gronde wilde gaan. ' . Onder het voorwendsel van -politieke ver wikkelingen tusschen Engeland en Rusland, gingen de fransche Staatsfondsen in een uur tijds l pCt. achteruit. Ook de zoogenaamde internationale waarden, zoo als. Oostenrijksche en Hongaarsehe goud renten, Russische fondsen, etc., die tot daartoe te midden van den grooten storm zoo rustig waren gebleven, gingen procenten lager. Het voorwendsel was en bleef een artikel in de Times, en eene paniek op de Berlijnsche Beurs! En 's avonds kwamen er telegrammen uit Lon den en Berlijn, naar ds oorzaak der enorme .daling op onze beurs vragende! En de Engel sche Consols gingen dien dag slechts Vlo of Vs pCt. lager! Behoeft het nu verder betoog dat de markt geheel uit het gelid is gerukt!? Philippart heeft ontzachlijk veel kwaad berokkend, ofschoon men ten onrechte alles ten laste van dien ongelukkige zoude willen leggen. De coalitie heeft bestaan en bestaat wellicht nog, en in mijn vorigen brief heb ik betoogd, dat men het eigenlijk op een ander dan Philippart gemunt had. Deze laatste, intrinsiek zwak zijnde, viel ter wijl de andere staat en volstrekt geene neiging toont, zijne tegenstanders het genoegen te doen van het finantiëele tooneel te verdwijnen. ' Maar niets bewijst intusschen, dat men niet tot ene nieuwe bestorming zal overgaan, en dat Damocleszwaard hangt ons boven het hoofd, zoolang de beurs, en het publiek buiten de beurs, zoo ontvankelijk blijven, .voor, den minsten indruk, voor het geringste geruchtje; zoolang die opgewondenheid blijft-bestaan, die telkens ondoordachte verkoopen kan te weeg brengen, tiet publiek in onze proyinciestéden is nu werkelijk in angst. Men heeft allerlei zonder linge geruchten verspreid, en een ieder gelooft hetgeen het meest met zijne politieke gevoe lens strookt. Zoo schrijft de reactionair de tegenwoordigen toestand toe aan het geschreew der Heeren geamnestieerden en hunne voor standers, terwijl de liberalen in de verder af gelegen gedeelten des lands voor eene manoeu vre der anti-Republikeinen vreezen, en in afwachting van wat komen zal," allicht tot overhaaste realisatiën overgaan. Buitendien zijn ontzachlijkeaommeu verloren, en ho.e velen zijn niet gedwongen waarden die jaren in de brandkast lagen tot geld te maken om de geleden verliezen te kunnen bijpassen. Assurantieactiën, die door hare hooge waarde, moeieiijk te verkoopen zijn, daar ze zich niet voor ieder zak schikken, werden hoofdzakelijk onder den invloed eener paniek opgeofferd, en de aandeelen van de Soleil", eene der soliedste verzekering-maatschappijen, gingen in het tijds verloop van eenige uren, ten gevolge van geldgebrek der [houders, van circa - 8000 tot ongeveer 6000 francs achteruit! Men kan in n woord aannemen^dat, zoo de maand October voor de speculanten bijzon der noodlottig was, November het op den veel meer belang inboezemenden rentenier heeft toegelegd. In Lyon en omstreken moet in het bijzon der schrikbarend aan beurswaarden zijn ver loren en het vertrouwen in alles wat de Lyonsche markt beireftis voor het oogenblik, zeer geschokt. Sedert gisteren is de rust evenwel terugge keerd, en ondersteund door de groote credietnstelIingeD, heeft de markt zich ontegenzeg gelijk hersteld. De koersen stijgen weder en wel zoo rasch, dat het wantrouwen onwillekeurig terogkeertHet fransche publiek is door zijn temparemeni steeds a la hausse". Die lange cohtreminstijdperken,die in Duitschland aan'de orde-van den dag 2ijn, verheugen zich hier nooit ih de sympathie van het groote publiek. Als algemeenen regel kan men aannemen dat, wanneer Franschen niet op rijzing kunnen specujeeren, zij toezien, maar a la baisse te werken is tegen hun karakter, en daaraan is het wellicht toe te schrijven, dat de proefname van gisteren en heden, om rijzing in het leven te roepen, zoo gewillig gehoor vond. De toestand moet dan o.ok wezenlijkjverbeterd zijn, nadat de realisatiën in de vorige week op zoo reusachtige^schaal plaats vonden. Geluk kigerwijze heerscht er geldruimte op de En gelsche markt, en deze laatste nam gewillig de waadden op, die de verschrikte fransche' houders tot eiken prijs aanvoerden. Het was een gulden dag voor zekere arbritageurs, en men beweert, dat het huis Cahen;d'Anvers; op dien enkelen dag ongeveer tachtig telegrammen aan zijn Londenschen correspondent verzond. Die ontzachlijke verkoopen van fondsen ,'te Londen gaven weer aanleiding' tot evenredige _ aanbiedingen van papier op Londen, en cte koers van cheques ging dienzelfden ,dag van

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl