Historisch Archief 1877-1940
,.^^
DE.AMSTEBDAMMEB, WEKKBLAD VOOR NEDEKLAND.
P. A. DE GÉNESTET.
1829?1879.
21 NOVEMBER
Ja, u wijd ik het. lied,
~ Dat mijn veder ontvliet,
Mijner dankbare ziel ten behoeve;
En ik voel mij de tolk
Yan mijn land, van mijn. volk,
Bat erkentelijk staart op uw groeve!
Met uw innige taal
Zonder pronk, zonder .praal,
Hebt gij 't hart der eenvoud'gen veroverd;
Met Uw glimlach en traan,
Met uw komen en gaan
Ons de lieflijkste beelden getooverd.
Gij, poëtische ziel!
Die, hoe 't lot op u viel,
Steeds met moed hebt gedragen, gestreden,
Soms vermoeid van den strijd,
H-ebt ge u^zelf weer bereid
En gesterkt door de vroomste gebeden.
O, in de ure van rouw
Stondt ge vast in 'de trouw
Yan uw goeden, uw hemelschen Vader,
Ook in 't uur van genot .
Boogt gij dankend, voor God,
"En "bracht vreugde u den Gever nog nader!
Met een hoopvol gemoed
"Was u 't leven nog zoet,
Ook als,weemoed uw harte doorgriefde;
Als een-broederlijk "vrind
Hebt ge uw vrienden bemind
En uw Jezus met heilige liefde!
G. WAAIEER.
Uit het V.olk, Amsterdamsche Novellen en
Schetsen, door .Jusorcs VAN MAUKIK JE. Am
sterdam, Scheltema & Holkema.
Uit het Volk!" Het zou ook goed geweest
zijn, als er geetaan had Voor het Volk,"
want alle gezonde, frissche, vroolijkèlektuur,
waar een mensch ook nog wat beter van
wordt is goed voor het Volk. Maar wat men
bepaald aan' de lieden, die zich daartoe reke
nen, adresseert, wordt gewoonlijk door hen
geweigerd," omdat een zeker instinkt hun
zegt: wat de geletterden voor pnsbestemmen,
zal wel vervelend zijn. Zij trachten om onzent
wil laag bij den 'grond te .blijven, wat hun
akelig veel inspanning kost; zij zetten er zich
toe om vooral stichtelijk, leerzaam en nuttig
te ? zijn. Zij dalen zoo vriendelijk t.ot ons af t
en dan zijn zij in den regel onuitstaanbaar. '
Ook plegen vele' beschaafden zich niet'tot
het volk te rekenen en meenen dus: een
boekje voortdie klasse van mëaschen g
schre-ven, is minder voor ons ontwikkelden geschikt,
wij moesten het maar liever ongelezen laten.
Daarum doet het mij genoegen, dat de heer
Justus van Maurik op het titelblad van zijn
boekje maar niet heeft laten drukken: Voor
het Volk," want dat zou jammer geweest zijn,
n voor de ;mannen des volks" n voor de
"beschaafden." . ,
Zijne Amaterdamsche , novellen en schetsen
behooren door het grootst mogelijk aantal
menschen-gelezen en genoten te worden.
' Zij heeten met recht Amsterüamsclie novel
len en schetsen. Eén van de vijf: Mie .de
Porster. behoeft nauwelijks meer aangekon
digd te worden. Dit verhaaltje is reeds door
velen gelezen als feuilleton in deAmster dammer:
en het oude vrouwtje, dat de titelrol vervult,
is voor hen als een oude kennis. "Wanneer
een kunstenaar met de teekenpen haar portret
maakte in klein formaat, naar de gegevens
van den schilder van Maurik, wij zouden het
afbeeldsel gaarne een plaats geven in ons al
bum. ' Ze heeft er eeii in ons hart.
Interessant zijn de personen, die de auteur
ten tooneele voert, want zij zijn hoe nederig
oö'k, of hoe diep gezonken, menschen die hij
zelf hier of daar gezien heeft, misschien alleen
met het oog der verbeelding, maar gezien heeft
hij hen, anders was het hem niet mogelijk ge
weest hen zóó te beschrijven, dat wij .lezers
hen ook als voor oogen hebben.
Ook is de omgeving, waarin zij geplaatst
zijn, zoo naar de natuur geteekend, dat de
Bchiijm- ons een gids wordt door Amsterdam,
waarvan hij ons bij voorkeur de minst'aan
zienlijke buurten laat kijken. Hij brengt u
door vuile straten, en morsige stegen in ver
blijven, waar gij nauwelijks durft gaan zit
ten, en woningen" die gij alleen niet zoudt ge
vonden hebhen,. \ in'een schouwburg, waar ge
voor 10 cents een .gewone en voor 15 een ge
reserveerde 'zitplaats kunt krijgen, ja zelfs in
de Stad-.Siugapoer". op den Zeedijk; :Gij
zoudt zeker - maar liever terugkeeren, indien
gij niet reeds lang ontdekt-hadt, dat uw ge
leider een fatsoenlijk 'mau is die wel weet wat
hij doet. Een realist ? ja zeker, maar niet een
zooals er velen z$n, hij is een fatsoenlijk man
zei ik, en een artist; als hij u in een morsige
steeg brengt is 't hein niet te doen om u door
'de modder te laten loopen, veel minder om -u
vuil te maken, hij heeft ook geen behagen
in tabaksrook en brandewijnlucht, maar hij
wil u menschen voorstellen die gij misschien
nog nooit gezien hebt of niet zóó als hij
ten z.ag.
Evenals in Mie de Porster, ja meer nog,
wekken in Een Mensohenleven en in Zoo'n
Vrek de hoofdpersonen deernis en sympathie;
er is in die verhalen, hoe vroolijk hier en
daar ook de toon aij, veel wéemoedigs.
Een avond vol Kunstgenot en Een
Vrien^dendienst hebben geen andere pretensie dan
' de lezers eens hartelijk te laten lachen, wat
ook een gezonde "bezigheid is in deae wereld
TO! brandende vragen" en moeielijke gevallen.
Zoo iets ais Een Vriendendienst had van
Zeggelen indertijd wel kunnen en willen be
zingen; hij hield ook wel van goedaardige
grappeïv en was tevreden als hij zijn lezers
wat onschuldige pret kon bezorgen.
Nu goedhartig is van Maurik's Muze altijd,:
ook waar ze de malste dingen vertelt,, en het}
is deze ? eigenaardigheid vooral, diéhaar po-,
pulair zal maken in den goeden zin des woords.,,
Een staaltje nog. In een tapperij en slijterij,
waar men Wijn, Punsch, Liqueren, Hollands'
en Beijers Bier" verkoopt, zooals het uithang
bord annonceert, zal kemédie" gespeeld wor-;
den, een fijn stuk van avond,'zegt de baas.
Het tooneel lijkt een ontruimde bedstede, de]
zaal is vol tabaksrook, maar de entree bedraagt
ook slechts 10 cents. Gij verlangt, dat het
scherm zal worden opgehaald; gelukkig! daar
klinkt de schel, 't Is pas het tweede gelui,
zegt een zwarte sraidsjongen naast u. Einde
lijk na het derde gelui b'egirit het stuk; het j
is inderdaad afgerazend mooi, er komt een
gemeene verraaier in voor,"met rood haar ,en
een rooie sik, en hij draait met zijn oogen dat!
j'er naar van wordt; Veldman van 't Leidsche:
plein is er niks niemendal bij, volgens 't jonge
smidje. Dat er 4 lijken op 't tooneel. liggen
als het scherm valt, behoeft niet gezegd te
worden.- ,,
Jammer maar dat het genot bijna bedorven
wordt door het geschreeuw van zuigelingen,
die door kunstlievende moeders zijn meege
bracht, tot ergernis van het publiek, dat zijn
ongenoegen. dan ook in vrij krasse termen
uitspreekt. Een man, die mede zeer sterk
geprotesteerd had, kon in de pauze niet na
laten zijn buurvrouw nog even toe te voegen:
Hoe ken je nou met zoo'n wurm in de ko
medie komen ?"
Ach!" zegt ze, ik doe 't niet voor mijn
plezier, maar .-.ziet uwe, mijn man speelt mee
en ziet uwe, anders een beste man, maar
als ik -hier kom, gaan we samen naar huis."
Zie je moeder, dat wist ik nou niet," ant
woordt hij, anders had ik je daar strakkies
geen complement over gegeven. Zeg, als ik je
niet affronteer, wil je een kop koffie ?" en
zonder 't antwoord af te wachten, roept hij :
Jan! een kop koffie met suiker voor de juf
frouw."
Om zulk een tooneeltje bij te wonen in de
pauze, zou men waarlijk naar een schouwburg
willen gaan, waar gereserveerde plaatsen zijn
te krijgen voor 15 centen.
1 V. H.
*
Van de Jcompleete G-edichten van BEBNAKD. TEE
HAAK ('s Gravenhage D. A. Thieme 1879, is het
dot Supplement) verschenen.
Deze. aflevering bevat Laatste gedichten (ï^a
de uitgave van den prachtbundel vervaar
digd)" en Toegift." Gelukkig dat de heer
ter Haar op zijn laatste gedichten nog een toe
gift" laat volgen, anders had men in den waan
kunnen verkeeren,, dat de laatste dichterlijke
ontboeze,ming van den Zanger Aan een Ba
viaan" ware gewijd geweest.
Toegift" ? bevat een drietal
gelegenheidsverzen; waarvan . liet eerste Amsterdam"?.de
bewoners der hoofdstad bijzonder welkom zal
zijn. We nemen de vrijheid de eerste twee
coupletten er van hier over te drukken.
*k Zend n mijn heilgroet, Stad mijner vaderen!
"Wie uwer zustren werd u nog gelijk?
't Levess bloed stroomt van uw hart uit. ia de aderen,
't Lichaam, bezielend, 6 Hoofdstad van 't Rijk!
Sehittrend verreest ge uit een droomrig verleden;
Kom.t u de Hofs.tad of Maasstad nabij
Grootvorstin "blijft ge van Nederlands steden l
GeeH toont meer.groeikracht en leven dan gij!
Straten na straten ontloken ais bloemen;
Kerken, paleizen riept ge op uit den grond l
Gy, de misdeelde in natuursehoon te noemen,
Schiept u een Instpark met villa's in 't rond l
Gordel na gordel sloegt ge uit om uw leden,
Gij, die de Noordzee verbondt met het IJ!
Grootvorstin lilijft ge van Nederlands steden!
Geen uwer zusteren streeft a voorbij!
Onder den titel: Four Books of Song,
English Poetry Chiefly modern, selected and
arranged bij C. Honigh, verscheen bij H. D. Tjeenk
Willink te Haarlem een bloemlezing uit de
Engelsche dichtkunst die zeker de keurigste
is, die wij in Nederland bezitten. Ook uit dezen,
met zooveel zorg en smaak gekozen bundel
blijkt het, dat Potgieter na zijn dood nog leeft.
Hij toch was het die Honigh boeken zond en
als onder zijn leiding", schrijft de laatste, heb
ik ook de engelsche letterkunde beoefend.
Doch nog iets anders, dat men met belangstel
ling zal vernemen, deelt Honigh a&n zijn vrien
delijke lezer en lezeres" mee. Het bestudeeren
der engelsche diehtkunst, waaraan deze Bloem
lezing haar bestaan te danken heeft, wasvoor
den dichter voorbereiding tot eigen arbeid.
Eindelijk is, na lang zwijgen, mijn geest weer
gaan getuigen en zal binnen korten tijd een
nieuwe bundel gedichten van mijn hand het
licht zien."?Deze belofte en de aanbieding
der Four Books of Song, zijn voor het publiek
twee aangename verrassingen tegelijk..
Een Verhaal zonder Titel, door W. B. VAN
GROEHENDAEL. Utrecht, J. L. Beijers 1879.
Dat de auteur van bovengenoemd werk voor
zijn verhaal geen passenden titel vond zal na
de lezing minder verwondering baren, dan
dat hij er een uitgever voor heeft kunnen vin
den. Keurig en duidelijk op hollandsch papier
gedrukt, lokt het nette boeksken tot lezing
uit, helaas, de letterkundige waarde staat
verre heneden de typogiafische.
Hoevele personen Jn dit werk ook van top
tot teen worden beschreven de auteur kan
geen "buffetjuffrouw of nachtwacht zien, al
hebben dese personen., met het verhaal ook
niets te maken, of hij beschrijft ze bezit het
vérliaal zonder titel noch intrige, noch
karakterteekening, n vruchteloos1 vraagt men zich af:
"Wat heeft' de auteur bij het schrijven van dit
verhaal zich voorgesteld? Wel voert dit ge
schrift tot motto: Een saeck verheft tot goön
de sterfelijke menschen, Dat's op te helpen hen
die slibterden op 't glad;" doch honderde andere
pennevruchten kunnen met evenveel recht dat
motto, vo.eren. Ondanks .dat alles belooft de
schrijver veel gpëdSj .sommige trekken bewijzen
dat hij fijne schilderingen kan leveren; hier en
daar treft men goede, bladzijden aan; hi]
wanhope daarom niet. Zet hij zich weder tot
schrijven neer, dan Blijve een groote zelfbeper
king hem aanbevolen; met flinke trekken
schetse hij zijn hoofdfiguren en groepeere de
nevenfiguren daarom .heen, hij vergete daarbij
niet om langzamerhand zijn verhaal te ont
wikkelen zonder al te zeer in detail-teeken mg
te vallen, en.zich van allerlei onwaarschijnlijk
heden te bedienen.
F. A. B
Als aanstaande uitgaven1 worden in
Duitschland genoemd: Parolina Sauer^s volledige ge
denkschriften (Haar bundel Op de planken
verscheen ook in het Hollandsch); een- nieuw
werk over den söciaal-detuokraat Ferdinand
Lassalle en zijn noodlottigen dood, door A.
Kuijtschbach, en een Göthe Jakrbuch met mede
werking van de voornaamste Göthe-geleerden.
Nieuwe Uitgaven: ,
Alexander, Prins der Nederlanden, Nadere
toelichting van ' mijnen brief van den 17den
September 1879. Leiden P. Engels & Zoon.
J. C. C. den Beer Poortugasl, De noodzake
lijkheid tot grondwetsherziening voor de de/en-.
sie. Mart. Nijhoff. ...
P. Grpotes,De Vlasvinken. Novelle. Enschedé,
M. J. van der Loeff. " . ?
Israëliet Contra Ultramontaan, door een
Oosmopoliet. Rotterdam, J. H. H. Rothraeijer.
Wilhelm Jensen, Na Zonsondergang.
Kaman in twee. boeken. Vertaling van N. D.
Doedes. 2 dln. Nijmegen, Blomhert en Tim
merman.
Dr. Theod. Jorissen, Overzicht der
Algemeene Geschiedenis^. 4e druk, herzien en tot
op den tegenwoor.digen tijd bijgewerkt door
Dr. Gr." J. Dozy. Schoonhoven, S. & W. N. van
Nooten.
Algemeen Stemrecht, door P. Sneek. H.
Pijttersen Tz. ...
Agatha, Tooneeltjes uit het- Familieleven
Met 3 plaatjes. H. ,£J. H. Campagne.
Beelden der toekomst. Twee Novellen uit de
24e en 39e eeuw. Uit het Hoogduitsch door
Dirk van Delft. Rotterdam, J. H. H.
Rothmeijer. .. ~
Ernst Böhme, Hoe worden onze Jongens
degelyke mannen? Tiel, H. C. A.'Campagne.
Dr. M. Cohen Stuart, Zes maanden in
Amerika. 2e druk. Haarlem H. D. Tjeenk Willink.
Four boolcs of song. English poetry chiefly
modern, selected and arranged by C. Honigh.
Haarlem, H. D. Tjeenk Willink.
Dr. Herman Kïenoke, Het sieJce Mnd. Tiel
H. C. A. .Campagne..
B. ter Haar, Bz. Gerrit en Hanna. Met 3
plaatjes. Tiel, II. C. A. Campagne.
William ten Hoet, Het Woud -van de vier
Perken, Fantazier-Rpman. Toegewijd aan Prin
ses Marianne der Nederlanden. 2 dln.' Tiel, H.
C. A. Campagne. " '
Charles Lever, Tony Butler. Uit het
Engelsch. 2 dln. Maassluis, J. van-der Eud't '&
Zoon. ' ";' ' ;'"
Mannen ' van Beteekenis in onze dagen.
Levensschetsen en portretten, bijeengebracht
door N. C. Balsein. (10e serie).'Haarlem, H.
D. Tjeenk Willink.
P. Vergers, Haaflem in 1673. Met 3 plaat
jes. Tiel, H. C. A. Campagne.
Jules Yerne, Wönderreizen X.YII. (De schip
breuk van de .Chanchellor. gevolgd
dborJKariin ,Pa0. Geïllustreerd. Rotterdam, Jac. G.
Robbers.
Jules Yerne, De schipbreuk van 'Vhancellor.
Gevolgd door Martin Pan. Geïllustreerd. (No.
5YII van de Wonderreize). Als voren.
De heer R. J., Schierbeek R.Jzn. zal een
publieke verkooping .houden van ene prach
tige verzameling "boeken, prentenboeken en
kinderwerkjes, plaat- en prachtwerken, engelsch
en fransch kinderspeelgoed, oleo- en
chromolithographiën, staalgravuren, spiegels,
verscheidenheden, kantoor-, schrijf- en teeken
behoeften, op Vrijdag 28 November?Dinsdag
2 December 1879, telkens des avonds ten 6
uur, Heerengracht 197, ingang hoek der Drie
koningenstraat, .te Amsterdam. De verzame
ling is te bezichtigen; Dinsdag, Woensdag en
Donderdag, 25, 26 en 27 November 1879,
van 's morgens 10 tot 's namiddags 3 uur.
door
. . J. R. DE.KRUIJFl1.
, Door Direkteuren der Nederlandsche Maat
schappij tot bevordering van Nijverheid ia dezer
dagen een uitnoodïging gericht tot:
diegenen onzer landgenooten, wier maat
schappelijke rang hen hiertoe allereerst aan
wijst, n wier kunstliefde en^ zin tot het be
vorderen van het schoone en goede van algemeene
bekendheid zijn,"
om het Lidmaatschap te willen aanvaarden
van een Raad van Bestuur over het Kunst-Nij
ver held Museum der genoemde Maatschappij,"
als wederdienst voor een'gift van ?1000 in
eena of een jaarlijksche bijdrage van ?100
met en benevens het geven van persoonlijk
advies en het oefenen van invloed naar buiten
in 't belang->van 't Museum.
De Maatschappij voornoemd, wenacht dien
Raad van Bestuur, respectievelijk hunne bij
dragen bestemd te.zien tot:
lo. De aanstelling van een bezoldigd" Ambte
naar, die zich geheel aan het Museum toewijdt
en al zijne zorgen' besteedt aan de praktische
strekking daarvan;
2ó. Een aanzienlijke jaarlijk'sehe som voor
reiskosten en voor de vermeerdering van de
rubrieken van het Museum: gips-afgietsels,
galvanoplastieken, terra-cotta'Sj meubels, weef
sels, aardewerk, porcelein, glaswerken, boek
en plaatwerken;
3o. Een som tot aanmoediging van plaatse
lijke of bijzondere vakken van
YaderlandscheKunst-Nijverheid; en eindelijk
4o. De aanschaffing van doubletten voor
Leenverzamelingen" ter uitzending naar alle
steden, die ze verlangen, en waar zij nut kun
nen stichten.
Alleen op deze wijze kan het Museum het
MIDDELPUNT worden, van waar een gansclie.
?verbetering van onze Nederlandsche
KunstNijverheid ooer het gehe.le Vaderland uitgaat.''
Het getal Leden van den Raad mag een
nader te bepalen cijfer niet overschrijden."
De eerste keuze geschiedt door het Hoofd
bestuur van de Maatschappij voornoemd."
Daarna kiezen de Raadsleden, in of met
onderling overleg en bij wijze van eeretitel,
de personen, die zij als Medeleden wenschen
opgenomen te zien."
Ten slotte volgt de persoonlijke u
tnoodiging vol vertrouwen op de bekende
bereidvaardige hulp enz. waarvan men zich vleit,
eerlang het bewijs, te mogen zien in de terug
ontvangst van een in te vullen
iiiteekeningsbiljet, waarbij;
de ondergeteekende tot wederopzeggens
toe het lidmaatschap, aanvaardt van den
RAAD VAN BESTUUR over het Museum in kwestie
met een bijdrage van
Honderd gulden 'sjaars of
Duizend gulden in een-«."
Ik ben niet ijverzuchtig op de bevoorrech
ten, welke die circulaire ontvingen.
Want indien ze raij gezonden ware, zou. ik
mij verplicht hebben gezien, voor de daarin
vervatte uitnoodiging te bedanken;
Op grond;
DAT HET GEENSZINS WENSCHELIJK IS dat het
Haarlemsche Museum voor ?kitnst-ni/verheid
het middelpunt worde, van waar een gansclie
verbetering van onse Nederlandsche 'kunst
nijverheid over het geheele vaderland uitgaat."
OMDAT :
der regeering daardoor een voorwendsel sou
gegeven worden, om aan anderen een taak over
te laten, voor welker vervulling zij de regee
ring?alleen en uitsluitend de
aangewezeamacht is.
? Ik heb het vóór dezen gezegd, en herhaal
het ook nu weer:
dat het tot de plichten van den STAAT be
hoort, om zich de verbetering van"onze
Nederlandsche kunst-nijverheid aan te trekken. Alleen
den Staat zal het mogelijk zijn, om werkelijk
dat MIDDELPUNT te stichten, van ,waar een
gansche verbetering uitgaat.
De maatschappij van Nijverheid heeft het vol
ste recht op onze waardeering, waar het geldt,
te erkennen, dat zij naar vermogen heeft trach
ten mede te werken aan de bevordering ook
harerzijds van-de belangen onzer kunsit-industrie;
maar ?,y vordere niet van ons, dat wij haar
competent zullen verklaren, om met de haar
ter beschikking staande krachten en middelen
het hooggestelde programma uit te voeren, dat
ze ons thans voorlegt.
Daartoe is alleen de Staat bij machte.
Het bïijft een ieder vrij, de juistheid dezer
bewering te wantrouwen.
Maar alvorens een eindoordeel uit te spreken,
herinnere hij zich wat in dezen in het buiten
land werd gedaan:
In Engeland, in Oostenrijk, in Pruïssen, in
Saksen,' in Beieren, in Wurtemberg. Thans ook
in Frankrijk, in Belgiëen elders.
Daar overal was het de regeering die de
meest algemeen erkende specialiteiten des lands
op artistiek en industrieel gebied, voor de be
langen der nijverheid wist te vereenigen; hen
in de gelegenheid stelde, om tientallen vanjaren
zich onafgebroken aan de regeling van het
kunst-industrieel onderwijs te wijden, en voort
durend hun de middelen verschafte, om hunne
met de meeste zorg uitgewerkte denkbeelden,
te verwezenlijken.
Wat zijn wy daartegen KLEIN in onze op
vatting van zulk een Nationaal belang!
Terwijl Frankrijk trots zijn Louvre en
zijn Cluny, trots zijn Sèvres en zijn Gobelin
ateliers, nog uitsluitend voor de speciale
kunstnijverheidsstudiën, een Musée des arts d
coratifs" tot stand brengt;
terwijl-Oostenrijk in navolging van 't
voorbeeld door Engeland gegeven, doch het
op meer praktische wijze nog toepassend
genoodzaakt is, zijn uitgebreide
Rijks-centralestichting, waaraan de beste kunstenaars des
lands verbonden zijn, voortdurend uit' te brei
den, om te voldoen aan de eischen van een
steeds en daardoor alleen zich ontwik
kelende nationale industrie;
terwijl het kleine Saksen, nog wel in het
bezit van zijn kunstverzameling in het G-rune
GetcöWe, van de onschatbare porceleïn-collectie
en de onuitputtelijke voorbeelden van
wapenversiering in het Joaunéum, nog bovendien een
geheel nieuw Kunst-Nijverheid Museum tot
stand brengt, niet een uit onbekrompen mid
delen, gestichte en daarmee verbonden Centrale
Rijksschool, voor de belangen harer kunst
nijverheid;
. . . Zouden wij in Nederland maar dank
baar behooren genoegen te nemen met het
hooge programma, dat het Haarlejusche Mu
séum of de Amsterdamsche Quellinusschool der
Hollandsche Natie voorleggen, en met de be
perkte krachten en middelen waarmede zij zich
voorstellen dat programma uit te voeren?!
Het Haarlenuche Kunst-Ny verheid Museum
of de Amsterdamsche Quellinusschool kunnen
een of andere tak der Nationale Nijverheid ten
goede strekken of invloed oefenen in beschei
den kring ik ben de laatste, om het vele
goede te miskennen, dat beiden kunnen tot
stand brengen
Maar: het MIDDELPUNT worden, van waar
een gansche -verbetering van onze Nederlandsche
Kunst-Nij verheid over het geheek Vaderland
uitgaat,
dat acht ik soomin mogelijk als 'wensóhelyk.
't Is mijne overtuiging, dat het hooggestelde
programma, tot welks uitvoering onze
lanctgenooten door direkteuren der Nederlandsche
Maatschappij van Nijverheid genoodigd wor
den mee te werken,
met kans van slagen,
allén .door 's Lands Regeering kan worden
voorgelegd.
20 November. 1879.
PARIJS, 18 November.,
De markt is nog steeds tot op hare grond
vesten geschokt en de afgeloopen week be
hoort tot de moeielijkste tijdstippen die onze
beurs sedert jaren had door te maken.
Den 14den. alzoo slechts vier dagen geleden,
zag het er een oogenblik w&nhopig uit, en na
de ongehoorde verliezen door kapitalisten zoo
wel als speculanten reeds sedert zes weken
geleden, scheen het alsof alles geheel ten gronde
wilde gaan. ' .
Onder het voorwendsel van -politieke ver
wikkelingen tusschen Engeland en Rusland,
gingen de fransche Staatsfondsen in een uur
tijds l pCt. achteruit.
Ook de zoogenaamde internationale waarden,
zoo als. Oostenrijksche en Hongaarsehe goud
renten, Russische fondsen, etc., die tot daartoe
te midden van den grooten storm zoo rustig
waren gebleven, gingen procenten lager. Het
voorwendsel was en bleef een artikel in de
Times, en eene paniek op de Berlijnsche Beurs!
En 's avonds kwamen er telegrammen uit Lon
den en Berlijn, naar ds oorzaak der enorme
.daling op onze beurs vragende! En de Engel
sche Consols gingen dien dag slechts Vlo of Vs
pCt. lager!
Behoeft het nu verder betoog dat de markt
geheel uit het gelid is gerukt!? Philippart heeft
ontzachlijk veel kwaad berokkend, ofschoon men
ten onrechte alles ten laste van dien ongelukkige
zoude willen leggen. De coalitie heeft bestaan
en bestaat wellicht nog, en in mijn vorigen
brief heb ik betoogd, dat men het eigenlijk op
een ander dan Philippart gemunt had.
Deze laatste, intrinsiek zwak zijnde, viel ter
wijl de andere staat en volstrekt geene neiging
toont, zijne tegenstanders het genoegen te doen
van het finantiëele tooneel te verdwijnen. '
Maar niets bewijst intusschen, dat men niet
tot ene nieuwe bestorming zal overgaan, en
dat Damocleszwaard hangt ons boven het
hoofd, zoolang de beurs, en het publiek buiten
de beurs, zoo ontvankelijk blijven, .voor, den
minsten indruk, voor het geringste geruchtje;
zoolang die opgewondenheid blijft-bestaan, die
telkens ondoordachte verkoopen kan te weeg
brengen,
tiet publiek in onze proyinciestéden is nu
werkelijk in angst. Men heeft allerlei zonder
linge geruchten verspreid, en een ieder gelooft
hetgeen het meest met zijne politieke gevoe
lens strookt. Zoo schrijft de reactionair de
tegenwoordigen toestand toe aan het geschreew
der Heeren geamnestieerden en hunne voor
standers, terwijl de liberalen in de verder af
gelegen gedeelten des lands voor eene manoeu
vre der anti-Republikeinen vreezen, en in
afwachting van wat komen zal," allicht tot
overhaaste realisatiën overgaan.
Buitendien zijn ontzachlijkeaommeu verloren,
en ho.e velen zijn niet gedwongen waarden
die jaren in de brandkast lagen tot geld te
maken om de geleden verliezen te kunnen
bijpassen.
Assurantieactiën, die door hare hooge waarde,
moeieiijk te verkoopen zijn, daar ze zich niet
voor ieder zak schikken, werden hoofdzakelijk
onder den invloed eener paniek opgeofferd, en
de aandeelen van de Soleil", eene der soliedste
verzekering-maatschappijen, gingen in het tijds
verloop van eenige uren, ten gevolge van
geldgebrek der [houders, van circa - 8000 tot
ongeveer 6000 francs achteruit!
Men kan in n woord aannemen^dat, zoo
de maand October voor de speculanten bijzon
der noodlottig was, November het op den veel
meer belang inboezemenden rentenier heeft
toegelegd.
In Lyon en omstreken moet in het bijzon
der schrikbarend aan beurswaarden zijn ver
loren en het vertrouwen in alles wat de
Lyonsche markt beireftis voor het oogenblik,
zeer geschokt.
Sedert gisteren is de rust evenwel terugge
keerd, en ondersteund door de groote
credietnstelIingeD, heeft de markt zich ontegenzeg
gelijk hersteld.
De koersen stijgen weder en wel zoo rasch,
dat het wantrouwen onwillekeurig
terogkeertHet fransche publiek is door zijn temparemeni
steeds a la hausse". Die lange
cohtreminstijdperken,die in Duitschland aan'de orde-van
den dag 2ijn, verheugen zich hier nooit ih de
sympathie van het groote publiek.
Als algemeenen regel kan men aannemen dat,
wanneer Franschen niet op rijzing kunnen
specujeeren, zij toezien, maar a la baisse te
werken is tegen hun karakter, en daaraan is
het wellicht toe te schrijven, dat de proefname
van gisteren en heden, om rijzing in het leven
te roepen, zoo gewillig gehoor vond.
De toestand moet dan o.ok wezenlijkjverbeterd
zijn, nadat de realisatiën in de vorige week op
zoo reusachtige^schaal plaats vonden. Geluk
kigerwijze heerscht er geldruimte op de En
gelsche markt, en deze laatste nam gewillig
de waadden op, die de verschrikte fransche'
houders tot eiken prijs aanvoerden. Het was
een gulden dag voor zekere arbritageurs, en
men beweert, dat het huis Cahen;d'Anvers; op
dien enkelen dag ongeveer tachtig telegrammen
aan zijn Londenschen correspondent verzond.
Die ontzachlijke verkoopen van fondsen ,'te
Londen gaven weer aanleiding' tot evenredige
_ aanbiedingen van papier op Londen, en cte
koers van cheques ging dienzelfden ,dag van